N°. 11807 Maandag 33 Augustus. A#. 1898 @eze fèourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Feuilleton. Zim „ZUSTER". LEIDSCH M&BLAD. PELTS DEZEB COtTBAKTl Voor Lolden per 8 taaandea. t f Lift Franco por poel ,1.40. Afeondorlijko Nommers O.OB. PBUa DEB. ADVEBTENTEÈÜN "Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. - Groctere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseereo builen de stad wordt f 0.05 berekend ïnhiildigingsfeesten. Deuitnoodigingen zyn verzonden aan degenen die door het uitvoerend comité voor de Jnhul.igingsfeesten te 's Gravenhage geïn viteerd zijn tot bijwoning van den gala- kunstavond op Zaterdag 10 September in het Gebouw van het Kon. Zoöl.-Bot. Genootschap. Pe uitnoodigingen moeten zich tot deze per sonen beperken. Ook is het tekstboekje van „Loevesteyn", dramatisch-historisch tafereel met naspel door Marctllus Emants, dat op dien kunstavond zal worden opgevoerd, verschenen. De rolverdeeling is als volgtPrins Willem van Oranje, do he r C. Th. J. Clous. Arndt do Jeu'e, slotvoogd van Loevesteyn, de heer p. Van Ollefen. Maria Boysot, zyn vrouw, mevrouw Th. Brondgeest—Bouwmeester. Herman De Ruyter, bygenaamd de Bood schapper (Emisaario) van den Prins, de heer Louis Bouwmeester. Willem Aertz, bygenaamd Ysvogel, de heer HeDri De Vries. Hendrik Jansz, de heer J. De Jong. Jan Hendriksz, de heor C. C. Van Schoonhoven. Perea, aan voerder der Spaansche soldaten, de heer A. Ising Jr. Het stuk speelt in Decomber 1570. De kleine gemeente Leur in Noord- Brabant heeft grootsche plannen voor de a. s. kroningsfeesten, die al-Jaar op Zondag en Maandag 4 en 5 September zullen gevierd 'worden, want ook in deze gemeente kloppen de harten warm voor de Koningin en Haar voorgeslacht en met fierheid herinneren.zich baar inwoners boe hun voorzaten op kloeke wijze by droegen tot bevestiging van den troon der Oranj)-Vorsten. Do historie van dit dorp doet de herinnering Toortleven aan Adriaan Van Bergen en zyn knecht Adriaan Joosten Van Bergen, cie met bun beroemd geworden turfschip oorzaak waren, dat Breda in 1590 ontwelJigd werd aan do Spanjaarden. Het is dit feit, dat bet plaatsje wil herdenken door den Intocht in een gekostumeerden optocht van Prins Maurits, die, na de verovering van Breda op Willemstad trekkende, met gevolg een bezoek brengt aan Leur, om de Van Bergens te danken voor hun gotrouwheid en te beloonen voor hun moed. By deze gelegenheid zyn o. a. in het kerk gebouw der Hervormde Gemeente te Leur voor belangstellenden te zien: twee door „Adriaen Van Bergen met syn9 huisvrou aen de Kercke vereerde twee glase aen die westsyde." De Feestcommissie, waarvan voorzitter is de heer S. C. J. Heerma van Voss, en in wier eere comité de burgemeester, de predikant, de pastoor en ten wethouder zitting hebben, heeft overigens voor een afwisselend pro gramma op dit tweedaagsche feest ia dit ln de historie bekende dorp gezorgd. Naar het „Hbl." verneemt, zal door den Senaat der Amsterdamsche Universiteit in bewoordingen, op een sierlyke oorkondo g)- maald, aan Hare Majesteiten de Koningin hulde worden gebracht op den dag, dat zy de Regeering zal aanvaarden, 31 Aug. a. s. Tevens zal de Senaat in een andere oor konde, Harer Majesteit der Koningin-Weduwe aan te bieden gedurende Haar aanstaand ver blijf te Amsterdam, Haar hulde en dank brengen voor de wyze, "waarop Zy het Regent schap heeft volbracht. Sportbetooging. Aan alle bonden ea vere nigingen, welke aan de Huldebetooging "van 22 September op Clingendaal zullen deelnemen, is door de com missie voor het défilé een rondschryven ge zonden, waarin als voorloopig programma voor Int feest vermeld wordt: lo. Een jachtrit, achter honden, door leden der Veluwsche Jachtvereeniging. 2o. Hot uitvoeren van colonnes op verschil- londe wapenen door eenige schermvereeni- gingen. 3o. Figuurryden door de loden der Haar- lemsche Vélocipèdeclub. 4o. Haroloopen met biudcrnissen door de leden van den Nedorlandschen Athlethiektond» 5o. Boksen door eenige amateurs. 6o. Carousselry'Jen door leden der Rotter- damsche Manege. 7o. Voetbalspel door leden van den Nederl. Voetbalbond. Aangaando het défilé van de leden van niet-uitvoerende vereenigingen worden de volgende wenken gegeven ter verhooging van den indruk van den voorbytrekkenden stoet: lo. htt meebrengen van vaandels, banieren of vlaggen; 2o. het verschynen in uniform of club kostuum, of wei in een kleederdracht, aan den tak van sport eigen; 3o. het meebrengen van medailles, eero- teekenen of onderscheidingsteekenen; 4o. het meebrengen van attributen, betrek king hebbende op d-.n tak van sport, zooals: rupaarden, scherrogereedschappen, rackets, schaatsen, rywielen, footballs en goals, jacht honden, jachtgeweren, dryvers met polsstok ken, kegels, cricket-bats, hockey-sticks, pagaaien of