N«. 11818 Zaterdag 3 September. A0. 1898 <§eze (§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. 1Ö20, 2) LEIDSCH DAG-BLAB. PRIJS DEZER COURÜNT: Voor Lelden per 3 cnaandeo. 1.10, Franco per post 1.40. Aiz*>nderlijke Nommors 0.05. PRLJS DER ADVERTENTIÉN Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17$. - Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseereo buiten de stad wordt f 0.06 berekend Leiden, 2 September. Men deelt ons mede, dat ook door den Raad dezer gemeente een adros van huldebetuiging is verzonden aan Hare Majesteit Koningin Wilhelmina by gelegenheid van de aanvaarding der Regeering op 31 Augustus jl. en een adres van dankbetuiging aan Hare Majesteit do Koningin-Moeder op 30 Augustus jl. bij het nederleggen der Regeering. De lessen van het gymnasium zjjn 2 September geopend met 101 leerlingen, over de klassen verdeeld ah volgt: 1ste kl. 20, 2de kl. 28, 3de kl. 17, 4de kl. 14, 5de kl. 11, 6de kl. 11. By koninkiyk besluit is C. W. Weys, ingenieur lste klasse van den waterstaat en '8 lands burgeriyke openbare werken in Neder- land8ch Indiö, benoemd tot officier in de orde van Oranje-Naesau. Gedurende de maand Augustus hebben zich by de verschillende kantoren van aan neming der marine voor vrywillige dienst neming aangemeld 61 jongens beneden den leeltyd van 16 jaren, waarvan er 48 werden afgekeurd en 13 geplaatst by de Kweekschool voor Zeevaart alhier. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter algemeene keonis, dat op 10 October 1898 en volgende dagen te Leiden, te Utrecht, te Groningen en te Amsterdam gelegenheid zal worden g6geven tot het afleggen van de practische examens van arts, alsmede te Utrecht tot het afleggen van de practische examens van tandmeester. Zy, die tot de examens wenschen te worden toegelaten, moeten zich daartoe vóór 1 October 1898 8chrifteiyk aanmelden by den voorzitter der examen commissie, en wel te Leiden by den hoogleeraar dr. J. E. Van Iterson J.Azn.; te Utrecht by den booglaeraar dr. A. Narath; te Groningen by den hoogleeraar dr. D. Quizinga en te Amsterdam by den hoogleeraar dr. M. Straub. Voor nadere byzonderheden zie men de ,Staats-Courant" No. 205. Aan het postkantoor "Warmond werd gedurende de maand Aug. ingelegd f 5007.18, verdeeld over 67 inlagen, en terugbetaald f 3445.57, verdeeld over 21 terugbetalingen. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 862. Gedurende die maand werden aan het Rijks- telephoonkantoor aldaar behandeld 207 tele grammen, waarvan er 126 aankwamen en 81 werden verzonden. Bedankt is voor het beroep by de Ned.- Herv. Gem. te Stellendam door ds. W. Zyistra, te Waddingsveen. H. M. de Koningin heeft benoemd tot jagermeester in buitengewonen dienst jhr. mr. F. X. A. Verheyen, te 's-Hertogenboscb; tot stalmeester in buitengewonen dienst jhr. mr. J. E. Huydecoper van Maarsseveen en Nigte- vecht, te Utrecht; tot kamerjonkers mr. R. baron Van Zuylen van Nyevelt, te Wassenaar, en mr. J. P. graaf Van Limburg Stirum, te 's-Gravenhage. Benoemd tot dames du palais honoraires van de Koningin, de hofdames der Koningin- Moeder baronesse Van Ittersum en jonkvrouwo Van de Poll; tot intendant van het Huis der Koningin-Moeder, de kamerheer der Koningin jhr. S. M. S. De Ranitz. Hare Majesteiten hebben Woensdag op haar rytoer ook Scheveningen bezocht en maakten een rit langs dtn strandmuur. De vorstelyke familie Von