visschers door het daardoor bestaande
comité afgevaardigd wejjd. Te zijner tijd
deelden we omtrent dien arbeid een on ander
mede.
Over dien arbeid van ds. Yan der Yalk
schrijft „Van dag tot dag" in bet Handelsblué
zoer waardeeronde artikelen, waarin er op
aangedrongen wordt, dat men in het lot onzer
vi9schersbevolting meer belang stelle dan tot
nog toe. Wü willen hier iets van „van dag
tot dag" laten volgen:
Ons werd herhaaldelijk roeds de vraag ge
daan, of in den tyd der republiek do lands-
regeering niets deed aan onze visschers.
Wat op die vraag door ds. Yan der Yalk
geautwoord wordt, is ons tot hulp.
0ln de eerste tijden onzer haringvisschery"»
zegt by, „voer de vloot onder convooi van
eenige oorlogsschepen, welker kosten van
uitrusting deels door het Rijk en deels door
de reeders werden godragen. Hoewol die
schepen hoofdzakelijk werden uitgezonden om
do visschers tegen kapers te beveiligen, zoo
zullen ze ook wel in de andere behoeften
hebben voorzien. Dat leid ik hieruit af, dat
in vredestijd, toen men geen kapers bad
te vreezen, toch „convooiers" werden uit
gezonden, maar om als „hospitaalschip" oienst
te doen. Zooals de naam aanduidt, was zulk
een schip een drijvend lazaret, bestemd om
alle zieken van do vloot aan boord te nemen
en voor eiken zieke zoo mogelyk een be
kwaam matroos in ruil te geven. Voorts
moesten zy heelmeosters en timmorlieden ter
beschikking van de buizen hebben, deze by
avery voorzien van tuig en want, en ook
victualie in voorraad hebben.
In bet begin dezer eeuw voeren er nog
twee zulke schepen. Eerst omtrent het midden
is die arbeid gestaakt."
„Dat bet echter noodig bleef om als vroeger
voor de zeeliedeu te zorgen, bewyzen do
pogingen, die door dr. Lauterbach daartoe in
het werk zyn gesteld. Hy was vroeger dokter
op de „Convoier" en had zich met oen Shet-
landsche dame in het tu^elyk begeven en
zich als dokter gevestigd te Lerwick. Her-
haaldeiyk heeft hy er by dé seeders in Holland
op aangedrongen, om toch iets te doon ten
behoeve van do zeelieden, door weer een
hospitaalscbip uit te rusten. Ik weet dit,
omdat ik de kopieën der brieven, over dit
onderwerp naar Nederland gezonden, heb ge
lezen. In één daarvaD, dd. 15 April 1859,
dringt hy er zóó sterk op aan, dat hy zegt:
„Al zou men dan maar een oud schip Daar
Lerwick zendon, dan zou dat, tydens onze
zeelieden daar waren, uitnemende diensten
kunnen doen."
„Daarvan is echter nooit iets gekomen,
ook niet nadat de haringvloot in de laatste
holft dezer eeuw zoo aanmerkeiyk was uit
gebreid.
„Mocht iemand de opmerking maken, dat
er thans twee onzer Marineschepen onder de
vloot zyn, en vragen: „of er nu en dan toch
niet voor onze zeelieden wordt gezorgd; en
of daarom onze arbeid niot overbodig is?"
dan moet ik antwoorden: dat onze Marine
schepen met loffeiyken yver reeds dikwyis
hulp aan onze zeelieden hebben geboden,
maar dat zy toch boofdzakeiyk uitgezonden
■yn om zeeroof, drank verkoop en het visschen
4er vreemde schepen in onze wateren te be
letten en dat juist door onze Maiino op het
wenscheiyke van onzen voorgenomen arbeid
is gewezen."
Met de woorden: „onzen voorgenomen
arbeid" ziet de schryver op het werk der
Amsterdam8che commissie, dio aan het werk
is getogen om een hospitaalechip uit te rusten.
Steeds is geneeskundige hulp noodig op de
jaringbuizen.
