11867
Dinsdag 1 November.
A°. 1898
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gpn- en feestdagen, uitgegeven.
l)it nommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Koninklijke Yereeniging
JMederlandschTooiieel,"
Ce Controleur van de Slaapwagens.
Leiden, 31 October^
Feu-illeton.
Arm en rijk verbonden.
LEIDSCH
DAGBLA
PRIJS DEZER COUBAST:
Voor Leidon por 8 maanden. f 1.10.
JVronco per po6lt 1.40.
Afzonderiyke Nommers 0.06.
P~RT.TR DRR AD V HiKTMPJT 1 frtw
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regei meer f 0.17J. - Grootere
lettere naar plaatsruimte. - Voor het tncasseereo buiten de stad
wordt f 0.05 berekend
Eerste Blad.
I WOENSDAG 2 NOVEMBER:
In eik nummer bevindt zich het Bewijs,
waarop alléén de bewezen van toegang
voor zooverre zitplaatsen beschikbaar zijn
jrorden afgegeven.
Onder overlegging van een desbetreffend
[verzoekscbriit van mevr. de wed. L. D.
Leegstra, geb. Schrok, geven B. en Ws. in
everweging acressante vrijstelling te verleenen
van de betaling van schoolgeld van bet
gymnasium voor haar zoon Sjoerd Hiddo over
de 3 laatste kwartalen van den loopenden
cursus, aangezien hun by onderzoek gebleken
is, dat deze op 22 October jl. voor het laatst
de lessen heeft bygewoond.
B. en "Ws. stellen den gemeenteraad
voor het schoolgeld voor onderstaande leer
lingen van de Kweekschool voor onderwyzers
en onderwyzeressen, elders woonachtig, vast
te stellen op bet ty ieder hunner vermelde
bedrag: Voor Anna Johanna van der Kaay,
te Oegstgeest, op 6; Johannes Gysbertus
Christiaanse, te Oegstgeest, op 6; Lucretia
Kramer, te Ommen, op 8; Aaltje Roelofs,
te Oude-Wetering, op 4; Elisabeth Van der
Brug, to BovenkDüpe, op 4; Elisabeth
Isabella Plasschaert, te Middelburg, op ƒ6;
Sopbia Bouwer, te Gorredyk, wegens het
bijwonen van één les, op 2; Detlef Van
Buuren, ta Dordrecht, wegens het bywonen
van één les, op 2Toske Janlina Cornelia
Cramer, te Hillegom, wegens het bywonen
van één les, op f 2.75; Victo.ine Hymans,
te'a Gravenhage, wegens htt bywonen van één
33, op ƒ2; Cornelia Johanna Onvlee, te Baarn,
p ƒ4; Corneli8 "Willem Paap, te Voorschoten,
op 6; Willem Riemersma, te AlfeD, wegens
hst bijwonen van twee lessen, op 2,50;
JohaDnos Albertus, te Voorschoten, wegens het
bijwonen van één les, op 1,25; Jan Veenstra,
te Vlissingen, op ƒ6; en van Antje Meijer, te
Katwyk, wegens het bywonen van één les,
op 2, allen per kwartaal;
en van de betaling vry te stellen Cornelia
Johannes Bakker, to Loenen a/d Vecht;
Mecbtilda Louise Beck, te Warmond; Antonie
Lubertus Van Hulzen, te Dinteloord; J. B.
Janssen van Ryssen, te Rynsburg; Willem
Jiddd Taanman, te Rynsburg, en Anthonius
Van der Pol, te Wassenaar;
alles in verband met de omtrent het
inkomen der ouders of van henzelven, blykens
den overgelegden staat, verkregen inlichtingen.
