N°. 11858 Tr^dag 31 Octot>ei*. A0. 1898 o f 1.10. jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Burgerlijke Stand van Leiden. t Feuilleton. SVSOOSE RIAN. f {SM oolyt.) LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post i i* r a g '1.40. Aizonderlyko Nommers 0.05. PRIJS DER AD VERTENT IEN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Qrootere lettere naar plaateruimte. - Voor het incassaoren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. 3 Tweede Blad. Gemeenteraad van Wassenaar. Voorzitter do Burgemeestor. Aanwezig zijn alle Jeden. - Ingekomen zijn verscheidene missiven van God. Staten, houdende goedkeuring van even zooveel Raadsbesluiten. Uit het proces-verbaal van kasopneming by den gemoento-ontvanger blijkt, dat op 12 October in leas was 3901.74*. Ook is ingekomen -een adres van J. II. Vogels, houdende 't verzoek om een boom te mogen rooien vóór zijn erf en om van gemeente wege een kolk te doen plaatsen om het overtollige water van zijn erf af te leiden. Beido verzoeken worden toegestaan. Aan de orde komt nu do gemeente-begrooting voor het jaar 1S99. Do begrooting wordt iu ont vangst en uitgaaf vastgesteld op ƒ25697.00. Alleen bij sommige posten worden eenige op merkingen gemaakt. Zoo .Verbrug een som van ƒ225 voor vujJM&i&fiht wan het raadhuis en hot huis van dcn^ncié^e'voibazerid hoog. Do Voorzitter zal trachtenTftovéêfahogelïjk to bezuinigen. Do heer Van Pallandt vindt ƒ300 voor druk- en bindwerk ook tamelijk veel. De Voorz. zegt, dat de firma, die druk- en bindwerk levert, de ge meente goed bedient on dat proeven, bij anderen genomon, geon reden geven om to veranderen. Ook vindt de heer Van Pallandt ƒ210 voor bet schoonhouden van het raadhuis te hoog. In 1897 was er maar ƒ200 voor uitgetrokken, nu is die post alweer verhoogd. De posten voor de riolen en de havens zijn verhoogd met het oog op nood zakelijke verbeteringen. Do kosten van taxatie van de vergunningen be vredigen den heer Verbrug niet. f 35 voor een werkzaamheid, die een halven, hoogstens een heelen dag vereischt, is die som wat veel. Hij stelt voor dion post op ƒ20 to brongen. Zijn voor stel wordt niet ondersteund en komt niet in stemming. Na eenige vragen en toelichtingen van minder betcokenis wordt de begrooting zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Hierna komt aan de orde de concessie voor do gasverlichting. De Voorzitter leest een concept-overeenkomst voöFêrf stelt voor, dat do Ilaad twee porsonen benoemt, die met het Dagelijksch Bestuur samen de onderhandelingen venlex gillen leiden en het contract kunnen tee ltenen. Na machtiging van dén Raad benoemt de Voorzitter de heeren Broeksmit en Van Pallandt, die heiden de benoeming aannemen. De voornaamste bopalingen uit het ontwerp- contract zijn: 1. De overeenkomst wordt aangegaan voor den tfld van 30 jaren. 2. Het gas zal van tijd tot tqd gekeurd wordea door 3 deskundigen. 3. De koslon mogon niet meer bedragen dan 1 cent per uur en per pit van 40 kaarsen. 4. Voor percoelen met een huurwaarde van minder dan f 60 mag geen moterhuur worden ge roken d. 5. Na 10 jaren is de gemeente gerechtigd de fabriek enz. te naasten. 