N°. 11909 Dinsdas; SO December. 1098 feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 19 December; Feuilleton. ZACHARULA. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANTl Voor LeJdoD per 8 maandeo. I.1Q, Franco per post 1.40. Alzonderiyke Nommers 8 0.06. PRUS DER AD VERTEN TIÜH t VaD 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.1 - G-rootero letters naar plaatsruimte Voor het Incasseeren batten de stad wordt 0.06 berekend By de toepassing van de Verordening van den 6den April 1894, betreffende het bewonen van gebouwen, welke, als schadelik voor de openbare gezondheid, voor bewoning ongeschikt zyn, werd steeds het bezwaar ondervonden, dat een algemeene statistiek betreffende den toestand der woningen, speciaal van de arbeiderswoningen, in onze gemeente ten eenenmale ontbreekt. Het gemis van een nauwkeurig overzicht van den algemeenen toestand van de woningen, welko voor verbetering of voor onbewoonbaar- verklaring in aanmerking komen, belet een behoorlijke on consequente toepassing van bovengenoemde Verordening. Alleen een systematisch ondorzoek van woningen kan op den duur leiden tot een regelmatige en billijke toepassing van de Verordening. Zonder een dergelijk onderzoek, zonder op feitelijke g6gevens berustende kennis van den woningtoestand in deze gemeente, zonder vergelijking van de verschillende perceelen, welke onbewoonbaar zijn of op de grens van onbewoonbaarbeld staan, Z3l de Verordening op de onbewoonbaarverklaring, zooals tot dusver, slechts nu en dan kunnen worden toegepast, zonder de minste zekerheid, dat de slechte woningen, waarop toevallig de aandacht viel, niet door veel andere in OGbe- woonbaarheid worden overtroffen. Behalve dat dientengevolge niet altijd de schijn van onbillijkheid kan worden vermeden, ontbreekt ook bij gemis van het door B. en Ws. bedoelde systematisch onderzoek elke maatstaf voor gelijkwaardige minimale eischen van bewoonbaarheid, van gemeentewege aan de woningen te stellen. Dat deze statistiek, behalve voor de toe passing van de onbewoonbaarverklaring, ook voor de uitvoering van andere verordeningen en voor het nemen vatt-^ndere hygiënische maatregelen van grootwant ka|f zijn, zal, zeggen B. en Ws., wel geen betoog behoeven. Al zou het ter wille van de volledigheid der enquête de voorkeur verdienen, dat het onderzoek zich uitstrekte tot alle woningen in deze gemeente, en ter wille van de vol komen gelijkheid van de te stellen eischen, dat de feitelyke gegevens omtrent den woning toestand binnen zeer korten t y d werden verzameld (zooals dit o. a. in 1889 te Bazel plaats vond), meenen B. en Ws., dat het voor onze gemeente voldoende is het Onderzoek op minder uitgebreide schaal in te stellen en zich voornamelijk te bepalen tot de arbeiderswoningen en die woningen, welke de grens der onbewoonbaarbeid naderen. Wetenschappelijk moge een uitgebreidere enquête meer waarde hebben, voor hun doel schijnt het voldoende zich tot het meer be perkt onderzoek te bepalen. Bovendien zouden met een volledig onder zoek van alle woningen al te groote uit gaven gepaard gaan, terwijl voor de verza meling van de feitelijke gegevens binnen zeer enkele weken hun het noodig aantal geschikte ambtenaren ontbreekt. Voorloopig wenschen B. en.Ws. zich daarom te bepalen tot het systematisch onderzoek van de woüingen, gelegen binnen een paar gedeelten van de gemeente, waar de door hen bedoelde woningen meer dan in andere gedeelten worden aangetroffen. Levert dit onderzoek voldoende resultaten op, dan kan het in andere gedeelten der ge meente, voor zoover daar zulke woningen worden aangetroffen, worden voortgezet. Het