N\ 11870
"Vrijdag 4 November.
A". 1838
<§oarant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
liurgeriyke Stand Tan Leiden.
Feuilleton.
Arm en rijk verbonden.
LEIDSGH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COUEANTi
Voor Leiden per 8 maanden. j 1.10.
Franco per post1,40,
Afzonderlijke Nomxners0.05.
PRIJS DER AJOTEUTENTIÊN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0. 17{. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
KOLONIËN.
BATAVIA, 27 Sept. - 4 Oct.
De ingenieur lste klasse by den waterstaat
A. G. Lamminga is gemachtigd tot het doen
van commissie-reizen in de residentiën Bantam
en Krawang, in het belang van het onderzoek
naar de rentabiliteit, der irrigatiewerken in
die gewesten.
By gouvernementsbesluit ia bepaald, dat
onder den naam van den heer J. H. Landberg
op de lgst der candidaat notarissen zullen
worden geplaatst: J. H. A. Van Barneveld,
Tb. H. Eman, L. C. Hees en J. C. F. Manden,
met den datura van 6 Augustus 1898.
De commies 2de kl. by den post- en
telegraafdienst v. d. Heyde, te Semarang, is
volgens do „Loc." op last van den afdeolings-
cbef naar Blora vertrokken, ten einde daar het
beheer van het post- en telegraafkantoor van
zijn collega v. d. Paardt over te nemen.
De leeraar in de rechtswetenschap aan
de hoofdenschool te Magelang, mr. P. L. A.
Collard, heeft het verzoek gedaan, om weder
bij de rechterlijke macht te worden ge
plaatst. BN.)
Overgeplaatst bjj aankomst uit Nederland
van Hr. Ms. wachtschip fGedeh" op Hr. Ms.
wachtschip „Bromo" en belast met bet bevel
over dien bodem en met de betrekking van
oudstaanwezend zeeofficier te Soerabaia de
kapt. luit. tor zee W Röraer.
De luit. ter zee 2de kl. H. G. Leembruggen,
die ingedeeld is geweest by de landingsdivisie
der marine in de Pedir-streek en van daar
met spoel naar Nederland mo.-st worden
geëvacueerd, is op de thuisreis aan berri berri
overleden.
De commandant dw-zeemacht is ge
machtigd om het io de Zuider- en Oostor-
afdeeling van Borneo gestationneerde gouvor-
nements stoomschip „Barito" tusschen medio
October en medio November a. s. te doen
opkouen naar Soerabaia, om by bet marine-
établissement aldaar te worden gedokt, schoon
gemaakt en geschilderd.
Op 27 September vierde pastoor Palinckx
te Djokja zyn vyftigjarig priesterfeest. Om
7 uren las de jubilaris, geassisteerd door twee
gee8telgken, de plechtige Mis, bygewoond
door den resident, den plaat6elyken militairen
commandant, kolonel Halewijn, en veel
notabelen. In het eerste gedeelte beklom
pastoor Hoevenaar den kansel. Hy had tot
onderwerp gekozen het beantwoorden dezer
twee vragen: Wat is de plicht van een
priester en heeft pastoor Palinckx dezen
plicht gedurende zyn vyftigjarig priesterschap
vervuld?
Pastoor Palinckx is nu ruim 39 jaren in
Indië werkzaam, waarvan 23 jaren te Djokja;
hy maakte de expeditie naar Palembang
mede en was te Soerabaia tydens de cholera-
epidemie, waar hy met onverschrokken vol
harding de zieken opbeurde en bystond.
Ook de Regeering erkende zyn groote en
vele verdiensten; hy werd met de orde van
den Nederlandschen Leeuw begiftigd. Om kort
te gaan, zijn geheele priesterlyke loopbaan
was er een van opoffering, arbeidzaamheid
en trouwe plichtsbetrachting; met voldoening
kan by op de afgelegde levensbaan neder-
blikken. (J.B.)
Majoor Brunet de Rochebrune, comman
dant van het garnizoensbataljon der Zuider- en
Ooster-afdeeling van Borneo, die sinds ver
scheidene maanden met binnenlandsch verlof
in Java's Oosthoek vertoeft, zal precies met
den dag, dat hy twoe jaren actief in zyn
togenwoordigen rang gediend heeft, het leger
met pensioen verlaten.
