HI®. 11869
Donderdag 3 November.
A°. 1898
<§,£26 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 2 November.
Feuilleton.
Arm en rijk verbonden.
LEIDSCH
DA&BLAB.
PEIJ8 DEZER COURANT:
Toor Leiden per 8 maanden
Yanco per post
^Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grooterd
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
- De prinsen van Ko&tei zullen Leiden niet
izoaken. De enkele dagen, welke zg nog
ier te lande doorbrengen, zyn zoodanig bezet,
dat zü van een bezoek aan de Sleutelstad
ibben moeten afzien.
Ia bet wykgebouw „Pniél", aan de
ïddelstegracht albier, waar gisteravond do
Iwone bijbellezing werd gehouden en ds. G.
[fan Herwaarden als voorganger optrap werd
|bet geschenk tentoongesteld, waarvoor in do
irige bijeenkomst, by gelegenheid van de
inwijding van het nieuwe orgel, een collecte
'erd gehouden. Dit geschenk, bestemd voor
[bet morgen, Donderdag, te Utrecht te openen
itouw „Irene" van onzen vroag ren stadge-
it c*r. J. H. Gunning J.Hzn., bestaat uit een
ii portret v^n de Koningin in vergulden
jst, waar oven een dito kroon. Het keurige
ik droeg ieders goedkeuring weg.
Na do bezichtiging werd door ds. Van
lerwaarden nog een adres van dankbetuiging
,n dr. Gunning voorgelezen, gericht aan de
[eidsche uFniël"-bezoekers, waarin zyneerw.
o. a. deed uitkomen, dat men een vurig aan
hanger van Oranje (als dr. Gunning) is geen
[beter geschenk had kunnen aanbieden.
Met gezang en het uitspreken van den zegen
'erd deze bijeenkomst gesloten.
- Beroepen is tot predikant by de Ned.-
!erv. Gem. te Kuinre (toezde heer E. B.
buvóp, cand. te Leiden.
- Tot de geslaagden voor hpt examen der
riJe- en orde-oefeningen te Haarlem behoort
lej. G. H. De Jong, te Oegstgeest, leerlinge
3r Byz. Normaallessen te Lisso.
- Te 's-Gravenhage is plotseling overleden
r. H. H. Prins Wielandt, oud-officier van
ezondheld.
- De toestand van mr. A. Van Delden, lid
r Tweede Kamer, werd gisteren iets gun-
tiger geDoemd, doordien de p itient uit zkh
eU om eenig voaosel had gevraagd, dat in
de laatste dagen bijna niet werd gebruikten
dan nog moest toegediend worden. De nachten
Njjjprdeo ru6tig doorgebracht. Als de oorzaak
van de verlamming en bewusteloosheid wordt
genoemd een uitstorting van bloed in het
Iggemerg.
- Ter vervulling der vacature van buiten-
lïïoon hoogleeraar ia de kristallographie,
iineralogïe, enzontstaan door het eervol
itslag, verleend aan dr. G. A. F. Molengraaff,
worden door curatoren der universiteit te
.msterdam, na ingewonnen advies van do
iculteit der wis- en natuurkunde, aanbevolen
de heeren: dr. Eugène Dubois, officier van
gezondheid A la suite te Leiden, en dr. F. Beye-
Ifack, mijn-ingenieur, thans te 's-Gravenhage.
Naar aanleiding daarvan stellen B. en Ws.
koor, tot de benoeming over te gaan en te
bepalen, dat de jaarwedde van den titularis
tal bodragen f 1000, benevens het aandeel in
de lesgelden, bedoeld bij art. 19 der verorde
ning tot regeling van de universiteit.
i-
H. M. de Koningin is Maandagavond
9 u. 38 m., vergezeld van do Hertogin van
Albany, per extra-trein, via Kleef—Kosteren—
Amersfoort, op het paleis Het Loo aange
komen.
Op het perron van het station waren ter
begroeting aanwezig de burgemeester van
Apeldoorn en de heer J. A. VaD Steyn,
intendant van hel koninklijk paleis Het Loo,
en een menigte belangstellenden.
Nadat H. M het salonrgtuig had verlaten,
onderhield zy zich eenigo oogenblikken met
genoem e heeren en reed daarna in gesloten
rijtuig naar het Paleis. De Koningin bracht
eenige fraaie manden met levende bloemen
mede, waaronder twee sierlijke manden met
oranjebloemen.
