N». 11854 Maandag W October. A0. 1898 <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. I Feuilleton. MOOIE NAN. LEIDSCH P~R1.TR DEZES COTTRA TSTPi Voor Leiden per 8 maanden, f 1.10. JFYanco per po6t - - .•••••••*•-• e 1.40* Aizonderiyke Nommers - 0.06. FRUS DER AD VERTENTIÊN Van 1-6 regels 1.06. iedere regel meer f O.J7|. - Groctero letters naar plaatsruimte. - Voor het incas3eeroD buiten de stad wordt f 0.05 berekend Offloiëelo KenntsgfOvinffon. Bnrtr.meester ea Wethouder. eau Leiden, Gezien irt. 8, lete .line», der wot ran don Jdon Jnni 1875 (Staatablad No. 85), tol regoling ven hel toezioht brj het oprichten Tan innehnngen, welke ger.ar, aoliade of hindor knnnon reroorzakon; Brengen bn deze ter elgomeone kennie, dat door hen op h.den rergnnning i. rerleond aan H. G. VAN EG OND en reolitrerkrijgendeo tot het plaatsen en in-working*.tellen ran eon gaemotor ran 4 psardo- \racht in het perceel Lange Zandstraat No. 8. Bnrgemoeeter en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WASi Burgemeester. 19 Oct. 1898. VAN HEY3T, 8eoretari«. Directe Beiasllngen. De Bo'rgemeeB'er van Leiden brengt ter algemeone tennis, dat aan den OntraDger dor Directe Belastingen is ter hand ge told hot kohier dor Pereoneele belasting l*to. 12 van den dienst 1898, oxeoutoir verklaard den 12den Oo'. Jl. on herinnert 'voorts den bel Dg- hebbonden aan hunne verplichting om den aanslag op d n bij de Wet bepaalden vcefc te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 14 Oct. 1898. F. WAS. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden brengen ter algemeene kennis, dat ingevolge art. 10 van het Koninklijk Besluit van 4 Mei 1896, tot vaststollmg T*n een algeraoon reglement voor de Kamers van Koophandel en Fabrieken (8taalsblad No. 142) op Dinsdag den 22ston November 1 8 9 8 des namiddags van twee tot vier uren ten Baadhnize otn verkiezing zal plaats hebben Tan vier leden van de Kamer van Koophandel on Fabrieken in deze gemeonto ter vervulling van do vacatures, die zullen ontstaan door de periodieke aftreding ■jan de heoren: J. ZAALBERG J.Ce., P. L. O. DRIESSEN, O. C. TIELEMAN on M. H. VAN WAVEREN, die eobter iDgevolgo art. 6, alinea 3 ran boven vermeld i esluit, weder herkiesbaar zgo. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, F. WAS, Burgemeester. 14 Oot. 1898. VAN HEYST, Secretarie. Kosten, yerbonden aan liet instellen van een onderzoek omtrent de wcnschelijklioid van de invoering van een algemeenen keuringsdienst van levensmiddelen. - Na de invoering bier ter stede op 1 October 1893 van de keuring van vee, vleesch, visch en ooft is herhaaldelijk de vraag overwogen, of het noodig en wenscheiyk zou zyn in deze gemeente een keuringsdienst in te voeren ook op andere levonsmiddelon. Do uitnemende werking van de keuring van vee, vleescb, visch en ooft, welke zonder twijfel aan de volksgezondheid ten goede komt, rechtvaardigt het vermoeden, dat uitbreiding van den keuringsdienst tot andere levensstof fen uit een hygiënisch en ©economisch oog punt aanbeveling verdient, ft Hoe een dergelijke keuringsdienst zou moe ten gerogeld worden een regeling, welke uit den aard der zaak veel ingewikkelder is _dan de keuring van vee, vleesch, visch en oft zal ernstig moeten overwogen worden, oodra genoegzaam statistisch onderzoekings- ateriaal omtrept do geaardheid der hier ter tede verkocht wordende levensmiddelen aan- [wezig is. nea»- Aan de beslissing, of het noodig is in deze gemeente een keuringsdienst van levensmid- delen in to voeren, en zoo ja op welke wijze die zou moeten worden geregeld, dient der halve op ruime schaal, en over niet te kort tijdsverloop een eDquête vooraf te gaan naar den aard der levensmiddelen, hier ter stede koop aaogetoden. Hiertoe strekt do op de ontwerp gemeente- begrooting voor 1898 voorgestelde uitgave van ƒ2150. Dat niet