N\ 11931 t 1.10. 1.40. <§eze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van fpn- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Een sprookje uit het Oosten. Maandag 16 «Janviari. jggg PRIJS DEZER COURANTi 'Voor Lelden per 8 maanden. OFranco per poet Afzonderlijke Nommere 0.05. PRIJS DKR ADVERTENTEÊHi Vao 1-6 regola 1.05 Iedere regel meer I 0.17J. - Groeitere letters naar plaatsruimte - Voor het incasseeroD batten de stad wordt f 0.06 berekend Dit nominer bestaat uit YIER Bladen. Eerste Blad. ül'iiciëel© Kennlsgeyinffcn. DRANKWET. Burgemeester en Wethoudors ran geiden b™°een Ier algeuiöooe kennia, dat door JOHANNES VAN BEEK, alhier woonachtig, een verzoek*obrift ie in gediend om vergunning voor den kleinhandel in Herken,drank, in hot perceel Beschuitsteeg No. 9. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS. Burgemeester. It Jan. 1899. VAN HEYST, Secretarie. Leiden, ld Januari; In de gisteravond gehouden vergadering van de afdeding Leiden en Omstreken van Óen Nederl. Protestantenbond, die door een groot aantal leden en belangstellenden werd bijgewoond, werd coor den voorzitter, de. ►Schim v. d. Loeff, by de opening van de ver gadering een harteiyk en zeer waardeerend woord gewyd aan de nagedachtenis van den zoo plotseling ontslapen heer Meerburg, dio gedurende ruim 25 jaren op zoo eenig ver- dien6teiyke wyze het penningmeesterschap van de Afdeeling had waargenomen. Daarna verkreeg dr. H. G. Hagen het woord en bracht het verslag uit, mede namens zyn mede-afgevaardigde ds. Lojenga, van hetgeen In do algemeone vergadering te Arnhem ge sproken en behandeld was. Behalve enkele byzonderheden, deelde hy BOgal breedvoerig mee, wat daar door den beer Hugenholtz, van Amsterdam, was gezegd, en van de vergadering, wat er omtrent de verhouding van den Bond tegenover de maat schappelijke bemoeiingen, die sinds eenige jaren door den Bond In zjjn programma waren opgenomen, was besproken. Hijzelf verde digde nog eens met allen nadruk zyn ge voelen, dat het den Bond allereerst om be vordering van godsdienstig leven te doen moet zyn, al heft dat de zorg voor maatschappe lijke belangen niet op, waar deze daarvan als vanzelf het uitvloeisel moet zyn, krach tens het groote beginsel van den Christelyken godsdienst; liefde tot God en liefde tot de naasten. De heer Lojenga voegde er nog een ODkel woord ter aanvulling by. Daarna was het VryzinDig Zangkoor zoo vriendeiyk eenige godsdienstige liederen ten gehoore te brengen. Ka afloop daarvan vertolkte de voorzitter op voortreffelijke wyze den dank der verga dering voor het gehoorde. Hy vond bet een gelukkig teeken des tyds, dat zooveel Jonge men8chen lust en opgewektheid toonen, om zich to wyden aan het lied, vooral aan het zingen van gewyde liederen. Het zangkoor, dat reeds meer dan eens in een vergadering van de Afdeeling was opgetreden, had ook nu weer, dank zy vooral zyn voortreffeiyken direc teur, den heer Rank, blyk gegeven, dat het zich ontwikkeld had en het groote doel, om in dezen bet beste te bereiken, steeds nader W&s gekomen. Ten slotte bracht de voorzitter een verzoek over van de Kappers- en Barbiersvereeniging „Hulp en Vriendschap", een verzoek, allereerst tot de mannen gericht, maar waarby de vrouwen misschien konden helpen, als de mannen het eens mochten vergeten, dit verzoek: om zooveel mogelyk er om te donken, zich ZaterJagavond te laten scheren of het haar te knippen en niet 'a Zondagsmorgens, opdat kappers en barbiers den Zondagmorgen wat meer vry krygen en daardoor in de gelegenheid worden