A0. 1898 N°, 11867 Dinsdag X November. $eze fjourant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Bnrgerlyke Stand. E®euilletoii. Arm en rijk verbonden. LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURRNTi Voor Leiden per 8 maanden, 1.10, Franco per poet9 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.06. PRUS DER ADVERTENTTËN: Van 1 6 regoie f 1.06. Iedere regej meer f 0.17$. - Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseer en bulten de stad wordt f 0.05 berekend Gemengd Nieuws. Goiyk men zich zal herinneren, berden de laatste weken in IJ- en Haar- jjemmermoerpolders zeer brutale diefstallen |oet inbraak gepleegd. Nadat te Amsterdam, zoowel in de bank- a-leening als by een vrouw, bijna alle [voorwerpen, tot een gezamenlijke waarde van ODgeveer ƒ1000, waren teruggevonden, is ihans als vermoedelijke dader gearresteerd krie De Boer, de laatste maanden zonder be- rjoep, wonende te Haarlemmermeer en in dat Rpziebt bepaald een gevreesd persoon. De brrestatia en overbrenging naar Haarlem geschiedden door de recherche te Amsterdam, ivaarheen De Boer zich des morgens vroeg had begeven. Zooals bekend is, houden zich het Brielsche zeegat, zoowel als in het öoereescho, altyd veel zeehonden op, hetgeen veroorzaakt wordt door de vele zandbanken aliaar. Want in den Rotterdamschen Water- I weg, alzoo vlak in de nabijheid, vertoont zich I/olden of nooit een zeehond. In verband mot bet voortdurend wisselen wor zandbanken, haar tydelyk aangroeien of afnemen, veranderen ook de hoofdverbiyf- I plaatsen der zeehonden. Thans heeft zich in |,«et Brielsche zeegat een ware kolonie geves- Ligd, en als men weet, dat een volwassen [zeehond 5 K.G. visch noodig heeft voor zijn dagelyksch voedsel, k n men nagaan hoe moordend do aanwezigheid van zulk een groot aantal dier beesten voor de visschery is. Daartegen wordt thans zoo goed als niets gedaan; do visscher alleen schynt vrywel onnfaebtig tegen die plaag, zooJat de zee honden op geduebto wyze in aantal vermeer doren en hoe langer hoe brutalor worden. Wenschriyk zou het zyn, zegt een bericht gever in het „N. v. d. D.", dat ook van hooger- hand by voorbeeld c!oor het stellen van een premie op een gedooden zeehond maat- I regelen genomen werdeD, om deze plaag krachtdadig te bestryden. Vrfjdagn a middag omstreeks drie 6renf verhaalt de „Arnh. Ct.", kwam op den CJfrechtscboa Straatweg, naby Hoogstede, [onder de gemeente Arnhem, terwyl een troep militairen op rywiclen uit Oostorbeek naar Arnhem terugkeerde, van de tegenovergestelde Izjjdo een automobiel in volle vaart de helling afrijden. De stoomtram was eveneens in aan kocht. De luitenant, die den troep comman deerde, liet rechts aanhouden, doch de auto mobiel reed zonder te seinen of uit te wyken echt door, ten gevolge waarvan eenige mili- tairon vielen en een hunner met de knie tegen de automobiel kwam, terwyl tevons de hond van den luitenant gedood werd. Zekero L. P., uit Sloterdyk, werk zaam als metselaar aan oen in aanbouw zynd ouis te Zaandam voor de firma Marwyk Kooy, te Amsterdam, had Zaterdagmiddag het gel uk mis te 8tappen en van crieboog naar beneien t9 vallen. De ongelukkige was nog niet dood, doch verkeerde toch in zoo'n toe stand, dat zyn overbrenging naar 't gasthuis oogenblikkeiyk nooJzakeiyk was. Vrydagmorgon passeerde te Eind hoven een waggon met kikvorschen. Toen dezo geopend werd, bleek het, dat er in een der manden een opening was gekomen. Weldra waren wagen en rails met talrijke springers bedekt. E n algemeene kikkerjacht was het gevolg en het duurde een geruimen tyd, eer ieder van cie viervoetige reizigers zyn plaatsje in de mand weer had ingenomen. N.