eerder aan het instellen van zulk een onderzoek kon gedacht wordon, zeggen B. en Ws. in hun Memorie van Toelichting, vindt zijn oorzaak hierin, dat het voorstel had moeten afstuiten op de groote kosten, die onder gewone omstandigheden met een dergelijke enquête gepaard gaan. Immers, de gemeente zou niet alleen moeten voorzien in de thans voorgestelde uitgave ad ƒ2150, welke is samengesteld uit ƒ1500 als bezoldiging van een tijdelijk aan te stellen gemeentelykon chemicus, 500 voor chemica liën en monsters, 150 voor de bezoldiging van een loopjongen, doch ook voor een labo ratorium met de inwendige inrichting daarvan en de bezoldiging van een of meer assistenten by het chemische werk. Nu in den loop van dit jaar het nieuwe Pharmaceutisch Laboratorium van de Ryks universiteit alhier in gebruik zal komen, schynt do mogeiykheid te bestaan om een regeling te treffen, welke zoowel aan onze gemeente- voor het beoogde doel, als aan het universi tair onderwys ten gooie zal komen. Een mondeling en schrifteiyk overleg met den hoogleeraar dr. WysmaD, directeur van het Pnarmacoutisch Laboratorium, hoeft aan Burg. en Weths. de overtuiging geschonken, dat tegen do gewenschte reg. ling geon be zwaren bestaan en dat het voorstel ook by de Regeering instemming zou vinden. De regeling zou hierin, bestaan, dat in het Pharmaceutisch Laboratorium voor den ge meentelijken scheikundige lokaliteiten en hulp middelen werden beschikbaar gesteld. Daardoor zouden vervallen de bezwaren, in andere gemeenten verbonden aan de oprichting en het onderhoud van een la-oratorium en do inwendige inrichting en eveneens de be zoldiging van een of meer assistenten by het chemische werk. Want als zoodanig zou de hoogleeraar-dirocteur van het Pharmaceutisch Laboratorium don gemeentelijken scheikundige voor zekeren termyn een paar van de me r- gevorderde studenten willen toevoegen. De gemeente zou zich dan kunnen bepalen tot de aanstelling van een g meenteiyken scheikundige, tot het verstrekken van een subsidie ter bestryding der onkosten van ver bruik van chemicaliën, aankoop van monsters en bezoldiging van een jongen voor schoon maken en het doen van boodschappen. Op die wyze zouden de belangen van de gemeente en die van de universiteit band aan hand gaan. Het voordeel dezer regeling voor de ge meente is het vrye gebruik van lokalen en hulpmiddelen van h6t laboratorium en de kostelooze assistentie van meergevorderde stu denten voor den gemeentelijken acheikundige. Voor do universiteit is het groote voordeel, dat op deze wyze een chemische polycliniek wordt gevestigd, een zeer te waardeeren vorm van onderwys, welke niet kan worden opge wogen door enkel laboratoriumsoefeningen, waaraan de prikkel van de werkeiykheid ont breekt. De verhouding van den gemeentelyken scheikundige tegenover den hoogleeraar-direc teur zou dan deze moeten zyn, dat de eerste aan den directeur als assistent by het onder wys werd toegevoegd en dus aan den directeur on ;er^eschikt werd; terwyl de gemeente het onschatbaar voorrecht zou hebben, dat de hoog Leraar Wysman op het werk van den ge meentelyken acheikundige eenig toezicht .uit oefende, echter zon er dezen daardoor van zyn zelfstandige verantwcordelykheicT te ontheffen. Voor de gemeonte vloeit uit bovenom schreven regeling bovendien het groote voor deel voort, dat de maatregel slechts een weinig kostbare proef is, die twee a drie jaren moet voortduren, waarna eerst met vrucht zal kunnen geoordeeld worden of de invoering van eon keuringsdienst op levens middelen hier ter stede noodig is. Mocbt de gemeente na zekeren termyn meenen, dat de uitkomsten de onkosten niet waard zyn, dan belet niets haar om de proef te staken. Aan den gemeentelyken scheikundige zCillen behalve de keuring van levensmiddelen nog andere diensten ten behoeve van de gemeente kunnen worden