N°. 11862
Woensdag S€> October.
A0. 1898
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 25 October.
Feuilleton.
De Zouaaf Yidal.
IDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post
Afzonderlijke Nommere0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIKN:
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17£ Grootera
lettere naar plaatsruimte* Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend
Officieel© Konuisgoviugen*
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gozien do miseivo van den Minister van Binnen-
landsche ZakeD, dd. 19 October jl., No. 2582 afd.
K. W., waarbij worden too^ezcuden de etukkon, be
doeld bü art. 5 dor Hinderwet, voor de plaateing
on ïn-workiDg-atelIing van een gasmotor van 40
paardokracht, in bet Natuurkundig Laboratorium,
'.aau de LaDgebrug alhier;
Gekt op art. 6 van bovengenoomde Wet;
I GevOQ bij dozo kenuia aan bet publiek, dat bodoeldo
tl&kktu op do Secretarie dezer gemeente ter visie
zyn Dedergelegd.
Burgemeestor en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeestor.
"4 Oct. 1893. YAN HEY3T, Secretarie.
- In de Stadszaal, van welker gevel de
[-driekleur met den pauselijken wimpel woei,
werd gisteravond door de afdeeling Leiden
Omstreken van den Ned. Roomsch Kath.
j "Volkstond haar vierde jaarfeest gevierd.
De opkomst was zeer groot. Benedenzaal
en balkon waren geheel bezet. Ter weerszijden
van het toonesl waren sierlijke planten- en
bloemengroepen aangebracht, te midden waar-
van de busten onzer Koningin en van Z. H.
den Paus; boven het tooneel blonk in gouden
letteren de leuze: „Voor God en Kerk, Vorstin
en Land." Het portret van den zeerterw.
adviseur was mede in de zaal aanwezig.
Te halfacbt deden, onJer de opwekkende
tonen der muziek en verwelkomd door kleine
strooister8, hun intrede in de feestzaal de
geestelijke adviseur, pater Van Kessel, de
burgemeester, mr. F. Was, alsmede de besturen
dor afdeeling en der verschillende onderaAe:-
lingen met de schoone banUren, welke nu
ook elk een plaats in de zaal kregen.
Do voorzitter, de heer G. J. Bik, nam daarna
onder diepe stilte het woord, om allen—den
zeereerwaarJen geestelijken adviseur, den odel-
achtbaren burgemeester, edelachtbare loden
van don gemeenteraad, donateurs, bonds-
troedors en verderen belangstellenden een
hartelijk welkom toe te roepen. Hoewel hoog
moed nu wel juist niet passend is, opende
hy deze jaarfeestviering toch met hoogmoed,
omdat de feestvierende afdeeling in het afge-
loopen vereenigingsjaar met reuzenschreden
was vooruitgegaan. De schoone bani-ren, in
de zaal aanwezig, achtte hij een reuzenschrede
vooruit. H(j hoopte, dat ook de onderscheidene
ooderafdeelingen in bloei mogon toenemen en
dat de feestvreugde nu mocht stijgen, echter
onder het oog brengende, dat als steeds ook
nu op gepaste wijze moest worden feestge
vierd, zooaU het den leden eener afdeeling
van den Ned. R.-K. Volksbond betaamt.
Vervolgens hield de zeereerw. pater Van
Ke6sel een korte toespraak, welke bij begon
met er zijn groot genoegen over uit te spreken,
dat de belangstelling zoo groot en zoo'n talrijk
publiek opgekomen was. Zeer op prijs stelde
bjj de aanwezigheid van onzen burgemeester
te dezer plaatse en hy deelde tevtns mede,
dat ook Monseigneur Bots de feestelijke samen
komst met zyn tegenwoordigheid zou vereeren
(Mgr. Bots verscheen te negen uren; in den
loop van den avond kwamen nog tal van
geestelyken).
