N°. 11874
Woensdag O November.
A0. 1898
(§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven
Eerste Blad.
Leiden, 8 November.
Feuilleton.
MARACKZY.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANTS
Toor Leidon per 3 maanden. '0 f 1.10,
Franco per poet1.40.
Afzooderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer 0 17{, Grootere
letters naar plaatsruimte, Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
1^-
'ilit nominer bestaat uit TWEE
Bladen.
By gemeenteraadsbesluit van den 20sten
Augustus jl. werd op de begrooting voor 1898
lovergebracbt het restant van de voor op en
inrichting van het krankzinnigengesticht be-
'stemde soui 471,500) ten tedrage van
2556.81. De uitgaven ter zake bedroegen
over de jaren 18951897 468,943.19.
Uit de op- en inrichtingskosten zyn echter
in den loop dezer jaren al do uitgaven ge
kweten, welke met den bouw van het krank
zinnigengesticht in verband stonden, ten einde
later tot een splitsing dier uitgaven over te
gaan, naar gelang z|j zouden blijken al dan
niet don eigenlijken gestichtsbouw te betreffen,
dan niet voor bet provinciaal subsidie in
I aanmerking te komen en uit buitengewone
j middelen (leening) dan wel uit de gewone
[ontvangsten zouden moeten worden gevonden.
Zoo komen onder de uitgaven verscheidene
posten voor, welke uit hun aard feitelijk tot
de exploitatie-kosten van het gesticht hadden
moeten worden gebracht, doch zoolang deze
inrichting geen oigen administratie bezet, uit
do op- en inrichtingskosten werden betaald.
Hun totaal bedrag is 1972.375. De provincie
draagt uit den aard der zaak in deze koscen
I niet bij; evenmin bthooren zjj uit geldleening
te worden gevonden. Aangezien zij de exploi
tatie van bet gesticht betroffen, behooron zij
door het gesticht aan de gemeentekas te
worden gerestitueerd.
Voorts zijn op de op- en inrichtingskosten
gebracht de koopsommen van land, bij „Ende
geest" gelegen, ad 4000, en die van de bermen
langs het landgoed,'ad 900 (Raadsbesluiten
van 11 Maart 1897 en 4 Maart 1897), ienevens
eenige kosten van instandhouding van het
landgoed vóór dat tot exploitatie van het
krankzinnigengesticht kon worden overge
gaan. Deze uitgaven, tot een gezamenlijk
bedrag van ƒ7160,07, staan in nauw verband
met de inlichting van het landgoed voor het
beoogde doel, doch behooren ni-.t tot (ie op-
I eo inrichtingskosten, waarvoor de gevoteerde
I 6om van 471,500 was bestemd. Hoewel
pogingen zijn aangewend om de voormelde
koopsommen ook in het Provinciaal subsidie
te betrekken, heeft het Collego van Gedepu
teerde Staten geen termen kunnen vinden
om de toegezegde bijdrage van 50% ook over
deze uitgaven uit te strekken.
Deze laatste som van ƒ7160.07, zeggen
B. en Ws., behoort uit buitengewone middelen
te worden bestreden.
De voormelde uitgaven van 1972.37s en
f 7160.07 bezwaren dus den post voor op
en inrichting van het krankzinnigengesticht
i z\ja corzaak, dat de over 1898 te totalen
kosten van gestichtsbouw ad 11,624.78 niet
meer kunnen worden gevonden uit het nog
beschikbaar bedrag van 2556.81.
Teil einde nu de vorenbedoelde uitgaven te
regulariseeren, geven B. en Ws. den gemeente
raad in overweging, den post „op- en in
richtingskosten van het Krankzinnigenge
sticht „Endegeest" met 9 1 32.445 te ver-
hoogon en dit bedrag te vinden voor 9160.07
uit geldleening en voor 1972.875 uit resti
tutie door het gesticht.
De totaal uitgaven voor den eigenleken
gestichtsbouw zullen bedragen 471,435.52s,
en blijven alzoo nog eenigszins beneden de
geraamde som, terwijl B. en Ws. tevens in
herinnering brengen, dat als opbrengst van
verkochte toornen, welke op het landgoed
„Endegeest" ten behoeve van den bouw zijn
gerooid, een bedrag van 1997 55 is ontvangen,
welke som elders in ontvang is verantwoord.