6. Alles moet met 1 Juni 1899 gereed zijn. De heer Vau Pallandt wil ook de verplichting opgenomen zien om de werklieden te verzekeren tegen ongelukkon. De Voorzitter meent, dat dê kosten voor do verlichting 100 per jaar minder zullen bedragen. De heer Verbrug wonscht die ƒ100 to besteden voor uitbreiding van do ver lichting. De heer Grevers vraagt, hoe de commis sie uit den Raad de verlichting te Breukeion govouden hoeft. De commissie geeft bij monde van den heer Broeksrait verslag van het bezoek aan Breukelen. Do commissie was zeer voldaan over de verlich ting. Ze heeft gezien: de straatverlichting, de verlichting binnenshuis, do toepassing van het gas op do verwarming enz. Alles saam genomen is die verlichting zeer aanbevelenswaardig. Na een kleine wijziging van de politie-verorde- ning in den geest, zooals door Ged. Staten is voorgesteld, wordt de openbare vergadering ge sloten en wordt de vergadering met gesloten deuren voortgezot. Na heropening wordt nog besloten tot den ver koop of het verhuren van een gedeelte land aan de Nieuwe Haven aan concessionarissen voor de gasverlichting, Ook wordt besloten een geldleening aan .te gaan vhn 4500. Na rondvraag wordt de vergadering gesloten. Gemeenteraad van gasscolieini. Tegenwoordig alle leden. Voorzitter de Burge meestor. Na opening der vergadering leest de Secretaris do notulen, die zonder verandering worden goedgekeurd. Ingekomen waren: Bericht van den Commissaris der Koningin dat als zetters voor deze gemeente waren horbeuoemd de heeren Meijne en Roest. Een verzoek van den Alg. Ned. Wielrijders- bond om plaatsing van een wegwijzer op do oude Losplaats. Dit wordt toegestaan. Een toelichting van dr. A. G. Metzlar op don begrootingspost van 125 voor administratiekosten van het ziekenfonds. Deze toelichting was door den heer Kruyff in de vorige vergadering verzocht. Voorts was opname gedaan van de kas van <k>n Gcmeeute-ontvanger. Een en ander was in orde, terwijl een saldo aanwezig was van 1041.87. De begrooting voor 1899, bij de leden gecirculeerd hebbende, wordt zonder stemming goedgekeurd. Nu komt aan de orde een voorstel van Burge meester en Wethouders om den hoofdelijken omslag voor het volgende dienstjaar in te richten volgens de nieuwe wettelijke regeling en dus de hefting pcrconts-gewijzo te doen van het wer kelijke inkomen der aangeslagenen, hetgeen in d« vorige vergadering was besloten. Do uitvoerige plannen daartoe door B. en Ws. gereed gemaakt komon ter tafel. De Voorzitter, gereed die aan den Raad mede t© deelen, wordt evenwel daarin gestuit door de _vrang van den heer Van Heemstra of het niet gowenscht zou zijn met deze plannen te wachten tot de nieuwe regeling in dienst moet treden, dat is in 1901, omdat zooveel gemoenten daarmede wachtten en overhaasting tot verkeerde toepassing aanleiding zou kunnen geven. De Voorzitter brengt evenwel in 't midden, dat door een vorig besluit dozo vergadering wel dege lijk was aangewezen en hij zich met de Wet houders ook de vele moeite getroost had alles er voor in orde te maken, hetgeen dan vrij wel monnikenwerk zou zijn, waartegen hij krachtig protesteert. Na heftige discussie wordt besloten te stemmen over de behandeling al of niet. No. 1 de heer Speelman tegen. No. 2 do heer Roest, wethouder, tegen. No. 3 de heer Meyne, wethouder, tegen. Hierop onderbreekt de Voorzitter do stemming en vraagt, ten hoogste