Bears van Amsterdam. Majesteiten en aan do leden der Vorstelijke Familie. Na&r aanleiding van Ezra III, vers 11: Al het volk juichte met groot gejuich", liet de Hofprediker er het licht op vallen, dat ook tbans gejuich opgaat, dat tot oorzaak heeft, dat wederom een Oranje den Troon bestegen beeft, en vond hy gelegenheid met een kern achtig woord in den breede do diensten te doen uitkomen, door het geslacht der Oranjes aan Nederland bewezen. In gansch Europa is geen dynastie zoo nauw aan 't volk ver want als de dynastie der Oranjes. En mocht menig vorst zich met geweld op den troon bandhaven, hoe geheel anders is hot bier. Erjop wjjzendo, dat deze jeugdige Koningin de erfgename is van een grootsch verleden, l°gde de prediker er nadruk op, dat het volk de liefde die het steeds voor de Oranjes heeft gekoesterd, geheel op Haar, do jongste loot van den stam, overdraagt. Daarom juicht het volk, en daarom dankt het ook Hem, Die in Zijn goedheid voorkwam, dat het Huis uit stierf. Maar naast dien dank aan God, komt dank toe aan die Moeder, die het kind leidde. Met een zeer aandoenlijk woord, dat diepen indruk maakte op Koningin Emma, sprak ds. Van der Fli.r dien dank uit. „Gij moogt afgetreden zijn als Regentes", zeide hij o. a., Gy treedt nooit af van de plaats, die Gy in onze harten inneemt. Het volk gaat voort met voor Uw heil to bidden." Hier onderbrak de prediker zijn toespraak en zong het koor het lied: „Nu laat ons allen Gode loven". In het tweede deel zijner rede schetste ds. Van der Flier de beteekenis van de volks- trouw, die voornamelijk gewonnen wordt door liefde. Waar liefde ontbreekt, arm volk; arme vorst 1 Die liefde, wederkeerig, ia het cement van den Troon. Neem haar weg en het gebouw zakt ineen. Die liefde leidt tot eenheid. Niet tot eenerleiheid of eenvormigheid, maar tot eenheiJ, die offers vermag te brengen, offers van eigen inzicht tot hiil van het volk. In de eenheid van harte ligt de veelheid van zegen. De plechtigheid bestond nu verder In de uitvoering door het koor van Psalm 118 van Sweelinck en het lied uit den Nederlandschen Gedenck clanck van Adrianus Valerius, woor den van Nicolaas Beets. Ds. Van der Flier sprak een kort dankgebed uit, waarc-y hy den Heere afsmeekte de geliefde Koningin aan Haar volk te verbinden en Haar te steunen met wysheid van harte. De schare zong ten slotte staande met de Koninginnen vers 1 van den 118den Psalm, waarna, na 't afsmeeken van 's Hemels zegen door den predikant, Hare Majesteiten het kerkgebouw verlieten onder de tonen van het „Halleluja" van H&ndel, voorgedragen door een organist, den heer A. N. Koopman. Weeskinderen bestrooiden thans het pad der Vorstinnen met rozenblaren tot aan den uitgang van het kerkgebouw. Terwijl de schare het Bedehuis verliet, deed let orgel het Wilhelmus (oude toonzetting) booren. De Indische Vorsten, die zich na den Intocht van H. M. in de residentie onder geleide van een escorte cavalerie naar het Park Hotel begaven, werden daar feestelyk ontvangen. Hot hotel was prachtig versierd en een muziekcorps speelde het „Wien Neêrlands Bloed", gevolgd door het „Wilhelmus." Ia ie prachtige recoptiesalons werden de hooge gasten door den directeur der naamlooze vennootschap „Park-Hotel", den heer G. Van den Heuvel Aznontvangen en naar hun vertrekken geleid, die door smaakvolle decoratie een schitterenden aanblik opleveren. Zy zijn lagericht volgens stijl Louis XV en Louis XVI. De Vorsten zullen een 22 tal dagen als gasten van den Staat in het „Park-Hotel" ver