1 "Wat het kiesrecht betreft, verklaart de Minister, dat het aangegeven denkbeeld om burgemeesters aan te schrijven aan belasting schuldigen een circulaire te zenden, ter her innering aan de bepalingen omtrent de kies wet, nader zal worden overwogen. De behoeften aan meer stemdistrlcten in groote gemeenten is tot heden nog niet gebleken. De vraag of een mechanische stemming de voorkeur ver dient, z 1 by do aangekondigde technische herzieningderkiesweteen punt van overweging uitmaken. Aan het voorschrift van hot 2de lid van art. 61 der Gemeentewet behoort, zoolang het bestaat, getrouw de hand te worden ge houden, en de Minister is zich niet bewust, dat dit ni.t geschiedt. Aanvulling van art. 242 der Gemeentewet ligt vooralsnog niet in de bedoeling.De herziening der Armenwet behoort tot de andere gewichtige ontwerpen, die blijkens de Troonrede in staat van voorbereiding zijn. Een wetsontwerp op do banken-v^n leening is in bewerking. Het tijdstjp, waarop een wetsontwerp tot wettdyke regeling van het toezicbt op levens verzekeringmaatschappijen en begrafenisfond een de Kamer zal bereiken, kan de Minister nog niet mededeelen. Te zijner tijd zal de Minister blijk geven, dat het hem ernst is met do wijziging van eenige bepalingen betreffende de wetgeving op de krankzinnigen. Het toegezegde ODtwerp betreffende de Drankwet zal zijn eeu herziening van beperkte strekking, met een veranoering Vdü stelsel. Tot het overbrengen van verschillende gemeente-uitgaven naar de Staatsbegrooting, bestaat vooralsnog het voornemen niet. Aan hetverzoek om geldelijken steun uit 's Rijks kas, door een philanthropische vereeniging in Friesland gedaan, kon geen gevolg worden gegeven. De Regeering is aanvankelijk overtuigd van de noodzakelijkheid van het nemen van maatregelen tegen de verontreiniging van openbare wateren en met belangstelling wor dm dienaangaande de voorstellen van de daarvoor ingestelde Staatscommissie te gemoet gezien. Wanneer hit gevraagde rapport om trent de in den afg' loopen zomer genomen proef met de verbeterde waterverversching van '8-Gravenhage en omgeving zal z(Jn ont vangen, zal de Regeering overwegen wat door haar verder in deze zaak kan worden gedaan. Waar bet kan, zal de Minister medewerken, om het aantal examens in te krimpen. Voor openbare aanbesteding was het werk van het Gouvernementsgebouw ta Groningen niet geschikt. Op de vraag, of aan den Bargemeester een onbeperkte bevoegdheid toekomt om troepen te vorderen tot handhaving der openbare orde, moet ontkennend worden geantwoord. De aangevraagde verhooging van deafdeeliDg landbouw wordt door den Minister nader ver dedigd. Van de wenscheiykheid, om, waar dit noodig mocht zjjn, de grenzen dor gemeenten tydig uir ti zetten, is de Regeering overtuigd. De bezoldiging van de ambtenaren ter pro vinciale grifüen is by het Departement van Binnenl. Zaken in onderzoek en de Minister hoopt, dat by door een betere regeling aan de gevoelde bezwaren zal kunnen te gemoet komen. Met de herziening der regeling van de be volk.ngsregisters wenscht do Minister te wachten tot na afloop der aanstaande volks telling. Dó wenschelykheid wordt gevoeld van een reorganisatie van de instelling van do centrale rommissie voor de statistiek. Herziening van de wet op do Schutterijen Jigt niet in het voornemen der RegeeriDg. In verband met haar plannen met betrekking tot de militie zal naar alle waarschijnlijkheid eeD voorstel worden aanhangig gemaakt tot afschaffing der schutteryen. De toenemende kosten voor het krankzin nigenwezen zijn, betoogt de Minister, een ge volg van de toeneming van het aantal krank