N°. 11924 Zatcrda'» 7 Januari. A0. 18^9 feze [Courant wordt dagelijks, met uitzondering van fan- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. De patiëut Tan „Sau-Salvatorc." LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURRNTi Voor Leldon per 8 maanden. 1.10. Franco per po6t 1.40. Afzonderlijke Nommers 0 0.06. PRIJS DER ATlVKHTHiW 'l'i 6 regels f 1 06. Van l letters naar plaatsruimte, wordt f 0.05 berekend ledore regel meer f 0.17 - Grootere - Voor het Incasseereo bulten de stad Leiden, 6 Januari: Wy verwijzen allen, dio een telephoon in Jiuis hebben naar het ingezonden stuk, dat in dit bl .d voorkomt. Wat wh ook niet wisten, weten wij tbans: dat bijna geen nacht voorbijgaat of op het centraalstation der telephom worjt er ge sch< r. Wh hebben al Jaar geïnformeerd en het tlykt waar te zyn. Nu vragen wij in gemoldeWaarvoor is dit noodig? Het is volkomen waar: er is nacht dienst. Maar waarschijnlijk uit onbekend heid met het feit, dat de telephonisten zich ter ruste leggen, en in de meening, dat bij het centraal-toestel „gewaakt"' wordt, zal men ge ruik maken van de telephoon. Wi) verwachten, dat, nu men van het tegen deel overtuigd is, men thans alléén in gevallen van brand, ziekte of ongevallen van de. telephoon aal gebruik maken en niet om „een vigilante te testellen" oe telephoniste onnoodig wekken zal, tenzij.... er werkelijk een wakende telephonist zy. Na met goed gevolg afgelegd examen werd aan de volgende leerlingen der handels- beoienden-vereeniging „Kennis is Macht" een diploma uitgereikt voor correct en net schrijven van stenographisch schrilt en het stenogra- pheeren op oictóe met een snelheid van 130 4. Woorden per minuut: C. F. Beerhorst en J. Van Leeuwen, van Sassenheim; J. P. Van Brussel, G. J. D. Van Mingelen, A. B. F. Van Pijpen en G. A. Van Sermondt, alhier. L ider van dezen cursus was de heerJ. H. Kray, alhier. Do Nederlandsche mail met berichten uit Batata tot 13 Dec. worct heienavond alhier verwacht. Oi i dezer wordt te Aarlanderveen, dorp, in vertinaing mtt BoJegrave, een Rijks- telegraafkantoor, ingericht, met telophoon- dlenst, voor het algomeetfWrkeer geopend. De diensturen zyn g-regel! als volgt: op w- rkdagen van 8.50 tot 11.50 uur 's voor en van 12.50 tot 2.50 en 6.50 tot 6.50 uur 's namidoags; op Zon- en feestdagen van 7.50 tot 8.50 uur 's voor- en van 12.50 tot 1.50 uur '8 namiddags. Heden is t9 's-Gravenhage ontslapen jbr. J. H. Van Capellen, gopensionneerd vice-admiraal, adjudaDt generaal der marine en oud chïf van het Militaire Huis van wijlen Z. M. den Koning, die in dezen vlootvoogd een zijner trouwste dienaren bezat. Op 82 jarigen leeftyd is in Den Haag overleden de heer J. P. De Bordes, die als de schepper en bouwmeester der eerste Indi sche spoorwegen beschouwd mag worden. Na als offl-ier bij het wapen der genie hier te linde eervol ge iiend te hebben, verwis selde hij de militaire loopbaan met eene be trekking in 's lands burgerlijken dienst en vervulde hy eenige jaren het liJmaatschap van dtn raad van toezicht op de spoorweg diensten. Kort daarna werd by benoemd tot hoofdingenieur ty de inmiddels gevestigde Nederl.