ook nog een woord van lof toe voor zyn uit
stekend bewezen diensten aan de dames en
bet r^n, die „Dokter Kl3us" hebben opgevoerd.
Jammer, dat twee van de medewerkende
dames, om ons onbekende redenen, zich niet
onder zijn behandeling hadden gesteld.
llillegom. Gisteren werd ten overstaan
van den notaris I. Scheltus, alhier, de akte
van oprichting gepasseerd der naamlooze ven
nootschap „DeHillegomscbe Bankvereeniging",
met een maatschappelijk kapitaal van ƒ250,000,
verdeeld in 5 serieëo van 100 aandeelen ad
ƒ500; de eerste seiie ad ƒ50,000, waarop
90 pet. gestort, is genomen. Het college van
commissarissen bestaat uit de hoeren: D.
Wentholt, burgemeester alhier, voorzitter;
mr. H. Tuymelaar, griffier by het kanton
gerecht te Haarlemmermeer, alhier, secretaris;
L. M. J. Ioimink, ingenieur-administrateur
der StoocDtramwegmaatschappy, alhier; H. F.
Bultman, lid van de Eerste Kamer, te Haar
lemmermeer, en mr. H. P. 't Hooft, advocaat
en procureur te Haarlem.
Als directeur treedt op de heer Ed. De Lanoy,
bankier te Haarlem, terwijl als gemachtigde
van den directeur zal optreden de heer A.
Kreuiter, procuratiehouder by de fima Wester-
kappel en Hoofd, te Haarlem.
Naar wy vernemen zal de Bank weldra
haar werkzaamheden aanvangen. Deze instel
ling zal voor dtn handel ongetwyfeld van
groot belang zyn.
Door verschillende personen in deze ge
meente, allen deelnemers aan een zoogenaamde
lotery zonder nieten, uitgaande van de Neder
landsche Spaarkasvereeniging „De Amstel",
onder directie van Schoffel en De Graaf,
beiden wonence te Haarlem, welke deelnemers
sedert maanden wachtende zyn op de hun
toekomende pryzen, is deswege een klacht
ingediend by de politie.
Naar wy vernemen, zyn door do politie
by verschillende andere deelnemers boekjes
in beslag genomen, waaronaer er zich ook
bevinden ten name van de wed. B. Gans,
Witstraat 31, te Haarlem, waarop het ver-
eischte bedrag van ƒ2.60 geheel of ten deele
was betaald aan Scheffel voornoemd, aan-
jezien deze al sedert weken nalatig was ge-
Heven de contributie op te halen od niets
meer van zich had doen hooren.
Vergadering van den Gemeenteraad alhier,
op Vrydag 13 Januari a. s., des namiddags
te twee uren.
Dinsdagavond gaf de Hillegomsche
Jongelingsvereeniging „l'Amitié" in de zaal
van den heer D. Sistermans, alhier, ter ope
ning van den vastenavondtyd, uitsluitend
voor donateurs en kunstlievende leden, haar
34ste uitvoering.
Voor het voetlicht werd gebracht: „Ü3
Vadervloek of Misdaad cd Wroeging", toonoel-
spel in zeven beoryven. Het stuk werd van
het begin tot het einde goed gespeeld.
„Handjes voor o' oogon" en „Standaard
Kwast", komische voordrachten, werden zeer
toegejuicht. Tot slot „Een leugenaar, die
op het laatst zelf begint te gelooven, dat hy
4e waarheid spreekt", kluchtspel in óén bedryf.
Ook dit stukje viel zeer in den smaak van
jle talryke aanwezigen. Na afloop der voor
stelling bleven zeer velen onder gezelligen
kout nog geruimen tyd btyeen.
De kosteloozj inenting voor deze ge
meente zal plaats hebben op Woensdag 18
Januari a. s., van des namiddags balfvier tot
balfvyf, in een der lokalen van de openbare
lagere school.