Daar hy van de toekomst niets meer te
wachten heeft, ontbreekt hem de lust, om nog
langer in Indië te blijven. BN.)
De kapittins der infanterie J. Bryan en
O. R. W. K. Van Alderwerelt van Rosenburg
zyn ingedeeld respectioyelyk by het 9de
bataljon te Indrapoeri en bet 12de bataljon te
Selimoen.
De lste luitenants G. J. H. Van Steyn van
Hensbroek en R. Heytman, beiden van het
12de bataljon, zyn gedetacheerd by de lste
divisie marechaussee te Segli.
Men schryft van Atjeh aan het „B. N.",
dat de majoor der infanterie Schmidt, de
vorige redacteur van het „Indisch Militair
Tydschrift," den laatsten tyd aan bet sukke
len is en misschien zal moeten worden ge-
evacueerd.
Deze hoofdofficier is byna den ganschen tijd,
di.n by op Atjeh heeft doorgebracht, te Daya
geplaatst geweest en hg schgnt daar malaria
opgodaan en zyn zenuwen over stuur gebracht
te hebben.
De „Soeraoaia-Courant" schryft, dat er
aan de Hoogere Burgerschool te Soerabaia op
bet oogenblik een niet onbelangrijk incompleet
aan leeraren bestaat. Dr. E. Bonebakker, leeraar
in do Nederlandsche taal en de aardrijkskunde,
is nog steeds met verlof. De leeraar in de
wiskunde B. J. Stofberg is sedert met pen
sioen vertrokken en zyn vacature is nog niet
vervuld.
De heeren U. Von Faber en M. F. Onnen
nemen by hun eigen werk ook nog waar de
lesuren van den hoer Stofberg. Door de com
missie van toezicht is per advertentie een
leeraar in de wiskunde gevraagd, cio dan ook
in deze betrekking aan de Burgeravondschool
kan worden verbonden, doch er heeft zi.h
hiervoor géén canoidaat gemeld, zoodat nu
door don directeur van onderwys de uitzending
uit Nederland is gevraagd van een leeraar in
dat vak. Verder acht de commissie van toe
zicht het wenscheiyk om aan de Burgeravond
school gaandeweg de betrekkingen, die door
officieren van het leger worden waargenomen,
aan te vullen door leeraren van de Hoogere
Burgerschool. Het veelvuldig overplaatsen van
offiueren, waardoor het onderwys lyden moot,
hoeft de commissie van toezicht tot oit besluit
gebracht.
Blgkc-ns eon van den resident cier Oost
kust van Sumatra ontvangen telegram kwam
in deu nacht van 25 op 26 S ptember te
Koewala SimpaDg (Tamiang) het bericht, dat
Tongkoo Tapa in Menerang Simpang Kanan
bonting8 had opgeworpen; dadeiyk begaf de
militaire commandant zich met 100 man
daarheen en na een kort vuurgevecht werden
de benting8 zonder verliezen onzerzyds ge
nomen, waarop Tongkoe Tapa met zyn gevolg
van ongeveer 100 man, waaronder slechts
weinigen met geweren gewapend, in het
tosch vluchtte.
Ten einde zyn vervolging te leiden, is de
gewestelyke militaire commandant, de luite
nant kolonel C. H. F. Riesz, derwaarts ver
trokken.
Blykens een verklaring van den Civielen
en Militairen Gouverneur van Atjeh en Onder-
hoorigheden van 13 September was de be-
smetteiyke ziekte (mond- en klauwzeer) onder
het slachtvee van de Atjeh-associatie te Oleh-
leh, afdeeling Groot-Atjeh van zyn gewest,
geweken.
Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiö
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Voor
den tijd van 5 jaren, ingaande met 5 October 1898,
tot president der Javasehe Bank D. Groeneveld,
thans die betrekking bekleedendo.
B|j de in- en uitvoerrechten en accijnzen.
Tot ontvanger, do controleur te Padang, P. M.