-Indische Spoorwegmaatschappy. Toen de heer De EorJes in 1863 naar Indiö werd uitgezonden om zich daar met den spoorweg aanleg te belasten, was er nog geen enkele spoorbaan gebouwd. Vandaar dat hy eerst een reis door Engelsch-Indiè maakte, ten eince voor het reuzenwerk, dat hem op Java wachtte, zyn voordeel te doen met hetgeen in de Britsche kolonie op het gebied van aanleg en exploitatie van spoorwegen reeds tot stand gebracht was. Bygostaan door een 6taf van ingenieurs, waaronder verscheidene die vroeger zyn wapen kameraden geweest waren, bield by zich ge- curende 5 jaren met de leiding van den spoor wegbouw op Java bezig. In 1868 van zyn zending In het moederland teruggekeerd, bleef hy nog eenigen tyd als hoofdingenieur by de Indische Spoorwegmaatschappy werkzaam, totdat hy in 1869 zyn ontslag nam met do onbaatzuchtige bedoeling om de uitgaven der Maatschappy, die toen geen tydperk van financiöelen bloei doorleefde, niet door zyn traktement te drukken. In 1873 werd by benoemd tot commissaris der Maatschappy en tot aan zün dood bleef hy door het telkenmale hernieuwd vertrouwen der aandeelhouders in bet bestuur zitting houden; na het overlyden van den heer Van Eeghen tevens als voorzitter van het college van commissarissen. De heer De Bordes was tevens directeur der Ned.-Zuidooster Spoorwegmaatschappy. Maar ondanks de drukke bezigheden, die dezs functiën hem oplegden, vond hy steeds tyd en gelegenheid om tot kort vóór zyn dood nog op andere wyze werkzaam te zyn. Zyn belangst Hing in de openbare zaken hi ld daarmede geiyken tred en ten bewyze daar van zy slechts herinnerd, dat hy tevens ge durende veel jaren aan het hoofd stond van den raad van bestuur van het Kon. Instituut van Ingenieurs, in welke functie by incertyd de feesteiyke receptie van Ferdinand De Les- seps leidde. Menige instelling of vereeniging in de stad zyner inwoning, die de ontwikkeling dor welvaart, 70oral op technisch industriëel gebied, in haar banier schryft, bezat in De 'Bordes een y verig medewerker en een krachtige dryfkracht. Hy was tevens een der concessie aanvragers voor de lyn Leiden—Woerden. De begrafenis is bepaald op a. s. Maan dag, ter Algemeene Begraafplaats, de3 voor middags te elf uren uit het sterfhuis. H. M. de Koningin-Moeder heeft een gift van 100 doen toekomen aan de Haagsche Vereeniging tot het verschaffen van warm voedsel aan arme schoolkinderen. Gisteren werden op het diner ten Hove als gasten genoodigd: de luit.-generaal graaf Du Monceau, chef van het Militair Huis van H. M. de Koninginen de gravin Du Monceau, dame du palais van H. M. do Koningin-Moeder; mevrouw de douaire. Van Lennep, dame du palais van H. M. de Koningin-Moeder; baron Van Knobelsdorff van de Gelder en Nyenhuis, kamerheer van H. M. de Koningin, en de barones Van Knobelscorff van de Gelder en Nyenhuis, dame du palais van H. M. de Koningin; jonkheer Van Pabst van Bingerden en H. W. J. E. baron Taets van AmeroDgen, kamerheeren van H. M. de Koningin. Mej. H. C. C. Kramers heeft, om gezond heideredenen, met ingaDg van 1 dezer, eervol ontslag gevraagd als leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te 's Gravenhage. Van dr. Pareaux is thans het officiéél ver zoek ontvangen om eervol met 1 April (of vroeger) ontheven te worJen van zyn be trekking als leeraar aan het gymnasium aldaar. Eerstdaags zal het 25 jaar geleden zyn, dat prof. Pekelharing het hoogleeraarsambt aan de Polytechnische School te Delft aan vaardde. Collega's, oud