verbaasd en verontwaardigd, „hoe hij het nu heeft?" Zijns inziens i9 het toch vrij wel onmogelijk dat do wethouders hun eigen werk afkeuren en op een los advies van een dor andere leden gewoon-weg vernietigen. Samen hadden zij een plan, geheel overeen komstig voorschrift, in orde gemaakt en nu ziet hij nl dat werk,geheel vruchteloos wordeg. Hij schroomt niet om over zulk een handelwijze nog maals ten zeerste zijn verontwaardiging te kennen te geven en maakt van zijn recht gebruik om do vergadering tijdelijk te sluiten en over te gaan in een afzonderlijke vergadering met de beido Wethouders. Na een afwezigheid van circa 15 minuten wordt de Raadsvergadering heropend en doet de Voor zitter de mcdedceling, dat do Wethouders op hun stem terngkomen en vóór de behandeling zijn, zeggende, dat zij „abusief'Rebben tegengestemd. De geldelijke quaestie komt dus van voren af weer in stemming met dezen uitslag: tegen de heoren Speelman, v. d. Bruggen, Marbus en Van Heemstra, vóór de heeren Roost, Meijne en Kruyff, zoodat de behandeling is afgestemd en verdaagd wordt tot nader order. In welke stemming de Voorzitter zijn matten op rolde, dat is: zijn documenten maar weer opborg kan inen zich vrij wel voorstellen. Na gedane gewone rondvraag sloot Z. E. A. de vergadering. Eenige minder parlementaire uitdrukkingen, die tijdens do zitting werden gehoord, Iaat onze ver slaggever maar weg, omdat zij te sterk gekruid waren. Maar een en ander, hoe treurig ook, wekte niettemin tusschënbeiden nog den lachlust op. Van 13 tot en met 19 Octobor. BEVALLEN: W. De Bolster geb. v. Daal D. M. J. Planje geb. Kok D. H. Arkeveld geb. Wallaard Z. J. Filippo geb. Onderwater D. M. E. Houps geb. Kouwenberg Z. A. Poelijoe geb. Pison Z. W. Schilthuizen geb. Timmerman Z. C. Bogaards geb, Brussel Z. E. A. Holsderver geb. Tiemstra Z. A. E. Onderwater geb. Vink Z. E. Bouwer geb. Sprenger D. A. Hoogendooru gob. v. Houwelingen D. A. M. De Groot geb. Breramor Z. W. O. v. Lu ijken geb. v. d. Vlist Z. M. v. Helden geb Ju D. 1. Wempe geb. Roodcnburg Z. L. J. Koreühof geb. Stoute D. E. Sandberg geb. Schreuder D. J. P. Herruer geb. Den Os D. L. v. Loef geb. De Meij D. N. Lucas geb. B.esuijen D. G- v. d. Ploeg geb. v. d. Willik D. S. Masurel geb. Crama D. H. M. Rollandet geb. Wichers L. A. De Witt geb. Oosterom D. C. Zwaan Ëeb. Favier Z. P. v, d. Velden geb. v. Rijn J. Sloots geb. v. d. Plas Z. E E. Goddijn ?eb. Otterspoor D. J. Bon geb. Sjardijn D. Brugmar.8 geb. Lagas D. M. v. St'eijn geb. v. d. Ham D. J. C. y. Weizen geb. SelierZ. Ch. Colpa gob. De Clen D GEHUWD: C. Van der Wiel jm. en J. De Vos jd. F. J. Faes jm. en C. M. S. Bonnet jd. D. G. Van Noort jm. en A. Van der Durghjd. Von Roijen jm.'oa J. ïioemnn jd: J.ütraver jm. en S. W. Van Heusden jd. A. Lepelaar jm. en J. J. Verineer jd. OVERLEDEN: C. Lares geb. Laman W. 87 j. H. Brands D. 11 m. L. D. Kooreman Z. 5 m. H. Weenink Z. 4 m.C. A. Cbristiaause geb. GroenV. 