Al achtte pater Van Kessel het niet den
tijd en de plaats voor een lofrede op deze
afdeeling van den Bond, toch mocht hij z. i.
wel met nadruk er op wijzen, dat veel werd
gedaan ten gunste der vereeniging. Er werd
met kracht gepoogd een eigen Tehuis te ver
krijgen on al zijn die pogingen nog niet ten
volle geslaagd, men is toch een heel eind op
den goeden weg. Ook wat betreft het ver
strekken van gezonde Christeiyke lectuur was
heel wat gedaan; don heer Van Egmond kwam
daarvoor alle lof toe. Ook heeft thans elke
onderafdeeling haar eigen banier, welke banie
ren zulk een sohoon figuur maakten ia den
optocht ter gelegenheid van de InhuldigiDgs-
feesten alhier. Zonder den steun der meer-
gegoeden ware men tot een en ander niet in
staat geweest en daarom dankte spr. voor
dien steun en bleef hy daarop hopen. Mogen
wy eenmaal, wyzende op ons eigen gebouw,
aldus zeidespr. kunnen zeggon: „Ziedaar
het werk, tot stand gebracht door onderlinge
samenwerking van patroon en werkman."
Ten slotte beval spr. aan, een weinig spoed
achter de werkzaamheden te zetten, want...
te twaalf uren moest er geëindigd worden.
Door de medewerking der zangafdeeling
„St.-Caecilia," de rederykerskamer „Vondel"
en do schermclub „Jeanne d'Arc," alsmede
door de goede zorgen der heeren C. A. Bonten,
directeur van „St.-Caecilia," en A. Venderbos,
die do muziek leidde, bad men een flink,
verscheidenheid aanbiedend programmakunnen
samenstellen.
Na een paar goed uitgevoerde muzieknum
mers en toen de waarschuwing om niet te
rooken niet mec-r in al haar zwartheid te
zien was door sigarondamp, weerklonken het
„Bondslied" (koor en 6olo) en „31 Augustus
1898" (koor), bei-e een goede plaats innemende
onder de vele composities van C. A. Bonten,
die voor het tweede lied ook den tekst
leverde. Daarop volgden een party korte stok
en twee uitmuntend voorgedragen solo's door
den heer Gybels, om de eerste afdoeling te
besluiten met „Hermenigild," treurspel in
twee bedrijven door H. J. Allard. In aan
merking genomen de moeilyke rollen, konden
do aanwezigen tevreden zyn over het spel.
Na de pauze werd de tweede afdeeling
geopend met een tableau met een „Love
Paus Leo XIII" en „Leve de Koningin";
daarna brachten „De twee Gardisten" veel
vroolykheid teweeg, werd R. Hoi's „Hollands
Glorie" met gloed gezongen, kreeg men
„FeostherinneriDgen" te aanschouwen, waarby
alle standen één van zin vertegenwoordigd
waren, om te eindigen met een tableau:
Hulde aan Koningin Wilhelmina der Neder
landen.
De geestdrift was allengs ten top gestegen
en aan byvalsbetuigingen en volksliederen-
gezang ontbrak het niet. Inderdaad, men
vierde vrooiyk en gepast feest en had gelegen
heid nog eens biyk te geven van liefde voor
ons Oranjehuis, voor onze Koningin.
Een collecte voor „Hulp in Nood", in
een der voordrachten aangekondigd, bracht
42 595 op.
Te twaalf uren was het programma inder
daad afgaworkt en goed ookNiet alleen
heeft deze feestvierende afdeeling getoond
goed feest te kunnen vieren, maar ook
bewezen, dat een degeiyk feest, dat heelwat
to zien, te hooren, te genieten geeft, niet
tot in den morgen van een volgenden dag
behoeft te worden gerekt. Haar voorbeeld
vinde navolgingl
Het bestuur van het studenten muziek
gezelschap „Sempre Crescendo" is voor 1898/99
samengesteld uit de heeren: A. W.Kist,praoses;
A. G.Vreede, ab actis; H. A. Hartogh, quaestor;
F. G. W. J. Backor, bibliothecaris; J. W. M.
VoD der Kun, commissaris.
Generaal Booth komt Donderdag 27
dezer met den trein van 11.56 in Leiden aan.
Hy zal hier twee bijeenkomsten leiden n.l.
te 3.30 '8 nam. en te 8 uren 's avonds in de
Gehoorzaal, bygestaan door de leiders van het
Leger des Heils in Nederland, en den Staf.