Wied dineerde gisteren op het Kurhaus by de vorstelyke familie van Saksen. Uit zóóvele plaatsen komen berichten van aanzieniyke giften, door H. M. de Koningin- Weduwe aan de gemeentebesturen voor de algemeene armen toegezonden, dat men tot de gevolgtrekking moet komen, dat de armen van alle gemeenten des lands op deze vorste lyke wyze door H. M. werden bedacht. De sommen loopen uiteen naar gelang van de bevolkingscyfers in de verschillende gemeenten. Vanwege H. M. de Koningin kregen de behoeftige oud-stryders giften. De met ingang van 16 Juni jl. ten post en telegraaf kantore te Roelof-Arends veen tydeiyk ingevoerde doorloopende dagdienst, op werkdagen, blyft tot en met 15 September aanstaande gehandhaafd. By Koninkiyk besluit is mr. D. baron Van Hogendorp, hoofdcommies met den per- sooniyken titel van referendaris by het depar tement van buitenlandsche zaken, benoemd tot directeur van het protocol van dat depar tement. Gisteren herdacht de heer P. Noordhoff, te Groningen, den dag, waarop hy veertig jaren geleden een boekhandel opende, die tot een groote handels en uitgeverszaak is aangegroeid. Het persooeel aan de zaak verbonden, had het kantoor versierd en ontving den chef, toen hy het binnentrad, met de aanbieding onder een gepaste toespraak door een der heeren, van een fraaien fauteuil, waarby gevoegd waren een bouquet voor mevr. Noordhoff en een aantal exemplaren van een artikel in BEigen Haard". Het boekverkooperscollege, waarvan de heer Noordhoff voorzitter is, bood hem een bronzen beeld aan: „Science et Progrès", van den heer Brugmane, voor dit doel aangekocht. Op het piëdestal is een plaatje aangebracht met het opschrift: „Aan onzen vriend en voorzitter P. NoordhofF, op zyn 40 jarig jubileum als boek handelaar, door de leden van het boekver kooperscollege te Groningen, 1 Sept. 1898." Door de Regeering werd de heer Noordhoff op zyn feest benoemd tot ridder in de orde van Oranje-NaBsau. Naar wy vernemen, heeft de heor Noord hoff op zyn feest de grondslagen gelegd van een Pensioenfonds, voor wie aan zyn zaak zyn verbonden. (Pr. Qron. Ct.) By gelegenheid der aanvaarding van de regeering door de Koningin, is de voorzitters- stoel van den Raad van State, van welk college H. M. presidente is, gerestaureerd. Deze restauratie betrof vooral het rugbor duursel, bestaande uit het wapen der Ver- eenigde Provinciën, omringd door de attributen van het leger, de vloot en de gerechtigheid en met het onderschrift: „Concordia res parva© cre8cunt." Het stoomschip „Achilles", van Amster dam en Liverpool naar Java, is 1 September Gibraltar gepasseerd; de „Admiraal", van Oost Afrika naar Ylissingon en Hamburg, is 1 Sept. te Lissabon aangekomen; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 1 Sept. van Genua; de „Reichstag" vertrok 31 Aug. van Mombassa naar Ylissingen en Hamburg. Noordwyk. De reeks der bedevaarten naar het gebeente van St.