visschers door het daardoor bestaande comité afgevaardigd wejjd. Te zijner tijd deelden we omtrent dien arbeid een on ander mede. Over dien arbeid van ds. Yan der Yalk schrijft „Van dag tot dag" in bet Handelsblué zoer waardeeronde artikelen, waarin er op aangedrongen wordt, dat men in het lot onzer vi9schersbevolting meer belang stelle dan tot nog toe. Wü willen hier iets van „van dag tot dag" laten volgen: Ons werd herhaaldelijk roeds de vraag ge daan, of in den tyd der republiek do lands- regeering niets deed aan onze visschers. Wat op die vraag door ds. Yan der Yalk geautwoord wordt, is ons tot hulp. 0ln de eerste tijden onzer haringvisschery"» zegt by, „voer de vloot onder convooi van eenige oorlogsschepen, welker kosten van uitrusting deels door het Rijk en deels door de reeders werden godragen. Hoewol die schepen hoofdzakelijk werden uitgezonden om do visschers tegen kapers te beveiligen, zoo zullen ze ook wel in de andere behoeften hebben voorzien. Dat leid ik hieruit af, dat in vredestijd, toen men geen kapers bad te vreezen, toch „convooiers" werden uit gezonden, maar om als „hospitaalschip" oienst te doen. Zooals de naam aanduidt, was zulk een schip een drijvend lazaret, bestemd om alle zieken van do vloot aan boord te nemen en voor eiken zieke zoo mogelyk een be kwaam matroos in ruil te geven. Voorts moesten zy heelmeosters en timmorlieden ter beschikking van de buizen hebben, deze by avery voorzien van tuig en want, en ook victualie in voorraad hebben. In bet begin dezer eeuw voeren er nog twee zulke schepen. Eerst omtrent het midden is die arbeid gestaakt." „Dat bet echter noodig bleef om als vroeger voor de zeeliedeu te zorgen, bewyzen do pogingen, die door dr. Lauterbach daartoe in het werk zyn gesteld. Hy was vroeger dokter op de „Convoier" en had zich met oen Shet- landsche dame in het tu^elyk begeven en zich als dokter gevestigd te Lerwick. Her- haaldeiyk heeft hy er by dé seeders in Holland op aangedrongen, om toch iets te doon ten behoeve van do zeelieden, door weer een hospitaalscbip uit te rusten. Ik weet dit, omdat ik de kopieën der brieven, over dit onderwerp naar Nederland gezonden, heb ge lezen. In één daarvaD, dd. 15 April 1859, dringt hy er zóó sterk op aan, dat hy zegt: „Al zou men dan maar een oud schip Daar Lerwick zendon, dan zou dat, tydens onze zeelieden daar waren, uitnemende diensten kunnen doen." „Daarvan is echter nooit iets gekomen, ook niet nadat de haringvloot in de laatste holft dezer eeuw zoo aanmerkeiyk was uit gebreid. „Mocht iemand de opmerking maken, dat er thans twee onzer Marineschepen onder de vloot zyn, en vragen: „of er nu en dan toch niet voor onze zeelieden wordt gezorgd; en of daarom onze arbeid niot overbodig is?" dan moet ik antwoorden: dat onze Marine schepen met loffeiyken yver reeds dikwyis hulp aan onze zeelieden hebben geboden, maar dat zy toch boofdzakeiyk uitgezonden ■yn om zeeroof, drank verkoop en het visschen 4er vreemde schepen in onze wateren te be letten en dat juist door onze Maiino op het wenscheiyke van onzen voorgenomen arbeid is gewezen." Met de woorden: „onzen voorgenomen arbeid" ziet de schryver op het werk der Amsterdam8che commissie, dio aan het werk is getogen om een hospitaalechip uit te rusten. Steeds is geneeskundige hulp noodig op de jaringbuizen. "We deelden van den zomer mede wat een zeeofficier ons had verteld, die op Hr. Ms. „Argus" het schip, dat politiedienst doet op de Noordzee de Hollandsche haringvloot had opgezocht beoosten Schotland. Verheugd over de nadering van bet oorlogs chip waren de visschersl Het was voortdurend stormweer uit het westen. En de „Argus" moest om de west, om de haringvloot te vinden. Het schip had dus voortdurend op te werken, om nu over den eenen, dan over den anderen boeg