Als de Stichter van dit Leger, dat nu
41,000 officieren en plaatselyko officieren aan
het werk hoeft in 40 landen, dat 334 maat
schappelijke instellingen telt en welks 46
weekbladen en maandschriften tot oen getal
van 53,000,000 jaarlyks verspreid worden in
17 talen, heeft de generaal een ondervinding
van alle zaken, die betrekking hebben op
de zedeiyke en stoffelyke verbetering en hor
vorming van de groote menigte, welke, waar-
schyniyk, door weinig in deze eeuw wordt
geëvenaard.
De generaal zal spoedig zeventig jaar oud
zyn en is dus op gevorderden leeftyi, en
terwyl zyn bezoeken nu met verlangen te
gemoet gezien worden in alle deelen dezer
werdd, kan het wel gebeureo, dat hy niet
dikwyis meer in staat zal zyn Leidon te
bezoeken, zoodat zy, die er belang in stellen
dezen merkwaardigen man te hooren, wél zullen
do6n van deze gelegenheid gebruik te maken.
De R.-K. Houtbewerkersbond zal zyn
derde algemeene vergadering houden op Zondag
6 November a. s., des voormiddags te elf uren,
in hot gebouw van den Ned. R. K. Volksbond
te Delft, Verwersdyk No. 1.
Deze vergadering is toegankelyk voor alle
houtbewerkers, leden van den Ned. R.-K.
Volksbond, op vertoon van hun bewys van
lidmaatschap.
Op die vergadering zullen o. a. do volgende
voorstellen besproken worden:
lo. Afschaffing van stuk- of aangenomen
werk. St.-Joseph, te Leiden. Toelichting:
Wanneer men een overzicht neemt van den
toestand, waarin ons ambacht is vervallen, en
men zoekt naar de oorzaken, dan is wel een
van de grootste oorzaken het stelsel van
stuk- of aangenomen werk der gezellen van
de patroons.
Door het egoïsme gedreven, doen de gezellen
elkander een doodende concurrentie aan,
waardoor de arbeidskrachten der gezellen tot
het minimum by de patroons bekend worden,
die daardoor op bun beurt beter kunnen
concurreeren.
2o. Het stichten van oen Centrale Arbeids
beurs.
3o. Komt de loonstryd, die nu door de
werkliedon gevoerd wordt, voort uit zucht
tot kunstmatige loonsverhooging, of is het
een vraag, die voortkomt uit behoefte des tyds?
4o. Welke middelen zullen wy aanwenden
tot een krachtiger organisatie van den R.-K.
Houtbewerkersbond
5o. Het stichten van een Federatief Verbond
van R.-K. houtbewerkers in Nederland.
fio. Het stichten van een vak'oiad en een
practisch jaarboekje.
7o. Een Nationale Weerstandskas van den
R.-K. Houtbewerkersbond met het oog op het
Feder.tief Verbond.
8o. Bespreking om tot middelen te komen,
die verbetering kunnen brengen in den toe
stand der meubelmakers.
9o. Het nut der Weerstandskassen.
lOo. Kan de concurrentie der Rykswerk-
inrichtingon niet verminderd of hun werkkring
beperkt worden?
In de jongste te Alfen aan den Ryn
gehouden algemeene vergadering van de
Provinciale VereeDiging van Gemeente-ambte
naren in Zuid-Holland, werden de periodiek
aftredende bestuursleden, de hoeren P. M. Van
Nierop, gemeente secretaris van 's-Gravenzande,
en A. P. Tolk, gemeente-secretaris van Aar-
landerveen, herkozen.
Als plaats voor de io Februari a.s. te houden
algemeene vergadering werd 's-Gravenhage
aangewezen.
Ten slotto werd door de leden onderling
van gedachten gewisseld over verschillende
administratieve onderwerpen.
Een algemeen bekend Hagenaar, de heer
P. F. W. Mouton, architect en aannemer, is
overleden. Piet Mouton was tot voor eenige
jaren een populaire figuur in Den Haag. In
den bloeitijd van het Haagsche scherpschutters-
corps was hy een der yverigste officieren.
Maar vooral ook op industriëel gebied be
hoorde hy lang tot de leidende krachten der
residentie. Gedurende veel jaren was hy secre
taris van de „VereeDigiDg tot bevorderiDg van
fabrieks- en handwerksnyverheid in Neder
land" en ook van de Haagsche afdeeling.
In velerlei andere vereenigingen nam by
een werkzaam aandeel in de pogingen tot
ontwikkeling van handel, nyverheid en
ambachtswezen.