zinnigen. Behoefte aan lepra gestichten bestaat er, naar het oordeel der Regeering, niet. Tegen de instelling van Ryksbeurzen voor het bezoek aan inrichtingen van middelbaar onderwijs bestaat ernstig financieel bezwaar. De Minister erkent, dat de opleiding van leeraren ia de moderne talen verbetering behoeft. Pogingen om het booger onderwijs zooveel mogelijk te brengen binnen het bereik van alle klassen der bevolking, zullen door de Regeering gaarne worden gesteund. Een wijziging der wet op het hooger on:erwys, dis tot opheffing van één of meer der universiteiten zoude leiden, is van den Minister niet te verwachten. Komt het tot een reorganisatie, daD zal het niet wel mogeiyk blijken, om zonder dat de inrichting van het onderwys zelf schade ïydt, tot aanmerkelijke beperking der uitgaven voor het hooger onderwijs te komen. Op de vraag, of de tyd niet is aangebroken om het booger onderwys ook tot handelsonder wijs uit te breiden, antwoordt de Minister, dat het handelsonderwijs meer eigenaardig by het middelbaar onderwys behoort. De Minister ontkent, dat, daar steeds de meest mogelijke voorzorgen worden gonomen om de dieren niet te doen lydan, de vivisec tie in de rijkslaboratoria tot ergerlijke Dieren mishandeling ontaardt. Uitbreiding van de bevoegdheid van de ryks- gecommitteerden by de byzondore gymnasia komt ook den Minister gewenscht voor. Mocht het hem niet gelukken spoedig een wetswyziging te kunnen voorstellen, dan is het zyn voornemen, in afwachting van wets herziening, een wyziging van het leerplan en van het programma voor het eindexamen der gymnasia te bevorderen biDnen de grenzen der bestaande wettelijke bepalingen. Omtrent het pensioen Yan leeraren 'aan onverplichte gymnasia is tusschen de j ini ters van financiën en van binnanlandsche zaken overeenstemming verkregen. Op grond van financieel bezwaar kan do Minister geen vrijheid vinden de toekenniüg te bevorderen van Rjjkssubsidiën aan do ge meenten Amsterdam en Rotterdam ten behoevo van haar gymnasia. Ten aanzien van de ge meente 's-Gravenhage zouJen er wellicht termen aanwezig zijn, wanneer die gemeente zorg draagt, dat het onderwys worde gegeven in goede lokalen. De Minister herhaalt, dat hy vooralsnog niet het voornomen heeft, tot herziening oer wet tot regeling van het middelbaar onderwys voorstell :Q te doen. Gemengd Nieuws. Twee Leidsche Muzenzonen had den zich gisteren voor den kantonrechter alhier te verantwoorden wegens overtreding der "Wapenwet, waaraan zy zich ondtr Rijns burg des nachts zouden hebben schuldig ge maakt. Bovendien had een hunner aan den rijksveldwachter, die hen bekeurde, een val- schen naam opgegeven. Van een en ander deed de verbalisant ter terechtzitting een omstandig verhaal, waarop beklaagden echter zóóveel hadden aaQ te merken, dat de kanton rechter besioot de verdere behandeling der zaak te schorsen tot Maandag a. s., ten einde den ambtenaar van het openbaar ministerie in de gelegenheid te stellen, nog een getuige op te roepen. Een der getoigen, geen student, die zich in gezelschap der beide beklaagden had bevonden en thans gehoord werd, maakte door zyn ver klaringen op den rechter den indruk, dat hy niet voor de waarheid wilde uitkomen. Hier over ontving hy niet alletn een ernstigo waarschuwing, maar zijn zonderlinge hou ing deed den kantonrechter zelfs vragen, of hy soms door een dier heeren was omgekocht, om de waarheid niet te zeggen. Getuige gaf hierop een ontkennend antwoord, terwyl een der studenten nog mededeelde, dat get. dien bedoelden nacht beschonken was. Had de kantonrechter een der beklaagden reeds, vioeger het onbetamelijke