Den gemeenteraad leggen B. en Ws.
over de eerste lyst van reclames tegen het
Kohier der plaatselyke directe belasting van
dit jaar; zy stellen voor, overeenkomstig het
in die lyst opgenomen advies, te handha v en
de aanslagen van A. C. Anderson, J. Bekooy,
H. G. Bentz, T. W. M. Bergers, M. Berghout,
F. A. Bienen, H. J. Bik, M. J. Blom, J. Bon-
hoff, W. F. v. d. Brande, B. R. De Bruin, J.
Bruining, S. Buys, J. De la Bye, J. Calkhoven,
Wed. P. Chovallier, C. G. Dingjan, D. Dirkse,
J. Donkersloot, J. Duyverman,L. J. v. Dyk, J.
Eswilder, P. Fabcr, W. v. d. Gaauw, B. Gay-
kema, C. J. A. N. v. d. Gent, J. Van Geylik,
K. S. De Graag, A. De Graaf, W. J. De Graaff,
J. D. Gyzen, M. v. Heeringen, I. J. Van Hees,
P. Hillenaar, A. J. M. Hoelen, A. B. Hofhuis,
A. C. Holswilder, C. Hoogendoorn, H. Hoogen-
doorc, D. A. J. Hoogenstraaten, A. Immink,
J. D. Jordaan, Wod. J. Kanbier, C. J. Keyzer,
A. G. Kloots Sr., A. G. Kloots Jr., M. Knol,
Wed. C. De Koning, J. Kooroman, P. Koore
man, W. Koster, C. G. C. Kraneveld, J. H.
Kray, P. Kriebel, H. A. J. Krüger, J. H.
De Kruis, Wed. J. Kukler, E. Leemans, P.
J. Lens, J. H. Maartense, P. v. d. Marei, D.
Massaar, W. F. G. Mastenbroek, J. G. Mathol,
M. P. Meerburg, P. Mieremet, D. v. Nassau,
H. M. v. Nassau, J. W. Nieuwenhuizen Segaar,
H. J. M. Proot, A. C. De Regt, Wed. J. J. Rc-sse-
naar, J. v. d. Reyden, P. v. d. Reyden Jz., R.
Riphaagen, R. J. Roelofs, H. R. De Roos, J. T.
Ruygrok, J. C. Sanders, E. J. Schlette, J. P.
v. Schooton, W. Segaar, D. Siljee, A. Slie-
rings, J. C. Slot, J. Smit, H. L. Speel,
L. J. Spoorman, M. C. Styger-Holswilder, Wed. L.
Taats, J. J. Taverne, L. Terheyden, C. v. Ttr-
tholen, D. Teske, C. Tuyn, P. J. Verhoog,
J. A. Vermeulen, Wed. P. C. Vorpoort, N. P.
Viss r, L. O. De Vries, O. G. De Vries, A. A.
Waals, F. Wessel, J. F. E. "WUleuisom, A.
v. Wyk, J. Van Wyk, H. A. C. Zaalberg, G. W.
Zaalberg, A. J. v. Zoelen, L. P. v. d. Zon, A.
J. Zwaanenbeek;
te verminderen de aanslagen van: W.
J. Batist Sr. met 3J. W. Boehmer met 6;
H. de Boer met 7.50; A. Crama v. Duuren
met 3; A. A. Dikshoorn met ƒ6; J. Doesburg
Lanooy met 3; A. Duyverman met ƒ1.50;
W. F. Eggink met ƒ6; J. Era las met ƒ3;
H. E. H. Fortanier met ƒ6; J. Frank met
ƒ13.50; J. P. F. Frison met ƒ7.50; H. O.
W. Geesink met ƒ9; A. A. de Graaf met
30; A. J. van Hoeken met ƒ6; A. Holle
beek met 1.50; H. P. Hoppezak met 16,50;
J. J. Huber met ƒ3.60; Wed. M. H. I. S.
v. Huyt met 2.25; P. De Jonge met 1.50;
P. J. Keuls met ƒ12; G. Kleinhans met 6.10;
J. de Koning met ƒ3; J. Korswagen met
ƒ18; R. L. Lolkes de Boer met 1.20; G.
