fie Loidsche lobuldigiagsfcestcu.
Sedert we ods overzicht van de Teraieringen
Bchreven, bleek in don morgen van den eersten
feestdag, dat er nog heelwat was bijgekomen.
Hier en daar was men zelfs des nachts blijven
doorwerken en elders was men reeds weer
bij het krieken van den dag begonnen.
Het gebouw van Rijnland over de Gehoor
zaal zag er eenvoudig, maar keurig uit; even
als de woning van prof. Kosters aan de
Breo8traat. „Cambrinus" en b\j café-restaurant
„Die Porte von Clevo" bevatten eveneens smaak
volle en uitgebreide versieringen van groen
en bloemen, welko ook in grooten rijkdom
prijkten aan het gebouw der stoombootmaat-
tsc-happü „De Volharding" aan de Haven. De
Lange Raamstoeg achter 't v.-d.-Werf-park was
als buurtversieriDg insgelijks goed uit de doos
gekomen en de poorttoegang tot de rijtuigfabriek
van den heer Buitendijk aan den Stations
weg was bedekt door de wapens van do
Koningin en de Koniogin-Moe kr, waarvan
het eigenaaroige is, dat ze geschilderd
waren door een rijtuigmaker. Daarboven be
vond zich het borstbeeld van Q. M. do
Koningin, omgeven door levondo bloemen,
torwijl daaronder zich een oud-HollanJsche
ar vertoonde, en bij den heer Van der Most
van Sp\jk, hoek Haarlemmerstraat en Jan-
vossenstoeg, de fijne vleeschwaren te midden
van een keur van bloemen, enz. waren ge-
etal6erd. De buurtversiering van de Herren-
gracht met de brug bij de Groenesteeg tot
middelpunt, alwaar de busten natuurlijk ook
nitt ontbraken, was eveneens een bezichtiging
volkomon waard. En zoo zouden we weer
kunnen blijven doorgaan met een opsomming
van al het moois, zonder een eind te zien,
want bet moet gezegd: allerwegen waren er
gelukkig geslaagde pogingen in het werk ge
steld om Leiden in zijn heerlijken feesttooi
te doen schitteren, gelijk het nu deed.
Het Kinderfeest,
Nadat in den morgen van don eersten
feestdag ongeveer 4000 leerlingen van het 1ste,
2de en 3de leerjaar van alle openbare en
bijzondere lagere scholen op het Schutters
veld zich met onderscheiden spelen vermaak
ten en op allerhande versnaperingen waren
onthaald, trokken in den middag te drie uren
(In plaats van te twee uren, zooals het plan
was) weer bijna evenveel leerlingen van
het vierde en de verdere leerjaren, na op de
Langebrug schoolsgewijze te zfin bijeengeko
men, in optocht door de stad met vfif muziek
corpsen. Alle kinderen waren van nationale
2»f oranjevlaggotjes voorzien, welke geen oogen-
tlik stil waren, want het was er een gezwaai
mes van belang, terwijl het aan hoezees,
andere vreugderoepen en het zingen van feest
liederen niet ontbrak. Het was een indruk
wekkende stoot van het Jonge Holland, een
zich door de stad kronkelende reuzenslang
gelijk, on toen hfi het passeeren der tribune
voor het Raadhuis de burgemeester aldaar
tegenwoordig was, kwam er aan de hem
gebrachte ovaties bfina geen eind. Het was
fils een lang aangehouden juichkreet.
Overal waar de stoet passeerde, ging
het geregeld en opmerkelijk was, dat de toe
schouwers vcor de kleinen zelf ruim baan
maakten. Het waren dan ook hiin kinderen,
die tegen vijf uren op het Schuttersveld aan
gekomen, aldaar door de zorgen van dames,
ververschingen voor ben gereed vonden staan.
De terugkeer naar de afzonderlijke scholen
g.ng vervolgens eveneens geregeld. Over eenige
dagen zal aldaar de uitreikiug dor souvenirs
.%an de leerlingen plaats hebben.
Den avond van den eersten feestdag heerschte
er in de feestelijk getooide stad reeds oen
ware feeststemming, aanmerkelijk verhoogd
doordien hier en daar de illuminatie was ont
stoken. Gezang en dans, gejubel en gejoel
gerij en geklap, werpen met serpentines en
confetti, alles deed zien en ondervinden, dat
het feest was. De stemming was daarbij uit
stekend.
