N'. 11898
Woensdag 7 Decembey.
A°. 1898
(§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven
JJit noiumer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 6 December;
jPeuilleton.
TWEE BROEDERS.
LEIDSCH
DA&BLAD
PBIJS DEZEB COUBANT}
Voor Leiden per S maandoüi o, f 1.10,
Franco per post 1.40,
Afzonderlijke Nommers 0.05.
paus DEK ADVEETENTIËN:
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17{. - Grootere
letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend*
By koninklijk besluit Ia de heer R. N.
Van der Maaren, commissaris van politie al-
bier, benoemd tot ridder in de orde van Oraüje-
Nassau.
Wij verwijzen naar achterstaande adver
tentie van de werklieden-zangvereeniging
.„Kunst na Arbeid". Het doel dezer openbare
repetitie is, personen, aan wie de Vereeniging
onbekend is, in de gelegenheid te stellen
kennis met de Vereeniging te maken en
daardoor aan te moedigen, werkend lid te
worden.
Mogen velen lust gevoelen aan de roepstem
van „Kunst na Arbeid" gehoor te geven!
He klerk ten tel-graafkantore tweede
klasse de heer A. N. Visser, te Amsterdam,
is verplaatst naar Leiden.
De Nederlandsche mail uit Oostlndië,
ïoopende tot 8 Nov., wordt hedenavond alhier
verwacht.
Op hot zestal ter beroeping van een
predikant bij de Ned.-Horv. Gem. te Breda
komt voor ds. S. Verhoeff, te Noordwyk Binnen.
Mr. A. D. Van Assendelft de Coningh,
burgemeester van Leiderdorp, zal in Februari
als spreker optreden voor de leden der
Arnhemsche Vereeniging voor Handel en
Nyvorheid.
Onder zeer groote belangstelling is gisteren
op de algemeene begraafplaats te 's Graven-
hage ter aarde besteld het stoffelijk hulsel
van mr. T. H. Der Kinderen, oud-lid van den
Raad van Indiö. Tegenwoordig waren o. a. de
minister van koloniën Cremer en de oud
minister Bergsma; de oud leden van den'Raad
van Indië: Nederburgb, Groeneveldt, Engel-
biecht en Pannekoek'. Vertegenwoordigd
waren: het Instituut voor Taal-, Land- en
Volkenkunde, het Indisch Genootschap; de
Indische Instelling te Delft, de Nederlandsche
vrijmetselarij vereeniging „Armenzorg". Een
40-tal kransen dekten do baar.
Het woord werd gevoerd door dr. Gerth
Van WtJck, dio het intieme leven van den
gestorvene schetste; door mr. Van Gennep,
lid van den Raad van State, die de verdiensten
huldigde van mr. Der Kinderen op het gebied
van het Indisch recht; door den heer Isebree
Moens, van Rotterdam; door het Kamerlid
Van Gijn, door generaal Luymes en door den
heer Van Meetoren Brouwer, die allen namens
de vrijmetselarij spraken, en eindelijk door
prof. Kern namens het Instituut voor Taal-,
Land- en Volkenkunde.
De schoonzoon van den overledene, de heer
Fokker, bedaükto.
Op eenvoudige wijze werd gisteren te
's-Gravenhage het stoffelijk overschot van den
iieer W. P. Van Stockum, oud-bokhandelaar
en letterkundige, op „Oud-Eik en-Duinen" tor
aarde besteld. Veel oud-collega's en onder
scheiden© letterkundigen waren op het kerkhof
bijeen, terwijl verschillende kransen blijk
gaven van liefde en hoogachting.
Namens „Oefening kweekt kennis" sprak
de heer Kruseman een woord van dank aan
den medestichter en krachtigen bevorderaar
van dat genootschap. Als vertegenwoordiger
van de „Ned. Vereeniging ter bevordering
van de belangen des boekhandels" en van
de „Haagsche Boekhandelaarsvereeniging"
herdacht de heer Aug. Belinfanto de ver
diensten van den overledene als boekhandelaar,
terwijl eindelijk de heer A. A. Knuyver herin
nerde wat deze geweest was voor de volks-
bibliothoek van het Depart, tct Nut van
'fc Algemeen.
De schoonzoon des overledenen, de hoer
Margadant, vertolkte den dank der familie aan
allen, die de laatste eer hadden bewezen aan
den betreurden doode.