oneer 't oog gebracht van een bedreiging, door hem tot den verbalisant geuit, thans wees hy er beiden op, dat het voor ontwikkelde jongelui niet te pas komt, met eeu beschonken persoon 'a nachts om drie uren uit ryden te gaan. Ook stonden terecht twee heeren, lief hebbers van bengelen, doch geen stroopers, de een te Scheveningen, de ander alhier woonaebtig. Hun was ten laste gelegd, dat zy eamen zonder schriftelijke vergunning hadden gevischt in een molentocht in den Zwanenburgerpolder onder Warmond, welk vischwater is gepacht door den heer N. aldaar. De heer uit Leiden ontkende het ten laste gelegde, de heer uit Scheveningen betwistte de mogeiykheid niet, dat zjjn vischsno.-r in water bad gelegen, dat, volgens de verkla ringen van ce bei Je zoons van den heer N., cie als getuigen a charge optraden, ook tot dien molentocht zou behooren. De kantonrechter en de ambtenaar van het openbaar ministerie stonden hier voor een moeilijkheid, waaruit zjj zelfs door vluchtige teek?nlngen, door b<kl. en getuigen van de gesteldheid daar ter plaatse ter terechtzitting gemaakt, niet koncen geraken. Besloten werd. het oorddel in te winmn van den ryks veld wachter, die met de gesteldheid daar op de hoogte kan zyn, dezen op te roepen tegen Maandag a. s. en tot zoolang de zaak te schorsen. Des middags moest een alhhr wonend liefhebber van de jacht voorkomen. Hy werd beklaagd van het schieten van een haas op het land van den heer D. onder Zoeter wou ie, zonder daartoe gerochtigd te zyn. Bekl. ont kende het ten laste gelegde. Hy had niet gejaagd noch geschoten op dat land, wel op dat van C. H., van waar de getroffen haas was geloopen naar het land van den heer D., waar de honden het beest hadden gevangen. Met deze bewering kwam overeen wat een zestal getuigen verklaarden. Hun stellige verkLringen, vergeleken met de onvaste van een drietal getuigen a charge, deden den ambtenaar van het Openbaar Ministerie tot vrijspraak van den bekl. concludeeren. De uitspraak werd bepaald op Maandag a. s. Weg met de fooien! In Den Haag bestaat een dienstboclenvereeniging „Allen voor Elkander". Zy houdt Donderdag 1 Dec. een openbare cursus vergadering, waar een dienstbode zal spreken over „Afschaffing van het fooienstelsel". Donderdag 1 Dec. a. 8. zalvoor de 4de kamer der rechtbank te Amsterdam een belangryke strafzaak worden behandeld. Een tabakskoopman aldaar verzon J in het begin van dit jaar zestig balen tabak per stoomschip „Edam" naar Nieuw York. Yoor den koopprys van 17,000 dollars werd een wissel getrokken, welke voorzien werd van documenten, nl. cognossementen en assurantie- polis; by de polis werd de party tabak ver zekerd voor f 40,000. De wissel werd door een makelaar te Amsterdam op de Beura te koop aangeboden en tegen den koers van den dag gekocht door de bekende bankiersfirma Hope Co., die aan den trekker een chèque op de Associatie Cassa ter hand stel e van f 37,000. Beklaagde inde het geld en vertrok naar Amerika. By aanbieding van den wissel werd deze geweigerd en bleek het, dat de tabak slechts een waarde had van f 4000. Een aanklacht wegens oplichting volgde en een aanvrage om uitlevering werd gericht aan de Amerikaansche regeering. De uitleve ring werd toegestaan en thans zal de beklaagde zich wegen9 die feiten hebben te verantwoor den. Als verdediger zal de beklaagde ter zyde worden gestaan door mr. B. E. Asscher, advocaat te Amsterdam. Gisteren werd op het strand te Oostterschelling, by paal 20, een ïyk gevonden, vermoedelyk van een zeeman. Het was in verren staat van ontbinding, miste reeds hoofd en handen en had laarzen aan. Herkenning was onmogelyk. In