N°. 1191D Woensdaa; 31 December. A0. 1098 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LEIDSCH DAfrBLAD PRIJS DEZER COURANT» Voor Lelden per 3 maanden, 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0 0.06. PEUS DER ATWMR'I'HN'I'I SHt Van 1 6 regels 1.06. Iedere regel meer f 0.17 - Grootera lettors naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend Leiden, 20 December; "Wü kunnen thans met zekerheid medo- deelen, dat het muziekcorps der d.d. schutterij in zijn gehe-1 zal blijven bestaan, daar de leden van dit corps weer tot 1 October 1899 zijn geëngageerd. Dit doet ons des te meer genoegen, omdat het corps weder op den joDgsten avond in de Stadszaal getoond heeft uitnemende krachten te bezitten. Het stoffelijk overschot van den heer M. P. Meerburg H.Czn. wordt morgen op de begraafplaats aan de Groenesteeg ter aarde bestöld. Te twaalf uren zal de lijkstoet do woning van den overledene verlaten. De jaarlljksche ledenvergadering van don Nederlandschen Schermbond zal gehouden worden op 25 Dec. alhier, terwijl na afloop in de Stads-Gehoorzaal een corpswedstrijd op degen en sabel zal plaats hebben onder mede werking der leoen van „Sparta". Te 's-Gravenhage is geslaagd voorFransch M. O. voor B, do heer A. D. J. Van 't Hooft, van Leiden. In het oude mannen- en vrouwenhuis alhier is in den ouderdom van bijna 87 jaren overleden de oud-strijder Paulus Mulder, drager ▼an het Metalen Kruis. De bü het 4de regiment infanterie in activiteit herstelde lste luit. G. Van Olden is ingedeeld by de bataljons, te Leiden in garnizoen. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft Zaterdag 11. in de kapel van het seminarie te Warmond de wyding van het sub-diaconaat toegediend aan de eerw. heeren Adrianus Hollenberg, Desiderius Engelbertus Zurlohe, Petrus Henricus Wytenburg, Gysbertus Joannes Van Oostwaard, Matthaeus Wilhelmus Alberlus Wytenburg, Wilhelmus Borsbooro, Matthaeus Joannes Josephus Kammers, Ignatius Josephus Maria Meyer, Henricus Theodorus Bouters, Laurentius Theodorus Mulder, Laurentius Jacobus Willenborg, Joannes Franciscus Hen ricus Root, Adrianus Joannes Melkert, Jacobus Alphonsus Maria Heyne, Jacobus Hubertus Juffermans, Leonardus Jacobus Joannes Smeele, Antonius Henricus Bührs, Petrus Joannes Antonius Van der Cammen en Andreas Joannes Hendrikx, en do wyding van het H. diaconaat aan de eerw. heeren Henricus Joannes Maria Koevoets, Jacobus Wilhelmus Van der Wal, Cornelius Petrus Maria Van Erven Dorens, Josophus Petrus Paulus Bomans, Joannes Cornelius Vasse, Gerardus Hermanus Eengs, Theodorus Antonius Josephus Maria Vlek, Joannes Antonius Bernardus Maria Van Blaricum, Petrus Gerardus Groenen, Joannes Henricus Hermanus Saulenn en Alexander Eduard Carolus Hüf. De ter-aarde-bestelling van het stoffeiyk overschot van jhr. mr. W. M. De Brauw, oud- Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland, zal geschieden a. s. Donderdag op de Algemeene Begraafplaats te's-Gravenhage. De stoet zal om twaalf uren het sterfhuis verlaten. De Staatscommissie voor het Internatio naal Privaatrecht heeft Zaterdag jl. te's-Gra venhage aan het Departement van Justitie een langdurige vergadering gehouden, onder voorzitterschap van den Staatsraad mr. T. M. C. Asser. Naar men verneemt, zyu thans de vyftien mogendheden, die het Haagsche verdrag van 14 November 1896 omtrent Internationaal procesrecht gesloten hebben, alle, met uitzondering alleen van Rumenië en Spanje, bereid en in staat tot de ratificatie van het verdrag over te gaan. (De Fransche Kamer