N'. 11898 Woensdag 7 Decembey. A°. 1898 (§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven JJit noiumer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 6 December; jPeuilleton. TWEE BROEDERS. LEIDSCH DA&BLAD PBIJS DEZEB COUBANT} Voor Leiden per S maandoüi o, f 1.10, Franco per post 1.40, Afzonderlijke Nommers 0.05. paus DEK ADVEETENTIËN: Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17{. - Grootere letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend* By koninklijk besluit Ia de heer R. N. Van der Maaren, commissaris van politie al- bier, benoemd tot ridder in de orde van Oraüje- Nassau. Wij verwijzen naar achterstaande adver tentie van de werklieden-zangvereeniging .„Kunst na Arbeid". Het doel dezer openbare repetitie is, personen, aan wie de Vereeniging onbekend is, in de gelegenheid te stellen kennis met de Vereeniging te maken en daardoor aan te moedigen, werkend lid te worden. Mogen velen lust gevoelen aan de roepstem van „Kunst na Arbeid" gehoor te geven! He klerk ten tel-graafkantore tweede klasse de heer A. N. Visser, te Amsterdam, is verplaatst naar Leiden. De Nederlandsche mail uit Oostlndië, ïoopende tot 8 Nov., wordt hedenavond alhier verwacht. Op hot zestal ter beroeping van een predikant bij de Ned.-Horv. Gem. te Breda komt voor ds. S. Verhoeff, te Noordwyk Binnen. Mr. A. D. Van Assendelft de Coningh, burgemeester van Leiderdorp, zal in Februari als spreker optreden voor de leden der Arnhemsche Vereeniging voor Handel en Nyvorheid. Onder zeer groote belangstelling is gisteren op de algemeene begraafplaats te 's Graven- hage ter aarde besteld het stoffelijk hulsel van mr. T. H. Der Kinderen, oud-lid van den Raad van Indiö. Tegenwoordig waren o. a. de minister van koloniën Cremer en de oud minister Bergsma; de oud leden van den'Raad van Indië: Nederburgb, Groeneveldt, Engel- biecht en Pannekoek'. Vertegenwoordigd waren: het Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, het Indisch Genootschap; de Indische Instelling te Delft, de Nederlandsche vrijmetselarij vereeniging „Armenzorg". Een 40-tal kransen dekten do baar. Het woord werd gevoerd door dr. Gerth Van WtJck, dio het intieme leven van den gestorvene schetste; door mr. Van Gennep, lid van den Raad van State, die de verdiensten huldigde van mr. Der Kinderen op het gebied van het Indisch recht; door den heer Isebree Moens, van Rotterdam; door het Kamerlid Van Gijn, door generaal Luymes en door den heer Van Meetoren Brouwer, die allen namens de vrijmetselarij spraken, en eindelijk door prof. Kern namens het Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. De schoonzoon van den overledene, de heer Fokker, bedaükto. Op eenvoudige wijze werd gisteren te 's-Gravenhage het stoffelijk overschot van den iieer W. P. Van Stockum, oud-bokhandelaar en letterkundige, op „Oud-Eik en-Duinen" tor aarde besteld. Veel oud-collega's en onder scheiden© letterkundigen waren op het kerkhof bijeen, terwijl verschillende kransen blijk gaven van liefde en hoogachting. Namens „Oefening kweekt kennis" sprak de heer Kruseman een woord van dank aan den medestichter en krachtigen bevorderaar van dat genootschap. Als vertegenwoordiger van de „Ned. Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels" en van de „Haagsche Boekhandelaarsvereeniging" herdacht de heer Aug. Belinfanto de ver diensten van den overledene als boekhandelaar, terwijl eindelijk de heer A. A. Knuyver herin nerde wat deze geweest was voor de volks- bibliothoek van het Depart, tct Nut van 'fc Algemeen. De schoonzoon des overledenen, de hoer Margadant, vertolkte den dank der familie aan allen, die de laatste eer hadden bewezen aan den betreurden doode. De opper-ceremoniemeester maakt be kend, dat het Hof, ingevolge de bevelen van H. M. de Koningin, wegens het overlijden van H. K. H. mevrouw de Prinses Hermann van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren Prinses van Wurtemberg, den lichten rouw zal aan nemen voor den tijd van drie dagen, ingaande heden, Dinsdag, 6 December. Hot stoffelijk overschot van den heer J. J. baron Taets van Amerongen, kamerheer in buitengewonen dienst van H. M. en oud kamerheer en stalmeester van wljlon Prins Frederik, zal a.s. Woensdag op de algemeene begraafplaats te 's-Gravenhage worden ter- aardebestsld. De stoet verlaat te elf uren het sterfhuis aan de Mauritskade. Naar de „N. R. Ct." verneemt, heeft de firma Wm. H. Miillor Co., te Rotterdam, vau den Staat der Nederlanden gronden in erfpacht gekregen aan den Hoek van-Hollanj. Die gronden zijn gelegen naast de terreinen van de stoomzeevisschery Hoek van-Holland. Do najaarsvergadering der Zuid-Holl. gymnastiek onderwljzers-vereeniging zal te Rotterdam in het café-restaurant Yan der Dusse gehouden worden op Zondag 18 Dec. Behalve de gewone huishoudelijke werk zaamheden, komen de volgende onderwerpen in behandeling: lo. uitval, uitvalstand en weerstand; 2o. do waarde der ordeoefeningen 3o. oefeningen, waarbij men zich van de plaats verwijdert en weer op de plaats van uitgang terugkeert, zijn oefeningen van de plaats. Yoor het te stichten sanatorium door den Bond van Nederlandsche Onderwijzers is op dit oogenblik bijeengebracht de som van f 25,400. Deze bijdragen zijn alleen van onderwijzeressen en onderwijzers. Thans is de steun ingeroepen vaQ particulieren. Het benoodigd kapitaal voor het herstellingsoord bedraagt vermoedelijk f 50,000. De koning van Portugal heeft, naar aan leiding van de Vasco-da Gamafeesten te Lis sabon, benoemd tot officier in de orde van St.-Thiago de heerenprof. dr. H. Kern, voorzitter van do Nederlandsche Vasco-da- Qamacommissie; W. P. Groeneveldt, oud-vico- prosidont van den Raad van N. Indiö, voorzitter van het Kon. Ned. Aardr. Genootschap; en prof. dr. C. M. Kan, oprichter van dat Ge nootschap; en tot ridder in diezelfde orde den heer F. G. Kramp, secretaris van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap. Ingevolge volmacht van het bestuur is door prof. dr. A. Kuyper, tijdens zijn verbiyf in de Westersche Staten van N.-Amerika, Gldaar een sectie van het „Algemeen Ned. Yerbond" opgericht. Het bestuur van deze sectie bestaat uit de navolgende heeren: Hon. Geo. Birkhoff Jr., Nederlandsch Consul te Chicago, voorzitter; prof. dr. Henry El Dosker, hoogleeraar aan het West. Theol. Seminarie, Holland, Mich., lste secretaris; Hon. John Steketee, Nederlandsch vice-consul te Grand-Rapids, Mich., penningmeester; Hon. G. J. Diekema, advocaat, Holland, Mich.; Hon. H. Hospers, lid van den Senaat van Iowa te Orange-City; prof. dr. G. J. Kollen, president van Hope College, Holland, Mich.; Rev. A. Ten Hoor, predikant der Chr.-Goref. Gemeente, Oakdalo Park, Grand-Rapids, Mich.; Rev. R. H. Joldersma, predikant der lste Geref. Gem. te Chicago; Rov. A. De Keizer, predikant der Chr.