N°. 11823 "Vrijdag O September. A0. 1898 $eze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. LEIDSCII DAGBLA PBUS DEZEB rnrmainn, Voor Leiden per 8 maanden.f i.io, Franco per post AXzonderiyke Nommers 0.0&, PBUS DER ADVERTENTTÊN Van 1-6 regels 1.05. tedere rege) meer f 0.17$. - Grootere letters naar plaatsruimte. - Voor het tncasseereD buiten de stad wordt fO.Ob berekend De versiering van het Koninklijk Paleis te 's-Gravenhage. Den löden Maart 1898 is door de Provin ciale Staten van Zuil-Holland besloten, op de Provinciale begrooting van 1898 een memorie- post uit te trekken voor: „kosten voor het aanbrengen van versieringen en voor een illuminatie als hulde aan H. M. de Koningia by Haren intocht in de Residentie na Hare inhuldiging." Met algemeene stemmen en groote inge nomenheid is dat besluit destyds genomen en nadat H. M. de Koningin-Regentes welwillend had toegestaan het Paleis te versieren, is tot de uitvosring van het Statenbesluit door Gedeputeerde Staten een commissie benoemd, bestaande uit de heeren jhr. mr. H. A. C. De la Bassecour Caan, mr. G. J. Goekoop, P. C. Evers, mr. J. G. S. Bevers en mr. W. J. Snouck Hurgronje, van welke de eerstgenoemde door de commissie is uitgenoodigd als voor zitter op te treden. Van verschillende denkbeelden voor een passende uitvoering werd het door den heer A. Van Delden, architect, directeur der Acade mie van Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage, ingezonden ontwerp aangenomen en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Aangezien de Koningin, alvorens Haren plechtigen intocht te 's-Gravenhage te doen, na te Amsterdam te zyn ingehuldigd, nog enkele dagen in de Residentie zou komen vertoeven, werd besloten eer3t met de ver siering van Haar Pal is een aanvang te maken nadat beide Vorstinnen de Hofstad weder zouden hebben verlaten, ten einde Haar, by Haren terugkeer uit Amsterdamse verrassing te bereiden de buitenzijde van bet Paleis in een gansch anderen toestand terug te zien dan by Haar vertrek. Nauweiyks was de Vorstelyke woning dus Maandag door Hare Majesteiten ver-laten, of een heir van decorateurs en bloemisten maakte zich op om op de vlug6te wyze tot een veel belovend decoratief geheel te rangschikken de vele onderdeelen, die maanden vooruit door artistenhanden in stilte waren gewrocht. Slecht3 weinige dagen restten thans om het uitgebreide plan van den heer Van Delden tot uitvoering te brengen. En welk een ontwerp! Een bloemverslering zou 't zyn, heette hol in de zitting der Pro vinciale Staten, in welke, onder daverend hand geklap, door den Commissaris der Koningin mededeeling werd gedaan van .het door H. M. goedgunstig aanvaarde huldeblijk. En bloemen zyn 't ook, die een groot aandeel hebben in de versiering. Maar de hoer Van Delden was daarby nog van een andere hoofdgedachte bezield. Hy wensebte een decoratie, toepasse- lyk op en forsch op den voorgrond brengende de groote en betoekenisvolle gebeurtenis, en daarby do grootsche figuren der Oranjes in herinnering ts brengen. Daarom wensebte hy als 't ware de jonge Koningin to plaatsen in eene omgeving van het roemryke geslacht dier Oranjes. Vandaar, dat hy ontwierp het plan van een voorvaderen-galery, aangevuld door een bescheidener galery van wapens, die te zamen 'een aanschouwelijk overzicht zoudea geven van de vaderlandsche historie, welke over 25 jaren, in 1923, den eerbiedwaarcigen leeftyd van duizend jaren zal bobben bereikt. Men kent de bouworde van bet Paleis in het Noordeinde: een breed front met, looi- reebt daarop, twee zyvleugels. Op de belétage van het front, zoowel als van de beide zyvleugels, zyn, tusschen de vensters, vry breedo penanten. Op die penanten nu zal H. M. aangebracht vinden de in olie