N°. 11913 Zaterdag 24 December. A0. 1898 <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT J Voor Leiden por 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers t 1.10. 1.40. 0.05. PRUS DER ADVERTENTEKN: Van 1—6 re gel 8 f 1.05. Iedere regel meer/" 0.17J. Grootera lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Vit nonuiicr bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 23 December. De leerlingen van de Burgerzangscbool van den heer C. B. Duyster gaven gisteravond in de goedbezctte Stadszaal ook hun jaarlyksche uitvoering. Zooals in de laatste jaren meer gebruike lijk was, bloven de opgekomen familiebetrek kingen der leerlingen en verdere belangstel lenden ook thans bespaard voor de oefeningen in solfèges, enz., ipaar werd nu dadelijk be gonnen met Worp'6 „Vacantia", een cantate in drie deelen voor koor met strijkorkest en piano bewerkt aoor den directeur. Al de leer lingen deden daaraan mee en de geheele eerste afdeeling werd er door in beslag ge nomen. Zoowel de koren als de solo, de laatste voorgedragen ook door een leerlinge der school, vonjen veel bjjval, wat niet te verwonderen is, want er werd aardig gezongen en do compositie zelve mocht bovendien een geluk kige keuze genoemd worden. De hoogere klassen brachten Psalm XXIII: „Der Herr is mein Hirt", van Woldemar Bargiel, „Ave Maria", van Johannes Brahms, „Noël", van Ch. Gounod, en „Lied en Lente", van Richard Hol, ten gehoore. Dit geschiedde, ook wat de soli betreft, wederom op zulk een wijze, dat alvorens tot het laatste nommer werd overgegaan de heer G. Japikse het platform betrad en, meenende uit naam van alle aanwezigen te spraken, den heer Duyster en den leerlingen hulde en dank bracht, tevens wijzende op de moeite, zorgen, toewijding en het geduld, welke van den oirecteur vereischt werden om met zulk lastig goedje, als er onder de jeugdige leerlingen schuilt, een resultaat te verkrijgen als ook thans was behaald. Spr. hoopto daarom, dat de school cie terecht het Leidsche burgerrecht heeft verkregen zich steeds in een tloeienden toestand zou mogen blijven verbeugen, welke wensch met fanfares en toejuichingen werd beantwoord. De „Oranje Nassau-Cantate" van Cath. Van Bennes (gedicht van J. D. C. Van Dokkum), uitgevoerd tijdens de Haagsche inhuLigings- feesten door Haagsche kindereu op een morgen in den tuin van het paleis en waarvoor Koningin Wilhelmina toen Hare bijzondere tevredenheid betuigde, besloot don avond. Ook deze compositie voor meerstemmig koor was door don heer Duyster met strijkorkest en piano bewerkt. Onder veel aandacht werd ze gevolgd en wegens de afwisseling, welke er in voorkomt, sprak ze tot iecereen. Vooral de slotzang met het „Wilhelma van Nassouwe" maakte blijkbaar diepen indruk. Zeer luid waren de bijvalsbetuigingen, welke er op volgden. De heer Duyster heeft andermaal getoond, dat zijn school er eene is, welke met eere onder de bier bestaande instellingen mag genoemd worden. Aan verderen krachtigen steun zal het hem daarom zeker niet ontbreken. Bedankt is voor de beroepen naar Oude en N.-Wetering en naar Poederoyen door den heer H. C. Briët, cand. te Leiden. De minister van financiën maakt bekend, dat hij uit Leiden ontvangen heeft f 45, ter voldoening van te weinig betaalde vermogens belasting. De vijf-en twintigste jaargang van G. Dirkzwager M zoon's „Maassluis and Hoek van Holland, Guide to the New-Waterway for 1899," is by den uitgever G. B. 