heeft Zaterdag 10 dezer het verdrag goedge keurd). In Rumenië moet alleen de Senaat het verdrag nog in behandeling nemen; in Spanje is de parlementaire goedkeuring door den oorlog vertraagd. Men mag nu verwach ten, dat de ratificatie weldra zal plaats hebben. De uitnooaiging tot de derde Conferentie, in het najaar van 1899 te 's Gravenhage te houden, is overal gunstig ontvangen en door een aantal Staten reeds officiëel aangenomen. Te gelyk met die uitnoooiging was door de Ned6rlandsche Regeering het ontwerp eener internationale regeling van het huweiyksrecbt, het erfrecht en het voogayrecht (opgenomen in htt Oranjeboek, dat onlangs werd open baar gemaakt) aan de andere regeeringen medegeoeeld en daarby tevens kennis gegeven van de instelling der Nederlandsche Staats commissie. Terwyi drie Staten (Frankryk, België on Rusland) op het voorbeeld van Nederland eveneens Staatscommis6iën hebben ingesteld, die zich met het onderzoek van het ontwerp bezighouden, hebben twee mogendheden (Duitschland en Spanje) reeds breedvoerige memoriën ingezonden, waarin, onder verkla ring van instemming met de hoofdbeginselen, een aantal wyzigingtn worden voorgesteld met betrekking tot de onderdooien. Het voornemen bestaat, om, nadat ook van de andere mogendheden soortgelijke stukken zullen zyn ingekomen, een algemeen over zicht van alle voorgestelde wyzigingen te doen vervaardigen, ter kennis van alle aan de Conferentie deelnemende mogendheden te brengen en, met toestemming dier mogend heden, openbaar te maken voordat de derde Conferentie gehouden wordt. Volgens een mededeeling van mr. A. J. F. Fokker in de „Zier. NboJe" heeft zich nu een commissie gevormd, bestaande uit de heeren mr. J. A. Bolle en B. G. Van der Have, leden der Staten van Zeeland; J. A. Legemaat, lid van den Gemeenteraad van Zitriksee en secretaris van Ouwerkerk en Nieuwerkerk; A. H. W. Van der Vegt, ingenieur, mr. Fokker zelvon en vermoedelyk ook den heer Van Buren, burgemeester van Brouwershaven. Deze commissie zal htt noodige doen, om te trachten de opheffing der rechtbank te Zieriksee te voorkomen. Het „H. Dagbl." verneemt, dat dr. J. Van Delden, conrector aan het gymnasium te Nymegen, in het volgend jaar eervol ont slag uit die betrekking zal vragen. Mej. Esser, directrice der ziekenverple ging aan de Prinsengracht te Amsterdam, heeft geruimen tyd geleden haar ontslag ver zocht, hetwelk haar is verleend. Als haar opvolgster is benoemd gravin Van Bylandt, directrice van het diakonessenhuis te Utrecht, die dezer dagen in functie treedt. Thans is ook het oordeel van den opper rabbyn L. Wagenaar, te Arnhem, door hem geschreven over de Israël, sectescholen, aan den druk toevertrouwd. Het is op geiyke lijn te stellen met het oordeel, vroeger door zyn ambtgenooten A. Van Loen en dr. B. Ritter te Groningen en te Rotterdam uitgesproken. Verwaarloozing van het godsdienstonderwys door den weinigen tyd dien de openbare school overlaat, daarop komt het schryven neer. Het feit, dat veel Israëlietische ouders hun kinderen naar Christen-bewaarscholen zenden, heeft de aandacht van orthodoxe Israëlieten getrokken, die meenden, dat de Israël, kleinen moesten ondergebracht worden in een school, waarin niets strydigs met hun geloof geleerd word. In Den Haag werd reeds een Israël. Fröbelschool gesticht. Hetzelfde zal, volgens het „Vad.", ook geschieden in de buurt buiten de Muilerpoort te Amsterdam. Er worden plannen beraamd voor dit belang bettre zorg te dragen. Voor eenigen tyd scheen het, dat voor de vele gediplomeerde rabbijnen hier te lande die op een rabbinalen zetel wachten, het ooganblik zou aanbreken, dat eenigen bunDer een benoeming zouden krygen. Allereerst stonden op de voordracht de verschillende ressorten, die nu ad interim worden waarge nomen, vtrvolgens 's.Gravenhage en één plaats te Amsterdam. Het blykt echter, dat verschillende ressorten zich onmachtig gevoelen een opperrabbyn te benoemen en dat zelfs Overysel, dat oen uitzicht op een benoeming gaf, het ambt ad interim zal laten waarnemen. 