ook nog een woord van lof toe voor zyn uit stekend bewezen diensten aan de dames en bet r^n, die „Dokter Kl3us" hebben opgevoerd. Jammer, dat twee van de medewerkende dames, om ons onbekende redenen, zich niet onder zijn behandeling hadden gesteld. llillegom. Gisteren werd ten overstaan van den notaris I. Scheltus, alhier, de akte van oprichting gepasseerd der naamlooze ven nootschap „DeHillegomscbe Bankvereeniging", met een maatschappelijk kapitaal van ƒ250,000, verdeeld in 5 serieëo van 100 aandeelen ad ƒ500; de eerste seiie ad ƒ50,000, waarop 90 pet. gestort, is genomen. Het college van commissarissen bestaat uit de hoeren: D. Wentholt, burgemeester alhier, voorzitter; mr. H. Tuymelaar, griffier by het kanton gerecht te Haarlemmermeer, alhier, secretaris; L. M. J. Ioimink, ingenieur-administrateur der StoocDtramwegmaatschappy, alhier; H. F. Bultman, lid van de Eerste Kamer, te Haar lemmermeer, en mr. H. P. 't Hooft, advocaat en procureur te Haarlem. Als directeur treedt op de heer Ed. De Lanoy, bankier te Haarlem, terwijl als gemachtigde van den directeur zal optreden de heer A. Kreuiter, procuratiehouder by de fima Wester- kappel en Hoofd, te Haarlem. Naar wy vernemen zal de Bank weldra haar werkzaamheden aanvangen. Deze instel ling zal voor dtn handel ongetwyfeld van groot belang zyn. Door verschillende personen in deze ge meente, allen deelnemers aan een zoogenaamde lotery zonder nieten, uitgaande van de Neder landsche Spaarkasvereeniging „De Amstel", onder directie van Schoffel en De Graaf, beiden wonence te Haarlem, welke deelnemers sedert maanden wachtende zyn op de hun toekomende pryzen, is deswege een klacht ingediend by de politie. Naar wy vernemen, zyn door do politie by verschillende andere deelnemers boekjes in beslag genomen, waaronaer er zich ook bevinden ten name van de wed. B. Gans, Witstraat 31, te Haarlem, waarop het ver- eischte bedrag van ƒ2.60 geheel of ten deele was betaald aan Scheffel voornoemd, aan- jezien deze al sedert weken nalatig was ge- Heven de contributie op te halen od niets meer van zich had doen hooren. Vergadering van den Gemeenteraad alhier, op Vrydag 13 Januari a. s., des namiddags te twee uren. Dinsdagavond gaf de Hillegomsche Jongelingsvereeniging „l'Amitié" in de zaal van den heer D. Sistermans, alhier, ter ope ning van den vastenavondtyd, uitsluitend voor donateurs en kunstlievende leden, haar 34ste uitvoering. Voor het voetlicht werd gebracht: „Ü3 Vadervloek of Misdaad cd Wroeging", toonoel- spel in zeven beoryven. Het stuk werd van het begin tot het einde goed gespeeld. „Handjes voor o' oogon" en „Standaard Kwast", komische voordrachten, werden zeer toegejuicht. Tot slot „Een leugenaar, die op het laatst zelf begint te gelooven, dat hy 4e waarheid spreekt", kluchtspel in óén bedryf. Ook dit stukje viel zeer in den smaak van jle talryke aanwezigen. Na afloop der voor stelling bleven zeer velen onder gezelligen kout nog geruimen tyd btyeen. De kosteloozj inenting voor deze ge meente zal plaats hebben op Woensdag 18 Januari a. s., van des namiddags balfvier tot balfvyf, in een der lokalen van de openbare lagere school. Noordwyk. Op 31 December 1897 bestond de bevolking dezer gemeente uit 2469 m., 2530 v. Totaal 4999. Gedurende 1898 werd zy vermeerderd door geboorte met 93 m., 72 vr., tot. 165; door vestiging met 90 m., 101 v., tot. 191, te ramen 183 m., 173 v., tot. 356. Zy verminderde door overlyden met 41 m., 41 v., tot. 82; door vertrek met 96 m., 99 v, tot. 195, te zamen 137 m., 140 v., tot. 277. Zoodat zy in 1898 vermeerderde met 46 m., 88 v., tot. 79, en op 31 December 1898 telde zy 2515 m., 2563 v., totaal 5078. In 1898 werden 50 huwelyken gesloten. Vit de „Staatscourant.