ATJEH. Bi) de afdeeling onderwas spraken enkele leden den wensch uit, dat voor jongelieden, wier ouders op het platteland wonen, het bezoek van de onderwys-inrichtingen in de steden mogelijk werd gemaakt door het verleenen van Ryksbeurzen. Sedert jaren is door bevoegde deskundigen aangedrongen op verbetering in de opleiding van leeraren in de moderne talen. Aan den eenen kant laat de opleiding der leeraren in moderne talen veel te wenschen over. Aan den anderen kant wordt van de leerstoelen voor de drie moderne talen, te Groniogen opgericht, lang niet zooveel nut getrokken als mogelijk ware, wanneer dat hooger onder wijs met die opleiding in een behoorlijk ver band werd gebracht. Gaarne zouden de leden, die bier aan het woord waren, over deze belangrijke aangelegenheid 's Ministers oordeel vernomen. Door sommige leden werd aangedrongen op verbetering van het handelsonderwijs, dat nu veronachtzaamd wordt. Van verschillende zjjden werd aangedrongen op afschaffing, althans beperking, der vivi sectie en op betere inrichting van het onder wijs in do psychiatrie, ethnologic en Romaan- icbe talen. Het „N. v. d. D." ontving het volgende telegram van haar Inöischen correspondent Toekoe Moeda Latif, het hoofd van het verzet in Plantens heeft zich onderworpen." "Wij moeten, zegt het blad, gelooven aan een seinfout, omdat de naam Plantens, als die van een landschap in Atjeb, ons niet be kend is. Gemengd Nieuws. Aanstaanden nacht, dus van Vrijdag op Zaterdag, zal, onder leiring van een kapitein, etn nachtelijke oefening gehounen worden, waarbü het personeel van beide bjtaljons 4de reg. inf., alhier, vereenigd zal worden. De troep zal te drie uren 's nachts de kaz rne teruggekeerd moeten zijn. Het straatcomité, belast geweest |iet de versiering en verlichting der Nieuwsteeg Ifi gelegenheid der inhuldigingsfeesteD, heeft een batig saldo op de rekening van f 3.69. Dit saldo is afgedragen aan de vereenigiog „Schoolkindervoeding" alhier. De rekening en verantwoording ligt bij den heer P. J. C. Dee, penningmeester, ter inzage voor belanghebbenden. Voor den Hoogen Raad werd gisteren gepleit in zake de naamlooze vennoot schap „Paleis voor Volksvlgt", te Amsterdam, legen den burgemeester dier gemèento betrok keliJk het niet-nakomen door eerstgenoemde van de overeenkomst, volgens welke zfi een muziek kapel moest ter beschikkiDg stellen van de gemeente, telkens na daartoe oproeping te hebben ontvangen, om dienst te doen by wapenschouwingen, enz. van do dienstdoendo schutterij. Ttr bestrijding van het arrest van het gerechtshof te Amsterdam, waarbij do vordering der gemeente tot ontbinding van de overeen komst werd toegewezen, trad voor het „Paleis voor Volksvlijt" op mr. B. J. Polenaar, advocaat te Amsterdam. Deze betoogde, dat het Hof zich aan wetsschtnnis heeft schuldig gemaakt, omdat het, de overeenkomst uitleggende als oen, waarbij de vennootschap zich tegenover Burgemeester en "Wethouders hoeft sterk gemaakt, dat haar muziek kapel zou op komen, by oproeping, om diensten te bewijzen on muziek ti maken, in het bloote feit, dat die muziekkapel bi) zekere gelegenheid, ofschoon opgeroepen, niet is opgekomen, heeft gezien hot plaats grijpen eener ontbindende voorwaarde. De cassatievoorzieDing werd namens den burgemeester bestreden door mr. B. M. Vlie- lander Hein, advocaat te 's-Gravenbage. De conclusie van het Openb. Min. wordt later me:egedeeld. Ten aanzien van de vraag om- trent de verplichting van den man tot on Jer- houd van zyn vrouw, concludeerde het Openb. Ministerie by den Hoogen Raad gisteren, dat die verplichting voor den man ook dan bestaat, wanneer 00 