Leidclraeyer; tot controleur te Padang, de adjunct
controleur te Soerabaia J. Spaanderman; tot
adjunct-controleur te Soerabaia, de verificateur der
lste klasse, J. J. Schoonenberg Kegel; tot tijdelijk
2den commies op het residentiekantoor te Medan
(Oostkust van Sumatra) de commies bij den con
troleur van Assahan A. J. Van Alphen.
Bij het Departement van Financiën
Benoemd: Tot referendaris bij do afdeeling
comptabiliteit do hoofdcommies bij dat departe
ment F. A. Le Clerq de Courcelles; tot hoofd
commies, de commiezen bij dat departement J. J.
Frülich en mr. L. A. C. KolfF; tot lsten commies,
do 2de commies bij dat departement G. L. Waau-
ders; tot 2den commies, de ambtenaar ter beschik
king van den directeur van Financiën J. P. Do
Vries; tot 3den commies, do Jsto klerken bij dat
departement K. F. Koullcn en-J. M. Caton.
Bij de Wees- en Boedelkamer to Semarang.
Tot boekhouder, de adjunot-secretaria bij die
kamer J. Ch. F. Mandentot adjunct-secretaris,
de verificateur der 4do klasse bij de in- en uit
voerrechten te Batavia D. J. De Grave.
Gestold: Ter beschikking van den officier
van justitie bij den Raad van justitie te Batavia,
ten einde te wordou belast met werkzaamheden
aan diens parket, de ambtenaar voor de rechter
lijke macht, ter beschikking van den directeur
van justitie, inr. L. S. Louwos.
Bij den Waterstaat en 's Lands B. O. W.
Bepaald: Dat de opzichter lste kl. J. K. C.
Fehr bij den gewestelijken dienst in de residentie
Batavia geplaatst wordt.
Bij den post- en telegraafdienst.
Ontheven: Van het beheer van hePkantoor
te Kalianda en overgeplaatst naar Soerabaia, do
commies dor 2de kl F. Lutter.
Benoemd: Tot chef van het kantoor to
Kalianda, de commies der 2do kl. F. W. Van der
Putten, te Soerabaia.
Ontslagen: uit 's lands dienst, de lste klerk
bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java,
W. A. Zeijdcl.
Benoemd: tot chef der 3de afdeeling bij de
exploitatie van Staatsspoorwegen op Java, de chef
der werkplaatsen H. Ch. Raven; lot adspirant-
houtvoster bij het Boschwezen op Java en Madoera
J. H. Boerrigter, gesteld ter beschikking vaD don
gouverneur-generaal, om te worden benoemd tot
technisch ambtenaar bij hot Boschwezen.
Bij het op. lager ond. voor Europeanen.
Benoemd: tot onderwijzer 2de kl. J. B. T.
Mulder, thans waarnemend onderwijzer der 3do
klasse, vroeger eerstgenoemde betrekking bekleed
hebbende; tot onderwijzer 3de kl. G. De Groot,
daartoe gesteld ter beschikking van don gouver
neur generaal.
Overgoplaatst: van de school te Serang
(Bantam) naar do school te Banjoemas, als hoofd
dor school, do benoemde onderwijzer der lste kl.
C. J. F. Gaillard van de school te Sidoardjo (Soera
baia) naar de school te Serang (Bantam), als hoofd
der school, de onderwijzer der 2de klasse J. J. F.
Krügers; van de 3de school te Soorabaia naar de
school te Sidoardjo (Soerabaia), als lste onder
wijzer, de herbenoemde onderwijzer der 2de klasse
J. B. T. Mulder.
Geplaatst: aan do 3do school te Soerabaia,
de benoemde onderwijzer der 3de lcl. G. Do Groot.
Bij do in- en uitvoerrechten en accijnzen:
Benoemd: tot tjjdelijk opzioner V. Obdeijn
en J. Landman, geplaatst resp. te Padang en te
Semarang.
Bij bet Boschwezen op Java en Madoera.
T oogevoegd: aan do houtvesters, belast met
het beheer over het boschdistrict Foedir, residentie
Rembang, en dat van Madioen, de benoemde adspi-
rant-houtvesters: A. J. Van Deventer en W. F. C.