verf, door den kunstschilder George Sturm, te Amsterdam, me:st rlyk geschilderde, uit stekend gelykende portretten, op levensgrootte on ten voeten uit, van de Vorsten uit het Huis vau Oranje. In de eerste plaats de stamvader, prins Willem I, dan prins Maurits, Frederik Hendrik, Willem II, Willem III (koning van Engeland), "Willem IV, WilbmV en eindeiyk koning "Willem I, koning "Willem II en koning "Willem III, de laztste mannelijke afstammeling uit het Huis, opgevolgd door Haar, "Wie thans deze hulde geldt. Deze schildoryen zyn zóó geplaatst, dat Hare Majesteit, op het oogenblik, dat Zy zich, gelyk bekend is, eenige malen aan Haar volk zal vertoonen op het paleis-balkon, op den dag van Haren intocht in de residentie, het harteiyk toegejuichte middelpunt zal vormen tusschen den stamvader van het Huis van OraDje, "Wiens beeltenis Haar cenerzyds, en van den laatsten manneiyken telg, Haar Vader, "Wiens portret Haar aan de andere zyde flan keert, en die daar uitgebeeld staat in de kracht zyns levens, toen hy het Bewind aanvaardde. Alle portretten zyn geschilderd met den blik gericht naar de Koningin. Deze Vorsten-galery geeft tevens een over zicht van het kostuum in de drie laatste eeuwen. De portretten zyn naar de beste bronnen bewerkt en geven de Personen to zien in de ryke en karakteristieke kleeder drachten van die tyden. Prins Maurits en Frederik Hendrik zyn in harnas uitgebeeld; den stadhouder Willem IV daarentegen, ge woonlijk ook in metalen rusting geportretteerd, ziet men thans in het ryk geborduurde roccoco-kostuum van 1750. Boven elk portret zyn, op cartouches de Regeeringsjaartallen der verschillende vorsten vermeld. De overige beschikbare penanten, ten getale van vyf, pryken met do wapenschilJen der vyf grafelyke Huizen: Holland, Henegouwen, Beieren, Bourgondiê en Oostenryk. Een gewichtige plaats in het geheel der versiering neemt iQ het balkon, waarop, gelyk gezegd, Hare Majesteit zal verschynen na Haar zegetocht door de Residentie. Dit uit bouwsel is herschapen in een groot baldakyn van rood fluweel, bezaai 1 met gouden kroontjes. In het miiden bet koninklyke wapen, gedekt door de koninklijke kroon, welke eenig6zins van den gewonon vorm afwykt, waarby de gedachte voorzat, dat een krooo, bestemd voor een vrouwelyk boofd, lichter en sieriyker van vorm behoort te zyn dan de gewone. Het binnenste van den baldakyn is geheel bekleed met wit satyu, bezaaid met gouden leeuwen. De troonhemel rust op vergulde, ryk geprofi leerde colonotteD, in lansvorm, die in schuinen stand zyn geplaatst en bekroond worden door panaches van wilte echte struisvederen. Aan die draagpieken zyn bevestigd medaillons met het koninkiyk naamcijfer in goud op een oranjegrond. De leuning van het balkon wordt geheel bedekt door een kostbaren hormelynen mantel, mot rood fluweel gevoerd, en die in plooien aflungt. Op de hoekpoitamenten van het balkon zyn geplaatst twee beelden, herauten, in brons- kleur, dragende op de bor6t en op de door hen gevoerde banieren, het wapen der provincio Zuid-Holland. Do kwartieren van Oranje en van Nassau zyn op schilden aan gebracht onder de beelden. De tot het paleis toegang gevende portiek met de bokende zuilen is op de volgende wyze versierd. Guirlandes van rosekleurige leliën zyn tusschen en over de kolommen opgehangen, terwyl 2 cartouches, in goud en blauw geschilderd, de woorden „Salve Regina" bevatten. Het onderste gedeelte der zuilen is met grysblauwo stof en verder met bloem guirlandes gedecoreerd. De verdere frontversiering van het paleis vertooDt in de penanten tusschen de vensters op de bovenste verdieping de wapens der zes voornaamste steden van Zuil-Holland, ge rekend naar haar zielenaantal, te weten Rotterdam, 's