Woensdag-avond WAT ZOU IK GAARNE KIJK ZIJN waarin, wat dö „hoofdquaestio" betreft, de toestand in Indiö Tan dien in het moederland Terachilt. 1. Het hoofd eener school in Indiö heeft weinig of geen invloed op plaatsing of bezol diging van het personeel. 2. HU is aan hot hoofd eener school niet door examen-kunstenmakery of nepotisme, doch ingevolge anciënniteit. 3. Elk onderwgzer in Indië, in het bezit Tan de hoofdakte, heeft het vooruitzicht ook eenmaal als hoofd eener school te zullen optreden en evenveel bezoldiging te zullen genieten, als zyn hoofd thans. 4. In Indiö is het ambulantisme onbekend, elk hoofd der schooi werkt gedurende den geheelon schooldag met één of meer klassen. 5. Indiö mag zich in een schooltoezicht door vakmannen verheugen. De bevelen der inspecteurs moeten zoowel door hot hoofd als door de onder wgzers opgevolgd wordeD; wat men in Nederland desverlangd kan negeeron, dieDt hier to worden opgevolgd door ieder. 6. De onderwijzers en de hoofden vormen geen twee afzonderlijke standen. 7. Een groot deel der Indische onderwijzers is „volledig bevoegd" reeds bö bet in-dieD8t- treden. Niet minder dan 94 pet. der heeren en 41 pet. der dames of gemiddeld 76 pet. j bezit de hoofdakte, er zyn maar zeer weinig onderwüzers jonger dan 25 jaar. Bet Schoolblad voegt hieraan toe: „Dit zoo lezende, moet men den heer Ravestein toegeven, dat in Indiö zeker do positie van hoofden en klasse onderwijzers tegenover elkaar heel anders is dan bier en kan men tegelijkertijd de verzuchting Diet weerhouden, dat het moederland in dit opzicht wat meer op Indiö mocht gelijken." De vrouw in den tuinbouw. Meermalen is er op gewezen, dat voor joDge vrouwen wellicht een middel van bestaan ware te vinden in den tuinbouw. Maar in Eet Nederlandsch Tuinbouwblad komt do heer P. L. Baudet tot de conclusie, dat het onver antwoordelijk is, onbemiddelden meisjes aan te raden, het laatste beetje geld, dat zü be- zitteD, aan opleiding in een kweekerU te besteden. "Wij ontleenen aan schrijvers betoog hot volgende Over de opleiding is al heelwat geschreven; ik geloof met, dat men zal tegenspreken, dat meisjes evengoed opgeleid kunnen worden als jongens. Het is bekend, dat, om practisch flink bruik baar to word n in een kweekerjj, men op niet te gevorderden leeftijd de praktUk moet be ginnen te leereD, dat men degelijk en vlug heeft moeten leeren werken en ten slotte oen goede dosis gezond verstand moet bezitten. Een gezond gestel, in ods land vooral met zyn koude en mistige dagen, is iets, dat niet gemist kan worden. Ik schreef „het is bekend", maar, belaas, geheel juist is dat niet; het groote publiek denkt er dikwijls anders óver, en beschouwt het tuinbouwvak maar al te zeer als een geschikte retraite voor de jongons zoowel als voor de meisjes, die als nonvaleurs te boek £taan. Te betreuren is die opvatting van bet publiek; wie zal zeggen tot hoeveel ellende en jammer ïU reeds aanleiding heeft gegeven? Die opvatting is dikwijls gesteund door kweekers, die uit geldzucht steeds voortgingen leerlingen aan to nemen, wetende, dat slagen nimmer mogelijk zou kunnen zgn. Het staat te vreezeD, dat de speculatie zich zal meester maken van de opleiding van meisjes in het tuinboawvak, en daarom kan niet genoeg gewaarschuwd worden togen het op'wokken van verwachtingen en illusies, die niet voor verwezenlijking vatbaar zijn. Nu heb ik bier het oog op meisjes, die aan de door mij gestelde eischen voldo.n en geen fortuin bezitten; in den regel zullen zij haar onderhoud moeten verdienen als werk kracht in oen kweekerg. Zy, die als bloemen- bindster werkzaam willen zjjn, laat ik buiten bespreking. Dj opleiding kan zoo heel kort Diet duren, oqadat voor werkkrachten