gesteld, om, wat velen hunner zoo gaarne wenschen, op Zondagmorgen met de schare mee te kunnen opgaan naar het bedehuls. Het bestuur benoemde tot penningmeester der afdeeling den heer A. L. Reimeringer, die de goedheid had die benoeming aan te nemen. Met genoegen kunnen wy mededeelen, dat het getal deelnemers aan den cursus (University Extension), door prof. Blok te geven, on die Woensdag a. s. te 8 uren in het Nutsgebouw zal aanvangen, reeds is geklom men tot 35. Men kan er zich nog altyd voor aangeven by den secretaris van het Nut, den heer Kutsch Lojenga. Do alhier gevestigde „Vereeniging tot ondersteuning van behoeftige kraamvrouwen" heeft verslag gegeven over het afgeloopen jaar. Het getal ondersteunde kraamvrouwen was ieta minder dan het vorige jaar, nl. 738, aan wie verstrekt werden: 6698 liter melk, 7108 eieren, 2239 porties rookvleescb, 1457 porties soep, 2197 porties vleesch, 2948 bestellen, 136 halve fl. wyn en 2 fl port. Nu het gebruik van wyn zoo is toegenomen, meendo het bestuur niet meer allen wyn kosteloos van de firma SchüJel en Co. te mogen aannemen. Er is nu dienaangaande met deze firma een voor de vereeniging zeer voordeelige schikking gemaakt. Aan den anderen kant vielen der veroeolging eenigo schenkingen ten deel, vermeerderoe het getal buitengewone leden en werden eenige achter stallige contributies geïnd. De ontvangsten bedroegen 2027.11, de uitgaven 1813 47. Het getal leden is 149, buitengewone 249 en donateurs 37. De heeren Semmelink en Wittenrood stonden het bestuur adviseerend by. De hoer Sythoff verleende goedgunstig steun. Het bestuur bestaat thans uit de heeren 0. A. Van Hees, praeses; G. J. W. Koolemans Beynen, ab-actis; K. T. Havcrkorn Van Ryse- wyk, quaestor; J. Van der Hoove en A Ryp- perda Wierdsma, en de commissie van toezicht uit de heeren J. A. T. Coebergh, D. De Loos en J. F. O. S. Veit. Zooals uit achterstaande advertentie blykt, hoopt de heer J. A. Hoekendijk, diakoon te Heemstede, Maandagavond 16 Jan. a. s. in de Zaal Noordeinde te spreken over en mededeelingen te doen omtrent den arbeid en de belangon aangaande ïyders aan vallende ziekte in de stichtingen Bethesda Sareptha te Haarlem en Meer en Bosch te Heemstede. Maandag en Dinsdag a. s. hebben onder leiding van den commandant van het 4de regiment infanterie, kolonel Duycker, tacti sche oefeningen plaats, waaraan alle hoofd officieren van het regiment (dus ook die van do gedetacheerde bataljons Delft, Gouda en Haarlem) zullen deelnemen, benevens de kapi teins OBreen, Oltmans en Van den Hoff. De kapitein Kraak zal als hulpvertrouwde daarby optreden. De lste luitenant V. Klynsma, dis by koninklyk besluit tot kapitein is benoemd, is bestemd voor het 4de regt. inf. Genoemde kapitein is belast met het bevel over de 2de compagnie 3de bataljon, in garnizoen te Haarlem, terwyi de kapitoin Engelenburg, van het 3de bat., overgeplaatst wordt by het lste bataljon te Delft en belast wordt met het bevel over de 4de comp. van dat bataljon. Onder veel biyken van belangstelling werd gisteren op de begraafplaats Nieuw-Eik en Duinen, het stoffeiyk overschot ter aarde besteld van mevrouw Van Schalkwyk—Göbel, oud-clrectrice van de verplegingsinrichting „Het Roode Kruis" te 's-Gravenhage. In het sterfhuis wydde dr. Gerth v. Wyk eenige treffende woorden aan do groote ver diensten van de overledene op 't gebied der ziekenverpleging, en aan de groote toewyding, waarmede z(J steeds in 't belang oer lydende menschheid is werkzaam geweest. De verplegingsaf jeeling van htt Roode Kruis bracht