N°. 11913
Zaterdag 24 December.
A0. 1898
<§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT J
Voor Leiden por 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
t 1.10.
1.40.
0.05.
PRUS DER ADVERTENTEKN:
Van 1—6 re gel 8 f 1.05. Iedere regel meer/" 0.17J. Grootera
lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Vit nonuiicr bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 23 December.
De leerlingen van de Burgerzangscbool van
den heer C. B. Duyster gaven gisteravond in
de goedbezctte Stadszaal ook hun jaarlyksche
uitvoering.
Zooals in de laatste jaren meer gebruike
lijk was, bloven de opgekomen familiebetrek
kingen der leerlingen en verdere belangstel
lenden ook thans bespaard voor de oefeningen
in solfèges, enz., ipaar werd nu dadelijk be
gonnen met Worp'6 „Vacantia", een cantate
in drie deelen voor koor met strijkorkest en
piano bewerkt aoor den directeur. Al de leer
lingen deden daaraan mee en de geheele
eerste afdeeling werd er door in beslag ge
nomen. Zoowel de koren als de solo, de laatste
voorgedragen ook door een leerlinge der school,
vonjen veel bjjval, wat niet te verwonderen
is, want er werd aardig gezongen en do
compositie zelve mocht bovendien een geluk
kige keuze genoemd worden.
De hoogere klassen brachten Psalm XXIII:
„Der Herr is mein Hirt", van Woldemar
Bargiel, „Ave Maria", van Johannes Brahms,
„Noël", van Ch. Gounod, en „Lied en Lente",
van Richard Hol, ten gehoore.
Dit geschiedde, ook wat de soli betreft,
wederom op zulk een wijze, dat alvorens
tot het laatste nommer werd overgegaan
de heer G. Japikse het platform betrad en,
meenende uit naam van alle aanwezigen te
spraken, den heer Duyster en den leerlingen
hulde en dank bracht, tevens wijzende op
de moeite, zorgen, toewijding en het geduld,
welke van den oirecteur vereischt werden om
met zulk lastig goedje, als er onder de jeugdige
leerlingen schuilt, een resultaat te verkrijgen
als ook thans was behaald. Spr. hoopto
daarom, dat de school cie terecht het
Leidsche burgerrecht heeft verkregen zich
steeds in een tloeienden toestand zou mogen
blijven verbeugen, welke wensch met fanfares
en toejuichingen werd beantwoord.
De „Oranje Nassau-Cantate" van Cath. Van
Bennes (gedicht van J. D. C. Van Dokkum),
uitgevoerd tijdens de Haagsche inhuLigings-
feesten door Haagsche kindereu op een morgen
in den tuin van het paleis en waarvoor
Koningin Wilhelmina toen Hare bijzondere
tevredenheid betuigde, besloot don avond. Ook
deze compositie voor meerstemmig koor was
door don heer Duyster met strijkorkest en
piano bewerkt.
Onder veel aandacht werd ze gevolgd en
wegens de afwisseling, welke er in voorkomt,
sprak ze tot iecereen. Vooral de slotzang
met het „Wilhelma van Nassouwe" maakte
blijkbaar diepen indruk. Zeer luid waren de
bijvalsbetuigingen, welke er op volgden.
De heer Duyster heeft andermaal getoond,
dat zijn school er eene is, welke met eere
onder de bier bestaande instellingen mag
genoemd worden. Aan verderen krachtigen
steun zal het hem daarom zeker niet ontbreken.
Bedankt is voor de beroepen naar Oude
en N.-Wetering en naar Poederoyen door den
heer H. C. Briët, cand. te Leiden.
De minister van financiën maakt bekend,
dat hij uit Leiden ontvangen heeft f 45, ter
voldoening van te weinig betaalde vermogens
belasting.
De vijf-en twintigste jaargang van G.
