HI®. 11869 Donderdag 3 November. A°. 1898 <§,£26 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommcr bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 2 November. Feuilleton. Arm en rijk verbonden. LEIDSCH DA&BLAB. PEIJ8 DEZER COURANT: Toor Leiden per 8 maanden Yanco per post ^Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1.40. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grooterd letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. - De prinsen van Ko&tei zullen Leiden niet izoaken. De enkele dagen, welke zg nog ier te lande doorbrengen, zyn zoodanig bezet, dat zü van een bezoek aan de Sleutelstad ibben moeten afzien. Ia bet wykgebouw „Pniél", aan de ïddelstegracht albier, waar gisteravond do Iwone bijbellezing werd gehouden en ds. G. [fan Herwaarden als voorganger optrap werd |bet geschenk tentoongesteld, waarvoor in do irige bijeenkomst, by gelegenheid van de inwijding van het nieuwe orgel, een collecte 'erd gehouden. Dit geschenk, bestemd voor [bet morgen, Donderdag, te Utrecht te openen itouw „Irene" van onzen vroag ren stadge- it c*r. J. H. Gunning J.Hzn., bestaat uit een ii portret v^n de Koningin in vergulden jst, waar oven een dito kroon. Het keurige ik droeg ieders goedkeuring weg. Na do bezichtiging werd door ds. Van lerwaarden nog een adres van dankbetuiging ,n dr. Gunning voorgelezen, gericht aan de [eidsche uFniël"-bezoekers, waarin zyneerw. o. a. deed uitkomen, dat men een vurig aan hanger van Oranje (als dr. Gunning) is geen [beter geschenk had kunnen aanbieden. Met gezang en het uitspreken van den zegen 'erd deze bijeenkomst gesloten. - Beroepen is tot predikant by de Ned.- !erv. Gem. te Kuinre (toezde heer E. B. buvóp, cand. te Leiden. - Tot de geslaagden voor hpt examen der riJe- en orde-oefeningen te Haarlem behoort lej. G. H. De Jong, te Oegstgeest, leerlinge 3r Byz. Normaallessen te Lisso. - Te 's-Gravenhage is plotseling overleden r. H. H. Prins Wielandt, oud-officier van ezondheld. - De toestand van mr. A. Van Delden, lid r Tweede Kamer, werd gisteren iets gun- tiger geDoemd, doordien de p itient uit zkh eU om eenig voaosel had gevraagd, dat in de laatste dagen bijna niet werd gebruikten dan nog moest toegediend worden. De nachten Njjjprdeo ru6tig doorgebracht. Als de oorzaak van de verlamming en bewusteloosheid wordt genoemd een uitstorting van bloed in het Iggemerg. - Ter vervulling der vacature van buiten- lïïoon hoogleeraar ia de kristallographie, iineralogïe, enzontstaan door het eervol itslag, verleend aan dr. G. A. F. Molengraaff, worden door curatoren der universiteit te .msterdam, na ingewonnen advies van do iculteit der wis- en natuurkunde, aanbevolen de heeren: dr. Eugène Dubois, officier van gezondheid A la suite te Leiden, en dr. F. Beye- Ifack, mijn-ingenieur, thans te 's-Gravenhage. Naar aanleiding daarvan stellen B. en Ws. koor, tot de benoeming over te gaan en te bepalen, dat de jaarwedde van den titularis tal bodragen f 1000, benevens het aandeel in de lesgelden, bedoeld bij art. 19 der verorde ning tot regeling van de universiteit. i- H. M. de Koningin is Maandagavond 9 u. 38 m., vergezeld van do Hertogin van Albany, per extra-trein, via Kleef—Kosteren— Amersfoort, op het paleis Het Loo aange komen. Op het perron van het station waren ter begroeting aanwezig de burgemeester van Apeldoorn en de heer J. A. VaD Steyn, intendant van hel koninklijk paleis Het Loo, en een menigte belangstellenden. Nadat H. M het salonrgtuig had verlaten, onderhield zy zich eenigo oogenblikken met