Veel volks trok de vertooning van
Blchtbeclden op dc Papengracht
door den heer W. G. J. Jaarsveld, van 's-Gra-
venhage. Men kon deze lichtbeelden, vooral als
men het geluk had groot te zijn of jong,
zóó jong, dat men in de hoogte gestoken koü
wordon, van tweo kanten zien, met bet gelaat
naar 's-Gravenstein of met den rug naar dit
gebouw gekeerd. Wat wij er van zagen, was
mooi of alleraardigst en wel geschikt om
een vroolfiken geest onder de toeschouwers
te doen ontstaan. Personen uit het Huis van
Oranje kreeg men begrijpelijkerwijs telkens
te zien. Aan toepasselijke en ook niet-toe-
passelijke liederen geen gebrek.
In den omtrek van de buitensociöteit
„Amicitia", welker tuin a giorno verlicht was
en waar oen concert werd gegeven, was het
ook vol van menscbon.
Do tweede dag der feesten werd gisteren
ingowyd met het plechtig klinkend gelui
der verschillende torenklokken te dezer
steie. V8n acht tot negen uren had er een
groote militairereveille door verschillende
stadsgedeelten plaats, door de muziekcorpsen
van bet vierdo reg. infanterie, de dienstdoende
schutterij en van bet derde regiment huzaren.
Zoowel bfj de drie punten van vertrek als
overal, waar de muziekcorpsen passeerdeD,
was reeds veel publiek op de been. Dis op
tochten waren wel geschikt om hun, die de
gosco feeststemming nog niet te pakken had
den, die nu te doen krijgen. Van acht tot
tieu urea geschisdd? door do 3-Octvber ver-
eeniging de uitdeeling van haring, witte
brood, bier, enz. aan 8600 vrouwen en 3300
mannen, omdat het ontzetfeest met het inhul-
digingsfeest was samengesmolten.
De Volksspelen
op het Schuttersveld van negen tot twaalf
uren, vonden groote deelneming èn wat de
zich aangemeld hebbende personen èn wat de
toeschouwers betreft. Mastkiimmen, zakloopen,
blaastrappen, driebeenloopen, boegsprtetloopen,
tonsteken, kwaden-dries-steken ringriJden,
te paard, blokjes rapen, ballenkruien, koip-
spel en potslaan, alles had een geregeld
verloop.
Tusschen halfelf en elf uren begon het
even te regenen, maar het werd weer spoedig
droog. Om de verschillende grappen en weder
waardigheden, die de deelnemers ondervonden,
werd heel wat gelachen.
Na afloop der volksspelen werd den dames
en beeren, die hunnen weiwillenden bijstand
b0 de feesten hadden verleend, door den voor
zitter dezer afdeeling, den h.er H. C. Van
der Heyde, dank gezegd en de eerewijn aan
geboden.
De Wilhclmfina-lindc
hebben we nu ook. Ze staat in het Plantsoen
aan de singelzijde van af de Plantage even
over het rustieke bruggetje. Tegen twaalf uren
hadden er zich een aantal genoodigde dames
en heeren vereenigd, ook burgerlijke en mili
taire autoriteiten.
M.t het bestuur der afdeeling Leiden van
do Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde, die fle door haar gekweekte
linde aanbood, waren de burgemeester mr.
F. Was, en de wethouders Dekhuyzen en
Korevaar (de heer Juta was ongesteld) en de
gemeentesecretaris Van Heyst als vertegen
woordigers der gemeente, de hoofdpersonen.
De be.-r G. P. Van Outeren, voorzitter der
afdeeling van Tuinbouw, trad naar voren, en
zeide ongeveer het volgende:
„EdelAchtb. Heer Burgemeester, Wet
houders, Raadsleden dezer Gemeente en andere
belangstellenden.
Toen het denkbeeld om zooveel mogelijk
in den lande, b(J gelegenheid der huldiging
van onze geëerbiedigde en niet minder geliefde
Koningin Wil hel min a een hermnorings-
boom te planten was uitgesproken, vond dit
allerwegen weerklank. En geen wonder! Het
was de herleving ook b(j ons van een aloud
gebruik, dat in sommige landen was blijven
bestaaD, maar hetwelk hier zoo goed als
vergeten was, doch waarvoor men, waar men
het ontmoette, toch steeds sympathie ge
voelde.