leerlingen en vrienden van den jubilaris zullen dezen herinneringsdag vieren met het aanbieden aan mr. Pekelharing van een feestmaal in het „Restaurant Royal" te 's-Gravenhage. De minister van marine had hedenochtend een langeurig onderhoud met den gentraal- majoor van het Indische leger Van Vliet, oud-gouverneur van Atjeh. De minister ontving heden ook in audiëntie verschillende tot hoogeren rang bevorderde marine-officieren, onder meer den nieuw- benoemden inspecteur van administratie in de directie Amsterdam, den heer Qroenoyk, en de kapitein ter zeo Van Woerden, onlangs uit West Indiö teruggekeerd. De kapitein H. Oolgaardt, van de veld artillerie, leeraar by de Hoogere Krygsschool, wordt op verzoek reeds 1 Mei eervol van genoemde functie ontheven en weder by een der regimenten van zyn wapen ingedeeld. Wy vernemen, dat dr. Wilhelm Bole, directeur van het schil Jeryenmusoum te Ber- lyn, benoemd is tot commandeur in de orde van Oranje-Nassau. (D) De hoogl-.eraren mr. J. De Louter en dr. J. J. M. De Groot zullen gedurende den winter aan H. M. de Koningin eenige voor drachten geven, resp. over Staathuishoudkunde e_D ovtr instellingen en. gebruiken der volk?n van den Inöischen Archipel. Het stoomschip „Bromó," van Java naar Rotterdam, vertrok 5 Jan. van Aden; de „Edam," van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde 5 Jan. Prawlepoint; de „Koningin Wilhelmina," vaD Batavia naar Amsterdam, vertrok 5 Jan. van Genua; de „Prins Hendrik,'' van Amsterdam naar Batavia, vertrok 5 Jan. van Genua; de „Titan" vertrok 31 D.<c. van Batavia naar Amst-.rdam; de „Amsterdam," van Amsterdam naar Nieuw-York, vertrok 6 Jan. v. Boulogne sur-Mer; de „Juno" vertrok 5 Jan. van Smirna naar Amsterdam; de „König" arriveerde 4 Jan. van Hamburg en Amsterdam te Delagoa-Baai; de Minerva," van Neufahr wasser naar Amsterdam, passeerde 6 Jan. Skagen. Katwyk. Op het Rykstelegraafkantoor te Katwyk-aau-Zee werden in 1898 behandeld 19,770 telegrammen. In de Ryk6postspaarbank aldaar werd inge legd in dat jaar ƒ20,062.51. Sassenheim. Op 31 Dec. 1897 bestond de bevolking uit 923 m. en 904 vr., totaal 1827 personen. In den loop van 1898 vermeerderde die door geboorte met 34 j. en 35 m., totaal 69, en door vestiging met 74 m. en 70 vr., totaal 144; terwyi vermindering plaats had door overlyden van 15 m. en 14 vr., totaal 29, en door vertrek met 72 m. en 83 vr., totaal 155, zoo Jat de bevolking op 31 Dec. 1898 t estond uit 944 mannen en 912 vrouwen, totaal 1856 personen. Er werden 11 huwelyken gesloten. Aan het telephoonkantoor te Sassen heim werden gedurende 1898 behandeld 1536 telegrammen, als ontvangen 871 en verzon den 665. Gisteravond omstreeks tien uren reed een heer met paard en wagen door het dorp. Door bet schrikken sloeg het paard op hol; het werd echter by den dam tot staan gebracht. De bestuurder bekwam eenige wonden. Uit de „Staatscourant/* Kon. uesluiten. Ingevolge de burgerlijke pensioenwet, zijn de navolgende pens. verleend, als aanM. Ruring, ontvanger der directe belas tingen en accijnzen, ƒ1600 i J- M- F. Marechal, commies lste kl. bij 's Rijks belastingen, ƒ494; S. H. J. Tjassens, commies lste kl. bij 's Rijks be lastingen, ƒ476; A. C. Van der Schalk, commies lste kl. by 's Rijks belastingen, ƒ417. Met ingaDg van \f> Januari