een stille hulde aan de ontslapene door het zenden van óen reusachtig bloemstuk. In de aanstaande vergadering van aan deelhouders in de brood- en meelfabriek te '8 Gravenhage op Zaterdag 21 Januari, z een voorst-I behandeld worden om machtiging te verleenen tot het aangaan v n een geldlee- ning van V/i ton onaer hypothecuir verband, en een voorstel om te machtigen tot verkoop der fabriek en terreinen der succursale ia ae Borne&traat. Verder is do benoeming van een commissaris aan de orde gesteld. Uit het verslag van de „Nel Gustaaf- Adolf-Vereeniging" blykt, dat de Vereeniging thans 4115 leden tojt-, one bohooren er bfi de Vrouwen-Vereenigingen, 170 by de corres pondentschappen. De Vereeniging ontving in het afgeloopen jaar de volgende legaten: van mevr Glas bergen, te Arnhem, ƒ300; van dr. Rovers, te Utrecht, ƒ5000; van mr. Evcrwijn, te Brummen, ƒ500. De afdeeling Delft ontving van mevr. Van der Reyst een legaat vau ƒ100. Aan giften werd ontvangen: ƒ1000 van H. M. de Koningin; 500 van N. N.; ƒ200 van den kerk raad te St.-Petersburg. De gift van H. M. de Koningin werd ver deeld over 9 noofiydende gemeenten in N.-Brabant en Limburg; 33 giften van 50 tot 300 werden geschonken aan Protes- tant6che gemeenten of scholen in ons vader land en 250 aan de meisjesschool ia de Minahassa, terwyi nog verschillende giften werden geschonken aan buitenlandcche Kerk genootschappen. De algemeene vergadering der schippers vereeniging „Scbuttevaer", zal gehouden wor den te Sneek op Woensdag 25 Januari a. s. Toon Donderdag de luit.-generaal K. Van der Heyden, commandant van „Bronbeek", by Arnhem, zyn 73sten verjaardag vierJe, kwamen van heinde en verre tal van tele grammen en brieven om te foliciteeren. De koloQel-commandant van het 8ste reg. inf. had de beleefdheid, zyn muziek aan te bieden en deze deed zich hooren tydens de receptie, waarvan een druk gebruik gemaakt werd. Op de buitengewone prijsvraag, uitge schreven in het jaar 1898 door de Maatschappy tot Bevordering der Bouwkunst, ter verkry ging van ontwerpen voor „Een Vorsteiyk Paviljoen op het duin by een Nederlandscho Zeebadplaats", zyn twee antwoorden inge komen, onder de volgende motto's: 1. „Ce sera moi, Nassau", bestaande uit 6 teekeningen, en 2. „Fancy", bestaande uit 8 teekeningen met memorie van toelichting. Ter gelegenheid van haar vyf en-twintig jarig jubiló heeft mevr. Tbeo Bouwmeester haar levensherrinneringen meegedeeld aan den heer M. J. Brusse. Zy zullen door de firma Van Holkema Warendorf worden uitgegeven. Het boekske zal versierd worden met eenige onuitgegeven portretten. Naar aanleiding van het boycot van den muzikalen verslaggever van het „Vaderland", door de directie der Italiaansche opera, vraagt de „N. R. CtBehoeven wy te wyzen op de ernstige bete9kenis van dit bericht? Het is natuurlijk nog mogelyk, dat er een vol doende opheldering volgt. Wordt deze niet gegeven, dan is, dunkt ons, de behandeling, den muziekverslaggever van het „Vaderland" aangedaaD, een zaak, die de geheele Pers raakt, en zal het noo ig wezen, omtrent maat regelen te overleggen. Ree^s Donderdagmiddag was de „Koningin Wilhelmina" uit In dié te IJmuiien gearri veerd en werden de terugkc-eren e militairen door den kapitein Wyomalen geïnspecteerd. Hy hield een toespraak en wees daarin op de vele verdiensten van het Indische leger, maar in het by zonder richtte by li9t woord tot Kuipers, den kranigen Frb'S, wiens borst ver- si-rd werl door de Militaire Willomsorde 4de klasse en tegen wien hy ongeveer het vol gen ie zeide: „To^n