De commissie van financiën heeft tegen
deze voordracht geen bedenkingen.
Het contract met de firma Groen be
treffende de levering van het gedrukt Verslag
der Handelingen van den Gemeenteraad eindigt
met ultimo December van dit jaar.
Aangezien deze firma, zeggen B. en Ws.,
zich gedurende do ruim 2'/2 jaar, dat z(j met
do levering van het verslag belast was, op
alleszins bevredigende wijze van haar ver
plichtingen gekweten heeft, komt het hun
wenscheiyk voor thans nibt weder tot eon
openbare aanbesteding der levering over te
gaan, maar haar ondershands weder aan de
firma Groen op te dragen.
Ook behoeft, naar het B. en Ws. voorkomt,
in ce voorwaarden der levering in het algemeen
geen verandering to worden gebracht. Alleen
zijn zij er in geslaagd eenig voordeel voor de
gemeente te beringen, daar de aannemer
zich bereid heeft verklaard voor de aan
nemingssom in plaats van ten hoogste 230
ten hoogste 240 pagina's Zittingsverslag,
Ingekomen Stukken en Register te zamen
genomen, te leveren, zoodat de buitengewone
vergoeoing por pagina eerst zal ingaan, wanneer
bet ^rzamenlyk aantal-pagina's bet getal
240 overschrijdt. Deze wijziging in de voor-
waardon scheen B. en Ws. billijk, waar het
verslag zich telken jare gel ilelyk uitbreidt.
De duur der levering zouden zy wenschon
te bepalen op 3 jaar.
Z(j geven den gemeenteraad mitsdien in
overweging te besluiten de levering van het
Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad
wederom op te cragen aan de firma Qioen,
onder dezelfde voorwaarden als daaraan tot
dusverre waren verbonden, behoudens vast
stelling van het aantal pagina's, dat in de
aannemingssom zal zijn begrepen, op 240 ia
plaats van 230, en bepaling van den duur
der lovering op 3 jaar in plaats van 2 jaar
en 8'/i maand.
De Maatschappij der Nederlandsche Let
terkunde te Leiden houct ditmaal baar maande-
lyksche Vergadering op Vrijdag 11 November,
o. a. ter behandeling van een voorstel van
het bestuur tot aansluiting van de Maat
schappij bij den Bern.r Conventie-Bond.
Naar aanleiding van de in het gebouw
der Kweekschool voor Zeevaart alhier go-
houden openbare herbesteding is de levering
van vers<.h spek ten behoeve van het perso
neel der marine te Leiden, gedurende bet jaar
1899, toegestaan aan den heer F. J. Van
Luyken voor den prijs van ƒ50 de 100 K.G.,
en de levering van aardappelen gedurende het
tydvak van en met 1 Januari tot en met
ultimo Juni 1899 aan den heer J. Egelman,
te Hoorn, voor den prijs van 5 delOOK.G.
Hedenmiddag ontvingen w(j p?r Neder
landsche mail de Bataviasche bladen van 5
tot 11 October.
De mail vao West-Indiö, aangebracht te
Havre per stoomschip „Prins Willem III",
wordt 9 dezer alhier verwacht.
Het lid van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland mr. P. L. F. Blussó, die gister
middag te 's-Gravenhage op straat door een
val aan het hoofd verwond werd, was dien
tengevolge heden verhinderd do vergadering
van Gedeputeerde Staten by te wonen.
Het lid van de Tweede Kamer voor
Deventer, mr. A. Van Dolden, is aldaar gister
avond te halfnegen overleden.
Mr. Van Delden behoorde tot de oude
liberale garde in do Kamer. Ia 1872 nam hy
zitting in bet kabinet-Geertsema en werd
met de portefeuille van financiën belast. Hy
was een verdienstelijk, zeer bekwaam man,
wiens adviezen in de Kamer op boogen prys
wercon gesteld. Hy was een dergenen, aio
gestreefd hebben naar een rentebelasting.
Met de heeren Gleichman, Do Jong, Van
der Linden en De Ruiter Zyiker diende hy
indertyd een voorstol tot het belasten van
de inkomsten in.