vrouw niet met hem samenwoont, en zulks op grond, dat de verplichtingen tot on orhoud en tot samenwoning twee afzon derlijke naast elkander staande verplichtin gen zijn. Do man, tegen wien onlangs door de Haagsche politie proces-verbaal was op gemaakt op grond van artikel 440 van het Wet eek van Strafrecht: het vervaardigen en vorspreiden van drukwerken op stukken metaal in een vorm, die ze op munt* of bank- papi r of muntspeciën doet gelijken, stond gisteren voor den kantonrechter terecht, 't Was bat tekende levendige mannetje, dat, met een tafeltje voor zich, waarop, op een kussen, broches en dasspelden in den vorm van guldens, kwartjes en dubbeltjes zijn geprikt, langs de straten vent. Met de welbespraaktheid, aan het type eigen, verdedigde hij z\jn goed recht. Al jaren en dagen ventte hij met 't artikel, in Ant werpen, in Brussel, iu Amsterdam, in Rot terdam, enz., enz. En nooit last gehad. Alleen had eenmaal de justitie in Amsterdam hem verzocht „de munt" van de achterzijde der voorwerpen te verwjjderen. En dat had-ie nou gedaan. En nu deed hij niets anders dan 't vervaardigen van de beeltenis van Hare geëerbiedigde Majesteit de Koniugin. En als-ie d&t nou niet ruocht doen, dan wist hij hit niet, want wie staat hooger in aanzien dan Hare Majesteit. En op de achterzijde stond alleen het Nederlandsche wapen. Hy zou wel eens willen zien wie ook dédr wat aan doen kon. Als je het portret van de Koningin niet mocht maken, dan konden ook de „photographisten", de schilders, de beeldhouwers en verdere kunstenmakers hun matten wel oprollen. Wat 'n photographist doet op papier, dat deed h|j nou op tin. En hij maakte toch immers geen verkeerd ge bruik van die muntstukken, de Hemel zou hem bewaren. Dat anderen dat deden, kon hij toch niet helpen; dan mochten ze ook wel verbieden revolvers te maken, omdat andere menschen dan de fabrikanten er huns gelijken mee doodschoten; of dynamiet, omdat andere lui dan de vervaardigers de menschen in de lucht lieten springen. En waarom werden dan do „chocolade wiukeliers" niet bekeurd, die stapeltjes riksen en guldens van chocolade achter d'r lui ruiten hadden liggeD, waarvan je zoudt zweren, dat ze echt waren De kantonrechter beduidde den man meer malen uitdrukkelijk, dat hy niet terechtstond verdacht van bedrog met de pseudo munt stukken gepleegd te hebben, doch enkel omdat de Nederlandsche wet nu eenmaal bepaalt, dat zulke op munt gelijkende snuisterijen noch vervaarcigd noch verspreid mogen worden. Hij was toch wel Nederlander? vroeg hem de kantonrechter. „In Rotterdam geboren, asjeblieft, meneer, nog wel in de Lange Baanstraatant woordde hij fier. Het Openbaar Ministerie vorderde eenvoudig f 5 boete. De opgeroepen getuigen werden piet gehoord. De commissie voor de versiering van de Daendelsstraat en aangrenzende straten te 's-Gravenhage bericht, dat zij, na aftrek van alle kosten, een batig saldo van f 175 heeft overgehouden en dat bij loting is beslist, dat gemeld bedrag zal worden aangeboden aan bet kinderziekenhuis te 's-Gravenhage. Gelijkelijk tusschen de diaconieën der Ned.- Herv. en Geref. Gemeenten te Tienhoven is verdeeld het saldo der inhuldigingsfeesten, ten bedrage vandrie centen. De Haarlemsche rechtbank deed gisteren by breed gemotiveerd vonnis uitspraak in do zaak van R. Van G.