De opper-ceremoniemeester maakt be
kend, dat het Hof, ingevolge de bevelen van
H. M. de Koningin, wegens het overlijden
van H. K. H. mevrouw de Prinses Hermann
van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren Prinses
van Wurtemberg, den lichten rouw zal aan
nemen voor den tijd van drie dagen, ingaande
heden, Dinsdag, 6 December.
Hot stoffelijk overschot van den heer
J. J. baron Taets van Amerongen, kamerheer
in buitengewonen dienst van H. M. en oud
kamerheer en stalmeester van wljlon Prins
Frederik, zal a.s. Woensdag op de algemeene
begraafplaats te 's-Gravenhage worden ter-
aardebestsld.
De stoet verlaat te elf uren het sterfhuis
aan de Mauritskade.
Naar de „N. R. Ct." verneemt, heeft de
firma Wm. H. Miillor Co., te Rotterdam,
vau den Staat der Nederlanden gronden in
erfpacht gekregen aan den Hoek van-Hollanj.
Die gronden zijn gelegen naast de terreinen
van de stoomzeevisschery Hoek van-Holland.
Do najaarsvergadering der Zuid-Holl.
gymnastiek onderwljzers-vereeniging zal te
Rotterdam in het café-restaurant Yan der
Dusse gehouden worden op Zondag 18 Dec.
Behalve de gewone huishoudelijke werk
zaamheden, komen de volgende onderwerpen
in behandeling: lo. uitval, uitvalstand en
weerstand; 2o. do waarde der ordeoefeningen
3o. oefeningen, waarbij men zich van de plaats
verwijdert en weer op de plaats van uitgang
terugkeert, zijn oefeningen van de plaats.
Yoor het te stichten sanatorium door
den Bond van Nederlandsche Onderwijzers is
op dit oogenblik bijeengebracht de som van
f 25,400. Deze bijdragen zijn alleen van
onderwijzeressen en onderwijzers. Thans is
de steun ingeroepen vaQ particulieren. Het
benoodigd kapitaal voor het herstellingsoord
bedraagt vermoedelijk f 50,000.
De koning van Portugal heeft, naar aan
leiding van de Vasco-da Gamafeesten te Lis
sabon, benoemd tot officier in de orde van
St.-Thiago de heerenprof. dr. H. Kern,
voorzitter van do Nederlandsche Vasco-da-
Qamacommissie; W. P. Groeneveldt, oud-vico-
prosidont van den Raad van N. Indiö, voorzitter
van het Kon. Ned. Aardr. Genootschap; en
prof. dr. C. M. Kan, oprichter van dat Ge
nootschap; en tot ridder in diezelfde orde den
heer F. G. Kramp, secretaris van het Kon.
Ned. Aardrijkskundig Genootschap.
Ingevolge volmacht van het bestuur is
door prof. dr. A. Kuyper, tijdens zijn verbiyf
in de Westersche Staten van N.-Amerika,
Gldaar een sectie van het „Algemeen Ned.
Yerbond" opgericht. Het bestuur van deze
sectie bestaat uit de navolgende heeren:
Hon. Geo. Birkhoff Jr., Nederlandsch Consul
te Chicago, voorzitter; prof. dr. Henry El
Dosker, hoogleeraar aan het West. Theol.
Seminarie, Holland, Mich., lste secretaris;
Hon. John Steketee, Nederlandsch vice-consul
te Grand-Rapids, Mich., penningmeester; Hon.
G. J. Diekema, advocaat, Holland, Mich.; Hon.
H. Hospers, lid van den Senaat van Iowa te
Orange-City; prof. dr. G. J. Kollen, president
van Hope College, Holland, Mich.; Rev. A.
Ten Hoor, predikant der Chr.-Goref. Gemeente,
Oakdalo Park, Grand-Rapids, Mich.; Rev. R. H.
Joldersma, predikant der lste Geref. Gem.
te Chicago; Rov. A. De Keizer, predikant
der Chr.-Geref. Gemeente te Graafschap,
Micb. en mr. J. H. Hulst, uitgever te Grand*
Rapids, Mich., 2de secretaris.