voornemen bestaat, om de voor het onderzoek aan te wijzen blokken in drie deelen te verdoelen en aan 3 gemeente ambtenaren, ieder Vergezeld van een bekwaam werkman, op te dragen de feitelijke gegevens te verzamelen en de vragen nauwkeurig te beantwoorden, welke op vastgestelde formu lieren zullen worden opgegeven. Dit onderzoek kan naar schatting van B. en Ws. binnen éón maand zijn afgeloopen, wanneer de ambtenaren zich drie volle dagen per week voor die taak kunnen beschikbaar stellen. De feitelijke gegevens moeten later statis tisch door een daarvoor aan te wijzen amb tenaar worden bewerkt. Voor een en ander meenen B. en Ws. een krediet van 500 te moeten aanvragen. Zy stellen daarom den gemeenteraad voor hun tot hot instellen van bovenbedoeld ondor zoek te machtigen en bun daarvoor een krediet van 500 toe te staan. Naar aanleiding van het verzoek van den heer E. D. Abspoel, om ontslag uit zyn betrekking van derden onderwyzer aan de openbare lagere school 4de klasse No. 1, deelen B. en Ws. mede, dat er b(j hen tegen de inwilliging van het verzoek geen beden kingen bestaan. Zy geven mitsdien in overweging adressant eervol ontslag uit zyn betrekking te verleenen, en zulks, ingevolge zyn verzoek, met Jngane van 22 December a. s. De schouwburgcommissie verzoekt ons mede te deelen: De voorstelling van „Don Quichot" is uit gesteld tot 2 Januari. De opera-voor6telling op morgenavond be looft schitterend te zullen zyn. De hoofdrol wordt door mej. Mirauda vervuld en verder zullen de beste krachtan der Fransche Opera zich doen hooren en zien. De optocht in de 2de acte stelt zich uit een 100-tal personen te zamen. Het orkest bestaat uit 44 musici. De direc tie geeft zich alle moeite en spant zich in om de opera op dezelfde wyze als in Den Haag te doen opvoeren. Den gemeenteraad leggen B. en Ws. ter vaststelling over een lysfc van aanslagen op het primitief kohier der plaatseiyke oirecte belasting, waarop gedeeltelyke afscbryving zal behooren te worden verleend wegens over ly Jen der belastingschuldiogen of vertrek uit de gemeente. Tevens leggen zy over oen verzoekschrift van den heer P. J. Yon Stein Callenfels (benoemd tot kolonel te Utrecht), om vry- stelling van de betaliDg van schoolgeld, mid delbaar onderwys, over de laatste drie kwar talen van den cursus 1898/99, wegens woon plaatsverandering. Uit een ingesteld onderzoek is hun ge bleken, dat een der kinderen van adressant de Hoogere Burgerschool voor Jongens en een ander de Hoogere Burgerschool voor Meisjes na 30 November dezes jaars, wegens vertrek der ouders naar een andere gemeente, niet moer hebben bezocht, zoodat er alleszins reden bestaat om de gevraagde vryetelling te verleenen. Zy geven derhalve in overweging tot de vrystelling van de betaling van schoolgeld over de laatste drie kwartalen van den cursus 1898/99 voor beide instellingen te besluiten. Ter voorziening in de vacaturen, die den lsten Januari 1899 in de Plaatselyke Schoolcommissie ontstaan door de periodieke aftreding van de heeren dr. J. M. Yan Bem- melen, dr. M. J. De Qoeje, J. A. Yan Hamel en mr. J. Oppenbeim, heeft genoemde com missie den gemeenteraad de volgende dubbel tallen voorgedragen: Yacature-Van Bemmelen: dr. J. M. Yan Bemmelen en dr. H. A. Lorentz. Vacaturo-De Goeje: dr. M. J. De Goeje en K. L. Van Schouwenburg. Vacature-Van Hamel: J. A. Van Hameien dr. P. H. Damsté. Vacature-Oppenheim: Mr. J. Oppenheim en J. M. Obreen. Onder overlegging van een scbryven van commissarissen der Stedelyke Gasfabriek, houdende voordracht voor de benoeming van een commissaris ter vervulling van de vacature, ontstaan ten gevolge van de periodieke