den Nieuwen Waterweg niet ver van den Hoek van Holland, lagen eenige Urker visschersvaartuigen geankerd, toen ze des nachts door den hevigen, kenterenden wind aan lager wal en aan den grond ge raakten. De botter UK 232 kwam daardoor in zulk eeu hacbelyken toestand, dat men de noodvlag heesch. Een stoombaggermolon verleende daarop hulp en bracht voor en na de vaartuigen, sommige met verlies van anker en kabel, in veilig water. De botter UK 232 bekwam geen geringe lekkage. Eenige dagen geloden bevatte de Aarore", bet bekende blad, dat zoo krachtig voor de revisie der Dreyfus-zaak in de bres ia gesprongen, een artikel over de zaak- Hogerbuis. Boven dat artikel schreef het blad: „Een andere Dreyfua-quaeslie; een Hol land8che Delegorgue; revisie onvermycelyk." Het blai had vroeger reeds een tnef van Domela Nieuwenhuis aan Zola gepubliceerd, waarin deze „onvermoeide apost-1 van het socialisme en van de vryheid," zooals bet blad Domela Nieuwenbuis noemt, een beroep deed ten gunste van de drie veroordeelden. „Qy eischt de revisie van bet Dreyfus- proces," zobe Domela, „wy eiscben ook de revisie van het proces der gebroeders Hoger huis. De Franache rogeering weigert, evenals de Hollandscbe. Het eenige verschil is, dat in Frankrijk de veroordeelde ryk is, terwyi in Holland de veroordeelden drie werklieden zyn." De „Aurora" constateerde met genoegen, dat er in Nederland een beweging ontstaan was, dank zy de campagne, door enkele mannen begonnen t^n gun6te der revisie. Het blad deelt do bijzonderheden van do Inbraak te Britsum mede en maakt verder melding van de bemoeiingen van mr. Troelstra zoowel in de Katner als tyótns het proces tegon Hoitenga, Bakker en Van der Ploeg, welke feiten wy thans bekend kunnen ver onderstellen. Enkele passages van het verhoor der ge tuigen wor en weergegeven. Mr. Tro lstra verdedigde de drie beschul digden, en evenals mr. Labori ln het Zola- proces, vroeg bjj het bewys to mogen leveren van de beschul iging, tegen Dykstra geuit De rechtbaük verwhrp echter zijn cenclusiën en besliste, dat de debatten alleen zouden loopen over do beschuldiging van laster. De klager Dykstra werd als getuige geboord en mr. Troelstra stelde hem de volgende vraag: „Hebt gy niet aan verschillende personen bekend, en met name aan de weduwe Stienstra, dat gü een der daders zgt van de inbraak te Britsum?" De president: „Deze vraag zal niet gesteld worden." Mr. Troelstra diende conclusion in, opdat die vraag wel gesteld zou worden, welks ecbtsr door de rechtbank werden verworpsn. Do heer Troelstra verklaarde daarop, dat onder zulke omstandigheden de verdediging onmoge lyk was, waarom by zich terugtrok. Op een gegeven oogenblik vroeg de president aan den beklaagde Bakker, na do verklaringen van een getuige £l décharge: „Hebt gy daar nog iets by te voegen?" waarop Bakker antwoordde: „Dat hangt er van af. Mag ik hier de waarheid zeggen?" Do president (levendig)„Neen." „Zou men niet meenen met een uitspraak van den waaraigen Delegorgue te doen te hebben?" vraagt de „Aurora." Voorts vermeldt het blad hoe mr. Troelstra in „De Sociaal-Democraat" zyn open brief aan den officier van justitie te Leeuwarden richtte en hoe hy deswege vervolgd zal worden wegens beloediging van de rechterlyke macht. „De heer Troelstra heeft in „De Sociaal- Democraat" verklaard, dat hy zeer voldaan is over de wending, dia de zaak heeft genomen", zegt de „Aurore", „en de meeste Hollandsche bladen achten de revisie van het proces der Hogerbuizen onvermy Jelyk. „Evenals ln Frankryk zal men dus ook in Holland den triomf der waarheid en de gerech tigheid van de socialisten