Een feit als dat, waarvoor dezer dagen door
heel Nederland een luide jubelkreet opging,
die vele dagen achtereen nii bier dan daar
weerklonk, wil men in de volksherinnering
bewareD; mon wil zo levendig honden en ze
ook aan het nageslacht verkondigen.
Gedenkteekons van steen of metaal, hoe
duurzaam ook, ze worden door den tijd afge
brokkeld of gesloopt; bovendien, ze mogen
een herinnering aan het leven zijn, maar
ze leven toch zeiven Diet. Een boom daaren
tegen is een levende herinneringhij wint mot
ieder jaar in kracht, hij trekt naarmate hij
ouder wordt meer de opmerkzaamheid; hij
is een levende, als 't ware sprekende
getuige van een heuglijk feit.
Zoo is dan ook de daar vóór on3 staande
lindeboom bestemd om te sproken tot dit
en tot het nageslacht, van wat Nederland in
de eerste Septemberdagen van dit jaar deed
juichen en jubelen; en juist de linde is door
zfin natuur als aangewezen voor het doel,
waartoe h(j in deze dagen allerwegen wordt
bestemd.
Was toch de eik reeds van oudsher het
zinnebeeld van forsche mannelijke kracht, in
de linde zag men stoeds dat van vrouwelijke
zachtmoedigheid.
Met den eik bezit de linde de eigenschap
om aan den tyd het hoofd te kunnen bieden,
waarvan vele eeuwenoude iindeboomen do
sprekonde bewijzen geven.
Zulk een jongen boom te wijden aan onze
geliefde jeugdige Koningin, is een hulde aan
haar geslacht en een zinnebeeld tevens van
wat ieder Nederlander haar vurig toewenscht:
een lang en gelukkig leven, een zegenbren-
gende regeoring.
Zfi het mij vergund, EdelAchtb. heer Bur
gemeester, den boom, waaraan thans zoovele
herinneringen verbonden zfin, deze stad en
uw goede zorgon aan te bevelen, een aan
beveling, die eigenlijk overbodig te achten is.
Bij zijn wortels wordt een goed verzorgde
oorkonde neergolegd, die aan de nakomelingen
zal verkondigen welk heuglijk feit tot de
planting van dezen lindeboom aanleiding
gaf, van welke oorkonde ik de eer heb U een
afschrift voor het archief der gemeente aan
te bieden.
Moge bij groeien en bloeien en niet alleen
door ons, maar ook door velen, zeer velen,
lang zelfs na ons, als een heilige boom
worden beschouwd, als oen levend en sprekend
monument van do liefde en trouw van het
tegenwoordige Nederlandsche geslacht voor
en aan het Huis van O ran je, thans alleen
nog vertegenwoordigd door onze lieve Koningin,
die onze hoop, onze room, onze trots is en
voor wie wij de hartgrondige bede slaken:
Lang leve Koningin Wïlhélmina!I"
Fanfares van het muziekcorps der dd. schut
terij volgden hierop en ieder riep uit hoezee,
en nogmaals hoezee, coor de heeren gepaard
met hoedeDgowuif.
Bij den wortel van den toom werd in een
blikken koker oe perkamenten oorkonde ge
legd, terwijl den burgemeester een afschrift
er van voor het archief der gemeente werd
overhandigd:
Die oorkonde luidt aldus:
OORKONDE.
Op hodeo, 23 September 1898
wordt
ter herinnering aan de aanvaarding van de
regeering door Hare Majesteit
WILHELMINA HELENA PAULINA MARIA,
Koningin der Nederlanden,
Erfprinses uit het huis van Oranje-Nassau,
door de
Afdeeling „Leiden"
van de
Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde,
onder de blijde instemming der
dankbare Burgerij
deze
WILHELMINA-LINDE
als zinnebeeld van onvergankelijke liefde
en trouw geplant
en aan het Gemeentestuur overgedragen.
Burgemeester en Wethouders
van Leiden aanvaarden deze schenking
namens de Gemeente en stellen haar onder
de bescherming van bet Publiek.