-Brab Ten bewyze, dathetooftschaarsch en duur i?, wordt gemold, dat een Westlandsch handelaar dezer dagen voor één H L. tafel appelen honderd gulden bood, zonder kooper te worden. Aangemoedigd door de goede uit komsten, die in Duitschland en OosteDryk- Hongaryo met Wilgencultuur zyn bereikt, heeft het departement van landbouw der Vereenigde Staten een onderzoek ingesteld naar den verbouw van teenen voor mandewerk. Zyn onderzoek, neergelegd in een iy vig rapport, is ten einde. Hy wyst er op, dat die cultuur toegepast kan worden op gronden, die voor andere doeleinden nagenoeg onbruikbaar zyo en nu braak liggen. Byna alle teenen, voor het mandewerk, worden ingevoerd. Volgens do statistiek waren er 304 fabrieken van mandewerk, met een kapitaal van 1,825,917 dollars, 3119 werklieden aan het werk houdende en jaariyks de som van 657,451 dollars aan werkloonen uitbetalende. Deze teelt zou dus voor Amerika zeer winst gevend en aanbevelenswaardig kunnen zyn. (Sempcrviren-s.) Vermoedelijk by het terugzetten van wagens is Zatordagavond op het station Waardenburg een overwegwachter tusschen do buffers geraakt en zwaar gokneusd. E&n jeugdig student van H o 1- landscbeafkomst heeft te Parys een meisje op wie hy verliefd was en haar vrieni uit jaloerschheid ernstig mishandeld. Gevaar voor het leven der gekwetsten bestaat niet. Het meisje had den fcynaam van Perletine en woonde in de rue Gracieuse. Yad Te 0s8endrecht heeft de 13-jarige J. Huygens den 9 jarigen A. Clarys in een twist zoodanig tegen den buik geschopt, d.t de knaap na vretseiyk ïyien aan de gevolgen is overleden. De jeugdige moordenaar bevindt zich thans in Belgié. Te Hoogerheide is het huis van J. Wils een prooi der vlammen geworden. Huis en inboedel waron verzekerd. De Fransche transatlantische stoombootmaat8chappy zal nogmaals een proef nemen met het gebruik van postduiven aan boord. Als deze proef slaagt, zal elke boot der Maatschappy twee stellen postduiven mode krygen, één, dat te Havre thuis is, en een tweede uit Nieuw York, aangezien de duiven niet meer dan de helft van den weg over den Oceaan kunnen afleggeD. Berichten van de eerste helft van de uitreis zullen dus door de duiven rechtstreeks naar Frsnkryk worden overgebracht en die van het laatste deel recht streeks naar Nieuw-York. Celeritas—Ajax. Over kale landen komen, van bun kracht bewust, de spelers op 't veld, waarop fel e?n koele herfstwind staat, in 't westen begrensd door hoog opryzende boomen, waaruit kras send kraaien opstygen, en in 't oosten door de gryze stad in lichten nevel, niet grooter schier dan speelgoed, wat huisjes en spichtig- slanke kerktorentjes, door kinderhandjes daar neergezet. Na zich in hun hel-roode broekjes en „zwart rood-gesjerpte" trui gestoken te hebben scharen de onzen zich om hunnen aanvoerder, vragen doende, vermaningen en raadgevingen ontvangende. Zij blyven daar vertoeven tot het aanvangssignaal door den scheidsrechter zal gegeven worden. Dan vliegt alles even in een tonto mengeling van schelle kleuren door elkaar en staat het publiek ongeduldig in lange ryen recht langs de witto kalkstreep. Op banken zitten de dames, in grooten getale opgekomen ondanks het ongunstige weer. Zy wuiven den broers en