-Geref. Gemeente te Graafschap, Micb. en mr. J. H. Hulst, uitgever te Grand* Rapids, Mich., 2de secretaris. Thans worden door dr. Kuyper pogingen aangewend, om ook in het Oosten zulk een sectie tot stand te brengen, ten einde daarna beide onder één bestuur te vereenigen. Stand De toegezegde bijdragen voor het stichten van een herstellingsoord vanwege den Bond van Nederlandsche onderwijzers, beloopen thans f 25,400. Daaronder zijn de toezeggingen van particulieren niet begrepen. Men berekent f 75,000 noodig te hebben. De begrooting van het hoofdbestuur van genoemden bond voor 't vereenigingsjaar 1899, beloopt in uitgaven en ontvangsten f 12,100. Het vermoedelijk nadeelig slot over 1898 zal f 1500 bedragen. Gisteren werd te Rotterdam aan boord van het stoomschip „Statendam" der Hol land—Amerika Ifin, in tegenwoordigheid van verschillende officieren, aan den chef-machinist J. Eukhoven door de directie een geschenk uitgereikt ter herinnering aan het feit, dat by honderd rondreizen volbracht op booten der Maatschappij. Het geschenk bestaat uit een zilveren herln- neringsmeiaille, liggende tegen het voetstuk van een beker. Meaaille en beker zijn in oud zilver op hoog artistieke wijze uitgevoerd door do firma Begeer, te Utrecht. De heer Reael, die op zoo jammerlijke wijze om het leven kwam by den brand aan de Heerengracht te Amsterdam, had een eer volle loopbaan by de schuttery achter zich. Na eerst alle lagere rangen by het corps te hebben doorloopen, werd hy by kon. besluit van 6 Juni 1888 benoemd tot tweeden luit., zyn benoeming tot eersten luitenant volgde op 6 Nor. 1891, die tot kapitein op 5 Oct. 1895. By Kon. besluit van 8 Oct. 1897 werd de heer Reael op zyn verzoek eervol van zyn diensten by de schuttery ontslagen wegens tienjarigen dienst. De overledene stond by zyn kameraden by de schuttery in hoog aanzien. De gemeente Amsterdam moet voor de lichting 1899 afleveren 968 lotelingen. Yoor de geheele provincie Noord-Holland i3 het aantal 1976 man. Het 50 jarig bestaan der Utrechtsche Mannenzang-Vereeniging zal 23 October 1899 feestelyk worden herdacht. Ten einde het be stuur in de voorbereidende werkzaamheden by te staan, is een commissie benoemd, be staande uit de heeren Dumont, Kater en Rah. De Raad der Friesche gemeente Sloten heeft by de vaststelling van de begrooting voor het dienstjaar 1899 den hoofdelyken omslag met 2.2 pet. van het belastbaar in komen kunnen verlagen. Thans betalen de belastingplichtigen ruim 7 pet. De heer J. G. Kruimel, burgemeester van Ouder-Amstel, heeft, zooals men weet, als zoodanig ontslag aangevraagd. Eenige inge zetenen dier gemeente zullen alsnu den minister van binnenlandsche zaken verzoeken den h6er H. A. Nienhuis Ruys, secretaris der gemeente Diemen, voor die betrekking by H. M. de Koningin te willen aanbevelen. Door H. M. de Koningin werd uit de portefeuille van „Pulchri Studio" aangekocht de aquarel „Herfst" van Fred. J. Du Chattel; en door H. M. de Koningin-Moeder de aquarellen „Giossen Nieuwkerk" van Willem Müller en „Op 't duin" van R. Windt. Willem Van Zuylen is weer te Rotterdam terug, na eenigen tyd te Yelp doorgebracht te hebben. In de volgende week hoopt by weder te kunnen optreden. Door de heeren N. D. Doedes en Herman Snyders, leeraren aan de R. H. B.-S. te Leeuwarden en te Middelburg, is aan do leeraren in de geschiedenis aan de H. B.