N°. 11823
"Vrijdag O September.
A0. 1898
$eze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
LEIDSCII
DAGBLA
PBUS DEZEB rnrmainn,
Voor Leiden per 8 maanden.f i.io,
Franco per post
AXzonderiyke Nommers 0.0&,
PBUS DER ADVERTENTTÊN
Van 1-6 regels 1.05. tedere rege) meer f 0.17$. - Grootere
letters naar plaatsruimte. - Voor het tncasseereD buiten de stad
wordt fO.Ob berekend
De versiering van het Koninklijk
Paleis te 's-Gravenhage.
Den löden Maart 1898 is door de Provin
ciale Staten van Zuil-Holland besloten, op de
Provinciale begrooting van 1898 een memorie-
post uit te trekken voor: „kosten voor het
aanbrengen van versieringen en voor een
illuminatie als hulde aan H. M. de Koningia
by Haren intocht in de Residentie na Hare
inhuldiging."
Met algemeene stemmen en groote inge
nomenheid is dat besluit destyds genomen en
nadat H. M. de Koningin-Regentes welwillend
had toegestaan het Paleis te versieren, is tot
de uitvosring van het Statenbesluit door
Gedeputeerde Staten een commissie benoemd,
bestaande uit de heeren jhr. mr. H. A. C. De
la Bassecour Caan, mr. G. J. Goekoop, P. C.
Evers, mr. J. G. S. Bevers en mr. W. J.
Snouck Hurgronje, van welke de eerstgenoemde
door de commissie is uitgenoodigd als voor
zitter op te treden.
Van verschillende denkbeelden voor een
passende uitvoering werd het door den heer
A. Van Delden, architect, directeur der Acade
mie van Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage,
ingezonden ontwerp aangenomen en door
Gedeputeerde Staten goedgekeurd.
Aangezien de Koningin, alvorens Haren
plechtigen intocht te 's-Gravenhage te doen,
na te Amsterdam te zyn ingehuldigd, nog
enkele dagen in de Residentie zou komen
vertoeven, werd besloten eer3t met de ver
siering van Haar Pal is een aanvang te maken
nadat beide Vorstinnen de Hofstad weder
zouden hebben verlaten, ten einde Haar, by
Haren terugkeer uit Amsterdamse verrassing
te bereiden de buitenzijde van bet Paleis in
een gansch anderen toestand terug te zien
dan by Haar vertrek.
Nauweiyks was de Vorstelyke woning dus
Maandag door Hare Majesteiten ver-laten, of
een heir van decorateurs en bloemisten maakte
zich op om op de vlug6te wyze tot een veel
belovend decoratief geheel te rangschikken
de vele onderdeelen, die maanden vooruit door
artistenhanden in stilte waren gewrocht.
Slecht3 weinige dagen restten thans om
het uitgebreide plan van den heer Van Delden
tot uitvoering te brengen.
En welk een ontwerp! Een bloemverslering
zou 't zyn, heette hol in de zitting der Pro
vinciale Staten, in welke, onder daverend hand
geklap, door den Commissaris der Koningin
mededeeling werd gedaan van .het door
H. M. goedgunstig aanvaarde huldeblijk. En
bloemen zyn 't ook, die een groot aandeel hebben
in de versiering. Maar de hoer Van Delden was
daarby nog van een andere hoofdgedachte
bezield. Hy wensebte een decoratie, toepasse-
lyk op en forsch op den voorgrond brengende
de groote en betoekenisvolle gebeurtenis, en
daarby do grootsche figuren der Oranjes in
herinnering ts brengen. Daarom wensebte hy
als 't ware de jonge Koningin to plaatsen in
eene omgeving van het roemryke geslacht
dier Oranjes. Vandaar, dat hy ontwierp het
plan van een voorvaderen-galery, aangevuld
door een bescheidener galery van wapens, die
te zamen 'een aanschouwelijk overzicht zoudea
geven van de vaderlandsche historie, welke
over 25 jaren, in 1923, den eerbiedwaarcigen
leeftyd van duizend jaren zal bobben bereikt.