opge.ragBn. Als voorbeelden kan gewezen wordon op het onderzoek van drinkwater, zooals vroeger door dr. Bakhuis Roozeboom, thans door prof. Wysman geschiedde; een regelmatige controle op het door de Duinwatormaatschappy ge leverde water; het onderzoek van bier ter stede verkochte p6tioleiim- met het oog op de veiligheid; htt orHUrar^k van materialen by aanbesteding, voor zoover dit van schei kundigen aard kan zyn, bfjv. verfwaren, papier, Inkt, levensmid :elen, kleedingstoffenschei kundige onderzoekingen van vleesch op ruimer schaal dan tot dusver k n plaats hobben door den inspecteur dor vee- en vleeschkeuring, die toch reeds een drukken werkkring heeft en die zeer gesteund zou worden, als aan een daarvoor beschikbaar ambtenaar kon worden opgedragen de bereiding van de materialen, benoodigd voor zyn bacteriologische onder zoekingen. Financitfele Kroniek. Wederom kan men gernst zeggen, dat de Bears zich dozo week kenmerkte door een flauwe en lustelooze stemming, wolko nog meer toenam, toen bekend werd, dat de Bank van Engeland en de Russische Rijksbank bun discouto met 1 pCt. en de Oostenrijksch-Hongaarsche Bank met l/j pCt. verhoogd hadden. Dat duurder geld voor Europa voor de deur stond, gaven wo reeds voor een paar weken te verstaan, als een onvermijdelijk gevolg van de verplaatsing van de batige handels balans naar do overzijde van den Oceaan; doch dat doze verhooging van het disconto te Londen en te St.-Petersborg vergezeld gaat van oorlog zuchtige beschouwingen en dreigementen in do Engelsche bladen, tegen Frankrijk gericht, is een nevenomstandigheid, welke niet geheel en al van gevaar ontbloot is. Wel is waar is men ge wend aan bet geblaas on het geschetter der Engelschen, die, zooals dezer dagen in een dor nieuwsbladen niet onaardig word gezegd, schijnen te meenen, „dat hun door de Voorzienigheid is opgedragen de geheelo wereld te koloniseeren en dat hun een eerste hypotheek op al het onbeheerde land rechtens toekomt"; doch dit neemt niet weg, dat de gespannen toestand zeer ernstig worden kan, wanneer de uitdagende houding der Engel- aohe pers overslaat naar Frankrijk, waar do pers zich tot dusverre op zeer bezadigden toon over het Fashoda-conflict heeft uitgelaten. De gevolgen van een breuk tusschen Frankrijk en Engeland zouden niet gemakkelijk te overzien zijn. Men zou gerust kunnen zeggen, dat in dat geval over de geheelo wereld hot oorlogsrumoer zou gehoord worden. Frankrijk en Engeland toch zijn huren, maar niet alleen in Europa, zij zijn het ook in Afrika, in Azië en in Noord- en Zuid-Amerika. En zou Rusland onder zulke omstandigheden onzijdig blijven en zijn slag niet slaan? Laat ons hopen, dat dio oorlogzucht beperkt zal blijven totj de courantenartikelen! Ook in betrekking tot Oosten- rijk-tlongarije is de Beurs niet op haar geraak. Men vreest zeer, dat een eventueolo verandering van regeering hij abdicatie of dood van Keizer Frans Jozef ongunstige gevolgen zal hebben op finaneiëel gebied. Dat men in Weenen echter de zaken zoo duister niet inziet, blijkt wel daaruit, dat men daar het hier aangeboden fonds meestal opneemt. Van do twee deelen der Monarchie is Hongarije ongetwijfeld finaneiëel het sterkst. Niet tegenstaande dat, moesten toch ook de Hongaarsche fondsen een weinig vau hun koers prijsgeven. Wendt men zijn oogon naar het Oosten, dan ziet men ook in China dingen gebeuren, die niet zonder invloed op politiek en financiën zullen blijven. Do reactionnaire regoeringsdaden van de Keizerin- Weduwe mogen al om bijoogmerken aan Rusland aangenaam zijD, het valt niet te ontkennen, dat zij voor de ontwikkeling vaD het land schadelijk en den koloniseerenden mogendheden zeer onaan genaam zijn. Waarschijnlijk zal het einde biervan wel wezen, dat Europa de voogdij over ChÏDa feitelijk aanvaardt en de kuststreken van dit uitgestrekte