't Hooft, te Rotterdam, verschenen. Het net uitgevoerde werkje bevat, onder meer, afbeeldingen van het Noorderhoofd van den Nieuwen Waterweg uit zee gezien, van de plaats van lossen en laden van ontplofbare stoffen te Rozenburg, een gezicht op het Noorderhoofd van de land zijde, van de zelfregistreerende peilschaal aan het Noorderhoofd, een afbeelding van het seintoestel, waaraan de seinen betreffende de diepte in den Waterweg worden geheschen, afbeeldingen van de sluis te Nieuwersluis en de Botlek, benevens vijf uitslaande, keurig afgewerkte kaarten, alle op den Nieuwen Waterweg betrekking hebbende. Vooral op merkelijk is kaart D, die een duidelijk over zicht geeft van de verschillende lichten, tonnen sn banken aan de Nederlandsche kust van Walcheren tot benoorden den Hoek van Hol land, met het voor de vaart naar den Nieuwen Waterweg zoo nuttige lichtschip „Maas". Kaart E geeft een afbeelding der telephoon- geleiding ten dienste van Schiedam, Vlaar- dingen, Maassluis en Hoek van Holland in aansluiting met Rotterdam en andere plaatsen. Genoemd werkje geeft ook een overzicht van de ver etering van den Nieuwen Waterweg en de gemiddelde aiepte daarin met hoog water, o. a. in 1878 46 decimeter en in 1898 100 decimeter. Het werkje bevat een merkwaardig over zicht betreffende de wording en hst groote nut van den Nieuwen Waterweg, door cijfers gestaafd, waario onder meer wordt vermeld, dat in 1847 coor het Voornsche Kanaal 3043 schepeD, metende 1,433,357 MJ., passeerden, terwijl in 1896 12.4S4 zeil- en stoomschepen den Nieuwen Waterweg passeeroen, metende 28,656,774 M\; tovens bevat het de getytafols, de signalen van dag en nacht voor de diepte op het droogste gedeelte, tarief van tele grammen, van oroogcokken, van havengelden to Maassluis en te Rotterdam, van sleep- en loodsgelden, tafel van reisvergoeding der loodsen, waaruit tevens blykt, dat Rotterdam een der minst kostbare en gemakkelijkst te bereiken havens van de Noord-Westkust van Europa is, waar thans schepen van zeer grooton diepgang zelfs in de strengste winters zonder noemenswaaruigen last van ijs kunnen binnenkomen, en verder al hetgeen voor hen, die den tbana zooveel verbeterden Nieuwen Waterweg bevaren of daarmede in betrekking staan, van nut kan zijn. H.H. M M. de Koningin en de Koningin- Moeder en H. K. H. de Prinses Yon Wied hebben Here deelneming doen betuigen aan mevrouw de douairière De Brauw en kindereD, in het smartelijk verlies, geleoen door het afsterven van jhr. mr. W. M. De Brauw, oud-Commissaris der Koniogin van Zeeland. H. M. de Koningin heeft Z. D. H. Mgr. F. A. H. Boermans, bisschop van Roermond, gisteren ter gelegenheid van den zestigsten verjaaroag zijner Priesterwijding benoemd tot commandeur oer orde van Oranje-Nassau. Van de gisteren in het bisschoppelijk paleis gehouden receptie werd door tul van autori teiten en particulieren gebruik gemaakt. Het aantal telegrammen, brieven en kaartjes, dat inkwam, was ontelbaar. Bjjna geheel Roermond prijkte in vlaggentooi. Op uitdrukkelijken wensch van Z. D. H. hadden overigens geen feestelijkheden plaats. Het Museum Meermanno Westreenianum, Prinsessegracht No. 30, te 's Gravenhage, zal gedurende de maand Januari 1899 geopend zijn op den 5den en 19den. Op die dagen zijn toegangskaarten, zoowel aan het Museum als aan de Koninkiyke Bibliotheek (Voorbout No. 34), te verkregen. De minister van buitenlandsche zaken brengt ter konnis van belanghebbenden, dat de heer B. H. De Waal, consul-generaal der Nederlanden te Kaapstad, vóór zijn vertrek naar de Kaapkolonie, aan het dep. van buiten landsche zaken te spreken zal zyn op Wo^ns dag 28 December 1898, van 10—12 uren des voormid Jags. {Sis.