Dirkzwager M zoon's „Maassluis and Hoek
van Holland, Guide to the New-Waterway
for 1899," is by den uitgever G. B. 't Hooft,
te Rotterdam, verschenen. Het net uitgevoerde
werkje bevat, onder meer, afbeeldingen van
het Noorderhoofd van den Nieuwen Waterweg
uit zee gezien, van de plaats van lossen en
laden van ontplofbare stoffen te Rozenburg,
een gezicht op het Noorderhoofd van de land
zijde, van de zelfregistreerende peilschaal aan
het Noorderhoofd, een afbeelding van het
seintoestel, waaraan de seinen betreffende de
diepte in den Waterweg worden geheschen,
afbeeldingen van de sluis te Nieuwersluis en
de Botlek, benevens vijf uitslaande, keurig
afgewerkte kaarten, alle op den Nieuwen
Waterweg betrekking hebbende. Vooral op
merkelijk is kaart D, die een duidelijk over
zicht geeft van de verschillende lichten, tonnen
sn banken aan de Nederlandsche kust van
Walcheren tot benoorden den Hoek van Hol
land, met het voor de vaart naar den Nieuwen
Waterweg zoo nuttige lichtschip „Maas".
Kaart E geeft een afbeelding der telephoon-
geleiding ten dienste van Schiedam, Vlaar-
dingen, Maassluis en Hoek van Holland in
aansluiting met Rotterdam en andere plaatsen.
Genoemd werkje geeft ook een overzicht
van de ver etering van den Nieuwen Waterweg
en de gemiddelde aiepte daarin met hoog
water, o. a. in 1878 46 decimeter en in 1898
100 decimeter.
Het werkje bevat een merkwaardig over
zicht betreffende de wording en hst groote
nut van den Nieuwen Waterweg, door cijfers
gestaafd, waario onder meer wordt vermeld,
dat in 1847 coor het Voornsche Kanaal 3043
schepeD, metende 1,433,357 MJ., passeerden,
terwijl in 1896 12.4S4 zeil- en stoomschepen
den Nieuwen Waterweg passeeroen, metende
28,656,774 M\; tovens bevat het de getytafols,
de signalen van dag en nacht voor de diepte
op het droogste gedeelte, tarief van tele
grammen, van oroogcokken, van havengelden
to Maassluis en te Rotterdam, van sleep- en
loodsgelden, tafel van reisvergoeding der
loodsen, waaruit tevens blykt, dat Rotterdam
een der minst kostbare en gemakkelijkst te
bereiken havens van de Noord-Westkust van
Europa is, waar thans schepen van zeer
grooton diepgang zelfs in de strengste winters
zonder noemenswaaruigen last van ijs kunnen
binnenkomen, en verder al hetgeen voor hen,
die den tbana zooveel verbeterden Nieuwen
Waterweg bevaren of daarmede in betrekking
staan, van nut kan zijn.
H.H. M M. de Koningin en de Koningin-
Moeder en H. K. H. de Prinses Yon Wied
hebben Here deelneming doen betuigen aan
mevrouw de douairière De Brauw en kindereD,
in het smartelijk verlies, geleoen door het
afsterven van jhr. mr. W. M. De Brauw,
oud-Commissaris der Koniogin van Zeeland.
H. M. de Koningin heeft Z. D. H. Mgr.
F. A. H. Boermans, bisschop van Roermond,
gisteren ter gelegenheid van den zestigsten
verjaaroag zijner Priesterwijding benoemd tot
commandeur oer orde van Oranje-Nassau.
Van de gisteren in het bisschoppelijk paleis
gehouden receptie werd door tul van autori
teiten en particulieren gebruik gemaakt. Het
aantal telegrammen, brieven en kaartjes,
dat inkwam, was ontelbaar.
Bjjna geheel Roermond prijkte in vlaggentooi.
Op uitdrukkelijken wensch van Z. D. H.
hadden overigens geen feestelijkheden plaats.
Het Museum Meermanno Westreenianum,
Prinsessegracht No. 30, te 's Gravenhage, zal
gedurende de maand Januari 1899 geopend
zijn op den 5den en 19den.
Op die dagen zijn toegangskaarten, zoowel
aan het Museum als aan de Koninkiyke
Bibliotheek (Voorbout No. 34), te verkregen.
De minister van buitenlandsche zaken
brengt ter konnis van belanghebbenden, dat
de heer B. H. De Waal, consul-generaal der
Nederlanden te Kaapstad, vóór zijn vertrek
naar de Kaapkolonie, aan het dep. van buiten
landsche zaken te spreken zal zyn op Wo^ns
dag 28 December 1898, van 10—12 uren des
voormid Jags. {Sis.- Ct.)
Volgens het „H. Dagblad" wordt de nieuw
benoemde majoor J. J. Wieringa, van het 3de
reg. infanterie, overgeplaatst by het 7de reg.
en belast met het bevel over het 5de bataljon
te Naarden.