blijven. Be illuminatie. Een avond bladstil, drukkend warm, in de straten nog warmer door de menschenmassa's en het opdwarrelende stof. Opduwende men- schenkluwen in de smalle SpuiVeene- en Vlamingstraten, zingende, joelende, spelende met pauweveeren en serpentines, confetti, klapwaaiers, kortom een repetitie van Am sterdam op eenigszins kleiner schaal. Een illuminatie, die, dank zy het fraaie weder uitnemend slaagde, doch over het algemeen niet zoo grootsch was als die in de hoofdstad. In hoofdzaak voerden lange slingers van lllumineerglaasjes en Chineesche lampions den boventoon, in het Voorhout bijv. doden z(j goed tusscben het machtig geboomte, in veel straten echter werden zy door hun lengte eentonig zooals o. a. langs Kanaal en Koninginnegracht. Aardig was ook de elec- trisihe verlichting langs alle bogen over do Vcenestraat en aan veel rykB-, gemeente en particuliere gebouwen had men geen moeite gespaard. Het Plein baadde in een zee van licht; groote gasverlichting aan het Ministerie van Justitie, prachtvolle electrische kroonverlich- ttog in kleuren aan Oorlog, fraaie illuminatie langs de kolommen van het gebouw van den Hoogen Raad, waarvan alle lynen schitterend to het licht van vetglaasjes. Op het Plein trok ook vooral de aandacht de prachtige electri sche verlichting voor de „Witte Sociëteit". Door de Houtstraat gaande, viel byzonder in het oog de keurige feestverlichting in het Korte Voorhout voor do woningen van de gtzanten van Frankryk, Turkye en Rusland 9Q voor hot paleis van den prins Van Wied en dat van wyi en prins Frederik. Een prachtig effect maakte do ballonvc-rlichting van de eerepoort aan de Boschbrug. Het was oen waardig milieu van de phantastische verlich ting met ballons boven de grachten langs Boschkant en Prinsessegracht. De groote laan van het Haagsche Bosch en Voorhout schit terden in de fonkelende lichtjes van vetglaasjes. De Oude Doelen op het Tornooiveld, het Restaurant Royal en Restaurant Van derPfll wedyverdon in feestglans. Van de particuliere verlichtingen munten onder meer nog uit die aan het huls van de firma Mutters aan den Kneuterdyk, Michels in deWilhelmina-Galery, de Koninklijke Bazaar, enz. Maar ook de gebouwen van „Eigen Hulp" in do Nobelstraat, van de Verzekering-Maat schappij De Nederlanden, van het Zuid Holl. Koffiehuis en het Gouden Hoofd trokken byzonder veel kykers en niet ten onrechte. Het was prachtig. Het Noordeinde, de Hoogstraat, do Wagen straat, met haar prachtige en schitterend verlichte eerepoort voor het gebouw der „Haagsche Courant", enz. voldeden uitmun tend. Hier en daar zag men ook een mooie kaarsenverlichting achter de vensters. Ook de buitenwyken waren goed verlicht met slingers, afgewisseld door sterren en W's in onderscheiden vorm en grootte. Wat men ook zeggen moge van cartouches, do nieuwerwetsche lampions die niet uitregenen en niet uitwaaien kunnen, ze leggen het beslist af tegen de ouderwetaehe vetglaasjes en de ballons met kaarsen. Daar op den Vyverberg, welk een prach tige lichtschakeering, wat tintelden en flon kerden die vlammetjes lang3 alle lynen van de gebouwen van Eerste Kamer en verdere Rijksgebouwen in den door geen windje be wogen waterspiegel. Hier en daar in de hoogte mocht een enkel lichtje bewegen, bet ensemble was prachtig. En dan die ballons tusschen het groen onder de boomen aan de overzydo; dat pakte, dat sprak, dat tintelde. Het molentje aan den ingang van de Molenstraat beantwoordde geheel aan de ver wachting en als htfc draaide was het effect bepaald verrassend. Hot gebouw van het Agentschap van de Nederlandsche Bank kwam mede prachtig uit. Daar staan wy voor het Paleis. De indruk is niet zoo overweldigend als men zich had voorgesteld. Wel maken de ballons een aardig effect, maar men mist dat levendige, dat flonkeren, dat aan eene illuminatie het mooie effect geeft. Zoo is het ook met den Scbeve- ningschen weg. 