af treding van dr. A. W. Kroon Jr., deelen B. en Ws. mede, dat ingevolge art. 4 van het Reglement op het bebeer en bestuur der Stedelyke Gasfabriek, aan het voorgedragen dubbeltal, bestaande uit de heeren dr. A. W. Kroon Jr. en dr. P. J. Kaiser, door hen wor den toegevoegd de raadsleden or. M. J. De Goeje en P. J. Van Hoeken. Blykens achterstaande advertentie zal de liedertafel „Arion" a. s. Vrydag 23 December haar eerste concert 1898-'99 geven. Van de bei ie solisten, die daarby hun medewerking zullen verleenen, is de heer D. Couwenhoven, die zich alhier als muziekleeraar heeft geves tigd, een goede bekende. Mej. Mina Verhage treedt hier echter voor het eerst op. In andere plaatsen ('s-Graven- hage, Rotterdam e. a waar zy optrad, had zy veel succes. Mej. M. Verhage bezit, zoo meldt men ons, een heeriyk altgeluid. Zuivere toonvorming, juiste dictie en een gloedvolle voordracht deden haar een welverdienden byval oogsten, getuigd de gunstige recensiën in verschillende bladen. Aan het Leid6ch Studentencorps is door wyien den heer Jac. Scbeltema, te Noordwy- kerhout overleden, een som van 10,000 gelegateerd. De Natuur-Philosophische Studenten vereniging, vertegenwoordigende de studenten in de Natuur-Philosophische Faculteit aan de Gemeenttlyke Hoogeschool te Amsterdam, heeft evenals de Philosophische Faculteit van het Leidsch Studentencorps haar bevreemding aan den gemeenteraad van Den Haag te kennen gegeven over do benoeming van den heer A. L. C. Furnóe tot tydelijk leeraar in de schtikunde aan de Hoogere Burgerschool met vyf-jarigen cursus voor jongens te 's Gra- venhage, waar toch de heer Furnée is apotheker, welke titel geen bevoegdheid verleent tot het geven van middelbaar onderwys. Adhaesie betuigend aan het adres der Philosophische Faculteit van het Leidsch Stuoenteocorps, verzoekt adressante mitsdien den Raad latere benoemingen uit bevoegden te doen. De kapt. M. J. L. Oudshoorn, van het 4de reg. inf. te Delft, is door een noodlottig toeval by het nazien van een geladtn revolver op de kamer van een zyner vrienden te 's Gra- venhage plotseling overleden. Het leger ver liest in hem een uitmuntend officier, die zich ook tydens zyn detacheeringen by het O. I. leger, o. a. op Lombok, een weiverdienden naam had verworven. De overledene was dan ook versierd met het Lombok-kruis en het kruis voor 15 jarigen dienst als officier. Te 's-Gravenhage is geslaagd voor de Fransche akte A (M. O.)mej. J. M. Hooykaas, van viila „Leeuwenhorst", te Noordwyk, tot voor ernigen tyd onderwyzeres aan de open bare school te NoorJwyk-aan-Zee. Beroepen is by do Ned.-Herv. Gem. te Breda ds. G. F. Haspels, te Kralingen. HH. MM. de Koningin en de KoDiDgin- Moeder woonden gisteren de voormiddag godsdienstoefening by in de Kloosterkerk te '8-Gravenhage, onder gehoor van ds. Vermeer. Wy vernemen, dat mr. C. H. graaf Van Bylandt, te Neuwied, zyn function als hof maarschalk van Z. D. H. den vorst Van Wied heeft nedergelegd en zich voorloopig naar Wiesbaden heeft begeven. (Dagblad). Het comité ter voorbereiding van het tweede nationale congres voor geheel-ont houding is nu definitief vastgesteld als volgt: dr. Banning, mej. II. Crommelin, penn., ds. A. De Koe, J. A. Van der Lee-Birnie, seer., dr. N. J. Van der Lee, mr. D. R. baron Van Lynden, P. Van der Meulen, ds. Pont, prof. dr. J. Van Rees, voorz., ds. N. J. C. Schermerhorn, baronesse Van VerschuerVan Balderen en Th. W. Van der Woude. Burgemeester en Wethouders van Den Haag hebben thans den gemeenteraad voor gesteld de begrafeniskosten van de vier by den brand in de brood- en meelfabriek op zoo noodlottige wyze omgekomen