Van Rosse.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Go plaatst:
bij aankomst bij het garnizoensbataljon der Zuider
en Oostorafdeeïing van Borneo, de kapitein van
verlof uit Nederland terugverwacht wordende,
J. J. O. Bloera.
Overgeplaatst: bij het strafdetachement
te Ngawi, de kapitein bij hot lste bataljon (lin-
kerhalf corpsgcdeelte) te Banjoebiroo, J. D. II.
Hanssen;
bij het garnizoensbataljon der Zuider-en Ooster-
afdeeling van Borneo, cle majoor der infanterie
bij het corps pupillen te Gombong, W. N. Winters
toven;
bij bet subsistentenkader te Soerabaia, de majoor
der infanterie bij het garnizoensbataljon der Zuider
en Oosterafdeeling van Borneo, D. F. W. G. Brunet
de Rochebrune.
V e r 1 e e n dtwee maanden verlof wegens
ziekte naar Soekaboemi en Sindanglaia, do 2de
luit. der inf. bij het subsistentenkader te Batavia
(geëvacueerd van Atjoli) W. D. Davis;
naar Soekaboemi, aan den kap. der inf. bij het
subsistentenkader te Batavia (geëvacueerd van
Atieh) H. H. Reimers.
V e r 1 e n g dmet een maand het verleend verlof
naar Soekaboemi wegens ziekto, aan den kap. der
inf. bij het subsistentenkader te Batavia (geëva
cueerd van Atjeh) H. J. Houbolt.
Overgeplaatst: van Semarang, naar het
corps genietroepen te Magelang, de 2de luit. der
genie 11 W. O. De Bruyn.
Geplaatst: bij aankomst uit Nederland bij
den geniedienst te Semarang, de 2de luit. der
genio De Gaay Fortman.
Verleend: wegens ziekte oen tweejarig ver
lof naar Europa aan deu kapt. intendant by de
Militaire Administratie, C. Broeksma.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Benoemd:
Bij don dieust der kustvorlichting in NederJandsch-
Indiü: tot lichtopzichter lste kl.. de lichtopzichter
2de kl. E. C. Muller; tot lichtopzichter 2de kl.,
de lichtopzichtor 3de kl. J. Renne.
Overgeplaatst: van Poeloo Pandan naar
Poeloe Bodjo, de lichtopzichter lste kl. E. C. Muller;
van Poeloe Mandehka naar Poeloe Langkoeas
en Mendauan, de lichtopzichtor 2de kl. J. Kenne;
van Poeloe Langkoeas en Mendanan naar Poeloe
Pandan, de lichtopzichter 2de kl. C. L. J. Brugman.
Van 26 Oct. tot en met 1 Nov.
BEVALLEN: M. C. v. d. Brander geb. v. Hest
D. E. 11. Gordijn geb. Hillenaar Z. J. v. d.
Laan geb. De Haaa Z. M. Segaar geb. Ravens-
bergen Z. S. Neuteboora geb. v. Booma D.
C. VV. Sandborg geb. Wagemans Z. J. W. Peeren
boom geb. Osinga D. E, G. Biesot geb. Waas
dorp Z. G. Koelewiin geb. Mieremet Z. M.
P. Zandvliet geb. Schols D. C. S. Pomniergeb.
Dingjan D. M. W. Popp geb. Webbers D.
A. v. Houten geb. Knotter Z. A. Scholten
geb. Koopman Z. M. C. v. d. Dop geb. Jong
bloed D. J. W. Limvers geb. Galjaard Z. L.
J. Hakkenberg geb. Martin Z. W. Musorsgeb.
Mulder D. G. Houweling geb. Leupe D. C.
Verhoeven geb. Neuteboom D. J. Schriel geb.
Suiker D. M. W. Hakker geb. Yperlaan D.
A. E. v. d. Broek geb. Brandt D. H. M. Zwart
geb. Kret D. J. W. Uolverda geb. Cbaudron
Z. J. W. Trouwee geb. Boon9<oppel D. A.
Roemer geb. Koekkoek Z. E. F. W. Zwarts
geb. Cattin D. W. M. Coruolissen geb. Starren-
burg Z. C. Degenaars geb. Silvis Z. J. Ver
mond geb. De Wit D.