* Bij Konioklijk besluit ie de gen era al-majoor, eiviel en militair gouverneur van Atjeli en Onder- boorighedon J. B. Van Heutsz, ter zake van de uitstekende dienston, door hem bewezen bjj de voorbereiding en de leiding der krijgsoperatiön in de Pedirstreek en verder tor Noord- on ter Oostkust van Atjeh in 1898, bevorderd tot com mandeur in de Militaire Willemsorde Benoemd tot burgemeester van Gent, G. W. Maas Geesteranus. Aan mr. J. G. Kruimel, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Ouder- Amstel. Een pensioen van ƒ23 verleend aan C. C. Vet, dochter uit het huwelijk van wijlen K.Vet, laatstelijk brieven- en telegrambesteller, met A* Westerink, hertrouwd met 8. Hoogstra. Aan J. L. Zondag, adjudant-onderoffioior by de dienstdoende schutterij te Alkmaar.de oere-medaille der orde van Oranje-Nassau, in goud, verleend Indeeling van lotelingcn der lichting van 1899 bij de bereden wapens. De minister van oorlog brengt ter konnis van de lotelingen van do lichting vrd 1899, die wenscben te worden ingedeeld bij oen van de boroden corpsen, dat zy by een corps van hun keuze kunnen worden geplaatst, indien zy zich met een daartoe strekkend verzoekschrift tot hem, Minister, wenden. In het verzoekschrift moeten, behalvo de naam en voornamen van den loteling, ook worden vermeld de gemeente, waar hij aan de loting heeft deelgenomen, on hot lotingsnummor. Het verzoek behoeft niet op gezegeld papier te worden gesteld en kan ongefrankeerd worden verzonden. Gemengd Nieuws. Ten vorigen jare besloot de Ver- eeniging tot het verschaffen van woningen aan minvermogenden te 's Gravonhage tot uitbreiding van haar werkkring en aankoop van een onmiddellyk aan haar bestaande exploitatie grenzend terrein, ten einde daarop nog een aantal huizen te stichten. Dat terrein, gelegen aan de Hannemanstraat, is dienten gevolge bebouwd met een 36 tal buizen, be staande uit beneden- en bovenwoningen en 9 pakhuizen, die thans voltooid zyn en over eenigen tyd zullen worden bewoonbaar ge steld. By dezen nieuwen bouw trok de Ver- eeniging party van haar ervaring op het gebied van werkmanswoningen en werd iri alle opzichten rekening gehouden met de eiscben der gezondheidsleer. Voor belangstel lenden zyn deze woningen van 16 19 Januari 's namiddags ter bezichtiging gesteld. By een twist op den Loosduin- schen weg te 's-Gravenhage tusschen twee jongens van ongeveer acht jaren heeft de een den ander een 6teek met een mes of ander scherp voorwerp toegetracht. Het werktuig drong door de kleederen in dezyde van het kind en veroorzaakte een vry ge- vaarlyke wonde met veel bloedverlies. De toestand van den knaap, die naar zyn woning in het "Westeinde werd gebracht, is niet zonder zorg. Dinsdagavond, by zyn terugkeer uit den schouwburg, is in een Iramrytuig te 's Gravenh3ge plotseling overleden de heer R., ambtenaar by de Delimaatschappy met verlof. Men meldt uit 'sGravenhage: By den aanvang van de „Ghetto"-voorstelling gisteravond werden twee personen uit de zaal vtrwyderd, die kabaal trachtten te verwekken tegen het stuk. Zoowel de handeling als de vertooning loeiden uitermate. De spelenden werden by herhaling teruggeroepen. Het stoomschip „Koningin W i 1- helmina", van de Stoomvaart Maatschappy „Nederland", arriveerde heden te Amsterdam, na de reis van Batavia via Padang en Genua gedaan te hebben in 29 dagen. Dit is tot nu toe de kortste reisopdeiyn. Een moordaanslag? De bekende Amsterdamsche tooneelspeler Louis Bouw meester is oenige weken geleden, geiyk het „Hbl." meldt, door een gelukkig toeval aan een verschrikkelyken dood