- Ct.) Volgens het „H. Dagblad" wordt de nieuw benoemde majoor J. J. Wieringa, van het 3de reg. infanterie, overgeplaatst by het 7de reg. en belast met het bevel over het 5de bataljon te Naarden. De minister van oorlog heeft bepaald, dat voortaan bij het afnemen van het examen voor toelating tot de cursussen in de ver- schillendo garnizoenen aan alle adspiranten op betzelfde uur het examen zal worden afgenomen en dat daarbij aan alle adspiranten dezelfde vragen zullen worden gesteli. Dit geschiedt om meer gelijkmatigheid te verkry gen in de wijze van toelating. Ter vereenvoudiging van de militaire dienstcorrespondentie heeft de minister van oorlog bepaald, dat de verschillende stukken, waarvan de indiening geen of althans zeer weinig nut heeft, voortaan niet meer behoeven ingediend te worden. Gisterochtend vervoegde zich te 's-Graven- hage een deputatie uit de Duincommissie, bestaande uit de heeren mr. W. Th. Gevers Deynoot, W. A. Smit en jbr. mr. J. A. De Jonge, by den heer Du Tour van Bellinchave, by gelegenheid, dat het dertig jaar geleden was, dat deze, door de algemeene armenver gadering benoemd, zitting had genomen in de Duincommissie. De heer Gevers Deynoot herinnerde aan het vele, dat de heer Du Tour van Bellinchave voor de commissie heeft gedaan, en schreef den bloei, waarin de vereeni- ging zich mocht verheugen, toe aan den zede- lyken en moreelen steun, door den heer Du Tour van Belliachave daaraan geschonken. Namens de Duincommissie bood de heer Gevers Deynoot daarop een door den heer jbr. De Jonge (werkend lid van „Pulchri") geschilderd stuk aan, voorstellende de werkzaamheden in het Duin, waarby op den achtergrond zich vertoont de in 1897 ingewyde loods voor de arbeiders en de door den beer Klatte ge schonken opzichterswoning. Op een zilveren plaat was aangebracht de opdracht der com missie aan haar voorzitter 18681898. Ook van andere zyue werd de heer Du Tour gehuldigd. Het flottieljevaartuig „Sitoga," onder bevel van den luitenant ter zee der 1ste klasse G. F. Tydeman, is 21 dezer Kaap St.-Vincent gepasseerd. Het stoomschip Achilles", van Amster dam naar Batavia, arriveerJe 21 December te Liverpool; de „Prinses Sophie," van Amster dam naar Batavia, vertrok 22 Dec. van Genua; de „Reichstag" vertrok 21 Dec. van Mombassa naar Vlissingen en Hamburg; de „Lomook" arriveerde 22 Dec. van Amsterdam te Batavia; de „Prins Willem IV" vertrok 22 Dec. van Nieuw-York naar West Indiö. Leimuiden. Voor de verkiezing van kerke- raadsleden alhi.-r by de Hervormde Gemeente was er op Woensdag 21 Dec. een meer dan gewone belangstelling. De diaken N. v. d. Wal en de ouderling H. C. De Ryk werden zoo goed als met algemeene stemmen herkozen. 25 stemmers waren opgekomen. Noordwyk. Gisteren werd, in tegenwoordig heid van het plaatseiyk bestuur van de Noord en Zuid-Hollandscbe Reddingmaatschappy en van den inspecteur dier nuttige instelling, de nieuwe reddingboot voor het station Noordwyk- aan-Zee ^beproefd. |De nette, uit teakhout vervaardigde boot bleek uitmuntend zee te bouwen en volgens het bericht van de be manning was zy ook in de behandeling zeer g09d bevallen. Ocgstgeest. Met ingang van 1 Januari a. s. is benoemd tot ambtenaar ter secretarie alhier de heer A. Van den Toorn, van Hazers- woude. Tentoonstellingen. Lakenhal. Het is oen door velen erkend feit, dat do tentoonstellingen, in de laatste jaren in de Lakenhal al bier gehouden, langzamerhand by hetpuLliek een weinig burgerrecht begonnen te verkrygen; z(J werden toch met toenemende belangstelling bezocht. Een wensch, dikwerf geuit, om deze nuttige exposities te doen voortbestaan, werd door de vele daaraan ver ton Jen bezwaren tot nu toe met verwezen lijkt, hoewel velen oDzer sladgenooten hun ophouden ten zeerste betreurden. Het