Gedaan te Leiden, den 23sten Sept. 1898.
Burgemeester en Wethouders
van Leiden:
F. Was, Burgemeester.
H. C. Juta, J
M. C Dekhuyzen. j Wethouders.
J. Korevaar,
M. C. De Vries van Heyst, Secretaris.
Het Bestuur der Afdeeling voornoemd:
G. P. van Outeren, Voorzitter.
H. Witte, Eire Lid. Oud-Hortulanus van den
Academietuin.
A. D. D. Schretlen, E9re-Lid.
F. A. Dee, Onder-Voorzitter.
F. Van Romburgb, Secretaris.
J. G. Ballego, Penningmeester.
T. F. Vliel nd.
A. C. Kriest.
W. Van Veen.
De burgemeester antwoordde ongeveer vel
gen der wijze:
„Mijne heeren, voorzitter en leden van het
bestuur der afJeeling Leiden en Omstreken
van de Nederl. Maatschappij voor Tuiubouw
en Plantkunde!
Voordat tot d9 planting van dezen Wilbel-
minaboom wordt overgegaan, is liet m\j een
hoogst aangename taak, u, mijne heeren,
namens hef. gemeentebestuur van Leiden en
namens de hoofdcommissie voor de inhuldi
gingsfeesten dank te zeggen voor de moeite
en zorgen, door u besteed aaD de voorbereiding
en de uitvoering van dezo eenvoudige doch
-plechtige handeling.
Een plechtige handeling, inderdaad is zfl
niét, M. H.l omdat w(j overgaan tot het
planten van oen eenvoudige liiuo, doch omdat
wij dit cosn t r herinnering aan de heugelijke
dagen, aie oas Vaderland beleeft, omdat wfl
dit coen bü gelegenheid van de troonsbestij
ging van Har.- Majesteit onze geliefde Koningin
Wilhelmina.
Geheel Nederland juicht en jubelt in deze
dagen, want de jeugoige Vorstin, slechts 10
jaren oud bü het overlijden van Haar Konink
lijken Vader, heelt zelve de teugels van het
bewind aanvaard. De teedere plant, de eenige
loot van den Oranjestam ons overgebleven,
is krachtig opgegroeid dank z(j de uitnemende
leiding en verzorging van de Koninklijke
Moeder, voor wie thans gansch het Volk
dankbaar neerknielt.
Het schoons devies van Prins Maurits van
Oranje: „tandem fit surculus arbor": „einde
lijk wordt ook het rijsje een boom" is aan
onze Koningin bewaarheid.
Het lieftallig Koningskind, de jeugdige
Prinses is opgegroeid tot een krachtige vrouw,
volkomen in staat voor Hare hooge roeping I
Het was een sehoone gedachte van do
Feestcommissie ter herinnering aan dit blijde
feit een lindoboom te planten.
Het was van de Leidsche afdeeliDg van
Tuinbouw en Plantkunde een uitstekend
denkbeeld aan dat plan leiding en uitvoering
te geven.
De lindeboom, bij moge zijn - gelijk door
den vorigen spreker werd herinner! het
zinnebeeld van vrouwelijke zachtzinnigheid,
met van mannelijke kracht zooals de eik,
zeker is h\j sterk en taai. Tandem fit surculus
arborl
Wanne r eenmaal, zooals wij vurig hopen,
onze Koningin Wilhelmina een lange en ge
lukkige Regeering zal herdenkeD, moge dan
hot jonge geslacht van heden onder den breed-
getakten lindeboom aan het geslacht, dat na
ons ouderen komt, in herinnering brengen
het blijde feest, dat wij heien vieren, in
herinnering brengen de geestdrift, waarmede
de gansche bevolking de jeugdige Koningin
heeft begroet, toen zij op 18 jarigen leeftijd
de Regeering aanvaardde.
Moge deze boom getnige zijn van de voort
durende, de blijvende gehechtheid en aanhanke
lijkheid van Neórlands volk aan zijn Koningin;
en moge dat volk met dezelfde geestdrift,
waarmede loij Hare troonsbestijging begroeten,
Haar danken voor oen welbesteed en nuttig
leven.
Mijne Heeren 1 Namens het Leidsche ge
meentebestuur aanvaard ik uw sympathiek
geschenk. Ik beveel het aan in de bescher
ming van de Leidsche burgerij.