Ook om zyn karakter en maatscbappelyke
deugden had hy zich zeer veel vrienden ver
worven. Door zyn wankelende gezondheid was
hy sedert eenigo jaren gedwongen zich uit
veel zaken terug te trekken. Velen zullen zyu
heengaan op 68 jarigen leeftyd betreuren en
hem in vriendeiy k aandenken houden. Fad.)
Dinsdag 1 Nov. a. s. hoopt wederom eon
hooggeplaatst rechtorlyk ambtenaar den 70-
jarigen leeftyd te bereiken, nameiyk de pre
sident van het gerechtshof te 's-Gravenhage,
mr. J. Spoor.
Te Oss geboren, promoveerde d9 heer Spoor
in Nov. 1851 te Utrecht. In 1855 werd hy
benoemd tot substituut officier van justitie by
de rechtbank te Breda. Daarna vervulde by
de betrekkingen van officier van justitie te
Middelburg en advocaat-generaal by h&t voor
malig gerechtshof van Noord-Holland, en kwam
hy ia 1875 als vice presi Jent by het gerechts
hof te 's Gravenhage, in welk collego hy in
1891 als president optrad.
De „Haarl. Ct." schryft over dr. B. J.
Kouwer, nieuwbenoemd hoogleeraar aan de
ryks universiteit te Utrecht:
Dr. B. J. Kouwer i3 geboren 31 Augustus
1861 te Wormerveer. Op 23 jarigen leeftyd
was hy arts en spoedig daarna promoveerde
hy in de geneeskunde. Hy heeft in Leiden
gestudeerd en was assistent van onzen be
roemden prof. A. E. Simon Thomas. Had hy
by dezen een uitstekende schooi voor de
verloskunde, de omstandigheden brachten
mode, dat hy ook daar op gynaecologisch
gebied dikwyis zelfstandig zyn weg moest
vinden. Prof. Thomas was bejaard en
ïydend, en de groote veranderingen, die de
Li8tersche wondbehandeling in de chirurgie
teweeg gebracht had, gaven aan de toepassing
der kunstbewerkingen, vooral in de gynae
cologie, een ongekende uitbreiding.
Dat Kouwer ook toen reeds toonde, wat
van hem verwacht kon worden, daarvan weten
zyn tydgenooten te spreken. Na zyn vertrek
uit Leiden deed hy als scheepsdokter een
reis naar Indië, en was sedert Maart '86 te
Haarlem gevestigd. Spoedig volgde zyn be
noeming als chirurg aan het Gasthuis en
sedert is het met zyn naam en praktyk
sempre crescendo geweest.
Den 20sten October j.l. overleed te 's-Gra
venhage, op bykans 80 jarigen lweftyd, de heer
G. A. Six, geboren te Hillegom. Geheel auto
didact op htt gebied der botanie en entomo
logie, leverde hy gedurende de jaren 1867
81 hoogst belangrijken bydrage in het sedert
1858 bestaande „Tydschrift voor Entomologie"
en wist hy zeven onbekende soorten van
„Diptera", eenige nieuwe soorten „Pteromali-
nen", alsmede een nieuw geslacht der „Phori-
den", op te sporen. Ook op het gebied der
botanie ontdekte hy vele voor odzo Flora
nieuwo „Fungi", waaronder de geheel onbe
kende „Daedalea Oudemansi", aldus later naar
zyn medeonderzoeker, professor Oudemans te
Amsterdam, genoemd. Terwyl hy in het
„Album der Natuur" opstellen schreef over
plantkunde, o. a. een overzicht gaf van de
beoefening dier kunde in Nederland, werd in
een overzicht der diensteD, door het Ryks-
museum van Natuuriyke Historie te Leiden
aan de dierkunde bewezen, door hem ten
sterkste betreurd, dat dit Museum nog steeds
geen uitbreiding onderging, waardoor vele
zeer belangrijke voorwerpen niet of bezwaar
lijk zichtbaar zyn. Tevens toonde de heer
Six door zyn mededeelingen in „De Navor-t
scher" en zyn „Beschrijving van het slot
Wiardastate" zyn vertrouwdheid met geschie
denis en geslachtkunde. Voor korten tyd schonk
h|j zyn natuurhistorische boekverzameling
deels aan de Koninklyke Bibliotheek te 'a Gra
venhage, deels aan de boekerij van hetZoölo-
gisch-BotaDisch Laboratorium to Utrecht, in
welke laatstgenoemde gemeente hy voorheen
gewoond had. (N. v. d. D.)