^mit den Spaarn- dammerpolder, die beschuldigd was van poging tot moord op zijn vader en f'.gen wien de officier wegens pogiug tot doodslag één jaar min cJe preventieve hechtenis had gerequireerd. H\j werd veroordeeld tot 9 maanden gevange nisstraf, met aftrek van de preventieve hech tenis, en zijn dadelijke invryheiasstdling bevolen. Dezelfde rechtbank veroordeelde gisteren G. Eyking, Blagersknecht te Amst rdam, tegen wien wegens diefstal van vee uit de weide een jaar en zes maanden was gerequireerd, tot een jaar, en J. A. Wolper, kellner uit Amster dam, tegen wien wegens diefstal in vereeni- ging, van een rijwiel, 3 jaar was geèischt, tot twee jaar gevangenisstraf, C. J. W. Van Wijngaarden, die als zijn medeplichtige terecht stond en tegen wien 2 jaar was geèischt, werd vrijgesproken. Voor de rechtbank t9 Haarlem hield gisteren de officier van justitie zijn requisitoir in zake den gepleegïen moord te Hobrede door Dirk Oosthuizen aldaar De eerste vraag, die te beantwoorden was, oordeelde Z. E A. of beklaagde toerekenbaar kon worden geacht? Volgens het helder en duidelijk rapport, uitgebracht door de deskundige krankzinnigen- artsen Van Walsum en Van Linden van den Heuvel, zou die vraag werkelijk ontkennend moeten worden beantwoord, doch het wilde den officier voorkomen, dat do gronden, in het rapport aangevoerd, zwak zijn, en hiermede waren het eens de inspecteurs van het ge- neeskuncig staatstoezicht, waaraan de een den beklaagde oordeelde te staan op de grens tusschen krankzinnig en toerekenbaar en de andere geen oordeel wilde uitspreken, omdat bi) nog in twijfel was. Waaraan schrijven de deskundigen de on toerekenbaarheid toe? 1. Niet aan het bepaald erf lyk, doch aan het eenigszins erfelijk belast z(jn van beklaagde. En waarom? Omdat de broeder van zjjn moeder aan den drank was verslaafd en omdat zijn zuster niet goed t>y het hoofd was. 2. Omdat beklaagde was een chronisch alcoholist. Maar dit zijn zeker 60 pet. der personen, die voor de rechtbank komen. 3. Omdat zijn memorie niet goed zou zijn, wat echter bij oude lieden wel meer het geval is, vooral als z\j adn den drank zijn verslaafd, en 4. omdat hij geen motief had voor het plegen van het misdrijf. Maar, zei de ofLcier, moord is bfjna niet te motiveeren. Doch hier is wel deg'.l\jk een motief te vinden en wel in de omstandigheid, dat beklaagde den dag van de misdaad naar Purmerend was geweest, daar geen handel had kunnen drijven, drank had gebruikt en een ergens op steunende antipathie had tegen het slachtoffer. Nu zouden de deskundigen als zy in de zaal aanwezig waren, wel zeggen; ja, maar niet uit ieder punt afzonderlijk leiden wij de ontoe rekenbaarheid af, doch juist uit den samen hang van de vier aangevoerde symptonen en gÜ, officier, doet hetzelfde om het bewijs van een misdrijf te construeeren, doch hierop wilde Z. E.A. antwoorden dat zwakke aanwijzingen voor de rechtbank niets beteebenden en even min de vier zwakke symptonen door de des kundigen aangevoerd, tot ontoerekenbaarheid konden doen besluiten. Hij was door het rapport alzoo niet over tuigd en ook de rechtbank heeft zich daaraan niet te houden zooals bekend was, want een rapport werd alleen uitgobracht tot voorlich ting van den rechter. De officier kwam dus tot de conclusie, dat beklaagde wel degeljjk toerekenbaar was. Hy had de daad gepleegd na rijp overleg. Hy had gezegd „al heb ik geen varken geslacht toch zal ik een moord doen"; daarop is hjj gaan eten en toen is hij naar de woning gegaan en heeft het feit gepleegd. Het oenige licht punt is, dat beklaagde nog nooit veroordeeld werd. De officier requlreerde wegens moord 12 jaar gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger, mr. Moens, oor deelde bet rapport afdoende en concludeerde tot ontslag van rechtsvervolging, doch als de rechtbank de toerekenbaarheid aannam, subs, tot een lichtere straf, daar in geen geval moord, doch hoogstens doodslag was gepleegd. De beklaagde