kennissen in Ajax' ge lederen toe met vriendeiyke, aanmoedigende knikjes en achter hen staan de cavaliers lachend en in ongedwongen gebabbel; allen leden van dezelfde tennisclub. Nu staan de spelers gereed en doet de aan voerder, gevolgd door zyn rood zwarten, „three shires for the visiting club" onder het zwaaien der vlugge mutsjes weerklinken in ce lucht en hy wordt geantwoord door dezelfde bewegingen en hetzelfde gejubel voor de „home club." Het signaal wordt gegeven en de midden van de voorhoede-spelers brengt den bal aan 't rollen voor drie kwartier lang; nu eens wordt hy door de voorhoeden opgedreven, maar weer teruggetrapt, dan weder fraai gekopt en -door den wind meegenomen en buiten spel gegooid, in de sloot of op een aangrenzend land, maar dan kwam onmid- dellyk een andere bal totdat oio den weg van zyn voorganger gevolgd was en de laatste weier opgevischt, weer gotrapt en geduwd wtrd totdat eindeiyk hot fluitje, dat rust bracht voor eenige minuton, weerklonk en de spelers moe, arm in arm, het veld verlieten om wat te drinken en te rusten. Slechts eenmaal was de bal door het doel gegaan; in 't voordeel van Ajax. Weer klinkt het fluitje, weer rolt de bal over het veld en vliegt door de lucht en wordt gekopt on weer drount de grond. Maar nu treedt Ajax krachtiger op en sluit den vyand in tot op de helft van 't veld en de voorhoede en de middenspelers en de achter hoede dringen naar voren, één elkaar begrypend geheel. Vyfmaal werkt de voorhoede don bal door het doel en telkenmale als de vyandelyke voorhoede zoo iets probeert, stuiten en vallen zy over do „oermenschen", die van wyken niet weten. Zoo staan de zaken als het sein tot staken wordt gegeven, de „shires" voor overwonn nen en overwinnaars bevrydend vroolyk galmt door het wyde luchtruim, tot driemaal toe. Alzoo won Ajax met 6—0. INGEZONDEN. Nasr aanleiding van de aanhaling over Slöjd uit het „Nederlandsche Dagblad", voor komende in het „Leidsch Dagblad" van 31 October, die m. i. begripsverwarring doet ont staan, verzoek ik U beleefd het volgende te plaatsen in het belang van handenarbeid op de lagere school: Handenarbeid als integreerend deel van het onderwijs op de lagere school, waarop de heer Tutein Nolthenius in zyn beide artikelen in „De GiJs", waarvan het eene getiteld is „De school op voetjes", de aandacht vestigt, he6ft niets te maken met het vak Slöjd. Wie zich over handenarbeid op de lagere school een juist denkbeeld wenscht te vormen, leze het werkje „Handenarbeid op do lagere school in praktyk gebracht" door Yan der Meulen en De Vries, of bezoeke de in dit werkje aangehaalde scholen. Hy leze ten slotte de stukken van den heer Tutein Nol- theüius in „De Gids" en zal dan „Slöjd" en „Handenarbeid als integreerend deel van het onderwys" niet in eenon adem noemen of den staf breken over een richting, die het schoolkind in alleraangenaamsten vorm zoo veel nuttige kennis aanbrengt. C. E. Maclaike Pont, Hoofdonderwijzeres Meisjesschool 1ste kl. Dreyfus op het Duivelseiland. In de „Matin" doet de heer Jean Hess eenige mededeolingen omtrent de levenswyze van Dreyfus. Er is by het artikel een illustra tie gevoegd, naar een photographic van het eiland. Men ziet daarop een klein vierkant van palen, waarboven het dak van een laag huisje ev6D uitsteekt. Het is onmogeiyk zonder toestemming een bezoek aan het eiland te brengen Wie zonder verlof het eiland binnen een kring van drie myl nadert, wordt onverbi