N°. 11909
Dinsdas; SO December.
1098
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 19 December;
Feuilleton.
ZACHARULA.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANTl
Voor LeJdoD per 8 maandeo. I.1Q,
Franco per post 1.40.
Alzonderiyke Nommers 8 0.06.
PRUS DER AD VERTEN TIÜH t
VaD 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.1 - G-rootero
letters naar plaatsruimte Voor het Incasseeren batten de stad
wordt 0.06 berekend
By de toepassing van de Verordening
van den 6den April 1894, betreffende het
bewonen van gebouwen, welke, als schadelik
voor de openbare gezondheid, voor bewoning
ongeschikt zyn, werd steeds het bezwaar
ondervonden, dat een algemeene statistiek
betreffende den toestand der woningen, speciaal
van de arbeiderswoningen, in onze gemeente
ten eenenmale ontbreekt.
Het gemis van een nauwkeurig overzicht
van den algemeenen toestand van de woningen,
welko voor verbetering of voor onbewoonbaar-
verklaring in aanmerking komen, belet een
behoorlijke on consequente toepassing van
bovengenoemde Verordening.
Alleen een systematisch ondorzoek van
woningen kan op den duur leiden tot een
regelmatige en billijke toepassing van de
Verordening.
Zonder een dergelijk onderzoek, zonder op
feitelijke g6gevens berustende kennis van den
woningtoestand in deze gemeente, zonder
vergelijking van de verschillende perceelen,
welke onbewoonbaar zijn of op de grens van
onbewoonbaarbeld staan, Z3l de Verordening
op de onbewoonbaarverklaring, zooals tot
dusver, slechts nu en dan kunnen worden
toegepast, zonder de minste zekerheid, dat
de slechte woningen, waarop toevallig de
aandacht viel, niet door veel andere in OGbe-
woonbaarheid worden overtroffen.
Behalve dat dientengevolge niet altijd de
schijn van onbillijkheid kan worden vermeden,
ontbreekt ook bij gemis van het door B. en
Ws. bedoelde systematisch onderzoek elke
maatstaf voor gelijkwaardige minimale eischen
van bewoonbaarheid, van gemeentewege aan
de woningen te stellen.
Dat deze statistiek, behalve voor de toe
passing van de onbewoonbaarverklaring, ook
voor de uitvoering van andere verordeningen
en voor het nemen vatt-^ndere hygiënische
maatregelen van grootwant ka|f zijn, zal,
zeggen B. en Ws., wel geen betoog behoeven.
Al zou het ter wille van de volledigheid
der enquête de voorkeur verdienen, dat het
onderzoek zich uitstrekte tot alle woningen
in deze gemeente, en ter wille van de vol
komen gelijkheid van de te stellen eischen,
dat de feitelyke gegevens omtrent den woning
toestand binnen zeer korten t y d
werden verzameld (zooals dit o. a. in 1889
te Bazel plaats vond), meenen B. en Ws., dat
het voor onze gemeente voldoende is het
Onderzoek op minder uitgebreide schaal in te
stellen en zich voornamelijk te bepalen tot
de arbeiderswoningen en die woningen, welke
de grens der onbewoonbaarbeid naderen.
Wetenschappelijk moge een uitgebreidere
enquête meer waarde hebben, voor hun doel
schijnt het voldoende zich tot het meer be
perkt onderzoek te bepalen.
Bovendien zouden met een volledig onder
zoek van alle woningen al te groote uit
gaven gepaard gaan, terwijl voor de verza
meling van de feitelijke gegevens binnen zeer
enkele weken hun het noodig aantal geschikte
ambtenaren ontbreekt.
Voorloopig wenschen B. en.Ws. zich daarom
te bepalen tot het systematisch onderzoek
van de woüingen, gelegen binnen een paar
gedeelten van de gemeente, waar de door
hen bedoelde woningen meer dan in andere
gedeelten worden aangetroffen.
Levert dit onderzoek voldoende resultaten
op, dan kan het in andere gedeelten der ge
meente, voor zoover daar zulke woningen
worden aangetroffen, worden voortgezet.
Het voornemen bestaat, om de voor het
onderzoek aan te wijzen blokken in drie
deelen te verdoelen en aan 3 gemeente
ambtenaren, ieder Vergezeld van een bekwaam
werkman, op te dragen de feitelijke gegevens
te verzamelen en de vragen nauwkeurig te
beantwoorden, welke op vastgestelde formu
lieren zullen worden opgegeven.