ontsnapt. Het gebeurde onlangs by een opvoering van Langenoyk's „Don Quichot op de Bruiloft van Kamacho" in dtn Stadsschouwburg. De heer Bouwmeester vervult in cit stuk de rol van den schildknaap „Sancho Pance." Tn het laatste beiryf geeft hy blyken van ge zonden etlust. Dicht by bot souffleurshobje gezeten, verorbert hy een kapoentje en drinkt eenige glazen wyn, daarby als een echte smulpaap zelfvoldaan over zyn buikje strykend. Daar hy dien avond geen grooten dorst had, ledigde de heer Bouwmeester het glas slechts ten halve, schonk nog een paar maal by, maar liet steeds een deel in het glas, terwyl intusschen bet publick den indruk kreeg, als dronk by alle glazen tot den bodem leeg. Nu is hot gewoonte, dat „Sanche Pance" aan den souffleur de restjes geeft van zfln maal. Het glas was door de „geschminkte" lippen van don acteur wat bezoedeld, waarom de heer Bouwmeester het met het daarin gebleven restje wilde omspoelen. Toevallig in het glas kykend, zag hy iet3 in den wyn liggen. Hy dacht aan een stokje of anders zins en nam het voorwerp er uit. Wie be- schryft echter zyn schrik, toen hy een twin tigtal spelden uit het glas te voorscbyn baalde I Ontsteld smeet hy het glas op den grond voor den souffleur, die eveneens hevig ver schrikte op het zien van den inhoud. De heer Bouwmeester was door de ontdekking zoo van zyn stuk gebracht, dat by zich even achter de coulissen moest begeven, om een glas water te drinken en zoodoende op zyn verhaal te komen. Daarna speelde hy zyn rol tot bet eind toe. Volgens verklaring van zyn geneesheer, zou de heer Bouwmeester, zoo by den nood- lottigen dronk gedaan had, een verschrikke lyken dood gevonden hebben. Niets had hem meer kunnen red Jen. Is het betreurenswaardige feit te wyten aan een ongelukkig tooval of aan boos opzet? De heer Bouwmeester zou de laatste zyn om iemand te beschuldigen. Direct bewyzen kan hy niot, dat hier sprake zou zyn van boos opzet, maar wel kan hy aantoonen, dat een ongelukkig toeval haast onmogeiyk is. De beer Bouwmeester heeft in den Stads schouwburg een afzonderlyke kleedkamer. .Niemand dan hy heeft daar dus iets te maken. Op den bewuaten avond werd hem het glas gebracht, waarin hy op het tooneel de spelden vond. Die waren er toen nog niet in. Dat staat vast, want de hesr B. die gewoon is voor de voorstellingen veel melk te drinken dronk dien avond vooraf in de kleedkamer uit dit glas, omdat de dienstmeid vergoten had hem een melkglas te bezorgen. Het ge bruikte glas werd eigenhandig door don heer B. omgewasschen in een fonteintje in dezelfde kleedkamer. Na zich gekleed te hebben, ging de heer B. naar het tooneel, zyn kamer openlatend, omdat do requisiteur hem later het glas wyn en het gebraden hoentje tusschen de cou lissen moast aanreiken. In het halvo uur, dat de heer B. speelde, moet het feit gepleegd zyn, hetzy dan met of zonder boos opzet. Het laatste veronder stellende, dan biyft het onbegrypeiyk, hoe iemand, die op de kamer van den heer B. niets te doen heeft, in oen drinkglas twintig spelden te bewaren legt of er toevallig in laat vallen. De requisiteur staat boven eenige verden king, De oude man was misschien nog meer ontsteld dan de heer Bouwmeester of iemand anders over het noodlottige voorval. Twee dingen, zegt het „Hbl.", dienen nog gereleveerd te worden. Eerstens, dat de spelden zich niet in de flesch wyn kunnen bevonden hebben, daar de beer B. op het tooneel altyd zyn eigen wyn drinkt. Ten tweede, dat van verwisseling der gl^jen geen sprake kan zyn. Er zyn slechts twee zulke glazen in het ge heels gebouw. Het eene bevindt zich in de requisi tenkamer en was daar ook tydens de