't Is mooi, maar.... 'tis niet dat wat men zich had -voorgesteld; niet wat men noemt een zee van licht. Hetzelfde kan gezegd worden van het Stad huis. 't Was een aardig aspect, die ballons hoog in het torentje, maar niet dat wat men zich had voorgesteld. Ontegenzeglijk maakte de gasilluminatie veel meer effect. Het „zoek licht" bleef in den vooravond zoek. Of 't later gebrand heeft, 't is mogeiyk, maar dan i3 men er zeer laat mede begonnen. Be rijtoer. Het groote moment van den avond was natuuriyk de rytoer van Hare Majesteiten door de ville lumlère. Een half uur vóór het vertrek van het zoo eenig mooi verlichte en versierde Paleis, in den omtrek waarvan duizenden en duizenden staan saamgepakt, maar op een eerbiedigen afstand gehouden, komen de Indische vorsten in hun schitte rende kleedy in een reeks van rytuigen van höt Parkhotel te Scheveningen aanryden, om alvast bun plaats in den te formeeren 6toet in te nemen. De menigte juicht onze Indi sche gasten toe. De stoet is als volgt samengesteld, als hy te 9 uren onder de daverende hoezees van de menigte afrydt: Voorop de burgemeester in ambtskostuum, dan het escorte huzaren, voorts het eerste gedeelte van de eerewacht met vaandel en dan de la Daumont be spannen open calèche met. Hare Majesteiten en de rytuigen van het gevolg, welk gedeelte van den stoet wordt besloten door cavalerie, achter welke eindeiyk de rytuigen met de Indische prinsen volgen. Niet minder dan veertig straten werden raeerendeels in stap, anderdeels in draf bezocht. Wat 'n volk op de been en wat 'n toe juichingen. In het Noordeinde wordt het eerste Bengaalsche licht ontstoken en als de stoet de Hoogstraat binnenrydt, die nog niet in z(jn volle verlichting prykte, wordt de reuk van Hare Majesteiten gestreeld door een heeriyk parfum, een attentie van „Maison-Rimmel". Het was te verwachten, dat op dezen avond aan Hare Majesteiten nog op andere wyze hulde zou worden gebracht on dat geschiedde dan ook. In de eerste plaats by het bezoek aan de Gedempte Gracht, waar de Israëlietische be woners zoo hun best gedaan hebben. By het ontsteken echter van de eerepoort was door het vallen van een aangestoken lichtglaasje, de versiering in brand geraakt en eenige dra perieën verbrandden. De brandweer bluschte intu8schen spoedig het vuur, zoodat de poort in haar hoofdvorm ongedeerd bleef. Dat er ook zoo'n naar fatum op die eerepoort moest ruston: eerst afgekeurd, toen zy byna gereed was en gisteravond leelykebrandwonden bekomen. Maar enfin, 't Heeft niet geschaad. De Koninginnen zyn er toch doorgekomen, schoon men er na het incident aan wanhoopte. Allerhartelykst en enthousiast was in die buurt de ontvangst. Even voorby de oerepoort hield het Koninklijk rijtuig halt en nam de Koningin ruikers aan uit de handen van de jongejuffrouwen Huisman en Poons. Onmid- deliyk daarna zong de liedertafel „Onderlinge Oefening", de Vorstinnen met een gemengd koor van 60 stemmen het nieuwe Volkslied toe en het „Wilhelmus". De geheels feestcommissie, de oranje-com missarissen waren er by tegenwoordig en de president van „Onderlinge Oefening", do heer