De trein werd begeleid door de heeren
Jorissen en Slotboom, inspecteur van het
vervoer en adjunct Inspecteur der tractie van
de Holland8che Spoorwegmaatschappij.
De kapt. van den generalen staf N.
Bosboom, toegevoegd aan den commandant
der stelling van Amsterdam, wordt op zijn
verzoek teruggeplaatst by het wapen der
artillerie en ingedeeld by het 2Je reg. veld.-art.
te 's-Gravenhago.
De kapitein der inf. J. C. Van den Belt,
van het O.-I. leger, sedert 1 Nov. 1895 ge
detacheerd by de Hoogere Krijgsschool, heeft
zyn studiön by die inrichting volbracht en
heeft nu bevel ontvangen om 26 November
a. s. de terugreis naar Indie te aanvaarden.
De 1ste luitenants W. Yerhey, A. C. M.
Bidder Alewijn on C. E. Baud, onderscheiden
lijk vaD het 3de en lsto reg. veld. art. on
korps rgdende artillerie, die binnenkort tot
kapitein worden bevorderd, worden alsdan
overgeplaatst ty de vesting artillerie.
Do gezant der Vereenigde Staten by ons
Hof, de heer Stanford Newel, begaf zich
gisteren voor eeaigron ty 1 naar Brussel.
De Haagsche briefschrijver in de „N.
Gron Ct." schryft:
Hot bekendó geval met den jongen Amster-
damschen journalist, die zyn hulde op wat al
te familiaren toon en wyze aan H. M. do
Koningin bracht, dreigt, naar ik verneem,
een min of meer politiek staartje te zullen
hebben. "Want men zegt, dat de Regeering
er in is gemoeid en dat er ook thans nog
pogingen worden in het werk gesteld om den
armen jongen, wiens toestand van overspan
ning misschien voor hem heel noodlottig ist
doch voor zyn omgeving en voor de publieke
orde absoluut onschadelijk, te doen ontslaan
uit het krankzinnigengesticht te Modemblik,
waar men hem als 't ware gevangen houdt.
Ik ben niet genoeg op de hoogte om de
zaak te kunnen beoordeelen, maar indien het
waar is, dat do jonge Van Wverliefd op
de Koningin, H. M. met brieven en bouquetten
als 't ware de cour heeft gemaakt, dan mag
dat zeker als bewys gelden, dat de jongeling
geen juist begrip had van den afstand, die
hem van de eerste vrouw in Nederland scheidt,
dan is dit een daad van zoo grenzenlooze
arrogantie als alléén in een verward hoofd
kan opkomen, doch dan geeft dat m. i. aan
de justitie niet het recht iemand in een
krankzinnigengesticht op te sluiten en tot
een wanhopige opgewondenheid te brengen
of zyn idéé fixe te doen overgaan in een
toestand van volslagen waanzinnigheid. En
daarvoor bestaat in casu, naar het gevoelen
van bevoegde deskundigen, alb gevaar.
Heeft nu do plaatselijke justitie te Amster
dam gemeend, ter voorkoming van overlast
voor H. M. den jongen man onder strenge
bewaking te moeten houden en daartoe zyn
opzending bevolen naar Medemblik, wyi zyn
familieleden de zaak te voel en bagatelie be
handelden en geen gevolg gaven aan de be
loften, hem ter dege te zullen bewaken en
de hulp van een specialiteit voor hem in te
roepen, dan i3 dat verklaarbaar, mits die
voorzorgsmaatregel van zeer tydtiyken aard is.
Doch het schynt, dat men den armen jon
gen eenvoudig voor onbeperkten tyd in een
gesticht wil houden, totdat hy, óf ondanks
die opsluiting van zyn manie geneest, (wat
niet zeer waarschynlyk is) óf overslaat tot
zulk een staat van waanzin, dat hy op dien
grond aan het verkeer ia de maatschappy
moet worden onttrokken. Dat is echter in
myn oog wat al te kras en het zou mij niet
verwonderen als tegen zulk een wyze van
bescherming der Koningin, e?n ernstig protest,
ook der Staten-Generaal, opging.