En wanneer ik U nu verzoek, tot de planting
van den Wilhelminatoom over te gaan, noodig
ik U allen, dames en heeren, uit met mij uit
te roepen: Lang leve Koningfh Wilhelmina I"
Wederom fanfaren gevolgd door het spelen
van het oude Wilhelmus en andere vader-
landsche volksliederen.
Terwijl nu met goedvinden van het hoofd
der gemeente tot do planting werd overgegaan,
werden verschillende volksliederen uitgevoerd.
Den burgemeester was inmiddels een klein
met oranjestrikken versierd schopje over
handigd, waarmede by drie scheppen aarde
in den grond wierp, welk voorbeeld daarop
de andere autoriteiten, alsmede het Tuinbouw-
bestuur en vele dames, volgden.
Juist op dit oogen blik verloochende het
Oranje zonnetje zich niet. Het kwam even
doorbreken, om kort daarna weder te ver
dwijnen. B(j den boom is door de Tuinbouw-
afdeeling ook bevestigd oen zware hardsteen,
waarop in kloeke letters:
Wiihelmina-iinde
geplant 23 September 1898.
Nadat de genoodigden het afgezette terrein
verlaten hadden, kregen er ook de op een
afstand staande toeschouwers toegang.
De Wilhelmina linde is geplant
Leve de Koninginl
Langzamerhand begon nu het tijdstip te
naderen, waarop
de groote allegorische optocht
langs grachten en door straten der feestvierende
stad zich zou gaan bewegen.
Reeds lang vóór het uur van in-beweging-
stelhn van den stoet waren het Noordeinde-
pltin en bet Noordeinde op afdoende wijze
voor de gewone passage afgesloten. Dit was
een vereischte om de optocht te kunnen
samenstellen. De deelnemers er aan vereenig-
den zich in den tuin van de Kweekschool
voor Zeevaart, de wagens stonden deels op het
Noordeindeplein, deds in het Noordeinde. Des
ochtends waren ze daar gebracht en reeds
door velen bewonderd.
Slechts even over het daartoe vastgestelde
uur zette de sto=t zich in beweging. Hfi bleek
te bestaan uit drie afdeelingeo, terwijl do
sub-commissie voor den optocht werd bijge
staan door tien commissarissen te paard, die
hem begeleidden.
Voorop reed, achter bc-redon politie, ca val-
lerie en het rijtuig met commissaris en hoofd
inspecteur van politie, bet muziekcorps van
het derdo regiment huzaren; daarachter reden
twee rijtuigen, waarin loden van de sub-com
missie voor den optocht. Hierop volgden ver
tegenwoordigers van vele vereenigingen met
hunne banier» n, naar anciënniteit gerangschikt,
waarvan eDkel n in een rijtuig gezeten. Dez9
eerste afdeeling had reeds een tamelijke lengte.
De tweede afdeeling werd geopend door het
muziekcorps van het vierde regiment infanterie,
gevolgd door den eersten, zeer mooien wagen
der wol- en dekenin mstrie, aangeboden door
de welbekende firma J. C. Zaalberg en Zn.
Alle dekens, daarop te zien, waren ver
vaardigd van zuivere wol, zonder eenige bij
menging van andere grondstoffen.
Do kleuren zonder onderscheid zjjn alle
standhoudend en geheel onschadelijk, en ge
verfd in de eigen ververij der firma.
De verschillende dessins zjjn oorspronkelijk
en ontworpen en uitgevoerd door den jongsten
firmant.
Onder een troonhemel bevond zich een
jacquard weefstoel met iiarnasinrichting, be
stemd tot het weven van fantasiedekens.
Voorop den wagen was geëtaleerd een
wiegdeken met Koninklijke kroon ingeweven
en lichtblauwe fantasieranden, geboord met
lichtblauw zijden lint, volkomen gelijk aan
de wiogdekens, die vóór ruim 18 jaar in de
fabriek werden vervaardigd met bestemming
voor de Koninklijke wieg.
Aan de achterzijde van den wagon hing
geheel uit: een hemelsblauwe fantasiedeken,
waarin in de juiste kleuren het Nederlandsche
wapen ingeweven.
Deze laatste deken is een waar kunststuk.