Gravenhage, Dordrecht, Leiden, Delft en Schiedam. Deze wapens worden onderling verbonden door kransen en guir landes. Thans volge een beschryving van de ver- sieiing der twee zyvleugels van de vorstelyke woning. Van bun kroonlysten hangen af de wapen3 der elf provinciën, geschilderd op panieren ter breedte van 2.30x 2.30 M. en in de kleuren dier gewesten. Elke banier is bovendien versierd met een krans en een zyden „Oranje-blanje-blou"-wimpel. Deze banieren zyn horizontaal uitgestoken, daardoor symboliseerende een groet van de verschillende provinciën aan do jeugdige Koningin van Nederland, terwyl de standaard vlag fier van de tinne van het paleis in het luchtruim wapport. De zyvleugels zelf zullen herschapen zyn in ware tuinen, met een grindpad in het midden. Alle bloemen, dio op kwistige wyze in die lusthoven zullen pryken, hebben dezelfde kleur: rose. Geen andere kleur dan deze wordt gebezigd by de bloemverBiering van het paleis, op welke plaats ook aangebracht, ten einde eenheid te verkrygen. In de bogen der portieken zyn corbeilles met levende bloemen gehangen. Naar de wyze der Florentynsche pjleizen is aan ieder der beide uithoeken van do zy vleugels, in hellenden stand, een vlag geplaatst van reusachtige afmeting en vertoonende aan de buitenzydo de nationale kleuren en aan den binnenkant een gelen leeuw op Nassau- blauw veld, bezaaid met gele blokken. In de acht buitenste nissen der vleugels (vier aan ieder uiteinde) worden groote vazen geplaatst, ook weder gevuld met eon overvloed van bloemen. De paleis-vestibule wordt getooid met hoogopgaand groen, hoofdzakeiyk met reusachtige palmen. De verlichting van het paleis zal geheel electrisch zyn. Op de krooniyst, boven den ingang, een groote zon met 7 meter middeliyn; twee kleinere zonnen ter weerszyden van den baldakyn. De bloemperken in de zyvleugels worden verlicht door glo.ilichtjes, tusschen do bloemen kwistig aangebracht, terwyl overigens do plafonds dier vleugels in electrisch licht zullen gehuld zyn. Ziedaar de hulde der provin.ie aan Hare Majesteit, een biyk van liefde en vereering op onbekrompen wyze bedoeld en door den artistieken ontwerper, den heer Yan Dtlden, op grootsche en schitterende manier in uit voering gebracht, met medewerking van eon staf van artisten en industriëelen. Behalve de kunstschilder Sturm, verleenden de voornaam ste medowerking de heraldicus T. Van dor Laars, te Amsterdam; de beeldhouwer J. Kuiper, de firma's H. P. Mutters en Zoon en Van Houweninge en IJselstyn (laatstgenoemde voor het bloemengedeelte); de heer P. J. Den Hertog en de firma HoutmaD, C. L. De Koning en J. Ros, welke drie laatstgenoemden by het aanbrengen der versieringen, enz. belangryke diensten verleenden. Burgerlijke Stand yan Leiden. Van 1 tot en met 7 September. BEVALLENJ. C. De Tombe geb. Rozeudaal D. P. De Groot geb. v. d Moer Z. S. A. Hazelaar geb. v. d Lugt D. F. C. Kramp geb. Kling D. U. M. Th. Jongmans geb. Wijtenburg Z. A. v. Klaveren geb. Korswagen D. S. E. Wockwort geb. De Man L>. H. F. Copier eeb. v. d. Steen D. S C. Delfos gob. v. Heusaen D. A. G. v. Proosdij geb. Staal D. M, J. v. Dijk geb. v. Steenbergen Z. S. A. Pracht gob. v. Henningen Z. C. M. v. Berkel geb. Lau Z. C. G. v. Dalen geb. Jansen Z. M. F. Deegenaara geb. Wilderom D. J. M. Kwaadgras geb. Moene D. C- J. Verbeek geb. Regeer D. M. F. Trel geb. De Kruijs Z. W. v. der lleyden geb. v. Smerren Z. C. Blok geb. Spruit D. J. Van dor Mark geb. v. Putten Z. M. Hoogeveen geb. Slootweg D. J. M. Goldonberg geb. Steekers D. S. C Brugman geb. Bos Z. G. Oudendijk geb. Veerman Z A. J. Doorneveld geb. Warners Z. ;:M. La Lau geb. Van Beele D. A. Bergman geb. Sjardijn Z. A. Werter geb. Van Stralen D. GEllUWD: J. J. Lagerberg jm. en A- C. Nijsaen