11867 Dinsdag 1 November. A°. 1898 feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <gpn- en feestdagen, uitgegeven. l)it nommcr bestaat uit TWEE Bladen. Koninklijke Yereeniging JMederlandschTooiieel," Ce Controleur van de Slaapwagens. Leiden, 31 October^ Feu-illeton. Arm en rijk verbonden. LEIDSCH DAGBLA PRIJS DEZER COUBAST: Voor Leidon por 8 maanden. f 1.10. JVronco per po6lt 1.40. Afzonderiyke Nommers 0.06. P~RT.TR DRR AD V HiKTMPJT 1 frtw Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regei meer f 0.17J. - Grootere lettere naar plaatsruimte. - Voor het tncasseereo buiten de stad wordt f 0.05 berekend Eerste Blad. I WOENSDAG 2 NOVEMBER: In eik nummer bevindt zich het Bewijs, waarop alléén de bewezen van toegang voor zooverre zitplaatsen beschikbaar zijn jrorden afgegeven. Onder overlegging van een desbetreffend [verzoekscbriit van mevr. de wed. L. D. Leegstra, geb. Schrok, geven B. en Ws. in everweging acressante vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld van bet gymnasium voor haar zoon Sjoerd Hiddo over de 3 laatste kwartalen van den loopenden cursus, aangezien hun by onderzoek gebleken is, dat deze op 22 October jl. voor het laatst de lessen heeft bygewoond. B. en "Ws. stellen den gemeenteraad voor het schoolgeld voor onderstaande leer lingen van de Kweekschool voor onderwyzers en onderwyzeressen, elders woonachtig, vast te stellen op bet ty ieder hunner vermelde bedrag: Voor Anna Johanna van der Kaay, te Oegstgeest, op 6; Johannes Gysbertus Christiaanse, te Oegstgeest, op 6; Lucretia Kramer, te Ommen, op 8; Aaltje Roelofs, te Oude-Wetering, op 4; Elisabeth Van der Brug, to BovenkDüpe, op 4; Elisabeth Isabella Plasschaert, te Middelburg, op ƒ6; Sopbia Bouwer, te Gorredyk, wegens het bijwonen van één les, op 2; Detlef Van Buuren, ta Dordrecht, wegens het bywonen van één les, op 2Toske Janlina Cornelia Cramer, te Hillegom, wegens het bywonen van één les, op f 2.75; Victo.ine Hymans, te'a Gravenhage, wegens htt bywonen van één 33, op ƒ2; Cornelia Johanna Onvlee, te Baarn, p ƒ4; Corneli8 "Willem Paap, te Voorschoten, op 6; Willem Riemersma, te AlfeD, wegens hst bijwonen van twee lessen, op 2,50; JohaDnos Albertus, te Voorschoten, wegens het bijwonen van één les, op 1,25; Jan Veenstra, te Vlissingen, op ƒ6; en van Antje Meijer, te Katwyk, wegens het bywonen van één les, op 2, allen per kwartaal; en van de betaling vry te stellen Cornelia Johannes Bakker, to Loenen a/d Vecht; Mecbtilda Louise Beck, te Warmond; Antonie Lubertus Van Hulzen, te Dinteloord; J. B. Janssen van Ryssen, te Rynsburg; Willem Jiddd Taanman, te Rynsburg, en Anthonius Van der Pol, te Wassenaar; alles in verband met de omtrent het inkomen der ouders of van henzelven, blykens den overgelegden staat, verkregen inlichtingen. Den gemeenteraad leggen B. en Ws. over de eerste lyst van reclames tegen het Kohier der plaatselyke directe belasting van dit jaar; zy stellen voor, overeenkomstig het in die lyst opgenomen advies, te handha v en de aanslagen van A. C. Anderson, J. Bekooy, H. G. Bentz, T. W. M. Bergers, M. Berghout, F. A. Bienen, H. J. Bik, M. J. Blom, J. Bon- hoff, W. F. v. d. Brande, B. R. De Bruin, J. Bruining, S. Buys, J. De la Bye, J. Calkhoven, Wed. P. Chovallier, C. G. Dingjan, D. Dirkse, J. Donkersloot, J. Duyverman,L. J. v. Dyk, J. Eswilder, P. Fabcr, W. v. d. Gaauw, B. Gay- kema, C. J. A. N. v. d. Gent, J. Van Geylik, K. S. De Graag, A. De Graaf, W. J. De Graaff, J. D. Gyzen, M. v. Heeringen, I. J. Van