Noordwyk. Op 31 December 1897 bestond
de bevolking dezer gemeente uit 2469 m.,
2530 v. Totaal 4999.
Gedurende 1898 werd zy vermeerderd door
geboorte met 93 m., 72 vr., tot. 165; door
vestiging met 90 m., 101 v., tot. 191, te
ramen 183 m., 173 v., tot. 356.
Zy verminderde door overlyden met 41 m.,
41 v., tot. 82; door vertrek met 96 m., 99 v,
tot. 195, te zamen 137 m., 140 v., tot. 277.
Zoodat zy in 1898 vermeerderde met 46 m.,
88 v., tot. 79, en op 31 December 1898
telde zy 2515 m., 2563 v., totaal 5078.
In 1898 werden 50 huwelyken gesloten.
Vit de „Staatscourant.*
Bij Konioklijk besluit ie de gen era al-majoor,
eiviel en militair gouverneur van Atjeli en Onder-
boorighedon J. B. Van Heutsz, ter zake van de
uitstekende dienston, door hem bewezen bjj de
voorbereiding en de leiding der krijgsoperatiön
in de Pedirstreek en verder tor Noord- on ter
Oostkust van Atjeh in 1898, bevorderd tot com
mandeur in de Militaire Willemsorde
Benoemd tot burgemeester van Gent, G. W.
Maas Geesteranus.
Aan mr. J. G. Kruimel, op zyn verzoek, eervol
ontslag verleend als burgemeester van Ouder-
Amstel.
Een pensioen van ƒ23 verleend aan C. C. Vet,
dochter uit het huwelijk van wijlen K.Vet, laatstelijk
brieven- en telegrambesteller, met A* Westerink,
hertrouwd met 8. Hoogstra.
Aan J. L. Zondag, adjudant-onderoffioior by de
dienstdoende schutterij te Alkmaar.de oere-medaille
der orde van Oranje-Nassau, in goud, verleend
Indeeling van lotelingcn der lichting van
1899 bij de bereden wapens.
De minister van oorlog brengt ter konnis van
de lotelingen van do lichting vrd 1899, die
wenscben te worden ingedeeld bij oen van de
boroden corpsen, dat zy by een corps van hun
keuze kunnen worden geplaatst, indien zy zich
met een daartoe strekkend verzoekschrift tot hem,
Minister, wenden.
In het verzoekschrift moeten, behalvo de naam
en voornamen van den loteling, ook worden
vermeld de gemeente, waar hij aan de loting heeft
deelgenomen, on hot lotingsnummor.
Het verzoek behoeft niet op gezegeld papier
te worden gesteld en kan ongefrankeerd worden
verzonden.
Gemengd Nieuws.
Ten vorigen jare besloot de Ver-
eeniging tot het verschaffen van woningen
aan minvermogenden te 's Gravonhage tot
uitbreiding van haar werkkring en aankoop
van een onmiddellyk aan haar bestaande
exploitatie grenzend terrein, ten einde daarop
nog een aantal huizen te stichten. Dat terrein,
gelegen aan de Hannemanstraat, is dienten
gevolge bebouwd met een 36 tal buizen, be
staande uit beneden- en bovenwoningen en
9 pakhuizen, die thans voltooid zyn en over
eenigen tyd zullen worden bewoonbaar ge
steld. By dezen nieuwen bouw trok de Ver-
eeniging party van haar ervaring op het
gebied van werkmanswoningen en werd iri
alle opzichten rekening gehouden met de
eiscben der gezondheidsleer. Voor belangstel
lenden zyn deze woningen van 16 19 Januari
's namiddags ter bezichtiging gesteld.
By een twist op den Loosduin-
schen weg te 's-Gravenhage tusschen twee
jongens van ongeveer acht jaren heeft de
een den ander een 6teek met een mes of
ander scherp voorwerp toegetracht. Het
werktuig drong door de kleederen in dezyde
van het kind en veroorzaakte een vry ge-
vaarlyke wonde met veel bloedverlies. De
toestand van den knaap, die naar zyn woning
in het "Westeinde werd gebracht, is niet
zonder zorg.