68 j. H. Pardon Z. 8 d. H. Ouwerkerk Z. 3 j. A. N. De Vrind Z. 1 m. M. M. Oudshoorn D. 11 m. H. Smit W. 72 j. J. Molenaar D. lm. C. M. De Koning D. 13 m. M. Verstraaten D. 17 j. J. P. Questroo Z. 9 m. W. J. Geenjaar M. 72 j. ZEGWAARD. Ondertrouwd: A. G. Van Sittert jm. 34 j., te Zegwaard, en A. Gijzenberg jd. 25 j., te Haarlemmermeer. Geboren: Elizabeth Antjo, D. van H. Gouwo- leeuw en C. G. Gouweleouw. Overleden: J. Wensveen 13 d. C. A. Karens 20 m. D. Do Wilde 4 j. ZOETERMEER. Geboren: Gerard Pioter, Z. van. S. Glijnis en J. C. Veefkind. Petrus Alber- tus, Z van H. Van der Meer en P. C. Van Dorp. Overleden: M. J. Beukers 14 dagen. Gemen»(l Nieuws. De E n g o 1 s c h e bladen staan nog vol met bü zon der tied en van de schipbreuk der „Mohegan." Het uitgaan van htt elec- trische licht beeft htt reddingswerk zeer bemoeilijkt, ook voor de reddingboot, die dikwijls moest zoeken waar hot schip eigen lijk lag. Een enkele gewone lantaren aan £en mast was van een groot voordeel ge weest. Op de vraag hoe het schip zoo ver uit z\Jn koers kwam, weet men nog geen antwoord. De officièele opgaaf is nu, dat er 153 menschen aan boord waren, en 50 gered zijn, van wie 11 passagiers. Verdronken zijn er dus 103. In zeevarende kringen is het vermoeden geuit, dat een onregelmatigheid van het kom pas de oorzaak zou zijn, en daar de licht toren van Eddystone nog by klaarlichten dag gepasseerd werd en in de schemering het dichtvuur van Lizzard zichtbaar moest zijn, had het den officieren moeten opvallen, dat zij niet in de goede richting waren. De eerste en de derde officier hadden de wacht. Daar het echter juist etenstijd was, gingen zij afwisselen! aan tafel en bevond er zich slechts één op de commandobrug. De stoom- bcot liep om dezen tyd ongeveer 13 knoopen en stoomde juist op de kust toe, die evenals de rotsengroep Manacles (do hrndschellcn) op een Engelscbe mfil afstand gtlegen was. De roaaltfid was juist voorbij en do passagiers verliet n de kajuit, toc-n de stoomboot met oen geweldigen stoot, die haar tot in haar gebinten deed kraken, op de rotsen voer. Officieren en manschappen deden manmoedig hun plicht. De booten werden in zee gelaten, wellicht iets langzamer dan anders, daar het nieuwe takelwerk nog niet zoo vlug afliep, en den vrouwen en kinderen redoiDgsgordels omgebonden. Ware slechts een uur tyd over gebleven, dan hadden allen gered kunnen worien; het water stortt9 zich echter m6t zoo'n reusachtig geweld in het schip, dat het in korten tijd begon te zinken. Drie booten waren intusschen bemand en met de grootste moeite in zee gelaten. De bemanning schijnt voor het leven van de vrouwen zoo goed te hebben willen zorgen, dat z|j een der booten bijna geheel met vrou wen vulde en verder slechts vier matrozen. Dyzen kouden de golven Diet baas blijven, en de loot sloeg om. De beide anderen roei Jen naar do kust toe. Eer mtn echter de andere booten kon af laten, hief zich het schip nog eenmaal open zonk toen onder hartverscheurend gejammer der teruggebleven passagiers met het voorste deel, om in het volgende oogenblik geheel door de golven Verzwolgen te worden. Do kapitein stond tot het laatst op de brug: „In Gods naam, jongen.