N". 11854
Maandag 17 October.
A®. 1898
tgourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
Feuilleton.
MOOIE NAN.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PIUJS DEZER COUBANTi
Voor Lelden per 8 maanden.
Franco per post -
Afzonderiyke Nommers
f i.ia
1.40.
0.06.
PEUS DEE ATM/K»7'KNTIt
Van 1-8 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17$. - Gfoctere
letters naar plaatsruimte. - Voor het Inc&aseereo bulten de stad
wordt 0.05 berekend
Leiden, 15 October.
Aan bet in druk verschenen algemeen
[rerslag van het verhandelde in de secties
Iran den gemeenteraad, bij het onderzoek van
ontwerp begrooting voor 1899, met de
I taemorio van antwoord van B. en Wsis het
golgende ontleend:
Bü de algemeene beschouwingen doelde
|*n lid mede, dat de begiooticg over het
llgcmoon op hom een uitstekenden indruk
joaakts en dat vooral de nieuwe posten, ter
terbetering van de openbare gozondheid en
ten bate der geneeskundige armenverzorging,
!8er te waardeeren zijn.
Ia een andere afdeeling bracht een lid
daük aan het Dag. Bestuur voor al betgeen
bet voor de gemeente gedaan heeft; by wees
op de annexatie der voormalige deelen van
de aangrenzende gemeenten, de stichting van
f Endegeest", het zich in goede orde bevinden
van de singels, parken en plantsoenen en op
e politie, die goed is georganiseerd.
Het verleden is, volgens hem, de beste
waarborg voor de toekomst; liy wenscht, dat
h t Burg. en Weths. en den Secretaris ge
geven zU nog vele jaren in het belang der
gemeente werkzaam te z'yn. Dit woord van
waardeering en buldo vond bijval by de overige
lieden en werd ook door B. en "Ws. gewaardeerd.
De „inkomsten" gaven tot do volgende
beschouwingen aanleiding:
By den post plaatselijke directe belasting
'vroeg een lid of er goen middel is om ook
f de uit wonenden door deze belasting te treffen?
Het antwoord luidde:
Door het in-werk-ingtreden van de wet
Ivan 1897, tot regeling der financiëelo ver-
Ihouding tusschen het Ryk en de gemeenten,
lbehooren ook de. uitwonenden, de zoogen.
Horen sen, ïn deze belasting te worden
(aangeslagen. In het 1ste suppletoir kohier,
■dat don Raad eerlang ter vaststelling zal
Iworien aangeboden, zya dan ook de namen
|der bier bedoelde personen opgenomen.
Een lid betoogde, dat de op'rcDgst van
forug-, kaai-, havengelden, enz. een schadepost
voor de gemeente oplevert, daar, afgezien
van het onderhoud van bruggen, enzruim
ƒ2800 meer wordt uitgegeven aan brug
wachters, enz. dan er san brug-, kaaigelden,
enz. inkomt.
DiZQ opmerking komt B. en We. niet ge
heel juist voor. Ongetwijfeld vereischt de be-
Jiening der bruggen groote uitgaven, maar
dezj zya oen onvermijdelijk gevolg van de
'aart door de gemeente. En nu moge de
opbrengst dor haven- en bruggelden niet tegen
dis uitgaven opwegen, deze worden althans
voor een groot deel door die inkomsten ge
lokt. Ook mag niet uit het oog worden ver-
oren, dat de gemeeDte ton gevolge van de
raart door qo stad indirecte voordeelen heeft,
welke zich ni9t onder cijfers laten brengen.
Voorts werd gewezen op den hinder, cien
Ie inwoners ten gevolge van de doorvaart
onderviodoD, ooor het herhaald openen der
>ru£gen, en werd gevraagd of, in overleg met
de provinciale autoriteiten, niet een regeling
te treffen ware, waarby de gemeente ten
minste geen financièel nadeel heeft.
Ook de overlast, zoo werd geantwoord, dien
de ingezetenen ten gevolge van het veelvuldig
openen der bruggen ondervinden, is uit den
aard der zaak niet te ontgaan. Onderhandelin
gen met de provincie als vorenbedoeld zoucen
tot geen resultaat leiden, aangezien de ge
meente destijds, juist om de vaart door de
gemeente te behouden, de verplichting tot
koisttlooze bediening der bruggen heeft op
zich genomen.