Rijk tot meerdere zekerheid onder eigen beheer neemt. Wij zullen hopen en vertrouwen, dat bij dergelijke gebeurtenissen de schuldeischers van China in betere Omstandigheden zullen verhoeren dan de houders van de Cubaansche schuld thans. Amerika toch, hetwelk Spanje nu zoo goed als uitgekleed heeft, wil van een overneming der Cubaansche schuld niets hooren en staat er daarentegen danig op, dat Spanjo wel degelijk aansprakelijk zal blijven voor rente cn hoofdsom der schuld. De Spaansche zaakgelastigden echter wijzen deze vriendelijke schikking boleefd van do hand en vinden, dat hij, die de erfenis aanvaardt, ook de schuld behoort te betalen. Men kan hot don Spanjaarden niet kwalijk Domen, dat zij, al is het ook met woordbreuk, weigeren zich ten behoeve van Amerikanen, die de Cubaan sche schuldbrieven kochton, en Europeanen, dio hen aan hun lot overlieten, toen zij in nood ver koerden, thans nog verder zullen uitkleedon, nadat men hun van al hun kostbare staatsie en Zondag- scho kleeren heeft beroofd. Wat de onderhandeling omtrent een nieawe Spaansche leening betreft, waarvan onlangs werd melding gemaakt, hiervan heeft Senor Sagasta medegedeeld, dat er, althans voor het oogenblik, geen onderhandelingen worden gevoerd. Voorloopig beeft de regeering zich weder tevreden gesteld met een voorschot van do Bank van Spanje, groot 50 millioen pesetas, een zeer gevaarlijk hulpmiddel, dat ten slotte den toestand slechts verergert. Ook de Spaansche Perpetueelen liepen terug. In de Portugeezen kwam ook reactie. Het schijnt namelijk, dat het met do overeenkomst omtrent de Delagoabaai nog niet zoo ver is, als men eerst wel dacht. Ter Beurze toch wint de meeniDg meer en meer veld, dat de overeenkomst tosschen Engeland en Duitschland eerst den vorm van een verdrag zal aannemen en als zoodanig geldend worden, wanneer Portugal zich om een of andere reden van zyn koloniaal bezit in Afrika zal ontdoen. Niettogenstaande deze meeuing, go- looft men echter toch, dat het niet onwaar schijnlijk is, dat de Delagoubaai binnen betrekko- lijk korten tijd zal wordon verkocht of verpacht. Portugeezen werden, en vooral de laatste dagen, sterk aangeboden, en konden hun koers niet bard- haven. Het ultimatum dor vier mogendheden in zako Creta schijnt op de Turkscho fondsen geen invloed uit to oefeneü, doch handel in Turksche obligation is er niet geweest. Alleen do loten verbeterden een fractie. Of do triomftocht van den keizer van Duitschland op do Turksche aan gelegenheden invloed zal hebben en Verandering in de politieke verhouding teweeg brengen is een vraag, welko wij ter oplossing aan de toekom zullen overlaten. Do Petroleum waai den waren weder zeer OLgo rogeld. De aaiideelen Koninklijke moesten hun behaald avance woder prijsgeven. Ook de Sumatra- Palombang brokkelde af. Moeara-Eniin, die zich nog hot best hield, werd ton slotte ook flauwer, daar er geruchten liepen van ophanden zijnde kapitaalsvergrooting. Over bet algemeen mag men wel zeggen, dat zooveol enthusiasme er eertijds was voor mijn- en exploratie-ondernqiningcn, er nu evenveel terughouding is, en stroomden voor oen jaar de gouden tientjes in deu schoot der Maatschappijen, thans moeten de rijksdaalders er in gedreven wordon. Op de Tabaksraarkt was do aandacht gevestigd op de Sakoeda, van welke een zeer gunstig divi dend in het vooruitzicht gesteld wordt. Ook aan- deelen Lankat-Tabak-Mij. A en B verbeterden ccnige punten. Voor do Funding Loan van Brazilië bestond meer vraag en monteerden tot 82'-/< pet. Ook do Moxicaansche 5-pcts. binnenlandsche leoning waren vast. Wat do Amerikaanscho Spoorwegmarkt betreft, hierin is in de afgcloopen week niet veel verande ring gekomen. Oregon-B-bonds liepen aanvankelijk sterk terug, hetwelk volgens sommigen daardoor wordt verklaard, dat de beheerder van den boedel van Oliver