"We deelden van den zomer mede wat een
zeeofficier ons had verteld, die op Hr. Ms.
„Argus" het schip, dat politiedienst doet
op de Noordzee de Hollandsche haringvloot
had opgezocht beoosten Schotland.
Verheugd over de nadering van bet oorlogs
chip waren de visschersl
Het was voortdurend stormweer uit het
westen. En de „Argus" moest om de west,
om de haringvloot te vinden.
Het schip had dus voortdurend op te werken,
om nu over den eenen, dan over den anderen
boeg by den wind to zeilen, eo vorderde dus
langzaam.
Doch eindelyk kwam op 0° 30' lengte, 57°
N.breodto de Hollandsche haringvloot in zicht
Daar lagen al de bommen pinken noemt
men ze te Zandvoort.
Zoo'n bom ziet er vreemd uit als hy aan
zyn netten ligt
De groote mast is neer en aan het kleine
druilsmastje achteruit hebben zy het druiltje
geheschen, precies een groote klomp meteen
klein zeiltje op den hiel.
De haringnetten hangen dertien meter onder
de oppervlakte der zee. Elke bom beeft zeven
tig netten en elk net is 30.5 meter lang....
dus zoo'n heele vleet heeft een lengte van
2005 meter!
Die netten hangen met eindon touw aan
Jen reep, en dezen reep houdt men zoo wat
zes meter ondor water dryvende door ton
netjes, waarvan hy afhangt.
Zoodra de „Argus" in zicht was, werd de
hulp van den geneesheer aan boord ingeroe
pen door de visscbers. Ze klaagden erg over
het aanhoudend stormweer en ze hadden het
dan ook moeilyk genoeg! Het is niet alles
om zoo negen weken lang op zee te liggen,
nagenoeg op dezelfde plaats, en aldoor in
wilde beweging.
Enkele bommen hadden sein op. Een gele
vlag met de Hollandsche vlag er onder wil
zeggen: „Ik heb geneeskundige hulp
noodig voor inwendige zieken!'*
En er waren zieken, die hulp meer dan
noodig hadden.
Zoo vond de dokter, toen ze hem met een
vlet aan boord hadden gebracht van een bom,
een armen visscher met borstvliesontsteking
ia het volkslogies liggen. Hy kon nauwelyks
ademhalen van benauwdheiden zoo lag
by al veertien dagen in het overvolle logies
waar de kameraden eiken avond haring
bakten 1
De dokter bracht hem naar de „Argus",
waar een der officieren hom zyn hut gaf.
En met zorg aan boord verpleegd, hebben
ze hem in het vaderland in het gasthuis
gebracht.
Een jongen van achttien jaren had fljt in
den vinger. Er moest onmiddellyk geopereerd
worden en de jongen hield zich als eenheid.
Hy was voor het eerst op zee, en was door
het voortdurend stormweer veertien dagen
lang aanhoudend zeeziek geweest!
En zoo konden we door vertellen.
Maar men zal nu begrepen hebben wat
we wen8cben en waarom.
Renata.
Dat lk met mannenkoor dweep, kan ik niet
zeggen, maar vrouwenkoor valt nog minder
in myn smaak. Eentonig zyn zy beiden, doch
mannenkoor heeft ten minste een bodem, uit
zLhzelven, terwyl vrouwenstemmen in het
geheel geen houvast aanbieden. Wordt er
echter voor afwisseling in het programma
gezorgd, dan kunnen vrouwenkoren tusschen
andere stukken ip. nog Wrl eens boeien.
Vooreen dergelyke afwisseling had „Renata"
gisteravond gezorgd, zy het dan ook, dat bet
de welwillendheid is geweest van den heer
E. Völlmar, uit Den Haag, en van den direc
teur S. Van Adelberg, die „Renata" hiertoe in
staat heeft gesteld. Zoowel het uitgevoerde
als de uitvoering van bei e heeren verdient
allen lof. Leclair's sonate is een zeer schoon
werk, dat zelfs Bach geen oneer zou hebben
aangedaan, en de beide moderne stukken waren
het aanhooren zeer waard. Waar bet noodig
was wisten beiae kunstenaars een breeden,
krachtigen toon te ontwikkelen, en hun voor
dracht was vol animo.