Dinsdagavond, by zyn terugkeer
uit den schouwburg, is in een Iramrytuig te
's Gravenh3ge plotseling overleden de heer
R., ambtenaar by de Delimaatschappy met
verlof.
Men meldt uit 'sGravenhage: By
den aanvang van de „Ghetto"-voorstelling
gisteravond werden twee personen uit de zaal
vtrwyderd, die kabaal trachtten te verwekken
tegen het stuk. Zoowel de handeling als de
vertooning loeiden uitermate. De spelenden
werden by herhaling teruggeroepen.
Het stoomschip „Koningin W i 1-
helmina", van de Stoomvaart Maatschappy
„Nederland", arriveerde heden te Amsterdam,
na de reis van Batavia via Padang en Genua
gedaan te hebben in 29 dagen.
Dit is tot nu toe de kortste reisopdeiyn.
Een moordaanslag? De bekende
Amsterdamsche tooneelspeler Louis Bouw
meester is oenige weken geleden, geiyk het
„Hbl." meldt, door een gelukkig toeval aan
een verschrikkelyken dood ontsnapt.
Het gebeurde onlangs by een opvoering
van Langenoyk's „Don Quichot op de Bruiloft
van Kamacho" in dtn Stadsschouwburg. De
heer Bouwmeester vervult in cit stuk de rol
van den schildknaap „Sancho Pance." Tn
het laatste beiryf geeft hy blyken van ge
zonden etlust. Dicht by bot souffleurshobje
gezeten, verorbert hy een kapoentje en drinkt
eenige glazen wyn, daarby als een echte
smulpaap zelfvoldaan over zyn buikje strykend.
Daar hy dien avond geen grooten dorst had,
ledigde de heer Bouwmeester het glas slechts
ten halve, schonk nog een paar maal by,
maar liet steeds een deel in het glas, terwyl
intusschen bet publick den indruk kreeg,
als dronk by alle glazen tot den bodem leeg.
Nu is hot gewoonte, dat „Sanche Pance"
aan den souffleur de restjes geeft van zfln
maal. Het glas was door de „geschminkte"
lippen van don acteur wat bezoedeld, waarom
de heer Bouwmeester het met het daarin
gebleven restje wilde omspoelen. Toevallig
in het glas kykend, zag hy iet3 in den wyn
liggen. Hy dacht aan een stokje of anders
zins en nam het voorwerp er uit. Wie be-
schryft echter zyn schrik, toen hy een twin
tigtal spelden uit het glas te voorscbyn
baalde I
Ontsteld smeet hy het glas op den grond
voor den souffleur, die eveneens hevig ver
schrikte op het zien van den inhoud. De heer
Bouwmeester was door de ontdekking zoo
van zyn stuk gebracht, dat by zich even
achter de coulissen moest begeven, om een
glas water te drinken en zoodoende op zyn
verhaal te komen. Daarna speelde hy zyn rol
tot bet eind toe.
Volgens verklaring van zyn geneesheer,
zou de heer Bouwmeester, zoo by den nood-
lottigen dronk gedaan had, een verschrikke
lyken dood gevonden hebben. Niets had hem
meer kunnen red Jen.
Is het betreurenswaardige feit te wyten
aan een ongelukkig tooval of aan boos opzet?
De heer Bouwmeester zou de laatste zyn
om iemand te beschuldigen. Direct bewyzen
kan hy niot, dat hier sprake zou zyn van
boos opzet, maar wel kan hy aantoonen, dat
een ongelukkig toeval haast onmogeiyk is.
De beer Bouwmeester heeft in den Stads
schouwburg een afzonderlyke kleedkamer.
.Niemand dan hy heeft daar dus iets te maken.
Op den bewuaten avond werd hem het
glas gebracht, waarin hy op het tooneel de
spelden vond. Die waren er toen nog niet in.