Ben ik wèl ingelicht, dan is de Begeering
reeds in de zaak gemoeii; en ik vertrouw
in dat geval, dat er maatregelen zullen worden
genomen om het surtout pas trop de zèle
te doen hooren aan degenen, die ten deze
zoo overdreven doortastend zgn opgetreden.
Er is te meer reden om dit te verwachten,
wyi H. M. de Koningin, van de toedracht der
zaak onderricht, zelfs het verlangen moet
hebben geuit, dat de vrypostigbeiJ, waarvoor
de joDgeliog in handen van d$ politie en ten
slotte nu ook in het krankzinnigengesticht
kwam, voor hom goan bndwolige gevolgm
mocht hebben. Hoe met een dergelijk vtrzoek
der Koningin de overdreven yver der justitie
om den jongen v. W. naar eon gesticht te ver
voeren, is te rijmen, laat ik in het midden.
Over eenige dagen zal by den uitgever
Laurens Van Hulst, te Kampen, verachynen
een open brief aan mevrouw Goekoop Van
Beek en Donk over „Hilda van Suylenburg".
De kapt. der inf. van het 3de regiment
H. A. De Cbalmot, in garnizoen te Middel
burg, is gisterochtend plotseling ovorleden.
Naar wy vernemen, zal het 70-jarig be
staan dér Kon. Mil. Academie niet op officiëele
wijze worden herdacht. Op 24 November, den
herionering8dag, zullen de cadetten met toe
stemming van den kolonel-gouverneur, in
„Concordia" te Breda een voorstelling geven,
gevolgd door een ba). Dit feest zal echter een
geheel intiem karakter dragen. (N. R. Ct.)
Biykens by bet departement van marine
ontvaDgen bericht is Hr. Ms. flottieljevaartuig
„Koetei", onder bevel van den luitenant ter
zee der 1ste klasse E. F. T. Bik, 31 October
jl. van Colombo vertrokken.
De Rembrandt-tentoonstelling te Amster
dam heeft tot den sluitingsdag, Maandag jl.,
aan toegangsgelJen een bedrag van ongeveer
f 73,000 opgebracht.
Er wordt gemeld, dat het vry zeker is, dat
de hertogin van Albany, die gisteren op Het
Loo arriveerde, de Rembrandt-tentoonstelling
noch dezer dagen, noch na de definitieve slui
ting zal bezoeken.
Gisteren, op den éérsten „kwartjesdag",
was er al zeer weinig belangstelling voor de
tentoonstelling. Zoo leeg is 't er nog nooit
geweest. Het aantal bezoekers heeft nog niet
eens 200 bedragen.
De tentoonstelling biyft tot Vrydag 4 Novem
ber geopen i: tie toogaogsprys voor de dagen
van 1 November tot bovengemelden datum
is 25 cents.
Het stoomschip „Burgemeester Den Tex,"
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 1 Nov.
van Southampton; de „General," van Oost-
Afrika naar Vlissingon en Hamburg, arriveerde
1 Nov. te Aden; de „Kaiser", van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, passeerde 31
Oct. Ouessant; de „Soenda," van Batavia naar
Amsterdam, vertrok 1 Nov. van Perim; de
„Prinses Amalia," v. Batavia naar Amsterdam,
passeerde 1 Nov. Dungeness; de „Smeroe,"
van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 31
Oct. te Suez; de „Titan," van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 30 Oct. van Liverpool.
Bodegraven. Gedurende de maand October
werd ten postkantore alhier ingelegd f 3948.19,
terugbetaald f 560. Het laatst uitgegeven boekje
draagt het No. 632.
Koudekorlc. Gisteravond trad voor een
ruim bezette zaal voor ons Nuts-departement
op de heer Henri M. Dekking, uit Rotterdam.
Vóór óe pauze hield spreker ons bezig
m-.t een dramatische voordracht, getiteld
„Severo Torelli" van Francois Coppée. Bijzonder
geschikt voor gemengd publiek was Z9 wel
niet te noemen, maar meesteriyk werd ze
voorgedragen. Men moet het geheugen van
Dekkiog bowonderen. Na do pauze kregen
we eenige kleinere stukjes te hooren, waarvan
„Het knappe kind" en „Zoo" (van spreker
ztlf) de lachspieren in beweging brachten.
Het geheel verschafte een prcttigen avond.
Katwyk-nan-Zoo. In de laatste week is
hier geen schuit aangekomen; een enkele
bom liep in IJmuiden binnen Het tlylt dan
ook erg stil in den haringhandel. Alleen werd
bier een party steurharing verkocht voor f 10
por kantje (met ton).