zelf zei„als het moet wezen in Godsnaam, het begroot mij anders wel erg". Volgens de „Zw. Ct." heeft naar aanleiding van een brochure van d6. J. Kyistra, te Rottevalle, over de ellendige toe standen in die Friesche streek, mT. H. L. Drucker te Leiden, lid van de Tweede Kamer, genoemden predikant meegedeeld een VTiJ aanzienlijk bedrag beschikbaar te stellen voor werkverschaffing aldaar. Door de rechtbank to Breda is de eerste openbare zitting gehouden in zake den op 9 Januari jl. te Leur geplet gden moord op Adriana Smits. Als beschuldigde wegens moord staat terecht Govardus Fasen, oud 29 jaar, slager, wonende te Leur. Door het O. M. zijn gedagvaard 62 gttuigen, en op verzoek van den ambtshalve toegevoegden verdeciger mr. D. H. J. Van Mens, de Leidsche hoogleeraar dr. Siegenbeek van Heukelom. Na opening der zitting verzocht de ver dediger aan de rechtbank of de vader van den beklaagde zicb, althans vooralsnog, uit de gerechtszaal mocht verwijderen tot hij werd opgeroepen. Dit werd toegestaan. De president bepaalde, dat eerst zouden gehoord worden de deskundigen, n.l. prof. dr. Van Overbeek de Meijer (bleek naar Indiö te zijn), prof. dr. Spronck, prof. dr. Wefers Bet- tink, prof. dr. Siegenbeek van Houkelom, de doctoren A. Butner, HohmanD en Bijnen en 8 andere getuigen, de overigen konden ver trekken tot gisterochtend 10 uren. Het microscopisch onderzoek van het bloed, dat op verschillende kleedingstukken van den beschuldigde en aan zijn mes is bevonden, heeft plaats gehad door prof. Spronck, het chemisch-spectroscopisch door prof. Wefers Bettink. Door beide hoogleeraron was een rap port van hun bevindingen opgemaakt, dat voor een groot deel liep over do grootte van bloedlichaampjes van menschen en varkens; het verschil daartusscben onder verschillende omstandigheden werd aangegeven. Het vergelijken met varkensMoed hoeft zijn oorsprong in de opgave van den beklaagde, dat het blo - d, dat op zfin pantalon is bevonden, van een geslacht varken afkomstig was. De conclusie van deze rapporten geeft als waar schijnlijk aan: de aanwezigheid van menscben- bloed op bedoelde pantalon. Prof. Siegenbeek van Heukelom zegt de conclusie van het rapport niet te kunnen onderschrijven; volgens hem is dit niet ge oorloofd op de verstrekte gegevens, hem wijst de groote boeveelheid bloed op de pantalon er op, dat dit niet afkomstig kan wezen van een varkeD, dat geslacht uitgevent wordt; zijn moreele overtuiging ls, dat het menschen- bloed is, doch hij kan dit uit de hoeveelheid niet opmaken. Dr. Butner, die met dr. Hohmann het lijk heelt geschouwd en het visum repertum hebben opgemaakt, verklaren: dat zij 8 won en aan de voorzijdo en 4 aan do achterzijde van het lichaam hebben bevonden, waaronder een bijzonder groote bals wond, de halsader was doorgesneden, de dool is een gevolg geweest van bloedverlies en verstikking Alsnu werden achtereenvolgens buiten eed geboord een zuster en twee broers van den beschuldigde, wier verklaringen bïorop neerkomen, dat in den avond van Zondag den 9den Januari (datum, waarop de moord heeft plaats gehad) de beschuldigJe met zijn familie in do huiskamer was en daar ook had plaats genomen een meisje, waarmede hij verkeering had gehad, die kortelings was ver: roken, doch welke op het punt stond weder in orde te komen. De beklaagde heeft zich spoedig, 5 uren 's mid dags, verwijderd, iets wat allen bevreemdde. Later in den avond terugkeerende, is by onmiddellijk naar bed gegaan. Verder werd nog duidelijk, dat beklaagde en hierop komt veel aan by het uitventen van het vleesch nooit zyn Zondag6che pak droeg en juist op dit pak is bloed