Dit onderzoek kan naar schatting van B.
en Ws. binnen éón maand zijn afgeloopen,
wanneer de ambtenaren zich drie volle dagen
per week voor die taak kunnen beschikbaar
stellen.
De feitelijke gegevens moeten later statis
tisch door een daarvoor aan te wijzen amb
tenaar worden bewerkt.
Voor een en ander meenen B. en Ws. een
krediet van 500 te moeten aanvragen.
Zy stellen daarom den gemeenteraad voor
hun tot hot instellen van bovenbedoeld ondor
zoek te machtigen en bun daarvoor een krediet
van 500 toe te staan.
Naar aanleiding van het verzoek van
den heer E. D. Abspoel, om ontslag uit zyn
betrekking van derden onderwyzer aan de
openbare lagere school 4de klasse No. 1,
deelen B. en Ws. mede, dat er b(j hen tegen
de inwilliging van het verzoek geen beden
kingen bestaan.
Zy geven mitsdien in overweging adressant
eervol ontslag uit zyn betrekking te verleenen,
en zulks, ingevolge zyn verzoek, met Jngane
van 22 December a. s.
De schouwburgcommissie verzoekt ons
mede te deelen:
De voorstelling van „Don Quichot" is uit
gesteld tot 2 Januari.
De opera-voor6telling op morgenavond be
looft schitterend te zullen zyn. De hoofdrol
wordt door mej. Mirauda vervuld en verder
zullen de beste krachtan der Fransche Opera
zich doen hooren en zien. De optocht in de
2de acte stelt zich uit een 100-tal personen
te zamen.
Het orkest bestaat uit 44 musici. De direc
tie geeft zich alle moeite en spant zich in
om de opera op dezelfde wyze als in Den
Haag te doen opvoeren.
Den gemeenteraad leggen B. en Ws. ter
vaststelling over een lysfc van aanslagen op
het primitief kohier der plaatseiyke oirecte
belasting, waarop gedeeltelyke afscbryving zal
behooren te worden verleend wegens over
ly Jen der belastingschuldiogen of vertrek uit
de gemeente.
Tevens leggen zy over oen verzoekschrift
van den heer P. J. Yon Stein Callenfels
(benoemd tot kolonel te Utrecht), om vry-
stelling van de betaliDg van schoolgeld, mid
delbaar onderwys, over de laatste drie kwar
talen van den cursus 1898/99, wegens woon
plaatsverandering.
Uit een ingesteld onderzoek is hun ge
bleken, dat een der kinderen van adressant
de Hoogere Burgerschool voor Jongens en
een ander de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes na 30 November dezes jaars, wegens
vertrek der ouders naar een andere gemeente,
niet moer hebben bezocht, zoodat er alleszins
reden bestaat om de gevraagde vryetelling
te verleenen.
Zy geven derhalve in overweging tot de
vrystelling van de betaling van schoolgeld
over de laatste drie kwartalen van den cursus
1898/99 voor beide instellingen te besluiten.
Ter voorziening in de vacaturen, die
den lsten Januari 1899 in de Plaatselyke
Schoolcommissie ontstaan door de periodieke
aftreding van de heeren dr. J. M. Yan Bem-
melen, dr. M. J. De Qoeje, J. A. Yan Hamel
en mr. J. Oppenbeim, heeft genoemde com
missie den gemeenteraad de volgende dubbel
tallen voorgedragen:
Yacature-Van Bemmelen: dr. J. M. Yan
Bemmelen en dr. H. A. Lorentz.
Vacaturo-De Goeje: dr. M. J. De Goeje en
K. L. Van Schouwenburg.
Vacature-Van Hamel: J. A. Van Hameien
dr. P. H. Damsté.
Vacature-Oppenheim: Mr. J. Oppenheim en
J. M. Obreen.
Onder overlegging van een scbryven
van commissarissen der Stedelyke Gasfabriek,
houdende voordracht voor de benoeming van
een commissaris ter vervulling van de vacature,
ontstaan ten gevolge van de periodieke af
treding van dr. A. W. Kroon Jr., deelen B.
en Ws. mede, dat ingevolge art. 4 van het
Reglement op het bebeer en bestuur der
Stedelyke Gasfabriek, aan het voorgedragen
dubbeltal, bestaande uit de heeren dr. A. W.