-S. met 5-jarigen cursus een circulaire gezonden, waarin zy hun meening te kennen geven over de verdeeling van het onderwys in de geschiedenis in de hoogste drie klassen. Zy zyn het niet eens met hetgeen in het concept uniform leerplan wordt voorgesteld, maar geven in overweging in de eerste klasse de oude geschiedenis te behandelen tot in de vyfde eeuw na Chr, in de tweede klasse de midden-eeuwen en in de derde de geheele nieuwe geschiedenis van c. 1500 tot 1789. De Vaderlandsche geschiedenis zou in de eerste klasse behandeld moeten worden tot 1555 en niet 1588, zooala in het uniform leerplan is voorgesteld, in de tweede klasse tot 1648 en in de derde klasse van 1640 tot 1795. In de hoogste twee klassen sluit dan de „nieuwste" geschiedenis (Nederlandsche zoowel als algemeene) het geheele historische over zicht af. Naar wy vernemen, vormt zich thans een commissie te Athene, die dr. H. C. Muller (thans te Utrecht, vroeger te Amster dam) wenscht te steunen in zyn onvermoeide pogingen tot het wederoprlchten der Inter nationale Philhelleensche Vereeniging (vroeger te Amsterdam gevestigd), en van het door dr. Muller uitgegeven tijdschrift „Hellas", waarvan 6 deelen gedurende de jaren 1889 en 1S97 zyn verschenen (gedrukt by de firma E. J. Brill, te Leiden, in allerlei talen). Deze commissie, waartoe allerlei invloed rijke mannen en geleorden in Griekenland (o. a. ook Cobets vrimd en leerling, prof. Konto3, te Athene) zyn toegetreden, zal binnenkort een circulaire verspreiden, zoo wei in het Grieksch als in de voornaamste Euiopeesche talen, waarin haar plannen nader worden uiteengezet en tot deelneming aan gespoord. In Amerika is voor hetzelfde doel werkzaam een geleerd geneeskundige, dr. Achilles Rose, te Nieuw-York, die in het iaar 1897 een werk uitgaf, „Christian Greece and living Greek", waarin vooral de Cretische quaestie en het onrecht, door Europa aan Creta begaan, hel der wordt uiteengezet. Met dr. Muller werkt de heer Rose voor het denkbeeld om het Grieksch als levende taal to beoefenen, en te gebruiken als internationale taal der ge leerden. Vad Het stoomschip „König," van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 2 Dec. van Lissabon; de „Laertes" vertrok 29 Nov. van Batavia naar Amsterdam; de „Oranje- Nassau" arriveerde 3 Dec. van Amsterdam to Parimaribo: de „Prins Hendrik" arriveerde 4 Dec. van Batavia te Rotterdam; do „Prins Willem IL" vertrok 3 Dec. van Nieuw York naar "Wtst-Indië; de „Prins "Willem lil," van Amsterdam naar Suriname, passeerde 3 Dec. Wight; de „Prins Willem V" zal 6 Dec. van Paramaribo naar Amsterdam vertrekken; de „Prins van Oranje," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 5 Dec. Perim; de „Telamon," van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 5 Dec. te Umuiden. Allen. Een ingrypende grensquaestie komt Woensdag a. s. in de Raadsvergadering aan de orde nl. het verbod om uit andtre gemeenten gebruik te maken van de te beperkt wordende Alfensche begraafplaats, of m. a. w. dit niet langer toe to staan aan de bewoners van den rechter-Rynoever, waar zich de bevolking steeds uitbreidt, vooral met werklieden uit deze gemeente, welke slechts aan den linker- Rijnoever ligt, en die dan heeten te Alfen te wonen, maar gevestigd zyn in de gemeente Aarlanderveen, waarvan het dorp met begraaf plaats anderhalf uur noordwaarts ligt. De toestand wordt met ieder jaar ingewikkelder. No reeds bevinden zich de volgende inrich tingen, gedomicilieerd te Alfen, onder de mburige gemeente Aarlanderveen: de Gere formeerde Kerk, het vergaderlokaal der Der- bisten, do Martha-stichting, een school met den By r el voor m. u. 1. o., de gasfabriek, de woningen der afd. Alfen van „Patrimonium." Alk cm a de. Burg. en Weths. van Alkemade hebben vergunning verleend aan Johannes Koek Ez. tot den verkoop van sterken draDk in het klein, in het bestaand winkellokaal van het huis wyk B. No. 340, te Roelof- Aiendsveen, waar te voren zoo'n zaak werd uitgeoefend door de erven J. Dobbe Cz. Blyk^ns