Kaag. Door de Gemeente- en Ryks politie
uit Alkemade is, met behulp van twee land
bouwers uit Haarlemmermeer, aangehouden
en ter beschikking der justitie gesteld zekere
0. L. L., als verdacht van diefstal albier en
onder de gemeente Haarlemmermeer. De man
moet reeds mesr gelyke vonnissen ten zynen
laste hebben. Wellicht houden deze diefstallen
verband met meerdere ontvreemdingen van
wasebgoed, gepleegd te Aalsmeer, Haarlem
mermeer en in den IJpoUer.
Lisse. Aan het Rykstelephoonkantoor alhier
zgn in de afgeloopen maand October ont
vangen 155 en verzonden 145, te zamen alzoo
behandeld 300 telegrammen.
In October 1897 werden ontvangen 111 en
verzonden 119, te zamen behandeld 230 tele
grammen.
Öudshoorn. De uitslag der loting voor
deze gemeente is ah volgt: No. 1. W. v. d.
Wouden, 2 J. P. Goudri ian, 3 C. P. Zwaan,
4 N. Eoogen-oorn, 5 B. Van Zwieten, 6 K.
Ram, 7 M. v. Beusekom, 8 D. J. Den Hertog,
9 C. Dekker, 10 P. Schouten, 11 A. Weissen
bach, 12 P. v. d. Hoorn, 13 J. A. v. d. Veen,
14 G. v. Eyk, 15 A. A. Boonacker, 16 C.
Hoogeveeo, 17 W. Vtrhagen, 18 G. v. Dam,
19 A. v. Ryn, 20 A. v. Veen, 21 C S. P.
v. Griethuizen, 22 H Kroon, 23 J. G. v. Ryn,
24 J. Lub en 25 A. v. d. Hoogt.
Noordvvykorhout. In de maand October
werd aan het Hulppostkantoor albier by do
Rykspostspaarbank ing-legi f 2143.76 in 39
inlagen. Terugbetaal 1 werd f 475.55 in 13
keoren.
Bynsburg. De resultaten van do tulpen-
kweekery, enz. zyn voor dit jaar als volgt:
Het tulpengewas was niet best, krokussen
en narcissen waren daarentegen uitmuntend
en lieten niets te wenschen over. Ook de
andere gewassen waren goed. Er werden cit
jaar 2 groote veilingen gehouden van te veld
staande bol- en knolgewassen, onder directie
van de heeren A. De Mooy Jr., te Rijns urg,
en Homan, te Noordwjjk. Op deze werden vrij
wat betere pryzen gemaakt dan vorige j ren,
met vluggor handel. Wat den verkoop van
droge tulpen betreft, door het slechte gewas
zyn de pryzen aanmerkelyk gestegen, vooral
van do goeakoope soorten, en kan met r^cht
het volgence jaar op hoogere pryzen gerekend
worden.
Door den overvloed van krokussen liepen
hiervan de pryzen eenigszins terug. De nar
cissen gingen vlug van de hand en wel tegen
goede pryzen.
De heer J. B. Jansen van Ryssen, onder-
wyzer aan de School met den Bybel (Smid-
steeg), is als zoodanig benoemd te RUtfontein
(Transvaal). Dientengevolge zal hy onze ge-
moente met 1 Januari a. s verlaten.
Woubruggc. Dinsdagmiddag had hi.r een
treurig voorval plaats, dat evenwel nog goed
is afgeloopen. De scholier W., oio door een
makker over de Wetering per roeiboot zou
worden gezet, duikelde, op de zitplank staande,
eensklaps te water. Wel eenige minuten ver
keerde de knaap in dezen hachelyken toestand,
tot de heeren Offers en Van den Bosch met
een vaartuig toeschoten, en nog juist intyds
den joDgen van een anders wissen dood
redden.
Zwammordam. Gisteren trad de heer J.
Do Voogd, nieuwbenoemd hoofd aan deopeo-
bare school No. 1 albier, in functie. Wd hopen,
dat ZEJ. hier met evenveel yver moge wtrk-
zaam zyn als zyn voorganger, de heer E. G.
Dronth, en zyn arbeid de schoonste vruchten
moge voortbrengen.