De minister van oorlog heeft bepaald,
dat voortaan bij het afnemen van het examen
voor toelating tot de cursussen in de ver-
schillendo garnizoenen aan alle adspiranten
op betzelfde uur het examen zal worden
afgenomen en dat daarbij aan alle adspiranten
dezelfde vragen zullen worden gesteli. Dit
geschiedt om meer gelijkmatigheid te verkry
gen in de wijze van toelating.
Ter vereenvoudiging van de militaire
dienstcorrespondentie heeft de minister van
oorlog bepaald, dat de verschillende stukken,
waarvan de indiening geen of althans zeer
weinig nut heeft, voortaan niet meer behoeven
ingediend te worden.
Gisterochtend vervoegde zich te 's-Graven-
hage een deputatie uit de Duincommissie,
bestaande uit de heeren mr. W. Th. Gevers
Deynoot, W. A. Smit en jbr. mr. J. A. De
Jonge, by den heer Du Tour van Bellinchave,
by gelegenheid, dat het dertig jaar geleden
was, dat deze, door de algemeene armenver
gadering benoemd, zitting had genomen in
de Duincommissie. De heer Gevers Deynoot
herinnerde aan het vele, dat de heer Du Tour
van Bellinchave voor de commissie heeft
gedaan, en schreef den bloei, waarin de vereeni-
ging zich mocht verheugen, toe aan den zede-
lyken en moreelen steun, door den heer Du
Tour van Belliachave daaraan geschonken.
Namens de Duincommissie bood de heer Gevers
Deynoot daarop een door den heer jbr. De
Jonge (werkend lid van „Pulchri") geschilderd
stuk aan, voorstellende de werkzaamheden
in het Duin, waarby op den achtergrond
zich vertoont de in 1897 ingewyde loods voor
de arbeiders en de door den beer Klatte ge
schonken opzichterswoning. Op een zilveren
plaat was aangebracht de opdracht der com
missie aan haar voorzitter 18681898.
Ook van andere zyue werd de heer Du
Tour gehuldigd.
Het flottieljevaartuig „Sitoga," onder
bevel van den luitenant ter zee der 1ste klasse
G. F. Tydeman, is 21 dezer Kaap St.-Vincent
gepasseerd.
Het stoomschip Achilles", van Amster
dam naar Batavia, arriveerJe 21 December te
Liverpool; de „Prinses Sophie," van Amster
dam naar Batavia, vertrok 22 Dec. van Genua;
de „Reichstag" vertrok 21 Dec. van Mombassa
naar Vlissingen en Hamburg; de „Lomook"
arriveerde 22 Dec. van Amsterdam te Batavia;
de „Prins Willem IV" vertrok 22 Dec. van
Nieuw-York naar West Indiö.
Leimuiden. Voor de verkiezing van kerke-
raadsleden alhi.-r by de Hervormde Gemeente
was er op Woensdag 21 Dec. een meer dan
gewone belangstelling. De diaken N. v. d. Wal
en de ouderling H. C. De Ryk werden zoo
goed als met algemeene stemmen herkozen.
25 stemmers waren opgekomen.
Noordwyk. Gisteren werd, in tegenwoordig
heid van het plaatseiyk bestuur van de Noord
en Zuid-Hollandscbe Reddingmaatschappy en
van den inspecteur dier nuttige instelling, de
nieuwe reddingboot voor het station Noordwyk-
aan-Zee ^beproefd. |De nette, uit teakhout
vervaardigde boot bleek uitmuntend zee te
bouwen en volgens het bericht van de be
manning was zy ook in de behandeling zeer
g09d bevallen.
Ocgstgeest. Met ingang van 1 Januari
a. s. is benoemd tot ambtenaar ter secretarie
alhier de heer A. Van den Toorn, van Hazers-
woude.
Tentoonstellingen. Lakenhal.