GEHUWD. D. Van Veon w. cn J. Mombor
jd. J. J. Laman w. en M. M. Boterman w.
N. Van Wijk jm. en AI. Overslootjd.A. Simon3
jm. en M. C. Do Bolster jd. J. E. W. Muldo».'
jm. en M. Van Ulden jd. H. J. De l'Ecluse jm. en
J. M. Braggaar id. H. De Leeuw jra. en J. Vau
Gelderen id. J. B. Smits jm. en E. De Jong jd.
OVERLEDEN. S. A. Kesseboom geb. Ilofkes
v. 45 j. - W. Dool Z 2 j. T. 1'. Maas Z 1 m.
N. Goudriaan D. 4 d. J. Kriek w. 42 j, J.
Van Poelgeest geb. Woerleo w. 78 j. G. J. G.
A. De Jong geb. Metselaar D. levenl. E. J.
Couwenberg D. 82 j. C. Kuit Z. 13 m. M.
Knaapen geb. Teeckelenburg v. 8£ j- J Schroef
geb. Molenaar v. 70 j. S. M. Valentgood geb.
ooi w. 71 j. J. Van Zijp w. 72 j. J. Do
la Rie m. 70 j. H. J. Labree m. 83 j. P. F,
Nieuwenhuizen Z. 2 j. L. WassenaarHoorn v.
55 j. B. VÏiegenthart w. 87 j, I. Gulay Z. 16
m. L. Laterveer v. 67 j. I. Buising D. 37 j. S.
M. Van dor Klugt D. 4 m.
Gemengd Nieuws.
Te Rotterdam Is des nachts
ingebroken ten huize vaD zekeren Ds G., op
de Vlietkade; f 500 aan bankpapier, in een
kast geborgen, werd gestolen. Het geld was
bestemd om heden by een notaris gedeponeerr
te worden. De inbrekers zgn niet bekend.
De ambtenaar d e r b e 1 a s t i n g o n
D. Van B., wonende op den Goudschenweg
te Rotterdam, kreeg des avonds, terwyi hy
aan dek stond van het aan de Nassaukado
liggende stoomschip „Tax", een vat, dat opge-
heschen werd, tegen zich aan, waardoor hy
in het ruim van een langs zyde liggenden
lichter viel. De man werd aan hoofd en rech
terbeen tamelgk ernstig verwond.
Twaalf vrouwelijke patiënten
uit het rykskrankzinnigengesticht te Medemblik
worden als eerste transport overgebracht naar
dat te Grave; dit getal zal langzamerhand
worden aangevuld tot 40, en later tot 100,
terwyi gelgktydig patiënten direct te Gravo
zullen kunnen worden opgenomen.
By de boordory van den hoer B.
Ter Borg, te Borgercompagnie, heeft een
ongeluk plaats gehad, dat veel sensatie ver
wekte, maar betrekkdyk goei is afgtloopen.
Vgf vrouwen, die by gemelden Ter B. aard
appelen hadoen gezocht, werden met eea
klein bootje overgezet. De schouw sloeg door
de groote Leweeglykheid van de lading om
en allen geraakten in het diepe kanaal. Het
kostte heelwat tyd en moeite om allen te
redden; by één zelfs moest men de levens
geesten opwekken.
Dood op het toonoel. Een aan
grypende gebeurtenis speelde zich te Parys
tydens een voorstelling in het theater „Molière"
af. Opgevoerd werd het stuk „Les Transat-
lantiques." Juist zou de tooneelspeler Reigers
bet tooneel betreden, toen hy, door een be
roerte getroffen, in elkaar zakte; op hetzelfde
oogenblik stierf hy. Reigers was een der met
een pry6 bekroonde scholieren van hetParyscho
Conservatorium on had op de Franscho too-
neelen meermalen veel succes behaald.
