N\ 11931
t 1.10.
1.40.
<§eze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fpn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Een sprookje uit het Oosten.
Maandag 16 «Janviari. jggg
PRIJS DEZER COURANTi
'Voor Lelden per 8 maanden.
OFranco per poet
Afzonderlijke Nommere
0.05.
PRIJS DKR ADVERTENTEÊHi
Vao 1-6 regola 1.05 Iedere regel meer I 0.17J. - Groeitere
letters naar plaatsruimte - Voor het incasseeroD batten de stad
wordt f 0.06 berekend
Dit nominer bestaat uit YIER
Bladen.
Eerste Blad.
ül'iiciëel© Kennlsgeyinffcn.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethoudors ran geiden b™°een
Ier algeuiöooe kennia, dat door JOHANNES VAN
BEEK, alhier woonachtig, een verzoek*obrift ie in
gediend om vergunning voor den kleinhandel in
Herken,drank, in hot perceel Beschuitsteeg No. 9.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS. Burgemeester.
It Jan. 1899. VAN HEYST, Secretarie.
Leiden, ld Januari;
In de gisteravond gehouden vergadering
van de afdeding Leiden en Omstreken van
Óen Nederl. Protestantenbond, die door een
groot aantal leden en belangstellenden werd
bijgewoond, werd coor den voorzitter, de.
►Schim v. d. Loeff, by de opening van de ver
gadering een harteiyk en zeer waardeerend
woord gewyd aan de nagedachtenis van den
zoo plotseling ontslapen heer Meerburg, dio
gedurende ruim 25 jaren op zoo eenig ver-
dien6teiyke wyze het penningmeesterschap
van de Afdeeling had waargenomen.
Daarna verkreeg dr. H. G. Hagen het woord
en bracht het verslag uit, mede namens zyn
mede-afgevaardigde ds. Lojenga, van hetgeen
In do algemeone vergadering te Arnhem ge
sproken en behandeld was.
Behalve enkele byzonderheden, deelde hy
BOgal breedvoerig mee, wat daar door den
beer Hugenholtz, van Amsterdam, was gezegd,
en van de vergadering, wat er omtrent de
verhouding van den Bond tegenover de maat
schappelijke bemoeiingen, die sinds eenige
jaren door den Bond In zjjn programma waren
opgenomen, was besproken. Hijzelf verde
digde nog eens met allen nadruk zyn ge
voelen, dat het den Bond allereerst om be
vordering van godsdienstig leven te doen moet
zyn, al heft dat de zorg voor maatschappe
lijke belangen niet op, waar deze daarvan
als vanzelf het uitvloeisel moet zyn, krach
tens het groote beginsel van den Christelyken
godsdienst; liefde tot God en liefde tot de
naasten.
De heer Lojenga voegde er nog een ODkel
woord ter aanvulling by.
Daarna was het VryzinDig Zangkoor zoo
vriendeiyk eenige godsdienstige liederen ten
gehoore te brengen.
Ka afloop daarvan vertolkte de voorzitter
op voortreffelijke wyze den dank der verga
dering voor het gehoorde. Hy vond bet een
gelukkig teeken des tyds, dat zooveel Jonge
men8chen lust en opgewektheid toonen, om
zich to wyden aan het lied, vooral aan het
zingen van gewyde liederen. Het zangkoor, dat
reeds meer dan eens in een vergadering van
de Afdeeling was opgetreden, had ook nu
weer, dank zy vooral zyn voortreffeiyken direc
teur, den heer Rank, blyk gegeven, dat het
zich ontwikkeld had en het groote doel, om
in dezen bet beste te bereiken, steeds nader
W&s gekomen.
Ten slotte bracht de voorzitter een verzoek
over van de Kappers- en Barbiersvereeniging
„Hulp en Vriendschap", een verzoek, allereerst
tot de mannen gericht, maar waarby de vrouwen
misschien konden helpen, als de mannen het
eens mochten vergeten, dit verzoek: om zooveel
mogelyk er om te donken, zich ZaterJagavond
te laten scheren of het haar te knippen en niet
'a Zondagsmorgens, opdat kappers en barbiers
den Zondagmorgen wat meer vry krygen en
daardoor in de gelegenheid worden gesteld,
om, wat velen hunner zoo gaarne wenschen,
op Zondagmorgen met de schare mee te
kunnen opgaan naar het bedehuls.