Het is oen door velen erkend feit, dat do
tentoonstellingen, in de laatste jaren in de
Lakenhal al bier gehouden, langzamerhand by
hetpuLliek een weinig burgerrecht begonnen te
verkrygen; z(J werden toch met toenemende
belangstelling bezocht. Een wensch, dikwerf
geuit, om deze nuttige exposities te doen
voortbestaan, werd door de vele daaraan ver
ton Jen bezwaren tot nu toe met verwezen
lijkt, hoewel velen oDzer sladgenooten hun
ophouden ten zeerste betreurden. Het is ons
daarom dubbel aangenaam te kunnen mede-
deelen, dat dezer dagen pogingen worden
aangewend om een VereeDiging te 6tichten,
met htt doel om tydelyke tentoonstellingen
op het gebied van kunst en kunstnyverheid
te houden. Het nut van tentoonstellingen,
vooral van voortbrengselen der kun6tnyver-
heid, is veel grooter dan menigeen opper
vlakkig meent. Het zien en vergelijken der
geestesvoortbrengselen van anderen geeft
aansporing tot het vormen van eigen, nieuwe
denkbeelden, waarby vooral oen drang tot het
scheppen van hoogere, schoonera qualiteiten
zal ontstaan. Dit is van het grootste nut,
niet alleen voor den hoog-ontwikkelde, doch
ook voor den gewonen werkman, die in het
een of ander vak op het gebied der kunst
ny verheid werkzaam is. Voor hem is zien:
leerenen welk een gelegenheid tot het
opdoen van een schat van kennis, smaak
en kunstzin wordt met dergelyke tentoon
stellingen voor hem geopend I
Niet minder zijn de beeldende kunsteo van
grooten Invloed op onzen smaak en kunstont
wikkeling. Het herbaalde malen met aandacht
beschouwen van voort r ngselen op dit gebiod
moet ongetwyfeld leiden tot het scherper
onderscheiden van goed en slecht, en daarvan
zal ten slotte het gevolg zyn, dat, niet alleen
voor kunBt in het dagelyksch leven, maar
ook voor bevrediging van meer ontwikkelden
smaak steeds hooger eischen zullen worden
gesteld. En dèt moet toch eigeniyk de prikkel
zyn, waardoor elk kunstenaar, onverschillig
op welk gebied, aangespoord zal worden tot
bet scheppen van steeds voornamer arbeid,
niet alleen voor het salon, maar ook voor de
huiskamer.
Dat dit resultaat niet dadeiyk zal bereikt
worden...., wie zal het ook verwachten?
Maar ongetwyfeld zal de nuttige invloed zich
spoediger doen gelden dan wellicht wordt
vermoed, en daarom mag deze krachtige
opwekking ter ondersteuning van de pogingen
tot het houdeu van dergelyke tentoonstel
lingen hier ter stede niet achterwege biyven.
De gelegenheid, om van belangstelling voor
dit DUttige doel te doen blyken, zal weldra
opengesteld worden. Dezer dagen zullen circu
laires met ruimere omschrijving van het
voorgenomen plan worden verspreid, en zullen
in den loop dc-r volgende week inteekenlyston
circuleeren.
Voor hen, die onverhoopt geen circulaire
mochten hebben ontvangen en toch belang
stellen in haar inhoud, zyn exemplaren daarvan
aan ons bureel verkrygoaar.
TWEEDE KADER.
By de afdeeling Spoorwegen der Staats-
begrooting drong de heer Z{jlm<i aan op betere
verkeersregeling tusschen Groningen on
Leeuwarden. Vooral had hy het oog op
achooltreinen.
De heer Van der Zwaag bepleitte lotsver
betering voor de spoorwegwachterossen en
betere verlichting van de spoorwegwaggons.
De heer Smeengezich aansluitende by dit
laatste, drong o. a. aan op lagere tarieven
voor vervoer van landbouw.
De Minister van Waterstaatde verschillende
sprekers beantwoordende, belooft, hoewel h(J
de spoorwegmaatschappyen niet daartoe kan
verplichten, te zullen aandringen op uitbreiding
van het verkeer, meer speciaal om voor
markt- en schoolbezoek eenige meerdere treinen
te laten loopen. Waar 't zulke groote belangen
betreft, hoopt hy te zullen slagen. Voorts
merkt de Minister ten aanzien van de ge
maakte bedenkingen op, dat het verkeer
tusschen Sauwerd en Roode6chool re ds aan-
merkeiyk verbeterd is. Voor veruetering van
het station te Haarlem is opdracht gegeven
tot het opmaken van een eenvoudiger plan
als dat, ten vorigen jare gemaakt, waaroy
de kosten op 3'/% millioen werden geraamd.