Men kent de bouworde van bet Paleis in
het Noordeinde: een breed front met, looi-
reebt daarop, twee zyvleugels.
Op de belétage van het front, zoowel als
van de beide zyvleugels, zyn, tusschen de
vensters, vry breedo penanten. Op die penanten
nu zal H. M. aangebracht vinden de in olie
verf, door den kunstschilder George Sturm,
te Amsterdam, me:st rlyk geschilderde, uit
stekend gelykende portretten, op levensgrootte
on ten voeten uit, van de Vorsten uit het
Huis vau Oranje. In de eerste plaats de
stamvader, prins Willem I, dan prins Maurits,
Frederik Hendrik, Willem II, Willem III
(koning van Engeland), "Willem IV, WilbmV
en eindeiyk koning "Willem I, koning "Willem II
en koning "Willem III, de laztste mannelijke
afstammeling uit het Huis, opgevolgd door
Haar, "Wie thans deze hulde geldt.
Deze schildoryen zyn zóó geplaatst, dat
Hare Majesteit, op het oogenblik, dat Zy zich,
gelyk bekend is, eenige malen aan Haar volk
zal vertoonen op het paleis-balkon, op den
dag van Haren intocht in de residentie, het
harteiyk toegejuichte middelpunt zal vormen
tusschen den stamvader van het Huis van
OraDje, "Wiens beeltenis Haar cenerzyds, en
van den laatsten manneiyken telg, Haar Vader,
"Wiens portret Haar aan de andere zyde flan
keert, en die daar uitgebeeld staat in de kracht
zyns levens, toen hy het Bewind aanvaardde.
Alle portretten zyn geschilderd met den blik
gericht naar de Koningin.
Deze Vorsten-galery geeft tevens een over
zicht van het kostuum in de drie laatste
eeuwen. De portretten zyn naar de beste
bronnen bewerkt en geven de Personen to
zien in de ryke en karakteristieke kleeder
drachten van die tyden. Prins Maurits en
Frederik Hendrik zyn in harnas uitgebeeld;
den stadhouder Willem IV daarentegen, ge
woonlijk ook in metalen rusting geportretteerd,
ziet men thans in het ryk geborduurde
roccoco-kostuum van 1750.
Boven elk portret zyn, op cartouches de
Regeeringsjaartallen der verschillende vorsten
vermeld.
De overige beschikbare penanten, ten getale
van vyf, pryken met do wapenschilJen der
vyf grafelyke Huizen: Holland, Henegouwen,
Beieren, Bourgondiê en Oostenryk.
Een gewichtige plaats in het geheel der
versiering neemt iQ het balkon, waarop, gelyk
gezegd, Hare Majesteit zal verschynen na
Haar zegetocht door de Residentie. Dit uit
bouwsel is herschapen in een groot baldakyn
van rood fluweel, bezaai 1 met gouden kroontjes.
In het miiden bet koninklyke wapen, gedekt
door de koninklijke kroon, welke eenig6zins
van den gewonon vorm afwykt, waarby de
gedachte voorzat, dat een krooo, bestemd voor
een vrouwelyk boofd, lichter en sieriyker van
vorm behoort te zyn dan de gewone. Het
binnenste van den baldakyn is geheel bekleed
met wit satyu, bezaaid met gouden leeuwen.
De troonhemel rust op vergulde, ryk geprofi
leerde colonotteD, in lansvorm, die in schuinen
stand zyn geplaatst en bekroond worden door
panaches van wilte echte struisvederen. Aan
die draagpieken zyn bevestigd medaillons met
het koninkiyk naamcijfer in goud op een
oranjegrond.
De leuning van het balkon wordt geheel
bedekt door een kostbaren hormelynen mantel,
mot rood fluweel gevoerd, en die in plooien
aflungt.