Het bestuur benoemde tot penningmeester
der afdeeling den heer A. L. Reimeringer, die
de goedheid had die benoeming aan te nemen.
Met genoegen kunnen wy mededeelen,
dat het getal deelnemers aan den cursus
(University Extension), door prof. Blok te
geven, on die Woensdag a. s. te 8 uren in het
Nutsgebouw zal aanvangen, reeds is geklom
men tot 35. Men kan er zich nog altyd voor
aangeven by den secretaris van het Nut, den
heer Kutsch Lojenga.
Do alhier gevestigde „Vereeniging tot
ondersteuning van behoeftige kraamvrouwen"
heeft verslag gegeven over het afgeloopen jaar.
Het getal ondersteunde kraamvrouwen was
ieta minder dan het vorige jaar, nl. 738, aan
wie verstrekt werden: 6698 liter melk, 7108
eieren, 2239 porties rookvleescb, 1457 porties
soep, 2197 porties vleesch, 2948 bestellen,
136 halve fl. wyn en 2 fl port.
Nu het gebruik van wyn zoo is toegenomen,
meendo het bestuur niet meer allen wyn
kosteloos van de firma SchüJel en Co. te
mogen aannemen. Er is nu dienaangaande
met deze firma een voor de vereeniging zeer
voordeelige schikking gemaakt. Aan den
anderen kant vielen der veroeolging eenigo
schenkingen ten deel, vermeerderoe het getal
buitengewone leden en werden eenige achter
stallige contributies geïnd.
De ontvangsten bedroegen 2027.11, de
uitgaven 1813 47. Het getal leden is 149,
buitengewone 249 en donateurs 37.
De heeren Semmelink en Wittenrood stonden
het bestuur adviseerend by. De hoer Sythoff
verleende goedgunstig steun.
Het bestuur bestaat thans uit de heeren
0. A. Van Hees, praeses; G. J. W. Koolemans
Beynen, ab-actis; K. T. Havcrkorn Van Ryse-
wyk, quaestor; J. Van der Hoove en A Ryp-
perda Wierdsma, en de commissie van toezicht
uit de heeren J. A. T. Coebergh, D. De Loos
en J. F. O. S. Veit.
Zooals uit achterstaande advertentie
blykt, hoopt de heer J. A. Hoekendijk, diakoon
te Heemstede, Maandagavond 16 Jan. a. s.
in de Zaal Noordeinde te spreken over en
mededeelingen te doen omtrent den arbeid
en de belangon aangaande ïyders aan vallende
ziekte in de stichtingen Bethesda Sareptha
te Haarlem en Meer en Bosch te Heemstede.
Maandag en Dinsdag a. s. hebben onder
leiding van den commandant van het 4de
regiment infanterie, kolonel Duycker, tacti
sche oefeningen plaats, waaraan alle hoofd
officieren van het regiment (dus ook die van
do gedetacheerde bataljons Delft, Gouda en
Haarlem) zullen deelnemen, benevens de kapi
teins OBreen, Oltmans en Van den Hoff. De
kapitein Kraak zal als hulpvertrouwde daarby
optreden.
De lste luitenant V. Klynsma, dis
by koninklyk besluit tot kapitein is benoemd,
is bestemd voor het 4de regt. inf. Genoemde
kapitein is belast met het bevel over de 2de
compagnie 3de bataljon, in garnizoen te
Haarlem, terwyi de kapitoin Engelenburg, van
het 3de bat., overgeplaatst wordt by het lste
bataljon te Delft en belast wordt met het
bevel over de 4de comp. van dat bataljon.
Onder veel biyken van belangstelling
werd gisteren op de begraafplaats Nieuw-Eik
en Duinen, het stoffeiyk overschot ter aarde
besteld van mevrouw Van Schalkwyk—Göbel,
oud-clrectrice van de verplegingsinrichting
„Het Roode Kruis" te 's-Gravenhage.
In het sterfhuis wydde dr. Gerth v. Wyk
eenige treffende woorden aan do groote ver
diensten van de overledene op 't gebied der
ziekenverpleging, en aan de groote toewyding,
waarmede z(J steeds in 't belang oer lydende
menschheid is werkzaam geweest.
De verplegingsaf jeeling van htt Roode Kruis
bracht een stille hulde aan de ontslapene
door het zenden van óen reusachtig bloemstuk.