Kroon Jr. en dr. P. J. Kaiser, door hen wor
den toegevoegd de raadsleden or. M. J. De
Goeje en P. J. Van Hoeken.
Blykens achterstaande advertentie zal de
liedertafel „Arion" a. s. Vrydag 23 December
haar eerste concert 1898-'99 geven. Van de
bei ie solisten, die daarby hun medewerking
zullen verleenen, is de heer D. Couwenhoven,
die zich alhier als muziekleeraar heeft geves
tigd, een goede bekende.
Mej. Mina Verhage treedt hier echter voor
het eerst op. In andere plaatsen ('s-Graven-
hage, Rotterdam e. a waar zy optrad, had
zy veel succes.
Mej. M. Verhage bezit, zoo meldt men ons,
een heeriyk altgeluid. Zuivere toonvorming,
juiste dictie en een gloedvolle voordracht
deden haar een welverdienden byval oogsten,
getuigd de gunstige recensiën in verschillende
bladen.
Aan het Leid6ch Studentencorps is door
wyien den heer Jac. Scbeltema, te Noordwy-
kerhout overleden, een som van 10,000
gelegateerd.
De Natuur-Philosophische Studenten
vereniging, vertegenwoordigende de studenten
in de Natuur-Philosophische Faculteit aan de
Gemeenttlyke Hoogeschool te Amsterdam,
heeft evenals de Philosophische Faculteit van
het Leidsch Studentencorps haar bevreemding
aan den gemeenteraad van Den Haag te
kennen gegeven over do benoeming van den
heer A. L. C. Furnóe tot tydelijk leeraar in
de schtikunde aan de Hoogere Burgerschool
met vyf-jarigen cursus voor jongens te 's Gra-
venhage, waar toch de heer Furnée is apotheker,
welke titel geen bevoegdheid verleent tot het
geven van middelbaar onderwys.
Adhaesie betuigend aan het adres der
Philosophische Faculteit van het Leidsch
Stuoenteocorps, verzoekt adressante mitsdien
den Raad latere benoemingen uit bevoegden
te doen.
De kapt. M. J. L. Oudshoorn, van het
4de reg. inf. te Delft, is door een noodlottig
toeval by het nazien van een geladtn revolver
op de kamer van een zyner vrienden te 's Gra-
venhage plotseling overleden. Het leger ver
liest in hem een uitmuntend officier, die zich
ook tydens zyn detacheeringen by het O. I.
leger, o. a. op Lombok, een weiverdienden
naam had verworven.
De overledene was dan ook versierd met
het Lombok-kruis en het kruis voor 15 jarigen
dienst als officier.
Te 's-Gravenhage is geslaagd voor de
Fransche akte A (M. O.)mej. J. M. Hooykaas,
van viila „Leeuwenhorst", te Noordwyk, tot
voor ernigen tyd onderwyzeres aan de open
bare school te NoorJwyk-aan-Zee.
Beroepen is by do Ned.-Herv. Gem. te
Breda ds. G. F. Haspels, te Kralingen.
HH. MM. de Koningin en de KoDiDgin-
Moeder woonden gisteren de voormiddag
godsdienstoefening by in de Kloosterkerk te
'8-Gravenhage, onder gehoor van ds. Vermeer.
Wy vernemen, dat mr. C. H. graaf Van
Bylandt, te Neuwied, zyn function als hof
maarschalk van Z. D. H. den vorst Van Wied
heeft nedergelegd en zich voorloopig naar
Wiesbaden heeft begeven. (Dagblad).
Het comité ter voorbereiding van het
tweede nationale congres voor geheel-ont
houding is nu definitief vastgesteld als volgt:
dr. Banning, mej. II. Crommelin, penn., ds.
A. De Koe, J. A. Van der Lee-Birnie, seer., dr. N.
J. Van der Lee, mr. D. R. baron Van Lynden,
P. Van der Meulen, ds. Pont, prof. dr. J. Van
Rees, voorz., ds. N. J. C. Schermerhorn,
baronesse Van VerschuerVan Balderen en
Th. W. Van der Woude.
Burgemeester en Wethouders van Den
Haag hebben thans den gemeenteraad voor
gesteld de begrafeniskosten van de vier by
den brand in de brood- en meelfabriek op zoo
noodlottige wyze omgekomen brandwachts
voor rekening der gemeente te nemen, welke
kosten in geen geval de som van 500 te
boven gaan.