H. Maat met ƒ12; J. C. Marks met 1.50;
K. Meirink met ƒ3; K. Mensing met ƒ6;
P. C. Molhuyzen met 7.89; J. Plantfeber
met 3 75J. C. Poppe met 6A. v. Rossen
met ƒ1.50; F. A. Spiekerman met f 25.20;
N. J. Stallinga met 16.50; A. A. H. Struiken
met ƒ24; Wed. F. M. Taverne met ƒ22 50;
J. T. Terburgh met 5.25; K. de Ven met
4.60; F. O. de Vries met ƒ31.50; J. van
Weeren met 3.60; P. v. Weeren met ƒ3;
J. v. d. Wilk met ƒ3; J. H. Wilterdink met
ƒ6; C. A. Wolf met ƒ12; P. v Zypveld
met f 6;
en te roieeren de aanslagen van J. H.
Carlier, P. J. Heykens, Wed. J. W. Lem,
Wed. D. Ossevoort, en Wed. J. Veltman.
Tevens bieden B. en Ws. aan hèt lste
Suppletoir Kohier der plaatselyke directe
belasting, dienst 1898, met 205 aanslagen.
Aan de leden der „Maatschappij der
Nederlandsche Letterkunde, te LeideD," is
wederom de jaarlyksche bundel van „Levens
berichten" toegezonden. Deze bevat ditmaal:
W. C. A. Staring, door J. F. W. Conrad;
A. D. Loman, door ér. H. U. Meyboom; A.
J. Enschede, door mr. Ch. M. Dozy; J. G.
Ki6t, door mr. P. R. Feith; J. W. Brouwers
door Jac. Vrancken; J. H. Hingman, door
dr. P. L. Muller; A. Ver Huell, door Joh.
H. BeenJ. I. Doedes, door dr. G. H. Lamers
W. H. Kosters, door dr. H. Oort; J. Heems
kerk Azn., door mr. W. J. Van Weideren
baron Rengers; J. G. R. 'Acquoy, door dr.
F. Pyper; H. Molema, door A. A. Gander-
heyJen; J. P. N. Land, door dr. B. J. H.
Ovink; W. G. F. A. Van Sorgen, door T. H.
De Beer; J. P. J. W. Kornaörffer, door. dr.
A. S. Kok.
Verschenen is het Jaarboek der ryks-
universiteit te Leiden over 1897/1898, be
vattend o. m. het jaarverslag van het Leidscho
Universitsitsfonds. Aan dit verslag is het
volgende ontleend:
Het Fonds is in het aantal leden en in de
som dor jaarlyksche by dragen in hetafgeloopen
jaar weder vooruitgegaan. Toegetrecen z(jn
129 leden, allen studenten, hoogleeraren en
oud-studenten.
Het getal leden bedroeg in bet geheel op
1 Mei 1898 563.
Do som der uitgaven ras 2683.781/, eri
het batig slot bedraagt 683.321/2.
In het afgeloopen jaar mocht het Fonds
in verschillende richtingen den bloei der
academische studiën bevorderen. Ten deele
betrof zulks de voortzetting van academische
colleges, die in het vorige jaar met steun
van het Fonds tot 6tand gekomen waren,
ten deele nieuwe aanvragen.
Htt Jaarboek bevat verder de gewone opga
ven (samenstelling van den Senaat, Series
lectionum enz.) benevens het verslag, door
don afgetreden rector magnificus, dr. Th. H.
Mac Gillavry, by de opening van den cursus
op 20 September jl. uitgebracht over de lot
gevallen van de universiteit in 1897/98, en
de rede, door hem op 8 Febr. 1893 (den 323sten
dies) gehouden.
Het algemeen totaal der in het academie
jaar 1897/98 ingeschreven studenten bedro3g:
87 theologen, 256 juristen, 287 medici, 94
philosofen en 78 literatoren; te zamen 802
ingeschrevenen. Er werden in dat jaar 415
examens afgelegd, waarvan 308 met goeden
uitslag.