gevonden. Ook bleek nog, dat zijn Zondagscbe pantalon was uitgewasschen en '6 Maandagsmorgens (den dag na den moord) te drogen hing. Ook het feit, dat de moeder van den beklaagde een koeboeder, die zich bi) een ander ver huurd had, zijn loon van f 6.50 op f 22 gebracht had om hem te behouden, kwam te berde. Het vinden door de justitie vau een scherp mes op een plaats in huis, waar het anders nooit lag, kwam als bezwarende om standigheid te voorschijn. Telkens gevraagd of beklaagde iets te zeggen had tegen hetgeen getuigd was, werd steeds ontkennend geantwoord. Getuige Joosen is de stiefvader van de verslagenezijn stiefdochter was tevreden In den dienst, dien zij by Fasen had, en was in den laatsten tijd zeer opgeruimd. De ver slagene had verklaard dat Fasen in den laatsten tijd beter oppaste en zij wel spoedig zouden trouwen. Alsnu gelast do president voorlezing van het rapport der deskundigen aangaande de in beslag genomen sigaren en de sigaar, die by het lyk is gevonden. Aangaande deze sigaren dient tot goed begrip het volgende. Beklaagde kreeg eiken Zondag, dus ook op den bewusten, twee sigaron; by heeft er twee gekocht by Gooszen en twee by Hendriks, totaal zes, die twee aaa twee van hetzelfde merk waTen. Eén sigaar heeft hy opgerookt en aangezien er slechts vier in zyn sigarenkoker geborgen konden worden, bestaat er gegrond vermoeden, dat hy er een in jas of vest heeft geborgen, deze by het begaan van het misdryf heeft verloren en dat deze de bebloede is, welke bfl het lyk is gevonden. Deze sigaar is van hetzelfde merk als die by Gooszen gekocht zijn, welke laatste z0n inkoopen doet by den sigarenfabrikant Vinck, te Leur. De brigadier der marechaussee De Kok, gestationneerd te Sprundel, beeft Dinsdag 11 Januari de Zondagsche kleeren van beklaagde in ontvangst genomen, bekl. gaf die zelf. Op bet overhemdje vond hy geen bloedvlek ken, den volgenden dag op de kleeren wel. Er zyn toen dadeiyk vier messen in beslag genomen, later kwam nog een vyfde te voor- scbyn. Om zyn verleden verdacht get. den bekl. dadeiyk van de misdaad. By het nagaan der voetsporen Hepen deze geheel in de rich- tiDg van de plaats van den moordenaar de woning van beklaagde. Getuige "Witzenburg, wachtmeester der marechaussee te Breda, heeft ook zeer nauw keurig het voetspoor nagegaan en kwam tot dezelfde conclusie. Getuige Buteyn, chef-veldwachter te Etten Leur, gaf een beschryving van de ligging van het lyk. Hy is met den burgemeester en nog drie personen naar het huis van Fasen gegaan. F. staat slecht bekend en got. had ook dadelijk vermoeden op hem. By zyn ont moeting met dozen verbleekte bekl. opmer- kelyk, hy vroeg om de Zondagsche kleeren te zien en ontdekte dat de broek op de knieën en lager vochtig was. Of er bloed aan de kleeren, was beeft get. toen niet opgemerkt. Op de vraag van den president waarom toen de kleeren niet dadeiyk (Dinsdagavond half- acht) in beslag z'yn genomen, biyft getuige het antwoord schuldig. Om halftwaalf 's avonds is hy met den burgemeester teruggekeerd en is Fasen in arrest gebracht. De veldwachter Strays heeft een bebloede sigaar gevonden op ongeveer 3'/3 M. van het lyk en deze aan den brigadier Van Sprundel gegeven. Later heeft hy de wacht in het huis van F. moeten houden om dezen te bewaken, en vond diens houding zeer vreemd. Get. v. Glabbeek, burgemeester van Etten- Leur, geeft ook een beschryving van de ligging v.in het lyk; hij gelooft, dat in oen naastoy- zynde heg geworsteld is, hy had ook daaelyk vermoeden op Fasen. Hy had het niet noodig gevonden de goederen dadelyk in beslag te nemen, en toen hy den beklaagde had toe gevoegd: „Er