Onwaarheid zeggen wil ik niet, maar een
jaar lang door vyftig jonge dames en vyftig
mama's spinnig te worden aangekiken, daar
heb ik ook geen lust in. Daarom heb ik een
middenweg bedacht, zal n.l. den ps lm van
Rbeiuterger met den mantel der liefdo be
dekken en my bepalen tot de andere werken.
Yan alles heeft my Scbubert's ppalm het
meest aangetrokken én om het schoone toon
dicht èn om de uitnemende uitvoering, waar
van ik den teweeggebrachten climax aan het
slot niet onvermeld wil laten. Deze „Soldaten-
braut" van Schumann kende ik niet, maar,
zoover ik oordeeLn kan, geef ik de voorkeur
aan de andore, verleden jaar door movr.
Oldenboom voorgedragen. Wat meerdere
zeggingskracht had niet geschaad; „Nftnie"
ging echter beter en „Tamburinschhtgerin"
best, al liet ook de zuiverheid der slotakkoor
den te wenschen over.
Na de pauze was de moderne Fransche
school aan bet woord, vertegenwoordigd door
éón koor van Franck (boorde ik hierin niet
ergens een quinten-gang?) en twee koren
van Lacome. „La Fète de Sita" heeft van
de drie den aangen^amsten indruk op my
gemaakt. „Les Roi3" heeft 6choone passages,
ooch is niet van alle langdradigheid vry te
pl-iten, terwyl ik my wat het koor van
Franck betreft in een oordeelop6cbortings-
toebtand bevind. Nadat het koor zich in
Schubert eenmaal in zyn volle kracht had
getoond, heeft het niet meer omgezien en,
afgezien van kleine onzuiverheidjes en andere
kleinigheidjes, zich ook in de Fransche werken
zeer goed gekweten. Het is my dan ook
langzamerhand gebleken, dat mijn ergernis
by het begin voorbarig is geweest en dat
aanvankelyko tekortkomingen slechts berust
hebben op nog niet ingezongen zyn.
Myn buurman, N. B. tie galant van een
der zangeressen, maakte de opmerking, dat
de uitspraak van bet Fransch veel te wonschen
overliet. Ik ben geen specialiteit genoeg om
deze zaak in haar geheelen omvang te beoor-
deelen, doch dat het veel te wenschen over
heeft gelat-n, kan ik hem pertinent tegen
spreken. Buitendien, wat kan het schelen?
Een matig Leidsch accent geeft oen haut
goüt aan het geheel, en een slecht vader
landster, cie haar afkomst verloochent I
De kleine solo partyen zyn zeer veroienste-
lyk coor een tweetal werkende leden gezoDgen
en het was alweer de welwillendheid van
mej. B. Vos, dat er behalve koorwerken en
instrumentale soli ook nog eenige liederen
op het programma figureerden. Haar heldere,
lieflyke en voor den foyer zeker voldoende
stsrke stem en de eenvoud in haar voordracht
deden haar terecht ruimen byval inoogsten.
Wat minder vibreeren in „Maria Gnaden-
mutter" ware my niet onwelkom geweest,
docb binderlUk was het in geen geval.
De begeleidingen waren zooals altijd op
„Renata" ook na weder van het bovenste
plankje. d. G.
KOLONIËN.
BATAVIA, 8—14 Nov.
Te Makassar is 8 dezer de benoemde gouver
neur van Celebes en Onderhoorigheden, de
heer G. W. W. C. baron Hoövell, por stoom
schip „Graaf Yan Bylandt" aangekomen en
met de voorgeschreven eerbewyzen ontvangen;
daarna bad de installatie van den gouver
neur plaats.
Naar men uit Magelang schryft, hebben
de tydens de Pedir-expeditle by het 2de bataljon
in beproeving geweeBt zynde patroontasscben
zoo uitstekend voldaan en is daarover zulk
een gunstig rapport uitgebracht, dat men
met grond mag verwachten, dat de bedoelde
lederwerken binnenkort by de geheele infan
terle zullen worden ingevoerd. Het is wel te
betreuren van het geld, dat de oude hebben
gekost, doch beter ten halve gekeerd dan ge
heel gedwaald, zegt de „J.-B."