Dat staat vast, want de hesr B. die gewoon
is voor de voorstellingen veel melk te drinken
dronk dien avond vooraf in de kleedkamer
uit dit glas, omdat de dienstmeid vergoten
had hem een melkglas te bezorgen. Het ge
bruikte glas werd eigenhandig door don heer
B. omgewasschen in een fonteintje in dezelfde
kleedkamer.
Na zich gekleed te hebben, ging de heer
B. naar het tooneel, zyn kamer openlatend,
omdat do requisiteur hem later het glas wyn
en het gebraden hoentje tusschen de cou
lissen moast aanreiken.
In het halvo uur, dat de heer B. speelde,
moet het feit gepleegd zyn, hetzy dan met
of zonder boos opzet. Het laatste veronder
stellende, dan biyft het onbegrypeiyk, hoe
iemand, die op de kamer van den heer B. niets
te doen heeft, in oen drinkglas twintig spelden
te bewaren legt of er toevallig in laat vallen.
De requisiteur staat boven eenige verden
king, De oude man was misschien nog meer
ontsteld dan de heer Bouwmeester of iemand
anders over het noodlottige voorval.
Twee dingen, zegt het „Hbl.", dienen nog
gereleveerd te worden. Eerstens, dat de spelden
zich niet in de flesch wyn kunnen bevonden
hebben, daar de beer B. op het tooneel altyd
zyn eigen wyn drinkt. Ten tweede, dat van
verwisseling der gl^jen geen sprake kan zyn.
Er zyn slechts twee zulke glazen in het ge
heels gebouw. Het eene bevindt zich in de
requisi tenkamer en was daar ook tydens de
ontdekking. Het andere was in de kleedkamer
des heeren Bouwmeester.
Men weet, dat er slechts twee zulke glazen
in bet gebouw zyn, omdat ze zich door een
byzonder maaksel onderscheiden. „Sanche
Pance" zet het glas met een harden slag op
den grond. Gewone wynglazen zouden daar
door breken en om deze reden heeft men
ouderwetsche, grove wynglazen met dikke
wanden.
Te begrypen is, dat het voorval groote
ontsteltenis verwekte in den Stadsschouw
burg. Allereerst by de andere acteurs, maar
ook by den Raad van Beheer.
De politie werd van het gebeurde in ken
nis gesteld en de heer Dusaer de Barenne,
commissaris van h.t bureau Leidscheplein,
begon een nauwkeurig onderzoek, dat echter
voorloopig tot geen resultaten heeft geleid.
Te Bergen op-Zoom had gisteren
do verkoop plaats van 3-jarige hengsten aan
Stal no. 3 van het Hengstvoulendepot, nadat
den vorigen dag de laatste toondag was ge
weest. Beide dagen en vooral gisteren brachten
trein, tram en andere voertuigen zeer vele
vreemdelingen aan, waaronder men gisteren
ten verkoop opmerkte eenige Kamerleden,
o.a. den heer Lieftinck en anderen. De velen,
die Dinsdag reeds gekomen waren, vonden
ternauwernoo J een plaatsje in de hotels, zoo Jat
sommigen in Tbolen en Roosendaal moesten
overnachten. De te Bergen op-Zoom geblevenen
begaven zich Dinsdag in grooten getale naar
't gebouw Thalia", waar een opgewekt cafó-
chantant hen langen tyd aangenaam bezig
hield.
Gisterochtend om elf uren begon de verkoop,
waar de volgende pryzen werden besteed:
No. 1. De hengst Othello", 1200. Kooper
M. Grootenhuis, 'te Wybe.
No. 2. „Aketar", ƒ2030, Flores Yos, te
Ermolo Velowyk.
No. 3. „Balder", 2425, A. Yerbrug, voor
de vereeniging „Ingen".
No. 15. „Mazeppa", 3070, Yan Haaren,
Prov. Commissie Gel erl.
No. 5. „Cleveland", 1140, Wagtho, Tholen.