bestaat verdenking tegen je", ontroerde deze op zichtbare wyze. De schoenen waren, naar hy bevonden had, afgewasschen, ook de zolen daarvan, iets wat vreemd was. Dinsdag waren die Zondagsche schoenen nog nat. De marechaussee Prys had een klein wondje aan den vinger, de dokter had hem gewaar schuwd voorzichtig daarmede te zyn by aan raking van lyk en bloed. Hy heeft jas, broek en vest Donderdags in handen gehad, doch het overhemdje niet, ook later niet. Get. Pels heeft de gipsafdrukken gemaakt van de voetstappen die van de plaats van het misdryf naar de woning van F. loopen en ook van die welke door den bekl. zyn afgedrukt in een terrein van de gevangenis. Ds afmetingen daarvan stemmen overeen. Get. Frenken heeft bekl. ontmoet in het huis, waar voor de verslagene gebeden werd; dit was twee dagen na den gepleegden moord. Hy kende Fasen als kwaadaardig. Veertien dagen voor den moord had hy dezen booren zeggen: „Denk je dat als ik iemand den nek afsnjj, ik dat dan zou zeggen?" Met de vorige Kerstmis had hy Fasen de verslagene met een mes zien dreigen, hierby zeggende: „Dat is jouw God", een uitdrukking die in deze streken veel gebezigd wordt en een slechte voorspelling is. En toen get. de nu verslagene daarop opmerkzaam maakte, zeide zy: „Hy durft my toch niets te doen hé", waarop Fasen repliceerde: „Je weet (een vloek) niet wat ik durf." De twee volgende getuigen verklaren, op Zondag 9 Januari des namiddags tusschen 4 en 5 uren in het veld zijnde 4 a 5 mal8n te hebben hooren gillen on wel uit de rich ting waar, zooals later bleek, de moord was gepleegd. Getuigd Van der Graaff heeft Dinsdag 11 Januari beklaagde by het lyk gezien en dezen hooren zeggen„Dat zyn geen menschen die zulke dingen durven doen". Alsnu wareu de sigaren deskundigen aan de beurt om gehoord te worden, doch dit werd uitgesteld tot de zitting van den vol genden dag. De z a a k-H oogerhuis. Het Gerechtshof te Leeuwarden behandelde gisteren de zaak van G. Hoitenga, D. Bakker en B. Van der Ploeg, allen arbeiders te Beet gumermolen, die door de rechtbank wegens beleediging van Allard Dykstra „dat is de inbreker van Britsum, moordenaar" werden veroordeeld ieder tot een maand gevangenis straf. By het verhoor van Dykstra wenachte de verdediger vragen te stellen omtrent doo aar* der beleediging en de inbraak te Britsum met het oog op de straftoemeting. Dykstra had zelf aanleiding gegeven tot loopende geruchteo. Het Openbaar Ministerie, by monde van mr. Noyon, achtto dat niet noodig on niet wettig. Het Hof ging in Raadkamer. De voorzitter deelde daarna mede, dat het Hof vragen met de strekking naar de inbraak te Britsum niet zal toelaten. De heer Troelstra zeide, dat zoodoende de verdediging hem moeiiyk gemaakt wordt. De president maakte bezwaren tegen enkelo door den verdediger gestelde vragen. De beklaagden bekennen de woorden niet te hebben gezegd om Dykstra te beleedigen, maar om aan de zaak ruchtbaarheid te geven. De eisch luidt: bevestiging van het vonnis der rechtbank. Mr. Troolstra betreurde in een uitvoerig pleidooi, dat het Hof de beschikking van de rechtbank heeft overgenomen. De klacht levert elementen voor beschuldiging van smaad. Het algemeen belang der beleeöigiüg is niet onderzocht. Hy eindigde met een woord van protest, dat volledige verdediging hem onmogelyk is gemaakt. Op de fabriek van de firma Penn BaudUin, te Dordrecht, was gistermiddag zekere P. De Waal met een paar andere sjouwerlui bezig met het la Jen van eeq yzeren hek op een sleeperswagen, toen men weet niet door welke oorzaak die wagen kantelde en De Wa.il het zware hek op het lichaam kreeg. Ernstig gewond