De gepensionneer^e kapitein der infan
terie M. E. J. Van den Bossche, administrateur
van de „Soerabaia Courant," is den 7den dezer
te Soerabaia overleden. Een gebrek aan zyn
oogen noodzaakte hem indertyd het leger te
verlaten; gedurende zyn diensttyd werd hy
eervol vermeld.
ATJEH.
Men zal zich herinneren, dat eenige maan
den geleden van uit Indrapoeri een compagnie
infanterie onder commando van den kapitein
P. Hintze naar Planteuh werd gedetacheerd
om deze streek te beveiligen voor de her
haalde strooptochten van zekeren Toekoe
Moeda Latif. Ook dezen weerspannige is het
leven zoo zuur gemaakt, dat hy in arren moede
zyn onderwerping beeft aangetoJen, zooals
blykt uit e?n telegram uit Kotta-Radja, d.d.
9 dezer.
Het 9de bataljon, dat vroeger te Welte
vreden in garnizoen lag, maar in den Oemar
tyd ter versterking der troepenmacht aldaar
naar Atjeh werd gezonden, zal binnenkort
naar Java terugkeeren. Het is thans te Indra
poeri gelegerd. Tydelyk krygt het Tjimahi
tot standplaats.
De „JavaCt." meldt:
BlUkens een van den gouverneur van Atjeh
en Onderhoorigheden ontvangen telegram
vertrok de overste Van don Brand-eler den
6den November met twee compagnieën van
het 7de bataljon over Pantja naar PadaDg
Tidji, waar de troepen den 8sten aankwamen.
Het te Segli geltgerde 14de bataljon had
in Tiro een ontmoeting met een gesignaleerde
bende, welke verdreven werd en waarby de
Europeescbe cavalerist De Koek (Alg. St. 44545)
niet levensgevaarlyk gewond werd; de colonne
zou enkele dagen in bet gebergte blyven
patrouilleeren.
Aan de „Java-Bode" werd geseind:
Kotta-Radja, 9 November. Toekoe Moeda
Latif, het hoofd van het verzet in Planteuh,
heelt zich onderworpen.
De „Deli Ct." ontving het volgende telegram:
Kotta-Rad j a, 15 November 1898. Gisteren
kwam de marechaussee van de Westkust
terug. Luitenant Doerrleben is gewond in
den arm, doch biyft dienst doen, 2 marechaus
sees gewond.
Oemar bevindt zich in de bovenlanden vaD
Wailah.
Hedenmorgen marcheeren twee compag
nieën ven het 3de bataljon te Padang-Tidji
over land via Selïïuoen naar Kotta-Radja en
terug.
Uit Rigas Werd 21 October aan de
„J.-B." omtrent de expeditie ter Atjeh's
Westkust onder meer het volgende geschreven
„Volgens verschillende berichten zou T.
Oemar zich nog bevinden te Baba Sabi aan
de kroeng Sabi, door onze colonne van de
monding dezer rivi r, nl. Gedie Sawang, in
twee dagmarschen te bereiken. Hy zou daar
wachten op Petoeba Ptkan, die weder naar
Masin ging, om verJer naar Melaboeh te
trekken.
„Nopens Oemar's bende luiden de berichten
vry wel eenstemmig: zy zou in het geheel
400 hoofden telleD, waaronder 80 vrouwen
en een V3ste kern van 80 mannen.
„Bovendien moet Oemar gebrek hebben aan
munitie; wel heeft T. Mohamad ArsadLageun
veel patronen vervaardigd, maar die zyn met
slecht kruit gevuld en zou Oemar nog slechts
per geweer over pl. m. 15 a 20 goede patronen
beschikkeü. By buitgemaakte patroonzakken
werden dan ook steeds tusschen veel loslig
gende patronen een 10- of 20 tal patronen
gevonden, afzonderlyk verpakt in eon lap of
doekje, die de slagnummers 12—92 vertoonden.