Hees, P. Hillenaar, A. J. M. Hoelen, A. B. Hofhuis, A. C. Holswilder, C. Hoogendoorn, H. Hoogen- doorc, D. A. J. Hoogenstraaten, A. Immink, J. D. Jordaan, Wod. J. Kanbier, C. J. Keyzer, A. G. Kloots Sr., A. G. Kloots Jr., M. Knol, Wed. C. De Koning, J. Kooroman, P. Koore man, W. Koster, C. G. C. Kraneveld, J. H. Kray, P. Kriebel, H. A. J. Krüger, J. H. De Kruis, Wed. J. Kukler, E. Leemans, P. J. Lens, J. H. Maartense, P. v. d. Marei, D. Massaar, W. F. G. Mastenbroek, J. G. Mathol, M. P. Meerburg, P. Mieremet, D. v. Nassau, H. M. v. Nassau, J. W. Nieuwenhuizen Segaar, H. J. M. Proot, A. C. De Regt, Wed. J. J. Rc-sse- naar, J. v. d. Reyden, P. v. d. Reyden Jz., R. Riphaagen, R. J. Roelofs, H. R. De Roos, J. T. Ruygrok, J. C. Sanders, E. J. Schlette, J. P. v. Schooton, W. Segaar, D. Siljee, A. Slie- rings, J. C. Slot, J. Smit, H. L. Speel, L. J. Spoorman, M. C. Styger-Holswilder, Wed. L. Taats, J. J. Taverne, L. Terheyden, C. v. Ttr- tholen, D. Teske, C. Tuyn, P. J. Verhoog, J. A. Vermeulen, Wed. P. C. Vorpoort, N. P. Viss r, L. O. De Vries, O. G. De Vries, A. A. Waals, F. Wessel, J. F. E. "WUleuisom, A. v. Wyk, J. Van Wyk, H. A. C. Zaalberg, G. W. Zaalberg, A. J. v. Zoelen, L. P. v. d. Zon, A. J. Zwaanenbeek; te verminderen de aanslagen van: W. J. Batist Sr. met 3J. W. Boehmer met 6; H. de Boer met 7.50; A. Crama v. Duuren met 3; A. A. Dikshoorn met ƒ6; J. Doesburg Lanooy met 3; A. Duyverman met ƒ1.50; W. F. Eggink met ƒ6; J. Era las met ƒ3; H. E. H. Fortanier met ƒ6; J. Frank met ƒ13.50; J. P. F. Frison met ƒ7.50; H. O. W. Geesink met ƒ9; A. A. de Graaf met 30; A. J. van Hoeken met ƒ6; A. Holle beek met 1.50; H. P. Hoppezak met 16,50; J. J. Huber met ƒ3.60; Wed. M. H. I. S. v. Huyt met 2.25; P. De Jonge met 1.50; P. J. Keuls met ƒ12; G. Kleinhans met 6.10; J. de Koning met ƒ3; J. Korswagen met ƒ18; R. L. Lolkes de Boer met 1.20; G. H. Maat met ƒ12; J. C. Marks met 1.50; K. Meirink met ƒ3; K. Mensing met ƒ6; P. C. Molhuyzen met 7.89; J. Plantfeber met 3 75J. C. Poppe met 6A. v. Rossen met ƒ1.50; F. A. Spiekerman met f 25.20; N. J. Stallinga met 16.50; A. A. H. Struiken met ƒ24; Wed. F. M. Taverne met ƒ22 50; J. T. Terburgh met 5.25; K. de Ven met 4.60; F. O. de Vries met ƒ31.50; J. van Weeren met 3.60; P. v. Weeren met ƒ3; J. v. d. Wilk met ƒ3; J. H. Wilterdink met ƒ6; C. A. Wolf met ƒ12; P. v Zypveld met f 6; en te roieeren de aanslagen van J. H. Carlier, P. J. Heykens, Wed. J. W. Lem, Wed. D. Ossevoort, en Wed. J. Veltman. Tevens bieden B. en Ws. aan hèt lste Suppletoir Kohier der plaatselyke directe belasting, dienst 1898, met 205 aanslagen. Aan de leden der „Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, te LeideD," is wederom de jaarlyksche bundel van „Levens berichten" toegezonden. Deze bevat ditmaal: W. C. A. Staring, door J. F. W. Conrad; A. D. Loman, door ér. H. U. Meyboom; A. J. Enschede, door mr. Ch. M. Dozy; J. G. Ki6t, door mr. P. R. Feith; J. W. Brouwers door Jac. Vrancken; J. H. Hingman, door dr. P. L. Muller; A. Ver Huell, door Joh. H. BeenJ. I. Doedes, door dr. G. H. Lamers W. H. Kosters, door dr. H. Oort; J. Heems kerk Azn., door mr. W. J. Van Weideren baron Rengers; J. G. R. 