genoem e heeren en reed daarna in gesloten rijtuig naar het Paleis. De Koningin bracht eenige fraaie manden met levende bloemen mede, waaronder twee sierlijke manden met oranjebloemen. De trein werd begeleid door de heeren Jorissen en Slotboom, inspecteur van het vervoer en adjunct Inspecteur der tractie van de Holland8che Spoorwegmaatschappij. De kapt. van den generalen staf N. Bosboom, toegevoegd aan den commandant der stelling van Amsterdam, wordt op zijn verzoek teruggeplaatst by het wapen der artillerie en ingedeeld by het 2Je reg. veld.-art. te 's-Gravenhago. De kapitein der inf. J. C. Van den Belt, van het O.-I. leger, sedert 1 Nov. 1895 ge detacheerd by de Hoogere Krijgsschool, heeft zyn studiön by die inrichting volbracht en heeft nu bevel ontvangen om 26 November a. s. de terugreis naar Indie te aanvaarden. De 1ste luitenants W. Yerhey, A. C. M. Bidder Alewijn on C. E. Baud, onderscheiden lijk vaD het 3de en lsto reg. veld. art. on korps rgdende artillerie, die binnenkort tot kapitein worden bevorderd, worden alsdan overgeplaatst ty de vesting artillerie. Do gezant der Vereenigde Staten by ons Hof, de heer Stanford Newel, begaf zich gisteren voor eeaigron ty 1 naar Brussel. De Haagsche briefschrijver in de „N. Gron Ct." schryft: Hot bekendó geval met den jongen Amster- damschen journalist, die zyn hulde op wat al te familiaren toon en wyze aan H. M. do Koningin bracht, dreigt, naar ik verneem, een min of meer politiek staartje te zullen hebben. "Want men zegt, dat de Regeering er in is gemoeid en dat er ook thans nog pogingen worden in het werk gesteld om den armen jongen, wiens toestand van overspan ning misschien voor hem heel noodlottig ist doch voor zyn omgeving en voor de publieke orde absoluut onschadelijk, te doen ontslaan uit het krankzinnigengesticht te Modemblik, waar men hem als 't ware gevangen houdt. Ik ben niet genoeg op de hoogte om de zaak te kunnen beoordeelen, maar indien het waar is, dat do jonge Van Wverliefd op de Koningin, H. M. met brieven en bouquetten als 't ware de cour heeft gemaakt, dan mag dat zeker als bewys gelden, dat de jongeling geen juist begrip had van den afstand, die hem van de eerste vrouw in Nederland scheidt, dan is dit een daad van zoo grenzenlooze arrogantie als alléén in een verward hoofd kan opkomen, doch dan geeft dat m. i. aan de justitie niet het recht iemand in een krankzinnigengesticht op te sluiten en tot een wanhopige opgewondenheid te brengen of zyn idéé fixe te doen overgaan in een toestand van volslagen waanzinnigheid. En daarvoor bestaat in casu, naar het gevoelen van bevoegde deskundigen, alb gevaar. Heeft nu do plaatselijke justitie te Amster dam gemeend, ter voorkoming van overlast voor H. M. den jongen man onder strenge bewaking te moeten houden en daartoe zyn opzending bevolen naar Medemblik, wyi zyn familieleden de zaak te voel en bagatelie be handelden en geen gevolg gaven aan de be loften, hem ter dege te zullen bewaken en de hulp van een specialiteit voor hem in te roepen, dan i3 dat verklaarbaar, mits die voorzorgsmaatregel van zeer tydtiyken aard is. Doch het schynt, dat men den armen jon gen eenvoudig voor onbeperkten tyd in een gesticht wil houden, totdat hy, óf ondanks die opsluiting van zyn manie geneest, (wat niet zeer waarschynlyk is) óf overslaat tot zulk een staat van waanzin, dat hy op dien grond aan het verkeer ia de maatschappy moet worden onttrokken. Dat is echter in myn oog wat al te kras en het zou mij niet verwonderen als tegen zulk een wyze van bescherming der