Ook vonden wy patroonpapier, waarin onze
beaumontpatronen worden verpakt met het
welbekende merk: P. W. 1292III"
Dc luitenant Lutje»
Het „Bat. Nbld." meldt:
De heer E. G. E. Lutje heeft zich door een
revolverschot van het leven beroofd.
Wy vernamen dit bericht met groote deernis.
Na zyn ontslag uit den militairen dienst,
ten gevolge van de bekende zaak, is de heer
Lutje, naar men weet, opgetreden als admi
nistrateur der stoorawa8schery in de gang
Chaulan, waarmee hy oogenscbyniyk er in
geslaagd was zich een nieuw bestaan te
verschaffen. Doch slechts oogenscbyniyk,
want voor velen was het bekend, dat zyn
nieuwe werkkring hem niets dan groote zor
gen baarde.
Deze zullen het dan ook geweest zyn, die
hem, in arrenmoede, de hand aan zichzelf
deden slaan.
Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiö
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen: Op
verzoek, eervol uit 's lands dienst, do gewezen
opzichter 1ste klasse bij den waterstaat en'a lands
Burgerlijke Openbare Werken C. G. J. Gersen,
met bepaling, dat dit ontslag wordt gerekend te
zijn ingegaan op ultimo April 189S-
Benoemd: Tot assistent-resident derafdeeling
L. Kota, residentie Padang6cho Bovenlanden
(Sumatra's Westkust), de assistent-resident van
Siboga, G. Schaap;
van Siboga, residentie Tapanoeli (Sumatra's
Westkust), tevens vendumeester aldaar, de secretaris
der residentie Riouw en Onderhoorigheden C. F.
R, Ockerse;
van Toba en Silindoong, residentie Tapanoeli
(Sumatra's Westkust) de ambtenaar op non-activiteit,
J. B. Neumann, laatstelyk assistent-resident van
Painan
van Pontianak en Ommelanden (Westerafdeeling
van Borneo), do controleur der 1ste klasse bij het
binnenland8cb bestuur op de bezittingen builen
Java en Madoera, A. C. De Heer;
van Lombok (Bali en Lombok), do assistent
resident voor de politie te Palembang S. J. M. Van
Geuns;
do twee eerstgenoemden met ingang van 20
November 1898.
Ontslagen: Eervol uit 's lands dienst, do
gewezen machinist der lste klasse bij de exploi
tatie der Staatsspoorwegen op Java, Marno.
Benoemd: lot assistent-resident van Ngrowo
[Kediri] tevens vendumeester aldaar, de assistent-
resident van Tjaringiu [Bantam], K. W. G. Watson.
Bij het Biunenlandsch Bestuur og Java en
Madoera.
Belast: Met do waarneming der betrekking
van controleur der 2de kl. J. J- Feijtes, ambtenaar
op non-activiteit, laatstelijk controleur der lste kl.,
mot bepaling, dat bij geplaatst wordt in de
residentie Tegal.
Benoemd: Tot commies op bet bureau van
den assistent-resident van Buitenzorg (Batavia),
de lste klerk op dat bureau. A. L. Edwards.
Bij den Watorstaat en 'slaüds B. W. O.
Toegevoegd: Aan den chef der 4de water-
staatsafdeeliug in het belang der verbetering en
uitbreiding van de bevloeiing in de afdeelingen
Pamakasan en Bangkalan (res. Madura) de adsp.
ingenieur A. A. Meijers.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend:
Wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa
aan den kap. der inf. H. C. De Voogt.
Hersteld: Bij hot wapen der inf. boven de
formatie in aotiviteit, de kapitein op non activi
teit J. A. M. M. Von Scbanroth.
Verleend: Twee maanden verlof wegens
ziekte naar Buitenzorg en Soekaboemi, aan den
dirigeerend ofli. van gez. der lste kl. geëvacueerd
van Atjeh naar Batavia N. L. Holwerda.