Jochems, werd aan de KoniDginnon voorge steld. En voort ging het weer onder de niet in kracht afnemende juichkreten. Geen straat werd overgeslagen. De geliefde personen kwamen ditmaal in, straten, waar zy nog nimmer geweest waren. Ware de weg, dien de stoet zou volgen, tydiger bekend gemaakt geweest, ongetvryfeld zouden de bewoners voor meer licht en ver rassingen hebben gezorgd. Op sommige punten van den weg was het vaak een saaie tocht, maar ook in eenige straten in het centrum viel het wel wat tegen. Zoo brandde de reus achtige eerepoort op het Tornooiveld niet, alweer door een incident. Ze was ook In het begin van den avond in brand geraakt en moest haar draperieën op het slagveld laten. De poort op de Boschbrug hield zich flinker, niettegenstaande ook zy een oogenblikje ge brand had, niet bepaald naar de inzichten van het hoofdcomitó. Op den Dcnneweg waar de feestcommissie tot ontvangst aanwezig was, werden ruikers aangeboden door dochtertjes van verschillende bewoners. Uit de woning van den president der feestcommissie werd feestlicht ontstoken. Ook in de Prinsenstraat werden ruikers overgereikt door de jongejuffrouwen Hooren- man en Bruins. De stoet hield daarop stil voor de woning van het lid der feestcom missie den heer André Cohen. Voorts stond in de Prinsenstraat het brandweercorps aan getreden. Zeer trok de aandacht van Hare Majesteiten de prachtige verlichting van den Vyverberg en omgeving. Te ongeveer elf uren keerden H.H. M.M. ten paleize terug. Wat vooral op dezen tocht geconstateerd moet worden was de uiterst prettige en welwillende stemming van het publiek, dat de Indische Vorsten even hard toejuichte als de Koninginnen en dat, toen het de Koningin niet meer kon toejubelen, zulks deed aan de Koninginder Aaide, waarvan enkele ver tegenwoordigers den stoet in een rijtuig volg den. De Vorstinnen moeten doodeiyk vermoeid zyn geweest, toen zy weer aankwamen aan haar Paleis. Wat liep de Koningin toch nog fier toen de menschen haar weer zagen voorbijgaan langs de vensters. Een hartelyk goeden nacht stootte nog eenmaal op, en het publiek liet de Vorstinnen haar rust, om zelf te biyven doorvieren 't Koninginne-feest tot laat in den nacht. Tegen één uur trok een troep straatvegers, de bezems als banieren over de schouders, en door een zingenden reuzenstoet gevolgd, de stad in, om voor het bloemencorso van heden de straten van het zand te reinigen. Be Aubade. De Koningin had hedenochtend de hulde van de schooljeugd in ontvangst te nemen. Een der schoonste, lieftalligste nummers van het feestprogramma werd achter het Paleis in het Noordeinde uitgevoerd. Veertien honderd vyftig kinderen, jongens en meisjes, van de verschillende scholen brachten H. M. een hetrlyken morgengroet. Op het bfnnenpleia waren behalve deleden van het Uitvoerend Comité, slechts weinigp gonoodigden toegelaten. Het kranige keur vendel der Haagsche hoogere scholieren was in militaire orde geplaatst tegen den tuin aan in het front van het Paleis, daarachter in een breede ry geschaard werd aan do ouders der medewerkende kinderen gelegenheid ge geven van deze heeriyke huldebetuiging getuige te zyn. Kwart over elven trad het schoolcorps aan in flinken militairen pas en door tromgeroffel aangekondigd. In sectiën verdeeld, werd de troep aangevoerd door de schoolhoofden in de meest volmaakts orde geplaatst op bet plein, dat door de kinderen geheel gevuld werd. Da meisjes waren meestal allen in het wit met oranje-sjerpen en witte handschoenen. Precies