De bibliothecaris van de universiteit te
Leiden, dr. S. De Vries, vertoeft voor korten
tyd te Rome. Hy is by kardinaal Rampolla
en den minister van onderwijs Bacctlli op
au 'iöntie geweest als lid van de commissie
voor conservatie van oude handschriften, die
op het onlangs gehouden congreB te St.-
Gallen permanent is verklaard.
In Florence werd hy door grof. Biagi in
kennis gebracht met een voor Holland zeer
merkwaardig manuscript. In twee zware foli
anten wordt een reis beschreven, die Cosimo
III Mosicis in 1666 in Holland gemaakt heeft.
Een groot aantal afbeeloingen van onze steden
(teekeniDgcD van Corsini) illustreeren het
verhaal.
Dr. De Vries brengt van twee dezer tee-
keningen photographische reproducties mee,
en zal in de My. van Nel Letterkuode mede-
deeling doen over de vondst. NR. Ct.)
Woensdag 16 November zal te Rynsburg
door de classis Lei.en der Geref. Kerken een
zendingsdag worden gehouden. Na openiog
door ds. W. B. Renkema en een inleidend
woord van ds. J. J. Impeta, zal ds. L. Van
der Valk een referaat houden over de begin
selen en de methode der zending, en daarna
ds. O. D. Eerdmans een referaat over het
arbeidsveld der zending van de Geref. Kerken
in Nederland.
Des avonds zal oen bidstond voor de zending
worden gehouden, waarin zal voorgaan ds.
C. Van Proosdy, van Leiden.
Op de vyftiende lyst van de 20ste jaar
collecte voor de Scholen met den Bybel komen
o.a. voor: Haarlemmermeer Oostzftde, met
253.05; Heemstede met Glip en Bennebroek,
met ƒ310; Hillegom, met 90; Waarder met
Langeruigeweide en Drietrugge, met 193.05.
De kolonel P. J. Von Stein Callenfols
wordt van Leiden naar Utrecht overgeplaatst.
Prof. Tiele is gisteren naar Schotland
vertrokken, om aan de universiteit van Edin-
burg de tweede reeks van zyn Gifford lezingen
te houden. De eerste lezing beeft Maandag
6 November plaats. In het geheel worden
er tien lezingen gehouden, iedere week twee
Dinsdag a. s. herdenkt de heer J. C.
Gerlings, te Haarlem, den dag, waarop by
vóór veertig jaar het ambt aanvaardde van
gemeente-ontvanger te Haarlem.
De extra-trein, waarmede H. de
Koningin hedenavond naar Het Loo terugkeert,
vertrekt om 6.39 uit Kleef en komt te 9.18
aan Het Loo (paleis) aan.
Morgen, Dinsdag, zal van de Rijkswerf
te Amsterdam het nieuwgebouwde flottielje
vaartuig „Siboga" worden ia dienst gesteld,
met bestemming naar Oost Indié, om daar
in gebruik gesteld te worden ten dienste van
do Diepzee-expeditie, in do zeeén van onzen
Indischen Archipel.
Het vaartuig, dat geheel is ingericht voor
het doel, waarmede bet zyn eerste reis zal
maken, is gebouwd op de werf van de Neder
landsche Scbeepsbouwmaatschappy, te Amster
dam. De stoomwerktuigen zyn geleverd door
de maatschappy van scheeps- en werktuig
bouw „Fyonoord", te Rotterdam.
By den gehouden proeftocht werd met do
twee schroeven, met een vermogen van onge
veer 1450 paardekrachten, gedurende vier
uren, een gemiidelde snelheid behouden van
13.82 myl, ofschoon het contract verlangde
1100 paardekrachten, waarby een snelheid
van 13 myl werd Verwacht.