No. 6. „Jarl", ƒ3100, jhr. mr. De Milly
van Heyden, Reidensttin, te Zuidlaren.
No. 7. „Thor", 2985, Hermkes, Associatie
Kuilenburg.
No. 8. „AJgir", 1025, baron Yan Heemstra,
Soeren.
No. 9. „Prim," ƒ1060, G. Scholman,IJselstein.
No. 10. „Frits," 2525, v. Haaren Com
missie Gelderland.
No. 11. „Alfader," ƒ3800, Yereeniging
Dinteloord.
No. 13. „Jongo President," 1630, P. Bies
heuvel, Haarlemmermeer.
No. 14. „Askur," 4025, Landbouw-com-
missie, Steenbergen.
No. 15. „Frey," 2326, J. C. Van der Have,
Oosterland.
Hierna werden nog ten verkoop aangebodon
3 paarden, waaronder Nos. 4 en 12, „Zotie"
en „Semong", die als dekhengst waren afge
keurd; één werd aangehouden, de tweede
werd voor 276 gekocht door de kinderen
Bogers te B. O. Z. en de derde voor 500
door A. Verryp, te Wamel. Totaal opbrengst
dus 32,340. By de nummers 1, 2, 8, 15, 5,
6, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15 moet echter in
rekening gebracht worden de 40 pet. korting,
die aan Nederlandsche koopers werd gegeven.
Toch gelooft men, dat deze proef om ons
paardenras te verbeteren als geslaagd kan
worden beschouwd, daar alle paarden in Neder
land zyn gebleven. Gistermiddag voerden
stampvolle treinen degenen, die overgekomen
waren, weder naar hun woonplaatsen terug.
Door den krachtigen was van
de Waal is de waterstand aan het Ryksveer
te Zalt Bommel zoo gunstig geworden, dat de
overvaart per gierpont, welke langen tyd is
gestaakt, nu weder sedert een paar dagen
geregeld gaat, zoodat na zonsondergang,
wanneer het veerstoombootje niet vaart, weder
voertuigen overgebracht kunnen worden.
Het stoomschip „W i 1 h e 1 m i n a,"
dat hedenavond of Vrydagmorgen uit Indiê
te Amsterdam wordt terugverwacht, brengt
een detachement koloniale troepen met zich.
Hierby bevindt zich de fuselier Jelte
Kuipers, die wegens zware ziekte terugkeert.
Door zyn dapperheid tegenover den vyand
verwierf hy zich do Militaire Willemsorde
4de klasse. Op 24 Mei 1897 werd hy tot
ridder benoemd.
Het detachement wordt te IJmuiden door
den kapitein van afmonstering, den heer Wyn-
maleD, ontvangen en naar Amsterdam geleid,
waar de kranige Fries wel met muziek zal
verwelkomd worden.
Door de zaak der gebroeders
Hogerhuis is het dorp Britsum algemeen be
kend geworden; minder bekend is waarschyn-
lyk het volgende met betrekking tot de plaats
zelf. Het ontleer.t zyn naam aan Britza Joulsma.
Met drie broelers, Ilstra, Jetze en Hotze,
allen kolossale Friezen van meer dan negen
voet lang, buitengewoon sterk en de 6chrik
der Noormannen, woonde hy in het tegen
woordige dorp Britsum - Britss heem. Britza,
de beschermer van Friesland tygenaamd, stierf
daar 3 Febr. 992, Op zyn graf lag een roode,
vierkante steen met het opschrift: Britzanue,
Joulsma, Defensor Frisiae, Hic Sepultus Obiit
anno 992 3 Februarii. In de zware funda
menten van een kapel In een oud kasteel
aldaar, werd een roode steen, op drie voet
diepte, gevonden met een Latynsche inscriptie,
die oudtyds aldus vertaald werd: „Britzonburg
ben ik gênant; Ter eere van Britzanus, wel
becant." {Hbl.)
Te Venloo heeft, naar de „Dord.