by den wind to zeilen, eo vorderde dus langzaam. Doch eindelyk kwam op 0° 30' lengte, 57° N.breodto de Hollandsche haringvloot in zicht Daar lagen al de bommen pinken noemt men ze te Zandvoort. Zoo'n bom ziet er vreemd uit als hy aan zyn netten ligt De groote mast is neer en aan het kleine druilsmastje achteruit hebben zy het druiltje geheschen, precies een groote klomp meteen klein zeiltje op den hiel. De haringnetten hangen dertien meter onder de oppervlakte der zee. Elke bom beeft zeven tig netten en elk net is 30.5 meter lang.... dus zoo'n heele vleet heeft een lengte van 2005 meter! Die netten hangen met eindon touw aan Jen reep, en dezen reep houdt men zoo wat zes meter ondor water dryvende door ton netjes, waarvan hy afhangt. Zoodra de „Argus" in zicht was, werd de hulp van den geneesheer aan boord ingeroe pen door de visscbers. Ze klaagden erg over het aanhoudend stormweer en ze hadden het dan ook moeilyk genoeg! Het is niet alles om zoo negen weken lang op zee te liggen, nagenoeg op dezelfde plaats, en aldoor in wilde beweging. Enkele bommen hadden sein op. Een gele vlag met de Hollandsche vlag er onder wil zeggen: „Ik heb geneeskundige hulp noodig voor inwendige zieken!'* En er waren zieken, die hulp meer dan noodig hadden. Zoo vond de dokter, toen ze hem met een vlet aan boord hadden gebracht van een bom, een armen visscher met borstvliesontsteking ia het volkslogies liggen. Hy kon nauwelyks ademhalen van benauwdheiden zoo lag by al veertien dagen in het overvolle logies waar de kameraden eiken avond haring bakten 1 De dokter bracht hem naar de „Argus", waar een der officieren hom zyn hut gaf. En met zorg aan boord verpleegd, hebben ze hem in het vaderland in het gasthuis gebracht. Een jongen van achttien jaren had fljt in den vinger. Er moest onmiddellyk geopereerd worden en de jongen hield zich als eenheid. Hy was voor het eerst op zee, en was door het voortdurend stormweer veertien dagen lang aanhoudend zeeziek geweest! En zoo konden we door vertellen. Maar men zal nu begrepen hebben wat we wen8cben en waarom. Renata. Dat lk met mannenkoor dweep, kan ik niet zeggen, maar vrouwenkoor valt nog minder in myn smaak. Eentonig zyn zy beiden, doch mannenkoor heeft ten minste een bodem, uit zLhzelven, terwyl vrouwenstemmen in het geheel geen houvast aanbieden. Wordt er echter voor afwisseling in het programma gezorgd, dan kunnen vrouwenkoren tusschen andere stukken ip. nog Wrl eens boeien. Vooreen dergelyke afwisseling had „Renata" gisteravond gezorgd, zy het dan ook, dat bet de welwillendheid is geweest van den heer E. Völlmar, uit Den Haag, en van den direc teur S. Van Adelberg, die „Renata" hiertoe in staat heeft gesteld. Zoowel het uitgevoerde als de uitvoering van bei e heeren verdient allen lof. Leclair's sonate is een zeer schoon werk, dat zelfs Bach geen oneer zou hebben aangedaan, en de beide moderne stukken waren het aanhooren zeer waard. Waar bet noodig was wisten beiae kunstenaars een breeden, krachtigen toon te ontwikkelen, en hun voor dracht was vol animo. Onwaarheid zeggen wil ik niet, maar een jaar lang door vyftig jonge dames en vyftig mama's spinnig te worden aangekiken, daar heb ik ook geen lust in. Daarom heb ik een middenweg bedacht, zal n.l. den ps lm van Rbeiuterger met den mantel der liefdo be dekken en my bepalen tot de andere werken. Yan alles heeft my Scbubert's ppalm het meest aangetrokken én om het schoone toon dicht èn om de uitnemende uitvoering, waar van ik den teweeggebrachten climax aan het slot niet onvermeld wil laten. Deze „Soldaten- braut" van Schumann kende ik niet, maar, zoover ik oordeeLn kan, geef ik de voorkeur aan de andore, verleden jaar door movr. Oldenboom voorgedragen. Wat meerdere zeggingskracht had niet geschaad; „Nftnie" ging