Een anuer lid wijst op do gemeente Delft,
waar, ter tegemoetkoming aan bovenaangege-
ven bezwaren, een verordening ontworpen is
en in werking gebracht, waarop B. en Ws.
antwoorden, dat in die gemeente de overlast
voor de ingezetenen zich daarom minder doet
gevoelen, omdat daar de vaart niet door, maar
buiten de bebouwde kom der gemeente is
gelogd. En van een doomtarfs-recht, geiyk
in Delft geheven worat, kan hief geen sprake
zyn, aangezien de Provincie de vrye doorvaart
door onze gemeente bedongen heeft, voor zoo
verre deze althans rechtstreeks en langs een
bepaald aangewezen weg geschiedt.
Er werd gevraagd of het niet voordeeliger
zou zijn de staanplaatsen op markten en
dergelijke openbare plaatsen publiek te ver
pachten.
Hoogstwaarschynlyk, dus luidt het ant
woord, zou een financiöele regeling, als hier
aangegeven, inderdaad blijken voordeeliger
te zyn.
Tot dusverre schroomden Burg. en Weths.
ochter een voorstel in dien zin by den ge
meenteraad in te dienen, aangezien het ver
pachten van staanplaatsen naar hun meoning
niet met de bepalingen der Gemeentewet is
ovtreen te brengen.
Waar echter in de laatste jaren verschil
lende gemeenten, zonder bezwaar van de
zyde der Regeering, tot den maatregel, als
hierbedoeld, zijn overgegaan, wordt een wyzi
ging der betrekkelyko verordening in ernstige
overweging genomen.
Een lid vroeg of de Verordening op de
sneeuwopruiming goed gewerkt heeft, wat
betreft de opruiming zelve.
Geantwoord werd, dat hieromtrent nog
weinig met zekerheid te zeggen valt. In den
afgdoopen winter beeft bet slechts éénmaal
noemenswaardig gesneeuwd en toen heeft
bovendien nog het sterko dooiweer kracht
daoig tot de opruiming der gevallen sneeuw
medegewerkt.
De warmte van het duinwater in den
afgeloopen zomer maakte het onderwerp uit
van de klacht van een lid, dat vroeg of
hieraan, door bedekking der bassins en kana
len, niets zou te verbeteren zyn?
De temperatuur van het duinwater, dus
wsrd geantwoord, hangt in hoofdzaak af
van do temperatuur binnensbuis.
De klacht is echter ter kennis gebracht
van de directie der Duinwater-maatschappy,
welke mededeelde, weldra een plan by don
Raad te zullen indienen, by welks aanneming,
do open toevoerkanalen in de duinen door
ondergrond8ch9 geperforeerde buizen zullen
worden vervangen. De bassins zelve zullen
ochter nimmer kunnen worden overdekt,
daar dit voor het water zelf nadoelig zou
zijn. [Qeiyk men weet, is dit plan reeds inge
diend en goedgekeurd.]
Een lil betoogde, dat het rentebesparing
zou opleveren, wanneer voor kasgeld tot een
vry aanzienlyk bedrag niet tydeiyic geleend
werd; by geeft de voorkeur aan het sluiten
eener definitieve leening, desnoods uit te
geven in seriën, naar gelang van de behoefte.
Bedriegen wy ons niet, antwoorden B.
tn "Ws., dau betreft de gemaakte opmerking
feitelijk twee geheel verschillende zaken. In
de eerste plaats nl. de vraag, waarom tot
dusverre nog werd overgegaan tot het Muiléh
eener leening ter dekking vin de vele buiten
gewone uitgaven, welke in de)aatste twee jaren
uit den loopenden dienst gekweten zyn, en
in de tweede plaats, waarom ter voorziening
in de steeds klimmende behoefte aan kasgeld
niet liever een definitive leoning wordt
gesloten, in plaats van de telkens terug-
keerende tydeiyke opnemingen van geld.
