en levensgevaarlijk werd verwond. Met een
schuitje werd do gewonde man naar huis
vervoerd. Z(jn toestand is zorgwekkend.
EeDige uren na dit ODgeval viel een meisje
van zekeren Spek, aan de Hofbrug woonachtig,
te water. Onmiddellijk begaf zich de loodgieter
Van Dijk to water, doch deze was niet bij
machte voldoende hulp to vtrleenen. De heer
H. Turkenburg, timmerman in dienst van
den heer Qesman, aan de tovengenoamde
fabriek werkzaam, kwam op het hulpgeroep
aanioopen en begaf zich onmiddellijk even
eens gekleed te water. Deze had het geluk
het meisje behouden aan wal te brengen.
Hillcgoin. Ten hui2e van den beer J. W.
Van Til, alhier, heeft zich een geval van be
smettelijke ziekte (roodvonk) voorgedaan.
Lisse. Er heeft zich in deze gemoente een
geval van febris typhoidea voorgedaan.
Oude-Wetering. Mejuffr. J. A. Mooy, laatst
on lerwijzeres alhier aan de Chr. School (hoofd
de heer G. J. B. Bootje) is tegen 1 November
a.s. als zoodanig benoemd aan een Chr.
School te Ridderkerk.
Cit de „Staatscourant**
Bq Koninklijk besluit is met ingaog van 16 Deo.
189ö benoemd tot directeur vau het post en
telegraafkantoor te Osa, H. Croeso, thans commios
der telographie ieto klasee.
Met ingang van 1 Nov. 1898 ia aan P J.
Neyt, oud-bouw- en werktuigkundige bij den aanleg
vmi Staatsspoorwegen, tc Amsterdam, op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend als assistent voor de
waterbouwkundo aan de Polytechnische School
te Delft.
De luit. ter zee lste k). W. D. H. baron Van
Asbeck wordt met 1 Nov. a. a. gedetacheerd te
Rotterdam, bij de verdere gereedmaking vaD Hr.
Ms. opnemiDgsvaartuig Van Gogh".
De loit. ter zee lste kl. F Pinke, geplaatst
in de rol van Hr. Ms. wachtschip te Hellevoctsluia
en belast niet het bevel over Hr. Ms. rivier
vaartuig Rh en as", is met *11 Oct. jl. eervol ont
hoven en belast met het bevel over Hr. Ms. rivier
vaartuig „Mcrva".
Met dienzelfden datum is do luit. ter zee 2de
kl. C. T. Steffelaar gedetacheerd aan boord van
laatstgenoemd riviervaartuig.
De luit. ter zeo lste kl. L. E. A. T. Ter Haar
wordt, met intrekking van zgn overplaatsing als
eerste officier aan boord van Hr. Ms. wachtschip
te Uellevoetsluis, met 1 Nov. a. a. overgeplaatst
aan boord van Hr. Ms. logementschip .Buffel",
terwijl de overplaatsing van den Intt. ter zeo lste
kl. C. E. Dittlinger met dienzelfden datum aan
boord van Hr. Ms. pantaerdekschip .Friesland"
wordt ingetrokken, en te zijner vervanging -aange
wezen de loit. ter ze© der lste kl. J. S. F. Gnllay.
Do buitengewone adelborst bij d© Kon. Nederl.
Marino-reservo J. De Koning, wordt met 1 Nov.
a s. geplaatst aaD boord vaD Iir. Ms. iDstructiescbip
„Gier."
De minister van financiën maakt bekend, dat
hij uit Utrecht ontvangen heeft f 146.19, wegens te
weinig betaalde vermogens- en bedrijfsbelasting.
Ge meeat eva ad van Leiderdorp.
Ia de gisteravond gehouden zitting waren met
den Voorzitter zes leden tegenwoordig. Afwezig
was, wegons ongesteldheid, do beer Sillevis.
Goedgevonden werd de steog bij den heer Schal
ens te doen bestraten. De kosten hiervan, met
inbegrip van het leggen van een duiker, zijn door
den gemeenteopzichter geraamd op ƒ100.
Medegedeeld werd dat de hoeren J. Boot en C.