Ames, vroeger president van de Union-Pacific en do grootste houder van de obli gation der Oregon-Shortline, do goheele hoeveelheid Shortliuo-B-bonds, tot dien boedel behooronde, ondershands verkocht heeft. Wat aangaat do ver mindering der ontvangston over Augustus van den Atchison-Topeka-Spoorweg, lee3t men uit de medo- dceling van den prosident Walker, dat dit voor- namolijk daar vandaan komt, dat het graan langs de Atchisonlijn nog niet tor verscheping wordt aangevoerd. Verleden jaar werden in de maand Augustus 500 a 600 waggons graan daags ver voerd, en dit jaar nog geon ICO waggons per dag. De boeren, houden het graan op, in de hoop van betere prijzen De verhoogde uitgaven zyn ver oorzaakt door verhaaste logging van spoorlijnen en constructio van bruggen. De president zegt do overtuiging te hebben, dat, mogen de cijfers voor een enkele maand sterken achteruitgang aantoonen, hot resultaat over het goheele jaar toch gunstig zal zijn. Dat de markt echter gedrukt was, valt niet te ontkennen. De verspreiding van de gele koorts langs de Mississippi, hoewel gezegd wordt, dat dezo goruebton overdreven zijn, zal hieraan ook wol wat toegebracht liebbeD. Als men zich echter in Amerika aan sound money houdt en wanneor niet door werkstaking in mijnen en op do spoor wegen de gang van zaken in de war gestuurd wordt, dan zal, niettegenstaande oogenblikkelijko depressie, eorlang voor Amerikaanscho fondsen wel weder groote belangstelling volgen. Hijnlandsc/ie Bank. ?0) Maar by Alan was van zoo iets nooit sprake, en toen uw oom stierf, was hy ale een vader voor Malcolm en een broeder voor my. Zooals jo weet, ben ik maar een paar jaar ouder dan by, en was ik pas drie sd twintig, toen ik als -we du wo achterbleofl" „Ja - het klinkt altyd zoo grappig, dat lan u tante noemt," zeide Frances glim- acbend. „Het klonk twintig jaar geleden nog gek- er, want ik zag er jonger en Alan ouder it dan we wareD. Ik heb dikwyia men- chen verbaasd zien opkyken en glimlachen, la hy my „tante Marianne" noemde. Ik hield ltyd heel veel van Alan. Ik zou hem erg raag gelukkig getrouwd zien. Ik geloof, Frances, dat ik Eva Wilford een paar dagen 'o logeeren zal vragen, terwyl Alan bier is. Wat vindt je daarvan?" ging mevrouw Cour tenay beteekenisvol voort. Frances lachte. „Vraag haar in allo geval, tantelief, als u wilt, maar als u hot doet ia de hoop, dat Alan van haar zal gaan houden, zult u teleur, gesteld worden. Hy heeft een hekel aan haar." „Waarom?" „Ja waarom? Toen hy laatst aan een diner naast haar heeft gezeten, heeft zy den geheelen tyd over do rechten der vrouw togen hem gesproken, en sedert haat hy haar met een doodelyken haat." „Hy is nogal moeilyk te voldooD, geloof ik." Maar mevroaw Courtenay keek met wel gevallen naar het bevallig hoofdje, dat zich over het borduurraam boog, en vergaf Alan zyn kieskeurigheid. Hot was geen wonder, dat hy moeilyk te voldoen was, als hy voort durend in bet gezelschap van zulk een lief meisje verkeerdeI Als er d6g maar een Frances op de wereld wasl „Heb jo vandaag prettig gereden, lieveling?" vroeg zy. „Heerlyk." Frances bloosde terwyl zy sprak. „Het is zoo gezellig om woer met Malcolm te ryden," zeide zy, „erg gezellig." Weder keek mevrouw Courtenay naar haar nichtje, en een welwillende glimlach plooide haar lippen. Haar vurigste wensch was, dat haar nichtje en aangenomen dochter Malcolms vrouw zou worden in waarheid haar doch ter. En in den laatsten tyd, sedert MalcolmB thuiskomst, scheen het, alsof die wensch kans had vervuld te zullen worden. Hy had altyd van Frances gehouden. Zy was in zyn oogen een lief, vroolyk meisje, altyd gereed hem te bedienen op zyn wonken en zyn bevolen te gehoorzamen, maar sinds zyn Afrikaansche reis, scheen het zyn moeder toe, dat by haar uit een ander oogpunt beschouwde. Het was nu zyn beurt om te gehoorzamen, de hare om te bovelon. Eensklaps schenen zyn oogen geopend voor het feit, dat zy een heel mooi, lief meisje was, op wier bezit elke man trotsch zou mogen zyn. Mevrouw Courtenay zag de verandering in haar zoon met groote blydschap, maar zy was een veel te verstandige vrouw, om iets van haar wenschen te zeggen, zelfs tot haar schoonvader, sir John. Zy kon slechts hopen en wachten. Zy glimlachte dus vergenoegd by France's woorden en antwoordde: „Ja, dat kan ik my begrypenl „Fairholt" is zichzelf niet, als Malcolm weg is. Luister l Hoor je geen wielen, lieve?