ideliyk beschoten. Zóó streng zyn de orders, dat toen comman dant Deniel, zonder de bewakers van Dreyfus daarvan in te lichten, een nachteiyke ronde om het eiland beval, de bewakers op bun eigen kameraden schoten en een van de lieden, die de surveillance-sloep roriden, werd gewond. Verleden jaar werd op een Neder- landsch zeilschip geschoten, dat, onbekend met het consigne, bet eiland tot op oen myl afstands naderde. De eerste twee jaar van zyn gevangenschap zyn Dreyfus vry veel vryheden toegestaan. Zelfs hesft hy zich eens in correspondentie kunnen stellen met iemand uit Cayenne, die zich op het honderd meter verwyderde ile Royale bevond. Hy weigerde, vertelde de heer Roberdeau, gouverneur van Guyana, aan den heer Hess echter het voorstel om te ontvluchten, wat deze persoon hem deed, te ondersteunen. „Ondanks alles," herhaalt de heer Hess, „bevindt zich Dreyfus ia een goede gozond- heid en weet op het oogenblik, dat men te Parys en in de gehecle wereld zich met hem bezighoudt. Hoe hy het weet? Dat doet er weinig toe. Hy weet het en omdat by het weet, is hy zeer bezorgd voor zyn gezond heid. Vroeger werd hy uit de cantine van het ile Royale van voodsel voorzi n. Thans moet hy het zelf koken. Hy ge- broikt veel geconserveerde levensmiddelen. Do regeering levert hem voor haar kosten brood en melk, geitenmelk. Het andere wordt op zyn kosten en volgens zyn wenschen te Cayenne gekocht. Hy kent evenwel den leverancier ni.t. Vroeger werden zyn bestel lingen by verschillende leveranciers gedaan. Thans levert de firma Bally en Zonen byna alles. Deze hoeren, zegt Hess, zullen zelf verwonderd zyn boa ik dit te weten ben kunnen komen. Dreyfus is zeer matig. Elke maand maakt hy een lyst op van de levensmiddelen, dit hy verlangt. Hess heeft zich zoo'n lijst kunnen verschaffen. Dit is de lyst voor October: 1 liter brandspiritus, twee flacons oranjebloesem water, drie potten geconserveerde boter; een kilogram chocolade; twee doozen met Camem bert, kaas; zes flesschen sodawater; twee flesschen bitterwater; zes paar kousen, lengte van den voet 27 c.M.1 kilogram tabak; een houten pyp; 60 sigaren; twee pak lucifers; twee pakken wit papier; twea doozen kaar sen; een flacon kola-capsules of een d003 kola chocolade-tablettenvyf kilo zeep; twee wit linnen pantalons a 10 franken, leDgto der pypen 1.08 M.; ceintuur 80 c.M.; zes wit linnen zakdoeken. Voor deze benoo igdheden werd 139.25 fr. betaald. De 50 sigaren werden voor 16 fr. berekend, de houten pyp 2.50 fr. De lysten der andere maanden lyken veel op deze. Dreyfus gebruikt parfums, byv. zeer dik- wyis eau de-cologne, veel vleesch en groenten ia bussen van de beste merkon en pasteien. Vier maanden heeft hy wyn gebruikt, steeds een mand met 12 flesschen Médoc's maands. Ook gesteriliseerde melk, welke later door versche geitenmelk werd vervangen. In Augus tus deed Dreyfus een horloge voor zich aan- koopen, in Maart radyszaad. Uit deze lysten biykt, zegt de heer Eess, hoe de veroordeelde zich met kalmte en over leg verzorgt. De taille van de ceintuur van de pantalon, 80 c.M., bewUst, dat hy cikker is geworden. Want de pantalons, die hy vóór zyn vertrek droeg, hadden een nauwere ceia- tuur. fimde Sled. Werklar. s[)b opgeaoatea: DATUM. D A 0 E N. Volw. pers. Kin- doron. Totaal. 28 Oct. Zondag 67 16 73 24 Maandag. 77 19 96 25 Dinsdag 81 19 100 26 "Woensdag. 84 20 104 27 Donderdag 86 29 106 28 Vrgdag 83 20 103 29 Zaterdag. 