Tfit de „Staatscourant."
Kon. bosluiten. Metiiigaugvan 1 December
1898 benoemd' tot directeur van het postkantoor
te Loppersum, L. W. Bruins, thans in gelijke be
trekking te Lichtenvoorde.
De gewone audiëntie van den minister van
binnenlandsche zaken zal op Zaterdag e k. niet
plaats hebben.
De heer D. Buys, vice-consul der Neder
landen te Quebeo, is als zoodanig, op verzoek,
eervol ontslagen.
|5)
Natuurlijk speet dit Cordelia zeer; zy ge-
Joelde echter met hem, dat rust de beste
"bedicyn voor hem was, en besloot dadelyk
_Da haar aankomst een wandeling te maken,
had geen gids noodig en zou den weg wel
finden; alle wegen waren haar immers het-
«olfde? „Een toerist gaat, waar het toeval hem
oert," had zy den hotelhouder geantwoord
op zgn vriendeiyk aanbod om haar een gids
toe te geven. Zy ging dus alleen met opge-
oven hoofd, schoon en trotsch. Neen, zy gaf
ïich zoo spoedig niet gewonnen; integendeel,
het gold nu den laatsten stryd en zy wilde
lion 8tryden ten einde toe.
Coidelia ging het bergpad af, dat naar het
Btrand leidde. Het was een moeiiyke weg voor
teere voeten, die aan zulke wegen niet ge-
Woon waren; maar Cordelia scheen er niets
"van te bemerken. Geen dochter van het eiland
i*d den weg gemakkelyker en toevalliger
kunnen afleggen. Zy was wonderbaar schoon
;om te zien en paste volkomen by de oranje
appelen en de wyngaarden en don zuidelyken
jhemel; zy was als iemand, die hier geboren
was. Ten laatste kwam zy ook voor do vis-
jchorshut, die zy zoo goed kende. Hier woonde
oude Gui8eppe Bianchi, de vader van
uiaeppe Bianchi, die als koraaivisscher den
^ad gevonden met s^n tweeden zoon
Victor, diens vrouw en hun kinderen. Zy
had deze hut immers al dikwyls in de schet
sen van Hendrik Van Eeken gezien en mis
schien kende zy haar ook van vroeger; mis
schien vermoedde zy wel hier geboren te zyD.
Trotsch hief zy het hoofd op, toen zy over
den drempel schreed. Cordelia was wonder
schoon op dit oogenblikhet schoonste meisje
van het eiland, dat om de schoonheid zyner
dochteren beroemd was, kon niet met baar
vergeleken worden. Zy had dezelfde leDige,
slanke gestalte, hetzelfde donkere haar, dezelfde
vurig schitterende oogen, hetzelfde echt Griek-
sche profiel als gene, maar alles veel edeler,
fijner, klassieker. Zy was volmaakt in haar
majestueuze schoonheid. Daarom mocht die
grysaard wel verbaasd de slanke vrouw aan
staren, die daar zoo plotseling voor hem stond.
Hy had haar kloppen niet gehoord en haar
binnentreden niet bemerkt; hy zag haar
nu vóór zich. En de grysaard, door weer en
wind verhard, die niet gebeefd had by het
gebulder van den storm, hy beefde nu. Hy
staarde Cordelia aan, als zag hy in plaats
van het schoone meisje een vreeselyke ver-
schyning en zyn zichtbare ontsteltenis ging
op zyn bezoekster over. Ook Cordelia ge
voelde, dat zy beefde. Maar spoedig had zy haar
zwakte overwonnen. Een vluchtige blik gleed
door de armoedige kleine ruimte; deze was
arm, maar zindelyk. Door het geopende
venster stroomde de zuivere lucht naar bin
nen. "Wie hier thuis was, kon gelukkig zyn in
deze hut; maar wie vreemd tegenover zulke
eenvoudige, primitieve toestanden stond, die
kon het niet, neen, waariyk niet. Als zy
werkeiyk voor zulk een leven geboren was,
zy was er niet voor opgevoed.
Nog hoogmoediger bief Cordelia het hoofd
omhoog, toen haar deze gedachten voor den
geest kwamen. Dan deed zy eenige schreden
voorwaarts en zeide op kouden toon:
„Ik zou gaarne een beetje op zee willen
varen. Is uw boot gereed?"