®, maakt, dat je vrij bomt", riep hfi zijn marmon toe, die moeite hadden mtt het uitrengen van een boot. Dat waren zijn laatste woorden. Een der gered den meende, dat -de kapiLin twee zwemgor dels om had gedaaD. Over de houding der equi page worjt algemeen met lof gesproken. In twintig minuten na de botsiüg was do ondtrgaug een feit. In hit volgende oogenblik dreven een menigte menschen in de trancing. Voor de meesten was het een korte worsteling. De golven sleurden hen tegen de rotsen, waardoor zij hun bezinning verloren. De kustwacht van het naaste station had even te voren bemerkt, dat de „Mohegan" in een valschen koers wa6, en had vergeefs waar schuwingsraketten doen opstijgen. Toen de schipbreuk had plaats gehad, ging do ongeluks tijding rechts en links langs de kust, doch alleen de eerste reddingsboot (van Portboustock) had over een afstand van twee Engelscho mfilen scherp te roeien eer zij tot de beide booten geraakte en den anderen overlevenden hulp brengen kon. Vooral diegenen, cie zich aan planken en masten vastgeklemd hadden, waren er jammerlijk aan toe, toen zfi de kust bereikten en in de kleine visschersdorpjes gastvrij opgenomen werden. De later op de plaats des onheils aankomende reddingsbooten van andere plaatsen roeiJen nog etn wijle aldaar rond, doch vonden nog slechts een mensch in leven. Do namen der passagiers on manschap zijn grootendeels van Engel8chen en Amerikaanschen oorsprong. Onder de geredden was ook een Amerikaansche z ngere8, zekere Mi6s Maud Roudós (haar werkelijke naam is Rondebusb), dia in Juni 1897 in het Coventgarden theater in de Walkure als Gertrilde debuteerde, later in de Karl-Rosa-troep als Venus in Tannhkuser optrad en in den laatsten zomer weder in Coventgarden de Mercedes in Carmen, Lady CLrence in Hendrik VIII tn Flora in de Traviata gezongen heeft. Zij bevond zich met haar moeder in do ongestuurde boot. De moeder had nauwelijks de kust b: reikt, of zij stierf. Een van do bemanning heeft den heelen afstand van de klippen naar de kust afge zwommen en kwam daar behouden aan. B(j Brigg, in Lincolnshire, heeft een spoorwegongeluk op de Great Central plaats gehad. De waggons van een voorbij- rijdenden trein kwamen in aanraking met balken, die staken uit goederenwagens op een aangrenzende lijn en verscheidene waggons vernielden. Er werd zoo spoedig mogelijk ge remd, maar er waren al zeven menschen cood en tien gekwetst, sommigen heel ernstig. Uit Amiens meldt men, dat de hertogin van Sutherland, Maandagavond uit Parijs virtiokken, by haar aankomst to Amiens bemerkte, dat haar een kistje met 700,000 franken aan juweelën, waaronder een hal3- snoi r van 120,000 franken, was ontstolen. Do diefstal schijnt in den trein gebeurd te zijn, en de hertogin moet 100,000 franken uitge loofd hebben aan hem, die haar het gestolenp terugbezorgt. UITLOTINGEN. Ameti-rdum. 2,/;-potp--leoniQ' 1896. Trekking op 18 Ootober 1898. 187 Obligati<^ 4 155 277 320 *321 897 409 529 534 776 784 82«j 955 1037 1121 1160 1271 !*S1 1485 1G81 184* 1854 1875 1970 1972 2110 2151 2188 2236 2282 2299 2308 2342 2393 2468 2479 2517 2051 2659 2703 2763 2843 3194 3212 3284 3362 3304 3896 3427 3431 3537 3613 3639 3S63 8892 3908 4012 4098 4154 4204 4433 4471 4481 44S8 4616 4f O 4775 4836 48ÖO 4878 4931 6181 5264 6362 5370 6424 5509 6698 5031 6635 5742 6778 69 0 6947 5972 6976 6980 0030 6043 6125 6239 6299 303 6343 6442 6445 6527 6692 6704 6749 6779 6844 7029 7108 7112 7123 7130 7147 7232 7249 7266 7340 7348 7504 7642 7727 7777 7791 7b66 79LS 8035 8113 8472 8476 8-483 8626 8843 8880 8910 8931 9061 9093 9125 9194 9299 9368 9473 9486 0559 9040 9644 9719 9745 9748 9756 9971 10000 10024 10030 10036 100S2 10150 10152 10197 102S6 10*305 10355 10454 10463 10G38 10677 10716 10806 10858 10872 10875 10975 10992 11077 11116 11171 11173 11209 11302 11331 11464 114S2 11498 11787 11803 11894 11961 11963 11976 11984 Betaalbar 1 December 1898. 