's-Gravenhage heeft een definitieve keuze voorloopig uit gesteld en te Amsterdam wil men de vacante plaats onbezet laten. i (Yad.) De hoer C A. ZtUoU«r, schoolopziener in het arrondissement Woerden, zal in een binnenkort te Amersfoort to houden vergade ring het onderwerp „Leerplicht" behandelen. Naar men verneemt, is tusschen belang hebbenden voor het te leveren contingent der nationale militie voor Ravenstein en de te Nymegen zetelende militieverzekering-my. ge contracteerd, dat deze maatscbappy op zich neemt de te stellen vrywilligers volgens het plan-Coolen te bezorgen tegen een vergoediüg van ƒ365 per vrywilliger. Voortaan zal het saldo te-goed op de uitrusting- en reserve rekening der onderoffi cieren en minderen, vrywilligers, weder aan de belanghebbenden worden uitbetaald tegen het einde van elk jaar. De minister van binnenlandsche zaken heeft, met ingang van 20 Dec. 1898, inge trokken zyn beschikkiDg van 4 Nov. 1898, waarby het vervoar vau herkauwende dieren en varkens vertodon is uit een kring in de gemeente Pannerden. Het „comité in zake den Waterweg" te Dordrecht heeft zich met een gemotiveerd adres tot de Tweede Kamer gewend, ten einde aan te dringen op de verbetering van het Hellegat, ten behoeve van bovengenoem- den waterweg. Werd dezer dagen het voornomen der Regeering aangekondigd, om de nieuwe post zegels van één gulden aan het gebruik te onttrekken, volgens „De Tyd" heeft dit reeds zyn beslag gekregen. Gisteren werden ten postkantore te Amsterdam aan de koopers van postz gel3 weder de oude modellen ver strekt. Inoien het waar is, zegt het blad, dat dit geschieJde ornaat do beeldenaar Hare Majesteit te oud voorstelde, dan is men nu toch in een ander uiterste vervallen, daar het kinderkopje bezwaariyk meer als een portret van de Nederlandsche Koningin kan doorgaan. Na een langdurige, slepende ziekte is de schilder Bernard M. Koldewey Zaterdag te Dordrecht, zyn woonplaats, overleden. De „Dordr. Ct." scbryft o. m. het volgende over hem: „Koldewey's eerste meester, of liever de ontaekker van zyn talent, was de heer "Vogel; daarna is hy naar de Academie te Antwerpen gegaan, maar voornamelijk is de natuur zyn meester geweest en was hy een arti6t, die onmiddellijk in de natuur zyn inspiratie zocht en die zijn werk, zyn beste werk, buiten vol tooide. „Het vorig jaar werd te München zijn werk met goui bekroond en een jaar te voren werd voor het Koninkiyk Museum te Stuttgart zyn bekend schil-ierlj „Mosselhaven te Philippine" aangekocht. „De moeste kunstliefhebbers te Dordrecht bezitten werken van zyn hand, terwyl ook in Brussel en Gent enkele van zyn werken zyn geplaatst, waaronder de indertyd zoo mooi gevonden „Le Rameur sur la Mouse". „Koldewey werd geboren 24 Nov. 1859". Het stoomschip „Gedó", van Rotterdam naar Java, arriveerde 19 Dec. te Southampton; de „Prins Frederik Hendrik", van Amsterdam naar Suriname, passeerde 18 Dec. Ouessant; do „Salafc", van Batavia naar RotterJam, vertrok 18 Dec. van Marseille; de „Statendam" arriveerde 18 Dec. van Rott-rdam te