Onder zeer talryke biyken van vereerondo
bolaügstelling vierde mr. A. A. De Pinto,
raadsheer in den Hoogen Raad, gisteren zyn
70sten verjaardag. Uit alle oorden des lands
mocht hy brieven en telegrammen van gelük-
wensching ontvangen en ook veel blijken
van sympathie in den vorm van bloemengaven,
terwyl ook velen hem persooniyk met dit
huiselijk feest kwamen felicitoeron.
De president, de vice president, de procureur-
generaal en de meeste raadsheeren van het
hoogste rechtscollege gaven allen persooniyk
blyk van hun belangstelling, en deze werd
niet minder aan den dag gelegd uit andere
rechtsgeleerde kringen.
Het bestuur der afdeeling 's-Gravenhage
van de Maatschappy tot Nut der Israëlieten,
waarvan de hoer De Pinto voorzitter is, kwam
hem en corps gelukwenschen, terwyl regenten
van de Zurkann stichting (het Israël, oudo
mannen- en vrouwenhuis) den voorzitter van
bet college van regenten een kunstwerk ten
geschenke aanboden.
Mr. A. Van Delden, lid der Tweede
Kamer, is ten gevolge eener ongesteldheid
sedert eenige dagen bedlegerig. Zyn genees-
heeren, die deze ziekte toeschryven aan over
spanning, hebben volkomen rust bevolen. De
toestand baart voorloopig geen zorg.
De teraardebestelling van het stoffelyk
overschot van den opperrabbyn Tal zal plaats
hebben op Woensdag a. s., te halltwaalf, op
de Israëlietische begraafplaats in Den Haag.
De kerkeraad der Ned.-Isr. gemeente aldaar
heeft den heer J. L. Sohlberg tot waarn.
opperrabbyn benoemd tot 1 Februari 1899.
Tot architecten-decorateurs, belast met de
inrichting en versiering der verschillende
Nederlandsche afdeelingen ter Wereldtentoon
stelling te Pary8 in 1900, zyn aangewezen
de heeren F. K. L. Sluyterman, leeraar aan
Slot)
Maar de Tierde compagnie, de onzo, be
haalde eindelijk de overwinning. Ik drong tot
ain de schans door en terwijl ik m(j met
mijn geweerkolf baan brak, stak ik do ver-
schanting over; doch terzelfder tyd bemerkte
ik een blonden knevfl, een blauwe muts en
den loop van een op m(j gericht geweer. Ik
kreeg eensklaps een schok door myn linker
schouder alsof myn arm wegvloog; bet ge
weer ontviel my, ik viel naast het rad van
een proviandwagen op den grond en verloor
het bewustzyn.
Toen ik weer by kennis kwam, hoorde ik
nog slechts in de verte musketvuur. De zou-
aven stonden in oen halven kring wanordoiyk
door elkaar en riepen, terwyl zy met hun
geweren zwaaiden: „Leve do Keizerl"
Een oude generaal kwam met zyn etaf
oangaloppeeren, nam zyn vergulde kepi af,
zwaaide er vrooiyk mee en riep: Bravo,
zouaven 1 Gy zyt de eerste soldaten der wereld 1"
Ik zat naast den proviandwagen en greep
kermend met myn rechterhand naar myn
verminkten linkerarm. Plotseling schoot my
weer de afschuwelyke misdaad van den zui
per te binnen, die zyn officier in den rug
op een open slagveld doodgeschoten had.
En daar trad hy uit de gelederen en ging
op den generaal toe. Ja hy, de zuiper, de
moordenaar van den kapitein 1 Hy had zyn
fez in den stryd verloren en op den kalen
schedel was een sabelhouw zichtbaar, waaruit
hot bloed over voorhoofd en waDgen vloeide.
Met de eene band leunde by op zyn geweer
en in de andere hield by eon met bloed be-
epatte, in flarden gescheurde OosteDryksche
vlag, welke hy veroverd had.
De generaal zag hem vol bewondering aan.
„Hó, Bricourt," wendde hy zich tot oen
zyner ordonnans-officieren, dat noem ik nu
eens soldaten I tVat?"