Meerburg door den Commissaris der Koningin zijn
benoemd tot zotters van 's Rijks directe belastingen.
Een dankbetuiging van den vroegeren gemeente
veldwachter Meyn voor d© hem verleende gratifi-
)atio behoorde tot de stukken, die voor kennis
geving werden aangenomen.
Een verzoek van dr. Van Deventer, om voor
1899 tol gemeente-geneesheer te worden benoemd,
word aangehouden tot een volgende vergadering,
daar een eventueele benoeming eerst 1 Jan. 1899
ingaat.
Een broede discussie ontspon zich naar aanlei
ding van het verzoek der feestcommissie, om van
gemeentewege het tekort der feestviering, ten
bedrage van ongeveer 850, te dekken.
De Voorzitter wees er op, dat de inhuldigings-
foesten in deze gemeente op waardige wijze zijn
gevierd, doch d© kosten dezer viering zeer zijn
tegengevallen. Hij adviseerde gunstig op het ver
zoek te beschikken, waartoe hij de vrijheid heeft,
wjjl die uitgaaf op zulk een wijze kan worden
gedekt, dat zy in 't geheel met op de ingezetenen
drukt, dus zonder dat de belastingen bohoeven te
worden verhoogd. Spr. stelde voor een leening
aan te gaaD van ƒ850 en hiervan af te lossen in
1899 ƒ200, in 1900 ƒ400 en in 1901 ƒ250, eD voor
deze aflossingen te bestemmen de gelden, die deze
gemeente, voor 't laatst in 1S99 (over 8 m.), als
aandeel in do kwade posten aan hot Rijk heeft
uit te keeren voor het geannexeerdo deel van
Leiderdorp.
De heer Van Leeuwen gelooft, dat de commissie,
aan wie vanwege de feestcommissie het onderzoek
van de rekeningen der feestviering is opgedragen,
bij dit onderzoek een post zal vinden, dien zij zal
moeten afkeuren. Hij vroeg, of het niet good was,
indien uit den Raad een commissie werd belast
met een onderzoek omtrent den post, die niet in
orde is.
De Voorzitter acht dit de taak van ben, die
vanwego do feestcommissie mot het onderzoek dor
rekening zijn belast.
De heer Boot merkte op, dat de commissie,
belast met het nazien der rekening, een niet ge
makkelijke taak heeft, wijl het moeilijk is critiek
op een rekening uit te oefenen. Voorts geloofde
bij niet, dat in do rekening zulke groote verande
ringen zullen komen.
Do heer Moraal bejammerde het, dat de meer
genoemde commissie de rekeningen nog niet heeft
nagezien, waarvoor zjj toch al den tijd bad, ter
wijl zij wist, dat de zaak in den Raad ter sprake
zou wordeo gebracht.
Do Voorzitter merkte op, dat dit aan de zaak
niet3 afdoet.
De lieer Moraal zeide dat de feestcommisie, vóór
zij zich tot den Raad wendde, een inzameling bij
de ingezetenen bad moeten bondcD; dan hadden
de raadsleden thans gemakkelijker hnn stem kun
nen uitbrengen. Spr. stelde voor, de zaak aan te
houden tot de rekeningen zijn nagezien en er
vanwego do feestcommissie wellicht andero maat
regelen zijn genomen.
De Voorzitter gelooft, dat een rondgang niet
veol zou hebben gebaat en achtte het beter, nn
reeds oen besluit te nemcD en wel met het oog
op do hegrooting.
Do heer Koning was oveneens van meening.
dat do rekening had behooren te worden nage
zien, en dat hot beter ware geweest, indien de
feestcommissie eerst gedaan had wat ze kon, om
de noodige gelden bijeen te krijgen, zonder dade
lijk den Raad aan te spreken; ook merkte hjj
noS op, dat er flks aanmerking op de rekening
schijnt gemaakt te kunnen worden.
De heer Boot wilde niet tegenspreken, dat er
een post op de rokening voorkomt, die er niet op
hoort, dooh gelooft niet, dat deze van zoo grooten
invloed is op het qjfer van het tekort. Tegen een
collecte hoeft spr. bezwaar. Voorts merkte hg nog
op, dat de optochtcommissie haar aandeel in het
tekort had willen betalen, indien de groote com
missie zich daartoe ook bereid had verklaard.