Zooals men weit, is met de leiding der
expeditie belast prof. Max Weber, hoogleoraar
ia de dierkunde aan de Amsterdamsche Ge-
meenteiyke Universiteit. Als assistenten zullen
aan de expeoitie deelnemen de hetren dr. J.
Veraluys, dr. Schmidt en Nierstrasz.
Met het bevel van den bodem wordt be
last de luit. ter zee lste klasse G. F. Tyde-
man. Mede zyn aan boor! geplaatst: deluits.
ter zee 2de kl. H. J. Boldingb, tevens e- rste
officier, jhr. O. T. L Holmhorg de Beekfeit
en E. C. Hoorens van Heiningen, de officier
van gezondb. 2de kl. dr. F. W. Wissel (arts)
en de offic. van adm. 2de kl. A. G. Ter Cock.
Bij aankomst te Batavia wordt de „Siboga"
buiten dienst gesteld en komt het schip ter
beschikking van prof. Weber. Behalve den
commandant G. F. TydemaD, blyven aan boord
de lnits. ter zee Boldingh en Hoorens van
Heyningen; de derde-officieren, de officieren
van gezondheid en van administratia gaan
op andere schepen over. De geneeskundige
dienst aan toord zal worden verricht door dr.
Schmidt, assistent der expeitie. De nieuwe
bemanning z il bestaan uit Javaansche matrozen,
die te Batavia worden aangeworven.
Prof. Weber wordt eerst in het begin van
1900 uit de tropen in Nederland terugverwacht.
Da voor het hoogheemriadschap Rijn-
land ingediende begrooting dienst 1890, bedraagt
in ontvangst 192,999.32, in uitgaaf 189,686 25
batlg8aldoƒ 3317 07. Op de uitgaven komen
voor o a.: Kosten van huishoudelijk bestuur
45,176. van openbare werken 97,963.
van byzondere eigendommen ƒ2960. van
waarnemingen en toezicht op bijzondere zaken
ƒ6,146.67. Buitengewone uitgaven ƒ11,514,
onvoorziene uitgaven 20.000. -Kosten ten
gevolgd der opheffing van ambachten in Iiya-
land f 3186.—.
De raming der verschillende ontvangsten is
gespecificeerd als volgt:
Vroegere cienstjaren 46,739.90 Inkomsten
van bezittingen 28,140.71, opbrengst van
sluizen on bruggen 9,813.16. Inkomsten
vergoeding diensten doorRynland anderen bewe
zen ƒ8,322.54. Opbrengst omslagen enheffiing
over landeryen in Rynland 94,480.90. Buiten
gewone ontvangsten 1000 Ontvangsten als
gevolg van de opheffing der ambachten in
Rynland 192,999 32'/,.
Als bewys hoezeer de Portugeesche
regoering op prys stelt de hulde van Neder
land aan Portugal gebracht tydens de Vasco
da Gamafee8ten te Lissabon door de aanbie
ding van den gouden krans en h.t album
aan Z. M. den koning coor den kolonel De
Groot, commandant van Hr. Ms. „Evertsen",
kan dienen, dat blykens een telegraphisch
bericht uit Lissabon het Z. M. den Koning
heeft behaagd de eerelcdeo van de Vasco da
Gama-commissie, Z.Ex. mr. W. H. De Beaufort,
minister van buitenlandsche zaken, en Z.Ex.
jhr. J. A. Röell, minister van marine, te be
noemen tot Grootkruis in de orde van Vila
Vicosa en Z.Ex. J. T. Cremer, minister van
koloniën, tot Grootkruis in de Christusorde.
10)
Baron Van Eeken verbleekte en had moeite om
f-ich goed te houden; hij zeide zacht, maar beslist:
„Arme Graziellal Maar men hoeft u ver
keerd ingelicht, neef Hendrik. De man, die
haar liefde won, heeft haar niet verraden;
zjlzelve heeft hem zijn woord terug gegeven."