Thans worden door dr. Kuyper pogingen
aangewend, om ook in het Oosten zulk een
sectie tot stand te brengen, ten einde daarna
beide onder één bestuur te vereenigen. Stand
De toegezegde bijdragen voor het stichten
van een herstellingsoord vanwege den Bond
van Nederlandsche onderwijzers, beloopen
thans f 25,400. Daaronder zijn de toezeggingen
van particulieren niet begrepen. Men berekent
f 75,000 noodig te hebben. De begrooting van
het hoofdbestuur van genoemden bond voor
't vereenigingsjaar 1899, beloopt in uitgaven
en ontvangsten f 12,100. Het vermoedelijk
nadeelig slot over 1898 zal f 1500 bedragen.
Gisteren werd te Rotterdam aan boord
van het stoomschip „Statendam" der Hol
land—Amerika Ifin, in tegenwoordigheid van
verschillende officieren, aan den chef-machinist
J. Eukhoven door de directie een geschenk
uitgereikt ter herinnering aan het feit, dat by
honderd rondreizen volbracht op booten der
Maatschappij.
Het geschenk bestaat uit een zilveren herln-
neringsmeiaille, liggende tegen het voetstuk
van een beker. Meaaille en beker zijn in oud
zilver op hoog artistieke wijze uitgevoerd
door do firma Begeer, te Utrecht.
De heer Reael, die op zoo jammerlijke
wijze om het leven kwam by den brand aan
de Heerengracht te Amsterdam, had een eer
volle loopbaan by de schuttery achter zich.
Na eerst alle lagere rangen by het corps te
hebben doorloopen, werd hy by kon. besluit
van 6 Juni 1888 benoemd tot tweeden luit.,
zyn benoeming tot eersten luitenant volgde
op 6 Nor. 1891, die tot kapitein op 5 Oct. 1895.
By Kon. besluit van 8 Oct. 1897 werd de
heer Reael op zyn verzoek eervol van zyn
diensten by de schuttery ontslagen wegens
tienjarigen dienst.
De overledene stond by zyn kameraden by
de schuttery in hoog aanzien.
De gemeente Amsterdam moet voor de
lichting 1899 afleveren 968 lotelingen. Yoor
de geheele provincie Noord-Holland i3 het
aantal 1976 man.
Het 50 jarig bestaan der Utrechtsche
Mannenzang-Vereeniging zal 23 October 1899
feestelyk worden herdacht. Ten einde het be
stuur in de voorbereidende werkzaamheden
by te staan, is een commissie benoemd, be
staande uit de heeren Dumont, Kater en Rah.
De Raad der Friesche gemeente Sloten
heeft by de vaststelling van de begrooting
voor het dienstjaar 1899 den hoofdelyken
omslag met 2.2 pet. van het belastbaar in
komen kunnen verlagen. Thans betalen de
belastingplichtigen ruim 7 pet.
De heer J. G. Kruimel, burgemeester van
Ouder-Amstel, heeft, zooals men weet, als
zoodanig ontslag aangevraagd. Eenige inge
zetenen dier gemeente zullen alsnu den
minister van binnenlandsche zaken verzoeken
den h6er H. A. Nienhuis Ruys, secretaris der
gemeente Diemen, voor die betrekking by
H. M. de Koningin te willen aanbevelen.
Door H. M. de Koningin werd uit de
portefeuille van „Pulchri Studio" aangekocht de
aquarel „Herfst" van Fred. J. Du Chattel; en
door H. M. de Koningin-Moeder de aquarellen
„Giossen Nieuwkerk" van Willem Müller en
„Op 't duin" van R. Windt.
Willem Van Zuylen is weer te Rotterdam
terug, na eenigen tyd te Yelp doorgebracht
te hebben. In de volgende week hoopt by
weder te kunnen optreden.
Door de heeren N. D. Doedes en Herman
Snyders, leeraren aan de R. H. B.-S. te
Leeuwarden en te Middelburg, is aan do
leeraren in de geschiedenis aan de H. B.-S.
met 5-jarigen cursus een circulaire gezonden,
waarin zy hun meening te kennen geven
over de verdeeling van het onderwys in de
geschiedenis in de hoogste drie klassen. Zy
zyn het niet eens met hetgeen in het concept
uniform leerplan wordt voorgesteld, maar
geven in overweging in de eerste klasse de
oude geschiedenis te behandelen tot in de
vyfde eeuw na Chr, in de tweede klasse de
midden-eeuwen en in de derde de geheele
nieuwe geschiedenis van c. 1500 tot 1789.