73 14 87 H1LLEGOM. Getrouwd: C. H. Van Haastor on G. G. Heemskerk. H. Bonlcomper en A. A. Burggraaf. R. Schoo en A. M. M. v. Wavoren. Bevallen: A. C. Goomans gob Dirkon, D. W. Pijsterrnan geb. Ovoreem, Z. J. G. De Nijs geb. Ommen, D. P. v. Aalst gob. Do Knogt, D. Overleden: J. C. C. Dekkers, 7 w. 8) Werkelyk scheen het vooruitzicht op de heeriyke reis haar reeds goed te doen. D? vrienden van den huize, die beurtelings op de villa een bezoek brachten, waren meer dan ooit in bewondering over de beminnelyk- heid en de opnieuw ontloken schoonheid van Cordelia. Ja, zy oordeelden eenstemmig, dat haar ziekte geen ander spoor had achtergelaten dau een meer etherische schoonheid. Men be treurde het ten zeerste, dat men haar den geheelen winter in de salons zou moeten misseD. Zulke complimenten behaagden Cordelia. Zy nam ze byna aan als een verkwynende bloem den verfrisschenden dauw en bloosde hevig, toen Baron Van Eeken haar vertelde, wat de Gravin Liverstein van haar gezegd haddat zy het brevet van haar adel op het schoone, trotsche voorhoofd droeg. Toch wilde Cordelia het tydstip van hun vertrek niet uitatellen en dus vertrokken zy op den bepaalden tyd naar het Zuiden. Op reis was Cordelia in de allerbeste stemming. „Ik wil zooveel mogeiyk van dezen tyd genieten en noch aan het verledene, noch aan de toekomst denken", zeide zy. En haar grootvader was gelukkig zoolang zy er vroolyk en gezond uitzag. Wel kende Cordelia reeds Milaan en Venetië, maar meer dan ooit boeiden haar nu de schatteD, die natuur en kunst hier voor haar ten toon spreidden. Vooral Venetiè's schoonheid trok haar aan. „Een stuk van myn hart blyft in Venetië", zeide zy by haar vertrek. „Voorby zyn de dagen van haar groote macht, voorby de dagen van haar luisterryken roem. Maar schoon is zy toch gebleven, en wie kan ooit vergeten, dat zy de koningin van alle steden gewoest is?" Zoo sprak zy en eigenaardig schitterden by deze woorden haar donkore oogen. Hoog moed en zieleleod las men in die oogen en haar woorden gaven weer, wat er in haar hart omging. Haar grootvader verstond echter deze taal niet. Maar ook in hem ontwaakton gevoelens uit het verledene. De warme lucht van het Zuiden en de geestdrift zyner kleindochter hergaven hem als het ware een gedeelte van zyn eigen jeugd. Dit was nog meer het geval, toen zy in Rome kwamen. Waar iade monscb, die niet onder den machtigen indruk komt, dien de „Eeuwige Stad" steeds maakt? Hier ontwaakte het verleden, zyn jeugd, en zyn ziel werd ontvankeiyk voor de eeuwige waarheden. Hier erkenden zy, dat de grootste tydeiyke goederen, de roemrykste naam en titels niet kunnen vergeleken worden by de grootheid en onschatbaarheid der eeuwige goederen. „Ik leef als in een andere wereld," zeide Cordelia met groote aandoening, „en leer hier myn eigen ik geheel vergeten, om my te ver diepen in de grootheid en heeriykheid Gods. Wat is de St.-Pieter op zichzelf reeds een wonder 1 Ik waa voornemens heel critisch te zijn in myn beoordeeling en nu overweldigt zyn schoonheid my dermate, dat ik van be wondering baast schreien moet." Urenlang kon Cordelia vol aandacht in St.