ik u t Genua de stukken kreeg on zag, dat onder u een ridder was, was myn e-Tsto uitroep: „het is waarachtig weer een Fries". Ja, men zegt wel eens, dat de Friezen styfkoppen zyn, maar geloof me, dergelyke styfkoppen, ik heb er velen ontmoet, zyn voor een leger meer dan goud waard. Met edele doodsverachting, maar tevens met onverzette lyken wil, grenzen ie aan dio stijf koppigheid, gingt ge uw kameraden voor, waart 't eerst in de vijandelijke benting en de held van den dag. Ge zyt thans ziek; we wenschen u, zoo mogelyk, een spoedige beterschap." Ongeveer te drie uren lag de „Wilhelmina" aan de Handelskade te Amsterdam gemeerd, waar de troepen verwelkomd werden door de muziek van het 7de regiment infanterie. Do brug werd daarna neergelaten en familie en vrienden konden de hunnen begroeten. Een vyftal booten lag naast het schip, be mand met jongens van de „Wassenaar", die met de riemen den ridder het saluut brachten. In Maart van het vorige jaar hebben een groot aantal apothekers zich met een petitie gewend tot den minister van binnenlandsche zaken, verzoekende betera handhaving der geneeskundige wstten, o. a. vrat den verkoop vaa geneesmiddelen door onboveagden betreft. Aangezien deze petitie tot nu toe onbeant woord is gebleven en door onbevoegden de wetten op genees- en artsenQbereidkunde nog even sterk worden overtreden, hebben de vier eerste onderteekenaars der petitie zl.h nogmaals met een adres tot den minister gewend. Men scbryft uit *s Gravonhage: Het Oasino gezelschap, de winteravondpartyen van de élite der hofstad, opende Donderdag de eerste van de reeks der soirées. De voor die bals telken jare zoo luisterryk ingerichte zalen van het .Hotel den Ouden Doelen" hadden ditmaal nog prachtiger aan zien gekregen door een nieuw ameublement, In de daoszaal, oen bloomenhalle g lyk, had het orkeBt oen betere plaats gekregen. De omringende conversatie-, rook- en speel vertrekken waren deels in antieken, deels i/', Oosterschen trant iügericht Onder de bezoekers werden opgemerkt gezanten van Spanje, Turkye, Engeland, Portugal en Italië en verscheidene leden van de Koninklyko Hofhouding. Niet minder dan 130 gasten bewogen zich in do salons. Daarvan namen 120 deel aan het souper. Da minister van buitenlandscbe zaken geeft den 31sten J.naari een diner voor Hofdignitarissen en gezanten. De by het reg. gren. eo jagers over geplaatste lste luit. G. Van Olden, van het 4de reg. inf., is bestrmd vooreen oer grenadier- bataljons. De kapitein ter zee L. Backer Ov< rbeek wordt met 1 Febuarl a. b eervol ontheven van de betrekking van hoofd van het vak van uitrusting by 's Rijks werf te Willemsoord en op non-activiteit gesteld. Hy wordt in genoemde betrekking vervan gen door den kapitein ter zee W. G. Van Nes. De luitenants ter zee der 2de kl. S. Van Lenocp en A. C. Da Joncheere, oit Oost Indié in Nederland teruggekeerd, zyn op non activi teit gesteld. De 6tat-major van Hr. Ms. stoomschip „Suriname," welke bodem in Mei uit Wost- Iuoiö in ons land wordt terugverwacht, be staat uit den kapt -luit. ter zee A. C. Van der Sande Lacoste, den luitenant ter zee lste kl. G. Witsen Elias, do luita. ter zeo 2de kl. W, H. Nolthenius, J. L. Van Deschen en W. Van Braam, den off. van goz. 2de kl. L. J. Jansen en den off. van aam. 2do kl. O. Willemstya. Leidschendam. Donderdag II. hield de ver eeniging „Ziekenhulp", alhier, haar gewone driemaandelykscbe vergadering. Nadat deze door den voorzitter, den heer L, v. d. Togt, was geopend, richtte de tweede voorzitter, de heer H. Rosbergen, hat woord tot de aanwezigen, en wenechte hun by den aanvang van een nieuwen jaarkriug alles goeds toe. De notulen der vorige vorgadering werden door den secretaris gelezen en daarna onver anderd goedgekeurd. Uit de rekening van den ponningmeester g— 1 2) Hy snelde naar da markt terug, ging boven aan de trap der moskee staan en riep: „GU, lieden van Bagdad, gelooft, dat de zon op en onder gaat, want gy zyt onwetende men- achenl Hoort nu wat ik u verkondig: de zon igtaat stil, maar de aardo beweegt zich l" .