Koningin, e?n ernstig protest, ook der Staten-Generaal, opging. Ben ik wèl ingelicht, dan is de Begeering reeds in de zaak gemoeii; en ik vertrouw in dat geval, dat er maatregelen zullen worden genomen om het surtout pas trop de zèle te doen hooren aan degenen, die ten deze zoo overdreven doortastend zgn opgetreden. Er is te meer reden om dit te verwachten, wyi H. M. de Koningin, van de toedracht der zaak onderricht, zelfs het verlangen moet hebben geuit, dat de vrypostigbeiJ, waarvoor de joDgeliog in handen van d$ politie en ten slotte nu ook in het krankzinnigengesticht kwam, voor hom goan bndwolige gevolgm mocht hebben. Hoe met een dergelijk vtrzoek der Koningin de overdreven yver der justitie om den jongen v. W. naar eon gesticht te ver voeren, is te rijmen, laat ik in het midden. Over eenige dagen zal by den uitgever Laurens Van Hulst, te Kampen, verachynen een open brief aan mevrouw Goekoop Van Beek en Donk over „Hilda van Suylenburg". De kapt. der inf. van het 3de regiment H. A. De Cbalmot, in garnizoen te Middel burg, is gisterochtend plotseling ovorleden. Naar wy vernemen, zal het 70-jarig be staan dér Kon. Mil. Academie niet op officiëele wijze worden herdacht. Op 24 November, den herionering8dag, zullen de cadetten met toe stemming van den kolonel-gouverneur, in „Concordia" te Breda een voorstelling geven, gevolgd door een ba). Dit feest zal echter een geheel intiem karakter dragen. (N. R. Ct.) Biykens by bet departement van marine ontvaDgen bericht is Hr. Ms. flottieljevaartuig „Koetei", onder bevel van den luitenant ter zee der 1ste klasse E. F. T. Bik, 31 October jl. van Colombo vertrokken. De Rembrandt-tentoonstelling te Amster dam heeft tot den sluitingsdag, Maandag jl., aan toegangsgelJen een bedrag van ongeveer f 73,000 opgebracht. Er wordt gemeld, dat het vry zeker is, dat de hertogin van Albany, die gisteren op Het Loo arriveerde, de Rembrandt-tentoonstelling noch dezer dagen, noch na de definitieve slui ting zal bezoeken. Gisteren, op den éérsten „kwartjesdag", was er al zeer weinig belangstelling voor de tentoonstelling. Zoo leeg is 't er nog nooit geweest. Het aantal bezoekers heeft nog niet eens 200 bedragen. De tentoonstelling biyft tot Vrydag 4 Novem ber geopen i: tie toogaogsprys voor de dagen van 1 November tot bovengemelden datum is 25 cents. Het stoomschip „Burgemeester Den Tex," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 1 Nov. van Southampton; de „General," van Oost- Afrika naar Vlissingon en Hamburg, arriveerde 1 Nov. te Aden; de „Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, passeerde 31 Oct. Ouessant; de „Soenda," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 1 Nov. van Perim; de „Prinses Amalia," v. Batavia naar Amsterdam, passeerde 1 Nov. Dungeness; de „Smeroe," van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 31 Oct. te Suez; de „Titan," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 30 Oct. van Liverpool. Bodegraven. Gedurende de maand October werd ten postkantore alhier ingelegd f 3948.19, terugbetaald f 560. Het laatst uitgegeven boekje draagt het No. 632. Koudekorlc. Gisteravond trad voor een ruim bezette zaal voor ons Nuts-departement op de heer Henri M. Dekking, uit Rotterdam. Vóór óe pauze hield spreker ons bezig m-.t een dramatische voordracht, getiteld „Severo Torelli" van Francois Coppée. Bijzonder geschikt voor gemengd publiek was Z9 wel niet te noemen, maar meesteriyk werd ze voorgedragen. Men moet het geheugen van Dekkiog bowonderen. Na do pauze kregen we eenige