echter beter en „Tamburinschhtgerin" best, al liet ook de zuiverheid der slotakkoor den te wenschen over. Na de pauze was de moderne Fransche school aan bet woord, vertegenwoordigd door éón koor van Franck (boorde ik hierin niet ergens een quinten-gang?) en twee koren van Lacome. „La Fète de Sita" heeft van de drie den aangen^amsten indruk op my gemaakt. „Les Roi3" heeft 6choone passages, ooch is niet van alle langdradigheid vry te pl-iten, terwyl ik my wat het koor van Franck betreft in een oordeelop6cbortings- toebtand bevind. Nadat het koor zich in Schubert eenmaal in zyn volle kracht had getoond, heeft het niet meer omgezien en, afgezien van kleine onzuiverheidjes en andere kleinigheidjes, zich ook in de Fransche werken zeer goed gekweten. Het is my dan ook langzamerhand gebleken, dat mijn ergernis by het begin voorbarig is geweest en dat aanvankelyko tekortkomingen slechts berust hebben op nog niet ingezongen zyn. Myn buurman, N. B. tie galant van een der zangeressen, maakte de opmerking, dat de uitspraak van bet Fransch veel te wonschen overliet. Ik ben geen specialiteit genoeg om deze zaak in haar geheelen omvang te beoor- deelen, doch dat het veel te wenschen over heeft gelat-n, kan ik hem pertinent tegen spreken. Buitendien, wat kan het schelen? Een matig Leidsch accent geeft oen haut goüt aan het geheel, en een slecht vader landster, cie haar afkomst verloochent I De kleine solo partyen zyn zeer veroienste- lyk coor een tweetal werkende leden gezoDgen en het was alweer de welwillendheid van mej. B. Vos, dat er behalve koorwerken en instrumentale soli ook nog eenige liederen op het programma figureerden. Haar heldere, lieflyke en voor den foyer zeker voldoende stsrke stem en de eenvoud in haar voordracht deden haar terecht ruimen byval inoogsten. Wat minder vibreeren in „Maria Gnaden- mutter" ware my niet onwelkom geweest, docb binderlUk was het in geen geval. De begeleidingen waren zooals altijd op „Renata" ook na weder van het bovenste plankje. d. G. KOLONIËN. BATAVIA, 8—14 Nov. Te Makassar is 8 dezer de benoemde gouver neur van Celebes en Onderhoorigheden, de heer G. W. W. C. baron Hoövell, por stoom schip „Graaf Yan Bylandt" aangekomen en met de voorgeschreven eerbewyzen ontvangen; daarna bad de installatie van den gouver neur plaats. Naar men uit Magelang schryft, hebben de tydens de Pedir-expeditle by het 2de bataljon in beproeving geweeBt zynde patroontasscben zoo uitstekend voldaan en is daarover zulk een gunstig rapport uitgebracht, dat men met grond mag verwachten, dat de bedoelde lederwerken binnenkort by de geheele infan terle zullen worden ingevoerd. Het is wel te betreuren van het geld, dat de oude hebben gekost, doch beter ten halve gekeerd dan ge heel gedwaald, zegt de „J.-B." De gepensionneer^e kapitein der infan terie M. E. J. Van den Bossche, administrateur van de „Soerabaia Courant," is den 7den dezer te Soerabaia overleden. Een gebrek aan zyn oogen noodzaakte hem indertyd het leger te verlaten; gedurende zyn diensttyd werd hy eervol vermeld. ATJEH. Men zal zich herinneren, dat eenige maan den geleden van uit Indrapoeri een compagnie infanterie onder commando van den kapitein P. Hintze naar Planteuh werd gedetacheerd om deze streek te beveiligen voor de her haalde strooptochten van zekeren Toekoe Moeda Latif. Ook dezen weerspannige is het leven zoo zuur gemaakt, dat hy in arren moede zyn onderwerping beeft aangetoJen, zooals blykt uit e?n telegram uit Kotta-Radja, d.d. 9 dezer. Het 9de bataljon, dat vroeger te Welte vreden in garnizoen lag, maar in den Oemar tyd ter versterking der troepenmacht aldaar naar Atjeh werd gezonden, zal binnenkort naar Java terugkeeren. Het is thans te Indra poeri gelegerd. Tydelyk krygt het Tjimahi tot standplaats. De „JavaCt." meldt: BlUkens een van den gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden ontvangen telegram vertrok de overste Van don Brand-eler den 6den November met twee compagnieën van het 7de bataljon over Pantja naar PadaDg Tidji, waar de troepen den 8sten aankwamen. Het te Segli geltgerde 14de bataljon had in Tiro een ontmoeting met een gesignaleerde bende, welke verdreven werd en waarby de Europeescbe cavalerist De Koek (Alg. St. 44545) niet levensgevaarlyk gewond werd; de colonne zou enkele dagen in bet gebergte blyven patrouilleeren. Aan de „Java-Bode" werd geseind: Kotta-Radja, 9 November. Toekoe Moeda Latif, het hoofd van het verzet in Planteuh, heelt zich onderworpen. De „Deli Ct." ontving het volgende telegram: Kotta-Rad j a, 15 November 1898. Gisteren kwam de marechaussee van de Westkust terug. Luitenant Doerrleben is gewond in den arm, doch biyft dienst doen, 2 marechaus sees gewond. Oemar bevindt zich in de bovenlanden vaD Wailah. Hedenmorgen marcheeren twee compag nieën ven het 3de bataljon te Padang-Tidji over land via Selïïuoen naar Kotta-Radja en terug. Uit Rigas Werd 21 October aan de „J.-B." omtrent de expeditie ter Atjeh's Westkust onder meer het volgende geschreven „Volgens verschillende berichten zou T. Oemar zich nog bevinden te Baba Sabi aan de kroeng Sabi, door onze colonne van de monding dezer rivi r, nl. Gedie Sawang, in twee dagmarschen te bereiken. Hy zou daar wachten op Petoeba Ptkan, die weder naar Masin ging, om verJer naar Melaboeh te trekken. „Nopens Oemar's bende luiden de berichten vry wel eenstemmig: zy zou in het geheel 400 hoofden telleD, waaronder 80 vrouwen en een V3ste kern van 80 mannen. „Bovendien moet Oemar gebrek hebben aan munitie; wel heeft T. Mohamad ArsadLageun veel patronen vervaardigd, maar die zyn met slecht kruit gevuld en zou Oemar nog slechts per geweer over pl. m. 15 a 20 goede patronen beschikkeü. By buitgemaakte patroonzakken werden dan ook steeds tusschen veel loslig gende patronen een 10- of 20 tal patronen gevonden, afzonderlyk verpakt in eon lap of doekje, die de slagnummers 12—92 vertoonden. Ook vonden wy patroonpapier, waarin onze beaumontpatronen worden verpakt met het welbekende merk: P. W. 1292III" Dc luitenant Lutje» Het „Bat. Nbld." meldt: De heer E. G. E. Lutje heeft zich door een revolverschot van het leven beroofd. Wy vernamen dit bericht met groote deernis. Na zyn ontslag uit den militairen dienst, ten gevolge van de bekende zaak, is de heer Lutje, naar men weet, opgetreden als admi nistrateur der stoorawa8schery in de gang Chaulan, waarmee hy oogenscbyniyk er in geslaagd was zich een nieuw bestaan te verschaffen. Doch slechts oogenscbyniyk, want voor velen was het bekend, dat zyn nieuwe werkkring hem niets dan groote zor gen baarde. Deze zullen het dan ook geweest zyn, die hem, in arrenmoede, de hand aan zichzelf deden slaan. Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiö zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen: Op verzoek, eervol uit 's lands dienst, do gewezen opzichter 1ste klasse bij den waterstaat en'a lands Burgerlijke Openbare Werken C. G. J. Gersen, met bepaling, dat dit ontslag wordt gerekend te zijn ingegaan op ultimo April 189S- Benoemd: Tot assistent-resident derafdeeling L. Kota, residentie Padang6cho Bovenlanden (Sumatra's Westkust), de assistent-resident van Siboga, G. Schaap; van Siboga, residentie Tapanoeli (Sumatra's Westkust), tevens vendumeester aldaar, de secretaris der residentie Riouw en Onderhoorigheden C. F. R, Ockerse; van Toba en Silindoong, residentie Tapanoeli (Sumatra's Westkust) de ambtenaar op non-activiteit, J. B. Neumann, laatstelyk assistent-resident van Painan van Pontianak en Ommelanden (Westerafdeeling van Borneo), do controleur der 1ste klasse bij het