Na nog eonige discussie, waarbij de heer KoniDg
opmerkte, dat, had de gemoente deze uitgaaf niet
te doen, de Hoofdelijke omslag had kunnen worden
verlaagd met hetgeen anders aan kwade posten
wordt uitgekeerd, en de Voorzitter had geantwoord,
dat een dergelijke vermindering niot veel betee-
kenen zou, wel indien zij bijv. een duizend gulden
bedroeg, werd overgegaan tot stemming over het
voórstel van den Voorzitter, om het werkelijke
tekort voor rekoning der gemeente te nemen en
deze uitgaaf te vinden door eeu bijzondere geld-
leening, zonder de belastingen te vorhoogen.
Dit voorstel werd aangeDomou met 4 tegen 2
St., die dor heeren Koning en Moraal.
Do heer Moraal verklaarde nog eens tegen het
voorstel te zijn, omdat de commissie de rekening
nog niet had nagezien en zij niet had gedaan,
buiten den Raad om, wat ze had kunnen doen, om
gelden tot dekkiDg van het tekort in to zamelen
Na vaststelling vau het kohier schoolgeld 8de
kwartaal 1898 en wjjziging der begrooting over
dit jaar, bestaande in een af- en overschrgviDg
van 100 van de onvoorziono uitgaven op den post:
uitkeering aan het Rjjk wegons aandeel in de
kwade posten, werd overgegaan tot de behandeling
der bcgrootiDg voor 1898, die werd vastgesteld in
ontvangst en uitgaaf op een bedrag van ƒ14,020.30,
de onvoorziene uitgaven op ƒ289.80.
Bijzondere aandacht verdient de post; belooning
van de veldwachters, die werd goedgekeurd zooals
hij door B. en Ws. is voorgedragen; uitgetrokken
is eeu jaarwedde van ƒ500 voor één gemeente
veldwachter (vroeger waren er twee, die ieder
ƒ450 'sjaars genoten); ƒ350 voor een nachtwacht,
die desnoodig ook op den dag dienst moet doen;
en ƒ125 als pensioen aan Keyzer (dje belast blijft
met het ophalen van osch en vuilnis).
Deze nieuwe regeling die, met inbegrip vaD de
kosten der kleeding van don veldwachter en
nachtwacht, der gemeento ƒ250 minder zal kosten
dan vroeger, zal door den burgemeester den
Commissaris ter goedkeuring worden voorgedragen.
Bij de gebruikelijke rondvraag vestigde de heer
Boot nog de aandacht op den slechten toestand
van den Lagen Rgndijk, van Spanjaardsbrug tot
ongeveer bij het Raadhuis.
De heer Moraal vroeg den Voorzitter, in 't ver
volg de vergaderingen wat vroeger in den avond
uit te schrijveD, waaraan de Voorzitter beloofde
te voldoen.
Hierna werd de vergadering gesloten, met den
wensch door den Voorzitter, dat de heer Sillevis
de \ulgendo vergadering weder hersteld moge
bijwonen.
Gcmeng-d Nieuws.
Gisteravond ontstond ten huizo
van vrouw K., in de Michielstraat alhier, een
begin van brand door het vallen van een petro
leumlamp. Het vuur werd echter spoedig met
eenige emmers water gebluscbt door de buren,
zoo Jat de schade niet groot is. De spuit der
weesburgers was uitgerukt, doch behoefde
geen dienst te doen.
Aan den W a s s e n a a r 8 c b e n W e g
te 's Gravenhago sloeg gisteren een paard,
berecen door een gewezen kapitein der art.,
op hol. In dolle vaart rende het dier door de
Javastraat. Ter hoogte van het Nassauplein
trachtte de ruiter, die zich in het zadel had
weten te houden, zyn paard het Alexanders-
veld in te sturen, maar in den draai stortten
paard on ruiUr ter aarde. De berydtr bekwam
vrft ernstige verwondigen aan hoofd en boon
en wtrd, na voorloopig te z(jn verbonden,
por rütuig huiswaarts gebracht.