De Minister hoopt spoedig te slagen. Do
loousregeling valt buiten 's Ministers uevoegd
heid, niet de regeling van de üiensttyden.
Een wyziging van de bestaande bepalingen,
om een einde te maken aan de waarlyk over
matige diensttyden, acht de Minister uringend
noodig en zal daD ook spoedig verschynen.
Waar het voormalige Rynspoorwegpersoneel
meent in zyn rechten te worden verkort, kan
het zich tot den rechter wenden. Hoewel de
verlichting van de waggons, vergeleken by
het buitenland, nog zoo slecht niet is, zal
deze zaak niet uit het oog worden verloren.
Trouwens, alle klachten over de spoorweg
regeling laat de Minister door den Raad van
Toezicht onderzoeken.
Aan den heer Smidt antwoordt do Minister
dat niets zal worden nagelaten om den Noord-
ooster-Locaalspoorweg zoo spoedig mogeiyk
aan te leggen, en ten aanzien van de richting
zal ook gelet worden op de adviezen van de
belanghebbende plaatselyke besturen.
Aan de hand van zyn nota bepleitte de
heef Fokker reorganisatie van de KamerB van
Koophandel.
De heer Dobbelman sloot zich daarby aan.
Ook de Minister erkende de noodzakelykheid
van reorganisatie ia 't belang der kiesrecht
regeling, uitbreiding van de bevoegdheid der
Kamers en ter voorziening in de behoefte
aan centrale handelsvertegenwoordigiog. Hy
behoudt zich echter nadere bestudeering voor.
't Overleg is nog niet geëindigd, vandaar, dat
de Minister zich op dit oogenblik niet over
plannen te dezer zake kan uitsprekeD. Aan
den wensch van den heer Bastert, om het
Meteorologisch Instituut te brengen onder da
universiteit te Utrecht, kan de Minister niet
voldoen.
By art. 178 (subsidie Vereeniging „Het
Buitenland" f 4500) betreurt de heer Mutsaers
de verlaging van de subsidie met f 500 met
het oog op het nut van deze Vereeniging voor
onze industrie, speciaal ook voor die van
Tilburg. De Minister brenge de subsidie weder
op f 5000.
De heer Kerditjk ondersteunt dit advies, met
het oog op het belang, dat wy hebben by de
vermeerdering van onze handelsrelatiën in het
buitenland, biykens het verslag van oe Vereeni
ging zoozeer bevorderd.
Artt. 178 en 179 worden goedgekeurd.
By art. 180 (Parysche wereldtentoonstelling
f 167,300) stellen de heeren Van Bylandt
(Apeldoorn), PvjUersent KrapBastert en Kolk
man voor dit art. met f 25,000 te verminde
ren, aangevraagd voor het „zoogenaamde
landbouwbeeld". De heer Bastert licht dit
amend, toe; de Kamer heeft f 300,000 als
maximum toegestaan en dit mocht niet worden
overschreden; maar nu men toch meer uit
geeft, beperke men het meerdere tot het
nooJige en deze f 25,000 zyn niet noodzakeiyk.
De heer Van Kempen stelt voor den post
met f 67,300 te verminderen. De industrie
heeft by de verleende subsidie niet het minste
belang
De Voorzitter verzoekt den spr. niet over
de reeds toegestane subsidie te spreken.
De heer Van Kempen toont dan aan, dat
de industrie er geen belang by heeft f 67,300
naeer te geven; heeft men iets te vortoonen,
dan zal de industrie er zelf voor zorgen; voor
het onderwys heeft het geen belang te toon n
wat wy doen; voor de sociaal oeconomische
belangen is het overbo ig; men georuike het
gold liever tot verbetering van den toestand,
die nu niet rooskleurig genoeg is, om hem
aan het buitenland te toonen. Zoo is bet ook
met den landbouw; paarden en vee komen
de vreem Jelingen toch by ons koop^n. Een
expositie voor de visschery en waterstaat en
de topographische inrichting zyn artikelen
van weelde by onzen financiëelen toestand.
De heer Meesters stelt een vermindering
voor met f 47,300. Hy is bet met de vorige
sprekers eens. Alleen voor de paarden en
het vee wil spr. f 20,000 behouden boven de
toegestane f 300,000. Hy weerlegt de bezwaren
op dit punt. Hoe mooilyker men het ons
maakt ons vee uit te voeren, des te grooter
is ons belang ait langs andere wegen te be
vorderen.