37) Nao nam hot hun niet kwalijk, z\J moest toestemmen, dat haar vader niet iemand was, met wien men kon omgaan. Maar thans, nu zÖ vry was, schreef zij aaa haar oom, be richtte hem den dood haars vaders en kreeg als antwoord een vriendelijke uitnoodiging om dadelijk naar Durban te komen en bü hen te blijven, tot zij haar plannen voor de toekomst zou gemaakt hebben. Na Will ge raadpleegd te hebben, had zü de uitnoodiging dankbaar aangenomen. En nu was haar laatste avond iD de Gouden Vallei aangebroken. Al haar toebereidselen voor de reis waren getoaakt; zü had de weinige bezittingen, die zÖ in haar nieuwe leven wilde medenomen, gopakt, en haar koffer stond in den winkel gereed voor de rois. Zij had den winkel bene vens de gelagkamer aan Donald verkocht, die "wat geld gespaard en gelukkig gespeculeerd had. Hij was onlangs getrouwd met een flinke vrouw van middelbaren leeftijd, die hem met alles goed ter zijde kon staan. Nan had van iedereen afscheid genomeü ©n zö was biy, dat dit achter den rug was, want hot had haar zeer veel gekost. Z{J had de boeken en sleutels van winkel en gelag kamer aan Donald overgedragen, wiens vrouw haar plaats achter de toonbank reeds had ingenomen, en thans stond zü aan de deur, in haar oude geliefkoosde houding, met haar hoofd tegen den deurpost gelound, en peinzend keek zü er voor de laatste maal n^iar hoe de zon onderging achter de heuvels, die de Gouden Vallei omringden. Will Crosby had beloofd haar nog te zullen komen zeggen boe laat precies zü den volgen den morgen vertrekken zouden, en thans, terwül zü daar stond te etaren, zag zü hem naderen. „Waar kük je naar, Nan?" vroeg hü- „Ik kük naar den zonsondergang," ant woordde Nan, als in gedachten verzonken. „Ik keek er altyd zoo gaarne naar. Wat is hot ook prachtig I Het spyt mü, nu de tyd van scheiden zoo nabü is, dat ik dat verruk- keiyk gezicht voor altyd moet missen! We hebben er dikwü'ls samen naar gekeken, gü en ik, Will. Kom laten we het nu voor het laatst doenl" „Daar, waar gü heengaat, Nan, zal do zon evon mooi ondergaan als hier, maar ge zult er met anderen naar küken, niet met mü," zeide Will op somberen toon. 't Ia waarschünlüker, dat ik er alleen naar kgken zal," antwoordde Nan met een wee moedig glimlachje. En toen zwegen beiden een tüdlang, terwül de zón de toppen der heuvels in goud deed baden. Plotseling bracht Will zün hand boven zün oogenhü zag in de toenemende scheme ring een man en een paard naderen. „Wie kan daar nog aankomen?" vroeg hü verbaasd. Nan keek thans ook, maar haar oogen waren verblind door den gloed der onder gaande zon, en zij kon niet duidelük zien. „Ik kan niets zien, mün oogen zgn ver- bliftl," zeide zü onverschillig. „Is het een vreemdeling, Will?" Will antwoordde haar niet. Hü stond met alle aandacht te staren naar den naderenden reiziger, die thans zgn paard tot meerderen spoed aanzette en snel naderde. Will keek en koek, en deed toen plotseling een uitroep hooren van spyt en verbazing. Nan zag hem verschrikt en verwonderd aan. „Wat is er? Is het