Nieuw- York; de „Oberon" anlvoerde 19 Doc. van Puebla Caramina te Ltssabon; de „Prins Alexander", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 19 Dec. van Pert Said; de „Prinses Sophie", van Amsterdao* naar Batavia, pas seerde 18 Dec. Gibraltar; de „Admiral", van Oost-Afrika naar Vlisangen en Hamburg, arriveerde 18 Dec. teJAssabon; de „Edam" arriveerde 19 Dec. van Amsterdam te Nieuw- York; de „Koning Willem I", van Amsterdam naar Batavia, vertrok lü Dec. van Perim; de „Rotterdam", van Nieuw-York naar Rotter dam, passeerde 19 Dec. Prawlepoint. Leiderdorp. Reeds een paar jaar heeft de Chr. Jongelings-Vereeniging alhier beter ge acht de gewooniyk gebruikelyke feestviering to vervangen door een taeetal iezingen. Tot nu toe moebt het gelukken uitnemende sprekers tot dat doel te lerkrygen. De eerste lezing in dezen winter zal gehouden worden op a. 8. Donderdag, 22 Dec., 's avonds te zeven uren, in het Noderl.-Herv. kerkgebouw. Alsdan zal optreden dr. F. Van Gheel Gilde- meester, predikant te 's GraveDhage. Het onderwerp, door Z.Ew. aangekondigd, is: „De erfenis der Oranjes". Voor hen, cie tot de Ned.-Herv. Gemeente to dezer plaatse be- booren, is de toegaDg geheel vry, terwyl zjj, die van elders komen, slechts tien centen als entróe betalen. Leidscliendam. De heeren A. Oppenheim, te 's-Gravenhage, en T. A. O. De Ridder, to Katwijk, hebben ook aan den Raad der ge meente Stompwyk vergunning gevraagd tot het leggen van spoorstaven in de bermen der gemeentewegen, voor een door hen aan te leggen stoomtramweg van Leüen via Leidschendam, Zoetermeer naar Hillegersberg, in aansluiting aldaar met de paardentram naar Rotterdam. TWEEDE KAMER. Onderscheidene eenvoudige wetsontwerpen zyn nog aan de orde gesteld. Besloten is, om de vergaderingen van Woensdag tot Zaterdag a.s. te 10 uren aan te vangen. Bö de voortgezette beraadslaging over da begrooting voor Financiën drong do heer Lceff asn op verplichte motiveering van de uitspraken van de Raden van Beroep, van de inspecteurs en van do commissie van aanslag in zake do vermogens- en bedryfsoelasting. De heer Druckcr besprak de hervormiug van het kadaster. Hy kwam er tegen op, dat men weder voortgaat met de hermeling, stelselloos, nu eens met medewerking der eigenaren, dan weer zonder de eigenaren daarin te kennen. Spr. wil thans geen uitvoerig ue --at. HU h trhaalt de bezwaren, dringt op de her vorming aan en wyst op de Fransche wet van dit jaar, ten betooge, dat zyn denkbeelden in deze zeer wel zyn te verwezeniyken. De heer Smcetigc achtte het onrechtvaardig tegenover de binnenlandsche schipperij, dat de bnitenlandsche schippers onder eommige omstandigheden niet in de Bedrijfsbelasting worden aangeslagen. Voorts betoogde by het wenscbelyke van wyziging van de klasse in deeling voor het personeel van gemeenten, en hy wenschte by het pensionneeren van leeraren by het M. O. ook in rekening gebracht te zien den diensttyd van hen, by het Lager Oncerwys doorgebracht. De heer Bonman acht door overbrenging ▼an de rechtspraak naar de kantonrechters goookoopere en practischer inrichting van de Raden van Beroep mogelyk. De Minister van financiën heeft in zake de belastingaanslagen der ambtenaren juist tot matigheid in plaats van tot fiscaliteit aangemaand. Tegen de vermelding van de bevoegdheid van beroep op de Raden op de aanslagbiljetten heeft de Minister geen bezwaar. Wel daarentegen tegen de vermelding van de huurwaarde. De Minister blijft niet in gebreke zyn collega's tot zuinigheid aan to manen. Het niet heffen van tol van de