binnenland8cb bestuur op de bezittingen builen Java en Madoera, A. C. De Heer; van Lombok (Bali en Lombok), do assistent resident voor de politie te Palembang S. J. M. Van Geuns; do twee eerstgenoemden met ingang van 20 November 1898. Ontslagen: Eervol uit 's lands dienst, do gewezen machinist der lste klasse bij de exploi tatie der Staatsspoorwegen op Java, Marno. Benoemd: lot assistent-resident van Ngrowo [Kediri] tevens vendumeester aldaar, de assistent- resident van Tjaringiu [Bantam], K. W. G. Watson. Bij het Biunenlandsch Bestuur og Java en Madoera. Belast: Met do waarneming der betrekking van controleur der 2de kl. J. J- Feijtes, ambtenaar op non-activiteit, laatstelijk controleur der lste kl., mot bepaling, dat bij geplaatst wordt in de residentie Tegal. Benoemd: Tot commies op bet bureau van den assistent-resident van Buitenzorg (Batavia), de lste klerk op dat bureau. A. L. Edwards. Bij den Watorstaat en 'slaüds B. W. O. Toegevoegd: Aan den chef der 4de water- staatsafdeeliug in het belang der verbetering en uitbreiding van de bevloeiing in de afdeelingen Pamakasan en Bangkalan (res. Madura) de adsp. ingenieur A. A. Meijers. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend: Wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa aan den kap. der inf. H. C. De Voogt. Hersteld: Bij hot wapen der inf. boven de formatie in aotiviteit, de kapitein op non activi teit J. A. M. M. Von Scbanroth. Verleend: Twee maanden verlof wegens ziekte naar Buitenzorg en Soekaboemi, aan den dirigeerend ofli. van gez. der lste kl. geëvacueerd van Atjeh naar Batavia N. L. Holwerda. Overgeplaatst: Bij bet 8ste bat., de kap. bij het 2ao bat. F. L. W. Raedt van Oldenbarne- velt; bij bet lste re9erve-bat., de lste Init. bij het 13de bat. P. H. Mathgsen; bij de troepenmacht in Atjeh t. n. i. do kap. bij het 2de bat. M, H. J. Creutz Lechleitner en de kap. bij bet 2de reserve-bat. G. E. Spirlet. Geplaatst: Bij aankomst bij het subs.-kader te Soerabaia, de lste luit. der inf. van verlof uit Nederland terug verwacht wordende, C. F. Baak; bij aankomst bij bet 5de bat., de 2do luit. der inf. uit Nederland verwacht wordende ziïnde be stemd voor den dienst, hier te lande, H. J. J. Van Voorthuijsen. Verleend: Twee maanden verlof wegens ziekte naar Soekaboemi en Garoet, aan den kapi tein-kwartiermeester te Batavia M. D. Van Vuuren. Benoorad: Tot plaatselijk commandant te Batavia, do luitenant-kolonel der inf. H. F. C. Van Bijlevelt met ontheffing zijner betrekking van militairen commandant van Amboina en Ternate. Overgeplaatst: Bij den gewestelijken ge neeskundigen dienst van Atjeh en Ondeihoorig- heden, de dirigeerend officier van gez. der lste kl. te Seinarang C. J. De Freijtag; bij het 5de bat. te Semarang, de kapt. der inf. bij het subs.-kader te Batavia C. H. Van Riet schoten bg het 11de bat. te Meester-Cornelis, de kapt. bij bet sub.-kadcr te Batavia J. J. Stolk; bij de troepenmacht in Atjeh t. n. i. de kapitein bij het subs.-kader te Batavia P. A. Mollinger-, bij bet garn.-bat. van do Z. en O. afd. van Borneo, de kapitein bij het 11de bat. te Meester- Cornelis J. W. A. M. Moquette; van Soerabaia naar Lombok, de offi. van gez. 2de kl. J. R. Van der Monde. Geplaatst: Bij aankomst in Indië: te Palem bang, de offi. van gez. 2de kb, bestemd voor den dienst bier te lande, G. A. Bontbius; te Soerabaia, do offi. van gez. lstekl van verlof terugverwacht wordende, C. J. Van Diemen; te Magelang, de offi. van gez. lste kl. J. P. F. M. Berger; te Semarang, de militaire apotheker lste kl. A. F. De Wolff. DEPARTEMENT VAN MARINE. Overge plaatst: Van de „Glatik" op de „Arend" do 2de stuurman A. P. Berlijn en de leerlingmachinist J. M. Andreas van de „Arend" op de „Glatik," de lste stuur man W. F. Borman, en de leerlingmachinist C. F. W. Townsend. Opgave van passagiers, van Batavia vertrokken per es. „Koningin-Regentes", naar Europa via Genua: voorzitter van den landraad mr. T. Gat- sonides en familie, kapb-kwartiermr. F. W. Arndt en familie, off. v. gez. lste kb J. A. A. Dool, off. v. gez. lste kb J. H. Lorei en echtg., luit. tor zee 2de kl. F. C. Schaalje, mej. J. J. Genl, F. A. R. A. Baron Van Ittersum, J. F. Niermeijer en echtg., mevr. L. C. M. Poublon geb. Van Khijn, gezagv. der Kon. Paketv.