De h 00 fd-commissaris van politie
te 's-Gravenhage, de heer Van Sehermbeek,
heeft van H. M. de Koningin een groote dof
zilveren herinneringsmedaille aan de Inhul-
digingsfersten ontvangen.
Het voorloopig arrest, op gelogd
aan eenige onderofficieren van het regiment
grenadiers en jagers, in verband met de ver-
moedeliko vermissing van een portemonnaie
met 72 gulden van den sergeant G., is na
een verhoor door den auditeur-militair grooten-
deels opgeheven. Twee sergeanten houden
nog voorloopig arrest.
Uit Den Haag wordt gemeld aan
de „Tel.": Naar aanleiding van de door een
zeeofficier gedane aangifte van de vermissing
van 15000, is door de bevoegde autoriteit
een onJorzoek ingesteld en zal deze officier
voorloopig z(jn bestemming om te worden
gedetacheerd by de Normaal-Schietschool Diet
volgen.
Te Scheveningen in de Rogstraat
kwam gistermiidag een wielrijder met zfin
fiets zoo ongelukkig te vallen, dat hy een
been brak ter hoogte van den enkel. Door
dr. Daniel De Niet werd een voorloopig ver
band gelegd, waarna h() per politie-raderbaar
naar het Gemeente-Ziekenhuis in Don Haag
is overgebracht.
Bde schouwing van het ïyk van
het jongetje te Appelscha, dat door school
kameraadjes geplaagd zou zyn, is gebleken,
dat de dood geen gevolg is geweest van mis
handeling.
To Utrecht werd gisterenavond,
ter gelegenheid van de installatie van do
novitii van den Utrechtschen Studentenbond,
een fakkeloptocht gehouden.
Waar een kantonrechter al ver
stand van moet hebben. De kantonrechter
in bet eerste kanton te Rotterdam deed
gisteren uitspraak in de zaak van den kellDer
aan den Binnenweg, beklaagd van tappen
zonder vergunning. In verband met de ver-
de iging van bekl., dat de door hem toege
diende advocaat niet van brandewijn, maar
van sherry was gemaakt, en de verklaring
van de beide getuigen, vond de kantonrechter
het ten laste gelegde niet wettig en overtui
gend bewezen, en sprak bekl. vrij.
Uit Tiel meldt men aan de „N.
R. Ct"c De persoon, die den koetsier Yan
Zetten Maandagatond zoo ernstig verwondde,
is gevonden. Het ia de 31-jarige Teunis Van
Druten, wonende te Aalst (gemeente Lien den).
Met den verwonde is het steeds vooruit
gaande.
Een Duitscher, zekere D.f die bij
de firma Yan der Laan Co. in de Bartel-
jorisstraat te Haarlem in betrekking was ge
weest, doch voor eenige maanden was ont
slagen wegens oneerlijke handelingen, trachtte
in den nacht van Woensdag op Donderdag
naar het schijnt bij genoemde firma in te
breken. Z(jn poging werd evenwel verijdeld
door een agent van politie, die op zijo sur
veillance door de Schoutensteeg kwam, juist
toen de inbreker over den tuinmuur probeerde
te klimmen. Natuurlijk werd hi) terstond in
gerekend.
De man deelde mede, dat het zijn bedoeling
niet was geweest om diefstal te plegen, doch
dat hij alleen een onderkomen in den tuin
had willen zoeken.
Dit Is evenwel zeer onwaarschijnlijk, daar
bij in het bezit was van inbrekerswerktui
gen. (ff. D.)
Door de politie to Groningen is
aangehouden de Duitscher C. S., stukadoor,
laatst wonende te Hagen (We3tfalen). De
Pruisische regeering had zijn opsporing ver
zocht wegens een wisselvervalsching, groot
20,000 mark. De vrouw van den aangohou-
done kwam mede op het bureau. Deze zal,
daar zij met de zaak niets gemeen heeft,
over de grenzen worden gezet.