te deelen te hebben", besluit het artikel. In een entre filet, voorkomende in do „Aurore" van Dinsdag jL, zegt het blad, dat de zaak-Hogerhuis iedereen In Holland bezig houdt. „De revisie van die rochterlyke dwa ling is nog slechts een quaestfe van tyd. Ook moet men hulde brengen aan den man, aan den moedigen burger, die, niettegenstaande zyn anti-revolutionnairo beginselen, zyn mach tige modewerking verleend heeft aan de socia listen, die voor de revisie van het proces der gebroeders Hogerhuis streden. De afgevaardigde Staalman, lid van de Tweede Kamer, waar by behoort tot de con servatieve party, heeft een langdurig en minutieus onderzoek ingesteld over deze zaak, waardoor hy geheel en al overtuigd is van de onschuld der veroordeelden. Evenals Scheurer-Kestner, is by het voor werp geweest van de grofste beleedigingen, doch heeft by nooit opgehouden luide de waarheid te verkondigen." Aldus de „Aurore", die blykbaar den heer Staalman met mr. Troelstra verwart en een eigenaardig begrip heeft van de politieke kleur van den heer Staalman, dien zy tegeiykertyd anti-revolutionnair en conservatief noemt. (U. Dj De „Ned. Bakkerecourant" waar schuwt tegen het gebruik van een nieuwen naam, dien men voor Margarine heeft uit gevonden. „Fabrieksboter" biedt men tegen woordig a3n. Te Assen is, in tegenwoordigheid van het dagelyksch bestuur der gemeente, op den Brink een "Wilhelmina-boom geplant. Gevaarlyk speelgoed. Dr. Salmon, chef van het Staatsbureau tot onderzoek van levensmiddelen, enz., te "Washington, waar schuwt tegen gekleurd Duitsch speelgoed, dat volgens zyn bevinding dlkwyls met vergiftige kleurstoffen is geverfd en daarom zeer gevaarlyk moet geacht worden voor kiuderen. o Volgens een te Antwerpen ont vangen telegram uit Charleston, is de Noor- weegsche bark „Sapbir", met een lading hout van Pensacola naar Bahïa Blanca onder weg, door storm gestrand Van de uit 15 koppen bestaande bemanning vielen er tien in do zee en werden door haaien, dje bet schip sedert crie dagen volgcen, opgepeuzeld; de overigen redden zich in een boot en werden na een cria d igen lan* ronJciryven dooreen visschersvaartuig opgenomen. Uit Liverpool wordt gemeld omtrent hut n«by Grand Bassam gestrande stoomschip Calabar": Er waren maar 1 blanke en 90 klrurlingtn als passagiers aan boord. Ttrwfil liet schip langzaam zonk, wcrien de passagiers, post on geldswaarden aoor de be manning op Grana Balsam geland. De inwoners maakten het den passagiers zeer lastig. E n postzak werd gestolen en de betaalmeester moest met de revolver in de hand ae gelden bewaken. Honderden inboorlingen planderden het schip, de officieren creveu hen met de revolver op de vlucht. Do bemanning van de „Calabar" is "Vrfidag per stoomschip „Bakana" te Liverpool aangekomen. Byoa tienduizendguldenvoor oen kus. Dezer dageu werd te Londen een bazaar gehouien. Een der verkoopsters, de schoone toonoelapeelster Ma.be! Harlowe, bad voor het goede doel aangeboden een kus aan den meestbio Jende te verkoopen. Het eerste bod was twoe pond sL if 24) dat vond men een belacheiyk bod. Een syndicaat waarvan de leden later zouden loten wie de gelukkige zou wezen bood dadelyk hon derd pond. Een kolonel, Sir Edward Fortescua, ging echter hooger. Langen ty 1 was het een vinoige stryd tusschen hem en het syndicaat. Einaelyk ble^f de kolonel overwinnaar voor achthonderd pond. Deze echter, reeds een oud heer, zei, toen de actrice verlegen naar voren trad: „Vergeef my, ik booJ niet voor myzelf, maar voor myn kleinzoon, die heden juist jarig ia." Toen werd een jongetje van ongeveer zeven jaar by Miss Matei gebracht, dat