automo bielen, die deelnamen aan den wedstryd Parys—Amsterdam, viel voor tydens 'a Minis ters verlof. Aan de tolgaarders is echter later restitutie gegeven en gepoogd zal worden het schadebedrag voor de schatkist op de Fransche Drie Kerstmissen. i) .Nu, Mina," zei de echtgenoote van den kantonrechter Knotb, toen zy met haar man onder den stralenden Kerstboom stond, tot haar jonge keukenmeid, „bon je met je geschenken tevreden?" „O zeker, mevrouw, Eeer zeker! Alles is zoo mooi en ryk, veel meer dan ik gedacht heb", antwoordde zj), „en ik dank u ook van harte". „Maar je kykt toch volstrekt niet ver genoegd, Minal Het schijnt mij toe, dat iets je verdriet of teleurstelt. Wat i3 er, Mina? 'Spreek gerust, wjj hebben het altijd goed met elkander kunnen vinden." Het meisje word zichtbaar verlegen en stamelde eindelijk bijna schreiend: „Dat is het juist, mevrouw. Het is ml) hior in huis altyd zoo goed bevallen, en nu nog de rijke geschenken nu spijt het mij dubbel en drievoudig, dat ik u verlaten moet." „Verlaten moet?" vroeg de jonge vrouw verwonderd. „En wat beweegt je, van hier te gaan?" „Acb, mevrouw," begon nu de keukenmeid, zichtbaar blij, dat het ergste al gezegd was, „de Nieuw Yorkscbe familie, die hiernaast de villa bewoont, heeft mij overgehaald, in het aanstaande voorjaar met haar naar Amerika te gaan. O, het valt mij zoo moeilijk van u weg te gaan, mevrouw. Met Paschen wordt het vijf jaar, dat ik bij u ia dienst kwam, en ik heb het altyd goed bij u gehad, maar, ziet u, mevrouw, men wil ook wel eens zijn geluk beproeven, en als het iemand zoo aangeboden wordt „Ik wil je geluk niet in den weg staan, Mina, in bet geheel niet; je bent braaf en flink en hebt mij nooit reden gegeven ontevreden over je te zijn. Doch juist daarom zou ik je voor overijling wiilon behoeden. Ben je er zeker van, dat het je In Amerika bevallen zal? Zeker, je hebt dadelijk een goeden dienst, als je er komt missis Haw thorn schijnt een rijke dame te zijn en het zjj verre van mij, iets kwaads van haar te zeggen, hoewel het geen teeken van een edel karakter ie, mü mijn dienstbode te onder huren, maar, Mina, bedenk, dat je hier een tevreden en aangenaam leven opgeeft en toch eigenlijk niet weet, wat je daarvoor iu de plaats krijgt." De oogen der jonge keukenmeid werden vochtig. „Ja, mevrouw, dat alles is waar, en ik neem het van u aan alsof mijn moeder zaliger tot mij sprak, maar maar de mensch wil toch ook een9 zijn geluk beproeven." „Ja, dat heb je zooeven ook al gezegd. Wat noem je geluk?" „Als mevrouw het nu toch weten wil het booge loonIk krijg achttien dollars in de maand, en mevrouw Hawthorn heeft mi) voorgerekend, dat achttien dollars even veel is als vijf en zeventig mark. Nu, ziet u, mevrouw, hier ie twaalf mark, die ik bij u verdiende, al het hoogste, dat een keukenmeid maken kaö, en nu meent Frits Frits Lehmert, mjjn bruidegom als ik een paar jaar lang zoo veel geld verdiende, en hjj in Amerika ook goed werk kreeg en dat zal hij zeer zeker, want hij is een goed kleermaker, en de Amerikanen moeten veel meer kleeren ver slijten dan de Duitschers, zegt Frits, omdat ook de geringste arbeider na gedaan werk als een „sjentelman" gekleed gaat dan meent Frits, zouden wij eindelijk kunnen trouwen en een logement beginnen, en daarbij zou men zeer spoedig schatrijk kunnen worden, evenals de dochter van Billig, die vroeger in de lakenfabriek werkte en toen ook naar Amerika ging en daar trouwde en den vorigen zomer haar ouders bezocht hoeft met diaman ten in de ooren en dikke gouden