De tooneelvereeniging „Door Vriendschap
Saamverbonden", te ScheveningeD, zal binnen
kort een openbare uitvoering op „Seinpost"
geven ten bate van de nagelaten betrekkiügen
van die omgekomen brandwachts.
Z. K. H. de Groothertog van Saksen
heeft, als biyk van tevredenheid over de
diensten, hem bewezen tydens zyn verbiyfin
den jongsten zomer in het Kurhaushotel te
Scheveningen, het Kruis van Verdiensten van
Zyn Huisorde van de Waakzaamheid of
Witten Valk geschonken aan den heer G.
Abler, directeur van genoemd établissement.
Frits Bouwmeester zal in het begin van
1899 zyn 25-jarige toonoeiloopbaan herdenken.
Te Donrecht is na een korte ongesteld
heid overleden, in den ouderdom van 39 jaar,
de gunstig bekende schilder B. M. Koldewey.
De overplaatsing van den markies Paul
de Gregorio, tydeiyk zaakgelastigde van
Italië aan het Nederlandsche Hof, als secre
taris der legatie te Bern, zal geschieden met
1 Januari a. s.
Het hoofdbestuur der Maats happy tot
Nut van 't Algemeen deelt mode, dat aan de
gehouden verkiezing voor drie leden in zyn
midden is deelgenomen onderscheideniyk door
165, 163 en 163 departementengekozen zyn
de heeren W. Spakler, te Amsterdam; P. M.
Keiler van Hoorn, te Dordrecht, en jhr. mr.
D. R. De Maree8 van Swinderen, te Groningen.
Gevolg gevende aan de opdracht der jongste
algemeene vergadering, tot het in 't leven
roepen van een zelfstandig werkende ver
eeniging, die ten do^l heeft den toestand der
verwaarloosde jeugd in Nederland te ver
beteren, is een commissie uitgenoodigd, die
zich welwillend met de voorbereiding van een
dergelijke vereeniging hoeft belast. Deze com
missie bestaat uit de heeren jhr. mr. A. J.
Rethaan Macaró, te Haarlemmr. G. A. Van
Hamel, te Amsterdam; H. Pierson, te Zetten;
dr. W. H. Nolens, te Rolduc, en Th. Noler,
te Rotterdam.
Het hoofdbestuur dor „Maatschappy tot
Nut der Israëlieten in Nederland" heeft be
sloten geen gevolg te geven aan do uitnoodi-
giog van de Haagsche afdeeling dier Maat
schappy tot byeenro ping eener buitengewone
algemeene vergadering t9r behandeling van
het gemotiveerd protest tegen hot optreden
van dr. Dünner tegen de openbare lagero
school; wel is het geneigd ds motie, io enkele
opzichten gewyzigd, in de volgende algemeene
vergadering in Aug. of Sopt 1899 te hou-
don aan de orde te stellen.
Voor den bouw eener nieuwe groote
eluis to Spaarndam werd door den gemeente
raad van Haarlem een bedrag van 200,450
toegestaan.
Burgemeester en Wethouders stellen thans
aan den gemeenteraad voor nog ƒ11,400 be
schikbaar te stellen. Hieronder is 11,320
begrepen, zynde de kosten, veroorzaakt door
eon tweede grondverbetering voor het binnen-
sluishoofd, door den aannemer uitgevoerd, doch
niet ty het bestek voorgeschreven.
Behalve dit heeft do aannemor, volgens een
door hem ingediend adres, oen schade van
ƒ36,000 geleden, ten gevolge van de nood
zakelijkheid om grooto hoeveelheden zand te
storten by het maken van den binnendam,
waarop door hem, althans volgens het door
hem aangevoerde, by de bepaling der aan
nemingssom niet was gerekend. Da meerder
heid van het college van Burg. en Weths. is
van oordeel, dat er voor do inwilliging van
het verzoek van den aannemer, om hem hier
voor een vergoeding te geveD, geen voldoende
grond bestaat, omdat redelykerwyze te ver.
Slot.)
Heb liefst was ik natuurlijk daar geble
ven, om dit geheim terstond te hooren, maar
daar kwam niets van in. Ik moest weg, nar
clat ik het afscheid zooveel mogelijk ver
lengd had door al die dwaasheden, die de
verrukking van alle minnenden, maar voor
alle andere menschen een gruwel zijn.