natuurlijk hartelyk om helsd werd. De meeuw in Engeland is ge volgd door zware regens, die hier en daar overstroomingen veroorzaakten. Ook het storm weder in het Kanaal heeft aangehouden. De dienst tusschen Dover en Calais ondervond veel stoornis en aan de kust hadden de red dingboten dagelyks werk; zy slaagden erin veel schipbreukelingen te redden, maar toch kwamen niet weinigen om het leven. Maar niet alleen de zee eischta menschen- levens; ook in het binnenland zyn verschei dene menschen in of ten gevolge van deti sneeuwstorm om bet leven gekomen. De pre dikant van Kingstone werd door twee dag- looners dood op den weg gevonden; by Bolton trof hetzelfde lot een uit do school komende onderwijzeres. Drie ambachtslieden, door den storm op een landweg overvallen, en een visscher in zyn schuit, werden eveneens dood aangetroffen en nog meer gevallen van dien aard worden in de Engelsche bladen gevonden. Het Hof der Marne heeft een jongen van zestien jaar, Justin, die den 15den Juni in het veld een kroeghoudster van 53 jaar met een sikkel vermoord had, tot levens langen dwangarbeid veroordeeld. Wat den jongen booswicht dreef is niet opgehelderd. De laatste mode-dwaasheid. Niet de allerlaatste want als het op dwaas heden doen aankomt, kent de mode het woord „laatste" niet maar een der laatste dwaas heden der mode is geparfumeerde boter. Ze wordt tot nog toe natuurlyk. alleen ge bruikt op de tafel van ryke Amerikanen. De melkeryen, waar deze boter gefabriceerd wordt, ruiken even lekker als een bloemenwinkel of het laboratorium van een parfumeur. De boter wordt eerst gevormd tot kleine balletjes en elk balletje daarna gewikkeld in f\jn mousseline. Daarop legt meu ze op eeu bed van rozen bladeren, die opzettelyk daarvoor in yzeren potten geprepareerd worden, terwyi ze daarna nog met een laag frissche rozenbladeren bedekt worden. Dan wordt alles in een yskast ge plaatst en daar tien minuten lang bewaard, waarna de boter gereed is voor het gebruik. De aanrandingen te Amsterdam. Politie en justitie zyn gisteren den geheel?n dag doende geweest om, naar aanleiding der aanrandingen van do laatste dagen, oen spoor van den dader te ontdekken. Ia men daarin geslaagd9 Het „Hbl." moet het antwoord op die vraag schuldig biyven. Gisteravond ging het praatje, dat men den bedryver der aan randingen op zoovele meisjes thans inderdaad te pakkon had. Menschen, die door deFerdi- nand-Bolstraat kwamen, zagen voor het politiebureel aldaar een paar koetsjes staan en wisten te vertellen, dat „hy" daarin naar het bureel was gebracht. Wat was het geval? Des middags had men een bewonerder Hoedenmakerssteeg gear resteerd, tegen wien vermoedens waren gerezen, vermoedens, die er toe leidden, dat in de wo- niDg der ouders van dezen man door da justitie een huiszoeking gedaan. Aldaar werden een paar messen gevonden, waaronder een al eenigermate verroest, maar van een vorm, dat de steken er mede konden zyn toegebracht. Deze man werd aan bet politie-bureel in de Ferdinand-Bol straat geruimen tyd verhoord en geconfronteerd met de aangerande meisjes, met den voerman, die Cato Heilo op de Nicolaas-Witsen-kade had ondersteund, met den heer, die den man hard over de Wetering schans had zien loopen. Het verhoor vau dezen man, die aangeduid werd als een werkman van ongeveer 30-jarigen leeftyd, duuroe geruimen ty J. Behalve de commissaris der 5Je sectie, den heer v. d. Wiele, namen de hoofdcommissaris, dt> heer Franken, de rechfctr-commissaris, mr. T. Henny, en do officier van justitie, mr. Von Baumhauer, aan dit verhoor deel Tot by elven was met het verhoor bezig. Wat de uitslag