kleinere stukjes te hooren, waarvan „Het knappe kind" en „Zoo" (van spreker ztlf) de lachspieren in beweging brachten. Het geheel verschafte een prcttigen avond. Katwyk-nan-Zoo. In de laatste week is hier geen schuit aangekomen; een enkele bom liep in IJmuiden binnen Het tlylt dan ook erg stil in den haringhandel. Alleen werd bier een party steurharing verkocht voor f 10 por kantje (met ton). Kaag. Door de Gemeente- en Ryks politie uit Alkemade is, met behulp van twee land bouwers uit Haarlemmermeer, aangehouden en ter beschikking der justitie gesteld zekere 0. L. L., als verdacht van diefstal albier en onder de gemeente Haarlemmermeer. De man moet reeds mesr gelyke vonnissen ten zynen laste hebben. Wellicht houden deze diefstallen verband met meerdere ontvreemdingen van wasebgoed, gepleegd te Aalsmeer, Haarlem mermeer en in den IJpoUer. Lisse. Aan het Rykstelephoonkantoor alhier zgn in de afgeloopen maand October ont vangen 155 en verzonden 145, te zamen alzoo behandeld 300 telegrammen. In October 1897 werden ontvangen 111 en verzonden 119, te zamen behandeld 230 tele grammen. Öudshoorn. De uitslag der loting voor deze gemeente is ah volgt: No. 1. W. v. d. Wouden, 2 J. P. Goudri ian, 3 C. P. Zwaan, 4 N. Eoogen-oorn, 5 B. Van Zwieten, 6 K. Ram, 7 M. v. Beusekom, 8 D. J. Den Hertog, 9 C. Dekker, 10 P. Schouten, 11 A. Weissen bach, 12 P. v. d. Hoorn, 13 J. A. v. d. Veen, 14 G. v. Eyk, 15 A. A. Boonacker, 16 C. Hoogeveeo, 17 W. Vtrhagen, 18 G. v. Dam, 19 A. v. Ryn, 20 A. v. Veen, 21 C S. P. v. Griethuizen, 22 H Kroon, 23 J. G. v. Ryn, 24 J. Lub en 25 A. v. d. Hoogt. Noordvvykorhout. In de maand October werd aan het Hulppostkantoor albier by do Rykspostspaarbank ing-legi f 2143.76 in 39 inlagen. Terugbetaal 1 werd f 475.55 in 13 keoren. Bynsburg. De resultaten van do tulpen- kweekery, enz. zyn voor dit jaar als volgt: Het tulpengewas was niet best, krokussen en narcissen waren daarentegen uitmuntend en lieten niets te wenschen over. Ook de andere gewassen waren goed. Er werden cit jaar 2 groote veilingen gehouden van te veld staande bol- en knolgewassen, onder directie van de heeren A. De Mooy Jr., te Rijns urg, en Homan, te Noordwjjk. Op deze werden vrij wat betere pryzen gemaakt dan vorige j ren, met vluggor handel. Wat den verkoop van droge tulpen betreft, door het slechte gewas zyn de pryzen aanmerkelyk gestegen, vooral van do goeakoope soorten, en kan met r^cht het volgence jaar op hoogere pryzen gerekend worden. Door den overvloed van krokussen liepen hiervan de pryzen eenigszins terug. De nar cissen gingen vlug van de hand en wel tegen goede pryzen. De heer J. B. Jansen van Ryssen, onder- wyzer aan de School met den Bybel (Smid- steeg), is als zoodanig benoemd te RUtfontein (Transvaal). Dientengevolge zal hy onze ge- moente met 1 Januari a. s verlaten. Woubruggc. Dinsdagmiddag had hi.r een treurig voorval plaats, dat evenwel nog goed is afgeloopen. De scholier W., oio door een makker over de Wetering per roeiboot zou worden gezet, duikelde, op de zitplank staande, eensklaps te water. Wel eenige minuten ver keerde de knaap in dezen hachelyken toestand, tot de heeren Offers en Van den Bosch met een vaartuig toeschoten, en nog juist intyds den joDgen van een anders wissen dood redden. Zwammordam. Gisteren trad de heer J. Do Voogd, nieuwbenoemd hoofd aan deopeo- bare school No. 1 albier, in functie. Wd hopen, dat ZEJ. hier met evenveel yver moge wtrk- zaam zyn als zyn voorganger, de heer E. G. Dronth, en zyn arbeid de schoonste vruchten moge