Op de hoekpoitamenten van het balkon
zyn geplaatst twee beelden, herauten, in brons-
kleur, dragende op de bor6t en op de door
hen gevoerde banieren, het wapen der
provincio Zuid-Holland. Do kwartieren van
Oranje en van Nassau zyn op schilden aan
gebracht onder de beelden.
De tot het paleis toegang gevende portiek
met de bokende zuilen is op de volgende
wyze versierd. Guirlandes van rosekleurige
leliën zyn tusschen en over de kolommen
opgehangen, terwyl 2 cartouches, in goud en
blauw geschilderd, de woorden „Salve Regina"
bevatten. Het onderste gedeelte der zuilen
is met grysblauwo stof en verder met bloem
guirlandes gedecoreerd.
De verdere frontversiering van het paleis
vertooDt in de penanten tusschen de vensters
op de bovenste verdieping de wapens der zes
voornaamste steden van Zuil-Holland, ge
rekend naar haar zielenaantal, te weten
Rotterdam, 's Gravenhage, Dordrecht, Leiden,
Delft en Schiedam. Deze wapens worden
onderling verbonden door kransen en guir
landes.
Thans volge een beschryving van de ver-
sieiing der twee zyvleugels van de vorstelyke
woning. Van bun kroonlysten hangen af de
wapen3 der elf provinciën, geschilderd op
panieren ter breedte van 2.30x 2.30 M. en
in de kleuren dier gewesten. Elke banier is
bovendien versierd met een krans en een
zyden „Oranje-blanje-blou"-wimpel.
Deze banieren zyn horizontaal uitgestoken,
daardoor symboliseerende een groet van de
verschillende provinciën aan do jeugdige
Koningin van Nederland, terwyl de standaard
vlag fier van de tinne van het paleis in het
luchtruim wapport.
De zyvleugels zelf zullen herschapen zyn
in ware tuinen, met een grindpad in het
midden. Alle bloemen, dio op kwistige wyze
in die lusthoven zullen pryken, hebben dezelfde
kleur: rose. Geen andere kleur dan deze
wordt gebezigd by de bloemverBiering van
het paleis, op welke plaats ook aangebracht,
ten einde eenheid te verkrygen.
In de bogen der portieken zyn corbeilles
met levende bloemen gehangen.
Naar de wyze der Florentynsche pjleizen
is aan ieder der beide uithoeken van do zy
vleugels, in hellenden stand, een vlag geplaatst
van reusachtige afmeting en vertoonende aan
de buitenzydo de nationale kleuren en aan
den binnenkant een gelen leeuw op Nassau-
blauw veld, bezaaid met gele blokken.
In de acht buitenste nissen der vleugels
(vier aan ieder uiteinde) worden groote vazen
geplaatst, ook weder gevuld met eon overvloed
van bloemen. De paleis-vestibule wordt getooid
met hoogopgaand groen, hoofdzakeiyk met
reusachtige palmen.
De verlichting van het paleis zal geheel
electrisch zyn. Op de krooniyst, boven den
ingang, een groote zon met 7 meter middeliyn;
twee kleinere zonnen ter weerszyden van den
baldakyn.
De bloemperken in de zyvleugels worden
verlicht door glo.ilichtjes, tusschen do bloemen
kwistig aangebracht, terwyl overigens do
plafonds dier vleugels in electrisch licht zullen
gehuld zyn.
Ziedaar de hulde der provin.ie aan Hare
Majesteit, een biyk van liefde en vereering
op onbekrompen wyze bedoeld en door den
artistieken ontwerper, den heer Yan Dtlden,
op grootsche en schitterende manier in uit
voering gebracht, met medewerking van eon
staf van artisten en industriëelen. Behalve de
kunstschilder Sturm, verleenden de voornaam
ste medowerking de heraldicus T. Van dor
Laars, te Amsterdam; de beeldhouwer J.