jd. G. Zwart jm. on A. D. C. Prins id. J. P. Chaudron jm. en C. Segijnjd. P. G. Boekwijt jm. en M. v. d. Kaaij jd. I. Cornet im. en P. Benson jd. J. Schroef jm. en N. Batelaan jd. P. J. Zaalberg jm. en G. Nievaart jd. OVERLEDEN: E. J. Schoemakor D. 36 j. W. J. Buying D. 2 m. M. C. Kooien D. 71 j. A. Jansen D. 61 j. L. Lucas D. 23 j. C. v. d. Zwet geb. Schrama V. 35 j. N. J. Goedeljee M. 73 j. II. F. Kok Z. 5 tn. J. Beenakker geb. Segijn V. 60 j. J. J Lau W. 87 j. P. J. Oskam Z. 5 m. J. Pet D. 8 m. A. Van dor Velden Z. 14 m. A. Van der Reijden Z. 3 m. II. Solkesz W. 87 j. J. Patist Z. 61 j. A. Ysperso geb. Wagemaker V. 63 j. T. J. Freericks M. 68 j. M. Rijsbergen geb. v. Haasteren W. 59 j. Ruslands Tredeboodschap. Omtrent het denkbeeld eoner alsemeene ontwapening, door graaf Murawjeff namens den Keizer van Rusland aan de overweging der regeering van alle beschaafde staten ter overweging aangeboden, verwacht de „Köln. Ztg." met stelligheid, dat geen Btaat zal wei geren het in ernstige overweging te nemen, reeds ter wille van dengene, die het to berde bracht. Dat de Russische onderneming een der moei- lykste is, die men zich kan voorstellen, kan men zicb niet ontveinzen. Zoo gemakkeiyk het is tot eenepriocipiëeleovereenstemmingtekomen, zoo moeilyk zal de taak worden, zoodra men tot de practische byzonderheden overgaat. By de groote verscheidenheid, die do levensvoor waarden van de afzonderiyke staten beheerscht, by de door geographische ligging en inwendige kracht teweeg gebrachte verschillen, zal het zeer moeilyk vallen een juisten maatstaf te vinden, die aan ieder volk een evenredig maxi mum van weerstandsvermogen toebedeelt. Men kan zich desnoods nog denken, hoe dat zal worden bereikt ten aanzien van het landleger, maar op welke manier zal men de zeestryd- krachten van die staten, die in do eerste plaats zeemachten zyn, in de juiste verhouding brengen tot de landlegers van de anderen? De Russische nota gaat niet in op byzonder heden hoe het plan moet worden verwezenlykt. Er zal niet alleen een consequent op bet doel afgaande, maar ook een zeer bekwame hand noodig zyn om de moeiiykheden van den vorm te overwinnen, ofschoon die slechts byzaak zyn, vergeleken mtt de bezwaren van de zaak. Van welken aard zal verder de contröle zyn? Want zonder een deugdelyke controle zou men overgeleverd zyn aan de goede trouw van eiken staat, die in stryd met de verdragen en ten nadeele van den nabuur zyn slrydkrachten zou kunnen vermeerderen. Nog veel dergelyke vragen zullen er opko men, maar al weet men heden ook niet of zy een bevredigende oplossing zullen vinden, de beraadslaging er over zal toch hot goede hebbeü, dat men daarby zal kunnen bespeu ren, welko de staten zyD, wien het by hunne toerustingen enkel om de veiligheid van het land te doen is, en welke verder strekkende bedoelingen nastreven. Het Russische voor stel dringt alle andere politieke gebeurtenis sen ver op den achtergrond en de openbare meening zal niet in gebreke biyven het van alle kanten te bekykeD, het vóór en tegen te bespreken en zich over do uitvoerbaarheid een meening te vormen. Wat Duitschland betreft, daarvoor kan er slechts één politiek zyn: „Wanneer ondanks alle bezwaren, die niet zyn te onderschatten, blykt, dat wy ook by geringer militaire macht dezelfde veiligheid voor ons land kunnen be reiken, dan zullen wy niet alleen ons niet ver zetten tegen de bedoelingen van den Russiscbon Keizer, maar wy zullen bereidwillig erkennen, dat by een stoot gegeven heeft tot een uit menschlievend en economisch oogpunt evenzeer verdienstelyk werk, waarvoor alle staten hem dankbaar moeten zyn." De Heilige Stoel is uitgenoodigd tot by woning der vredesconferentie van St.