ontdekking. Het andere was in de kleedkamer des heeren Bouwmeester. Men weet, dat er slechts twee zulke glazen in bet gebouw zyn, omdat ze zich door een byzonder maaksel onderscheiden. „Sanche Pance" zet het glas met een harden slag op den grond. Gewone wynglazen zouden daar door breken en om deze reden heeft men ouderwetsche, grove wynglazen met dikke wanden. Te begrypen is, dat het voorval groote ontsteltenis verwekte in den Stadsschouw burg. Allereerst by de andere acteurs, maar ook by den Raad van Beheer. De politie werd van het gebeurde in ken nis gesteld en de heer Dusaer de Barenne, commissaris van h.t bureau Leidscheplein, begon een nauwkeurig onderzoek, dat echter voorloopig tot geen resultaten heeft geleid. Te Bergen op-Zoom had gisteren do verkoop plaats van 3-jarige hengsten aan Stal no. 3 van het Hengstvoulendepot, nadat den vorigen dag de laatste toondag was ge weest. Beide dagen en vooral gisteren brachten trein, tram en andere voertuigen zeer vele vreemdelingen aan, waaronder men gisteren ten verkoop opmerkte eenige Kamerleden, o.a. den heer Lieftinck en anderen. De velen, die Dinsdag reeds gekomen waren, vonden ternauwernoo J een plaatsje in de hotels, zoo Jat sommigen in Tbolen en Roosendaal moesten overnachten. De te Bergen op-Zoom geblevenen begaven zich Dinsdag in grooten getale naar 't gebouw Thalia", waar een opgewekt cafó- chantant hen langen tyd aangenaam bezig hield. Gisterochtend om elf uren begon de verkoop, waar de volgende pryzen werden besteed: No. 1. De hengst Othello", 1200. Kooper M. Grootenhuis, 'te Wybe. No. 2. „Aketar", ƒ2030, Flores Yos, te Ermolo Velowyk. No. 3. „Balder", 2425, A. Yerbrug, voor de vereeniging „Ingen". No. 15. „Mazeppa", 3070, Yan Haaren, Prov. Commissie Gel erl. No. 5. „Cleveland", 1140, Wagtho, Tholen. No. 6. „Jarl", ƒ3100, jhr. mr. De Milly van Heyden, Reidensttin, te Zuidlaren. No. 7. „Thor", 2985, Hermkes, Associatie Kuilenburg. No. 8. „AJgir", 1025, baron Yan Heemstra, Soeren. No. 9. „Prim," ƒ1060, G. Scholman,IJselstein. No. 10. „Frits," 2525, v. Haaren Com missie Gelderland. No. 11. „Alfader," ƒ3800, Yereeniging Dinteloord. No. 13. „Jongo President," 1630, P. Bies heuvel, Haarlemmermeer. No. 14. „Askur," 4025, Landbouw-com- missie, Steenbergen. No. 15. „Frey," 2326, J. C. Van der Have, Oosterland. Hierna werden nog ten verkoop aangebodon 3 paarden, waaronder Nos. 4 en 12, „Zotie" en „Semong", die als dekhengst waren afge keurd; één werd aangehouden, de tweede werd voor 276 gekocht door de kinderen Bogers te B. O. Z. en de derde voor 500 door A. Verryp, te Wamel. Totaal opbrengst dus 32,340. By de nummers 1, 2, 8, 15, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15 moet echter in rekening gebracht worden de 40 pet. korting, die aan Nederlandsche koopers werd gegeven. Toch gelooft men, dat deze proef om ons paardenras te verbeteren als geslaagd kan worden beschouwd, daar alle paarden in Neder land zyn gebleven. Gistermiddag voerden stampvolle treinen degenen, die overgekomen waren, weder naar hun woonplaatsen terug. Door den krachtigen was van de Waal is de waterstand aan het Ryksveer te Zalt Bommel zoo gunstig geworden, dat de overvaart per gierpont, welke langen tyd is gestaakt, nu weder sedert een paar dagen geregeld gaat, zoodat na zonsondergang, wanneer het veerstoombootje niet vaart, weder voertuigen overgebracht kunnen worden. Het stoomschip „W i 1 h e 1 m i n a," dat hedenavond of Vrydagmorgen uit Indiê te Amsterdam wordt terugverwacht, brengt een detachement koloniale troepen met zich. Hierby bevindt zich de fuselier Jelte Kuipers, die wegens zware ziekte terugkeert. Door zyn dapperheid