Jacob Boxem, wien Dinsdag naby
het station te Alkmaar de beide beenen door
een trein werden afgereden, is in het zieken
huis aldaar overleden. Hij laat e9D vrouw
met 5 kinderen na.
Een zwaar ongeluk Is Woensdag
te Duisburg gebeurd. Een electrische tram
werd niet tijdig geremd, toen zij den gesloten
slagboom van den spoorweg naderde, en reed
door dezen heen, terwijl een spoortrein nabij
was. Door de botsing werden een vrouw en
twee kinderen, die in den tramwageQ zaten,
gedood en anderen zwaar gewond. De koet
sier is in hechtenis genomen.
Een bijna tweejarig meisje van
den smidsknecht J. Van Zanten, te Kampen,
was door de moeder in een stoel, kort b|j
de kachel, te slapen gelegd in een achter
vertrek, waar de moeder een paar matten te
drogen had gehangen. E-.n oogenblik later
komt de moeder weer in 't vertrek, de mat
ten waren smeulende, het vertrek was vol
rook en damp, en het kind ten gevolge daar
van gestikt.
J. G. A. K., ontslagen gemeente
ontvanger van Denekamp, die voor eenigen
tijd gevankelijk naar Alcueloo is overgebracht,
wordt beschuldigd ontvangen gelden niet te
hebben verantwoord en van het boeken van
valsche posten.
Te Londen ia een dokter wegens
het verrichten van een onwettige operatie
op een vrouw, die aan de gevolgen overleden
is, als schuldig aan „mosdwilligea moord" ter
dood veroordeeld. De jury, die het schuldig
uitBprak, pleitte echter ten krachtigste ver
zachtende omstandigheden, en de rechter be
loofde ook z\jn eigen invloed bij den minister
van binnenland8cho zaken to gebruiken om
van de doodstraf gratie te verkrijgen.
Te Quedlinburg (Maagdenburg)
is het gezin van een tuinman, man, vrouw
en een zoon van 15 jaar, gestikt door het
inademen van koolstofmonoxyde. Het schijnt,
dat de tuinman geprikkeld was over een
ongesteldheid van zijn vrouw, en de stoom-
verwarming, die Lij bedienen moest, met opzet
niet in orde had gehoudendientengevolge
hoopte het vergiftige gas zich in de tuinmans
woning op.
Aan boord van den met 30 ton
nen petroleum beladen Italiaanschen driemast-
schoener „Thomas Pedro" had in den nacht
van Zaterdag op Zondag, aldus wordt uit Cette
gemeld, een geweldige ontploffing plaats.
De kapitein en twee matrozen werden
verwond. Het schip geraakte in brand en spoe
dig bedreigden de vlammen een daarnaast
voor anker liggenden Duitschen petroleum-
schoener.
Gelukkig gelukte het aan de loodsboot
„Vigelant" den „Thomas Pedro" aan een ket
ting uit de haven in zee te sleepen, waar
men het vaartuig aan zyn lot moest overlaten.
Zondag doorschoot te Ver viers
de 14 jarige zoon van de echteheden Renier—
Detry zijn vyf-jarig eenig broertje. Do beide
knapen hielden zich bezig met op twee oude
pistolen, die zij van oen familielid ten ge
schenke gekregen hadden, luciferskoppon te
doen ontbranden. Toen de oudste z(Jn laat-
sten luciferskop verbruikte, ontlaadde zich
uit het wapen plots-ling een vol schot, dat
den jongsten knaap in den slaap drong. Het
oude pistool was buiten alle verwachting
nog geladen geweest. Het drama speelde zich
af onder de oogen der moeder.
De pest te Weenen.- De toestand
van de door de pest aangetaste verpleegster
Pecha wordt ernstiger. Haar ademhaling wordt
zeer bemoeilijkt.
De beide andere zieken z(jG buiten gevaar.
Het speeksel van de verpleegster Hocbegger
vertoont geen pestbacillen. De geobserveerde
verpleegster GOsche lijdt aan een ontsteking
aan de kakeD.
De directeur van het epidemie-hospitaal
houdt het pestgevaar voor geweken; de ver
pleegster Pecha moet welhaast als verloren
beschouwd worden, hoewel z(j thans nog leeft;
de overige geïnterneerden zullen binnenkort
ontslagen worden.