Op de eerste vraag kuqden B. en Ws.
antwoorden, dat de tyd óm tot het sluiten
eener leening over te gaan, tot uusverre niet
gunstig was, maar ook, dat zoodanige leening
zelve door hen niet wenscheiyk werd geacht
met het oog op het groote rioleeringsplan*-
dat wordt voorbereid en by welks aanneming
ten groote leening uit den aard der zaak
niet zal kunnen uitblyven. Het ver-ient
daarom aanbeveling btt sluiten eener leening
voor amere doeleinden noV zoolang uit te
stellen, tot over dat plan éen beslissing zal
zyn gevallen.
Ten aanzLn der tweede vraag merken
B. m Ws. op, dat het denkbeeld, om door
het sluiten eener leening in'do behoefte aan
kasgeld te voorzien, meermalen door hep werd
ter sprako gebracht, doch Vi4fcrtt by-den Raad
een gunstig onthaal mocht vinden. Het is
echttr hun voornemen by het sluiten der
bovenbedoelde groote leening nader te over
wegen, in boeverre een leening ter voor
ziening in de behoefte aan kasgeld wenscbelyk
kan worden geacht.
Omtrent de „uitgaven" valt het volgende
aan te teekenen
Een lid vroeg waarom de gemeente ontvanger
nitt gedeeld heeft in de verhoogiogen van
jaarwedde, o. a. den burgemeester en den
secretaris onlangs ten deel gevallen.
Ter beantwoording dezer vraag merken
Burg. en Weths. op, dat de verhooging der
jaarwedden van den burgemeester en den
secretaris een indirect gevolg is geweest
van de aan de gemeenten by de wet van
24 Mei 1897 toegekende ryksbydrage in
de bezoldigingen dezer ambtenareD, terwyl
van de jaarwedde van den ontvanger daarby
geen sprake is. Door Gedep. Staten werd
dan ook in bun schryven aan den gemeen
teraad om een nadere regeling van de
jaarwedden van den burgemeester en van
den secretaris te overwegen, van de bezol
diging van den ontvanger geen gewag ge
maakt. Trouwens, ook Burg. en Weths. zyn
van meening, dat die bezoldiging voldoende
mag worden geacht, terwyl zy voorts in
herinnering brengen, hoe nog voor eenige
jaren by de benoeming van een nieuwen
ontvanger door den Raad besloten werd de
jaarwedde, aan die betrekking verbonden,
op ƒ3000 te bepalen, aan welk besluit echter
Ged. Staten weigerden hun goedkeuring te
verloenen.
De beide nieuwe opzichters, zeggen
Burg. en Weths. naar aanleiding van een Ges-
betreffende vraag waarvan do een mot
het toezicht op de gebouwen, de ander met
dat op do riolen is balast, blykon voor hun
taak berekend to zyn. Yoorloopig kan het
aantal der opzichters thans voldoende worden
geacht.
In een afdeeling werd gevraagd naar het
stadium, waarin het catalogiseren van het
oud-archief verkeert, waarop door B. en Ws.
wordt geantwoord, dat by t-yiage IV van het
Verslag van den toestand der gemeente over
het jaar 1897, behelzende het verslag van
de Cor.missie voor het ou.-archief, reeds een
globale invontaris van de in het archief
aanwezige stukken werd overgelegd. Voorts
is het archief van de Weeskamer voor de
grootste helft geïnventariseerd, terwyl dat
van het kipittel ton Hoogelanden sin eenige
jaren in beweiking is. Overigens wor^t ge
regeld met de inventarisatie voortgegaan. Uit
het oog mag ovenwei niet worden verloren,
dat verscheidene jaren voor de organisatie
van het archief benoodigd zyn geweest,
alvorens met de eigenlijke inventarisatie kon
worden begonnen.
In alle afdeelingen werd de bevreemding
uitgesprok n, dat de traktementsverhooging
voor den archivaris van ƒ1600 op 2000
niet toegelicht is. Men wil bitrmede echter
niet geacht worden die verbooging te bestry
■den, integendeel vry algemeen achtte men ze
biliyk; cv waren zeif6 leden, dirde verhooging
vorige jaren al gewenscht haicen.
Volgens B. en Ws. kon e n nadere toe
lichting van de by dit artikel voorgestelde
verhooging, getuige de nagenoeg algemeene
Instemming, die zy in de afdeelingen govonien
heeft, inderdaad overbodig geacht worden. Do
aan deze betrekking verbonden bezoldiging is
naar het oordeel van B. en Ws. van den
aanvang af te laag geweest, zoodat met de
voorgestelde vtrhooging alleen wordt beoogd
het herstel van een vroeger gepleegde fout.