geoefendheid en geschiktheid een eerste voorwaarde zijn en niet maar in een paar jaar kunnen worden verworven, ook niet door hier en daar een beetje to gaan hef hebberen. Maar aangenomen, dat de oploiding is afge- loopen, me dunkt, dat de bezwaren zich dan eerst recht zullen doen gevoelen. In de eerste plaats zal candidate te over winnen hebben den tegenstand van de kweekers zei ven. Die tegenstand ia vry groot, mogelijk wordt die mettertijd overwonnen, maar waar blijft ondertusschen hot jonge meisje, dat haar laatste geld aan haar opleiding besteed heeft. En daD, heeft men wel bedacht hoe treurig het i3 gesteld met den loon- standaard en den arbeidsduar? Het ergste nog acht ik het feit, dat menige kwojkeri) nu juist geen gepast milieu voor jonge meisjes is en dat do sociale positie van de kneohts niet er toe strekken zal, die dor jonge dames tot een benijdenswaardige te maken. wordt thans het Leidsch Dagblad even als bet nummer, dat op Zaterdag-avond ver schijnt door do loopers binnen de stad en door de Agenten in de verschillende gemeenten thuis bozorgd aan iedereen, die daartoo zijn vorlangen te kennen geeft, tegen betaling van 2 Cents per nummer. DE UITGEVER. Kijkjes in en om Leiden. VI. Wy vervolgen de wandeling door "Warmond. Een klein eindje verder dan de R.-K. kerk, ook aan den linkerkant van den weg, zien we een prachtige laan van hoogopgaand geboomte, leidende Daar een trotsch gobouw met etn breed voorplein en uitgestrekte tuinen en dreven. Dat getouw is een Seminarie, waar Tegenover het Seminaria bevindt zich de R.-K. begraafplaats, door een groot yzeren hek van den weg afgesloten, waarin ook in yzeren letters het: „Requiescant in pace" (dat zy rusten in vrede) te lezen is. Niet ver van daar verheft zich een booge, eenzame toren boven eenig vervallen muur werk. Deze ruïne met eenigen grond er om heen, door een laag muurtje omgeven, strekt tot kerkhof voor de Hervormden. Voorheen hadden dezen hier hun kerk. Daar de stichting Bet Seminarie te Warmond. een groot aantal jongelingen wordt opgeleid voor den geestelijken stand. Velen vinden het jammer, dat de prachtige laan door het plaatsen van een onsieriyk houten hek voor het publiek is afgesloten. Zooals handwyzers aanduiden, kan men thans het Seminarie bereiken door een laan even- wü'dig a3n de eerste, maar deze kan in schoon hei! met hare zuster Diet wedy veren en ook schynt men er niet ve 1 aan gedacht te hebben h t den wandelaar gemakkeiyk te maken. Het Seminarie is in het jaar 1799 voor het Aartspr. van Hollani en Zeeland gesticht en behoort dus tot het Bisdom van Hjarletn; het tweede Seminarie voor de Hollandsche zending be- viDdt zich te Voorhout. In 1822 is het Warmondsche geBticht geheel nieuw opge bouwd en in 1843 '44 met twee nieuwe vleugels en een kapel vergroot, terwgl het in 1879 door den touw van een bibliotheek, die in 1S87 door bybouw aanmerkelijk werd vergroot, en in 1897 door hit plaatsen van een geheel nieuw ge ouw voor en tegen fiet ou:e weer aanmerkelijk is uitgebr. id. IeJer vau de 116 Seminaristen heeft zgn eigen kamer en het gebouw bevat de nooöige eeten an dere zalen, collegekamer enz. De fraaie kapel, achter het hoofdgebouw, in Gotbiscben styl opgetrokken, staat met haar hoofekruis in de rich ting van den toren van het Seminarie. In de kapel be vindt zich een gedeelte van de kost: are sieraden van koning Lodewgks hofkapel, door koning "Willem I aan haar afgestaan. De bibliotheek bevat een groot aantal boe- keD, handschriften, platen, enz., en kan als een der rykste en kostbaarste be schouwd word' n. In zyn „Tegenwoordige staat van Zuid- Holland" zegt A. W. Kroon: „H-t gebouw bevat ook al dat noo-iig is ter uitspanning van den geest en