-Mij. J. K. Parrel, A. L. Broekema, mevr. C. Th. Van Sorgen en familie, mej. W. De Rooij, C. Van Helden, dr. M. J. Silberstein, A. Maan dag, H. L. v. d. Briel, J. G. Pabst, S. J. Br. Van Limburg Stirum, M. L. A. Laurei, H. C. v. d. Pais, W. C. Heukelom, H. Bos, H. Veltman, mevr. do wed. Wieckeral, benovens Hr. Ms. schepelingen en militairen; van Padang: lste luit. der int Schüfer met familie. Herziening. Blykens de Memorie van Antwoord over het voorstel van de heeren Harte van Teckler- burg c. s. tot aanvulling van de 18de tabel van het Wetboek van Strafvordering, is door de voorstellers voldaan aan den wensch, om den geheelen achttienden titel door een nieuwen te vervangen. Een gewyzigd voorstel van wet is daarom by de memorie gevoegd. Iogestemd wordt met het betoog, dat by dit voorstel het vraagstuk der revisie in zyn ganschen omvang niet aan de orde behoort te worden gesteld. Ook worden geen wetsbe palingen in 't leven geroepen, die revisie ten nadeele van den veroordeelde door ver hooging van straf ten doel hebben. Wellijbt kunnen by een geheele herziening van htt Wetb. van Sv. reden bestaan om zoodanigen stap te doen, maar deze zal dan ia verband moeten 6taan met het dan aan te nemen systeem van strafvordering. Ook voor revisie, welke zich alléén vermindering van straf ten doel stelt, is, meenen voorstellers, by dit voor stel geen plaats. Echter, iodien door de be wezen nieuwe omstandigheid het den veroor deelde ten laste gelegde onder een minder zware strafbepaling behoort te vallen, kan instandhouding van het vonnis hoogst onrecht vaardig en in sommige gevallen, als in stryd met de evidentie, onhoudbaar zyn. Htt be staande art. 375 No. 2 heeft o. a. op een soortgeiyk geval biykbaar het oog en in het gewyzigde wetsvoorstel is met het daarin vervatte beginsel rekeoiog gehouden. Nu de geheele achttiende titel wordt ver vangen, hebben voorstellers het opschrift „revisie" vervangen door „herziening", omdat het rechtsinstituut in onze strafwetgeving aldus genoemd wordt; en zyn de woorden: „uithoofde van bepaalde omstancighoden" gQ. schrapt, omdat by het voorstel htt stelsel der casuistiek is verlaten. In onderscheidene artikelen zyn overeen komstig «ie in het voorloopig verslag gegeven wenken wyzigingen gebracht. Het begin-elig behouden, dat do Hooge Raad in Raadkamer over de aanvrage beslist; en de voorstellers doen uitkomen, dat zy revisie van vonnissen van den kantonrechter niet uitsluiten. Yee naar België. Blykens bericht van Hri Ms. gezantschap te Brussel zal Esschen (station en dorp) 15 December weder gtopend zyn voor den invoer van Noderlandsch melkvee, doch zal wegens het uitbreken van mond- en klauwzeer in de quarantaine-bystallen Baarle-Htrtog dim dag geslot-n worden. G emeno ri Nieuws. Op de Hoogstraat te Rotterdam is van mejuffrouw M. M. uit Gouda een porte- monnaie gerold, inhoudende een opgeplakt bankbiljet van f 25 ea een abonnement op de Staatsspoorwegen geldig tusschen Rotterdam en Gouda. Sedert verleden Donderdag wordt te Apeldoorn (buurtschap Uddel) vermist een 8- a 9 jarig meisje, idioot, spreekt mo iiyk, gekleed met zwarte muts, zwarte jurk en klompen. De burgemeester van Apeldoorn verzoekt inlichtingen. De heer Forelli, een der musicale clowns van de „Poort van Clevo" te Arnhem, had Zaterdag avon 1 het ongeluk van de trap zyner woning te vallen, met h<t ongelukkig gevolg, dat hy gisteren in het St.