Ct." mededeelt, de burgemeester aan het „Ver-
eenigd Ned. Tooneelgezelschap," uit Amster
dam, directeur de heer W. Hart, dat afwisse
lend te Nymegen en te Venloo voorstellingen
geeft, de opvoering van het bekende stuk,
getiteld „Dreyfus", verboden.
Als een byzonderheid meldt men
ons, dat deze week onder Dordrecht geschoten
zyn tweo Noorache valken, waarvan de kleinste
een vlucht had van 1.26 M. (D. G.)
Een ernstige brand is uitgebroken
te Opperdoes. De boerdery van den heer
L. Zyp staat in lichterlaai?. Men hoopte de
nevensstaande gebouwen te kunnen behouden.
UitSleeuwyk bericht men ons,
dat gisteravond de 60-jarige vrouw M.,
wonende aan de z. g. „hoepschuur" onder die
gemeente, door een duizeliDg bevangen, van
de ladder viel, welke naar den zolder leidde,
en, niettegenstaande spoedig ingeroepen bulp,
een oogenblik daarna stierf. (N. R. C.)
Ten gevolgevande duisternis
is te Lopik een boerendienstbode in de Wete
ring geloopen en ondanks spoedige hulp dood
opgehaald.
Het iy k van den sedert Zondag
vermisten 70-jarigen man uit Eindhoven is
gisternamiddag dryvende gevonden in het
Eindhovensche kanaal. De man leed aan
zwaarmoedigheil.
Uit Gramsbergen wordt van 9
Januari aan de „Zw. Ct." gemeld:
Een treurig voorval vond Zaterdagmorgen
plaats in de buurtschap Holthome onder
aeze gemeente. De landbouwer G. J. Wilpshaar
aldaar had een koe geslacht voor eigen ge
bruik en eenig afval daarvan buiteD op den
mesthoop geworpen, waarop de vogels af
kwamen. De oudste, drie ën twintigjarige zoon,
dit ziende, had een geweer genomen om uit
de schuur door een raampje daarop te schieten;
doch wat gebeurde? Wel werd een kraai ge
dood, maar het geweer sprong uit elkander
en de jongeling werd tegen het hoofd ge
troffen, er volgde een bloeaing, men wist geon
raad, zoodat de vader onmiddellyk met hem
ging naar den arts, den hoer Van Maanen,
te dezer plaatse. Daar gekomen, werd dadelyk
het ergste gevreesd en over een overzending
naar Zwolle gedacht. Spoedig werd echter de
patiënt zoo zwak, dat vervoeren niet meer
kon plaats hebben en hy ten buize van den
dokter te bed moest worden gelegd. Wel werd
mede de hulp ingeroepen van den arts Van
der Veen, uit Hardenberg, maar wat ook werd
gedaan, de toestan 1 van don ongelukkige, die
nog heden sprakeloos ligt, is bedenkeiyk, en
de familie, die onopboudeiyk in zyu tegen
wooroigheid is, ziet het ergste voor oogen.
Volgens een bericht aan de
„Hamb. Korr." zyn de onlusten in Bolivia
voorby; in de geheele republiek heersebt
thans rust.
Onder het garnizoen van Lubeck
zyn gevallen van roodvonk geconstateerd. Tot
dusver is een hospitaalsoldaat overledeD, maar
het hospitaal is vol zieken.
Aan boord van de Fransche
kruiser „Redoutable" is by een manoeuvre
de gangspil losgeschoten. Een officier en tien
matrozen werden gewond, waarvan drie
ernstig.
Volgens berichten uit Massowa
is er tusschen Ras Mangasja en Ras Makon
nen een gevecht geleverd, maar het moet
niet zeer belangryk geweest zyn. Van den
uitslag wordt niets gemeld.