Hot blauwe dessin dezor deken loopt onder
het wapen door en het ingeweven wapen
schijnt er als het ware opgelegd. Om cit te
bereiken, waren hiervoor eenige duizendsn
opzettelijk geslagen jacquardkaarten benoociigd.
De wagen werd getrokken door vier paarden
en voorafgegaan door e?n banierdrager te
paard. De gebeele bewerking van de wol
werd er op voorgesteld.
Nauwelijks was al dit schoone aan het
oog vooroygegaan, of het voortuig der zeep
en parfumeriefabricage, getrokken door vier
paarden on aangeboden door de Koninklijke
Stoom-zeep-, ean de cologne- en p.irfumerieén-
fabriek voorheen Sanders Co., trok da aan
dacht. De eigenlijke wagen bestond gehoel
uit oranjekleurige zeep, tot één vlak samen
gesteld uit reusachtige blokken. Hierop ver
hief zich een in werking zijnde machine, de
zeep voortbrengende, waarbij geplaatst een
werkman der fabriek; tevens droeg do wagen
een distllleertoestel, omringd door bloemen,
wier sappen de verschillende parfumerieën
moeten verschaffen. Een fonteintje spoot beur
fijne stralen, welko hoerltfke geuren ver
spreidden, omhoog, terwfil ook nog op andere
wfizo er voor gezorgd werd, dat het voorbij-
trekken van dezen wagen den reukorganen
wat te doen gaf. Vrouwenhanden omvatton
een flesch met geurigen inhoud.
Drie stevige paarden trokken de bierbrou
werij, voorgesteld op een wagen, verzorgd
door de Leidsche Stoombierbrouwerij „De
Posthoorn", M. H. Van Waveren. BU dezen
wagen behoorde de flinke heraut te paard,
die veler aandacht vroeg. Achter op
dezen wagen stond een vat, dat heelwat
potjes bior had kunnen bevatten, ware een
deel van den bodem niet weggenomen ge
weest. Cambrinus zat daar hoog verheven op.
Het weggenomen gedeelte Tan den bodem'
deed een poorte ontstaan, toegang gevende'
tot een bierhalle, waarin tal van gasten met
graagte hun biertje dronken. Biertonnen van
kleinero afmeting en verschillende namon dra
gende, ontbraken nitt. Zo werden aan elkander
verbonden door hopranken, terwijl gerstenaren
en gerstenstroo den wagen omlijstten.
De firma G. Wilhelmy Damstó zorgde voor
een wageD, welke do tabaks- en slgarenfabri-
cage voorstelde. Vier paarden liepen er voor.
Het grootste deel van dezen wagen werd ge.
vormd door een Indisch huis, gedekt met
tabak, waarin een rookend jongmensch. Het
huis, een fermenteerschuur, was geheel uit
bamboe opgebouwd. Tal van pakken Hav JL,
Manilla-, Java- en Sumatra-tabak lagen
de schuur opgetast. De mannetjes, wier gelaat
hun rfationalitoit verried, hadden niet weinig
bekijks.
Voorafgegaan door vier gezellen in doouie
dracht van het b08kdrukkersgilde komt, daar
aan de in zachte kleuren geschilderde en net
gedrapeerde, eigenaardig gevormde wagen der
boekdrukkunst, door vier paarden voortgetrok
ken. Onder het fijne baldakijn verheit zich
het groote vergulde beeld van hem, wi n
door velen de eer wordt toegekend de loek-
drukkunst te hebben uitgevonden. Vóór Lau
rens Coster staat een handpers; daaromheen
staan telegraafpalen, als zinnebeeld van de
snelheid, waarmede het nienws door samen
werking van drukpers en telegraaf alld cee-
len der aarde bereikt. Voorop staat de faam.
Het muziekkorps der Leidsche dd. Schut
terij sloot zich achter dezen wagen aan.
Prachtig voorzeker was de bloemenwagen,
door vier paarden getrokken en van en
tweetal herauten voorafgegaan en aangetogen
door de tuiniers- en bloemisten-ver enigiag
„Door Eendracht Venonden." Hij werd ont
worpen door den heer J. M. Van Laren. De
godin Flora, op oen troon gezttoa, zag zich
omgeven door hare kinderen in den vorm
van palmen, heesters, bloeiende planten en
af^agfledon bloemen. Vóór de go .in ontwaard©
het opmerkzame oog van den aanschouwer
twee nimfen, opduikende uit groen en t loeinen.