brandwachts voor rekening der gemeente te nemen, welke kosten in geen geval de som van 500 te boven gaan. De tooneelvereeniging „Door Vriendschap Saamverbonden", te ScheveningeD, zal binnen kort een openbare uitvoering op „Seinpost" geven ten bate van de nagelaten betrekkiügen van die omgekomen brandwachts. Z. K. H. de Groothertog van Saksen heeft, als biyk van tevredenheid over de diensten, hem bewezen tydens zyn verbiyfin den jongsten zomer in het Kurhaushotel te Scheveningen, het Kruis van Verdiensten van Zyn Huisorde van de Waakzaamheid of Witten Valk geschonken aan den heer G. Abler, directeur van genoemd établissement. Frits Bouwmeester zal in het begin van 1899 zyn 25-jarige toonoeiloopbaan herdenken. Te Donrecht is na een korte ongesteld heid overleden, in den ouderdom van 39 jaar, de gunstig bekende schilder B. M. Koldewey. De overplaatsing van den markies Paul de Gregorio, tydeiyk zaakgelastigde van Italië aan het Nederlandsche Hof, als secre taris der legatie te Bern, zal geschieden met 1 Januari a. s. Het hoofdbestuur der Maats happy tot Nut van 't Algemeen deelt mode, dat aan de gehouden verkiezing voor drie leden in zyn midden is deelgenomen onderscheideniyk door 165, 163 en 163 departementengekozen zyn de heeren W. Spakler, te Amsterdam; P. M. Keiler van Hoorn, te Dordrecht, en jhr. mr. D. R. De Maree8 van Swinderen, te Groningen. Gevolg gevende aan de opdracht der jongste algemeene vergadering, tot het in 't leven roepen van een zelfstandig werkende ver eeniging, die ten do^l heeft den toestand der verwaarloosde jeugd in Nederland te ver beteren, is een commissie uitgenoodigd, die zich welwillend met de voorbereiding van een dergelijke vereeniging hoeft belast. Deze com missie bestaat uit de heeren jhr. mr. A. J. Rethaan Macaró, te Haarlemmr. G. A. Van Hamel, te Amsterdam; H. Pierson, te Zetten; dr. W. H. Nolens, te Rolduc, en Th. Noler, te Rotterdam. Het hoofdbestuur dor „Maatschappy tot Nut der Israëlieten in Nederland" heeft be sloten geen gevolg te geven aan do uitnoodi- giog van de Haagsche afdeeling dier Maat schappy tot byeenro ping eener buitengewone algemeene vergadering t9r behandeling van het gemotiveerd protest tegen hot optreden van dr. Dünner tegen de openbare lagero school; wel is het geneigd ds motie, io enkele opzichten gewyzigd, in de volgende algemeene vergadering in Aug. of Sopt 1899 te hou- don aan de orde te stellen. Voor den bouw eener nieuwe groote eluis to Spaarndam werd door den gemeente raad van Haarlem een bedrag van 200,450 toegestaan. Burgemeester en Wethouders stellen thans aan den gemeenteraad voor nog ƒ11,400 be schikbaar te stellen. Hieronder is 11,320 begrepen, zynde de kosten, veroorzaakt door eon tweede grondverbetering voor het binnen- sluishoofd, door den aannemer uitgevoerd, doch niet ty het bestek voorgeschreven. Behalve dit heeft do aannemor, volgens een door hem ingediend adres, oen schade van ƒ36,000 geleden, ten gevolge van de nood zakelijkheid om grooto hoeveelheden zand te storten by het maken van den binnendam, waarop door hem, althans volgens het door hem aangevoerde, by de bepaling der aan nemingssom niet was gerekend. Da meerder heid van het college van Burg. en Weths. is van oordeel, dat er voor do inwilliging van het verzoek van den aannemer, om hem hier voor een vergoeding te geveD, geen voldoende grond bestaat, omdat redelykerwyze te ver. Slot.) Heb liefst was ik natuurlijk daar geble ven, om dit geheim terstond te hooren, maar daar kwam niets van in. Ik moest weg, nar clat ik het afscheid zooveel mogelijk ver lengd had door al die dwaasheden, die de verrukking van alle minnenden, maar