'Acquoy, door dr. F. Pyper; H. Molema, door A. A. Gander- heyJen; J. P. N. Land, door dr. B. J. H. Ovink; W. G. F. A. Van Sorgen, door T. H. De Beer; J. P. J. W. Kornaörffer, door. dr. A. S. Kok. Verschenen is het Jaarboek der ryks- universiteit te Leiden over 1897/1898, be vattend o. m. het jaarverslag van het Leidscho Universitsitsfonds. Aan dit verslag is het volgende ontleend: Het Fonds is in het aantal leden en in de som dor jaarlyksche by dragen in hetafgeloopen jaar weder vooruitgegaan. Toegetrecen z(jn 129 leden, allen studenten, hoogleeraren en oud-studenten. Het getal leden bedroeg in bet geheel op 1 Mei 1898 563. Do som der uitgaven ras 2683.781/, eri het batig slot bedraagt 683.321/2. In het afgeloopen jaar mocht het Fonds in verschillende richtingen den bloei der academische studiën bevorderen. Ten deele betrof zulks de voortzetting van academische colleges, die in het vorige jaar met steun van het Fonds tot 6tand gekomen waren, ten deele nieuwe aanvragen. Htt Jaarboek bevat verder de gewone opga ven (samenstelling van den Senaat, Series lectionum enz.) benevens het verslag, door don afgetreden rector magnificus, dr. Th. H. Mac Gillavry, by de opening van den cursus op 20 September jl. uitgebracht over de lot gevallen van de universiteit in 1897/98, en de rede, door hem op 8 Febr. 1893 (den 323sten dies) gehouden. Het algemeen totaal der in het academie jaar 1897/98 ingeschreven studenten bedro3g: 87 theologen, 256 juristen, 287 medici, 94 philosofen en 78 literatoren; te zamen 802 ingeschrevenen. Er werden in dat jaar 415 examens afgelegd, waarvan 308 met goeden uitslag. De bibliothecaris van de universiteit te Leiden, dr. S. De Vries, vertoeft voor korten tyd te Rome. Hy is by kardinaal Rampolla en den minister van onderwijs Bacctlli op au 'iöntie geweest als lid van de commissie voor conservatie van oude handschriften, die op het onlangs gehouden congreB te St.- Gallen permanent is verklaard. In Florence werd hy door grof. Biagi in kennis gebracht met een voor Holland zeer merkwaardig manuscript. In twee zware foli anten wordt een reis beschreven, die Cosimo III Mosicis in 1666 in Holland gemaakt heeft. Een groot aantal afbeeloingen van onze steden (teekeniDgcD van Corsini) illustreeren het verhaal. Dr. De Vries brengt van twee dezer tee- keningen photographische reproducties mee, en zal in de My. van Nel Letterkuode mede- deeling doen over de vondst. NR. Ct.) Woensdag 16 November zal te Rynsburg door de classis Lei.en der Geref. Kerken een zendingsdag worden gehouden. Na openiog door ds. W. B. Renkema en een inleidend woord van ds. J. J. Impeta, zal ds. L. Van der Valk een referaat houden over de begin selen en de methode der zending, en daarna ds. O. D. Eerdmans een referaat over het arbeidsveld der zending van de Geref. Kerken in Nederland. Des avonds zal oen bidstond voor de zending worden gehouden, waarin zal voorgaan ds. C. Van Proosdy, van Leiden. Op de vyftiende lyst van de 20ste jaar collecte voor de Scholen met den Bybel komen o.a. voor: Haarlemmermeer Oostzftde, met 253.05; Heemstede met Glip en Bennebroek, met ƒ310; Hillegom, met 90; Waarder met Langeruigeweide en Drietrugge, met 193.05. De kolonel P. J. Von Stein Callenfols wordt van Leiden naar Utrecht overgeplaatst. Prof. Tiele is gisteren naar Schotland vertrokken, om aan de universiteit van Edin- burg de tweede reeks van zyn Gifford lezingen te houden. De eerste lezing beeft Maandag 6 November plaats. In het geheel worden er tien lezingen gehouden, iedere week twee Dinsdag a. s. herdenkt de heer J. C. Gerlings, te Haarlem, den dag, waarop by vóór veertig jaar het ambt aanvaardde van gemeente-ontvanger te Haarlem. De extra-trein, waarmede H. de Koningin hedenavond naar Het Loo terugkeert, vertrekt om 6.39 uit Kleef en komt