halftwaalf kondigt trompetgeschal de komst van HH. MM. aan en onmiddeliyk daarna werd in algemeen koor het „Wil helmus" aangeheven en met zeer veel gevoel gezongen. De heer Van der Laan, hoofd der school aan de Hoefkade, die zich met het ontzagiyke werk dor instudeeriDg van den geheelen zang had belast, dirigeerde dit eerste nummer, waar na nog Cath. Van Rennes den dirigeerstok opvatte om de eigenlijke Oranje-Nassau-can- tate voor vierstemmig kinderkoor op voor- treffeiyke wyze te leiden. De woorden van deze cantate zyn van den heer J. D. C. Van Dokkum, liefeiyke frisch- heid, kinderlijke eenvoud en plechtige ernst wisselen elkander in die compositie af; on Cath. Van Rennes heeft er heeriyke muziek by geschreven, die de bedoeling van den dichter treffend telkens doet uitkomen. In den zang der kinderen was een hoogst bewonde- rendswaardige éénheid, die een uitmuntende leiding verried. En toen in de derde afdeeling de jongens alleen het woord kregen: Kom jongens, legt de handen| saam, En zweert nu houw en trouwe Der jonge, blonde KoDingin: Wilbelma van Nassauwel enz. toen kwamen eene kracht en eene flink heid uit, die men zich by het algemeen koor, als do liefeiykheld der meisjesstemmen meer uitstraalde, niet had kunnen denken. Het gebed werd hoogst aandoeniyk voo g rages., en in een slotzang werd de forsch Vader landslievende toon op haast ridderlijke wyze vertoond Want al die geestdrift, al die gloed Door éénen naam wordt leeuwenmoed Wilhelma van Nassauwe" „En 't krachtig Neérland één van zin. Staat pal voor Neêrlands Koningin: Wilhelma van Nassauwel" Deze slotstrophen maakten geweldigen in druk, en toen de muziek der grenadiers, die den zang begeleidde, het slotaccoord had doen weerklinken, barstte van de 1450 kinderen een luide juichtoon los, een driewerf herhaald „hoezee 1" met handgewuif en hoedengezwaai. Hare Majesteiten, die onder de marquise op het bordes hadden plaats genomen, de Koningin in lichtblauw, de Koningin-Moeder in parelgrys toilet, waren zichtbaar diep getroffen door deze kinderlyke hulde. Achtervolgens werden de heer Van Dokkum, de schrijver van de cantate, de heer Van der Laan en mej. Cath. Van Rennes ontboden en hun werd zoowel door Koningin Wilbelmina als door de Koningin-Moeder dank gebracht voor haar uiterst welgeslaagd streven en voor de moeite die zy zich getroost hadden; vooral met de componiste onderhielden de Vorstinnen zich vry lang. En toen, als by intuïtie, betuigden de kin deren hun erkentelykheid voor dez^n dank aan hun bekwamen dirigent, door een by heihaliDg met geestdrift aangeheven „hoera!'' Daarna werden de heer Graaf van Bylandt, voorzitter van het Uitvoerend Comité, jbr. Gevers Doynoot en de heer Couvóe, leden van de sub-commissie voor de aubade (.ie op initiatief van het Hoofdcomitó was gearran geerd) lot H.H. M.M. toegelaten om den dank der Koningin in ontvangst te nemen. Tromgeroffel kondigde nu aan dat de plechtigheid was afgeloopsn, maar er volgde nog een bekooriyk slot. De Koninginnen daalden van het bordes af; hit geheel© school corps, weer in militaire orde opmarchei rende, défileerde verwonderlijk correct voor de Vor stinnen, de meisjes in het voorbijgaan bloe men leggende aan den voet van het bordos, de jongens hun petten zwaaiende en „hoeral" roepende. En toen was bet plein een oogenblik ledig. Het keurvendel der Haagsche hoogere scholieren trad aan en défileerde op z(jn beurt in streng militairen pas. De grenadiers- marsch vroolykte dit défilé op. Al de omstanders hieven