voor alle andere menschen een gruwel zijn. Zonderlinge tegenspraak ofschoon ik den tijd nauwelijks kon afwachten, dat ik mij op fatsoenlijke wijze weer in de villa der gravin ^ertoonen mocht, was het mij toch weder, wanneer ik Zacharula's beeltenis beschouw de, aJsof ik nooit iets tusschen mij en haar mocht laten treden; alsof het beter ware, dat ik naar een eenzaam eiland vluchtte, om daar mijn dierbare herinneringen on partijdig tusschen beiden te verdeelen. Ik bad het portret in allen vorm om vergiffe nis voor de aanstaande ontrouw en bad. daar bij weder het gevoel, alsof mijn genegenheid voor Virginie met mijn trouw jegens Za- charula vereenigbaar was, omdat zij aan de warmte van mijn gevoelens voor deze geen afbreuk deed. Ik had wel ten hemel willen Juichen, en toch... Do table d'hote bracht eon tijd lang eenige onderbreking in die kwellend© gedachten; i}c deed aan mijzelven do oude ervaring op, dat liefde niét verzadigttoch strekte mijn verstrooidheid tot gevoelig nadeel der gas ten, daar op barbaatscïie wijze onder visch, gebraad, groèüten én vruchten huis hield en de spitsvondige berekeningen van den waard volkomen te schande maakte. Toen liep ik naar de Grieksche kapel, maakte eenige uren lang met lange schre den en diepe zuchten den omtrek onveilig en snelde eindelijk, zoodra ik slechts de verre mogelijkheid zag mijn bezoek te mogen brengen, naar de woning der gravin. Hoe ongeduldig ik ook naar den aanblik van Virginie haakte, ik moest mij vooreerst met het gezelschap der gravin tevreden stel len en haar meest liefdevolle zegenwenschen in ontvangst nemen. Als een waarschuwing, en alsof zij in mijn hart lezen kon, klonk het, toen zij zeide:/ „Ik geef mijn lieveling ongaarne weg, maar ik weet, dat Virginie bij u geborgen is en de herinnering aan Za- charula haar geluk niet verstoren zal." „Maar waar blijft zij toch?" barstte ik ongeduldig los. De gravin glimlachte, alsof zi} er vermaak in schepte. „Ja, ondankbaar zijt gij toch' allen, gij, mannen", verzekerde zij. „Virginie maakt oen heel bijzonder toilet, alleen voor u en om u nog vaster in boeien en ketenen te slaan." Ik was bijna in een schaterlach uitgebar sten. „Alsof ik zoo iets noodig had", riep ik, „alsof er ergens ter wereld een dracht was, die Virginie in mijn oogen nog schooner zou kunnen maken!" „Wie weet!" schertste de gravin, en ïn haar nog steeds zoo bezielde oogen flikkerde het schelmachtig. „Over eon half uur spre ken wij elkaar weer; dan zal ik wol hooren, of gij uw overmoedige woorden nog herha len zult. Maar ga y.u! Ik wil u beiden niet langer scheioöiL Viigiuio wacht u in de veranda l" Ik ging met gevleugelden voet en stond in de deur, aan den grond genageld, stijf van sclirik.... dat was immers Virginie niet, doch „Zacharulajklonk het van mijn lippen. Zij was het en toch ook weer niet. Vir- ginie-Zacharula in één persoon als de ver fraaide afdruk van haar portret stond zij vóór mij met het loshangende, wonder volle haar, in de Grieksche dracht, waarin jk haar het eerst gezien had, in de houding en met de gelaatsuitdrukking, die ik aan Virginie kende en bewonderde. Zij stak mij beide handen toe en rustte in het volgende oogenblik aan mijn borst. Wat wij toen alle maal gesproken en niet gesproken hebben, welke onderbrekingen noodig waren, en boe wij elkaar honderderloi dingen verklaarden, zonder het tiende deel er van te begrijpen, dat weet ik niet meer, en dat laat zich in elk geval ook niet in samenhangende vol zinnen verhalen. Ik weet alleen nog, dat wij beiden ten laatste naast elkander zaten, Zar charula met haar hoofd tegen mijn schouder leunende, mijn arm om haar