-Jeroen werd gisteren voor dit jaar gesloten door de buren van Noordwykerbout en Warmond, die ten getale van omstreeks 400 hun jaarlykschen pelgrims tocht maakten. Onder leiding hunner herders, de zeereerw. heeren Van Haaien, pastoor van Noordwykerhout, en N. J. Smeulders, deken- pastoor van Warmond, werden de verschillende plechtigheden verricht en werd, onder uitge leide van de fanfare „St. Jeroen", na het be zoek aan het Martelveld, te ongeveer 4 uren de terugtocht aanvaard. De op 31 Augustus van uit de plechtige Raadsvergadering aan HH. MM. do Koningin nen verzonden telegrammen luidden als volgt: I. „Aan Hare Majesteit de Koningin. „De Raad der gemeente Noordwyk, in plechtige openbare zitting vergaderd, ver oorlooft zich Uwer Majesteit by de aanvaarding der Regeering zyn eerbiedigen gelukwensch aan te bieden, en de hulde en gevoelens van verknochtheid van Noordwyks ingezetenen aan Uwer Majesteits Geëerbiedigde persoon en Haar doorluchtig Huis te verzekeren." II. „Aan Hare Majesteit de Koningin-Weduwe. „De Raad der gemeente Noordwyk, in plechtige openbare zitting vergaderd, ver oorlooft zich Uwer Majesteit eerbiedig zyn hulde en zyn diepgevoclden dank te betuigen voor het onwaardeerbaar vele, dat door Haar als Regentes van het Koninkryk voor land en volk werd tot stand gebracht." De bewoordingen, waarin de Raad zyn dankbetuiging aan den graaf Van Limburg Stirum kleedde, luidden: „De Raad der gemeente Noordwyk, zeer getroffen door het schoone geschenk, dat door U Hooggeborene der gemeente werd aange boden, op dezen zoo gedenkwaardigen dag, betuigt U daarvoor zy'n meest oprechten dank. „De Raad mocht daarin opnieuw een bewys zien van de zoo hoog gewaardeerde welwil lende gezindheid, waarmede jegens de ge meente bezield is de kleinzoon van een der leden van het Driemanschap, aan welks ener giek optreden, naast God, Nederlaod zyn zelfstandig volksbestaan en het behoud der Oranje-dynastie dankt. „Gaarne wordt de schoone beeltenis onzer geëerbiedigde Koningin de eereplaats in de raadszaal bereid." Onder de versieringen, waarvan wy gisteren melding maakten, verdient ook genoemd te worden die, welke de oerw. zusters aan den gevel en de buitenpoort van haar schoolge bouw in de Bronckhorststraat aanbrachten. In het verslag over do feestviering van gisteren gelieve men de laatste alinea vóór de voorlaatste te plaatsen. De aandachtige lezer zal uit do volgorde der feestelykheden de vergissing wel reeds hebben bespeurd. Uit de „Staatsconrant,* Aan do na te melden gepensionneerde officieren van het Nederlandsch-Indische leger de titnlairo hoogere rang toegekend, achter iëders naam vermeldaan den gep. kolonel der infanterie D. P. Bouman. van „genoraal-majoor"; aan den gep. luitenant-kolonel-intendant A. E. Winckel, van „kolonel intendant"aan den gep. luitenant kolonel der artillerie A. W. Segboer, van „kolonel"; aan den gep. majoor der genie E. B. Kielstra, van „luitenant-kolonel"; aau de gepens. kapiteins der infanterie H. B. Van Rhijn, D. A. Flier, W. J. J. Rijnders en W. G. J. Pitlo, van „majoor"; aan den gep. kapitein der artillerie K. J. A. Papo, van „majoor"; aan den gep. kapitein-intendant J. D. P. Soeterik, van „majoor-intendant"; aan den gep. apotheker lste kl. K Broes van Dort, van „dirigeerend apotheker 2de kl. (majoor)"; aan de gep. eerste luitenants dei infanterie M. Willem- stijn, H. J. Muller en J. M. L. Bellaard, van „kapitein", en aan den gep. officier van gez. 2de klasse C. L. Bense, van „officier van gezondheid lste kl. (kapitein)". Do hoer F. C. Moyer, consul dor Nederlanden te München, met ingang van 31 Augnstu9 1898, bevorderd tot consul-generaal aldaar. Aan na te melden gepensionneerde officieren van Hr. Ms. zeemacht, de aangewezen titulaire hoogere rang toegekend: I. den titulaiien rang van schout bij-naclitaan de gep. kapiteins ter zee K. F. R. Andrau; A. baron