In de aanstaande vergadering van aan
deelhouders in de brood- en meelfabriek te
'8 Gravenhage op Zaterdag 21 Januari, z een
voorst-I behandeld worden om machtiging te
verleenen tot het aangaan v n een geldlee-
ning van V/i ton onaer hypothecuir verband,
en een voorstel om te machtigen tot verkoop
der fabriek en terreinen der succursale ia ae
Borne&traat. Verder is do benoeming van een
commissaris aan de orde gesteld.
Uit het verslag van de „Nel Gustaaf-
Adolf-Vereeniging" blykt, dat de Vereeniging
thans 4115 leden tojt-, one bohooren er bfi
de Vrouwen-Vereenigingen, 170 by de corres
pondentschappen.
De Vereeniging ontving in het afgeloopen
jaar de volgende legaten: van mevr Glas
bergen, te Arnhem, ƒ300; van dr. Rovers,
te Utrecht, ƒ5000; van mr. Evcrwijn, te
Brummen, ƒ500. De afdeeling Delft ontving
van mevr. Van der Reyst een legaat vau
ƒ100. Aan giften werd ontvangen: ƒ1000
van H. M. de Koningin; 500 van N. N.;
ƒ200 van den kerk raad te St.-Petersburg.
De gift van H. M. de Koningin werd ver
deeld over 9 noofiydende gemeenten in
N.-Brabant en Limburg; 33 giften van 50
tot 300 werden geschonken aan Protes-
tant6che gemeenten of scholen in ons vader
land en 250 aan de meisjesschool ia de
Minahassa, terwyi nog verschillende giften
werden geschonken aan buitenlandcche Kerk
genootschappen.
De algemeene vergadering der schippers
vereeniging „Scbuttevaer", zal gehouden wor
den te Sneek op Woensdag 25 Januari a. s.
Toon Donderdag de luit.-generaal K. Van
der Heyden, commandant van „Bronbeek",
by Arnhem, zyn 73sten verjaardag vierJe,
kwamen van heinde en verre tal van tele
grammen en brieven om te foliciteeren. De
koloQel-commandant van het 8ste reg. inf.
had de beleefdheid, zyn muziek aan te bieden
en deze deed zich hooren tydens de receptie,
waarvan een druk gebruik gemaakt werd.
Op de buitengewone prijsvraag, uitge
schreven in het jaar 1898 door de Maatschappy
tot Bevordering der Bouwkunst, ter verkry
ging van ontwerpen voor „Een Vorsteiyk
Paviljoen op het duin by een Nederlandscho
Zeebadplaats", zyn twee antwoorden inge
komen, onder de volgende motto's:
1. „Ce sera moi, Nassau", bestaande uit
6 teekeningen, en
2. „Fancy", bestaande uit 8 teekeningen
met memorie van toelichting.
Ter gelegenheid van haar vyf en-twintig
jarig jubiló heeft mevr. Tbeo Bouwmeester
haar levensherrinneringen meegedeeld aan
den heer M. J. Brusse. Zy zullen door de
firma Van Holkema Warendorf worden
uitgegeven. Het boekske zal versierd worden
met eenige onuitgegeven portretten.
Naar aanleiding van het boycot van den
muzikalen verslaggever van het „Vaderland",
door de directie der Italiaansche opera, vraagt
de „N. R. CtBehoeven wy te wyzen op
de ernstige bete9kenis van dit bericht? Het
is natuurlijk nog mogelyk, dat er een vol
doende opheldering volgt. Wordt deze niet
gegeven, dan is, dunkt ons, de behandeling,
den muziekverslaggever van het „Vaderland"
aangedaaD, een zaak, die de geheele Pers
raakt, en zal het noo ig wezen, omtrent maat
regelen te overleggen.
Ree^s Donderdagmiddag was de „Koningin
Wilhelmina" uit In dié te IJmuiien gearri
veerd en werden de terugkc-eren e militairen
door den kapitein Wyomalen geïnspecteerd.