■HU wilde nog meer zeggen, maar de jnenschon op de etraat maakten zooveel leven, dat hy niet voort kon gaan. AU-Haitam ia niet goed by zyn verstandl" diepen zy. .Hoort slechts welken onzin hy Jritkraamti" Een vruchtenkoopman nam een sinaasappel op brulde: „Ali-Haitatq heeft golyk. Evenmin ale deze sinaasappel, beweegt de zon zich." Bit zeggende,wierp hy de vrucht naar Ali- Haitam, zoodat de tulband hem van het hoofd vjel. Zoo gauw hy kon snelde Ali naar huis, daar de worp van den vrucbteükoopman het $eeben tot een algemeenen aanval was. Hygend én met stof bedekt, bereikte by de straat, Sharln by woonde, diep bekommerd over het vprlies van den kostbaren steen, en woedend over de domheid van bet volk, dat van de eenvoudigste dingen geen begrip had, Ce tweede broeder was voorzichtiger in ,2jjn ondernemingen. Daar hU byna nooit zyn Iptnie etraat had verlaten, viel het hem moeilyk iete kostbaars te bedenken, dat hy zou willen koopen. Hy ging dus naar den bazaar en vroeg van ieder mooi voorwerp den prya. Eindeiyk zag hy een prachtig stuk, dat zeer duur was, maar hem byzonder beviel. Het was een Turksche sabel, dis een bekwaam juwelier op kunstige wyze met diamanten had versierd. De koopman vroeg er vyftion duizend gouden denaren voor en de omstan ders zagen met verwondering den kooper aan, die zulk een kostbaar stuk wenschte ta be zitten. Juist toen Ali-Jussuf de prachtige sabel onderzoekend op zyn band woog, werd, door een groote menigte begeleid, een draagstoel voorbUgedragen. Hy keek om en bespeurde achter de dooracbynendo gordynen een byzon der mooi meisje. Toen hy boorde, dat hot de dochter van den Kalif was, ontwaakte het verlangen in hem deze schoons vrouw te bezitten, en hot kwam hem niet onwaar- echyniyk voor, dat de Kalif den man, die in het bezit van den tooverdlamant was, zyn dochter tot vrouw zou geven. Hy besloot daarom het wapen te koopen en, er mede gesierd, den volgenden dag den Kalif te bezoeken. „Morgen kom ik heel vroeg terug," zeide hy tot den koopman; ,op het oogenblik heb ik goen geld genoeg by my, maar hedeoavond nog zal ik my die som verschaffen. Ook had ik gedacht," voegde hy er trotsch by, „dat deze Babel duurder zou wezen i" Thuisgekomen, zadelde hy zyn ezel en hing aan beiden zyden groote draagkorven. By het vallen van den avond dreef hy het dier onmerkbaar voor zicb uit, den kant naar de wooityn op. Hy bemerkte niet, dat drie donkere gestalten hem volgden, die hem sedert zyn bezoek by den wapenhandelaar niet uit het oog verloren hadden. By een groep palmboomen etond hy stil, spreidde een groot stuk linnen op den grond uit en begon met bevende vingers den diamant to wryven. „Geest van den steen," sprak by, „verschaf my onmiddellyk twintig zakken gemunt goud!" Hierop wachtte by eenige oogenbllkken en luisterde. Daar alles om hem heen donker en etil bleef, herbaalde hy zyn wensch voor den tweeden en derden keer. Toen hoorde by een geruiech alsof er zware dingen naar beneden rolden, en bukkend om ze op te rapen, vond hy tal van welgevulde