De motieven, destyds voor een hooger salaris
aangevo:rd, doen zich thans nog evenzeer
gel-Jen.
De 8cbryfloonen, uitgetrokken a 1000,
welko strekken om den volontairs de door
hen bewezen diensten altbans eenigermato te
vergoeden, zullen nimmer kunnen worden
gemist.
Overbrenging van de uitgaven voor de
bureaux van stemopneming (volgn. 79) naar de
kiesverriebtingen is niet aan te bevelen, daar
de Raad by het opmaken der begrooting ge
bonden is aan de door Ged. St. omtrent de
inrchting der begrooting gegeven voorschrif
ten. B. c-n W8. kunnen echter mededeelen,
dat de uitgaven ten behoeve van de bureaux
van stemopneming, in dezen post begrep n, op
ruim ƒ400 geraamd worden, in verband met
de ter zako in 1897 uitgegeven som 426.90).
In twee afdeelingen werd het gevoelen uit
gesproken, dat de post van abonnement op
het Staatsblad, Provinciaalblad en dagbladen
te laag geraamd is, daar men voor 100
onroogelyk een compleet exemplaar van het
Weekbl. van het Recht kan aanschaffen; men
gaf derhalve in overweging 300 meer uit
te trekken op de begrooting.
Onder dankbetuiging voor de gemaakte op
merking stellen B. en Ws. thans voor dezen
post met 300 te verhoogen en dus op 700
uit te trekk n.
Een lii vroeg of de post Bezoljiging van
den gemeente-veearts niet zou kunnen ver
vallen door in 't vervolg deze taak op te
dragen aan den inspecteur voor de vee en
vleeschkeuring.
B. en Ws antwoorden hierop: De gemeente-
veearts is reeds in gewone tyden onmisbaar
om te waken, dat geen verdacht vte op de
markt komt. In ieJer geval echter zouden Ge
vele werkzaamheden, hem in tyden van be
smettelijke veeziekten, als mond- en klauwzeer,
opgedragen, onmogelyk aan de op zichzdve
reeds drukke betrekking van den inspecteur
der vee- en vleeschkeuring kunnen worden
verbonden. Bovendien moet deze laatste in
Gie tyden ook als plaatsvervangend districts
veearts vele ciensten praesteeren.
Een aüdor lid betoogde nogmaals de
wen8cbeiykheid van bestraling met ander
material van bet deel der Breestraat vóér
het Stadhuis en do Gehoorzaal, cn zulks om
het geraas te demp-n.
R ©Js meermalen, o. a. nog in een der
afdeelingen by het onderzoek dtr begrooting
voor het loopende dienstjaar, zeggen B en Ws.,
werd de wenschelykheid betoogd om de
Breestraat vóór het Stadhuis en de Gehoor
zaal met ander materiaal te bestraten. Met
hit oog op de groote daaraan veri ondon
kosten, hebben zfi echter, hoezotr oo'l oor
hen de wenschelykheid van een geluiddem
pende bestrating wor-Jt erk-nd, gemuen i e n
daartoe strekkend voorstel by Oen Raad niet
te mogen indienen.
Weder een ander lid zou wensihen aan
schaffing van Ourtbekeien met plat bovenvlak.
Zoude, zoo vroeg een ander lid, er bezwaar
tegen bestaan do koienbeatrating in de Boer-
bavestraat te vervangen door een klinker-
bestrating?
Een zlfJe denkbeeld werd in overweging
gegeveD ten aanzien van andere gedeelten der
stad voor straten, waar nitt veel passage is.
Hierop antwoorden B. 6n Ws.:
Ourthekeien met plat bovenvlak ver ienen
wegens bun groote gladheid geen aanbev ling.
Vervanging van de keibestrating komt ook
bitr gewenscht voc.r. De post z-il cionten-
gevolge mot ƒ800 kunnen worden verminderd.