Hendrik Van Eeken scheen den Baron te
willon antwoorden, maar hun aandacht werd
door Cordelia in beslag genomen, want zy
zat daar doodsbleek en met gesloten oogen.
Wel kwam zy spoedig tot zichzelve; zij stelde
ook de beide heeren gerust en verzekerde
heshaaldelyk, dat de lange wandeling in de
warmte haar te veel vermoeid had en zy wel
spoedig geheel hersteld zou zijn.
Natuurlijk was er nu geon plaats meer
voor andere gedachten. Baron Van Eeken
was blijde, toen Cordelia eindelijk in zooverre
hersteld was, dat z(j in het Bpoedig gehaalde
rijtuig naar huis kon gaan.
De dag, die zoo vrooiyk begonnen was,
bad een treurig slot. Baron Van Eeken maakte
zich zeer bezorgd over deze telkens terug-
koerende zwakte van zijn Cordelia.
VII.
Ondanks Cordelia's heftigen tegenstand, had
haar grootvader dadelijk om een dokter ge
stuurd, die haar tot herstel harer gezondheid
een achtdaagsch verblijf aan de zee aan
raadde. Zij waren du3 daarheen vertrokken.
De kalme rust, die nu nog in het stille zee
dorp hoerschto, deed Cordelia en haar groot
vader beidon goed. Baron Van Eeken was meer
getroffen dan hl) zichzelven wilde bekenneD
door datgene, wat Hendrik Van Eeken bericht
had over Graziella Bianchi, de eerste en mis
schien de eenige liefde van den grijsaard. De
herinneringen zijner jongelingejaren, waarmee
hij meende te hebben afgerekend, waren plotse
ling weer ontwaakt. Scherper dan toen ge
voelde hij nu do kDaging van het berouw.
H(j had zichzelven wUsgemaakt, dat Graziella
zich wel zou kunnen troosteD, dat het voor
haar veel beter was niet aan haar schoon
geboorteland ontrukt te worden, om op vroom
den bodem te worden overgeplant, en nu
hoorde hg, dat zy in den bloei harer jaron
van verdriet gostorven was. Hoe moest deze
tUding hem treffen I Hy bad nooit mogen verge
ten, wat hy aan zyn naam schuldig was -hy
had nooit moeten trachten haar liefde te win
nen, zeide hy met bittere smart tot zichzelven.
Dit was alles, waarover hy berouw gevoelde
meer zou zUn adeltrots niet geduld hebben.
Cordelia las zyn gedachten duidelyk, zjj
wist wat er in zyn ziel omging, zonder dat
hy er over sprak. Zy was immers „het kind
zijns harten," zooale zy zich zoo gaarne door
hem hoorde noomen; zy bezat den ganechen
hoogmoed van het oude geslacht der Van
Eekens en moest hem dus wel begrypen.
Eu toch zou een opmerkzaam toeschouwer
bemerkt bobben hoe verlangend zy wachtte
op eon woord, dat ook spyt over andere diDgen
betuigde. Was bet dan niet meermalen ge
beurd, dat zelfs vorsten, den drang huns harten
volgond, een eenvoudige vrouw tot hun troon
ophieven en toch evon hoog en vorateiyk ge
bleven waren? Zulke gedachten bleven echter
een strikt geheim; zy was veel te trotsch,
om ze iemand mee te deelen of er ook maar
op te zinspelen.
Of had zy andere redenen om zulks te doen?