-Elisabeth's Gesticht, waarheen hy vervoerd was, overleed. (A. Ct.) Te Amsterdam is in de Nicolaas- Beetsstraat aan de achterzyde van het huis een kindje van S'/a Jaar» aan htt spelen zynde met nog een paar kinderen, uit een openstaand raam 3de verdieping gevallen; door den vader werd bet dood opgenomen. De Parysche advocaat Clémen- ceau, bekend uit het proces-Dreyfus als ver dediger van „TAurore", is verloofd met een Haagsche jonge dame. (E. D.) Men meldt uit Woenen: In Agram werd Nattassicz Keglevkh tot zes jaren vestingstraf veroordeeld, wegens vervalsching van wissels ten bedrage van een half miliioea op den naam der kroonprinses. Volgens een bericht nit Krooi- stad is het stoomschip „Eiva", met 1200 ton yzererts op weg naar Engeland, vergaan. Van de uit 25 koppen bestaande bemanning ia niets vernomen. Zaterdag 12 Nov. j, 1. had te Pro- toria by de wedrennen oen roevig ongeluk plaats. Een jockey, die tweede was aange komen, werd coor den eigenaar Vao het paard een minder aangenaam woord toege voegd, als zou by niet zoo gereden hebben als hy wel doen moest, daar hy dan wel eerste zou zyn aangekonun. De jockey werd daarop driftig en sloeg met do zwoep naar den eigenaar, met het gevolg, dat de kogeJ5 oie aan het einde van oen slag der op wed rennen gebruikte zweepen pleegt gehecht te zyn, bem een slaap raakte, waardoor de ongelukkige onmiddellyk in elkaar zakte en een lyk was. In Berlyn is een curieus wiel rijders proces aan de orde. Een jongmensch met lamme beenen en een blinde waren daar vrienden. Op een goeden dag besloten zy te gaan tandem ryden. De lamme ging vooraan zitten, hy kon goed uitkykon en behoorlijk sturen; de blinde zat achter, hy trapte krachtig en regelmatig. Zoo maakten de jongelui meDig aardig fietstochtje. Maar op zekeren dag reaen zy in een straat, waar dat door de politic was verboden. Dadelyk wenkte een politie agent en gelastte den ryders af te stappen. Do lamme remde, de blinde vroeg zyn vriend waarom hy dat deed, en toen hy 't hoordo ging hy terstond van zyn wiel, maar den lamme gelukte dit niet zoo spoedig en nu maakte de politie agent proces-verbaal op. Beiden werden veroordeeld tot 2 mark boeto. Doch het tandempaar giug in hooger beroep, en het voerde voor zyn onschuld deze gronden aan: De blinde wist niet, dat hy op verbaden terrein reed, en ook niet, dat een polilie-agenl wenkte, omdat hy niet zien kan. De lamme had den agent wel gezien en had dadelyk geremd, maar dat hy niet van zyn wiel stapte, was zyn schuld niet:hy kan zich niet bewegen. Dus zyn z\j beiden onschuldig. Do rechter moet nog uitspraak doen. Wilde varkens. Een ingezeteni van Heedo (Pruisen) had eergisteren een bat zoek aan Boertange gebracht. Iq den namid dag nam hy zyn terugweg, zeker omdat hjg goederen frauduleus in zyn „Heimath" wilde invoeren, door het uitgestrekte dennenwoud, dat zich van hier tot aan de scheiding uit strekt. Nauwelyks echter is hy htfc boscb ingetreden, of daar ziet hy op korten afstand twee wilde varkens op hem afkomen. Vaa schrik wierp de jonge sluiker zyn vracht af, maakte dadelyk rechtsomkeert en stormde weg van deze gevaarlyke plaats. Moord en brand schreeuwende, kwam hy eenige oogsn- blikken later ongedeerd, doch meer dood dan levend, by een der ingezetenen binnenvallen, 't Duurde geruimen tyd, vóór de arme jonge ling verhalen kon, wat er eigenlyk gebeurd was. Toen men eenige oogonblikken later een onderzoek instelde, waren de borstel- dragers verdwenen, evenals de weggeworpen smokkelwaren. Dat het Herzogwald na dit voorval by vele inwoners van het dorp in een kwaden reuk staat, ligt voor de hand. (U-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 6