Kuiper, de firma's H. P. Mutters en Zoon en
Van Houweninge en IJselstyn (laatstgenoemde
voor het bloemengedeelte); de heer P. J. Den
Hertog en de firma HoutmaD, C. L. De Koning
en J. Ros, welke drie laatstgenoemden by het
aanbrengen der versieringen, enz. belangryke
diensten verleenden.
Burgerlijke Stand yan Leiden.
Van 1 tot en met 7 September.
BEVALLENJ. C. De Tombe geb. Rozeudaal D.
P. De Groot geb. v. d Moer Z. S. A. Hazelaar geb.
v. d Lugt D. F. C. Kramp geb. Kling D.
U. M. Th. Jongmans geb. Wijtenburg Z. A.
v. Klaveren geb. Korswagen D. S. E. Wockwort
geb. De Man L>. H. F. Copier eeb. v. d. Steen
D. S C. Delfos gob. v. Heusaen D. A. G.
v. Proosdij geb. Staal D. M, J. v. Dijk geb.
v. Steenbergen Z. S. A. Pracht gob. v. Henningen
Z. C. M. v. Berkel geb. Lau Z. C. G. v.
Dalen geb. Jansen Z. M. F. Deegenaara geb.
Wilderom D. J. M. Kwaadgras geb. Moene
D. C- J. Verbeek geb. Regeer D. M. F.
Trel geb. De Kruijs Z. W. v. der lleyden geb.
v. Smerren Z. C. Blok geb. Spruit D. J.
Van dor Mark geb. v. Putten Z. M. Hoogeveen
geb. Slootweg D. J. M. Goldonberg geb. Steekers
D. S. C Brugman geb. Bos Z. G. Oudendijk
geb. Veerman Z A. J. Doorneveld geb. Warners
Z. ;:M. La Lau geb. Van Beele D. A. Bergman
geb. Sjardijn Z. A. Werter geb. Van Stralen D.
GEllUWD: J. J. Lagerberg jm. en A- C. Nijsaen
jd. G. Zwart jm. on A. D. C. Prins id. J.
P. Chaudron jm. en C. Segijnjd. P. G. Boekwijt
jm. en M. v. d. Kaaij jd. I. Cornet im. en P.
Benson jd. J. Schroef jm. en N. Batelaan jd.
P. J. Zaalberg jm. en G. Nievaart jd.
OVERLEDEN: E. J. Schoemakor D. 36 j.
W. J. Buying D. 2 m. M. C. Kooien D. 71
j. A. Jansen D. 61 j. L. Lucas D. 23 j.
C. v. d. Zwet geb. Schrama V. 35 j. N. J.
Goedeljee M. 73 j. II. F. Kok Z. 5 tn. J.
Beenakker geb. Segijn V. 60 j. J. J Lau W.
87 j. P. J. Oskam Z. 5 m. J. Pet D. 8 m.
A. Van dor Velden Z. 14 m. A. Van der Reijden
Z. 3 m. II. Solkesz W. 87 j. J. Patist Z.
61 j. A. Ysperso geb. Wagemaker V. 63 j.
T. J. Freericks M. 68 j. M. Rijsbergen geb.
v. Haasteren W. 59 j.
Ruslands Tredeboodschap.
Omtrent het denkbeeld eoner alsemeene
ontwapening, door graaf Murawjeff namens
den Keizer van Rusland aan de overweging
der regeering van alle beschaafde staten ter
overweging aangeboden, verwacht de „Köln.
Ztg." met stelligheid, dat geen Btaat zal wei
geren het in ernstige overweging te nemen,
reeds ter wille van dengene, die het to berde
bracht.