In het algemeen is er geon bezwaar om
straten met weinig passage van een klink-
bestrating te voorzien; men v.rgete echter
niet, dat de stillere straten voor een groot
gedeelte bestraat worden met oude keien, welke
in de drukkere Straten niet nu er bruikbaar zfin.
id
Malcolms tyd scheen geheel in beBlag ge
nomen, by toonde den laatsten tyd een bijzon
dere belangstelling in het landgoed en besteedde
lederen morgen een geruimen tyd, om, ver-
:ezeld van zyn grootvader, alles na te gaan.
Dan, na de lunch, wandelde of reed of speelde
by tennis met Frances, en des avonds, na
bet eten, was er altyd muziek, die ingestu
deerd, of nieuwe liederen, die geprobeerd
moesten worden, of Frances moest met hem
naar buiten gaan om de nachtegalen te
ïooren, zoodat Alan hem zelden alleen zag.
Op zekeren avond echter, toon Frances en
mevrouw Courtenay naar de pastorie waren
;egaan om over eenige armen te spreken, vond
hy de lang gezochte gelegenheid. Het eten
afgeloop:-n, sir John sliep in zyn ge-
;makkeiyken stoel en Malcolm stolde voor,
;da koffie buiten te gebruiken, daar het zoo
"warm was.
Alan stemde gereedelyk toe. Het zou gemak-
kelyker zyn, het onderwerp in de open lucht
.ter sprake te brengen dan in de eetkamer,
dicht hy, terwyl hy Malcolm naar buiten
volgde en neerzonk in een van de gemakke-
lyke stoelen, die onder de beukeboomen ston
den, 6n zyn pyp aanstak.
Benige oogenblikken zaten zy zwygend te
looken; toen zeide Alan eensklaps:
„Er is iets, dat ik jo al een paar dagen
heb willen zeggen, Malcolm, maar ik was er
nooit toe in de gelegenheid; ik wil dus deze
niet ongebruikt laten voorbygaan."
„Best." Malcolm, met een voorgevoel van
wat er komen zou, schoof onrustig in zyn
8t09l heen en weer. „Wat is het? Iets be-
langryke?"
„Ja, dat vind ik well Ik mag zeker wel
veronderstellen, dat je óf geëngageerd zyt öf
binnenkort zult wezen met Frances. Nu wil
ik weten" en Alan zag zyn neef door
dringend aan „of gy uw engagement met
Nan Lester verbroken hebt, want zoo niet,
dan moet gy het dadelyk doen."
Malcolm fronste zyn wenkbrauwen en
maakte een ongeduldige beweging.
„Er was nooit een engagement te verbre
ken," zeide hy een weinig geraakt. „Bynade
laatste woorden, die zy tot my zeide, waren,
dat ik volkomen vry was."
Alan trok zyn lip minachtend op.
„En gy weigerdet die vryheid te aanvaar
den," zeide by op strengen toon.
„Ge hebt haar gezegd, dat go u met baar
geëngageerd beschouwdet, en ge hebt haar
beloofd binnon een jaar terug te zullen komen
en haar te trouwen. Die belofte, zoolang zy
er u niet van ontslagen heeft, bindt u aan
haar, en als een eeriyk man moet gy haar
houden."
„Dat zie ik niet in," zeide hy koppig.
„Wy waren niet geëngageerd. Ik schreef haar
tweemaal, sedert ik in Engeland terugkwam,
maar zy heeft my nooit geantwoord. Ik wed,
dat zy my vergeten hoeft, of al lang met
eon ander geëngageerd is," voegde hy er
onverschillig by.
„Dat gaat u niet aan. Gy hebt haar een
belofte gedaaü, en als gy daar berouw van
hebt, zyt gy verplicht haar dat te scbryven
en haar te vragen u daarvan te ontslaan, eer
gy een ander meisje vraagt uw vrouw te
willen worden," antwoordde Alan op strengen
tOOD.
Malcolm lachte. Hy keerde zich tot Alan
en zag hem aan.