Met zyn brutale stem riep de zuiper er
tusschen„Dat is waar, generaalMaar
u weetwy kunnen hoogstens nog een
maal dienst doen."
„Voor dat woord zou ik u kunnon omhelzen,
kerel 1" riep de generaal. „Gy zult het kruis
hebben.'^
In dit oogenblik deed myn arm my vreese-
ïyk ppn; ik verloor opnieuw het bewustzyn
en hoorde en zag niets meer.
Het overige weet gy. Ik heb u immers
reeds dikwyis verteld, hoe men myn arm
afzette en hoe ik twee maanden met hevige
koorts in oen veldhospitaal heb gelegen? In
slapelooze nachten heb ik myzelf toen dikwyis
afgevraagd, wat ik ten opzichte van den zuiper
moest doon. Hem aangeven? Dat waa myn
plicht geweest, nietwaar? Maar bowyzen had
ik niet. Hy is wel een schurk, boredeneerde
ik dan weer by myzelf, maar toch een dapper
soldaat; by heeft kapitein Gentile Termoord,
maar hy heeft een vlag van den vyand ver
overd 1 En ik kon tot goen besluit komen.
Toen ik eindeiyk weer herstellende was,
hoorde ik, dat de zuiper een onderscheiding
voor zyn schitterend wapenfeit had gekregen
en by de zouaven van de garde was geplaatst.
Dit doed my in het eerst minder met myn
kruis ophebben, dat de overste my in het
lazaret op myn hospitaaljas bad bevestigd.
Doch alles wèl beschouwd kwam den zuiper
er toch ook een toe, maar dat eeretoekon had
alleen tot mikpunt behooren te dienen aan
het executiepeloton, dat hem had moeten
doodechietenlEnfin, dat alles is reeds
lang geleden; ik heb den zuiper, die nog
steeds in dienst is, nooit weer ontmoet. Doch
daar juist, toen ik de uniform met dat gat
in den rug weer zag de Hemel moge weten
hoo die by dien uitdrager gekomen is, wiens
winkel zich in de buurt van de kazerne be
vindt, waarin de ongestrafte moordenaar ver
toeft, waa het my, alsof de kapitein om
gerechtigheid riep.
Ik deed al het mogelyko, om vader Vidal,
dis door zyn verhaal zeer zenuwachtig was
gewordeD, te kalmeeron, door hem te ver
zekeren, dat by zoo en niet anders bad kun
nen handelen.
Een paar dagen later, toon ik op het bureau
kwam, trad Vidal met een courant op my toe,
en terwyl hy by zichzelven mompelde: „Wat
heb ik gezegd?" liet by my onder de rubriek
„Allerlei" het volgende lezen:
„Weer een offer der onmatigheid."
„Gistermiddag kreeg op den boulevard
Grenelle een onderofficier van de zouaven der
keizerlyke garde, Mallet gehoeten, bygenaamd
de zuiper, die mot twee andere kameraden
zich in de naburige herbergen aan drank te
buiten was gegaan, by het zien van oude
uniformen, welke voor een uitdragerswinkel
hingen, oen aanval van „delirium tremens.'
Razend van woede stormde hy met uit
getrokken sabelbajonet, waardoor hy de voorby-
gangers een panischon schrik op het ïyf joeg,
door de straten. Zyn belden motgezellen
gelukte het slechts met de grootste moeite
den razende te grypon, die voortdurend riep:
„Ik ben geen moordenaarIk heb by
Melegnano een Oostenryksche vlag veroverd 1"
En werkelyk boorden wy, dat Mallet
indortyd voor dit wapenfeit een onderscheiding
kreeg en dat slechts zyn ingewortelde neiging
tot drinken hem in den weg stond, om
officier te wordon.
Mallet is naar een militair hospitaal ge^
bracht, van waar hy zoo Bpoedig mogolyk
naar een krankzinnigengesticht zal vervoerd
worden, want het is zeor onwaarschyniyk,
dat de ongelukkige ooit weer by zyn verstand
zal komen."
Toen ik vader Vidal het blad teruggaf,
zeido hy, terwyl by my met een veel-
beteekenenden blik aankeek: „De kapitein
was een CorsicaanHy heeft zich go-
wroken I"