te 9.18 aan Het Loo (paleis) aan. Morgen, Dinsdag, zal van de Rijkswerf te Amsterdam het nieuwgebouwde flottielje vaartuig „Siboga" worden ia dienst gesteld, met bestemming naar Oost Indié, om daar in gebruik gesteld te worden ten dienste van do Diepzee-expeditie, in do zeeén van onzen Indischen Archipel. Het vaartuig, dat geheel is ingericht voor het doel, waarmede bet zyn eerste reis zal maken, is gebouwd op de werf van de Neder landsche Scbeepsbouwmaatschappy, te Amster dam. De stoomwerktuigen zyn geleverd door de maatschappy van scheeps- en werktuig bouw „Fyonoord", te Rotterdam. By den gehouden proeftocht werd met do twee schroeven, met een vermogen van onge veer 1450 paardekrachten, gedurende vier uren, een gemiidelde snelheid behouden van 13.82 myl, ofschoon het contract verlangde 1100 paardekrachten, waarby een snelheid van 13 myl werd Verwacht. Zooals men weit, is met de leiding der expeditie belast prof. Max Weber, hoogleoraar ia de dierkunde aan de Amsterdamsche Ge- meenteiyke Universiteit. Als assistenten zullen aan de expeoitie deelnemen de hetren dr. J. Veraluys, dr. Schmidt en Nierstrasz. Met het bevel van den bodem wordt be last de luit. ter zee lste klasse G. F. Tyde- man. Mede zyn aan boor! geplaatst: deluits. ter zee 2de kl. H. J. Boldingb, tevens e- rste officier, jhr. O. T. L Holmhorg de Beekfeit en E. C. Hoorens van Heiningen, de officier van gezondb. 2de kl. dr. F. W. Wissel (arts) en de offic. van adm. 2de kl. A. G. Ter Cock. Bij aankomst te Batavia wordt de „Siboga" buiten dienst gesteld en komt het schip ter beschikking van prof. Weber. Behalve den commandant G. F. TydemaD, blyven aan boord de lnits. ter zee Boldingh en Hoorens van Heyningen; de derde-officieren, de officieren van gezondheid en van administratia gaan op andere schepen over. De geneeskundige dienst aan toord zal worden verricht door dr. Schmidt, assistent der expeitie. De nieuwe bemanning z il bestaan uit Javaansche matrozen, die te Batavia worden aangeworven. Prof. Weber wordt eerst in het begin van 1900 uit de tropen in Nederland terugverwacht. Da voor het hoogheemriadschap Rijn- land ingediende begrooting dienst 1890, bedraagt in ontvangst 192,999.32, in uitgaaf 189,686 25 batlg8aldoƒ 3317 07. Op de uitgaven komen voor o a.: Kosten van huishoudelijk bestuur 45,176. van openbare werken 97,963. van byzondere eigendommen ƒ2960. van waarnemingen en toezicht op bijzondere zaken ƒ6,146.67. Buitengewone uitgaven ƒ11,514, onvoorziene uitgaven 20.000. -Kosten ten gevolgd der opheffing van ambachten in Iiya- land f 3186.—. De raming der verschillende ontvangsten is gespecificeerd als volgt: Vroegere cienstjaren 46,739.90 Inkomsten van bezittingen 28,140.71, opbrengst van sluizen on bruggen 9,813.16. Inkomsten vergoeding diensten doorRynland anderen bewe zen ƒ8,322.54. Opbrengst omslagen enheffiing over landeryen in Rynland 94,480.90. Buiten gewone ontvangsten 1000 Ontvangsten als gevolg van de opheffing der ambachten in Rynland 192,999 32'/,. Als bewys hoezeer de Portugeesche regoering op prys stelt de hulde van Neder land aan Portugal gebracht tydens de Vasco da Gamafee8ten te Lissabon door de aanbie ding van den gouden krans en h.t album aan Z. M. den koning coor den kolonel De Groot, commandant van Hr. Ms. „Evertsen", kan dienen, dat blykens een telegraphisch bericht uit Lissabon het Z. M. den Koning heeft behaagd de eerelcdeo van de Vasco da Gama-commissie, Z.Ex. mr. W. H. De Beaufort, minister van buitenlandsche zaken, en Z.Ex. jhr. J. A. Röell, minister van marine, te be noemen tot Grootkruis in de orde van Vila Vicosa en Z.Ex. J. T. Cremer, minister van koloniën, tot Grootkruis in de Christusorde. 