Collot d'Kscury; J. P. Mercier; C. A. Le Bron do Vexela en W. A. Arriens. II. den titulairen rang van kapitein ter zeeaan de gep. kapitein-luitenants ter zee J. J. Boelen; M. De Kan ter; W. J. Adams en J. Vichet. UI. den titulairen rang van kapitein-luitenant ter zee: aan do gep. luitenants tor zoe der lsto klasse F. H. baron Van Verschoor enJ. A. Kloek. IV. den titulairen rang van kolonel aan den gep. luitenant-kolonel der mariniors W. G. Tuning. V. den titalairen rang van luitenant-kolonel aan den gep. kapitein der mariniers H. B. Stenfert. VI. den titulairen rang van inspecteur van admini stratie aan don gep. officier van administratie der lste klasse W. F. E. Le Rutte. Onderscheidingen. Bij koninklijke besluiten zijn benoemd in de orde van OraDje-jtfassau. Tot grootkruis: i'hr. mr. W. M. Schorer, vice-president van den laad van State, lid van den voorm. Raad van Voogdij van H. M. de Koningin; mr. W. baron Van Goltstein van Oldonaller, lid en voorz. van den voorm.Raad van Voogdij vanH. M.de Koningin; de Russische gezant ridder De Struve, deken van het oorps diplomatique, en de Belgische gezant de heer Degrelle. Tot groot-officier: C. Ten Bosch, vice-admiraalZijne Hoogheid Pakoe Boowono Senopati Tngalogo Abdur Rachman Sayi- din Panoto Gomo de Xde, Soesoohoenan van Soera- karta; Zijne Hoogheid Hamanghoe Boewono Seno pati Ing&logo Abdur Rachmann Sayidin Pauoto Gomo Kalifatoellah de Vilde, Sultan van Djokjokarta. Tot commandeur: M. J. H. Van Lier, consul-generaal te Parijs; A. N. J. M. baron Van Brienen van de Groote Lindt en mr. C. J. A. Heydenrijck, leden van den voorm. Raad van Voogdij van H. M. de Koningin; jhr. mr. P. H. Gevers Doynoot, dir. van het Kabinet der Koningin; J. Maris, kunstschilder te's-Graven- bage; H. W. Mesdag, kunstschilder te 's-Graven hage; Jhr. mr. C. H. Backer, voorzitter van de hoofdcommissie van ingezetenen voor de feestelijke ontvangst van H. M. de Koningin te Amsterdam, bij gelegenheid van Hr. Ms. Inhuldiging binnen Amsterdam in 1898; mr. J. J. De Meijier, proc.-gen. bij het gerechtshof te Arnhemmr. J. Ph. van Bosse, lid en voorz. van den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten te 's-Gravonhage; dr. M. Treub, dir. van 's lands plantentuin te Buitenzorg; mr. J. A. Kramer, secr.-gen. van het dep. van oorlog; F. K. Engelbrocht, schout-bij-nacht; J. Spanjaard, schout-bij-nacht, titulair, inspect.-gen. van het loodswezen; C. L. Loder, dir. van scheepsbouw; Zijne Hoogheid Mohamad Adil Chalifatool Moo- minin, Sultan van Koetei. tot officier: £L W. J. baron Van Tuyll van Serooskerkcn, rentmeester van hot Kroon-domein te Arnhem; IL Van Goudoever, directeur der Staatsloterij te 's-Gravenhage; mr. J. H. T. Umbgrove, betaalm. te Arnhem; O. G. Lotsy, betaalm. te 's-Graven hage; H. Ammerstol, betaalm. der Nationale Schuld te Amsterdam; J. W. Benedic, ingenieur- verificateur van het kad. te Utrecht; J. J. Staterus, oud-ing.-vorif. van het kad. te 's-Gravenhage; J. P. Van Blarkom, inspec. der dir. bel., invoerr. en acc. te Utrecht; G- M. C. Dresselhuijs, inspec. der dir. belast., invoerr. en acc. te Amsterdam; J. Srjtsma Gzn., inspec. der dir. bel., invoerr. en acc. te Maastricht; R. P. Van do Kasteele. insp. dor registratie en domeinen te ArnhemW. M. M. Koster, contr. van de dir. bel. en het kad. te Arnhem; C. C. C. Warmolts, contr. van den waar borg te Rotterdam; mr. G. E. Jordens, notaris to Deventer; J. C. Van Schermbeek, hoofdcommis saris van politie te 's-Gravenhage; F. J. Domela Nienwenhuis, consul-gen. te Pretoria; L. Backer Overbeek, kap. t z.; W. E. Hazenberg, kap. t. z.; G. J. De Vnese, kap. t. z. tit., inspect, van het loodswezen enz.; H. Slot, kap.