„Wat zyn uw inzichten verwonderlijk ver-
anderdl" zeide hy. „Herinnert ge u een
gesprek, dat wy hadden, toen ik u voor
het eerst vertelde, dat ik my verbeeldde op
haar verliefd to zyn? Als gy het niet doet
ik wel. Gy hadt mfl toen gezegd, dat z'y
door geboorte en opvoeding geheel ongeschikt
waB myn vrouw te zynge hebt my gezegd,
dat ik een meisje als zy niet op „Fairholt"
brengen, haar niet als myn vrouw aan myn
moeder en Frances voorstellen kon. Ik was
toen boos op u, maar ik zie nu in, dat ge
geljjk hadt groot gelyk. Ge noemdet het
toen onzin aan zoo iets te denken. En nu
treoöt ge op als Nans verdediger l"
Alan kleurde van boosheid. Het was alles
waar, hy herinnerde zich zyn eigen woorden
heel duidelijk, hy had haar ongeschikt geacht
Malcolms vrouw te zyn, en, als hy dat t09n
gedacht had, moest hy dat nu niet des te
meer denken nu hy wist, dat zy
een dievegge wasl Maar toch, of zy het
trouwe, edelmoedige meisje was, waarvoor
by haar eenmaal gehouden had, of de valsche
dievegge, die hy thans wist, dat zy was, zy
had er recht op in kennis te worden gesteld
met Malcolms veranderde gevoelens.
„Dat heeft er niets mede te maken," zeide
hy langzaam. „Gy hebt haar liefgehad, of
misschien is bet juister to zeggon; dat go u
verbeeld hebt haar lief te hebben, ge hebt
haar ten huweiyk gevraagd en haar beloofd
terug te zullen keeren. Nu moet ge haar
scbryven en haar vragen u uw woord terug
te geven."
Malcolm antwoordde niet dadeiyk. Hy
leunde achterover in zyn stoel met een zeer
ontstemd gelaat. Hy was gaarne goede vrien
den met iedereen, had gaarne, dat iedereen
gunstig over hem dacht, en nu maakten
Alans strenge woorden, dat hy een onaan
genaam gevoel over zichzelven had.
En hy was stellig overtuigd, dat Nan niet
verwachtte, dat hy de belofte zou houden,
die hy gedaan had. Hoe kon ze dat doen, na
wat zy hem verteld had in dat laatste gesprek
by de rivier, toen zy hem den gordel had
teruggegeven en hem verteld had, waar zy
hem gevonden had, en wie de man was, die
hem bestolen en gewond had? Maar Alan wist
daar niet van. Als hy er van wist, zou by
stellig van meening veranderen, dacht Mal
colm. Hy aarzelde een oogenblik, zich herin
nerend, dat hy Nan had beloofd nooit aan
Alan te zullen vertellen hoe de gordel in zyn
bezit was gekomen, maar oindeiyk besloot hy
tocb, dat hy het aan zichzelven verplicht was
Alan de waarheid te vertellen.
„Hoor eens, Alan," zeide hy eensklaps, „jo
kunt niet goed over deze zaak oordeelen,
want je weet alle omstandigheden niet. Als
je alles wist, wat ik weet, zou je my volko
men gelyk geveD, dat ik, zelfs al was ik
werkeiyk met haar geöngageera geweest, het
engagement heb afgemaakt 1"
Hy zweeg, Alan, die doodsbleek werd, ver
baasd 'aanziende.
„Wat, wist jy het ook?" zeide AlaD, op
hee8chen toon.
„Ja ik wist het, maar niet vóór dien
laatsten morgen, toen zy my den gordel terug-
gafl" antwoordde Malcolm.
„Zy heeft bet je verteld zelve verteld!
„O, hoe kon zy het doen?" riep Alan uit. „Had
zy dan in het geheel geen achting voor
zichzelve metr? O, hoe kon zy aan u die
haar ten huweiyk had gevraagd vertellen
hoe valsch, hoe slecht zy was! Maar misschien
was zy baDg, dat ik het u vertellen zou. Het
was niet noodig geweest; haar geheim was
veilig by myi" riep Alan uit, en hy sprong
op van zyn stoel en liep met snelle, onge
duldige schreden op en neder.
Malcolm sloeg hem verbaasd en nieuws
gierig gade. Hy was biy, dat Alan het, evenals
hy, een leelyko geschiedenis vond. Maar by
vond, dat hy Nan wat al te hard viel I
„Arme Nan! Het is haar schuld Diot, dat
zy het ongeluk heeft, zulk een booswicht tot
vader te hebben 1 £a zy was altyd even vrien-
deiyk voor myi*
(Wordt vervolgd.)