Volgons een bericht uit Ham
burg is bet van Swansea naar Rotterdam
vertrokken stoomschip „City of Bristol" ver
dwenen. Men vreest, dat het schip met zgn
geheele bezetting, groot 24 man, ten onder
is gegaan.
i - 1
16)
„Kent gi) hem Nu, dan zal by u wel ge
zegd hebbeD, waarom wj] hem moesten at-
wijzen. Ik heb mjjn zuster plechtig be
loofd, nooit een dochter uit onze familie aan
een vreemdeling te goven; mtjn zoon heeft
bet haar ook beloofd en Graziella, mjjn klein
dochter, heeft dezelfde belofte afgelegd; deze
belofte ie zoo sterk, alsof zjj die zelve aan
haar oud-tante had gedaan."
De oude man had ernstig en streng ge
sproken; ten slotte voegde bjj er smeekend by:
„Ale gy daarvoor gekomen zyt, ale hy u
gezonden heeft, ach, zie er dan van af. Hot
is niet goed er weer over te Bpreken. Een
(003 is zoo spoedig ontbladerd."
Cordelia baalde diep adem.
„Het ia jammer, dat gy er zoo over deDkt;
maar als gy het weneebt, zullen wy er niet
meer over spreken. Bovendien begint het
koel te worden. Laat one dus aan wal gaan."
De visecher gehoorzaamde; maar toen zy
hem ale loon een twintig-lire-stuk gaf, zeide
by bedaard
„Dat is te veel. Ik eisch slechts vyf lire."
Eu tegen wil en dank moest zy haar geld
terugnemen.
»Morgen moet gy my weer varen", zeide
'ïU en het lachje, dat haar woorden verge
zelde, was zóó hemelsch vriendelyk, dat de
grysaard er van in verwarring geraakte. Ach,
juist zoo had Graziella Bianchi, zgn teerge
liefde zuster, hom toegelachen in haar sterf
uur I Hoe kwam het tocb, dat deze wonder
bare vreemdelinge zoo op haar geleek?
Op de landingsplaats nam Cordelia het
eerste rytuig, dat zg zag, en liet zich langs
den scboonen, gemakkeiyken ryweg naar
boven brengen. Voor de kerk stapte zg uit
en na den koetsier betaald te bobben, trad
zy het godshuis binnen. Haar hart waa
overvol en waar had zy het beter kunnen
uitstorten
De kerk was tameiyk leeg, slechts hier
en daar knielde een biddende. Ook Cordelia
knielde neer! In een stil gebed smeekte en
klaagde haar ziel! Zy wist niet waarom zg
bad; zg wist nauwelyks, dat zy bad. Zy
bevond zich als in een zee van smarten en
gevoelde, dat er slechts één sterke hand was,
die haar redden kool
Miserere mei, miserere msit
Ontferm u onzer l
XI.
Baron Van Eeken had de koorts; Cordelia
was gedurende verscheidene dagen niet van
zgn legerstede geweken. Een nieuwe angst
hield haar bevangen on alle andere smarten
en zorgen waren daardoor op den achter
grond geweken. Maar spoedig genoog ont
waakten zy weer. Op den achtsten dag, toen
haar grootvader voor de eerste maal zonder
koorts was en hoewel nog zwak, buiten in de
veranda zat, werd Cordelia onweerstaanbaar
naar het strand getrokken. In de kerk had
zy Graziella BiaDcbi gezien en haar natuur-
ïyk dadelyk herkend; want neef Hendriks
Heilige Agnes was een natuurgetrouwe kopie.