tegenover den vyand verwierf hy zich do Militaire Willemsorde 4de klasse. Op 24 Mei 1897 werd hy tot ridder benoemd. Het detachement wordt te IJmuiden door den kapitein van afmonstering, den heer Wyn- maleD, ontvangen en naar Amsterdam geleid, waar de kranige Fries wel met muziek zal verwelkomd worden. Door de zaak der gebroeders Hogerhuis is het dorp Britsum algemeen be kend geworden; minder bekend is waarschyn- lyk het volgende met betrekking tot de plaats zelf. Het ontleer.t zyn naam aan Britza Joulsma. Met drie broelers, Ilstra, Jetze en Hotze, allen kolossale Friezen van meer dan negen voet lang, buitengewoon sterk en de 6chrik der Noormannen, woonde hy in het tegen woordige dorp Britsum - Britss heem. Britza, de beschermer van Friesland tygenaamd, stierf daar 3 Febr. 992, Op zyn graf lag een roode, vierkante steen met het opschrift: Britzanue, Joulsma, Defensor Frisiae, Hic Sepultus Obiit anno 992 3 Februarii. In de zware funda menten van een kapel In een oud kasteel aldaar, werd een roode steen, op drie voet diepte, gevonden met een Latynsche inscriptie, die oudtyds aldus vertaald werd: „Britzonburg ben ik gênant; Ter eere van Britzanus, wel becant." {Hbl.) Te Venloo heeft, naar de „Dord. Ct." mededeelt, de burgemeester aan het „Ver- eenigd Ned. Tooneelgezelschap," uit Amster dam, directeur de heer W. Hart, dat afwisse lend te Nymegen en te Venloo voorstellingen geeft, de opvoering van het bekende stuk, getiteld „Dreyfus", verboden. Als een byzonderheid meldt men ons, dat deze week onder Dordrecht geschoten zyn tweo Noorache valken, waarvan de kleinste een vlucht had van 1.26 M. (D. G.) Een ernstige brand is uitgebroken te Opperdoes. De boerdery van den heer L. Zyp staat in lichterlaai?. Men hoopte de nevensstaande gebouwen te kunnen behouden. UitSleeuwyk bericht men ons, dat gisteravond de 60-jarige vrouw M., wonende aan de z. g. „hoepschuur" onder die gemeente, door een duizeliDg bevangen, van de ladder viel, welke naar den zolder leidde, en, niettegenstaande spoedig ingeroepen bulp, een oogenblik daarna stierf. (N. R. C.) Ten gevolgevande duisternis is te Lopik een boerendienstbode in de Wete ring geloopen en ondanks spoedige hulp dood opgehaald. Het iy k van den sedert Zondag vermisten 70-jarigen man uit Eindhoven is gisternamiddag dryvende gevonden in het Eindhovensche kanaal. De man leed aan zwaarmoedigheil. Uit Gramsbergen wordt van 9 Januari aan de „Zw. Ct." gemeld: Een treurig voorval vond Zaterdagmorgen plaats in de buurtschap Holthome onder aeze gemeente. De landbouwer G. J. Wilpshaar aldaar had een koe geslacht voor eigen ge bruik en eenig afval daarvan buiteD op den mesthoop geworpen, waarop de vogels af kwamen. De oudste, drie ën twintigjarige zoon, dit ziende, had een geweer genomen om uit de schuur door een raampje daarop te schieten; doch wat gebeurde? Wel werd een kraai ge dood, maar het geweer sprong uit elkander en de jongeling werd tegen het hoofd ge troffen, er volgde een bloeaing, men wist geon raad, zoodat de vader onmiddellyk met hem ging naar den arts, den hoer Van Maanen, te dezer plaatse. Daar gekomen, werd dadelyk het ergste gevreesd en over een overzending naar Zwolle gedacht. Spoedig werd echter de patiënt zoo zwak, dat vervoeren niet meer kon plaats hebben en hy ten buize van den dokter te bed moest worden gelegd. Wel werd mede de hulp ingeroepen van den arts Van der Veen, uit Hardenberg, maar wat ook werd gedaan, de toestan 1 van don ongelukkige, die nog heden sprakeloos ligt, is bedenkeiyk, en de familie, die onopboudeiyk in zyu tegen wooroigheid is, ziet het ergste voor oogen. Volgens een bericht aan de „Hamb. Korr." zyn