By de laatste periodieke Kamerverkiezin
gen wenschte Van Delden niot meer ia aan
merking te komen en zoo werd de heer
Stoffel gekozen, die echter spoedig aftrad.
By do daarop gevolgde verkiezing i3 Van
Delden gezwicht voor den op hem geoefenden
aandrang en stelde zich opnieuw beschikbaar
en D.venter vaarrigde den, beproefden vete
raan Daar het Binnenhof af. Tot in het laatst
zijner dagen heeft hy daar.met jeugdigen
yver zyn beste krachten gewyd aan de be
langen des; lands, tot hy than3 het moede
hoofd heeft nedergelegd, een schoon voor
beeld van zeldzame toewyding nalatend aan
hen, die na hem zullen komen. {Tel.)
De ministers van marine en van finan
ciën begaven zich gisteren naar Het Loo, ter
audiëntie by H. M. de KoDiDgin.
Zaterdag heeft in het Universiteits
gebouw te Utrecht, onder voorzitterschap
van mr. G. Van Ti nhoven, Commissaris der
Koningin in de provincie Noord-Holland, plaats
gehad do jaariyksche algemeene vergadering
der vereeniging tot instandhouding van het
Oud-Student3nfonds. Uit het verslag, uitge
bracht door den penningmeester, bleek dat
het fonds is geklommen tot een bedrag van
51,100 en dat godurende het jaar 1898/99
ten bate der Universiteit kan beschikt wor
den over een saldo van 1569.36,/r
Besloten werd dit jaar opnieuw onder
steuning te verleenen aan dr. F. Buitenrust
Hettema, privaat-docent aan de Universiteit
ten behoeve van bet onierwys in de Friesche
taal- en letterkunde.
Voorts aan prof. dr. C. E. A. Wichmann
een subsidie uit te keeren van 300 ter
bestrijding der kosten van de in het vorige
jaar aangekochte collectie fossielen, afkomstig
uit het Noord-Amerikaansch tertiaire tydvak;
en eindelyk aan prof. dr. J. H. Gallée en prof.
dr. H. Zwaardemaker een bedrag van ƒ200
toe te kennen tot aankoop van eon phooograaf
ten behoeve van bet experimenteel onderzoek
der spraakklanken. Herkozen werd tot lid van
het bestuur dr. P. Tempelman van der Hoeven.
Met groote ingenomenheid werd het bericht
ontvangen, dat zich onder de studenten een
commissio gevormd had, bestaande uit den
rector en abactis van den senatus veteranorum
en den president der studentensociëteit „Placet
Hie Requiescere Musis", welke zich ten doel
stelt, het lodental der vereeniging te ver
meerderen en vooral by die oud-studenten, die
sinds kort de universiteit hebben verlaten, aan
te dringen om zich by de vereeniging aan te
sluiten. (U. D.)
De kapt. J. Ter Laak, van het reg. gren.
en jagers, zal ten gqvolgo van lichaamsgebre
ken op pensioen worden gesteld. Vad
Naar men uit goede bron verneemt, zal
met Mei aanstaande de instructie-battery van
Arnhem naar Bergen op-Zoom worden over
geplaatst. {Amh. Ct.)
De minister-resident van Japan by ons
Hof, die wegens gezondheidsredenen goruimen
tyd buitenslands verbiyf hield, is thans her-
sttld te 's-Gravenhage teruggekeerd.
Het stoomschip „Herzog" vertrok 5
No7. van Zanzibar naar Rotterdam en Ham
burg; de „Prins Willem V" vertrok 5 Nov.
van Nieuw-York naar Westlndië; de „Soem-
bing," van Rotterdam naar Batavia, arriveerde
6 Nov. te Southampton; de „Smeroe," van
Java naar Rotterdam, vertrok 7 Nov. van
Marseille; de „Java," van Batavia naar Am
sterdam, passeerde 7 Nov. Ouessant.
In het „Maandblad tegen do Yerv." van
dr. Yan Hamel Roos en Harmsen wordt het
voorstel tot oprichting van een Byksproef-
station voor de zuivelindustrie besproken.