Overgeplaatst: Bij bet 8ste bat., de kap.
bij het 2ao bat. F. L. W. Raedt van Oldenbarne-
velt;
bij bet lste re9erve-bat., de lste Init. bij het
13de bat. P. H. Mathgsen;
bij de troepenmacht in Atjeh t. n. i. do kap. bij
het 2de bat. M, H. J. Creutz Lechleitner en de
kap. bij bet 2de reserve-bat. G. E. Spirlet.
Geplaatst: Bij aankomst bij het subs.-kader
te Soerabaia, de lste luit. der inf. van verlof uit
Nederland terug verwacht wordende, C. F. Baak;
bij aankomst bij bet 5de bat., de 2do luit. der
inf. uit Nederland verwacht wordende ziïnde be
stemd voor den dienst, hier te lande, H. J. J. Van
Voorthuijsen.
Verleend: Twee maanden verlof wegens
ziekte naar Soekaboemi en Garoet, aan den kapi
tein-kwartiermeester te Batavia M. D. Van Vuuren.
Benoorad: Tot plaatselijk commandant te
Batavia, do luitenant-kolonel der inf. H. F. C.
Van Bijlevelt met ontheffing zijner betrekking
van militairen commandant van Amboina en
Ternate.
Overgeplaatst: Bij den gewestelijken ge
neeskundigen dienst van Atjeh en Ondeihoorig-
heden, de dirigeerend officier van gez. der lste
kl. te Seinarang C. J. De Freijtag;
bij het 5de bat. te Semarang, de kapt. der inf.
bij het subs.-kader te Batavia C. H. Van Riet
schoten
bg het 11de bat. te Meester-Cornelis, de kapt.
bij bet sub.-kadcr te Batavia J. J. Stolk;
bij de troepenmacht in Atjeh t. n. i. de kapitein
bij het subs.-kader te Batavia P. A. Mollinger-,
bij bet garn.-bat. van do Z. en O. afd. van
Borneo, de kapitein bij het 11de bat. te Meester-
Cornelis J. W. A. M. Moquette;
van Soerabaia naar Lombok, de offi. van gez.
2de kl. J. R. Van der Monde.
Geplaatst: Bij aankomst in Indië: te Palem
bang, de offi. van gez. 2de kb, bestemd voor den
dienst bier te lande, G. A. Bontbius;
te Soerabaia, do offi. van gez. lstekl van verlof
terugverwacht wordende, C. J. Van Diemen;
te Magelang, de offi. van gez. lste kl. J. P. F.
M. Berger;
te Semarang, de militaire apotheker lste kl. A.
F. De Wolff.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Overge
plaatst: Van de „Glatik" op de „Arend" do
2de stuurman A. P. Berlijn en de leerlingmachinist
J. M. Andreas
van de „Arend" op de „Glatik," de lste stuur
man W. F. Borman, en de leerlingmachinist C.
F. W. Townsend.
Opgave van passagiers, van Batavia vertrokken
per es. „Koningin-Regentes", naar Europa via
Genua: voorzitter van den landraad mr. T. Gat-
sonides en familie, kapb-kwartiermr. F. W. Arndt
en familie, off. v. gez. lste kb J. A. A. Dool, off.
v. gez. lste kb J. H. Lorei en echtg., luit. tor zee
2de kl. F. C. Schaalje, mej. J. J. Genl, F. A. R. A.
Baron Van Ittersum, J. F. Niermeijer en echtg.,
mevr. L. C. M. Poublon geb. Van Khijn, gezagv.
der Kon. Paketv.-Mij. J. K. Parrel, A. L. Broekema,
mevr. C. Th. Van Sorgen en familie, mej. W. De
Rooij, C. Van Helden, dr. M. J. Silberstein, A. Maan
dag, H. L. v. d. Briel, J. G. Pabst, S. J. Br. Van
Limburg Stirum, M. L. A. Laurei, H. C. v. d. Pais,
W. C. Heukelom, H. Bos, H. Veltman, mevr. do
wed. Wieckeral, benovens Hr. Ms. schepelingen
en militairen; van Padang: lste luit. der int
Schüfer met familie.