oefening der lichamelijke krachten vod hen, die zich hier aan de studie wydon. Neemt men daany in aanmerking het gezonde oord, waar dit gebouw is ge- van Warmond zich in de gryze oudheid ver liest, zal bet zeer waarschyniyk niet lang verstoken zgn geweest van een getouw, ter uitoefening van den godsdienst. Dat dit ge bouw aanvankeiyk slechts gering van omvang is geweest, kunnen wy opmaken uit de be naming; io 1065 werd het slechts een „kapel" genoemd. Van den tyd van stichting dezer Hei kerkhof voor de Hervormden kapel vindt men niets opgeteekend, wel dat zg aan den H. Matthias was toegewy J. In 1156 wor t gewag gemaakt van een kerk; dit zal boogstwaarscbgnlgk de kerk of kapel van het straks te noemen Nonnenklooster zgn geweest. Wellicht zgn de brokken tuf steen, hier en daar in de muren van den In de Dorpsstraat: Raadhuis en Gemeenteschool met onderwijzerswoning. sticht, en de ruime gelegenheid, welke de omstrekon aanbieden tot het doen van aan gename wandeliogen ter verpoozing van den arbeid, dan mag het geen verwondering baren, dat de jeugJige bewoners van dit gesticht zich zoo algemeen in het bezit eener bloeiende gezondheid verheugen." bouwval gemetseld, nog overblyfsels van dit oude gebouw. De latere kerk was oen groote kruiskerk, welker koor echter etrst tusschen de jaren 1525 en '27 werd gebouwd. Uit een ouden brief van het Huis te War mond is geblekeD, dat de erfgenamen van Mevrouw Jacoba Van den Woude, weduwe van den Heer Gerrit van Raaphorst, de eene helft van de kosten tot den opbouw hebben gedragen, hetwelk den Heer Jan Van Duyven- voorJe (gehuwd met Maria Van Matonesse), gekost heeft 759 ponden, 17 schellingen van 40 grooten het pond (/*759 85), terwyi de gemeene buren van dit dorp de andero helft daartoe hebben betaald. De begeving der pastorie dezer kerk stond aan den Heer van Warmond, De meeste Heeren van Warmond begiftig den de kerk van tijd tot tyd met verschillende goederen en inkomsten. In: „Beschryving der »tad Leiden" (drie oude Cronyckens) door J. J. Orlers O. B. lezen wy: „den 18 Aug. 1573 op een Woonsdach beeft ons Volck die Kerck tot Warmondt gebarrent." Andere schrijvers melden echter, dat zulks door de Spanjaarden zou zijn ge schied ook op den 18 of 14 Aug. 1573. Als wg in aanmerking nemen dat de Spanjaarden, na het hoofd gestooten te hebben voor Alkmaar (October 1573), zich naar Zuid-Holland begaven en het beleg sloegen voor Leiden, dus na October, dan moeten wy Orlers wel gelooven. Hot verbranden van de kerk en het verwoesten van de kloosters en het Hui3 te Warmond door het volck uit Leiden, zou dan hebben plaats gehad opdat de vyand er zich niet in zou nestelen. By resolotie van de Staten van Holland van 3 Mei 1577 werd aan Johan Van Duyven- voorde, Heer van Warmond, vergund„omme te mogen afbreeken ende te demoliëeren tot sijnen koste ende profyte het Convent der Barnadyten tot Warmond, mitsgaders van 11000 maagden aldaar tot optouwinge van syne Huisinge aldaar afgebroken, in respect ende recompense van de groote ende irre- p.rable scbade ende verlies by hem geleden, ende ten einde het land ofte de plaatse daar deselve conventen opgestaan hebben, by hem suppliant gehuurt, te weeten, van de Barna dyten 's jaars voor twintig ponden, ende de andere vgf ponden voor drie jaren." Ingevolge deze resolutie deed de Admiraal Van Duyvenvoorde het koor der kerk in 1590 herbouwen. Ter plaatse waar het hoofdaltaar gestaan bad, werd de grafstede van de Heeren van Warmond geplaatst en het overige ge deelte van het koor werd tot de uitoefening van den godsdienst der Hervormden ingericht door Jan Van Duyvenvoorde, zoon van Heer Jacob. Het kruis van de kerk bleef onopge- bouwd liggen, terwyl van den toren het