10) Baron Van Eeken verbleekte en had moeite om f-ich goed te houden; hij zeide zacht, maar beslist: „Arme Graziellal Maar men hoeft u ver keerd ingelicht, neef Hendrik. De man, die haar liefde won, heeft haar niet verraden; zjlzelve heeft hem zijn woord terug gegeven." Hendrik Van Eeken scheen den Baron te willon antwoorden, maar hun aandacht werd door Cordelia in beslag genomen, want zy zat daar doodsbleek en met gesloten oogen. Wel kwam zy spoedig tot zichzelve; zij stelde ook de beide heeren gerust en verzekerde heshaaldelyk, dat de lange wandeling in de warmte haar te veel vermoeid had en zy wel spoedig geheel hersteld zou zijn. Natuurlijk was er nu geon plaats meer voor andere gedachten. Baron Van Eeken was blijde, toen Cordelia eindelijk in zooverre hersteld was, dat z(j in het Bpoedig gehaalde rijtuig naar huis kon gaan. De dag, die zoo vrooiyk begonnen was, bad een treurig slot. Baron Van Eeken maakte zich zeer bezorgd over deze telkens terug- koerende zwakte van zijn Cordelia. VII. Ondanks Cordelia's heftigen tegenstand, had haar grootvader dadelijk om een dokter ge stuurd, die haar tot herstel harer gezondheid een achtdaagsch verblijf aan de zee aan raadde. Zij waren du3 daarheen vertrokken. De kalme rust, die nu nog in het stille zee dorp hoerschto, deed Cordelia en haar groot vader beidon goed. Baron Van Eeken was meer getroffen dan hl) zichzelven wilde bekenneD door datgene, wat Hendrik Van Eeken bericht had over Graziella Bianchi, de eerste en mis schien de eenige liefde van den grijsaard. De herinneringen zijner jongelingejaren, waarmee hij meende te hebben afgerekend, waren plotse ling weer ontwaakt. Scherper dan toen ge voelde hij nu do kDaging van het berouw. H(j had zichzelven wUsgemaakt, dat Graziella zich wel zou kunnen troosteD, dat het voor haar veel beter was niet aan haar schoon geboorteland ontrukt te worden, om op vroom den bodem te worden overgeplant, en nu hoorde hg, dat zy in den bloei harer jaron van verdriet gostorven was. Hoe moest deze tUding hem treffen I Hy bad nooit mogen verge ten, wat hy aan zyn naam schuldig was -hy had nooit moeten trachten haar liefde te win nen, zeide hy met bittere smart tot zichzelven. Dit was alles, waarover hy berouw gevoelde meer zou zUn adeltrots niet geduld hebben. Cordelia las zyn gedachten duidelyk, zjj wist wat er in zyn ziel omging, zonder dat hy er over sprak. Zy was immers „het kind zijns harten," zooale zy zich zoo gaarne door hem hoorde noomen; zy bezat den ganechen hoogmoed van het oude geslacht der Van Eekens en moest hem dus wel begrypen. Eu toch zou een opmerkzaam toeschouwer bemerkt bobben hoe verlangend zy wachtte op eon woord, dat ook spyt over andere diDgen betuigde. Was bet dan niet meermalen ge beurd, dat zelfs vorsten, den drang huns harten volgond, een eenvoudige vrouw tot hun troon ophieven en toch evon hoog en vorateiyk ge bleven waren? Zulke gedachten bleven echter een strikt geheim; zy was veel te trotsch, om ze iemand mee te deelen of er ook maar op te zinspelen. Of had zy andere redenen om zulks te doen? O, daar was het weer voor haar geest, het vreoseiyk dreigende spookt Hot stak de beenige armen uit den koffer van Karin, om haar van haar hoog standpunt in het stof te trok ken. Wat Cordelia ook doen mocht, hoo zij zich mocht