riDgen om de vingers. Neen, mevrouw, neem het mij niet kwalijk „Men wil toeh ook eens z(jn geluk beproe ven," vulde mevrouw Knotb een weinig spot tend aan. „Neen, Mina, ik neem het je vol strekt niet kwalijk en heb ook, nadat ik je motieven gehoord heb, niets meer te zeggen. Wanneer wil je vertrekken?" „Den lsten Maart, mevrouw; in het begin van Maart keert de familie Hawthorn naar Amerika terug, en men wil mi) direct mee nemen." „Het is goed, Mina. Dan is dit het laatste Kerstfeest, dat wij gezamenlijk vieren. Ik begrijp nu je bedroefd gezicht van zooeven. Je zult nog dikwijle in het vreemde land aan ons en ons Kerstfeest denken." „Vijf en zeventig mark per maand I" zuchtte de heer Kootb, toen Mina do kamer verlaten had„dat is het vierde deel van mijn inkomen. Het verwondert mU inderdaad niet, dat zij zich liet verleiden, ons te verlaten, om aan gene z|Jde van den Oceaan fortuin te maken". Toen Mina reeds vier weken in haar nieu wen dienst te Nieuw-York was, kon zij nog altyd de verschrikkingen der zeereis niet ver geten. De stoomboot, waarmede zy den Oceaan overgestoken was, had met hevige voorjaars- etormen te kampen gehad, en het jonge meisje was ten gevolge daarvan byna voortdurend zeeziek geweest. Ach, hoe ellendig en verlaton had zy zich toen gevoeld! Do heer en me vrouw Hawthorn reisden natuurlijk eerste kajuit, terwyl zy hun nieuwe dienstbode een plaats in het tusschendek bezorgd hadden. Daar lag Mina nu met ongeveer zeshonderd andere, haar geheel vreemde menschen in een donkere, met slechte lucht gevulde ruimte, kampte tegen de zeeziekte, waartegen nog geen dokter een middel gevonden heeft, en had bovendien nog de ergernis te verduren, door haar ruwe omgeving uitgelachen en bespot te worden. Ach, toen dacht zy onder tranen aan het kleine, vriendelyko dakkamertje, dat zy by do familie Knoth bewoond had, en aan de deelnemende zorgvuldigheid van mevrouw Knotb, waarmede deze haar by lichte onge steldheden verpleegd had. Missis Hawthorn daarentegen bleef onzichtbaar en bekommerde zich slechts ia zoover om haar, ale zij haar door den hofmeester liet weten, dat zy zich moest haasten weer „all right" te worden, omdat zy haar dieDston noodig had. Slechts één persoon trok zich op de reis het lot van Mina aan. Het was een niet zeer jonge, maar knappe en vriendelyko man, een Zwaab, die met zyn beide kinderen, een jongen en een meisje van negen en tia- jaren, eveneens het Doitsche vaderland doe rug toekeerde, om in het verre Amerika eer nienw leven te beginnen. Jozef Kolb was landbouwer. Niettegenstaande zyu vlyt, daalde do opbrengst van do kleins boerdery meer or meer, hy werkte nog slechts voor de hypo thecaire schuldeischere, en toen nu vóór eer jaar zijn vrouw stierf, mocht by zich niet meer in bet vaderland laten zien. Hy verkocht zyn boerdery en vertrok met zyn kindoreD naar Amerika. Daar by zelf zich eenzaam gevoelde, ha< hjj met Mina's verlatenheid medelyden en bewees hy baar tallooze kleine diensten, dio dengene, die zich eensklaps in een geheel vreemde omgeving verplaatst ziet, dubbel kostbaar toeacbynon. Toen Mina zich tegen het einde der zeereis beter gevoelde, praatte zy gaarne met den vriendeiyken, hulpvaardigen man, deelde bem de reden, die haar tot de verhuizing naar de Nieuwe Wereld bewogen had, mede, en ver telde hem ook veel van Frits Lehmert, baar bruidegom, dien zy van haar eerste Ameri- kaansche spaarpenningen wilde laten over komen, opdat ook by in Amerika fortuin zou kannen makon. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1