-Peters burg. Ook Zwitserland heeft een dergelyke uitnooiiging ontvangen. Uit Weenen ontving de „Köln. Ztg." be richt, dat men daar aanneemt, dat de ontwa peningsconferentie, die mtt dankbaarheid is begroet, te St -Petersburg zal plaats hebben en dat ook de kleine staten er 3an zullen deelnemen, want de circulaire van Murawjeff is aan alle diplomatieke vertegenwoordigers te St.-Petersburg gericht. De eerste vraag is, of de conferentie ook dan zal samenkomen, wanneer sommige groote staten, zooals »4jv. Engeland of Noord-Amerika, de deelneming weigeren of wanneer anderon, byv. Frankryk, voorwaarden mo;hten 6tellen. De „Neus Freie Presse" gelooft echter, dat alle mogendheden gehoor zullen geven aan de roepstem van den Czaar, ook Engeland en Frankryk. Over deze beide laatsten zegt zy: „De Engelschen zyn onthutst, de Franschen ernstig getroffen. Toch zal zoowel de Engelscho als de Fransche regeering de uitnoodiging van den Czaar aannemen. Zy kunnen het Diet laten. In welk licht zouden zy zich vertoonen als zy weigerden 1 Men zou dan met recht zeggen: Hoe nu? Rusland, de absolutistische, als vy^nd van alle vryheid uitgekreten, van schaamtelooze veroverzucht betichte staat, verlangt bet verlichten van den militairen druk, een algemeen verbond van. de mogend heden ten behoeve van den wereldvrede, en de twee staten, die zich alty d beroemen pioniers van de vryheid te zyn, onttrekken zich aan ed meewerking aan een zoo edel en gezegend werk? Zoo'n verwyt kunnen Engeland en Frankryk ni-.t op zich laden, daargelaten nog, dat Frankryk door een weigerend antwoord den band zou verscheuren, die het met Rusland verbindt." De Jong-Czechische „Narodni Listy" noemt het een kieschheid van den Czaar, dat hy gewacht beeft tot Bismarck dool was. Immers, het manifest is „niets anders dan de lui ste aanklacht tegen den Pruisischen geest en tegen het werk, dat in Bismarck belichaamd was. Het Germaansche militarisme is nu naar behooren geteekend. Het is oen waanzim ig denkbeeld, den vrede te willen bewaren door voortdurende oorlogstoerustingen. Dat is geen vrede, dat is een folterkamer, een barbaarsche vernietiging van alle welvaart, alle beschaviDg en allen vooruitgang van de volkeren. En dat alleen, omdat de Duitschers hun buit Elzas- Lotharingen niet willen teruggeven." Het blad is er ten zeerste mee ingenomen, dat de vredesboodschap van een Slavisch vorst is uitgegaan. De „Times" spreekt de moeniog uit, dat de conferentie slechts dan kan samenkomen, wan neer men vooraf het eens geworden is over een bepaalden grondslag, die over het alge meen slechts de status quo zal kunnen zyn. Het internationaal bureau van den Vredebond, te Bern, heeft een telegram van gelukwensch gezonden aan den Czaar voor zyn ontwapenings voorstel. De „Novoje "Wremya" zegt: welke resulta ten de voorstellen van den Czaar ook hebben zullen, toch heeft de menschheid reden zich er over te verheugen, daar het goade zaad vroeger of later weldoende vruchten zal op leveren. De „Novosti" zegt, dat de uitnooiiging tot de conferentie de vredelievende gezindheid van Rusland toont en de toetssteen is voor de vredelievende gevoelens door andere mogend heden op den voorgrond gesteld. Da „Novoje "Wremya" beantwoordt tevens de opmerkiDgen van buitenlandsche bladen betreffende de bedofiing van de Russische nota. Wat de voorgestelde ontwapening aan gaat, zegt het blad, is de meest correcte uit legging, dat het status quo moet behoudon worden en gezocht naar e6n gemeenschappe- lyk middel om een nieuwe vermeerdering der bewapening te voorkoaieD, die de volkeron tot uitputting brengt. Iedereen moet begrypen, dat er geen sprake kan z(jn van een onmiddellyke ontwapening, waarvan de gevolgen nu roeds onrust wekken niöt alleen in de Fransche pers, maar