was, is onbekendde justitie meende deze instructie, vooralsnog althans, geheim te moeten houden, maar vermoed mag worden, dat men nog lang geen zekerheid heeft, want anders zou meu de burgery spoedig geru&t hebben willen stellen met de mededeeliag, dat men den maD, cie de laatst-* jaren zooveel angst in do hoofdstad verwekt hoeft, in handen had gekregen. NLttamin achy oen er toch termen te zyn gevonden om den man voorloopig in verzekerde bewaring te houden. Do „Tel." kan nog het volgende melden: De aangehoudene, een zekere E. O., wonende Hoedenmakersstraafc, ia ongevoar 30 jaren oud en van een tamelyk forsche gestalte 's Middags om. éóa uur was O. uit do ouderlyke woning gegaan en eenige uren later vervoeg Je ziek aldaar een rechercheur met de vraag of E. O. daar woonde. Intusschen was de man reeds gearresteerd en naar bet Binnengasthuis gebracht, waar kM geconfronteerd werd met Cato Heilo. Een gevolg van deze confrontatie was do huiszoeking. De aangehoudene, wiens ouders beiien nog leven, keelt vier zusters en een broeder, die gebuwd ls. De dochters waren, toen de heeren Franken, hoofdcommissaris, en Van der Wiele, commissaris van het bureel in de Ferdinand-Bol-straat, verschenen, toevallig thuis. Ofschoon het gezin eerst niet begreep, wat dit voor hen onverwacht bezoek, te beteekenan had, liet men gewillig alles doorsnuffelen en werden alle kasten en laden geopend. Het resultaat van het onderzoek was, dat eenige klea:ingstukken en e?n doo*je, waarin een pruik en een. dolkmes je waren, werden meegenomen. Later op don avoou kwamen nog een inspecteur en een reehercheur eenigo kledingstukken halen. Do ouders van O., die aan de „Tel." het bovenstaande mededeeldon, vertolden ook, dat hun zoon gistermorgen eerst om ongeveer negen uren was uitgegaan om te zien of hjj ook weer werk kon bekomen. Om ongeveer twaalf uien kwam hy terug met de bood schap, dat „het vandaag niets gedaan was". De vader vertelde, dat by het dolkmeoje^ waarby een scheede behoort, die ook in be slag genomen is, ongeveer tweo jaren geleien op de Stadhouderskade had gevonden. Hy gebruikte 'taltyd om zyn pyp uitte krabben. Het lag dan ook in een sigarenkistje, te midden van een collectie pUpen, toen de heeren het vonden. De pruik zou vroeger door den broeder van E., die getrouwd is, gedragen zyn. In den laatsten tyd had hy ze echter niet meer noooig en zoodoende werd zo n-itjes in een doosje bewaard. De pruik is voor eenigo jaren gekocht en de familie weet nog, dat era vriend van den gehuwden broedef daarby is tegenwoordig geweest. Overigens konden zy niets mededeelen. De redactie van „De Ned. Hondensport", die reeds herhaaldelijk medeJeelingen en rap porten gaf over den verbazingwekkenden speurzin van de Amerikaansche bloedhonden, en ook in het jongste Dommer verslag geeft van een in Engeland gehouden wedstrijd, vraagt waarom in or.s land, byv. in Amster dam, nog geen proef gonomen is met afge richte Engelsche bloedhonden. Zou zulk een hond vraagt z\j 11. Maandagavond, met spoed ontboden ara het politiebureel in de Ferdinand-Bolstraat en op het spoor gezet van af de stille Nicolaas-Witsen-kade, niet gemakkelyk den persoon hebben opgespoord Zy twyfelt daaraan geen oogenblik. Men beweert niet, dat het speuren met honden naar menschen wreed is, want de Engelsche bloedhonden zoeken slechts, speoren het spoor op, volgen 'ten wyzen den te vinden persoon aan, onverschillig of 't een moorde naar, paardendief of zo.kgeraakt kind is. Z(| vallen don aldus opgespoorden persoon niet aan, doch begroeten dien integendeel met vreugde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 2