*' „Ja." Frances schoof haar borduurraam weg en sprong op van haar stoel. „Ik zie de dogcart het hek binnenkomen. Kom, laten wy ze aan de deur opwachten, tante Marianne." Zy liep vlug do kamer uit, langzamer ge volgd door mevrouw Courtenay. Een bediende hield de laatste in de vestibule staande, zoodat, toen de dogcart voorreed, Frances alleen stond in de deur, die aan alle zyden door rozen omgeven was. Alan nam zyn hoed af en wuifde haar toe, toen de dogcart het huis naderde. ,Wat is het kind mooi! Zy i3iederenkeer, dat ik haar zie, mooier en liever geworden," zeide by tot Malcolm. „Ja." Malcolm kleurde. „Ik dacht wel, dat je dat vinden zoudt," voegde hy er by, en de toon, waarop hy sprak, maakte, dat Alan hem eeret scherp aanzag en toen sarcastisch glimlachte. „Wat, nu al?" dacht hy. „Slechts negen maanden geleden had Malcolm oeuwigo liefde en trouw gezworen aan Nan Lester, en reeds keerde zyn wispelturig hart zich van haar tot zyn nichtje, dat, mooi en lief als zy was, niet te vergelijken was in Alans oogen ten minste met mooie NanI Frances kwam de stoep af, toen de dogcart stilbioid en Alan er uitsprong. „Welkom thuis, Alan", zoide zy en stak hem haar wang toe voor den vanouds gebrui- keiyke kus. Malcolm keek half lachend, half boos toe. „Alan mag zich wel gevleid voelen door uw harteiyke ontvangst, Frances," zeide hy. „Ge geeft my tegenwoordig nooit meer een zoen". Frances bloosde. Zy zag hem even verle gen aan. „Wy zoenen geen monschen, die we voort durend zien", zeide zy, een weinig verward. „Alan is een gast; gü zyt hier altyd. Kom, laten we nu naar tante Marianne gaan, Alanl" En zy stak haar hand door zyn arm en ging met hem naar do vestibule, waar mevrouw Courtenay hem stond op te wachten. XII. Veertien dagen gingen voorby en Alan had weldra de vaste overtuiging,Jdat Malcolms veranderlyke liefde zich van Nan tot Frances gekeerd had, en dat, indien Nan werkeiyk op hem wachtte, zy naar alle waarschynlyk- heid tevergeefs zou wachten. Andere oogen, behalve die van Alan, sloegen den voortgang der kleine liefdesgeschiedenis gade, en met meer voldoening. Sir John was er vervuld over, mevrouw Courtenay in de wolkeD. Waar Alan ook kwam, hoorde hy: „Wat eon aardig paar zal het zyol Hoe uitstekend komen zy by elkaar! Wat zal mevrouw Courtenay er mede ingenomen wezeD," on dor- geiyke opmerkingen. Hy word inwendig altyd boos, als hy naar dergelyke woorden luisteren moest, en nog bovendien er glimlachend in toestemmen. Hy kon de gedachte aan Nan niet verbannen, aan wie Malcolm nog zoo kort geleden zyn liefde verklaard had. Wist zy het? vroeg hy zich af. Had Malcolm haar geschreven om haar bekend te maken met de verandering, die in zyn gevoelens had plaats gegrepen, of was zy zich nog onbewust van zyn trouwe loosheid? Zy moest hot weteD, vond Alan, en dadeiyk. Malcolm moest schryven, als hy het nog niet gedaan had, maar misschien had hy zich reeds van die taak gekweten. Alan kon zich ten minste niet voorstellen, dat men aan hot eene meisje bet hof zou maken, ter wyl men zyn woord aan een ander gegeven had. Hy besloot hem by de eerste goede gelegenheid te vragen, of hy aan Nan ge schreven had, maar die gelegenheid deed zich niet zoo spoedig voor. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 9