hoezees en „Leve de Koningin 1" aan; H.H. M.M. keerden binnen het Paleis terug en een der schoonste momenten van het feestprogramma was ten einde. Hel Bloemencorso. Op het „Sportterrein", Dat was me een bedry vigheid en een kleuren mengeling van ochtend vroeg al in de zalen en in de open lucht op het Sportterrein. Grondtoon: bloemen, bloemen en nog eens bloemen; daartusschen Commissieleden met de hand aan het hoofd, niet wetende wien het eerst te woord te staan; half gekleeds herauten, clowns, arm in arm met de Neder- Lndsche Maagd nog met hangende haren, die straks tot een bevalligen knot zullen worden opgebonden; een geraamte van een bloem- schip, dat voor de zee-, o neen, landreis wordt opgetuigd en ginds een bloementnolen. Buiten schynt 't of do staat van beleg is afgekondigd; huzaren, artilleristen, grenadiers, nu nog gezellig een potje drinkend, straks bestemd om als sieriyk uitgedoste voet knechten Flora in triumf rond te lelden; Flora, de gracieuze, die vandaag met een overtalryk kroost de Residentie heeft ge zegend ter eere van Haar, d i e bloem van Nederland op wier wegen in de laatste dagen niets dan bloemen z\jn gestrooid door de volksliefde, waarby van Amsterdam de victo rie begon. Daar klinkt omstreeks 11 uren het sein: verzamelen, ten teeken dat de stoet, die V/% KM. lengte moet hebben, zich moet opstellen op de „Laan van Nieuw Oost-Indiê." Die ge- heele lange laan en een groot gedeelte van het Bezuidenhout ia daartoe noodig. En wat het oog toen zag is schier niet te beschry ven. Het was één veelkleurige serpentine, één zich ver uitstrekkend lint van dahlia's, chry santen, korenbloemen, orchideeën, lelies, violet- ten, zonnebloemen in allerlei vormen on kleuren enz. enz. Het is de feestkleur, Oranje, die domineert. Een schitterend gezicht! Grepen kunnen we slechts doen. Zie byv. de „Florawagen" van den Bond met de zes opgetuigde vossen bespannen. Flora gezeten onder een prachtig versierd achthoekig balda- kyo, gehuldigd door haar eigen kinderen, en geflankeerd door vrouwenfiguren, die ieder een Nederlandsche bloem voorstellen, o. a. de tulp, de roos, de hyacint, enz. enz. Dan de „Consulsgroep" van Zuid-Holland, een huidewagen met de wapens van de mede dingende consuls en attributen van den Bond, voorafgegaan door de consuls op rywielen geheel versierd met dahlia's. Beschouw voorts de „A. N. W. B.-wagen", ook door 4 rossen getrokken; eene voorstel ling van den Bond, het toerisme beschermend. Het is een Romeinsche zegekar, vol prachtige bloemen en planten. De twee toeristen zyn als kersversche uit de Alpen naar de Residentie gekomoD. Weer een andere figuur! Een bloemenscbip, in lyn gebracht door zonnebloemen. Een ander van roode bloempjes, hangt aan den voorsteven. Een typischen groep van het bezoek van Czaar Peter den Groote aan de molen „da Grootvorst" in 1716, en aan welke volgen» de legende de Czaar-timmermen zelfs ar beidde. Die molen, gevormd uit Cactus- dahlia's, rose, geel, wit, rood met keurig vervaardigde draaiende wieken, maakt een prettigen indrok. Voorop rtjdt een heraut, voorafgaande Z. M. den Czaar. Aan beide zgden de „molenaar* en zyn „wyf". Do stoet wordt gesloten door de dochter van den molenaar mot haar „vrijer". De leden der Zaanlandsche Yereeniging „Wil- helmina" komen met deze groep kranig voor den dag. Dan een fraaie groep, een gekop pelde tandem van enkel witte bloemen, mei drie kinderen in het wit gekleed, als beman ning. De Weorbaarheidsvereoniging in gewoon tenue, het geweer schuins op den rug dragende. De afdeeling „Handel en Industrie" deel nemende o. a. mot prachtig versierde motor wagens fietsen op een zegekar in „Corbeille- vorm". (Burgers rywieleD). Utile Duld te 's-Gravenhage komt uit met een driewieligen bestelwagen, die onherken baar is door den schat van enkel zonnebloe men van buitengewone afmeting. Dertig leden omringden het middenstuk, op karretjes, kunstig versierd met helianthen en alweder groote zonnebloemen ia lichte kleur. 