is ons daarom dubbel aangenaam te kunnen mede- deelen, dat dezer dagen pogingen worden aangewend om een VereeDiging te 6tichten, met htt doel om tydelyke tentoonstellingen op het gebied van kunst en kunstnyverheid te houden. Het nut van tentoonstellingen, vooral van voortbrengselen der kun6tnyver- heid, is veel grooter dan menigeen opper vlakkig meent. Het zien en vergelijken der geestesvoortbrengselen van anderen geeft aansporing tot het vormen van eigen, nieuwe denkbeelden, waarby vooral oen drang tot het scheppen van hoogere, schoonera qualiteiten zal ontstaan. Dit is van het grootste nut, niet alleen voor den hoog-ontwikkelde, doch ook voor den gewonen werkman, die in het een of ander vak op het gebied der kunst ny verheid werkzaam is. Voor hem is zien: leerenen welk een gelegenheid tot het opdoen van een schat van kennis, smaak en kunstzin wordt met dergelyke tentoon stellingen voor hem geopend I Niet minder zijn de beeldende kunsteo van grooten Invloed op onzen smaak en kunstont wikkeling. Het herbaalde malen met aandacht beschouwen van voort r ngselen op dit gebiod moet ongetwyfeld leiden tot het scherper onderscheiden van goed en slecht, en daarvan zal ten slotte het gevolg zyn, dat, niet alleen voor kunBt in het dagelyksch leven, maar ook voor bevrediging van meer ontwikkelden smaak steeds hooger eischen zullen worden gesteld. En dèt moet toch eigeniyk de prikkel zyn, waardoor elk kunstenaar, onverschillig op welk gebied, aangespoord zal worden tot bet scheppen van steeds voornamer arbeid, niet alleen voor het salon, maar ook voor de huiskamer. Dat dit resultaat niet dadeiyk zal bereikt worden...., wie zal het ook verwachten? Maar ongetwyfeld zal de nuttige invloed zich spoediger doen gelden dan wellicht wordt vermoed, en daarom mag deze krachtige opwekking ter ondersteuning van de pogingen tot het houdeu van dergelyke tentoonstel lingen hier ter stede niet achterwege biyven. De gelegenheid, om van belangstelling voor dit DUttige doel te doen blyken, zal weldra opengesteld worden. Dezer dagen zullen circu laires met ruimere omschrijving van het voorgenomen plan worden verspreid, en zullen in den loop dc-r volgende week inteekenlyston circuleeren. Voor hen, die onverhoopt geen circulaire mochten hebben ontvangen en toch belang stellen in haar inhoud, zyn exemplaren daarvan aan ons bureel verkrygoaar. TWEEDE KADER. By de afdeeling Spoorwegen der Staats- begrooting drong de heer Z{jlm<i aan op betere verkeersregeling tusschen Groningen on Leeuwarden. Vooral had hy het oog op achooltreinen. De heer Van der Zwaag bepleitte lotsver betering voor de spoorwegwachterossen en betere verlichting van de spoorwegwaggons. De heer Smeengezich aansluitende by dit laatste, drong o. a. aan op lagere tarieven voor vervoer van landbouw. De Minister van Waterstaatde verschillende sprekers beantwoordende, belooft, hoewel h(J de spoorwegmaatschappyen niet daartoe kan verplichten, te zullen aandringen op uitbreiding van het verkeer, meer speciaal om voor markt- en schoolbezoek eenige meerdere treinen te laten loopen. Waar 't zulke groote belangen betreft, hoopt hy te zullen slagen. Voorts merkt de Minister ten aanzien van de ge maakte bedenkingen op, dat het verkeer tusschen Sauwerd en Roode6chool re ds aan- merkeiyk verbeterd is. Voor veruetering van het station te Haarlem is opdracht gegeven tot het opmaken van een eenvoudiger plan als dat, ten vorigen jare gemaakt, waaroy de kosten op 3'/% millioen werden geraamd. De Minister hoopt spoedig te slagen. Do loousregeling valt buiten 's Ministers uevoegd heid, niet de regeling van de üiensttyden. Een