Dezaak-Dreyfus voor 'tHof vau Cassatie.
Tweede zitting van het Hof.
In den omtrek van het paleis van justitie
is alles volmaakt rustig. De publieke tribune
is niet zeer dicht bezet.
In de couloirs van het paleis van justitie
is het lang niet zoo levendig als den eersten
dag; de maatregelen van orde zijn echter nog
strenger. Een groot aantal gardes municipaux
sluit den doorgang van het Hof van Cassatie
naar de achtste en de negende correctioneele
kamers geheel af. Aan den kant van de Place
Dauphine ia alles afgezet Slechts een vijf
tiental journalisten wandelen daar vóór de
zitting rond.
De zitting werd om twaalf uren hervat.
De rapporteur, mr. Bard, zijn rapport ver
volgende, verklaarde, dat het noodig was, dat
er, voor mannen, die te goeder tTouwzijn
anderen tellen niet meie niet de minste
twijfel overblfift aangaande de schuld of de
onschuld van Dreyfus. Hy deed voorlezing
van een brief van generaal Zurlinden, waaruit
bleek, dat voor dezen ex-minister van oorlog
geen enkele nieuwe onderstelling aangaande
de onschuld van Dreyfus het vonnis is komen
verzwakken. Integendeel, voor hem hebben
zich nieuwe bewijzen van de schuld van
Dreyfus by de oude gevoegd.
Het rapport zegt verder, dat het stuk,
waarin voorkomt: „cette canaille de D.," in
het dossier is opgenomen met vier andere
stukken.
Welke andere stukken zijn dat? vraagt de
rapporteur zich af. Het Hof moet ze kennen
om volledig licht in de zaak ie hébben. De zaak
is dus nog lang niet in staat van wijzen.
De rapporteur zegt, dat als het Hof Droyfus
onmiddellijk weer naar den krijgsraad ver
wijst, de aanklacht geheel zal worden ont
zenuwd. Hfi vraagt zich af of er geen termen
zouden zfin om het vonnis te casseeren zonder
verwijzing naar een nieuwe behandeling. Echter
is het noodig, dat Dreyfus hetzij veroordeeld,
hetzij vrijgesproken worde, opdat geen enkelo
twijfel overblijve.
In zijn slotbetoog zegt mr. Bard tot het
Hof: „Gij, wien de wet de taak opdroeg iedor
onderzoek in to Btellen, dat u licht kan verj
schaffen, gij zult beslissen wat er nog te
doen blijft. Uw taak is van kieschen aard,
doch gij zult er u niet aan onttrekken, want
dat zou tekortkoming beteekenen bij een zoo
grooten plicht, die op u rust. G0 zult doen
wat uw geweten u voorschrijft".
De advocaat der familie Dreyfus.
Daarna is aan het woord mr. Momhardt,
de advocaat der familie Dreyfus. Deze leest
zijn conclusies voor, strekkende om een onder
zoek in te stellen, ten einde te kunnen oor-
deelen over de verschillen tusschen de verkla
ringen der schriftkundigen, diem 1894 en 1897
belast waren met het onderzoek Tan het
borderel. Ook dient een onderzoek gelast ten
aanzien van de vraag of by het proces-Dreyfus
geheime stukken in raadkamer aan den krijgs
raad z\jn meuegedeeld.
Mr. Mornhardt ontwikkelt de nieuwe feiten,
die zich hebben voorgedaan, met name de
tegenstrijdigheid der schriftkundigen, de
valschkeid van Henry, de betrekkingen van
Esterhazy met de officieren van den generalen
staf, cie hem z\jn gedrag aanwezen naar
golang der omstancighedeo en die druk heb
ben uitgeoefend op de instructie, waarin b(J
betrokken was, en ten slotte de mededeeling
van goheimo stukken.