De Vaderlandsche geschiedenis zou in de eerste
klasse behandeld moeten worden tot 1555 en
niet 1588, zooala in het uniform leerplan is
voorgesteld, in de tweede klasse tot 1648
en in de derde klasse van 1640 tot 1795.
In de hoogste twee klassen sluit dan de
„nieuwste" geschiedenis (Nederlandsche zoowel
als algemeene) het geheele historische over
zicht af.
Naar wy vernemen, vormt zich thans
een commissie te Athene, die dr. H. C.
Muller (thans te Utrecht, vroeger te Amster
dam) wenscht te steunen in zyn onvermoeide
pogingen tot het wederoprlchten der Inter
nationale Philhelleensche Vereeniging (vroeger
te Amsterdam gevestigd), en van het door
dr. Muller uitgegeven tijdschrift „Hellas",
waarvan 6 deelen gedurende de jaren 1889
en 1S97 zyn verschenen (gedrukt by de firma
E. J. Brill, te Leiden, in allerlei talen).
Deze commissie, waartoe allerlei invloed
rijke mannen en geleorden in Griekenland
(o. a. ook Cobets vrimd en leerling, prof.
Konto3, te Athene) zyn toegetreden, zal
binnenkort een circulaire verspreiden, zoo wei
in het Grieksch als in de voornaamste
Euiopeesche talen, waarin haar plannen nader
worden uiteengezet en tot deelneming aan
gespoord.
In Amerika is voor hetzelfde doel werkzaam
een geleerd geneeskundige, dr. Achilles Rose,
te Nieuw-York, die in het iaar 1897 een werk
uitgaf, „Christian Greece and living Greek",
waarin vooral de Cretische quaestie en het
onrecht, door Europa aan Creta begaan, hel
der wordt uiteengezet. Met dr. Muller werkt
de heer Rose voor het denkbeeld om het
Grieksch als levende taal to beoefenen, en
te gebruiken als internationale taal der ge
leerden. Vad
Het stoomschip „König," van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 2 Dec.
van Lissabon; de „Laertes" vertrok 29 Nov.
van Batavia naar Amsterdam; de „Oranje-
Nassau" arriveerde 3 Dec. van Amsterdam to
Parimaribo: de „Prins Hendrik" arriveerde
4 Dec. van Batavia te Rotterdam; do „Prins
Willem IL" vertrok 3 Dec. van Nieuw York
naar "Wtst-Indië; de „Prins "Willem lil," van
Amsterdam naar Suriname, passeerde 3 Dec.
Wight; de „Prins Willem V" zal 6 Dec. van
Paramaribo naar Amsterdam vertrekken; de
„Prins van Oranje," van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 5 Dec. Perim; de „Telamon,"
van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 5 Dec.
te Umuiden.
Allen. Een ingrypende grensquaestie komt
Woensdag a. s. in de Raadsvergadering aan
de orde nl. het verbod om uit andtre gemeenten
gebruik te maken van de te beperkt wordende
Alfensche begraafplaats, of m. a. w. dit niet
langer toe to staan aan de bewoners van den
rechter-Rynoever, waar zich de bevolking
steeds uitbreidt, vooral met werklieden uit
deze gemeente, welke slechts aan den linker-
Rijnoever ligt, en die dan heeten te Alfen te
wonen, maar gevestigd zyn in de gemeente
Aarlanderveen, waarvan het dorp met begraaf
plaats anderhalf uur noordwaarts ligt. De
toestand wordt met ieder jaar ingewikkelder.
No reeds bevinden zich de volgende inrich
tingen, gedomicilieerd te Alfen, onder de
mburige gemeente Aarlanderveen: de Gere
formeerde Kerk, het vergaderlokaal der Der-
bisten, do Martha-stichting, een school met
den By r el voor m. u. 1. o., de gasfabriek, de
woningen der afd. Alfen van „Patrimonium."
Alk cm a de. Burg. en Weths. van Alkemade
hebben vergunning verleend aan Johannes
Koek Ez. tot den verkoop van sterken draDk
in het klein, in het bestaand winkellokaal
van het huis wyk B. No. 340, te Roelof-
Aiendsveen, waar te voren zoo'n zaak werd
uitgeoefend door de erven J. Dobbe Cz.