wyziging van de bestaande bepalingen, om een einde te maken aan de waarlyk over matige diensttyden, acht de Minister uringend noodig en zal daD ook spoedig verschynen. Waar het voormalige Rynspoorwegpersoneel meent in zyn rechten te worden verkort, kan het zich tot den rechter wenden. Hoewel de verlichting van de waggons, vergeleken by het buitenland, nog zoo slecht niet is, zal deze zaak niet uit het oog worden verloren. Trouwens, alle klachten over de spoorweg regeling laat de Minister door den Raad van Toezicht onderzoeken. Aan den heer Smidt antwoordt do Minister dat niets zal worden nagelaten om den Noord- ooster-Locaalspoorweg zoo spoedig mogeiyk aan te leggen, en ten aanzien van de richting zal ook gelet worden op de adviezen van de belanghebbende plaatselyke besturen. Aan de hand van zyn nota bepleitte de heef Fokker reorganisatie van de KamerB van Koophandel. De heer Dobbelman sloot zich daarby aan. Ook de Minister erkende de noodzakelykheid van reorganisatie ia 't belang der kiesrecht regeling, uitbreiding van de bevoegdheid der Kamers en ter voorziening in de behoefte aan centrale handelsvertegenwoordigiog. Hy behoudt zich echter nadere bestudeering voor. 't Overleg is nog niet geëindigd, vandaar, dat de Minister zich op dit oogenblik niet over plannen te dezer zake kan uitsprekeD. Aan den wensch van den heer Bastert, om het Meteorologisch Instituut te brengen onder da universiteit te Utrecht, kan de Minister niet voldoen. By art. 178 (subsidie Vereeniging „Het Buitenland" f 4500) betreurt de heer Mutsaers de verlaging van de subsidie met f 500 met het oog op het nut van deze Vereeniging voor onze industrie, speciaal ook voor die van Tilburg. De Minister brenge de subsidie weder op f 5000. De heer Kerditjk ondersteunt dit advies, met het oog op het belang, dat wy hebben by de vermeerdering van onze handelsrelatiën in het buitenland, biykens het verslag van oe Vereeni ging zoozeer bevorderd. Artt. 178 en 179 worden goedgekeurd. By art. 180 (Parysche wereldtentoonstelling f 167,300) stellen de heeren Van Bylandt (Apeldoorn), PvjUersent KrapBastert en Kolk man voor dit art. met f 25,000 te verminde ren, aangevraagd voor het „zoogenaamde landbouwbeeld". De heer Bastert licht dit amend, toe; de Kamer heeft f 300,000 als maximum toegestaan en dit mocht niet worden overschreden; maar nu men toch meer uit geeft, beperke men het meerdere tot het nooJige en deze f 25,000 zyn niet noodzakeiyk. De heer Van Kempen stelt voor den post met f 67,300 te verminderen. De industrie heeft by de verleende subsidie niet het minste belang De Voorzitter verzoekt den spr. niet over de reeds toegestane subsidie te spreken. De heer Van Kempen toont dan aan, dat de industrie er geen belang by heeft f 67,300 naeer te geven; heeft men iets te vortoonen, dan zal de industrie er zelf voor zorgen; voor het onderwys heeft het geen belang te toon n wat wy doen; voor de sociaal oeconomische belangen is het overbo ig; men georuike het gold liever tot verbetering van den toestand, die nu niet rooskleurig genoeg is, om hem aan het buitenland te toonen. Zoo is bet ook met den landbouw; paarden en vee komen de vreem Jelingen toch by ons koop^n. Een expositie voor de visschery en waterstaat en de topographische inrichting zyn artikelen van weelde by onzen financiëelen toestand. De heer Meesters stelt een vermindering voor met f 47,300. Hy is bet met de vorige sprekers eens. Alleen voor de paarden en het vee wil spr. f 20,000 behouden boven de toegestane f 300,000. Hy weerlegt de bezwaren op dit punt. Hoe mooilyker men het ons maakt ons vee uit te voeren, des te grooter is ons