Zonderlinge tegenspraak ofschoon ik den
tijd nauwelijks kon afwachten, dat ik mij op
fatsoenlijke wijze weer in de villa der gravin
^ertoonen mocht, was het mij toch weder,
wanneer ik Zacharula's beeltenis beschouw
de, aJsof ik nooit iets tusschen mij en haar
mocht laten treden; alsof het beter ware,
dat ik naar een eenzaam eiland vluchtte,
om daar mijn dierbare herinneringen on
partijdig tusschen beiden te verdeelen. Ik
bad het portret in allen vorm om vergiffe
nis voor de aanstaande ontrouw en bad. daar
bij weder het gevoel, alsof mijn genegenheid
voor Virginie met mijn trouw jegens Za-
charula vereenigbaar was, omdat zij aan de
warmte van mijn gevoelens voor deze geen
afbreuk deed. Ik had wel ten hemel willen
Juichen, en toch...
Do table d'hote bracht eon tijd lang eenige
onderbreking in die kwellend© gedachten;
i}c deed aan mijzelven do oude ervaring op,
dat liefde niét verzadigttoch strekte mijn
verstrooidheid tot gevoelig nadeel der gas
ten, daar op barbaatscïie wijze onder
visch, gebraad, groèüten én vruchten huis
hield en de spitsvondige berekeningen van
den waard volkomen te schande maakte.
Toen liep ik naar de Grieksche kapel,
maakte eenige uren lang met lange schre
den en diepe zuchten den omtrek onveilig
en snelde eindelijk, zoodra ik slechts de verre
mogelijkheid zag mijn bezoek te mogen
brengen, naar de woning der gravin.
Hoe ongeduldig ik ook naar den aanblik
van Virginie haakte, ik moest mij vooreerst
met het gezelschap der gravin tevreden stel
len en haar meest liefdevolle zegenwenschen
in ontvangst nemen. Als een waarschuwing,
en alsof zij in mijn hart lezen kon, klonk
het, toen zij zeide:/ „Ik geef mijn lieveling
ongaarne weg, maar ik weet, dat Virginie
bij u geborgen is en de herinnering aan Za-
charula haar geluk niet verstoren zal."
„Maar waar blijft zij toch?" barstte ik
ongeduldig los.
De gravin glimlachte, alsof zi} er vermaak
in schepte.
„Ja, ondankbaar zijt gij toch' allen, gij,
mannen", verzekerde zij. „Virginie maakt
oen heel bijzonder toilet, alleen voor u en om
u nog vaster in boeien en ketenen te slaan."
Ik was bijna in een schaterlach uitgebar
sten.
„Alsof ik zoo iets noodig had", riep ik,
„alsof er ergens ter wereld een dracht was,
die Virginie in mijn oogen nog schooner zou
kunnen maken!"
„Wie weet!" schertste de gravin, en ïn
haar nog steeds zoo bezielde oogen flikkerde
het schelmachtig. „Over eon half uur spre
ken wij elkaar weer; dan zal ik wol hooren,
of gij uw overmoedige woorden nog herha
len zult. Maar ga y.u! Ik wil u beiden niet
langer scheioöiL Viigiuio wacht u in de
veranda l"
Ik ging met gevleugelden voet en
stond in de deur, aan den grond genageld,
stijf van sclirik.... dat was immers Virginie
niet, doch
„Zacharulajklonk het van mijn lippen.
Zij was het en toch ook weer niet. Vir-
ginie-Zacharula in één persoon als de ver
fraaide afdruk van haar portret stond zij
vóór mij met het loshangende, wonder
volle haar, in de Grieksche dracht, waarin
jk haar het eerst gezien had, in de houding
en met de gelaatsuitdrukking, die ik aan
Virginie kende en bewonderde. Zij stak mij
beide handen toe en rustte in het volgende
oogenblik aan mijn borst. Wat wij toen alle
maal gesproken en niet gesproken hebben,
welke onderbrekingen noodig waren, en boe
wij elkaar honderderloi dingen verklaarden,
zonder het tiende deel er van te begrijpen,
dat weet ik niet meer, en dat laat zich in
elk geval ook niet in samenhangende vol
zinnen verhalen. Ik weet alleen nog, dat wij
beiden ten laatste naast elkander zaten, Zar
charula met haar hoofd tegen mijn schouder
leunende, mijn arm om haar leest geslagen,
heur hand in de mijne rustend, en
mijn zacht gefluisterde verzekeringen van
liefde met even zachte Grieksche uitdruk
kingen beantwoorden, die ik, precies als in
dien ouden, zaligen tijd, niet verstond, doch
maar al te goed begreep. Geheel die zalige
tijd van het verleden scheen ten eenenmale
in ongedachte pracht en heerlijkheid verrezen
te zijn, en ik vroeg mij telkens weder, of ik
niet droomde.