Herziening.
Blykens de Memorie van Antwoord over
het voorstel van de heeren Harte van Teckler-
burg c. s. tot aanvulling van de 18de tabel
van het Wetboek van Strafvordering, is door
de voorstellers voldaan aan den wensch, om
den geheelen achttienden titel door een nieuwen
te vervangen. Een gewyzigd voorstel van
wet is daarom by de memorie gevoegd.
Iogestemd wordt met het betoog, dat by
dit voorstel het vraagstuk der revisie in zyn
ganschen omvang niet aan de orde behoort
te worden gesteld. Ook worden geen wetsbe
palingen in 't leven geroepen, die revisie
ten nadeele van den veroordeelde door ver
hooging van straf ten doel hebben. Wellijbt
kunnen by een geheele herziening van htt
Wetb. van Sv. reden bestaan om zoodanigen
stap te doen, maar deze zal dan ia verband
moeten 6taan met het dan aan te nemen
systeem van strafvordering. Ook voor revisie,
welke zich alléén vermindering van straf ten
doel stelt, is, meenen voorstellers, by dit voor
stel geen plaats. Echter, iodien door de be
wezen nieuwe omstandigheid het den veroor
deelde ten laste gelegde onder een minder
zware strafbepaling behoort te vallen, kan
instandhouding van het vonnis hoogst onrecht
vaardig en in sommige gevallen, als in stryd
met de evidentie, onhoudbaar zyn. Htt be
staande art. 375 No. 2 heeft o. a. op een
soortgeiyk geval biykbaar het oog en in het
gewyzigde wetsvoorstel is met het daarin
vervatte beginsel rekeoiog gehouden.
Nu de geheele achttiende titel wordt ver
vangen, hebben voorstellers het opschrift
„revisie" vervangen door „herziening", omdat
het rechtsinstituut in onze strafwetgeving
aldus genoemd wordt; en zyn de woorden:
„uithoofde van bepaalde omstancighoden" gQ.
schrapt, omdat by het voorstel htt stelsel
der casuistiek is verlaten.
In onderscheidene artikelen zyn overeen
komstig «ie in het voorloopig verslag gegeven
wenken wyzigingen gebracht. Het begin-elig
behouden, dat do Hooge Raad in Raadkamer
over de aanvrage beslist; en de voorstellers
doen uitkomen, dat zy revisie van vonnissen
van den kantonrechter niet uitsluiten.
Yee naar België.
Blykens bericht van Hri Ms. gezantschap
te Brussel zal Esschen (station en dorp) 15
December weder gtopend zyn voor den invoer
van Noderlandsch melkvee, doch zal wegens
het uitbreken van mond- en klauwzeer in de
quarantaine-bystallen Baarle-Htrtog dim dag
geslot-n worden.
G emeno ri Nieuws.
Op de Hoogstraat te Rotterdam
is van mejuffrouw M. M. uit Gouda een porte-
monnaie gerold, inhoudende een opgeplakt
bankbiljet van f 25 ea een abonnement op de
Staatsspoorwegen geldig tusschen Rotterdam
en Gouda.
Sedert verleden Donderdag wordt
te Apeldoorn (buurtschap Uddel) vermist een
8- a 9 jarig meisje, idioot, spreekt mo iiyk,
gekleed met zwarte muts, zwarte jurk en
klompen. De burgemeester van Apeldoorn
verzoekt inlichtingen.
De heer Forelli, een der musicale
clowns van de „Poort van Clevo" te Arnhem,
had Zaterdag avon 1 het ongeluk van de trap
zyner woning te vallen, met h<t ongelukkig
gevolg, dat hy gisteren in het St.-Elisabeth's
Gesticht, waarheen hy vervoerd was, overleed.
(A. Ct.)
Te Amsterdam is in de Nicolaas-
Beetsstraat aan de achterzyde van het huis
een kindje van S'/a Jaar» aan htt spelen
zynde met nog een paar kinderen, uit een
openstaand raam 3de verdieping gevallen;
door den vader werd bet dood opgenomen.