tot zekere hoogte ook in de Duitsche. Do „Westminster Gazette" zegt, dat hoe wel de afwezigheid van lord Salisbury tot nog t09 belet heeft, dat de Engtlsche r-geering op formeele wyze antwoordde op de voor stellen van den Czaar, de Engelscho gezant te Petersburg aan do Russische Regeering in hartelyke bewoordingen heeft medegedeeld, dat minister Balfour met innige sympathie de Keizerlijke Boodschap heeft gelezen. Er is geen enkele reden om te vre zen, dat door de vertraging in de verzending van het antwoord van Lori Salisbury, dit iets zal verliezen van zyn hartelykheid en zyn instem ming. Er zyn eon groot aantal belangen by in bet spel, en het zal daarom noodig zyn met vele mogendheden te raadplegen, maar reed3 nu kan niemand in dwaling verkeeren over den aard van het antwoord van Lord Salis bury aan Rusland. Het antwoord zal met levendige instemming het initiatief, door den Czaar genomen, begroeten en der K-izerlyke Regeering het besluit mededa-ltn van de Regeoring van Koningin Victoria, om ernstig mede te werken aan de totstandkoming van het plan, dat door de Keizerlijke Boodschap aan de volken wordt voorgelegd. Het wordt bevestigd, dat de minister Balfour een gunstig antwoord zond op de nota van graaf Moerawjef. Gremengd ISieii-vvs. Eenige curiosa. De berichtgever der „Times" heeft op den Dam te Araster dam gozien „een verguld beeld van de Koningin op een prachtig voetstuk met vazen in nissen aan de vier zyden." Ook moeten volgens hem de journalisten te Amsterdam Zondagavond onthaald zyn „door den burgemeester van Berlyn." Het Huis van Oranje, verzekert de zelfde berichtgever, heeft Nederland „yeoman's service" bewezen; wellicht weet prof. Fruin wat dit beteekent. Ook is hem (berichtgever) gebleken, dat er ten onzent geen heuvels zyn, maar het geheeld land zoo plat is „als een pannekoek, voordat die opgerold ter tafel komt." (Haarl. Cl.) Vertrokken sedert jaren uit Friesland melkknechten naar Duitschland en ook losse arbeiders voor grondwerk, vooral aan de haven- en spoorwegwerken te Hamburg Bremen, enz., thans gaan veel Friescbe arbei ders eenige weken naar onze oostelyke naburen om hen te helpen oogsten. Aan de Rynstreek de omstreken van Keulen en Dusseldorf komen tbaDS banden te kort om het korc-n neer te sabelen, en Friesche zichters helpen nu een handje, wat zy gaarne doen, omdat de Duitscher cit werk goed betaalt. Per week wordt oen loon gegeven van ƒ22 met den kost. Ook hot tinden der schooven wordt daar veel beter betaald dan hier; bin ders en bindsters maken daar een dagloon van 3 mark f 1.80 en hebben dan by den boer ook nog den kost. UD.) Een dronken paard. Te La Vil- lette (Parys) heeft een wijnhuisbouder, sedert eenigen tijd wanhopig over de geledigde en stukgeslagen flesschen, die by in zijn kelder vond, eindelyk den dief betrapt. Het was zyn eigen paard, dat zich des nachts toegang verschafte in den kelder en zich daar letter- lyk bedronk. Het dier had den smaak weg- gekregen, doordien men het eens, toen het byzonder vermoeid was, uit een flesch wyn had ingegeven. De eenige vrouw onderdeschip- breukelingen van de „Bourgogne," die gered werd, mevr. Lacasse, is thans met haar man aan boord van de „Gascogne" te Héivre aan gekomen en van daar terstond naar Parys doorgereisd. In de Landes der Gironde heeft Zondag weder een uitgestrekte bosebbrand plaats gehad, welko begon aan de noordzyde van den weg tusschen Bordeaux en Aré3. De treinen baanden zich met moeite een weg en er is veel vee omgekomen. De schade is nog niet berekend. Uit Agen meldt men, dat in den omtrek van Houeillès omtrent dertig hectaren denne- bosschen zyn verbrand. De ramp wordt aan kwaadwilligheid toegeschreven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 5