Maar waar het blad die oprichting toejuicht
ter wille van de wetenscbapp.iyke en justi-
tièele analyses, daar waarschuwt het ernstig
tegen het denkbeeld door dit proefstation
den zuivelbereiders de gelegenheid te ver
schaffen zich onder Rykscontröle te plaatsen.
„Wy hebben reeds meermalen betoogd,"
aldus schryft het blad, „dat de Staat toezicht
behoort uit te oefenen op het streng naleven
van de wetten tegen de vervalschiogen, en
derhalve door justitie resp. politie moet waktn
tegen overtredingen. Waar de Staat verder
gaat, wordt oen dwang uitgeoefend, die na
verwant is aan inbreuk op de persoonlyke
vryhtid van handelen. Wy, Nederlanders,
hebben - gelukkig 1 van niets grootir afkeer
dan van het „gemaszregelt" zyn, en men
zal toegeven, dat als de Staat garantie geeft,
de fatrikanten gedwongen zullen worden
elkanders voorbeeld te volgen. En dan? Welk
een heirloger van ambtenaren is noodig om
de 6- a 700 zuivelfabrikanten te controleeren,
zóó, dat de controle krachtdadig isl Doch
gesteld al, dat men dezen zou aanstellen
waarom dan ook geen ambtenaren voor andere
fabrikaten? „Waarom geen controle-stations
voor cacao, bier en andere artikelen, die
eveneens van zeer groot belang zyn voor de
industrie van ona land?"
Naast de oprichting van een Rykspro f-
station zou bet blad wenschen de aanstelling
van een kundig zuivelconsulent, voorloo;ig
alleen in Engeland, ten behoeve van onzen
exporthandel naar dit land, en de aanstelling
van de noorige inspecteurs, ten eindo voor
de naleving eener verscherpte Boterwet te
waken.
Alfen. Gisteren staakten do arceiders aan
de cementsteenfabriek der firma A. Oosthoek
on Zoon het werk wegens een loonsverlaging.
Haarlemmermeer. Naar men verne mt,
is do oorzaak van den brand by A. Schouten,
aan den IJ weg by den Vyf huizerweg, aan
kwaadwilligheid toe te schreven. ZoDdag 6
dezer zyn in arrest genomen de arbeider van
Schouten, J. Yan der Maat, en de dienstbode
Grietje Meyer, tegen welke personen zware
vermoedens gerezon waren; de eerste van den
brand te hebben gesticht, de laatste van
medeplichtigheid.
Maandag d. a. v. zyn beiden ter beschikking
gesteld van den officier van justitie te Haarlem.
Den 6den November geraakte het zes
jarig dochtertje van P. H. Gerritsen, in een
Spaamwoudertocht, zonder dat zulks coor
iemand bemerkt werd. Na drie uren g-.zocht
en gedregd te hebben, werd het levenloos
opgehaald.
J.l. Vrydag middag te vier uren g raakto
het 4-jarig zoontje van W. De Jong, naby de
Lynden, in de Ringvaart te water, zondtr dat
zulks door iemand werd opgemerkt.
Een schipper, even later voorbyvarende,
zag een paar klompjes dry ven, en toen hy deze
met e6n haak wilde opvisschen, kwam hy
tot de ontdekking van bet ongeval.
Pogingen, om de levensgeesten we3er op
te wekken, mochten niet baten.
Zaterdag morgen, 5 November, ontstond
brand by den landbouwer A. Schouten aai/
den IJweg by den Spaarnwouderweg. Twee
bergen en een schelft graan, benevens oen
schuur, werden een prooi der vlammen, waarby
ongeveer 150,000 pond hooi tn verscheidene
bunders ongedorscben granen verlortn gingen;
ook verscheidene landbouwgereedschappen
werden door het vuur vernield.
Door de werking van een tweetal spuiten
en de gunstige richting van den wind bleef
de woning gespaard.
Een en ander was tegen brandschade ver
zekerd.
De oorzaak van den brand i3 nog onbekend.
Hazerswoude. Het hoofd der Gereformeerde
school alhier (dorp) de hoer G. Jansen van
Ryssen legt met 1 Februari a.s. zyn betrekking
neer, om naar het onderwys in Transvaal over
te gaan.