kennisgeving van den 5den dezer, is het verzoek van G. Beugelsdyk, scheepmaker te Rypwetering, om op hot porctel, kadastraal bekend sectie D No. 1585, een smedery te mogen oprichten, door Burg. en Weths. dezer gemeente ingewilligd. Benthuizen. De zitting van den Militieraad I voor de gemeente Benthuizen zal worden 83) By het einde zyner rede maakte de spreker een onwillekeurige \yending naar het bankje der beschuldigden, en voor de eerste maal na zulk een langen tyd kruisten do blikken der broeders elkander. Door zyn gevoel overmand, naderde Otto snel de baDk, en zich voorover buigende, reikte hy zyn broeder de hand. Karei wist niet, wat hem geschiedde. De bittere, kwellende gedachten, welke hem in de laatste weken in de eenzaamheid der cel bestormd hadden, golden grootendeels Otto. Zou zyu broeder zich over hem schamen; zou hy hem verachten, vervloeken? Reeds de omstandigheid, dat Otto hem geen bezoek had gebracht, styfde deze gedachte. En nu dit onverwachte in-de-bres-springen voor hem, nu in het aangezicht der rechters diens hand druk, welke hem ten minste van de zyde zyner bekenden vrysprakl Sidderend sprong hy van zyn zitplaats op en zyn betraande oogen zeiden meer dan een vurige dank zegging. Juffrouw Koster weende luid achter haar zakdoek; zy waagde het echter niet haar plaats te verlaten, om tot haar jongste te gaan, wiens plotseling, onverwacht binnen komen haar ia het eerst hevig had doen ver schrikken en wiens woorden haar nu zoozeer in het hart grepen, Otto zonk bleek en afgemat op den stoel neder, welken een ryksveldwachtor op bevel van don voorzitter had bygeschoven. Een gemompel van goedkeuring ging door de ryen der toehoorders. Nu werd het woord aan het Openbaar Ministerie gegeven. De officier van justitie viol vooral den laatsten getuige aan en trachtte diens rede zooveel mogelyk te ontzenuwen. De mededeelingen van dien getuige, zeide hy, spraken wel is waar voor het goede hart van beklaagde, maar bewezen nog volstrekt diens onschuld niet. Niet een der bezwarende omstandigheden kon dan ook weggecyferd wor den. Daarna ontleedde do officier de verschil lende verzwarende omstandigheden en eindigde met te verklaren, dat de beklaagde geheel en al schuldig kon geacht worden aan het hem ten laste gelegde; hy eischte een gevangenis straf van twee jaren. Toen het Openbaar Ministerie geëindigd had, verbleekte Karei. Helena, die tot heden toe een bewonderenswaardige geestkracht aan den dag gelegd had, haalde ook nu haar zakdoek uit den zak, en moeder en dochter weenden luid. Nu was het woord aan den verdediger, die warm voor do onschuld des beklaagden optrad en allee, wat tegen zyn cliënt aangevoerd was, een kunstig opgezet kaartenhuis noemde, dat reeds by den eersten stoot in elkander zou vallen. Nadat de pleiter op vryspraak had aange drongen, bepaalde de rechtbank de uitspraak op over acht dagen. De familie Koster toog huiswaarts. Voor de achtergeblevenen waren het smar- teiyke dagen, welke nu verstreken; iedere scheen hun een eeuwigheid toe. Otto leunde bleek cn half onmachtig in zyn ziekenstoel; moeder was naar hem toegetreden en sprak hem liefdevol-ver wy tend aaD. Hoe had hy nu zoo onvoorzichtig kunnen zynl Wat had hy mooi gesproken, mooier nog dan de advocaat; als Karei vrygesproken werd, dan had hy het aan zyn broeder to danken. Otto antwoordde Diet, hy luisterde zelfs niet naar de praatjes zyner moedor; al zyn zenuwen waren in spanniog, van koorts sid derden zyn leden. Niemand in de stad, de beklaagde niet uitgenomen, zag de uitspraak zoo