a.s. aan den bureel- ambtenaar van den Rijkswaterstaat, H. Palier, op zijn verzoek, eervol ontslag als zoodanig verleend. De ramp te Amboina. Het is he Jen juist een jaar geleden, dat de hoofdplaats Amboina en haar omgeving door een hevige aardbeving getroffen werd. Honderd en veertig menscben (w. o. twee Europeanen en zes militairen) werden ge Jood, omstreeks 300 werden gewond en ontzettend was de materiêele schade aan huiz n, inboe dels en handelsartikelen; volgens taxatie meer dan een millioen gullen. Zoodra men berichten had omtrent den omvang der ramp, ontwaakte echter, zoo in Indië als in Nederland, de zucht om haar gevolgen te lenigen. Volgens het dezer dagen uit Indiö ontvangen verslag werd in't geheel ontvangen 126,664.54, waarby nog te voegen 563, later nog uit Nederland gezon Jen 550 by het sluiten der rekening in September, en deztr dagen 13 aan nagekomen giften). In het geheel hebben de uit Nederland ontvangen bydragen beloopen: van HH. MM. de Koningin en de Koningin Moeder1,000 het Hoofdcomité 32,563 de Voorloopige Comitós te Am sterdam en Helder1,689 Apeldoorn236 de Bontwevery te Hengeloo 300 T~35,787 zoodat uit Indië in totaal 91,450.54 ont vangen werd. Zooals voor de hand ligt, is het geld be steed aan onderstand van hulpbehoevenden en aan tegemoetkoming voor geleden ver liezen, in de eerste plaats aan de moest nood- druftigen. Het verslag geeft wel den indruk, dat daarby met veel zorg en toewyding, met veel overl g is te werk gegaan. Gelukkig kan het comité te Amboina, ty het neder leggen van zyn taak, verklaren: „Vetl moeite en veel arbeid heeft hot comité moeten door maken, doch met dankbaarheid kan het wyzen op de gelukkige resultaten. Ambon begint weder een nieuw aanzien te krygen. Nieuwe huizen verryz^n allerwegen. Handel en Dy ver heid zyn eer tos- dan afgenomen Do opkomst van Ambon zal voor een groot deel een direct gevolg zyn van deze van alle zyden betoonde menschlievendheid, waarvoor Amton steeds dankbaar zal blyven." Men ziet, het is een opgewekte toon, die bier wordt aangeslagen, met moed wordt weder de toekomst tegengegaan. Moge her land verder voor rampen bewaard blyven; maar, wanneer daar of elders weder groote ODheilen mochten worden aangericht, moge dan de oud HollancJsche liefda ighei J, in Indiö èn in Nederland, zich wederom zoo krachtig openbaren als ditmaal hot geval is geweestl C&- emengd Nieuws. Zekere S., te Nieuw-Vennep, Haar lemmermeer, wilde aan T. een rywiel in ruil fstaan voor een bit. T. stemde hierin niet toe, doch zeide: „Ik heb thuis nog een kleiner di rtje, dat nog veel barder loopt dan deze; dit wil ik voor de fiets wel aan u overdoen." Dit werd goedgevonden en aldus overeenge komen, nam T. de fiets mee naar huis eu deed het kleine dLr aan de woning van S. bezorgen, die by zyn thuiskomst vreemd stond te kyken toen hy ontwaarde, dat hem in plaats van een hit een kat was thuisbezorgd. Hy had zich al reeds in het bezit van een hit verheugd. De by den diefstal in den avond van 1 Januari te 's-Gravenhage ontvreemdo golden waren: ongeveer ƒ11,000 in munt en bankbiljetten, waaronder drie van 1000, meerdere van ƒ300, ƒ200, ƒ100, ƒ60, ƒ40 en mind-r bedrag, zoomede specie. Daaren boven 4 Bru8selsche loten en 2 Antwerpsche, groot 100 Iranken ieder, de eerste gemerkt serie 72641 No. 25, serie 