De heer Zijlma acht de f 25,000 voor het
landbouwbeeld niet noodig. Spr. wilde de in
zonding liefst bepalen tot paarden; met het
vee kunnen wy wel wegbiyven; en voor
zuivelpro meten is de inzeniing niet noodig.
Alleen dus voor de pa&rden is een groote
Inzending, vooral in Frankryk, aan te bevalen.
Er is f 300,000 toegestaan voor industrie tn
landbouw en nu is er voor laDdbouw geen
geld of het moet er extra by? Dat keurt spr.
af en hy rekent er op, dat de Regeering o< k
zonder verhooging voor een goede paar Je; -
zending zal zorgen.
De heer PijUersen is het met den vorigen
spr. eens. Hy zal voor het amend.-Van Kem
pen stemmen, omd^t men toch te Parys geen
volledige Ned. afdeeling krygt, maar allerlei
groepsgewijze inzendingen in de afdeelingen
van alle Ryken. De beteekenis van de iozenuing
is daaruoor verminderd.
Daarenboven, waar in Frankryk is uitga-
maakt, dat het namaken van alle inventièn
geoorloofd is, zoo de inzender geen fabriek
In Frankryk bezit, zullen veel inzenders hui
veren bun vindingen in te zenden en aan
namaak bloot te stellen. In elk geval wil
spr. onze uitgaven voor Parys bepalen tot de
3 ton van Nederland en 2 ton van Indiö.
Do heer Veegens ziet alleen in het amende
ment-Van Kempen een principe. De Kamer
is aan 3 ton gebonden; maar Vereer ga
men niet; de som was als maximum voor
gedragen, zelfs voor Nederland en Indiö
samen; men heeft nu op de Ind. begrooting
toch 2 ton gebracht; en nu is men tot
million gekomen. Spr. acht het ongewer.scht
Dog verder te gaan, de Kamer houde zich
aan het maximum; de Regeering wete, dat
ook later geen verhooging door de Kamer
zal worden toegestaan.
De heer Conrad meent, dat hier misver
stand beersebt. De centrale commissie ver
schaft voor de 3 ton: gratis ruimte aan de
inzenders; decoratie, toezicht, schoonhouden,
vervo.r naar de tentoonstelling en bewaring
van kisten, enz.; ieder, die wil inzenden
ook de landbouw kan op deze voorwaarden
zich aanmelden. Maar wie zal nu het „onder
wys" inzenden? Daarvoor is een collectie als
inzending noodig; vooral het teekenonderwys
is zoo belangryk. Voor paarden en vee geLfc
hetzelfde; er moet een algemerne inzending
zyn; evenzoo van waterstaat, oorlog, enz.
Do Industrie is gebaat; zy wordt uit de 3
ton betaalJ, maar voor de collectieve inzen-
cingen biyft geen geld over om een juist
beeld te geven van ons land op verschillend
gebied.
De Minister van Binnenl. Zaken ontkent,
dat de Kamer, in 1896 de 3 ton toestaande,
de Regeering aan die som bond; ho9 kon de
Kamor andere onlangs 2 ton meer toestaan
voor koloniën Neen, men raamde 3 ton,
maar kon geen juist cyfer bepalen; men
hechtte niet zoozeer aan het cyfer, maar
wilde, dat we goed voor den dag zouden
komen. En dat blykt niet wel te bereiken
met de 3 ton
Wil de Kamer nu niets meer geven, dan
moet het met de drie ton gedaan worden; de
3 ton moeten rente opbrengen en dan geeft
de Minister nog liever 4 ton om goel, dan 3
ton om half voor don dag te komen. De
Minister zet nader, op het voetspoor van den
heer Conrad, uiteen, dat de drie ton voor
het decoreeren en houden van toezicht ovcT
de geheele inzending, alles omvattend, moeten
dienen. Ma ir juist waar men een groepsgewyza
tentoonstelli g krygt, is het van te meer
bolang, dat wy byv. in de afd. landbouw
goed uitkomen; de Minister heeft liever geen
dan een armzalige landbouwinzending, waar
voor we ons moeten schamen; vooral op de
btteekenis onzer inzenJing van paar en en
vee laat de Minister het licht vallen. En wat
het landbouwbeeld betreft, bet zal het do 1