De Parysche advocaat Clémen-
ceau, bekend uit het proces-Dreyfus als ver
dediger van „TAurore", is verloofd met een
Haagsche jonge dame. (E. D.)
Men meldt uit Woenen: In Agram
werd Nattassicz Keglevkh tot zes jaren
vestingstraf veroordeeld, wegens vervalsching
van wissels ten bedrage van een half miliioea
op den naam der kroonprinses.
Volgens een bericht nit Krooi-
stad is het stoomschip „Eiva", met 1200 ton
yzererts op weg naar Engeland, vergaan. Van
de uit 25 koppen bestaande bemanning ia
niets vernomen.
Zaterdag 12 Nov. j, 1. had te Pro-
toria by de wedrennen oen roevig ongeluk
plaats. Een jockey, die tweede was aange
komen, werd coor den eigenaar Vao het
paard een minder aangenaam woord toege
voegd, als zou by niet zoo gereden hebben
als hy wel doen moest, daar hy dan wel
eerste zou zyn aangekonun. De jockey werd
daarop driftig en sloeg met do zwoep naar
den eigenaar, met het gevolg, dat de kogeJ5
oie aan het einde van oen slag der op wed
rennen gebruikte zweepen pleegt gehecht te
zyn, bem een slaap raakte, waardoor de
ongelukkige onmiddellyk in elkaar zakte en
een lyk was.
In Berlyn is een curieus wiel
rijders proces aan de orde. Een jongmensch
met lamme beenen en een blinde waren daar
vrienden. Op een goeden dag besloten zy te
gaan tandem ryden. De lamme ging vooraan
zitten, hy kon goed uitkykon en behoorlijk
sturen; de blinde zat achter, hy trapte krachtig
en regelmatig. Zoo maakten de jongelui meDig
aardig fietstochtje. Maar op zekeren dag reaen
zy in een straat, waar dat door de politic
was verboden. Dadelyk wenkte een politie
agent en gelastte den ryders af te stappen. Do
lamme remde, de blinde vroeg zyn vriend
waarom hy dat deed, en toen hy 't hoordo
ging hy terstond van zyn wiel, maar den
lamme gelukte dit niet zoo spoedig en nu
maakte de politie agent proces-verbaal op.
Beiden werden veroordeeld tot 2 mark boeto.
Doch het tandempaar giug in hooger beroep,
en het voerde voor zyn onschuld deze gronden
aan: De blinde wist niet, dat hy op verbaden
terrein reed, en ook niet, dat een polilie-agenl
wenkte, omdat hy niet zien kan. De lamme
had den agent wel gezien en had dadelyk
geremd, maar dat hy niet van zyn wiel
stapte, was zyn schuld niet:hy kan zich niet
bewegen. Dus zyn z\j beiden onschuldig. Do
rechter moet nog uitspraak doen.
Wilde varkens. Een ingezeteni
van Heedo (Pruisen) had eergisteren een bat
zoek aan Boertange gebracht. Iq den namid
dag nam hy zyn terugweg, zeker omdat hjg
goederen frauduleus in zyn „Heimath" wilde
invoeren, door het uitgestrekte dennenwoud,
dat zich van hier tot aan de scheiding uit
strekt. Nauwelyks echter is hy htfc boscb
ingetreden, of daar ziet hy op korten afstand
twee wilde varkens op hem afkomen. Vaa
schrik wierp de jonge sluiker zyn vracht af,
maakte dadelyk rechtsomkeert en stormde
weg van deze gevaarlyke plaats. Moord en
brand schreeuwende, kwam hy eenige oogsn-
blikken later ongedeerd, doch meer dood dan
levend, by een der ingezetenen binnenvallen,
't Duurde geruimen tyd, vóór de arme jonge
ling verhalen kon, wat er eigenlyk gebeurd
was. Toen men eenige oogonblikken later
een onderzoek instelde, waren de borstel-
dragers verdwenen, evenals de weggeworpen
smokkelwaren. Dat het Herzogwald na dit
voorval by vele inwoners van het dorp in een
kwaden reuk staat, ligt voor de hand. (U-