Blyk^ns kennisgeving van den 5den dezer,
is het verzoek van G. Beugelsdyk, scheepmaker
te Rypwetering, om op hot porctel, kadastraal
bekend sectie D No. 1585, een smedery te
mogen oprichten, door Burg. en Weths. dezer
gemeente ingewilligd.
Benthuizen. De zitting van den Militieraad
I voor de gemeente Benthuizen zal worden
83)
By het einde zyner rede maakte de spreker
een onwillekeurige \yending naar het bankje
der beschuldigden, en voor de eerste maal na
zulk een langen tyd kruisten do blikken der
broeders elkander. Door zyn gevoel overmand,
naderde Otto snel de baDk, en zich voorover
buigende, reikte hy zyn broeder de hand.
Karei wist niet, wat hem geschiedde. De
bittere, kwellende gedachten, welke hem in
de laatste weken in de eenzaamheid der cel
bestormd hadden, golden grootendeels Otto.
Zou zyu broeder zich over hem schamen; zou
hy hem verachten, vervloeken? Reeds de
omstandigheid, dat Otto hem geen bezoek
had gebracht, styfde deze gedachte. En nu
dit onverwachte in-de-bres-springen voor hem,
nu in het aangezicht der rechters diens hand
druk, welke hem ten minste van de zyde
zyner bekenden vrysprakl Sidderend sprong
hy van zyn zitplaats op en zyn betraande
oogen zeiden meer dan een vurige dank
zegging.
Juffrouw Koster weende luid achter haar
zakdoek; zy waagde het echter niet haar
plaats te verlaten, om tot haar jongste te
gaan, wiens plotseling, onverwacht binnen
komen haar ia het eerst hevig had doen ver
schrikken en wiens woorden haar nu zoozeer
in het hart grepen,
Otto zonk bleek en afgemat op den stoel
neder, welken een ryksveldwachtor op bevel
van don voorzitter had bygeschoven. Een
gemompel van goedkeuring ging door de
ryen der toehoorders.
Nu werd het woord aan het Openbaar
Ministerie gegeven.
De officier van justitie viol vooral den
laatsten getuige aan en trachtte diens rede
zooveel mogelyk te ontzenuwen.
De mededeelingen van dien getuige, zeide
hy, spraken wel is waar voor het goede hart
van beklaagde, maar bewezen nog volstrekt
diens onschuld niet. Niet een der bezwarende
omstandigheden kon dan ook weggecyferd wor
den. Daarna ontleedde do officier de verschil
lende verzwarende omstandigheden en eindigde
met te verklaren, dat de beklaagde geheel en
al schuldig kon geacht worden aan het hem
ten laste gelegde; hy eischte een gevangenis
straf van twee jaren.
Toen het Openbaar Ministerie geëindigd
had, verbleekte Karei. Helena, die tot heden
toe een bewonderenswaardige geestkracht aan
den dag gelegd had, haalde ook nu haar
zakdoek uit den zak, en moeder en dochter
weenden luid.
Nu was het woord aan den verdediger, die
warm voor do onschuld des beklaagden optrad
en allee, wat tegen zyn cliënt aangevoerd
was, een kunstig opgezet kaartenhuis noemde,
dat reeds by den eersten stoot in elkander
zou vallen.
Nadat de pleiter op vryspraak had aange
drongen, bepaalde de rechtbank de uitspraak
op over acht dagen.
De familie Koster toog huiswaarts.
Voor de achtergeblevenen waren het smar-
teiyke dagen, welke nu verstreken; iedere
scheen hun een eeuwigheid toe.
Otto leunde bleek cn half onmachtig in zyn
ziekenstoel; moeder was naar hem toegetreden
en sprak hem liefdevol-ver wy tend aaD. Hoe
had hy nu zoo onvoorzichtig kunnen zynl
Wat had hy mooi gesproken, mooier nog dan
de advocaat; als Karei vrygesproken werd,
dan had hy het aan zyn broeder to danken.