leest geslagen, heur hand in de mijne rustend, en mijn zacht gefluisterde verzekeringen van liefde met even zachte Grieksche uitdruk kingen beantwoorden, die ik, precies als in dien ouden, zaligen tijd, niet verstond, doch maar al te goed begreep. Geheel die zalige tijd van het verleden scheen ten eenenmale in ongedachte pracht en heerlijkheid verrezen te zijn, en ik vroeg mij telkens weder, of ik niet droomde. „Nu, maar dat zijn nu toch plichtverge- ton kinderen!" klonk plotseling naast ons de vroolijke en toch bewogen stem van onze moederlijke vriendin „Daar wordt me bin nen een half uur bericht verwacht over het nieuwe toilet, en nu maar hier 6chijnt meu een geheel afzonderlijke tijdrekening ingevoerd te hebben!" Toen zaten wij nog lang bij elkander en langzamerhand tot mijn eer zij het ge zegd begreep ik toch eindolijk, hoe van Zacharula Sidheridi Virginie De Ferréol geworden was, zonder dat de tooverstaf van een goede fee bij die verandering in bewe ging was gekomen. Och, het was alles zeer natuurlijk toegegaan! Kort na mijn vertrek uit 'Konstantinopel was de dochter der gra vin, altijd reeds een teer schepseltje, ziek geworden, in de woning harer moeder terug gekeerd en eindelijk gestorven. Het toeval had mijn kleine Zacharula op den weg der dame gebracht, en de gelijkenis tusschen de beide jonge meisjes had in de gravin de ge dachte doen opkomen, de kleine Grieksche als dochter aan te nemen. Het grooto geluk, dat de ouders in dit aanbod voor hun kind zagen want mevrouw De Ferréol was niet alleen zeer rijk, maar stond ook als een edele, goedhartige dame bekend had hen bewogen, de beslissing in Zacharula's hand te leggen. Toen Zacharula vernam, dat de gravin voornemens was naar Duitechland to gaan, had zij er blijde in toegestemd, wijl zij in heb aannemen van het voorstel de mo gelijkheid had gezien, m ij daar misschien aan te treffen, en zoo werd zij de aangeno men dochter der gravin, onder voorwaar den, dat zij met den familienaam te gelijk ook den voornaam der vroeg gestorven doch ter zou aannemen. Nu begreep ik ook de schaduw, die bij de vermelding van die tijden in Konstantinopel en bij de herinnering aan het eenige, aan gebeden kind over het geestvolle gelaat mij ner oude vriendin getrokken was maar hoe had ik het ook kunnen vermoeden Bij de gedachte, hoeveel pijn ik haar zonder piijn willen en weten had aangedaan, zag ik haar thans smeekend in de oogen en kuste heur hand, terwijl haar blik vochtig was en de verte .zocht do moeder dacht aan do andere Virginie Thans zijn Zacharula en ik sedert vijf jaar getrouwd, en mijn vrouwtje heeft ai haar opgeruimdheid terug gekregen, die de be kommernis om mij zoo lang had doen over gaan in den somberen ernst, welke mij aan Virginie zoo in heb oog was gevallen. Ons oudste meisjo „Maar, gij verschrikkelijke man, wat wilt ge dan nog verder verhalen valt mij hier haar pruilend mondje in de rede, bij het voorlezen der geschiedenis, die ik volgens liaar wensch tot het gelukkig „einde" zou voortzetten. Zij heeft er zoo'n bekoorlijk handje van, bij heb spreken in zekeren zin de woorden te onderstrepen. „Alleen, dat Zacharula geheel en al uw evenbeeld belooft te worden, en dat onze oudste jongen op eenliaar zijn vader gelijkt, en dat wij Maar men zou hot werkelijk niet geloo- ven, dat nu elf jaar geleden Zacharula in haar blozendo verlegenheid er precies zoo uitzag als op dit oogenblik, nu zij mo be straffend de hand op den mond legt en haar lachende oogen heb voorhoofd, dat zich ten toeken van ernstig misnoegen in krullende plooien trekt, logenstraffen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1