weren, eens zou het spook toch over haar zegevieren. Wat baatte baar ijzeren wilskracht, wat haar vast voornemen om niet aan deezelfe bestaan te gelooven? Zonder dat zy het voorzag, stond het telkens plotseling vóór haar in al zyn vorschrikkelykbeid met alle détails, juiet zoo als Karin Tehi's stervende lippen het baar bekend gemaakt hadden. Zy zag het weer branden in het vlammende vuur van den haard. Wat dan? De kleine dingen van een kind, een rokje, een hemd, schoenen sn kousjes, eenvoudig en grof, en ten laatste ook de medaille van de H. Maagd. O neen, zy zag daar in het brandende vuur haar eigen, arm hart in onuitsprekelyke pyn. Alles, wat zy zoozeer had liefgehad; allee, waaraan zy met hart en ziel van af haar kindsheid had gehangen, dat alles werd haar door die vreeselyke vlammen ontrukt. Acb, en ook by neef Hendrik was het evenmin de hitte als de vermoeienis geweest, dio haar het bewustzyn deed verliezen; het was het verschrikkelyko spook, dat haar uit de lieflyke schetsen van Capri bad aangegrijnsd, en zelfs uit de vromo, reine afbeelding der H. Agnes. Graziella Bianchi had immors het meisje geheeten, dat er voor geposeerd had! O, die naam maakte niet alleen een vreeeelyken indruk op haar grootvader; ook zy rilde hy het hooren van dion naam. Zy had hem immers bet eerst van Karin Tehi's lippen vernomen, ja, maar dit mocht niemand weten zy noemde immers het dreigend apook „Bianchi I" Niemand zou voorzeker gedacht hebben, dat Cordelia door zulke pynlyke gedachten geplaagd werd, toen zy daar behaagiyk in een leuningstoel zat, schynbaar in de lezing van een boek verdiept, terwyi haar groot vader de krant las. Het weer was vandaag byzonder schoon, de zee even prachtig blauw als het uitspansel. Plotseling hoorde zy een vroolyke stem en toen zy opkeken, grootvader en kleindochter, etond neef Hendrik vóór hen. „Ik wilde my pereoonlyk van uw welzyn overtuigen," zeide hy hartelyk. Met blydscbap word hy welkom geheetoD door Baron Van Eeken en Cordelia, die blijk baar zeer verheugd waren den jongen kun stenaar weder te zien. Hy praatte zoo vroolyk en opgewekt, hy wiet zooveel nieuws te vertellen, dat zyn toehoorders hevig begonnen te verlangen om naar al de heerlykheden van Rome terug te keeren. „Ik gevoel my plotseling als een banne ling," schertste Cordelia, „en daar ik my bovendien veel sterker gevoel, stel ik voor om dadelyk naar het eeuwige Rome terug te gaan." De oude Baron bad wel zin om haar voor stel aan te nemen. „Als wy het om uw gezondheid niet be- hooven te laten, vind ik het best." Daarop stolde neef Hendrik voor om oen begin te maken met het schilderen van Cor delia's portret; zy zou dan de noodige rust kunnen genieten, want het poseeren zou haar niet vormoeion. Grootvader en kleindochter waren het spoedig met hem eens en Cor delia bad er niets tegen dagelyks eenige uren in bet atelier van den kunstenaar door te brengen. Na den terugkeer in de Btad werd er spoedig een begin met het werk gemaakt. De uren, by den jongen schilder doorgebracht, waren niet slechts interessant om de vele belangrijke kunstschatten, die zy daar zagen, maar vooral, omdat zy den jeugdigen kunste naar meer en meer ale een degelyk en be minnenswaardig man leerden hoogschatten. De oude Baron Van Eeken loochende niet, dat zyn vooroordoelon tegen neef Hendrik ge heel verdwenen waren. „Hd is toch een echte Van Eeken", zeide hy nu en Cordelia gaf hom hierin groot geiyk. iWordi vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1