Eenige Leidsche jonge dames waren zoo
vriendelijk geweest de scboone vrouwenfigu
ren in oeze schoone omlijsting voor te stellen.
De gemeente L-iden had alle etr van haar
kostbaren wagen, inderdaad een praalwagen.
Hij werd ontworpen coor de heeren H. J.
Warnaar, te Voorschoten, en Gebrs. Reinke,
te Lelden, en door deze laatsten uitgevoerd;
maar do dótailteekeningen, waarnaar gewerkt
moest worden, werden met oen meesten
zorg uitgevoerd door den heer W. J. Larope,
aan wien daardoor een niet gering deel toe
komt van het succes, door dtZ9n wagen behaald
Getrokken door zes fiere rossen, kwam
daar langzaam en statig aangereden met zijn
hoogverhevtn oud-Romeinschen troonhemel,
van kostbare stof en schitterend garneersel^
waaronder troont de Leids;he Stodemaagdf
met d6 godinnen van nijverheid en weten
schap aan haar voeten. Onder een levenden
palmboom, op den voorgrond, staat de godin
Pax als symbool van den wereldvrede. Zondtf
haar machtige bescherming geen bloeienden
handel, geen tierende nijverheid I Tal van
werktuigen en andere voorwerpen hebben med«
betrekking op handel en nijverheid, en ook
de uil, als het symbool der wetenschap, ont
breekt hier niet. 't "Was een pracht van een
wagen! Hulde aan do Leidsche jongedames,
aie ook hier wilden medewerken tot het ven»
krijgen van een schoon^ harmonieus geheel!
Het vaan lel van het Leidsch Studentencorps
(te paard), voorafgegaan aoor den pedel van
dat Corps, duidt aan, dat er iets in aantocht
is, dat betrekking heeft op de Leidsche tjni-
versiteiL Zoo is het ook! De wagen, die nu
volgt, voorafgegaan door pijpers en getrokken
door vier paarden, draagt de leden van het
Corps, die de vijf faculteiten voorstellen. Zy
zyn rondom eon groot beeld van Minwrva
gezeten op e^n vijftal Griekschepeluchen zetels.
Zij zien er in hun tunica's en mantels met
de faculteitskleuren zeer artistiek en ernstig
uit. Aan do voorzijde zetel ie de god Bacchus
met de wfinflesch.
De eerewacht van twaalf studenten met d®
banieren van het Rfik en de elf provinciën in
de hand, maakte in haar weelderige en kleu
rige kleedü een kranige figuur.
Veel sympathiebetuigingen vielen vooral ten
deel aan de lieftallige jonge meisjes, die in
een fijn goschildtrdo, gedrapeerde en keurig
met groen en bloemen getooiio schulp, met,
tweo paarden bespannen, hulde brachten aan
Koningin Wilhelmina en bloemen strooiend
de menigte tegenlachten. Alle eer en hulde
aan den ontworper, den beer W. J. Lamp»,
en de uitvoerders de heereu J. V3n Dam,
schilder, J. G. Ballego, bloemist, en H. A.'
Biesiot, beelohouwer, van deza „hulde van de
jeugd," die elkeen als om strijd met welgevallen
zag voorbijglijden en roemde.
Thans Dadert een tweede praalwagen, het
schip van Staat, drflvende op de baren. Hoe
schittert ht) in de zon, die gouden leeuw op
de plecht, drager van pijlenbundel enzwaardt
Hoogverheven, zóó, dat elkeen haar zien kan,
staat de buste van H. M. de Koningin, loven
wier hoofd een genis een gouden lauwer
krans hou t.
Het baldak\jo, dat zich welft boven deze
buste, is alleszins er op berekend het vor
stelijk beeld te dekken. Vier kloske vrouwen
figuren, met de rijksteekeneo, scharen zich
om de buste; op den voorgrond twee andere,
fier ovenzoo, met schillen, dragende da
jaartillen 1880 en 1898. De wagen vertoont
voorts, geheel in z\jn karakter, de wapens
der landsprovinciën en te midden daarvag