verlangend te gemoet als Otto. Het was toch zyn eigen oordeel, dat de volgende week zou worden geveld! Verklaarde men zyn broeder voor Bchuldig, dan was er slechts één middel, dan moest hy vooruittreden en zeggen: „Gy dwaalt. Niet hy, maar ik ben schuldig!" Eiudeiyk waren de acht dageD, een week van inspanning en zielsangst, verstreken. Evenals den vorigen Woensdag bevond zich de geheele familie Koster weder in het ge rechtsgebouw, thans om de uitspraak te ver nemen, die over Karei zou geveld worden. Otto vas doodsbleek; zyn knieën knikten en hy klappertandde, toen de rechters binnen kwamen en achter de groene tafel plaats namen. Onder ademlooze spanning van de aanwe zigen las de voorzitter het vonnis voor: „Vrygesproken wegens gebrek aan be- wys. Wel zijn," aldus eindigde de rede van den president, „verscheidene bouwstoffen voor handen, welke den beklaagde zwaar belasten, maar aan den anderen kant zyn deze niet overtuigend genoeg, om een man van een tot dusver onbesproken gedrag, zooals uit de ver klaringen der getuigen blykt, te veroordeelen." Zuchtend viel Helena haar man om den hals, terwyl haar tranen over de wangen stroomden. Naast hen stond juffrouw Koster, luider zuchtende dan zooeven, en zelfs den schyn- baar onverschilligen vader Koster was het bang te moede, en hy trachtte dit tevergeefs voor de vele nieuwsgierige oogen te verbergen. Otto, in het eerste oogenblik verstomd, overweldigd door het geluk, zyn broeder be schoren, zakte plotseling bewusteloos ineen. Door do groote vreugde, welke by de familie Koster heerschte, zag men niet in, dat de vryspraak slechts onvolkomen was. Niemand kwam het in de gedachte, dat Karei slechts vrygesproken was „wegens gebrek aan be wijs"; by was nu weder een vry man, do gevangenispoorten hadden zich voor hem ge opend en hy kon zich weder aan do zijnen en zyn bezigheden wyden. De verschrikkelyke beschuldiging en de onzekerheid aangaande den afloop zweefden hem niet meer bovon het hoofd. Otto herleefde weder, het leven was hem opnieuw geschonken; de last, welke hem in de laatste woken geheel ter nedör had gesla gen, was van hem weggenomen, en eindeiyk kon by weder vry ademen. De al te groote opwinding, welke hy in de rechtzaal aan den dag had gelegd, had geen nadeelige gevolgen voor hemzyn jeugdig gestel werkte er zich door. Do matte, bleeko kleur van zyn gelaat verdween, om voor den ouden gezonden blos plaats te maken; zyn oogeü, welke zoo lang schuw en angstvallig rondgedwaald haddeD, verloren die uitdrukking, en vry en frank koek hy weder voor zich uit. Toch had het inwendige lyden en stryd* voeren nog een andere uitwerking voor hom gehad; zyn oude, onbekommerde lichtzinnig heid, zoozeer aangewakkerd door den omgang met Yan Markwold en Mattenvold, had plaats gemaakt voor diepen ernst. Na eenige dagen verraste hy de zynen met de mededeeling, dat hy den staatsdienst vaarwel wenschte to zeggen. „Maar, Otto!" stamelde juffrouw Koster verschrikt, „ik had altyd gehoopt u nog eens als Excellentie of secretaris-generaal te zien, en nu Ook de oude Koster was met dit plan in den aanvang Diet erg ingenomeD. „Ik begryp u niet, Ottol" zeide hy. „Heb* ben wy ons daarom jarenlang zooveel offers getroost? Advocaten zonder praktyk zyn er by dozijnen. Ea nu, zoo naby het doel, ver werpt gy allesEn wat wilt gy dan nu worden „Ik zal een betrekking zion te krygen by eeD naamlooze vennootschap, een verzekering^, maatschappy of by een andere ondtrnemln^, als rechtskundig raadsman." (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1