By vraagt, dat het Hof een nieuw onderzoek
tal instellen, waarin de volgende stukken zullen
begrepen worden: hot dossieT der instructie
tegen kolonel Picquart en mr. Leblois, het
dossier van het over Picquart ingestelde
onderzoek wegens het schrijven van het
petit bleut het dossier van onderzoek, waarby
voorgesteld is Picquart op non-actief te
stellen, het dossier van den raad van onder
zoek betreffende commandant Esterhazy, het
dossier van den raad van onderzoek betref
fende Dn Paty de Clam, de stukken, waarop
gedoeld wordt in den brief van generaal
Zurlinden betreffende het geheime dossier.
Requisitoir.
Mr. Manau, de procureur-generaal, vangt
zyu requisitoir tot het Hof aldus aan:
„Ziedaar nu de zaak-Dreyfus voorgoed op
het gebied der justitie aangeland. Niemand
kan u de zaak afnemen, en gy zelf kunt u
niet ontlasten zonder uw plicht te verzaken.
Het staat aan u om de kalmte in de gemoe
deren te doen weerkeeren en uw vonnis zal
voor iedereen de uitdrukking moeten zyn van
waarheid en gerechtigheid. Wy zullen u naar
ons geweten zeggen, mijne heeren, wat wy
van de zaak denken. Neemt de herziening
ter hand of bereidt ten minste de wegen
er toe.
„De revisie bewerkstelligen beteekent niet
de onschuld van Dreyfus proclameeren. Dit
recht heeft het Hof niet Het heeft enkel
het recht te zeggen, dat or nieuwe feiten zffn
of nieuwe stukken, die by de veroordeeling
onbekend waren, en waaTuit de onschuld van
den veroordeelde zou kunnen volgen en dan,
als deze feiten bestaan, hem te ver wy zen naar
nieuwe rechters. De wet is duidelijk op dit
pont. Het Hof zou de onschuld van Dreyfus
enkel kunnen proclameeTen als by dood was,
geiyk geschied is in de zaak van Pierre Vaux.
Dus zal noch in het requisitoir, nóch in het
voonis van het Hof een meening worden
nedergelegd voor de schald of de onschuld
van Dreyfus."
De procureur brongt hulde aan het rap
van mr. Bard. Hy is van meoning, dat 1q
brief van den minister van justitie op
nieuwe feiten wordt gewezen, die z(ju
nature a etablir l'ionocence."
Hy zal zich bepalen tot het nagaan j
deze beide feiten, hoewel het onderzoek 1
het dossier hem nog andere nieuwe feiten a
de hand heeft gedaan.
Deze beide nieuwB feiten zyn de ralBchb
in geschrifte door Henry In 1896 gep)*e
en het schriftonderzoek van 1897 in de 2-
Esterhazy.
Het 81 uk-Henry.
Hy verhaalt het ontstaan van het valst
stuk Henry, „dat vreemde stuk zonder ju"
dagteekening, zonder onderteekening, gesc'
vén in oen onzuiveran styl, dat te goed
tfouw fn éen zitting van de Kamer van Af
vaarcigden aan deze werd voorgelegd. V
waar kwam het? Men weet het thans.
„Men heeft zich toen afgevraagd of He
niet een valsche getuige was. Had h(j m
het meest bygedragen tot de veroordeeld
van Dreyfus? "Was Dreyfus een verrader
hadden de inteiligenten en eeriyke lieu-
die sedert eenigen tyd zyn verdediging
zich hebben genomen, niet gel(jk dat zy pj
testeerden tegen het vonnis van den krygsr
van 1894 met een geestkracht, cie niet 0-
moedigd werd door de afschuwelijkste kr
kingen en do onwaardigste lasteringen, wel
slechts hen onteeren, die zich daartoe leend
„De quaestie, die reeds xooloig teverg
aan de orde was gesteld, wc-rd ten sJo
voor de eerste maal op wettige wyze a*
hangig gemaakt.
„Mevrouw Dreyfus, de waardige en on
lokkige vrouw van den verooroeelde, dien
den 3den September een verzoek tot rer'
van het proces tegen haar echtgenoot in
de minister van justitie gaf bevel dit verz
aan u voor to leggen.
„Is het valsche stuk van Henry, gevol
door zijn zelfmoord, hoewel dagteekenen
twee jaar na do veroordeeling van Dreyfn
van dien aard, dat daaruit de onsobuld r
den veroordeelde zou kunnen volgen?