voortbrengen. Tfit de „Staatscourant." Kon. bosluiten. Metiiigaugvan 1 December 1898 benoemd' tot directeur van het postkantoor te Loppersum, L. W. Bruins, thans in gelijke be trekking te Lichtenvoorde. De gewone audiëntie van den minister van binnenlandsche zaken zal op Zaterdag e k. niet plaats hebben. De heer D. Buys, vice-consul der Neder landen te Quebeo, is als zoodanig, op verzoek, eervol ontslagen. |5) Natuurlijk speet dit Cordelia zeer; zy ge- Joelde echter met hem, dat rust de beste "bedicyn voor hem was, en besloot dadelyk _Da haar aankomst een wandeling te maken, had geen gids noodig en zou den weg wel finden; alle wegen waren haar immers het- «olfde? „Een toerist gaat, waar het toeval hem oert," had zy den hotelhouder geantwoord op zgn vriendeiyk aanbod om haar een gids toe te geven. Zy ging dus alleen met opge- oven hoofd, schoon en trotsch. Neen, zy gaf ïich zoo spoedig niet gewonnen; integendeel, het gold nu den laatsten stryd en zy wilde lion 8tryden ten einde toe. Coidelia ging het bergpad af, dat naar het Btrand leidde. Het was een moeiiyke weg voor teere voeten, die aan zulke wegen niet ge- Woon waren; maar Cordelia scheen er niets "van te bemerken. Geen dochter van het eiland i*d den weg gemakkelyker en toevalliger kunnen afleggen. Zy was wonderbaar schoon ;om te zien en paste volkomen by de oranje appelen en de wyngaarden en don zuidelyken jhemel; zy was als iemand, die hier geboren was. Ten laatste kwam zy ook voor do vis- jchorshut, die zy zoo goed kende. Hier woonde oude Gui8eppe Bianchi, de vader van uiaeppe Bianchi, die als koraaivisscher den ^ad gevonden met s^n tweeden zoon Victor, diens vrouw en hun kinderen. Zy had deze hut immers al dikwyls in de schet sen van Hendrik Van Eeken gezien en mis schien kende zy haar ook van vroeger; mis schien vermoedde zy wel hier geboren te zyD. Trotsch hief zy het hoofd op, toen zy over den drempel schreed. Cordelia was wonder schoon op dit oogenblikhet schoonste meisje van het eiland, dat om de schoonheid zyner dochteren beroemd was, kon niet met baar vergeleken worden. Zy had dezelfde leDige, slanke gestalte, hetzelfde donkere haar, dezelfde vurig schitterende oogen, hetzelfde echt Griek- sche profiel als gene, maar alles veel edeler, fijner, klassieker. Zy was volmaakt in haar majestueuze schoonheid. Daarom mocht die grysaard wel verbaasd de slanke vrouw aan staren, die daar zoo plotseling voor hem stond. Hy had haar kloppen niet gehoord en haar binnentreden niet bemerkt; hy zag haar nu vóór zich. En de grysaard, door weer en wind verhard, die niet gebeefd had by het gebulder van den storm, hy beefde nu. Hy staarde Cordelia aan, als zag hy in plaats van het schoone meisje een vreeselyke ver- schyning en zyn zichtbare ontsteltenis ging op zyn bezoekster over. Ook Cordelia ge voelde, dat zy beefde. Maar spoedig had zy haar zwakte overwonnen. Een vluchtige blik gleed door de armoedige kleine ruimte; deze was arm, maar zindelyk. Door het geopende venster stroomde de zuivere lucht naar bin nen. "Wie hier thuis was, kon gelukkig zyn in deze hut; maar wie vreemd tegenover zulke eenvoudige, primitieve toestanden stond, die kon het niet, neen, waariyk niet. Als zy werkeiyk voor zulk een leven geboren was, zy was er niet voor opgevoed. Nog hoogmoediger bief Cordelia het hoofd omhoog, toen haar deze gedachten voor den geest kwamen. Dan deed zy eenige schreden voorwaarts en zeide op kouden toon: „Ik zou gaarne een beetje op zee willen varen. Is uw boot gereed?" De oude man stond op, langzaam streek hij