-luit. t. z.D. A. Krayenhoff van de Leur, kap.-luit. t. z.; U. P. Netscher, kap.-luit. t. z.; J. R. J, P. Cambier, luit. kol. der mariniers; J. Allot, luit.-kol.-intend, der marinier; W. Meyboom, dir. offic. van gez. 2do kl.J. F. Van Beek, hoofding. van scheeps bouw; C. Vroede, gop. kapitein-luitenant ter zee; A. Jongkoes, officior-machinist der lste kl.; B. T. De Bruyn, secret, van het dep. der burg. openb. werken; E. G. Taylor, hoofdagent in Nod.- Indiö der Kon. Paketvaart Mij.; dr. A. H. Ch. Van Leeuwen, pred. bij do Prot. Gem. te Soerabaia; A. Ernste, luit.-kol der inf. van het Indisch leger N. J. Struick du Moulin, insp. van fin.; H. A. Van dor Steenstraten, ass.-res. ter beschikking van don res. der Oostk, van Sumatra; F. A. Heckler, ass-ros. van Groot-Atjeh; W. F. Engelbert van Bevervoorde, Ooat.-Ind. ambt. met verlor, laatstelijk assures, voor do politie te Soerabaia; H. E. B. Sehalhausen, ass.-res. van Poerbolinggo (Banjoe- inas); mr. A. L. E. Gastmann, grifher bij het Hooggerechtshof van Ned.-Indie; mr I. A. Neder- bnrgh, lid van den raad van Justitie te Batavia; mr. J. W. Th Cohen Stuart, secret, van hot gouv. van Ned.-Indië; D. F. W. Van Rees, ambt op non-act., laatst secret, van het gouv. van Ned - Imliö; A. C. Zeeman, insp. over de gouv.-marine, de kustverlichting en het loodswezen in Ned.- Indië; J. P. Jannette Walen, chef der firma Tiede- man en Van Kerchem te Batavia; M. Bakounine, consul van Rusland te Batavia; M. J. D. Claesens, pastoor bij de R.-K. Gem. to Buitenzorg; A. P. Melchior, ingenieur lste kl. van den waterstaat en 'slands burg, openb. werken in Ned.-Indië; C. E. Van Keatercn, directeur van hot tijdschrift „De Indische Gids"; P. A. Daum, redacteur van het „Batav. Nieawsbl."; H. J. Kerrebijn, magazjjnm. lsto kl. (majoor) dor art. van hot Indisch leger; 1. Da Costa en J. E. Muller, leden der Kol. Staten van Suriname; W. Vau Esveld, pres.-diiecteur der Surin. Bank, vice-consul van Frankrijk te Paramaribo; H. K. V. M. Schwing, majoor-adjudant bij het Kon. Kol. Mil. Invalidenhuis op Bronbeek; W. L. H. A. v. d. Monde, bnrgem. van Bemmel, lid der Prov. Staten van Gelderland en voorz. der Geld.-Overijselsche Mij. van Landbouw; mr. D. B. Le Jolle, secret, van Amstordam; mr. J. J. Tavenraat, secret, van Rotterdam; mr. A. J. Kronenberg, secret, van Arnhem; H. De Jongh, luit.-kol. bij de dd. schutterij te Rotterdam; J. H. Schmitz, luit.-kol. bij do dd. schutterjj to Amster dam; G. J. Sas, maj -comm., met den personeelen rang van kol. der dd. schutterij te Leeuwarden; dr. L. J. W. Smit, rector van het gymn. te 's-Her- togenboseh; dr. J. L. Sirks, rector van het gymn. te Groningen; dr. H. P. M. Van der Horn vaa don Bos, directeur dor R.-H. B.-S. te Tilburg; dr. B. C. Goudsmit, directeur der gem. H. B.-S. to Zutfon; dr. J. Campert, directeur der gem. H. B.-S. met 5-jarigen cursus te Amsterdam; dr. H. Bron- gersma, directeur der gem. H. B.