O, daar was het weer voor haar geest, het
vreoseiyk dreigende spookt Hot stak de beenige
armen uit den koffer van Karin, om haar
van haar hoog standpunt in het stof te trok
ken. Wat Cordelia ook doen mocht, hoo zij
zich mocht weren, eens zou het spook toch
over haar zegevieren. Wat baatte baar ijzeren
wilskracht, wat haar vast voornemen om niet
aan deezelfe bestaan te gelooven? Zonder dat
zy het voorzag, stond het telkens plotseling
vóór haar in al zyn vorschrikkelykbeid met
alle détails, juiet zoo als Karin Tehi's stervende
lippen het baar bekend gemaakt hadden. Zy
zag het weer branden in het vlammende vuur
van den haard. Wat dan? De kleine dingen
van een kind, een rokje, een hemd, schoenen
sn kousjes, eenvoudig en grof, en ten laatste
ook de medaille van de H. Maagd. O neen,
zy zag daar in het brandende vuur haar eigen,
arm hart in onuitsprekelyke pyn. Alles, wat
zy zoozeer had liefgehad; allee, waaraan zy
met hart en ziel van af haar kindsheid
had gehangen, dat alles werd haar door die
vreeselyke vlammen ontrukt.
Acb, en ook by neef Hendrik was het
evenmin de hitte als de vermoeienis geweest,
dio haar het bewustzyn deed verliezen;
het was het verschrikkelyko spook, dat haar
uit de lieflyke schetsen van Capri bad
aangegrijnsd, en zelfs uit de vromo, reine
afbeelding der H. Agnes. Graziella Bianchi
had immors het meisje geheeten, dat er voor
geposeerd had! O, die naam maakte niet alleen
een vreeeelyken indruk op haar grootvader;
ook zy rilde hy het hooren van dion naam.
Zy had hem immers bet eerst van Karin
Tehi's lippen vernomen, ja, maar dit mocht
niemand weten zy noemde immers het
dreigend apook „Bianchi I"
Niemand zou voorzeker gedacht hebben,
dat Cordelia door zulke pynlyke gedachten
geplaagd werd, toen zy daar behaagiyk in
een leuningstoel zat, schynbaar in de lezing
van een boek verdiept, terwyi haar groot
vader de krant las.
Het weer was vandaag byzonder schoon,
de zee even prachtig blauw als het uitspansel.
Plotseling hoorde zy een vroolyke stem en
toen zy opkeken, grootvader en kleindochter,
etond neef Hendrik vóór hen.
„Ik wilde my pereoonlyk van uw welzyn
overtuigen," zeide hy hartelyk.
Met blydscbap word hy welkom geheetoD
door Baron Van Eeken en Cordelia, die blijk
baar zeer verheugd waren den jongen kun
stenaar weder te zien. Hy praatte zoo vroolyk
en opgewekt, hy wiet zooveel nieuws te
vertellen, dat zyn toehoorders hevig begonnen
te verlangen om naar al de heerlykheden van
Rome terug te keeren.
„Ik gevoel my plotseling als een banne
ling," schertste Cordelia, „en daar ik my
bovendien veel sterker gevoel, stel ik voor
om dadelyk naar het eeuwige Rome terug
te gaan."
De oude Baron bad wel zin om haar voor
stel aan te nemen.
„Als wy het om uw gezondheid niet be-
hooven te laten, vind ik het best."
Daarop stolde neef Hendrik voor om oen
begin te maken met het schilderen van Cor
delia's portret; zy zou dan de noodige rust
kunnen genieten, want het poseeren zou haar
niet vormoeion. Grootvader en kleindochter
waren het spoedig met hem eens en Cor
delia bad er niets tegen dagelyks eenige uren
in bet atelier van den kunstenaar door te
brengen.
Na den terugkeer in de Btad werd er
spoedig een begin met het werk gemaakt.
De uren, by den jongen schilder doorgebracht,
waren niet slechts interessant om de vele
belangrijke kunstschatten, die zy daar zagen,
maar vooral, omdat zy den jeugdigen kunste
naar meer en meer ale een degelyk en be
minnenswaardig man leerden hoogschatten.
De oude Baron Van Eeken loochende niet,
dat zyn vooroordoelon tegen neef Hendrik ge
heel verdwenen waren.
„Hd is toch een echte Van Eeken", zeide
hy nu en Cordelia gaf hom hierin groot
geiyk.
iWordi vervolgd.)