72654 No. 19, serie 72844 No. 4 en serie 89531 No. 24; de laatste serie 30832 No. 12 en serie 63883 No. 10. De aangeteekenle brief, die 2 Januari jl. aan een heer in het postkantoor te 's-Gra venhage blykbaar ontrold is, bield in: een Fransch bankbiljet van 100 fr., No. 496 E 2304 en 1 dito van 50 fr, No. 274 W 1036. De geadresseerde is bereid een derde dor 150 fr. af te staan aan dengene, die aanwyzingen kan doen, welke tot ontdekking van den dader leiden. Men schryft uit Den Haag aan „De Maasbode": Onder de vele schitterende toiletten, welke op het jongste Hofbal te bewonderen vielen, trok vooral de aandacht dat van Gravin Czai- kowski, eebtgenoote van den eersten secretaris der Turksche legatie. In 't byzonder waren het de kostbare edelgesteenten en de paarlen, waarmede het was versierd, die de algemeene bewondering gaande maakten. En dat by de Turksche legatie 1 zal menigeen zeggen, die wel eens gehoord h9eft, dat de Sultan nu jóist ni t gewoon is, rykeiyk te betalen. Maar deze diplomaat, wiens Turksche naam Rechid Bey is, kap het desnoods wel 12) „Als men arm is, neemt men gaarne een buitenkansje waar, dat „Nituuriyk," zeide Alice. „Daarby kan de zaak, waarover ik spreken wil, geen kwade gevolgen voor je bebbeD. Hier, neem dit op afrekeniog," voegde zy er by en duwde hem een goudstuk in de hand. „Ik logeer in „De Prins van Beieren" on ben altyd voor je te spreken." „En uw naam?" vroeg de oppasser. „Freule Von Waldheim, eerste verdieping, No. 30." Met verwondering keek Giacomo haar aan, toen hy dezen naam hoorde. „.Wel," riep hy uit, „do naam Von Waldheim i3 my niet vreemd I Wanneer hier voor twintig jaar geen baron Von Waldheim was geweest, zou ik niet in dit gekkenhuis z'yn aangeland." „Hoe dat zoo?" vroeg Alice verbaasd. „O, heel eenvoudig! Twintig jaar geleden belastte de hoar Von Waldheim my met het overbreogen van eon patiënt naar „San-Sal- vatore," en zoodoende ben ik hier in dienst gekomen." Met kloppend hart vroeg Alice: „De heer Von Waldheim?En die patiënt?" „Wa3 een beschermeling van den heer Von Waldheim en ook een Dultscher." „Een waanzinnige?" vroeg Alice dringend. Giacomo knikte toestemmend, na een oogen- blik geaarzeld te hebbon. Alice had zyn aarze ling opgemerkt en zeide daarom ontroerd: „Spreek de waarheid en bedenk, dat je een maal rekenschap moet geven van je woorden. Is de man, diehierin „San- Salvatore" zit opgesloten, in derdaad waan zinnig?" Weifelend keek de oppas ser haar aan. Die vraag van de ontroerde joDge dame bracht hem in een moeilyke positie; hy was besluiteloos. Nu eens keek by Alice aaD „Kommer veertig.. 0Q daQ we0f zwierven zyn blikken links en rechts, totdat hy ze eindeiyk liet rusten op een verpleegde, die, tegen een boom leunende, verdiept scheen in de beschouwing van de schoone natuur, welke hem omringde. „Nommer veertig", stamelde hy eindelyk. „Wil -je niet antwoorden?" vroeg Alice dringend. „Dat is nommer veertig", herhaalde de mao, het oog vast op den patiënt gericht houdende. „Zyn naam is Von Ludwig." Instinctmatig volgde Alice de blikken van den oppasser. Zy kreeg een gevoel, alsof haar de koel werd dichtgeknepen by het zien van den gevangene, wiens schoon gelaat een diepen indruk op haar maakte. „Ludwig Von Erlenburg", fluistorde zy en vouwde de handen op haar borat; de