„Men kan beweren, dat dit valsche s*~
de oude bewijzen van kracht laat blijven,
Wy kunnen dit nht toegaven. Als indordaai
de bowyzen van 1894 voldoende waren
waarom moest Henry dan nieuwe maken
en valsche?"
De procureur generaal spreekt vervolgens
scherp zyn afkeuring uit over het denkbeeld
om voor kolonel Henry een gedtnkteeken op
te riebtsn en gaat dan voort:
„Als Henry een valsch stuk heeft gemaakt,
dan was het, omdat hy zyn verklaring van
1894 kracht wilde bijzetten, en verder, omdat
h(j meende, dat de vroegere bewijzen niet
voldoende waren.
„Meer dan andtren moest hy dat w°ton,
inderdaad, want wy hebben het bewys, dat
het borderel, hetwelk blykens hrt dossier tli
grondslag van de veroordeeling biykt te zyn
geweest, aan gentrari Gonse werd ter band
gesteld door Henry. Yan waar kwam dit
borderel? Henry heeft den agent, die bit
hem heeft ter hand gesteld, niet genoem'
Deze zonderlinge bescheidenheid geeft red*
tot alle mogelykfl onderstellingen, tot al)
ongerustheid, die Dog verergerd is door dj
vreemde woorden van Henry, toen hy naar
Mont-Yalórien werd gebracht, nl.„„Ik h
myn plicht gedaan. Welk een ODgeluk, de:
gelyke ellendelingen ontmoet te hebben!
zyn de oorzaak van al myn ongeluk!""
„Dat zyn ernstige woorden 1
„Henry is oen falsaris. Zegt hy de wa
beid? Wat h(J op dit oogenblik ook geze
heeft, het is verdacht; wat hy ook vroeg
gezegd heeft, het is verdacht.
„Ziehier ce hand, die het valsche stuk
1896 aan het proces ian 1894 verbindt. Ho
zeif is de voornaamste getuige geweest, d
spil waarom do bescbulaigiug tegen Dreyfa)
draaide. Men hoeft het bewys, dat Henrj
was afgevaardigd om namens den informati'
dienst te getuigen in het proces-Dreyfus
De geschreven getuigenis van Henry in d*
instruefciy beschuldigt Droyfus formeel."
De heer Manau vraagt zich af of Henry
in den krygsraad van 1894, zfin eigen wer'
niet kwam verdedigen. En boe is hy op d
gedachte van dit werk gekomen
„De enquête, als gy die bevoelt, zal het a
wellicht leeren. De woorden, door Henry ge
sproken op wog naar Mont-Valérien, zyn do
helft van een vreeseiyk geheim. De rest
heeft hy medegenomen in het graf, maar dit
8tilzwygen ia droevig welsprekend. Dank ztf
deze omstandigheid, kunnen wy by odzo
ziel en geweten verzekeren, dat alles, wat
Henry gedaan heeft om Dreyfus te doen ver-
oorffoelen, onderhevig is aan rechtmatige ver
denking; dat het vonnis, hetwelk hy misschien
heeft uitgelokt, een recbterlyke dwaling kan
vormen, en dat, als de wet het toelaat, het
noodig is er de juistheid van te controleeren.
„Het is veroorloofd te vermoeden, dat het
valscbe stuk van 1896 een valsche getuigenis
uitmaakt. Als Henry geen zelfmoord had
gepleegd, zou h(j vervolgd z(jn en, zeer waaT;
Bchynlyk, veroordeeld.
Dan zou men hebben het vereischte voof
do revisie, door de wet gespecificeerd. Niet-»
temln is de bekentenis een valsch stuk ge
maakt te hebben, nkt een fait nouveau de
nature d étafoler V innocence van den veroor*
deelde?"
Ja, antwoordt mr. Manau: „Niet alleen ifl
het een nieuw feit, maar bet is een belang»
ryk element van appreciatie. Dit vermoeden
vormt een vereischte voor facultatieve revisle(
in tegenstelling met de verplichte revisie,