-S. te Haarlem A. M. Van Voorthuyzen, oud-schoolopziener in het district Tiel; mr. G. D. Franquinet, schoolopz. in hot district Maastricht, dr. J. V roesom de Haan, directeur dor Rijks-Kwoekschool voor vroedvrou wen te Rotterdam; R. Stang, hoogleeraar aan de Kijks-Academie van Beeldende Kunsten te Amster- „Doctor," zeide hy, „u werkt te reel. Voor slechts enkele naohtelyke uron verlaat u het laboratorium; dat benadeelt beslist uw gezond heid. Eu juist thans, nu u, zooals u zegt, op den drempel eener gewichtige ontdekking staat, is een kleine verademing voor den laatsten aanloop des te noodzakelijker." „Neen, neen!" Byna met komischen angst verzette de scheikundige zich tegen deze ge dachte. „Tot geen prys houd ik op vóór ik de palm der overwinning in handen heb 1" En zonder verder op de vriendelijke vermaningen van zyn assistent te letten, verdiepte hy zich weer in zjjn werk, en woog, mat, mengde, distilleerde en gloeide. Schouderophalend verliet eindeiyk Twyfel het laboratorium. Buiten was de winterstorm bedaard en had plaats gemaakt voor een zachte sneeuwbui. Het was Zondag en veel menschen bewogen zich door de straten der volkrijke stad. Twee dames, moeder en dochter, élégant gekleed, traden het laboratorium binnen. „Vader, wy wachten al sedert een half uur," zeide de dochter. „Ook oom Hendrik is er al." „Wat is er? Wat wilt gy?" vroeg Vinding, zonder van zyn werk op te zien. „Wat er is?" zuchtte de andere dame. «Hu a de geede man weer vergeten, dat wy om halfvyf naar het concert in den winter tuin wilden 1" „De heer Werner ie ook van de party," meende ietwat verlegen de dochter er by te moeten voegen. „Naar don wintertuin? Vandaag? Onmo- gelykl" „En waarom? Wat is er dan nu weer?" „Een gewichtige ontdekking. Ik bon vandaag myn levensvraag zeer naby gekomen. Ik heb haar byna opgelost." „Alweer het oude idee, beste Arnold, alweer het goud ontdekt, niet waar?" „Ditmaal werkelyk. Binnen weinige minuten kun je de oerste resultaten zien. Laat my maar rustig doorwerken." „Neen, Arnold, dat is onzin. Ik heb my dat door zwager Hendrik laten uitleggen, die dat ook wel weet. Kom, Arnold, kleed je gauw aan. Ha, zie, de heeren zyn ongeduldig ge worden." De heeren waren in de deur verschenen, evenals de dames gekleed om uit te gaan. „Helpt myi" riep mevrouw Vinding hun toe; „hy is weer niet weg te krygen." Men bestormde nu den scheikundige, doch deze bleef standvastig en werkte yverig door. Eindelijk hield hy op, nam uit den kroee eenige stukjes zoo groot als peporkorrels en stelde ze onder algemeene spanning aan den zooeven met zwager Hendrik aangeduiden beer ter hand. „jy bent juwelier en goudsmid. Wat is dat?" De goudsmid nam minachtend met een glimlach de kleine metaaikorreitjes in de hand; weldra echter werd zyn gezicht ernstig, hy onderzocht ze op zuren en op den toetssteen en zeide toen„Het ia het fijnste, zuiverste goud, dat ik ooit gezien heb." Vinding nam een triumfanteiyke houding aan; zpn blik was zóó trotsch, zyn uitdrukking zóó verheven, alsof hy veroverde koninkryken aan zyn voeten had liggen. „Mgn werkt" zeide hy. De juwelier schudde twyfeleud het hoofd. „Dat is niet denkbaar; maar er kunnen in de stoffen, die je gemengd hebt, goudsporen geweest zyn, die nu afge scheiden zyn. Wat heb je gedaan?" „Dat, beste vrienden en familie, blyft myn geheim. U echter verkondig ik de blyde bood- schap, dat, nadat de proef hier in het klein gelukt ie, in de volgende twee uur een gouden staaf van dertig duizend gulden zal worden gemaakt van materiaal, dat hoogstens drie gulden