De oude man stond op, langzaam streek
hij met de hand over het voorhoofd.
„Wil de Bignora op de zee? Ze is zeer wild
vandaag."
„Dat hindert niet Ik wil varen."
Cordelia sprak zeer goed Italiaansch met
een haast onmerkbaar vreemd accent, en of
schoon zy opzettelyk kort en koel sprak, klonk
de schoone taal toch als muziek van haar lip
pen. Het was duidelyk te bemerken, hoe gretig
de onde schipper naar dien klank luisterde.
Hy stond dadelyk op en verklaarde zich
bereid, om aan haar verzoek te voldoen.
Voor de deur stond nu een flinke vrouw; zy
had een driejarig kind op den arm, dat gekleed
was in een grof hemdje en een rood rokje. Aan
een lint om den hals droeg het een medaille.
Cordelia verbleekte, toen zy deze moeder
met het kind op den arm zag! Maar oogen-
blikkeiyk herstelde zy zich en groette de
vrouw zelfs vriendeiyk, terwyi zy den oudon
visschor vroeg:
„Is dat uw dochter?"
„Ja," antwoordde de oude man, „het is de
vrouw van myn zoon Victor met myn jongste
kleinkind."
De vrouw groette Cordelia wederkeeng en
liet het kleine meisje op haar arm met het
handje wuiven. Op hetzelfde oogenblik kwamen
er nog twee jongens aanloopeD, nieuwsgierig
om de schoone signora te zien.
„Dit zyn myn kleinzoons," zeido de grys
aard weer. Hy had de jongens niet behoeven
voor te stellenCordelia kende de beide knapen
reeds uit verschillende schetsen van haar neef.
„Zijn dat al uw kleinkinderen?" vroeg zy
toen, schynbaar alleen om iets te zeggen.
„Ik heb nog#een kleindochter; zy heet
Graziella Bianchi."
Legde de grysaard waariyk een byzonderen
klemtoon op dien naam en keek by haar
daarby uitvorschend aan? Cordelia was er
zeker van, ofschoon zy den visscher niet
aanzag en zich hield, alsof zy zyn antwoord
niet gehoord had. Zy wendde zich dadelyk
tot de beide jongens:
„Wilt gy meevaren op de zee?" En zeker
van hun antwoord, voegde zy er tot den ouden
man by „Ik wensch, dat de twee jongens
meevaren."
Zy waren nu aan het strand gekomen. De
grysaard bood Cordelia de hand, om haar in
de boot te helpen. Zy nam dio echter Diet
aan, maar sprong er vlug alleen in en zat
dan in gedachten verzonken. De zee was niet
meer zoo wild als op baar overtocht; de boot
gleed er licht overheen. Cordelia scheeD niets
te bemerken en antwoordde ook niet op de
vraag des visschers, waarheen zy wilde varen.
Spoedig echter ontwaakte zy uit haar gepeins.
Haar oogen beschouwden de zee en den
hemel, een eigenaardig vuur begon er in to
schitteren.
„Vertel my iets van uw loven, Guiseppe
Bianchi, iets uit uw jongen tyd. Gy zult hier
wel menige verandering op het eiland beleefd
hebben. Veel jaren liggen achter u."
„Inderdaad, en ik dacht juist aan die vroe
gere jaren. De signora zal het niet kwaiyk
nemoD, als ik zeg, dat zy my levendig aan
eeu dierbare doode herinnert, aan myn lieve
zuster, die in den bloei harer jaren stierf."
„Hoe jammer l En waaraan is zy gestorven
„Aan de liefde, signora, aan de liefde voor
een vreemdeling, die in ons huis vorkeorde,
alsof hy onze vriend ware."
„En was hy dat niet?"
„Ik wil hem niet oordeeleD; zy heeft het
my verboden. Daar buiten volgt men andere
wetten, naar het schynt. Hy droeg een trot-
schen naam."
Cordelia's blikken rustten een poos op den
grysaard, wiens gelaatstrekken iets zeer tref
fends hadden, en zeide dan:
„Dio geschiedenis veroorzaakt u nog smart;
ik zie het; maar waarom wilt gy haar dan
in uw kleindochter hernieuwen? Ik ken signor
Enrico Van Eeken. Hy bemint uw kleindoch
ter en niets weerhoudt hom om haar totzyo
vrouw te nemen."
(Wordt vervolgcU)