met de hand over het voorhoofd. „Wil de Bignora op de zee? Ze is zeer wild vandaag." „Dat hindert niet Ik wil varen." Cordelia sprak zeer goed Italiaansch met een haast onmerkbaar vreemd accent, en of schoon zy opzettelyk kort en koel sprak, klonk de schoone taal toch als muziek van haar lip pen. Het was duidelyk te bemerken, hoe gretig de onde schipper naar dien klank luisterde. Hy stond dadelyk op en verklaarde zich bereid, om aan haar verzoek te voldoen. Voor de deur stond nu een flinke vrouw; zy had een driejarig kind op den arm, dat gekleed was in een grof hemdje en een rood rokje. Aan een lint om den hals droeg het een medaille. Cordelia verbleekte, toen zy deze moeder met het kind op den arm zag! Maar oogen- blikkeiyk herstelde zy zich en groette de vrouw zelfs vriendeiyk, terwyi zy den oudon visschor vroeg: „Is dat uw dochter?" „Ja," antwoordde de oude man, „het is de vrouw van myn zoon Victor met myn jongste kleinkind." De vrouw groette Cordelia wederkeeng en liet het kleine meisje op haar arm met het handje wuiven. Op hetzelfde oogenblik kwamen er nog twee jongens aanloopeD, nieuwsgierig om de schoone signora te zien. „Dit zyn myn kleinzoons," zeido de grys aard weer. Hy had de jongens niet behoeven voor te stellenCordelia kende de beide knapen reeds uit verschillende schetsen van haar neef. „Zijn dat al uw kleinkinderen?" vroeg zy toen, schynbaar alleen om iets te zeggen. „Ik heb nog#een kleindochter; zy heet Graziella Bianchi." Legde de grysaard waariyk een byzonderen klemtoon op dien naam en keek by haar daarby uitvorschend aan? Cordelia was er zeker van, ofschoon zy den visscher niet aanzag en zich hield, alsof zy zyn antwoord niet gehoord had. Zy wendde zich dadelyk tot de beide jongens: „Wilt gy meevaren op de zee?" En zeker van hun antwoord, voegde zy er tot den ouden man by „Ik wensch, dat de twee jongens meevaren." Zy waren nu aan het strand gekomen. De grysaard bood Cordelia de hand, om haar in de boot te helpen. Zy nam dio echter Diet aan, maar sprong er vlug alleen in en zat dan in gedachten verzonken. De zee was niet meer zoo wild als op baar overtocht; de boot gleed er licht overheen. Cordelia scheeD niets te bemerken en antwoordde ook niet op de vraag des visschers, waarheen zy wilde varen. Spoedig echter ontwaakte zy uit haar gepeins. Haar oogen beschouwden de zee en den hemel, een eigenaardig vuur begon er in to schitteren. „Vertel my iets van uw loven, Guiseppe Bianchi, iets uit uw jongen tyd. Gy zult hier wel menige verandering op het eiland beleefd hebben. Veel jaren liggen achter u." „Inderdaad, en ik dacht juist aan die vroe gere jaren. De signora zal het niet kwaiyk nemoD, als ik zeg, dat zy my levendig aan eeu dierbare doode herinnert, aan myn lieve zuster, die in den bloei harer jaren stierf." „Hoe jammer l En waaraan is zy gestorven „Aan de liefde, signora, aan de liefde voor een vreemdeling, die in ons huis vorkeorde, alsof hy onze vriend ware." „En was hy dat niet?" „Ik wil hem niet oordeeleD; zy heeft het my verboden. Daar buiten volgt men andere wetten, naar het schynt. Hy droeg een trot- schen naam." Cordelia's blikken rustten een poos op den grysaard, wiens gelaatstrekken iets zeer tref fends hadden, en zeide dan: „Dio geschiedenis veroorzaakt u nog smart; ik zie het; maar waarom wilt gy haar dan in uw kleindochter hernieuwen? Ik ken signor Enrico Van Eeken. Hy bemint uw kleindoch ter en niets weerhoudt hom om haar totzyo vrouw te nemen." (Wordt vervolgcU)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1