kost." Met uitroepen van gemengde gevoelens be stormde het kleine gezelschap den chemicus. Zyn zelfbewust optreden begon te imponeeren. De dochter was de eerste, die uit het nu ge opende vooruitzicht munt trachtte te slaan. Met een innigen oogopslag naar den heer Werner, drukte zy dienB hand en zeide: „Nu behoeven wy niet langer te wachten 1" Werner schudde twyfelond het hoofd. „My komt de zaak uog wat bedenkeiyk voor, myn lieve 1" „Man, Arnold! Is het werkelyk mogelpk?" riep mevrouw Vinding en viel haar man om den hals; „dan kan ik de verwezenlyking van myn hoogsten wensch beloven. Wy maken een reis naar Italië, naar Frankrpk, over zeel Ik laat my opzetteiyk voor dat doel toiletten maken en koop by Hendrik de mooiste sieraden. Zouden wy ook niet eigen equipage kunnen houden?" „Geduld, geduld, waarde schoonzuster", viel do juwelier mevrouw Vinding in de rede. „De medaille heeft ook haar keerzpde. Ondersteld, dat het werkelyk zoo is en Arnold van drie gulden materiaal dertig duizend gulden goud kan maken, dan hebben daarhy ook andere menschen een woordje moe te spreken, by- voorbeeld ik. Mpn vermogen bedraagt in ronde cyfers tweehonderd en vyftig duizend guldon, en bestaat byna uitsluitend uit myn goederen voorraad. Ik ben een bedelaar, zoodra het goud door de productie er van in het groot de waarde, die het nu beeft, verliest." „Maar waarom? Goud blyft goud!"merkto mevrouw Vindiug op. „Zeker, maar zpn waarde verandert. Op zichzelf is ons goud veel miuder noodig dan yzer of koper, alleen zyn zeldzaamheid heeft bet sedert de grijze oudheid tot algemeeno waardemeter gemaakt. Als nu door de mogeiyk- heid, een in die mate lager staande stof in goud te veranderen, aan het goud de rol van waardemeter onmogeiyk gemaakt wordt, dan daalt het misschien tot op het tionde der waarde, die het tegenwoordig heeft. Wy ver armen I En bovendien, wat moet in de plaats van het goud komen?" „Maar er is toch papiergeld!" antwoordde mevrouw Vinding ai een toontje lager. „Het zy my vergund ais baukiersbediande een woordje mee te spreken", mengde do jonge Werner zich in het gesprek. „Het papier geld is alleen oen op het gemakkelijk verkeer gebaseerd middel of een soort schuldbekentenis van den Staat of de Bank aan den eventueeien houder, en daarom moet de waarde van het omloopende papier altyd door goud gedekt zpn. Een bankbiljet van honderd gulden is een waardeloos stuk papier, als niet door het geloof aan de soliditeit van den Staat de kleer maker biervoor kleeren, de schoenmaker schoenen, de logomenthoudor sppe en drank, de eigenaar van huizen een woning geeft. Maar ieder van deze menschen moet het recht hebben, voor het zooeven ontvangen stuk papier goederen of honderd gulden in goud te kunnen ruilen, want alleen het laatste is een munt, die tot nu toe overal waarde heeft. Doch wanneer bet goud, omdat het door zyn groote hoeveelheid waardeloos geworden is, door niemand meer aangenomen zou worden, zon ook het papiergeld, voor zoover bet niet een andere betaling dan met goud waarborgt, eveneens geen recht van bestaan meer hebben." „M3ar hoe Btaat het met de pandbrieven en aaudeelen in industriëele ondernomingen vroeg de jonge dame. „Deze zpn toch gedekt door werkeiyke eigendommen en niet door goud." „Zoo ie het; de waarde daarvan zal ook biyven, misschien wel stygen." {Wordl vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1