Roolof-Arcndsvoon. Een boot van den
beer Bonda, te Oude-Wetering, geladen met
61/, H L. spikkelboonlje8, hier grauwe-erwten-
boonen geheeten, w.rd dez r dagen gemaks
halve coor de knechts vastgemaakt aan de
stoomtoot Boskoop—Amsterdam. Nauwelijks
was do boot in vollen gang en op het Brasemor-
meer, of het touw~brak, de boot kantelJeen
5)
Zy liet zich modesleuren door den stroom,
die haar van- het eene feest naar het andere
bracht, in een licht en een rumoer van ver
goding. De man, die haar over de wereld deed
heerschen, kwam haar nog schooner, nog
bekoorlyker voor, nog meer waardig om te
worden aangebeden. Zy nam deel aan zyn
artistiek leven. Zy genoot ten volle van zyn
glorie.
Tót de rypheid van zyn talent gekomen,
had Itoackzy zich Diet meer tevreden willen
atellhh^met de teedere of vreemde composition,
die dagelyks onder zyn vlugge vingers ont
stonden. Hy stelde zich hoogor doel en
wendde zich tot den schouwburg. De Opera
van Weenon opende zich voor hem. Hy deed
er een phantastisch ballet opvoeren, waarin de
rijkdom zynor verbeelding zich vryeiyk baan
brak, en een opera, „Matbias Corvinus," waarin
het patriotisme van den Magyaar in trotsche
klanken tot uiting kwam. Yan toen af kende
het enthusiasmo zyner bewonderaars geen
grenzen meer en de Hongaarsche Chopin, zooals
men hem reeds noemde, scheen op weg om
de meest beroemde meesters te evenaren.
Toen was het, dat Maud, zonder dat haar
man het wist, by haar vader een poging
tot toenadering beproefde. Zy schreef hem
«en teederen en onderworpen brief, waarin
zy zijn vergiffenis afsmeekte. Zy dacht, dat
het succes veel herstelt en dat de edelolord
wellicht minder gestreng zou zyn voor de
vrouw van Marackzy, nu deze een groot
componist was, die de algemeene bewondering
verwierf, dan voor de gezellin van Steüio,
den buitengewonen virtuoos.
Na acht dagen ontving zy haar brief onge
opend terug. De edelman was te diep gekwetst
geweest in zyn trots door de vlucht zyner
dochter. Hy hield woord: hy wilde haar niet
langer kennen.
Dat was een groote smart voor Maud;
maar nog hoe licht, vergeleken by wat de
toekomst haar zou baren!
Des avonds van don dag, waarop haar brief
ongeopend was teruggezonden, werd haar
zoontje ziek. De voor indrukken zoo vatbare
geest der jonge vrouw werd getroffen. Zy zag
een gehoimzinnigon samenhang tusschen den
toorn des grysaarda en de ziekte van haar
kind. Een noodlottig voorgevoel drukte haar
en vervuldo haar mot een angst, dien zy voor
Stenio niet durfde laten biyken.
Een week lang verpleegde zy den kleine
met hart8tochteiyke liefde; zy verliet hem
geen oogenblik en trachtte hem als het ware
haar eigen leven in te blazen. Maar alles was
tevergeefs. Het rose gezichtje verbleekte, de
heldero oogjes werden troebel, de lipjes, dio
niet anders kenden dan don glimlach, drukten
zich styf op elkander, en zonder schok, zacht-
kens, als oen vogeltje, dat inslaapt, stierf het
lieve wichtje.
Toen verviel de anders zoo zachte en tengere
Maud in een razende smart, die haar om
geving deed ontstellen. Zy slaakte geluiden
als van een gewonde leeuwin, vloekte den
hemel, dreigde de aarde, schreeuwde om haar
vader, dien zy verantwoordelyk stelde voor het
leed, dat haar overstelpte. Ea daarop, zonder
overgang, verviel zy in een staat van doffe
melancholie.
"Weken lang bleof *y stom, met starre
oogen, zonder een enkelen traan, zonder ook
maar eenmaal te bidden.