zakken. Hy deed er dén open en stak er zyn hand in. En, inderdaad, het was goud; het waren nieuwgemunte geldstukken I Met koorts achtige baast laadde hy de zakken op don rug van den ezel en begaf zich op weg naar huis. Daar vernam by opeens dat zonderlinge gefluister weer, maar ditmaal zeer dicht in zyn nabyheid. Hy bleef staan en staarde met ingehouden adem in den duisteren nacht. Opeens word hy door twee sterke armen aangegrepen en op den grond geworpen. Twee mannen met zwartgemaakt gelaat trokken hem tulband en kaftan van bet iyf en lieten hem halfdood aan den weg liggen, hem dreigend met hun wraak, als hy het voor gevallene bekend maakte. Bevend vau schrik en woedde zag hy de roovers met den ezel in de richting van het gebergte verdwynen. Wat hem bet meeste speet, was het verlies van den diamant, dien hy in zyn kaftan ver borgen gedragen bad. Stil keerde hy naar huis terug en hield zich daar weken lang verbor gen, wyl hy zich schaamde om op de markt en op straat to vorscbUnsn. Eens, toen hi] des avonds op de „gouden brug" zat en zyn net in den Tigris wierp, om zich een karig maal te verschaffen, ging de koopman in wapenen voorby. „Nu, Ali-Jussuf," zeide hy, „wanneer komt gU de sabel halen?" Maar noch de mooie sabel, noch de schoone prinses zouden ooit zyn deel worden. Torwyi aldue de twee oudste broeders het verlies van hun schatten betreurden, zat Abdul-Kassim, de jongste, thuis in zyn kleinen tuin en dacht met innig leedwezen er over na hoe hy na den dood van zyn vader nu het dagelyksch brood zou kunnen verdienen. Vóór hem op een tabouret stond het yzeren kistje, dat een herionering aan zyn overleden vader was. Daar hoorde hy iemand aan de poort, en toen hy open deed, kwam Micha Jahzeel binnen, de man, van wien hy eenigo maanden geleden geld had geleend. Micha keek heel ernstig en zeide: „Abdul, detyden zyn tegenwoordig elecbt, het geld wordt steeds Bchaarsctaer, gy weet, dat ik u tien gouden denaren geleend heb, en nu kom ik vragen Zyn blik viel nu op het yzeren kistje, en by bleef steken, omar na een korte pauze vervolgde hy: „Eigeniyk kom ik u zoggen, dat ik vooreerst het geld nog niet noodig heb; ale gy het verlangt, kunt gy die som nog eenige maanden, zelfs nog wel eenige jaren behouden; ik wilde u slechts zeggen, dat gij u mot het teruggeveo niet behoeft te haasten. Wee8 er dus niet bezorgd over." Hiermede verliet by ds eenige beleefde buigingen zyn schuldenaar. Abdul-Kassim verwonderde zich over het veranderde gelaat van den geldscbieter. Toen by or echter aan dacht met wolko oogen by het kistje aangestaard had, glimlachte by. Danzelfden avond kwam ook zyn buurman, de kieererikoopman, die hem sedert jaren niet bezocht had. „Lieve vriend," zeide deze en legde zyn bundel op don grond voor hem neer, „Ik kon) my verontschuldigen, dat onlangs myn paard, dat geschrikt was, uw kaftan met elyk bespat heeft. Het was een jong dier, dat nog niet afgericht was. Ik hoop, dat gy my deze onhandigheid niet kwalUk znlt nemen. Hlerby breng ik een vergoeding voor uw bedorven kaftan; moge die u welgevallig zyn." De jonge man kon zich niet herinneren door het paard van zyn buurman te zyn be spat, nog minder begreep hy hoe by or toe kwam hem zulk een kostbaar gescheok te brengen, want stond by niet overal als gierig bekend? Den volgenden inorgen, toen hy het kost bare gewaad wilde aandoen, verscheen er een verre bloedverwant, die hem een fraai van toom en zadel voorzien paard bracht. (WarcU vervolgd.) IDS CHÉÉï DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1