Cordelia kon nu begrypen, hoezeer de kunste
naar over dit model in verrukking moest zgn
geweest. Graziolla Bianchi was een schoono,
lieflgke, zeldzame bloem. En 7,y droeg haar
leed, zooals een christin elke smart moet
dragon. Zooveel kinderlijke vroomheid, zooveel
gelatenheid op haar lieflijk aangezicht, zoodat
men duideiyk daarop lozen kon, hoe het
meisje zich geheel in Gods hand had over
gegeven en op Zyn loiding vertrouwde. O,
kon zy zelve ook maar zoo zgn! Nayverig
had Cordelia onlangs gezien, dat Graziella by
een eerbiedwaardig ordesgeestelijke biechtte
en welk een bigden glans later van haar aan
gezicht straalde, toen zy aan de communiebank
nederknielde. Ach, kon zg toch ook eens zoo
haar hart geheel uitstorten I Cordelia wist,
dat haar laatste biechten misschien ongeldig
geweest wareD, dat zy zichzelve misleid had,
toen zg meende niemand rekenschap ver
schuldigd te zgn over het geheim van Karin
Tehi. Do hoogmoed had haar lippon verze
geld. Nu was het baar echter Le moede, alsof
het haar genezing zou geven, als zy haar hart
voor den priester uitstortte; zy verlangde er
naar met haar geheele ziel. Meermalen was
zy reeds op het punt geweest om Graziella's
voorbeeld te volgen, maar telkens ontbrak
het haar op bet laatste oogenblik aan moed.
Ook vandaag, toen zy naar het strand glde,
bleef zg voor de kerkdeur staan; zy over
schreed zelfs den drempel, maar trad weer
even spoedig terug. Neen, nu niet, vandaag
niet, dacht zy; maar zg zou Graziella op
zoeken en eens met haar spreken. Zy zou de
wond niet ruw aanraken, maar wilde Graziella
leeren kennen. Immers, zy had neef Hendrik
een belofte gedaaa en wilde die ook houden.
Zy trof het gelukkig, want na een twintig
tal schreden ontmoette zy het meisje, dat zjj
wenschte te spreken. Graziella droeg een
ki3tje op het hoofd met allerlei sieraden van
koraal; toen Cordelia den wensch te kennen
gaf om haar schatten te bezichtigen en haar
uitnoodigde om haar naar het hotel te ver
gezellen, was het joDge meisje dadeiyk daar
toe bereid. Ook zy had de wonderschoone
jonge dame reeds bemerkt. Immers, haar
grootvader zoowel al8 de kinderen hadden
haar op do vreemdelinge opmerkzaam ge
maakt en de l-oatsten hadden haar zelfs ver
raden, dat de jonge dame signor Enrico
kende; natuuriyk vertelden zy dit achter den
rug van den grootvader, want deze duldde
niet, dat er in zyn tegenwoordigheid over
signor Enrico gesproken werd. En zy hadden
hom allen toch zoo lief; hy had eens met
levensgevaar den kleinen Pietro uit de golven
der zee gereed I
Deze geschiedenis zou Graziella gaarne aan
de vreemde dame verteld hebben, als zy maar
geweten had hoe te beginnen. Men kan licht
begrypoD, dat haar allerlei vragen op de
lippen brandden en verscheidene hoopvolle
gedachten bg haar opkwamen, toen zy Cor
delia naar het hotel volgde. Voorloopig ge
droeg de schoono vreemdelinge zich echter,
alsof zg goheel met haar inkoopen bezig was.
Nadat deze waren afgehandeld, deed zg aller
lei algemeene vragen over het eiland en zyn
bewoners.
„Het is hier wonderschoon op Capri en ik
gevoel lust, om hier een beetje te schotsen,"
zeide Cordelia eindelyk. „Er zyn hier op het
eiland veel schilders, nietwaar, en gy zult
wel dikwyis als model geposeerd hebben?"
Graziella bloosde hevig en de tranen kwamen
haar in de oogen.
„Vergeef my, signora," zeide zy zacht,
„mijn broeders hebben my verteld, dat gy
signor Enrico kent, en daD, dan kent gy ook
zeker onze geschiedenis."
Zg zweeg; het scheen, dat zy van aandoe
ning niet meer spreken kon.
„Arm kind, armé kleine Graziella," zeide
Cordelia zeer zacht. „Ja, ik ken uw ge
schiedenis en kan u verzekeren, dat signor
Enrico eon braaf man is, die u zeer liofheeft."
„O, ik weet, dat hy braaf is on juist daar
om moet hy my vergeten en weer gelukkig
wordeD. Ik heb zooveel daarvoor gebeden."
„Hobt gy werkeiyk daarvoor gebeden? O,
dan hebt gy signor Enrico nooit echt liet
gehad,"
(Wordt vervolgd.)