metsel werk bleef staan. Toen na ruim 2'/x eeuw dit opgebouwde gedeelte meer en meer begoo te vervallen en telkens rater aan herstelling kostte, werd besloten een nieuwe Protostantsche kerk te touwen, niet op de plaats van de oude, zooals sommigen wenschten, maar aan den Achter weg op een - stuk grond, daartoe kosteloos door den Heer vaD Warmond afgestaan. Men nam dus het dak van de oude kerk af en liet het verdere sloopingswerk aan den tand des ty 8 over; tevens werd besloten de ruimte binnen de muren verder tot begraafplaats te bestemmen. Verwglen wg een oogenblik op dit zooge naamde „nfgebrando kerkhof" (beter het kerkhof tinnen de muren van de afgebrande kerk), uit wier omtrek het leven 2ich t rug trok, om tr het onbetwist gebied te laten aan den dood. Hoe rustig en in.irukwekkend is bet hier tusschen die afgebrokkel.e muren met klimop bewassen! Een lief plekje, om daar na het voleindigen van de levenstaak den laatsten sla p te slapen. Zoo schgDen osk anderen geiacht te hebben, want behalve de namen van notabele Warmondsche geslach ten, nog levend of by de tegenwoordige be woners van het dorp weinig of niet meer bekend, lezen we op de zerken ook de namen van families uit Leiden: Vissering, Buys, d'Adaing enz. Maar niet alleen koude zerken bedekken de graven, ook veel kransen en bloemen ziet ge bier en daar, vooral in het voorjaar en in den zomer. Getuigen zg van liefde en vereering van de lieve afgestorvenen, zy herinneren den bezoeker ook aan een leven uit den doodslaap ontwakend. Ook treffen wg enkde kostbare grafkelders aan, o.a. dien van het geslacht Van Limburg .Stirum, waarop zich een prachtig marmeren godenkteeken bevindt ter gedachtenis aan F. Baron van LeyJen, wiens moeder, Hermine Jacqueline De Thombs, een kleindochter was van Boerhaave. Op dit gedenkteeken lezen wc: „Ter nagedachtenis aan den edolsten mensch en besten echtgenoot Fred. Baron van Leyden, Heer van Warmond, Westbarendrecht enz. enz geb. den 18 Feb. 1768, overleden den 25 Nov. 1821. Vrede zg aan zgne assche, Eere aan zyne nagedachtenisse. Kamp in West-Indië. Er heeft zich gevormd een „Centrale Com missie tot leniging van den nood der bevolking in de Kolonie Curasao" ten behoeve der bewoners van de eilanden St.-Martin, Saba en St.-Eustatius, die door den hevigen orkaan in de maand September jL. zyn bezocht. Hulp, vooral spoedige hulp, zegt de commissie, is noooig. De minister van koloniën heeft zich bereid verklaard de geïnde gelden telegraphisch ter beschikking te stellen van den gouverneur van Curagao. De centrale commissie bestaat uit de heeren mr, J. H. Bergsma, oud-minister van koloniën, voorzitter; P. Ten Bosch, gep. vico admiraal, li i van den Raad van State; N. Van den Brandhof, oui-gouverneur van Curasao; J. H. Elias, referendaris, chef der afd. West- Indische zaken by het depart, van koloniën, mr. A. F. D. Hartogh, lid van de TweedJ Kamer; mr. iE. baron Mackay, minister van staat, lid van de Tweede Kamer; dr. R. pt Mees R. Azn., lid van de Tweede Kamer- mr. P. M. H. baroö Michiels van Verduynen lid van de Tweode Kamer; H. Pyttersen Tz, lid van de Twee-e Kamer; mr. F. J. M. a. Reekers, lid van de Eerste Kamer; jhr. mr. J. Róell, oud-minister van buitenlandscbe zaken, lid van de Eerste Kamer; jhr. mr. 0. Van der Wyck, lid van den Raad van State ledenC. J. Huaig, directeur van de exploitatie, maatschappy der zoutmeren op St.