aan slaap en schedel werd by opgenomen. De inmiddels gehaalde geneesheer kon slechts den dood constateeren. (D. C.) Onder Hatert, by Nymegen, is een marskramer, uit Nymegen, ten gevolge van het overmatig gebruik vau sterken drank, plotseling dood gebleven. Zyn weduwe, die in armoedige omstandig heden verkeert, zal ook nog verstoken iiyven van het geld uit een begrafenisfonds, daar hy de polis van lidmaatschap reeds by een kroeg houder had verpand. De „Staatscourant" meldt het volgende: Uit een dezer dagen ontvangen bericht van den gouverneur van Curasao blykt, dat de eilanden St.-Martin, St.-Eustatius en Saba omstreeks medio September jl. door een orkaan zwaar geteisterd zyn. Volgens opgave van den waarnemenden gezaghebber van St.-Martin (N. G.) zjjn te Philipsburg 2 huizen ingestort en verscheidene zwaar beschadigd. In de buitendistricten werden 98 stroohuisjes en hutjes verwoest en 93 zwaar beschadigd. Veel kleine schepen zyn vergaan, evenals de Rotterdamsche brigantijn „Acadio." Menschen zyn op St.-Martin by de ramp niet omgekomen. Op St.-Eustatius was de orkaan minder hevig, doch de zee zeer onstuimig, waardoor byna al de aanwezige, daar thuis behoorende vaartuigjes vergaan zyn. Op het land veroor zaakte de orkaan slechts betrekkelyk geringe schade. Op Saba zyn 6 bouten huisjes en 49 stroo- hutjes geheel verwoest, waardoor 274 menscben zonder woning zyn. Veel visschersbooten zyn vergaan, waarby een zeeman omkwam, die een vrouw en negen jonge kindren nalaat. De Katholieke en Anglicaansche kerken leden zware schade. Het ergste is echter déar, dat de aardappelenoogst geheel is vernield. De wegen hebben veel geleden. De gouvernementsgebouwen werden op St.-Martin (N. G) en Saba weinig beschadigd. De noodzakelykste hulp werd dadelyk door de gezaghebbers verleend. Terstond is op Curasao een comité gevormd, om voor de noodlyjenden de hulp der ingezetencn In te roepen. Ook hier te lande vormt zich zoodanig comité, onder voorzitterschap van den oud- minister van koloniën mr. J. H. Bergsma. In den nacht van 6 op7Nov. klonk niet ver van het station Houyet de noodfluit van een locomotief, wat den stations chef van Namen noodzaakte de lyn af te zoeken. Men vond deze door een hoop steenen en een met steenen beladen handkar ver sperd. Het was hier klaarblykeiyk om een ontsporing van den trein te doen. De daders hadden gelukkig, om hun misdadig plan te zekerder te doen geschieden, ook een signaal- licht uitgebluscht. Juist daardoor werd de machinist van een nadtrendon trein terugge houden het station binnen te ryden, waarom hy een noousignaal gaf en het ongeluk ver hoed werd. Men vermoedt, dat het den misda digers om plundering der reizigers te doen was. Te Antwerpen heeft een vrouw van 85 jaar, door bittere armoode gedreven, getracht zich met de ban Jen van haar voor schoot op te hangen. Een jong meisje sneod haar byty ds af. Er wordt nu voor haar gezorgd. Verdacht van den grooten brand te Cbfiteau-Vflle-Vieille te hebben gesticht, is zekere Laurent Meyer, 20 jaar oud, in hech tenis genomen. Te Neustettin ls de groote mou- belfabriek van Wetzel geheel afgebrand. In Bombay wordt een belangryke vermindering van het aantal pestgevallen ge constateerd. Er waren op 7 dezer in de stad 59 en in bet presidentschap 3700 sterfgevallen. In Bengalore duurt de epidemie voort. Blanken en negers. Men seint uit Wilmington (Delaware), dd. 10 Nov.: Da redacteur van het blad „Record", een neger, had een artikel geschreven dat beleodlgend werd geacht voor de blanke vrouwen, waarop zeshonderd gewapende blanken, waaronder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 2