Dat de Russische onderneming een der moei-
lykste is, die men zich kan voorstellen, kan men
zicb niet ontveinzen. Zoo gemakkeiyk het is
tot eenepriocipiëeleovereenstemmingtekomen,
zoo moeilyk zal de taak worden, zoodra men
tot de practische byzonderheden overgaat. By
de groote verscheidenheid, die do levensvoor
waarden van de afzonderiyke staten beheerscht,
by de door geographische ligging en inwendige
kracht teweeg gebrachte verschillen, zal het
zeer moeilyk vallen een juisten maatstaf te
vinden, die aan ieder volk een evenredig maxi
mum van weerstandsvermogen toebedeelt. Men
kan zich desnoods nog denken, hoe dat zal
worden bereikt ten aanzien van het landleger,
maar op welke manier zal men de zeestryd-
krachten van die staten, die in do eerste
plaats zeemachten zyn, in de juiste verhouding
brengen tot de landlegers van de anderen?
De Russische nota gaat niet in op byzonder
heden hoe het plan moet worden verwezenlykt.
Er zal niet alleen een consequent op bet doel
afgaande, maar ook een zeer bekwame hand
noodig zyn om de moeiiykheden van den vorm
te overwinnen, ofschoon die slechts byzaak
zyn, vergeleken mtt de bezwaren van de zaak.
Van welken aard zal verder de contröle zyn?
Want zonder een deugdelyke controle zou men
overgeleverd zyn aan de goede trouw van eiken
staat, die in stryd met de verdragen en ten
nadeele van den nabuur zyn slrydkrachten
zou kunnen vermeerderen.
Nog veel dergelyke vragen zullen er opko
men, maar al weet men heden ook niet of
zy een bevredigende oplossing zullen vinden,
de beraadslaging er over zal toch hot goede
hebbeü, dat men daarby zal kunnen bespeu
ren, welko de staten zyD, wien het by hunne
toerustingen enkel om de veiligheid van het
land te doen is, en welke verder strekkende
bedoelingen nastreven. Het Russische voor
stel dringt alle andere politieke gebeurtenis
sen ver op den achtergrond en de openbare
meening zal niet in gebreke biyven het van
alle kanten te bekykeD, het vóór en tegen te
bespreken en zich over do uitvoerbaarheid
een meening te vormen.
Wat Duitschland betreft, daarvoor kan er
slechts één politiek zyn: „Wanneer ondanks
alle bezwaren, die niet zyn te onderschatten,
blykt, dat wy ook by geringer militaire macht
dezelfde veiligheid voor ons land kunnen be
reiken, dan zullen wy niet alleen ons niet ver
zetten tegen de bedoelingen van den Russiscbon
Keizer, maar wy zullen bereidwillig erkennen,
dat by een stoot gegeven heeft tot een uit
menschlievend en economisch oogpunt evenzeer
verdienstelyk werk, waarvoor alle staten hem
dankbaar moeten zyn."
De Heilige Stoel is uitgenoodigd tot by
woning der vredesconferentie van St.-Peters
burg. Ook Zwitserland heeft een dergelyke
uitnooiiging ontvangen.
Uit Weenen ontving de „Köln. Ztg." be
richt, dat men daar aanneemt, dat de ontwa
peningsconferentie, die mtt dankbaarheid is
begroet, te St -Petersburg zal plaats hebben
en dat ook de kleine staten er 3an zullen
deelnemen, want de circulaire van Murawjeff
is aan alle diplomatieke vertegenwoordigers
te St.-Petersburg gericht. De eerste vraag is,
of de conferentie ook dan zal samenkomen,
wanneer sommige groote staten, zooals »4jv.
Engeland of Noord-Amerika, de deelneming
weigeren of wanneer anderon, byv. Frankryk,
voorwaarden mo;hten 6tellen.