-Martin, penningmeester, Hugo-de-Groot straat 84, '8 Gravenhage; J. R. G. De Veer, oud administrateur van financiën in Curasao, secretaris; RECLAMES, a 25 Cents per regel. Wie onzer lezers en lezeressen heeft dezen uitroep niet dikwgls gedaan, denkende dat het geld U gelukkig zou maken; maar ook velen, die rgk zgn, wenschten juist 't niet te zyn, maar eene goede gezondheid te hebben. Wat geven de schatten der aarde, als men van 's morgens tot 's avonds Igdende is en dus van zgn rijkdom niet kan profiteered Zy zouden gaarne van hun rgk om afstand doen, om de gezondheid te bezitten van een minder begunstigd medemensch. Voor geld kan men alles verkrygen wat het hart be geert, maar de gezondheid is meer dan schatten waard. Wat hadden rijkdom en eer aan Mejuffrouw C. Beukers, Broekweg te Lisso, gegeven, indien zg verplicht ge weest ware een ellendig ziekelgk levfn voort te slepen. Zg had geen eetlust meer en zelfs een afkeer van alles, pgnen door heel het lichaam, welke onuitstaanbaar waren. Wat te doen? Zg werd radeloos, had geen lust tot werken, het leven was haar tot last. Op toevallige wgze kwam baar een courant in handen, waarin zy een artikel las van verschillende wondervolle genezingen; ook zfi nam haar toevlucht tot het laatste reddings middel, nL de Pink-Pillen van Dr. Williams, en ziehier wat zy daaromtrent schryft: Myn hoogsten lof aan dit waardig geneesmiddel, daar ik er door in staat ben gesteld alles to kunnen eten wat myn hart begeert en hoe genaamd geen pynen meer heb, myn werk kan ik met lust en opgeruimdheid verrichten. U knDt myn brief aan een ieder laten lezen en mijne wonderbare genezing bekendmaken, want het is een groote eer voor Dr. "Williams, zulk wondervol geneesmiddel gevonden te hebben, hetgeen geroepen is groote en wel dadige diensten aan de Igdende menschheid te bewyzen. Nogmaals myn hartelyken dank. De Pink-Pillen zgn de onovertreffelgke spierversterkers; zy hergeven kracht aan de zwakken en zyn voor niemand nadeelig, zelfa niet voor de zwakste personen. Gelgk alle goede producten worden ook de Pink-Pillen reeds nagemaakt; een iöder geve dus wel acht, dat er in het Franach op het omhulsel staat: „Pilules Pink pourPersonnes Pales du Dr. Williams". Het omhulsel en het etiquet zgn van rooskleurig papier met blauwe letters. Men hoede zich voor namaaksels I Prgs f 175 do doos, f 9 per 6 doozen. Ver- krggbaar bg SNABiLrÉ, Steiger 27, Rotterdam, eenig depothouder voor Nederland, en in de Apotheken. 9242 77 Franco toezending tegen postwissel. Zeer werkdadig tegen bloedarmoede, rlieu- matiek, zenuwpgn, neurasthenie, beupjicht, verlamming, ataxie locomotrice, zenuwziekte, klierziekte, enz., enz. Zy h-rgeven schoone kleuren, handelen in alle gevallen van ver zwakking by de vrouw en hebben op den man een krachtige werking tegen alle ziekten, veroorzaakt door overdreven arbeid en buiten sporigheden. Maatschappelijk Werk. Een aardig boekje wordt algemeen verspreid, om nog eens de aandacht te vestigen op het „Maatschappelijk Werk van bet Leger des Heils," hetwelk 2ich ten doel stelt aan hen, die, hetzy door eigen schuld of dcor andere oorzaken, tot armoe:©, ellende en misdaad, geraakt zgn, een gelegenheid te geven om door werken de verloren plaats in de maatschappy te herwinnen. Het Leger des Heils heeft thans hier te lande de volgende instellingen: 7 tojvluchten voor dakloozen, 7 werkplaatsen in verband met die toevlmhten, 1 volksgaarkeuken en goedkoop logement (de Metropool te Amster dam), 1 landkolonie, 5 barmbartigbeidsposten, 2 reddingshuizen (tehuizen voor gevallen vrou wen), 1 kinderbais. In bet bedoelde boekje kan men lezen hoo die verschillende instel lingen werken en welke resultaten er reeds door verkregen zgD. Men hoopt, dat die lezing de overtuiging zal schenken, dat het Maat- schappelyk Werk een werk is, waard ge steund te worden, en zal opwekken tot het geven van ruime by dragen, nu dezer dage* in geheel Nederland een buitengewone aan vrage daarvoor wordt gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 6