de onlusten in Bolivia voorby; in de geheele republiek heersebt thans rust. Onder het garnizoen van Lubeck zyn gevallen van roodvonk geconstateerd. Tot dusver is een hospitaalsoldaat overledeD, maar het hospitaal is vol zieken. Aan boord van de Fransche kruiser „Redoutable" is by een manoeuvre de gangspil losgeschoten. Een officier en tien matrozen werden gewond, waarvan drie ernstig. Volgens berichten uit Massowa is er tusschen Ras Mangasja en Ras Makon nen een gevecht geleverd, maar het moet niet zeer belangryk geweest zyn. Van den uitslag wordt niets gemeld. De gezagvoerder van het stoom schip „Kanawha", van Newport News te Liverpool aangekomen, rapporteert 5 Jan. op 49° 57' NB. en 26° 59' WL. het in nood ver- keerend ss. „Gallina" te hebben aangetroffen, van Philadelphia bestemd naar Moss, waarvan het sein werd geheschen dat men het wenschte te verlaten, doch dat er geen booten meer waren. Hy zond den opperstuurman met de boot bemand door vyf matrozen derwaarts, die er in slaagde in twee tochten 16 man van de equipage te redden. De gezagvoerder was de laatste die het zinkende ss. verliet. Door do hooge zee was bet onmogeiyk de reddingboot, die zwaar beschadigd werd, weder aan boord te nemen, en liet men die dry ven. Het redden van de bemanning was door het hevig stormweder uit het NNO., vergezeld van booge zee, zeer gevaarlijk. De gezagvoerder van de „Gallina" rappor teert dat zyn ss. in zinkenden staat ver keerde, de ïyverschansing lag geiyk met de zee, de pompen waren gebroken, de vuren gebluscht, een deel van de machine stond onder water en het ss. was zwaar lek. Men had om het ss., waarvan de lading was overgegaan, recht te werken, ongeveer 600 ton van de lading overboord geworpen, de booten waren weg- of stukgeslagen en het ss. dreef gedurende negen dagen geheel onbe stuurbaar. Den dag te voren was het ss. „Cbarlng Cross" 22 uren by de „Gallina" geweest en had zes man van de equipage gered, doch door stormweder en den nacht had men elkander uit het oog verloren. De zaak Dreyfos-Plcqoarf. In zyn tweede artikel met „onthullingen" in de „Libre Parole" noemt de heer Quesnay de Beaurepaire tien punten, waaromtrent fc, een onderzoek vraagt, en wel: 1. De keuze van mr. Bard als rapporto^ hoewel deze niet de oudste raadsheer is reeds bekend was om zyn aanvallen tegen hg vonnis van den krygsraad. 2. Voor de verschillende incidenten h de instructie zou mr. Loew als rapporten hebben aangewezen magistraten, die op (,..1 voorhand voor de zaak van Dreyfus ward gewonnen. 3. De zaak moest beperkt worden tot d rechtsvraag of er feiten zyn onthuld, die 1894 bestonden, en die, als zy aan de rechten van 1894 bekend waren gewoest, een vrjt, j spraak ten gevolge zouden hebben gehad. Volgens den heer De Beaurepaire wordt than! het onderzoek opzetteiyk geleid naar hti eenige doel: Onmiddellyke vryspraak vaj Dreyfus en eerherstelling van Plcquart. 4. Na het verhoor der oud-ministers vai oorlog zou mr. Loew blyken van een vyandig. gezindheid hebben gegeven. 5. Een getuige, een officier, die om zyj j wangedrag was gepensiooneerd, zou den gent- ralen staf heftig hebben kunnen aanvallen waarby de heer Loew blyken zou hebben ge- geven van ingenomenheid met zyn woorde^ 6. Mr. Loew zou do legerchefs en de ander-; officieren van de wys hebben gebracht doo: een optreden, dat van een klaarbiykelyke voor ingenomenheid getuigde. 7. Een agent van den veiligheiisdienst zoq hebben opgemerkt, dat een magistraat op et-n plaats, waar hy niet gezien kon woraen, zich by Picquart voegde. 8. President Loew zou herhaaldeiyk hebben geconfereerd met mr. Letlois. 