De gezagvoerder van het stoom
schip „Kanawha", van Newport News te
Liverpool aangekomen, rapporteert 5 Jan. op
49° 57' NB. en 26° 59' WL. het in nood ver-
keerend ss. „Gallina" te hebben aangetroffen,
van Philadelphia bestemd naar Moss, waarvan
het sein werd geheschen dat men het wenschte
te verlaten, doch dat er geen booten meer
waren. Hy zond den opperstuurman met de
boot bemand door vyf matrozen derwaarts,
die er in slaagde in twee tochten 16 man
van de equipage te redden. De gezagvoerder
was de laatste die het zinkende ss. verliet.
Door do hooge zee was bet onmogeiyk de
reddingboot, die zwaar beschadigd werd, weder
aan boord te nemen, en liet men die dry ven.
Het redden van de bemanning was door het
hevig stormweder uit het NNO., vergezeld
van booge zee, zeer gevaarlijk.
De gezagvoerder van de „Gallina" rappor
teert dat zyn ss. in zinkenden staat ver
keerde, de ïyverschansing lag geiyk met de
zee, de pompen waren gebroken, de vuren
gebluscht, een deel van de machine stond
onder water en het ss. was zwaar lek. Men
had om het ss., waarvan de lading was
overgegaan, recht te werken, ongeveer 600
ton van de lading overboord geworpen, de
booten waren weg- of stukgeslagen en het ss.
dreef gedurende negen dagen geheel onbe
stuurbaar. Den dag te voren was het ss.
„Cbarlng Cross" 22 uren by de „Gallina"
geweest en had zes man van de equipage
gered, doch door stormweder en den nacht
had men elkander uit het oog verloren.
De zaak Dreyfos-Plcqoarf.
In zyn tweede artikel met „onthullingen"
in de „Libre Parole" noemt de heer Quesnay
de Beaurepaire tien punten, waaromtrent fc,
een onderzoek vraagt, en wel:
1. De keuze van mr. Bard als rapporto^
hoewel deze niet de oudste raadsheer is
reeds bekend was om zyn aanvallen tegen hg
vonnis van den krygsraad.
2. Voor de verschillende incidenten h
de instructie zou mr. Loew als rapporten
hebben aangewezen magistraten, die op (,..1
voorhand voor de zaak van Dreyfus ward
gewonnen.
3. De zaak moest beperkt worden tot d
rechtsvraag of er feiten zyn onthuld, die
1894 bestonden, en die, als zy aan de rechten
van 1894 bekend waren gewoest, een vrjt, j
spraak ten gevolge zouden hebben gehad.
Volgens den heer De Beaurepaire wordt than!
het onderzoek opzetteiyk geleid naar hti
eenige doel: Onmiddellyke vryspraak vaj
Dreyfus en eerherstelling van Plcquart.
4. Na het verhoor der oud-ministers vai
oorlog zou mr. Loew blyken van een vyandig.
gezindheid hebben gegeven.
5. Een getuige, een officier, die om zyj j
wangedrag was gepensiooneerd, zou den gent-
ralen staf heftig hebben kunnen aanvallen
waarby de heer Loew blyken zou hebben ge-
geven van ingenomenheid met zyn woorde^
6. Mr. Loew zou do legerchefs en de ander-;
officieren van de wys hebben gebracht doo:
een optreden, dat van een klaarbiykelyke voor
ingenomenheid getuigde.
7. Een agent van den veiligheiisdienst zoq
hebben opgemerkt, dat een magistraat op et-n
plaats, waar hy niet gezien kon woraen, zich
by Picquart voegde.
8. President Loew zou herhaaldeiyk hebben
geconfereerd met mr. Letlois.
9. Raadsheer Dumas zou herhaaldeiyk be
sprekingen hebben gevoerd met verwantei
en vrienden van Dreyfus.
10. De eerste president, mr. Mazeau, zon
tot generaal Chanoine, die over de mededeeling
van het geheim dossier sprak, gezegd hebben:
„dat zal verloren moeite zyn; hun meening
is al gevestigd en zy zullen tot het eind gaan.'