Stenio, der wanhoop naby, deed al het moge-
lyke om haar uit die doodelyke verdooving
op te wokken. Hy sprak haar toe, zonder
dat zy hem scheen te verstaan. Zelfs zyn
heerlyk instrument was onmachtig. Hy speelde
zonder er in te slagen Mauds aandacht te
trekken. Zyn meest teedero melodieën lieten
haar koud en treurig. En die wondere kunst,
welke hem het hart der jonge vrouw had
veroverd, was nu machteloos om haar geest
levendig te houden.
Maud veranderdo verschrikkeiyk: haar ge
laat vermagerde en haar oogen gingen hol
staaD. E9n droge en onophoudelyke hoest
verscheurde haar de borst. Stenio, die zich
zeer ongerust maakte, consulteerde de beste
geneesheeren van Weenen. Allen gaven hem
den raad Maud naar Italië te brengen. In een
zachter klimaat zou haar gezondheid terug-
koeren. Ver van het land, waar zy zoo onge
lukkig was geweest, zou zy de kalmte terug
vinden.
Marackzy reisde in wanhoop zes maanden
lang van stad tot stad, voor zyn vrouw de
heldere zod, de ontloken bloemeü, de zoele
lucht en het blauwe water opzoekendealles,
wat het leven aangenaam maakt. Doch
Maud herstelde niet. De kwaal, waaraan zy
leed, zetelde in haar ziel. En er was geen
enkele dokter op deze wereld, die haar kon
genezen.
Evenwel keerden, naarmate haar krachten
des lichaam8 afnamen, die des geestes terug. Zy
wierp haar onverschilligheid af en, alsof zy zich
bewust ware van haar ernstigon toestand, deed
zy haar best om Stenio te troosten. Men zou
gezegd hebben, dat zy door een uiterste
coquetterie weder bekoorlyk wilde zyn om
des te meer te worden betreurd. Zy stelde
belang in alles, wat haar man deed, sprak er
met hem over en maakte zölfs plannen voor
de toekomst. De zomer was teruggekeerd en
zy betreurde het, niet naar haar land te kun
nen gaan.
„Het schynt my toe," zeide zy, „dat ik daar
weer geheel en al op krachten zou komen.
Met hoeveel genot zou ik de groote, blauwe
meren terugzien en de groene wouden! O,
myn IerlandDaar is myn zuster. Maar daar
is ook myn vader 1"
Haar voorhoofd werd bewolkt en met doffe
stem vervolgde zy:
„Ik mag er niet terugkeeren. Hy heeft het
my verboden 1"
En daarop met 6mart in haar stem:
„En tocb, hoe heerlyk zou het zyn de lucht
van myn geboorteland weder in te ademen.
Die zou my genezen 1 O, Stenio, indien ik
mocht genezen en jou niet behoefde te
verlaten, nog lang by je mocht blyven!"
En binnonsmonds, als lispelend, voegde zy
er aan toe:
„Maar myn vader wil het nietl"
Het verlangen om te leven maakte zich
soms hartstochtelijk van haar meester. Het
was haar jong en sterk vleescb, dat in opstand
kwam tegen de vernietiging. Maar de goest
word weder overheerschend en deed, voor oen
tyd, zyn onwankelbare kracht gelden.
Maud had zoo gaarne de zee nog eens willen
zien, die Engeland bespoelde. Het scheen haar
toe, dat zy dan diebtor by hot betreurde land
zou zyn. De vloeibare ruimte, die haar van
haar geboorteland zou scheiden, zou gemak-
kelyk te begaan zyn door haar blikken, on iets
van haar, een zucht of een snik, zou wellicht,
op de vleugelen van den wind, worden over
gedragen naar het vaderlijk huis.
Zoo was zy te Dieppe gekomen.
IV.
Maud lag te slapen in het groote bed,
waarin haar lichaam, rank thans als dat van
een kind, zich scheen te verliezen. Heur
blonde haren waren verbleekt, als een bloom,
die verdroogt; onder de fijne wenkbrauwen,
die zich op haar blank voorhoofd afteekenden,
was de gloed harer blauwe oogen versomberd.
In haar blik lag de verschrikte gelatenheid
van een arm wezen, dat zich naar den dood
voelt slepen zonder zich te kunnen verdedigen.
Twee roode vlekken teekenden haar slapen
en haar vermagerde handen waren door-
scbynend. (Wordt vervolgd.)