Otto antwoordde Diet, hy luisterde zelfs
niet naar de praatjes zyner moedor; al zyn
zenuwen waren in spanniog, van koorts sid
derden zyn leden. Niemand in de stad, de
beklaagde niet uitgenomen, zag de uitspraak
zoo verlangend te gemoet als Otto. Het was
toch zyn eigen oordeel, dat de volgende week
zou worden geveld! Verklaarde men zyn
broeder voor Bchuldig, dan was er slechts
één middel, dan moest hy vooruittreden en
zeggen:
„Gy dwaalt. Niet hy, maar ik ben schuldig!"
Eiudeiyk waren de acht dageD, een week
van inspanning en zielsangst, verstreken.
Evenals den vorigen Woensdag bevond zich
de geheele familie Koster weder in het ge
rechtsgebouw, thans om de uitspraak te ver
nemen, die over Karei zou geveld worden.
Otto vas doodsbleek; zyn knieën knikten
en hy klappertandde, toen de rechters binnen
kwamen en achter de groene tafel plaats
namen.
Onder ademlooze spanning van de aanwe
zigen las de voorzitter het vonnis voor:
„Vrygesproken wegens gebrek aan be-
wys. Wel zijn," aldus eindigde de rede van
den president, „verscheidene bouwstoffen voor
handen, welke den beklaagde zwaar belasten,
maar aan den anderen kant zyn deze niet
overtuigend genoeg, om een man van een tot
dusver onbesproken gedrag, zooals uit de ver
klaringen der getuigen blykt, te veroordeelen."
Zuchtend viel Helena haar man om den hals,
terwyl haar tranen over de wangen stroomden.
Naast hen stond juffrouw Koster, luider
zuchtende dan zooeven, en zelfs den schyn-
baar onverschilligen vader Koster was het
bang te moede, en hy trachtte dit tevergeefs
voor de vele nieuwsgierige oogen te verbergen.
Otto, in het eerste oogenblik verstomd,
overweldigd door het geluk, zyn broeder be
schoren, zakte plotseling bewusteloos ineen.
Door do groote vreugde, welke by de familie
Koster heerschte, zag men niet in, dat de
vryspraak slechts onvolkomen was. Niemand
kwam het in de gedachte, dat Karei slechts
vrygesproken was „wegens gebrek aan be
wijs"; by was nu weder een vry man, do
gevangenispoorten hadden zich voor hem ge
opend en hy kon zich weder aan do zijnen
en zyn bezigheden wyden. De verschrikkelyke
beschuldiging en de onzekerheid aangaande den
afloop zweefden hem niet meer bovon het hoofd.
Otto herleefde weder, het leven was hem
opnieuw geschonken; de last, welke hem in
de laatste woken geheel ter nedör had gesla
gen, was van hem weggenomen, en eindeiyk
kon by weder vry ademen. De al te groote
opwinding, welke hy in de rechtzaal aan den
dag had gelegd, had geen nadeelige gevolgen
voor hemzyn jeugdig gestel werkte er zich
door. Do matte, bleeko kleur van zyn gelaat
verdween, om voor den ouden gezonden blos
plaats te maken; zyn oogeü, welke zoo lang
schuw en angstvallig rondgedwaald haddeD,
verloren die uitdrukking, en vry en frank
koek hy weder voor zich uit.
Toch had het inwendige lyden en stryd*
voeren nog een andere uitwerking voor hom
gehad; zyn oude, onbekommerde lichtzinnig
heid, zoozeer aangewakkerd door den omgang
met Yan Markwold en Mattenvold, had plaats
gemaakt voor diepen ernst. Na eenige dagen
verraste hy de zynen met de mededeeling,
dat hy den staatsdienst vaarwel wenschte to
zeggen.
„Maar, Otto!" stamelde juffrouw Koster
verschrikt, „ik had altyd gehoopt u nog eens
als Excellentie of secretaris-generaal te zien,
en nu
Ook de oude Koster was met dit plan in
den aanvang Diet erg ingenomeD.
„Ik begryp u niet, Ottol" zeide hy. „Heb*
ben wy ons daarom jarenlang zooveel offers
getroost? Advocaten zonder praktyk zyn er
by dozijnen. Ea nu, zoo naby het doel, ver
werpt gy allesEn wat wilt gy dan nu
worden
„Ik zal een betrekking zion te krygen by
eeD naamlooze vennootschap, een verzekering^,
maatschappy of by een andere ondtrnemln^,
als rechtskundig raadsman."
(Wordt vervolgd