10 September 1898. uaa Vor. Koer» hoera. heden. 2% pCt Ned. Work. Schold 86% 86% 8 pCt ObUg. dito WK 8 pCt Cort. dito 97% 96% 4 pCL Brazilië 52 6 pCt. Oootenr- Uö/Sow. 81^ 84% R JanJJali a.i WH 81% 22% *0% 38% 6 pCt kloiioo a 84 83% 4 pCt. Voneiaela 88% Kolonie to Baak AanAsdfla 42% dito pret. 59% Ncderl. Indische Hiadolafeenk 80 NedeiL Handel-Hg. op nacootM 142% 142% Dordt Petr. M$.. a 17 Java Petr. M^. 166% KoninkL PetroL-lQ. a 801 303 27% 127 Sumatra Palembang 105% 105 Javaache FetroL Aand. SoemeJata 180 OenlraL Pacific Sham 22% 21% Atchison To pek* a 18% 13% dito pret. Q a 35% 85 Or. ShorUino 67% 66% Union Pacifio m «3% 31% dito pret e i 66% 64% 18% 18% 6 pCt. dit© Oblig a 74% 74% Beltah&rea 6ï% Prolongatie 2 pCt. SpaDje flauw. Staatsspoor 109% - BaV timore 30%Pref. 67%Htfc slot de( markt was vaster. Telegrammen» WEENEN, 9 Septdmber. Men meldt uit Konstantinopel dat de brand te Kandia, op Creta, gisteren den geheelen dag voort JuurJe- De bevelhebber der Britscha strijdmacht heef( de stad nogmaals moet an beschieten. 25| Britsche soldaten die uit Malta z(jn geko-nen; hebben niet in de stad kannen doordringen. MADRID, 9 September. De geruchten, dit betreffende de Spaansche leening in omloop zyn, zyn naar men verzekert ongegrond. Dj groote leening, dio Spanje genoodzaakt zal *t)Q te sluiten, zal het gevolg zyn van de conversie der schuld en deze conversie kan thans niet plaats hebben, want vooraf moot>. men weten of Spanje de Cubaansche schuld zal moeten betalen of niet. Dat hangt uit— sluitend af van de onderhandelingen der^ Spaansch-Amerikaansche commissie, die tê, Parüs zal byeenkomen. MADRID, 10 September. In de Kamer werd de regeering en vooral de minister van, oorlog opnieuw heftig aangevallen door Cane-' lejos. Hy zeide, dat de eer van het leger niet was aangetabt, maar h(j werpt alle verant-j woordeiykheid voor de geleien rampen op de zorgeloosheid en de eerzuchtigheid der regee- ringspersonen. Kfii-kelijltc üeriolitoö, Oude-Wetering: Nad.-Herv. Gem. Zort-[ dag-voorm. te tien uren, ds. J. Hoogenraad pred. te Leidon. Woubrugge: Geref. Gem. Zondag voorn», te tien uren en 's avonds halfzeven, do heer S. Hempenius, van Zwammerdam. K a t w y k a/d. R y nNed. Herv. Gem. Zon-', dag-voorm. halftien, do heer Brict, cand. u) Leiden. Des namiddags 5 urends. B. Bollee,) - Thermometerstand: gisteravond om 8 uren.; 20.5° C. 68.9'Fahrenheit; hedenmorgen 8/ uren 18.5' C. 66.3' F., 's middags om iaj uren 20 C. 68' F., 'a namiddags 4uroa, 20' C. 68° F. Bodegraven. De bewoners der Nieuwstraai en die van een groot deel der Wilhelminar straat, weinig gesticht over bet besluit der feestcommissie om bovengenoemd gedeelte van ons dorp niet te versieren of to illumineeren* hebben Vrydagavond een vergadering belegd. Hierin is besloten deze straten te versieren en te verlichten. Een bestnur werd gekozen,' en eenstemmig word besloten flink de handel» uit do mouwen to steken, opdat vóór Woen* dag, den lsten feestdag, alles in orde z(j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 3