-Pieter rondwandelen. Maar ook de omstre ken van Rome boden hun veel genot. Zy maakten prachtige uitstapjes en Cordelia's gezondheid word met den dag beter. Vandaag was het heerlyk weer. Baron Van Eeken en Cordelia hadden den namiddag doorgebracht met een bezoek aan bet Colos seum en den Palatyn. Zy zaten nu op een ruïne en lieten hun blikken gaan over het schoone Albaansche gebergte. Eensklaps meende Cordelia, dat zy bespied werd. Onwille keurig wendde zy het hoofd om en haar blik ontmoette dien van een jongen man, die dadeiyk in verwarring zyn oogen nedersloeg. Cordelia handelde evenzoo, maar het gelaat van don vreemdeling kon zy niet meer ver geten, niet omdat hy haar blykbaar met bewondering had gadegeslagen, daarvoor was zy te zeer aan bewonderende blikken gewoon, maar omdat zyn verschyning iets bekends, iets sympathieks had. Daarom herkende zy den joDgen man ook terstond weer, toen zy na hot bezoeken van een naburige kerk in het rytuig stapten om huiswaarts te gaan. Hy stond plotseling in haar onmiddellyke nabyheid. Ofschoon hy oogenschyniyk geen acht op haar sloeg, was Cordelia overtuigd, dat hy hen gevolgd was en hen niet uit het oog ba l verloren. Maar deze omstandigheid hield haar niet het meest bezig, veel meer de jonge man zelf. Haar gedachtengang volgend, vroeg zy plotseling aan haar grootvader: „Grootvader, zou het Diet mogeiyk zyn, dat Baron Van Beken, ile bedoel Hendrik Van Eeken, de jonge kunstenaar, onze neef, zich hier bevindt?" „Ja," antwoordde Baron Van Eeken. „Inder daad, daaraan heb ik niet gedacht. Maar het is zeer goed mogelyk." „En zou u het niet interessant vinden om konnis te maken?" Haperend, haast schuchter werd deze vraag gesteld. „Gy weet hoe ik over deze familieleden denk, kind," antwoordde Baron Van Eeken koeltjes. „Ik zou niot gaarne weer betrekkingen met hen aanknoopen." „O, dat is jammer; ik zou hem gaarne leeren kennen. Hy is en blyft toch altyd een Van Eeken en gy zeidet, dat zyn schildery op de tentoonstelling een waar kunstwerk was?" Cordelia sprak levendig en keek haar groot vader met haar mooie oogen smeekend aan. Kon hy daaraan weerstand bieden? „O, als het u genoegen doet, hoveling, kou ik wel eens informeereD," zeijie hy vriende- ïyk, en daarmede was de zaak voor heden afgedaan. Maar Cordelia vergat niet haar grootvader er aan te herinneren en werkelyk, Hendrik Van Eeken was in Rome, zyn atelier be vond zich aan de „Via degli artisti." De jonge kunstenaar ontving een uitnoodiging om zy'n bloedverwanten te komen bezoeken en ver zuimde Diet daaraan gevolg te geven. Reeds den volgenden dag legde hy zyn eersto bezoek af en Cordelia's gelaat straalde van voldoening, toen zy in haar neef Hendrik den vreemdeling van den PalatQn herkende. Tusschen hem en Baron Van Eeken bestond een groote gelykenis; deze was ook Cordelia in het oog gevallen en daardoor had zy aan haar neef den kunstenaar gedacht. Deze was blykbaar zeer verraat en oen oogenblik in verwarring, toen hy plotseling tegenover de schoone vreemdelinge stond. Maar baar onbevangenheid bracht hem weldra op zyn gemak. Spoedig waren zy in druk gesprek. Het viel niet te ontkennen, dat neef Hendrik volleerd was in de vormen en manieren der aristocratie; hy was bescheiden en innemend. Zelfs de oude Baron verklaarde, dat hy zich verheugde over de kennismaking met zijn jongen neef. Even bereidwillig als Cordelia; had hy de uitnoodiging aangenomen om don kunstenaar in zyn atelier te bezoekeD. Reeds den volgenden dag werd gevolg ge geven aan dezo uitnoodigiog. Neef Hendrik haalde zyn gasten in het hotel af. Cordelia was in de beste stemmiog on dit scheen ook met den jongen kunstenaar het geval te zyn. Hy bewonderde zyo schoone nicht; dat was duidelyk. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 5