tranen kwamen haar in de oogen, die zy niet van den ongelukkige kon afwenden. „Kent de freule den patiënt dan?" vroeg Giacomo, die lang niet op zyn gemak was. Hy moest echter zyn vraag herhalen om Alice uit haar half bewustelooze afgetrokkenheid op te wekken. „Ik wil heen", stamelde zy. „De tyd der bezoeken zal wel verstreken zyn; wees daarom zoo goed my naar het rytuig te vergezellen." Hun pad leidde juist langs den gevangene. Alice sidderde. Giacomo nam eerbiedig zyn muts af en wilde voorbijgaan, maar de heer Von Erlenburg nam beleefd zyn hoed af voor de jonge dame en hield haar een oogenblik staande. „My ie bevolen deze dame naar haar rytuig te geleideD," zei de oppasser, om een gesprek tus8chen den patiënt en Alice te voorkomen; zoo iets was ten strengste verboden. Andermaal nam de heer Von Erlenburg zyn hoed af en maakte een beleefde buiging. „De freule is geschrikt," zei Giacomo ter verklaring voor het bleeke, ontstelde gelaat der jonge dame, dat den heer Von Erlenburg niet ontgaan was. „Die razende was dan ook geen aangename verschyning," sprak Ludwig Von Erlenburg tot Alice, „maar de freule bad gerust kunnen zyn, want men verstaat hier de kunst om menscben te bedwingen, die zicbzelven niet weten to be- heerschen. Maar als u buiten het hek bent, zal dit tooneel wel spoedig door u vergeten wor den." Vermeenende haar niet langer te mogen in gesprek hou den, maakte hy zyn compli ment en ver- wyderde zich langzaam. Vergezeld van Giacomo, liep Alice nu met haastige schreden naar den uilgong van het park. Aan de poort- gekomen, vroeg zy den oppasser „Je wilt dus over een week by my komen?" „Ik zal niet in gebreke blyven," luidde het antwoord. „Je zult goed beloond worden," verzekerde Alice en stapte in het rytuig, dat haar naar Rome terugbracht. Vergenoegd keek Giacomo het rytuig na en mompelde: „Dat kan een goed zaakje worden. Haha! Niet iederen dag komt er zoo'n too- neeltje voor als met dien dollen Francis, en Vergenoegd keek Giacomo dan de ontmoeting, die er het gevolg van is! Hahal Ludwig Von Erlenburg freule Von Waldheim l een verklaring, waarvan ik een maal rekenschap zal moeten geven! Als ik geen verklaring wist, zou ik er een zoeken. Wees maar niet ongerust, freule Von Wald heim; ik zal op myn tyd passen 1" Opgeruimd van geest sloot hy de patiënten, aan zyn zorg toevertrouwd, op hun kamers op en ging toen naar het vertrek van den directeur, om evenals de oppassers de bevelen voor den nacht te vragen. Giacomo was sedert lang niet zoo in zyn schik geweest als heden, nu hem het vooruit zicht op een fortuintje was geopend. VUL Een tiental dagen nadat Alice Von Wald heim baar geboorteplaats had vaarwel gezegd, lag „Wallersbrunn" eenzaam en verlaten. Toen de geestelyke Barnau den bewusten brief ontving, waarin zijn pupil zich veront schuldigde over haar onverwachte afreis en tevens berichtte, dat zy niet op het gasteel zou terugkeereD, had hy het dienstpersoneel ontslagen en een vertrouwd persoon aangesteld, om het toezicht over do akkers en weiden te houden. In de eerste dagen na Alice's vertrek had niemand uit de omgeving haar afwezigheid opgemerkt; na den dood van den baron Von Waldheim was men gewoon „Wallersbrunn" als een .romantisch kluizenaarsverbiyf te be schouwen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1