Hy hield een toespraak en wees daarin op de
vele verdiensten van het Indische leger, maar
in het by zonder richtte by li9t woord tot
Kuipers, den kranigen Frb'S, wiens borst ver-
si-rd werl door de Militaire Willomsorde 4de
klasse en tegen wien hy ongeveer het vol
gen ie zeide:
„To^n ik u t Genua de stukken kreeg on
zag, dat onder u een ridder was, was myn
e-Tsto uitroep: „het is waarachtig weer een
Fries". Ja, men zegt wel eens, dat de Friezen
styfkoppen zyn, maar geloof me, dergelyke
styfkoppen, ik heb er velen ontmoet, zyn voor
een leger meer dan goud waard. Met edele
doodsverachting, maar tevens met onverzette
lyken wil, grenzen ie aan dio stijf koppigheid,
gingt ge uw kameraden voor, waart 't eerst
in de vijandelijke benting en de held van den
dag. Ge zyt thans ziek; we wenschen u,
zoo mogelyk, een spoedige beterschap."
Ongeveer te drie uren lag de „Wilhelmina"
aan de Handelskade te Amsterdam gemeerd,
waar de troepen verwelkomd werden door de
muziek van het 7de regiment infanterie. Do
brug werd daarna neergelaten en familie en
vrienden konden de hunnen begroeten.
Een vyftal booten lag naast het schip, be
mand met jongens van de „Wassenaar", die
met de riemen den ridder het saluut brachten.
In Maart van het vorige jaar hebben een
groot aantal apothekers zich met een petitie
gewend tot den minister van binnenlandsche
zaken, verzoekende betera handhaving der
geneeskundige wstten, o. a. vrat den verkoop
vaa geneesmiddelen door onboveagden betreft.
Aangezien deze petitie tot nu toe onbeant
woord is gebleven en door onbevoegden de
wetten op genees- en artsenQbereidkunde nog
even sterk worden overtreden, hebben de
vier eerste onderteekenaars der petitie zl.h
nogmaals met een adres tot den minister
gewend.
Men scbryft uit *s Gravonhage: Het
Oasino gezelschap, de winteravondpartyen van
de élite der hofstad, opende Donderdag de
eerste van de reeks der soirées.
De voor die bals telken jare zoo luisterryk
ingerichte zalen van het .Hotel den Ouden
Doelen" hadden ditmaal nog prachtiger aan
zien gekregen door een nieuw ameublement,
In de daoszaal, oen bloomenhalle g lyk, had
het orkeBt oen betere plaats gekregen.
De omringende conversatie-, rook- en speel
vertrekken waren deels in antieken, deels i/',
Oosterschen trant iügericht
Onder de bezoekers werden opgemerkt
gezanten van Spanje, Turkye, Engeland,
Portugal en Italië en verscheidene leden van
de Koninklyko Hofhouding. Niet minder dan
130 gasten bewogen zich in do salons.
Daarvan namen 120 deel aan het souper.
Da minister van buitenlandscbe zaken
geeft den 31sten J.naari een diner voor
Hofdignitarissen en gezanten.
De by het reg. gren. eo jagers over
geplaatste lste luit. G. Van Olden, van het
4de reg. inf., is bestrmd vooreen oer grenadier-
bataljons.
De kapitein ter zee L. Backer Ov< rbeek
wordt met 1 Febuarl a. b eervol ontheven
van de betrekking van hoofd van het vak van
uitrusting by 's Rijks werf te Willemsoord en
op non-activiteit gesteld.
Hy wordt in genoemde betrekking vervan
gen door den kapitein ter zee W. G. Van Nes.
De luitenants ter zee der 2de kl. S. Van
Lenocp en A. C. Da Joncheere, oit Oost Indié
in Nederland teruggekeerd, zyn op non activi
teit gesteld.
De 6tat-major van Hr. Ms. stoomschip
„Suriname," welke bodem in Mei uit Wost-
Iuoiö in ons land wordt terugverwacht, be
staat uit den kapt -luit. ter zee A. C. Van der
Sande Lacoste, den luitenant ter zee lste kl.
G. Witsen Elias, do luita. ter zeo 2de kl. W,
H. Nolthenius, J. L. Van Deschen en W. Van
Braam, den off. van goz. 2de kl. L. J. Jansen
en den off. van aam. 2do kl. O. Willemstya.
Leidschendam. Donderdag II. hield de ver
eeniging „Ziekenhulp", alhier, haar gewone
driemaandelykscbe vergadering.