De „Neus Freie Presse" gelooft echter, dat
alle mogendheden gehoor zullen geven aan
de roepstem van den Czaar, ook Engeland en
Frankryk. Over deze beide laatsten zegt zy:
„De Engelschen zyn onthutst, de Franschen
ernstig getroffen. Toch zal zoowel de Engelscho
als de Fransche regeering de uitnoodiging
van den Czaar aannemen. Zy kunnen het Diet
laten. In welk licht zouden zy zich vertoonen
als zy weigerden 1 Men zou dan met recht
zeggen: Hoe nu? Rusland, de absolutistische,
als vy^nd van alle vryheid uitgekreten, van
schaamtelooze veroverzucht betichte staat,
verlangt bet verlichten van den militairen
druk, een algemeen verbond van. de mogend
heden ten behoeve van den wereldvrede, en
de twee staten, die zich alty d beroemen pioniers
van de vryheid te zyn, onttrekken zich aan
ed meewerking aan een zoo edel en gezegend
werk? Zoo'n verwyt kunnen Engeland en
Frankryk ni-.t op zich laden, daargelaten nog,
dat Frankryk door een weigerend antwoord
den band zou verscheuren, die het met Rusland
verbindt."
De Jong-Czechische „Narodni Listy" noemt
het een kieschheid van den Czaar, dat hy
gewacht beeft tot Bismarck dool was. Immers,
het manifest is „niets anders dan de lui ste
aanklacht tegen den Pruisischen geest en
tegen het werk, dat in Bismarck belichaamd
was. Het Germaansche militarisme is nu naar
behooren geteekend. Het is oen waanzim ig
denkbeeld, den vrede te willen bewaren door
voortdurende oorlogstoerustingen. Dat is geen
vrede, dat is een folterkamer, een barbaarsche
vernietiging van alle welvaart, alle beschaviDg
en allen vooruitgang van de volkeren. En dat
alleen, omdat de Duitschers hun buit Elzas-
Lotharingen niet willen teruggeven." Het
blad is er ten zeerste mee ingenomen, dat de
vredesboodschap van een Slavisch vorst is
uitgegaan.
De „Times" spreekt de moeniog uit, dat de
conferentie slechts dan kan samenkomen, wan
neer men vooraf het eens geworden is over
een bepaalden grondslag, die over het alge
meen slechts de status quo zal kunnen zyn.
Het internationaal bureau van den Vredebond,
te Bern, heeft een telegram van gelukwensch
gezonden aan den Czaar voor zyn ontwapenings
voorstel.
De „Novoje "Wremya" zegt: welke resulta
ten de voorstellen van den Czaar ook hebben
zullen, toch heeft de menschheid reden zich
er over te verheugen, daar het goade zaad
vroeger of later weldoende vruchten zal op
leveren.
De „Novosti" zegt, dat de uitnooiiging tot
de conferentie de vredelievende gezindheid
van Rusland toont en de toetssteen is voor
de vredelievende gevoelens door andere mogend
heden op den voorgrond gesteld.
Da „Novoje "Wremya" beantwoordt tevens
de opmerkiDgen van buitenlandsche bladen
betreffende de bedofiing van de Russische
nota. Wat de voorgestelde ontwapening aan
gaat, zegt het blad, is de meest correcte uit
legging, dat het status quo moet behoudon
worden en gezocht naar e6n gemeenschappe-
lyk middel om een nieuwe vermeerdering der
bewapening te voorkoaieD, die de volkeron
tot uitputting brengt.
Iedereen moet begrypen, dat er geen sprake
kan z(jn van een onmiddellyke ontwapening,
waarvan de gevolgen nu roeds onrust wekken
niöt alleen in de Fransche pers, maar tot
zekere hoogte ook in de Duitsche.
Do „Westminster Gazette" zegt, dat hoe
wel de afwezigheid van lord Salisbury tot
nog t09 belet heeft, dat de Engtlsche r-geering
op formeele wyze antwoordde op de voor
stellen van den Czaar, de Engelscho gezant
te Petersburg aan do Russische Regeering in
hartelyke bewoordingen heeft medegedeeld,
dat minister Balfour met innige sympathie
de Keizerlijke Boodschap heeft gelezen. Er is
geen enkele reden om te vre zen, dat door
de vertraging in de verzending van het
antwoord van Lori Salisbury, dit iets zal
verliezen van zyn hartelykheid en zyn instem
ming.