De Beaurepaire voegt er by, dat hy van d&
vier laatste feiten niet persooniyk keunis heeft
gekregen, maar dat hot geruchten zyn, dit
niet zyn tegengesproken.
Ia deze twee je reeks van onthullingen ij
ook al niets nieuws. Alles, wat de heer De
Beaurepaire onthult, is reeds lang voor beu
bekend gemaakt ooor de bladen van den
generalen staf en zyn woorden hebben volstrekt
niet meer gezag, want uit eigen aanschou
wing kan hy evenmin iets weten. Ook hy,
al was by honderdmaal president der Civiele
Kamer, heeft van anderen moeten liooren wat
er omging in de Strafkanur, en hy kan dus
niets anders doen dan praatjes van boden of
getuigen navertellen.
Zeer ernstig is in deze „ontbullingea",
vooral van een oud-magistraat, de beschul
diging van partydigheid door Do B;aurepaire
tegen het gtheele Hof ingeoracht in punt 3
van zyn artikel en nog eens herhaald in punt
10. Een dergeiyke lastering van het hoogste
gerechtacollege coor een der boogstgeplaatste
magistraten mag niet onopgemerkt biyven,
De regeering scbynt ook ni=t voornemens te
zyn voor dezen laster de oogen te sluiten,
Volgens de „Siècle" to.h zal zy heoen in de
Kamer by de beantwoording der aangekondigde
interpallaties meJeoeelen, dat zy den heer
Quesnay de Beaurepaire voor een Oppersten
Raad der Magistratuur (het Hof van Cassatie)
heelt gedaagd.
Vermakelyk schryft Cornély over de ont
hullingen van gisteren: Had Beaurepaire
eenvoudig zyn ontslag g^nomeo, de vrucht
bare verbeelding van het publi-k zou overal
monstere gezien hebben. Maar hy heeft ge
sproken en er is een schaterlach opgegaan.
Die bis'ori-tj s v .n groggen en tureaujongens
zouden osn li 1 van het Hof zelfs het gezicht
uit tie plooi trengen. Sedert den machtigen
en Lelanglooz n steun van Cavaignac ver
volgt hy ironisch heeft het vermaarde
„syndicaat" nog geen versterking ontvangen
van zooveel betekenis als die van Beaurepaire,
wiens debuut nog oer aanplakking zou ver
dienen dan de speech van Cavaignac. Doch
om de mo?riykheil zelfs van verdenking te
vermyden, pleit o>k Cornély voor de beëindi
ging van uo za k door het Hof in zyn geheel.
Ook in de byzal n dtr Kamer heeft ieder
zich om stryd vroolyk gemaakt met het
onbeteekenende der grieven van den heer
Quesnay de Beaur.paire tegen het Hof
van Cassatie. „Is er niet meer dan dat te
onthullen?" was do algemeene uitroep. Do
nationalisten, van ouden datum gebeten op
den heer Quesnay de Beaurepaire, nemen nog
meer dan de Republikoinen hem kwatyjk,
dat hy op die wyze is heengegaan.
„Had by in 's Hemels naam zyn mond
maar gehouden over al die glazen grog, door
don Raadsheer Bard geboden aan den Overste
Picquart I "Was by maar in 6tilte vertrokken,
dan waren alle onderstellingen tegen bet Hof
mogeiyk goweestl Thans zal by niet anders
bereiken dan dat de Regeering eeD gemakke-
ïyken triomf en bet Hof van Cassatie een schit
terende gonoegdoening tegen hem krygenl"
Ziedaar eenige van de uitroepen, welke do
heftigste tegenstanders van het Hof toedach
ten aan den heer Quesnay de Beaurepairei
wiens ooren moeten suizelen van al de lieflyk-
heden aan zyn adres.
Uit een onderzoek van de „Matin" biykt
nu, dat generaal Billot ook een warmen rum-
grog gehad heeft van het Hof. De „Temps"
is gaan vragen of het waar was! Billot ant
woordde: „Ik ontvang niemand; ik ga paard
rijden.