Nadat deze door den voorzitter, den heer
L, v. d. Togt, was geopend, richtte de tweede
voorzitter, de heer H. Rosbergen, hat woord tot
de aanwezigen, en wenechte hun by den
aanvang van een nieuwen jaarkriug alles
goeds toe.
De notulen der vorige vorgadering werden
door den secretaris gelezen en daarna onver
anderd goedgekeurd.
Uit de rekening van den ponningmeester
g— 1
2)
Hy snelde naar da markt terug, ging boven
aan de trap der moskee staan en riep: „GU,
lieden van Bagdad, gelooft, dat de zon op
en onder gaat, want gy zyt onwetende men-
achenl Hoort nu wat ik u verkondig: de zon
igtaat stil, maar de aardo beweegt zich l"
.■HU wilde nog meer zeggen, maar de
jnenschon op de etraat maakten zooveel leven,
dat hy niet voort kon gaan.
AU-Haitam ia niet goed by zyn verstandl"
diepen zy. .Hoort slechts welken onzin hy
Jritkraamti"
Een vruchtenkoopman nam een sinaasappel
op brulde: „Ali-Haitatq heeft golyk. Evenmin
ale deze sinaasappel, beweegt de zon zich."
Bit zeggende,wierp hy de vrucht naar Ali-
Haitam, zoodat de tulband hem van het hoofd
vjel. Zoo gauw hy kon snelde Ali naar huis,
daar de worp van den vrucbteükoopman het
$eeben tot een algemeenen aanval was. Hygend
én met stof bedekt, bereikte by de straat,
Sharln by woonde, diep bekommerd over het
vprlies van den kostbaren steen, en woedend
over de domheid van bet volk, dat van de
eenvoudigste dingen geen begrip had,
Ce tweede broeder was voorzichtiger in
,2jjn ondernemingen. Daar hU byna nooit zyn
Iptnie etraat had verlaten, viel het hem moeilyk
iete kostbaars te bedenken, dat hy zou willen
koopen. Hy ging dus naar den bazaar en
vroeg van ieder mooi voorwerp den prya.
Eindeiyk zag hy een prachtig stuk, dat zeer
duur was, maar hem byzonder beviel. Het
was een Turksche sabel, dis een bekwaam
juwelier op kunstige wyze met diamanten
had versierd. De koopman vroeg er vyftion
duizend gouden denaren voor en de omstan
ders zagen met verwondering den kooper aan,
die zulk een kostbaar stuk wenschte ta be
zitten.
Juist toen Ali-Jussuf de prachtige sabel
onderzoekend op zyn band woog, werd, door
een groote menigte begeleid, een draagstoel
voorbUgedragen. Hy keek om en bespeurde
achter de dooracbynendo gordynen een byzon
der mooi meisje. Toen hy boorde, dat hot de
dochter van den Kalif was, ontwaakte het
verlangen in hem deze schoons vrouw te
bezitten, en hot kwam hem niet onwaar-
echyniyk voor, dat de Kalif den man, die in
het bezit van den tooverdlamant was, zyn
dochter tot vrouw zou geven. Hy besloot
daarom het wapen te koopen en, er mede
gesierd, den volgenden dag den Kalif te
bezoeken.
„Morgen kom ik heel vroeg terug," zeide
hy tot den koopman; ,op het oogenblik heb
ik goen geld genoeg by my, maar hedeoavond
nog zal ik my die som verschaffen. Ook had
ik gedacht," voegde hy er trotsch by, „dat
deze Babel duurder zou wezen i"
Thuisgekomen, zadelde hy zyn ezel en hing
aan beiden zyden groote draagkorven. By
het vallen van den avond dreef hy het dier
onmerkbaar voor zicb uit, den kant naar de
wooityn op. Hy bemerkte niet, dat drie donkere
gestalten hem volgden, die hem sedert zyn
bezoek by den wapenhandelaar niet uit het
oog verloren hadden. By een groep palmboomen
etond hy stil, spreidde een groot stuk linnen
op den grond uit en begon met bevende vingers
den diamant to wryven. „Geest van den steen,"
sprak by, „verschaf my onmiddellyk twintig
zakken gemunt goud!" Hierop wachtte by
eenige oogenbllkken en luisterde. Daar alles
om hem heen donker en etil bleef, herbaalde
hy zyn wensch voor den tweeden en derden
keer. Toen hoorde by een geruiech alsof er
zware dingen naar beneden rolden, en bukkend
om ze op te rapen, vond hy tal van welgevulde
zakken. Hy deed er dén open en stak er zyn
hand in. En, inderdaad, het was goud; het
waren nieuwgemunte geldstukken I Met koorts
achtige baast laadde hy de zakken op don
rug van den ezel en begaf zich op weg naar
huis. Daar vernam by opeens dat zonderlinge
gefluister weer, maar ditmaal zeer dicht in
zyn nabyheid. Hy bleef staan en staarde met
ingehouden adem in den duisteren nacht.