Er zyn eon groot aantal belangen by in
bet spel, en het zal daarom noodig zyn met
vele mogendheden te raadplegen, maar reed3
nu kan niemand in dwaling verkeeren over
den aard van het antwoord van Lord Salis
bury aan Rusland. Het antwoord zal met
levendige instemming het initiatief, door den
Czaar genomen, begroeten en der K-izerlyke
Regeering het besluit mededa-ltn van de
Regeoring van Koningin Victoria, om ernstig
mede te werken aan de totstandkoming van
het plan, dat door de Keizerlijke Boodschap
aan de volken wordt voorgelegd.
Het wordt bevestigd, dat de minister Balfour
een gunstig antwoord zond op de nota van
graaf Moerawjef.
Gremengd ISieii-vvs.
Eenige curiosa. De berichtgever
der „Times" heeft op den Dam te Araster
dam gozien „een verguld beeld van de Koningin
op een prachtig voetstuk met vazen in nissen
aan de vier zyden." Ook moeten volgens hem
de journalisten te Amsterdam Zondagavond
onthaald zyn „door den burgemeester van
Berlyn." Het Huis van Oranje, verzekert de
zelfde berichtgever, heeft Nederland „yeoman's
service" bewezen; wellicht weet prof. Fruin
wat dit beteekent. Ook is hem (berichtgever)
gebleken, dat er ten onzent geen heuvels zyn,
maar het geheeld land zoo plat is „als een
pannekoek, voordat die opgerold ter tafel
komt." (Haarl. Cl.)
Vertrokken sedert jaren uit
Friesland melkknechten naar Duitschland en
ook losse arbeiders voor grondwerk, vooral
aan de haven- en spoorwegwerken te Hamburg
Bremen, enz., thans gaan veel Friescbe arbei
ders eenige weken naar onze oostelyke naburen
om hen te helpen oogsten. Aan de Rynstreek
de omstreken van Keulen en Dusseldorf
komen tbaDS banden te kort om het korc-n
neer te sabelen, en Friesche zichters helpen
nu een handje, wat zy gaarne doen, omdat
de Duitscher cit werk goed betaalt.
Per week wordt oen loon gegeven van ƒ22
met den kost. Ook hot tinden der schooven
wordt daar veel beter betaald dan hier; bin
ders en bindsters maken daar een dagloon
van 3 mark f 1.80 en hebben dan by den
boer ook nog den kost. UD.)
Een dronken paard. Te La Vil-
lette (Parys) heeft een wijnhuisbouder, sedert
eenigen tijd wanhopig over de geledigde en
stukgeslagen flesschen, die by in zijn kelder
vond, eindelyk den dief betrapt. Het was
zyn eigen paard, dat zich des nachts toegang
verschafte in den kelder en zich daar letter-
lyk bedronk. Het dier had den smaak weg-
gekregen, doordien men het eens, toen het
byzonder vermoeid was, uit een flesch wyn
had ingegeven.
De eenige vrouw onderdeschip-
breukelingen van de „Bourgogne," die gered
werd, mevr. Lacasse, is thans met haar man
aan boord van de „Gascogne" te Héivre aan
gekomen en van daar terstond naar Parys
doorgereisd.
In de Landes der Gironde heeft
Zondag weder een uitgestrekte bosebbrand
plaats gehad, welko begon aan de noordzyde
van den weg tusschen Bordeaux en Aré3.
De treinen baanden zich met moeite een weg
en er is veel vee omgekomen. De schade is
nog niet berekend.
Uit Agen meldt men, dat in den omtrek
van Houeillès omtrent dertig hectaren denne-
bosschen zyn verbrand. De ramp wordt aan
kwaadwilligheid toegeschreven.