iemand, dien gü kent?" vroeg zü. Will zag haar aan. Zyn voorhoofd was go- fronst, zün oogen flikkerden van toom. „Ja, ik ken hom helaas!" zeide hü op heftigen tooD. „Ben je blind, Nan? Kun je niet zien, dat het Alan Courtenay is?" „Alan Courtenay 1!' O, de innige blfldschap, die uit Nans gelaat en stem sprak I Als Will ooit had getwüfeld of zy Alan lief had, dan had hü thans zekerheid. Hü stampte ongeduldig op den grond. „Ja, Alan Courtenay 1 Je we6t best, waarom hü terug is gekomen. Hü wilde omkeeren en haar verlaten, maar zü legde haar hand op zün arm en hield hem togen. „Neen," zeide zü, Bbiyf 1 Blyf, Will, en help mü hem te ontmoeten." „Waarom zou ik blüven?" mompeldo Will. „Omdat ik u noodig heb. Blüf," on Nan kleurde diep „opdat ik mü niet nog meer in z(jn oogen vernedore door hem te tooneD, hoe biy ik ben hom weer te zionl Acb, blyf toch; je tegenwoordigheid geeft mü sterktel" ging zy hartstochteiyk voort. Will kon niet laDger weigereD, en met op geheven hoofd en doodsbleek gelaat wachtte Nan aan zün züde Alans komst af. Zü sprak geen enkel woord tot hem, totdat hü was afgestegen en haar met het paard aan den tougel genaderd was. Toen zag zü hem aan. Hü zag er bleek on vermoeid uit na zün langen rit, maar toch was er oen wonderlyke glans in de oogen, die de hare zochteD. Zü beefde en haar hart klopte onstuimig. Met groote moeite behield zy haar zelfbeheer- sching. „Mynheer Courtenay, dit is waarlük oen verrassing l Ik had nooit gedacht u nog oens in de Gouden Vallei te zullen terugzien," zeide zü op afgemeten toon. Zü bood hom haar band niet aan, en Alan was te onzeker van zü'n ontvangst, om haar of Will de züoe toe te eteken. „Ik zou ook nooit teruggekomen zün» als het niet om u geweest was, Nan. Ik kwam hier terug om u te spreken". „Zoo?" Nan trok haar wenkbrauwen ver baasd op. „Het is dan gelukkig, dat u uw komst niet nog langer hebt uitgesteld," ging zÜ op onverschilligen toon voort, „wantwy" en zü keek Will aan en glimlachte—„gaan morgen hier vandaan." „Waarlük I" Alan keek snel van Nan naar Will, en toen naar Nans linkerhand zü droeg geen ring. Zün gelaat klaarde op. Will zag en begreep dien onderzoekenden blik en moest zich be* dwingen, Alan niet aan te vliegen. „Daar müuheer Courtenay alleen om u bier komt, Nan, moest ik maar liever heengaan,*; zoide hü» Hy wilde zich omkeeren en hen alleen lateD^ maar Alan hield hem terug. „NeeD," zeide by, blüf een oogenblik, Crosby Wat ik tot Nan to zeggen heb, betreft ooi u. De laatste maal, toen ik u mün hand aan bood, hebt gü die geweigerd. Ik was er toe*' boos om, maar ik weet nu, dat gü gelük had^ ze mü te weigeren. Ik was niet waard ze aaff te rakeD. Ik heb mün fout ingezien, Nan" en nu keerde hü zich tot haar, en zün stom beefde, door de moeite, die hü had zün aar* doening meester te blüven. „Ik heb u wreed en schandelyk miskend l Kunt gü mü vorgeven! Ik bon meer dan zes duizend mülen ver gekomen om u dit te zeggen, om u vergiffenis af to smeeken!" riep hü uit, en hü zag haar aan met smeekende oogen. Maar Nans gelaat bleef even strak. Zü zag hem niet aaD, zü hield haar oogen neerge slagen; alleen vloog oen glimlach over haar gelaat. „Wie heeft het u verteld?" vroeg zü op kouden toon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 5