belang ait langs andere wegen te be vorderen. De heer Zijlma acht de f 25,000 voor het landbouwbeeld niet noodig. Spr. wilde de in zonding liefst bepalen tot paarden; met het vee kunnen wy wel wegbiyven; en voor zuivelpro meten is de inzeniing niet noodig. Alleen dus voor de pa&rden is een groote Inzending, vooral in Frankryk, aan te bevalen. Er is f 300,000 toegestaan voor industrie tn landbouw en nu is er voor laDdbouw geen geld of het moet er extra by? Dat keurt spr. af en hy rekent er op, dat de Regeering o< k zonder verhooging voor een goede paar Je; - zending zal zorgen. De heer PijUersen is het met den vorigen spr. eens. Hy zal voor het amend.-Van Kem pen stemmen, omd^t men toch te Parys geen volledige Ned. afdeeling krygt, maar allerlei groepsgewijze inzendingen in de afdeelingen van alle Ryken. De beteekenis van de iozenuing is daaruoor verminderd. Daarenboven, waar in Frankryk is uitga- maakt, dat het namaken van alle inventièn geoorloofd is, zoo de inzender geen fabriek In Frankryk bezit, zullen veel inzenders hui veren bun vindingen in te zenden en aan namaak bloot te stellen. In elk geval wil spr. onze uitgaven voor Parys bepalen tot de 3 ton van Nederland en 2 ton van Indiö. Do heer Veegens ziet alleen in het amende ment-Van Kempen een principe. De Kamer is aan 3 ton gebonden; maar Vereer ga men niet; de som was als maximum voor gedragen, zelfs voor Nederland en Indiö samen; men heeft nu op de Ind. begrooting toch 2 ton gebracht; en nu is men tot million gekomen. Spr. acht het ongewer.scht Dog verder te gaan, de Kamer houde zich aan het maximum; de Regeering wete, dat ook later geen verhooging door de Kamer zal worden toegestaan. De heer Conrad meent, dat hier misver stand beersebt. De centrale commissie ver schaft voor de 3 ton: gratis ruimte aan de inzenders; decoratie, toezicht, schoonhouden, vervo.r naar de tentoonstelling en bewaring van kisten, enz.; ieder, die wil inzenden ook de landbouw kan op deze voorwaarden zich aanmelden. Maar wie zal nu het „onder wys" inzenden? Daarvoor is een collectie als inzending noodig; vooral het teekenonderwys is zoo belangryk. Voor paarden en vee geLfc hetzelfde; er moet een algemerne inzending zyn; evenzoo van waterstaat, oorlog, enz. Do Industrie is gebaat; zy wordt uit de 3 ton betaalJ, maar voor de collectieve inzen- cingen biyft geen geld over om een juist beeld te geven van ons land op verschillend gebied. De Minister van Binnenl. Zaken ontkent, dat de Kamer, in 1896 de 3 ton toestaande, de Regeering aan die som bond; ho9 kon de Kamor andere onlangs 2 ton meer toestaan voor koloniën Neen, men raamde 3 ton, maar kon geen juist cyfer bepalen; men hechtte niet zoozeer aan het cyfer, maar wilde, dat we goed voor den dag zouden komen. En dat blykt niet wel te bereiken met de 3 ton Wil de Kamer nu niets meer geven, dan moet het met de drie ton gedaan worden; de 3 ton moeten rente opbrengen en dan geeft de Minister nog liever 4 ton om goel, dan 3 ton om half voor don dag te komen. De Minister zet nader, op het voetspoor van den heer Conrad, uiteen, dat de drie ton voor het decoreeren en houden van toezicht ovcT de geheele inzending, alles omvattend, moeten dienen. Ma ir juist waar men een groepsgewyza tentoonstelli g krygt, is het van te meer bolang, dat wy byv. in de afd. landbouw goed uitkomen; de Minister heeft liever geen dan een armzalige landbouwinzending, waar voor we ons moeten schamen; vooral op de btteekenis onzer inzenJing van paar en en vee laat de Minister het licht vallen. En wat het landbouwbeeld betreft, bet zal het do 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1