Opeens word hy door twee sterke armen
aangegrepen en op den grond geworpen. Twee
mannen met zwartgemaakt gelaat trokken
hem tulband en kaftan van bet iyf en lieten
hem halfdood aan den weg liggen, hem
dreigend met hun wraak, als hy het voor
gevallene bekend maakte. Bevend vau schrik
en woedde zag hy de roovers met den ezel
in de richting van het gebergte verdwynen.
Wat hem bet meeste speet, was het verlies
van den diamant, dien hy in zyn kaftan ver
borgen gedragen bad. Stil keerde hy naar huis
terug en hield zich daar weken lang verbor
gen, wyl hy zich schaamde om op de markt
en op straat to vorscbUnsn.
Eens, toen hi] des avonds op de „gouden
brug" zat en zyn net in den Tigris wierp,
om zich een karig maal te verschaffen, ging
de koopman in wapenen voorby.
„Nu, Ali-Jussuf," zeide hy, „wanneer komt
gU de sabel halen?"
Maar noch de mooie sabel, noch de schoone
prinses zouden ooit zyn deel worden.
Torwyi aldue de twee oudste broeders het
verlies van hun schatten betreurden, zat
Abdul-Kassim, de jongste, thuis in zyn kleinen
tuin en dacht met innig leedwezen er over
na hoe hy na den dood van zyn vader nu
het dagelyksch brood zou kunnen verdienen.
Vóór hem op een tabouret stond het yzeren
kistje, dat een herionering aan zyn overleden
vader was. Daar hoorde hy iemand aan de
poort, en toen hy open deed, kwam Micha
Jahzeel binnen, de man, van wien hy eenigo
maanden geleden geld had geleend. Micha
keek heel ernstig en zeide: „Abdul, detyden
zyn tegenwoordig elecbt, het geld wordt
steeds Bchaarsctaer, gy weet, dat ik u tien
gouden denaren geleend heb, en nu kom ik
vragen Zyn blik viel nu op het yzeren
kistje, en by bleef steken, omar na een
korte pauze vervolgde hy: „Eigeniyk kom ik
u zoggen, dat ik vooreerst het geld nog niet
noodig heb; ale gy het verlangt, kunt gy die
som nog eenige maanden, zelfs nog wel eenige
jaren behouden; ik wilde u slechts zeggen,
dat gij u mot het teruggeveo niet behoeft
te haasten. Wee8 er dus niet bezorgd over."
Hiermede verliet by ds eenige beleefde
buigingen zyn schuldenaar.
Abdul-Kassim verwonderde zich over het
veranderde gelaat van den geldscbieter. Toen
by or echter aan dacht met wolko oogen by
het kistje aangestaard had, glimlachte by.
Danzelfden avond kwam ook zyn buurman,
de kieererikoopman, die hem sedert jaren
niet bezocht had.
„Lieve vriend," zeide deze en legde zyn
bundel op don grond voor hem neer, „Ik kon)
my verontschuldigen, dat onlangs myn paard,
dat geschrikt was, uw kaftan met elyk
bespat heeft. Het was een jong dier, dat nog
niet afgericht was. Ik hoop, dat gy my deze
onhandigheid niet kwalUk znlt nemen. Hlerby
breng ik een vergoeding voor uw bedorven
kaftan; moge die u welgevallig zyn."
De jonge man kon zich niet herinneren
door het paard van zyn buurman te zyn be
spat, nog minder begreep hy hoe by or toe
kwam hem zulk een kostbaar gescheok te
brengen, want stond by niet overal als gierig
bekend?
Den volgenden inorgen, toen hy het kost
bare gewaad wilde aandoen, verscheen er een
verre bloedverwant, die hem een fraai van
toom en zadel voorzien paard bracht.
(WarcU vervolgd.)
IDS CHÉÉï DAGBLAD.