9. Raadsheer Dumas zou herhaaldeiyk be sprekingen hebben gevoerd met verwantei en vrienden van Dreyfus. 10. De eerste president, mr. Mazeau, zon tot generaal Chanoine, die over de mededeeling van het geheim dossier sprak, gezegd hebben: „dat zal verloren moeite zyn; hun meening is al gevestigd en zy zullen tot het eind gaan.' De Beaurepaire voegt er by, dat hy van d& vier laatste feiten niet persooniyk keunis heeft gekregen, maar dat hot geruchten zyn, dit niet zyn tegengesproken. Ia deze twee je reeks van onthullingen ij ook al niets nieuws. Alles, wat de heer De Beaurepaire onthult, is reeds lang voor beu bekend gemaakt ooor de bladen van den generalen staf en zyn woorden hebben volstrekt niet meer gezag, want uit eigen aanschou wing kan hy evenmin iets weten. Ook hy, al was by honderdmaal president der Civiele Kamer, heeft van anderen moeten liooren wat er omging in de Strafkanur, en hy kan dus niets anders doen dan praatjes van boden of getuigen navertellen. Zeer ernstig is in deze „ontbullingea", vooral van een oud-magistraat, de beschul diging van partydigheid door Do B;aurepaire tegen het gtheele Hof ingeoracht in punt 3 van zyn artikel en nog eens herhaald in punt 10. Een dergeiyke lastering van het hoogste gerechtacollege coor een der boogstgeplaatste magistraten mag niet onopgemerkt biyven, De regeering scbynt ook ni=t voornemens te zyn voor dezen laster de oogen te sluiten, Volgens de „Siècle" to.h zal zy heoen in de Kamer by de beantwoording der aangekondigde interpallaties meJeoeelen, dat zy den heer Quesnay de Beaurepaire voor een Oppersten Raad der Magistratuur (het Hof van Cassatie) heelt gedaagd. Vermakelyk schryft Cornély over de ont hullingen van gisteren: Had Beaurepaire eenvoudig zyn ontslag g^nomeo, de vrucht bare verbeelding van het publi-k zou overal monstere gezien hebben. Maar hy heeft ge sproken en er is een schaterlach opgegaan. Die bis'ori-tj s v .n groggen en tureaujongens zouden osn li 1 van het Hof zelfs het gezicht uit tie plooi trengen. Sedert den machtigen en Lelanglooz n steun van Cavaignac ver volgt hy ironisch heeft het vermaarde „syndicaat" nog geen versterking ontvangen van zooveel betekenis als die van Beaurepaire, wiens debuut nog oer aanplakking zou ver dienen dan de speech van Cavaignac. Doch om de mo?riykheil zelfs van verdenking te vermyden, pleit o>k Cornély voor de beëindi ging van uo za k door het Hof in zyn geheel. Ook in de byzal n dtr Kamer heeft ieder zich om stryd vroolyk gemaakt met het onbeteekenende der grieven van den heer Quesnay de Beaur.paire tegen het Hof van Cassatie. „Is er niet meer dan dat te onthullen?" was do algemeene uitroep. Do nationalisten, van ouden datum gebeten op den heer Quesnay de Beaurepaire, nemen nog meer dan de Republikoinen hem kwatyjk, dat hy op die wyze is heengegaan. „Had by in 's Hemels naam zyn mond maar gehouden over al die glazen grog, door don Raadsheer Bard geboden aan den Overste Picquart I "Was by maar in 6tilte vertrokken, dan waren alle onderstellingen tegen bet Hof mogeiyk goweestl Thans zal by niet anders bereiken dan dat de Regeering eeD gemakke- ïyken triomf en bet Hof van Cassatie een schit terende gonoegdoening tegen hem krygenl" Ziedaar eenige van de uitroepen, welke do heftigste tegenstanders van het Hof toedach ten aan den heer Quesnay de Beaurepairei wiens ooren moeten suizelen van al de lieflyk- heden aan zyn adres. Uit een onderzoek van de „Matin" biykt nu, dat generaal Billot ook een warmen rum- grog gehad heeft van het Hof. De „Temps" is gaan vragen of het waar was! Billot ant woordde: „Ik ontvang niemand; ik ga paard rijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 2