„Nu, maar dat zijn nu toch plichtverge-
ton kinderen!" klonk plotseling naast ons
de vroolijke en toch bewogen stem van onze
moederlijke vriendin „Daar wordt me bin
nen een half uur bericht verwacht over het
nieuwe toilet, en nu maar hier 6chijnt
meu een geheel afzonderlijke tijdrekening
ingevoerd te hebben!"
Toen zaten wij nog lang bij elkander en
langzamerhand tot mijn eer zij het ge
zegd begreep ik toch eindolijk, hoe van
Zacharula Sidheridi Virginie De Ferréol
geworden was, zonder dat de tooverstaf van
een goede fee bij die verandering in bewe
ging was gekomen. Och, het was alles zeer
natuurlijk toegegaan! Kort na mijn vertrek
uit 'Konstantinopel was de dochter der gra
vin, altijd reeds een teer schepseltje, ziek
geworden, in de woning harer moeder terug
gekeerd en eindelijk gestorven. Het toeval
had mijn kleine Zacharula op den weg der
dame gebracht, en de gelijkenis tusschen de
beide jonge meisjes had in de gravin de ge
dachte doen opkomen, de kleine Grieksche
als dochter aan te nemen. Het grooto geluk,
dat de ouders in dit aanbod voor hun kind
zagen want mevrouw De Ferréol was
niet alleen zeer rijk, maar stond ook als een
edele, goedhartige dame bekend had hen
bewogen, de beslissing in Zacharula's hand
te leggen. Toen Zacharula vernam, dat de
gravin voornemens was naar Duitechland to
gaan, had zij er blijde in toegestemd, wijl
zij in heb aannemen van het voorstel de mo
gelijkheid had gezien, m ij daar misschien
aan te treffen, en zoo werd zij de aangeno
men dochter der gravin, onder voorwaar
den, dat zij met den familienaam te gelijk
ook den voornaam der vroeg gestorven doch
ter zou aannemen.
Nu begreep ik ook de schaduw, die bij de
vermelding van die tijden in Konstantinopel
en bij de herinnering aan het eenige, aan
gebeden kind over het geestvolle gelaat mij
ner oude vriendin getrokken was maar
hoe had ik het ook kunnen vermoeden Bij
de gedachte, hoeveel pijn ik haar zonder
piijn willen en weten had aangedaan, zag ik
haar thans smeekend in de oogen en kuste
heur hand, terwijl haar blik vochtig was en
de verte .zocht do moeder dacht aan
do andere Virginie
Thans zijn Zacharula en ik sedert vijf jaar
getrouwd, en mijn vrouwtje heeft ai haar
opgeruimdheid terug gekregen, die de be
kommernis om mij zoo lang had doen over
gaan in den somberen ernst, welke mij aan
Virginie zoo in heb oog was gevallen. Ons
oudste meisjo
„Maar, gij verschrikkelijke man, wat wilt
ge dan nog verder verhalen valt mij hier
haar pruilend mondje in de rede, bij het
voorlezen der geschiedenis, die ik volgens
liaar wensch tot het gelukkig „einde" zou
voortzetten. Zij heeft er zoo'n bekoorlijk
handje van, bij heb spreken in zekeren zin
de woorden te onderstrepen.
„Alleen, dat Zacharula geheel en al uw
evenbeeld belooft te worden, en dat onze
oudste jongen op eenliaar zijn vader gelijkt,
en dat wij
Maar men zou hot werkelijk niet geloo-
ven, dat nu elf jaar geleden Zacharula in
haar blozendo verlegenheid er precies zoo
uitzag als op dit oogenblik, nu zij mo be
straffend de hand op den mond legt en haar
lachende oogen heb voorhoofd, dat zich ten
toeken van ernstig misnoegen in krullende
plooien trekt, logenstraffen.