riemen, enz., enz. Huldebcwyjzcn aan de Koningin. De Ned. consul-generaal te Bangkok, jhr. mr. J. E. De Sturler, is drager van een drie tal bewyzen van hulde aan H. M. de Koningin van haar in Siam vertoevende onderdanen. Dat van de Nederlanders is op palmbladen gegrift, op de wyze van de Heilige Boeken der Sfameezmdat der Chineezen is met roo le letter op wit satyn geschilderd in ryk versierde omiysting; dat der Javanen en Maleiers is mede ryk met goud en zilver bewerkt. De drie adressen zyn vervat in een zilveren koker op zilveren voetjes, in den vorm van oen bamboe-koker. Uit Transvaal. XVI. Het gemis aan goede conversatie en de afwisseling, die het leven in een stad aan biedt, deed zich spoedig sterk gevoelen. Ik besloot daarom lid te worden van die ge heime vereeniging, die over de geheele wereld haar leden telt, zonder dat die elkaar kennen, nl. „ontspanning door inspanning". Spoedig had ik genoegzame deelneming gevonden, om een zangvereeniging op te kunnen richten, waarby ook spoedig een zangschool bleek noodig te wezen. Om het aantrekkeiyk te maken, had ik zoo'n soort reglement ont worpen, waarby aan de leden de macht kwam om een bestuur te kiezen, en heel deftig hadden wy onzen secretaris, penningmeester, enz. Van de contributie betaalden wy de ver lichting, want zooals u wel begrijpen zult, was er slechts in den avond gelegenheid om byeen te komen, hetgeen misschien voor de jongelui ook al de aantrekkeiykheid verhoogd heelt. Stel u nitt voor, dat w-ö or electrisch licht of acetyleenga8 op na hielden, wy be hielpen ons maar met kaarsen, in hetzelfde oude bokkenstalletje, waarin ik des daags school hield. Met eenige latten, riempj?s en touwtjes had ik een mechaniek in elkaar gezet, waar'oor ik myn notentord op wille keurige hoogte kon hangen en een paar kaarsen daar langs kon plaatsen. Als wy byeen kwamen, verdwenen er op verzoek een paar der leden in de duisternis tusschen de hanebalken om van daar al cie gewichtige dingen te voorschyn te haleD. Het bad dan wel iets van een exer. ilie op het wachtschip in het Galgewater. Maar toch, hoe gebrek kig onze hulpmiddelen waren, wy zongen met lust en to nemend succes. Menige avond had zoo iets van gezelligheid. Later kwam ik ook op de gedachte, een leesvereeniglng ia elkaar te zetten; vooral ook om te toonon, dat het Hollandsch niet alleen de taal van spelboekjes is, en om de EDgelscho tijdschriften en boekjes te verdrij ven. Ook daarmee was ik met eenigo moeite gtlukkig en nu, nu er reeds in alles een groote verbttering is gekomen, heeft onze vereeniging al een aardig bibliotheekje, waar voor ik gaarne goede Christelyke lectuur in ontvangst neem. Al dien tyd was het overdag het schoonste weer geweest; elk had een sterk verlangen, weer eens een donkere lucht te zi.n. Dat verlangen werd eindeiyk bevredigd. Heel onverwacht keerde op een Donderdag de wind en Vrydagmorgen liet zich regen verwachten. Kort nadat de school begonnen was, kletterde de regen in groote droppels op de blauwe steenen van ons stoepje voor de schooldeur en niet lang duurde het of de bergen verdwe nen in een dichten sluier. In de school kregen wy ook zoo'n beetje van dien regen, zoo zelfs, dat wie een droog plekje had, zich gelukkig mocht achten. Als naar gewoonte liet ik de school om elf uren uitgaan, om een uur pauze te nemen. De jongens holden naar buiten, om, na zich van schoenen en kousen ontdaan te hebben, naar genoegen in den regen te spelen. Maar na eenige minuten kwamen ze allen haastig terug met het bericht: „Meester, die water kom af, hoor hoe cie spruit al raast." „Nu, wat zou dat?" vroeg ik. „Meester zal zich moeten haasten om over te komen, andtrs zal meester duskant de rivier moeten fciyven." Ja, da&r kwamen er nog meer waarschuwen, dat ik de school gauw moest uit laten gaan, met het oog op het zwellen der spruiten. Vlug haalde ik twee paar liooge waterlaarzen en snel gingen wy over do spruit-, hoewel tot aan de knieën in het water. Het was juist tyd geweest. Even daarna steeg htt water zóó snti, dat het eerst zoo kalme, ondiepe spruitje nu een woeste stroom werd, die aan de meegesleurde boomstompen deed zien, dat by ginds in de bergkloven reeds verwoestingen bad aangericht. Overjl maakte het water langs de berghellingen nieuwe voren en het kleinste spruitjo stortte nu met donderend geraas over zyn rotsige bedding omlaag. Hoe biy wy ook waren over dien regen, het eerste wat wy er van ondervonden was ongemak. Vuur konden wy ni6t aanmaken en door het hooge water waren wy van allen afgesloten. Tegen den avond brachten onze buurtjes byna met levensgevaar warm drin ken en et n. Op vele plaatseu had de rivier een deel der landeryen blank gezet en eenigo schade aangericht, maar niemand klaagde daarover, bly genoeg zynde om zulk een mil- den regen. Sedert dien regen zyn er zeker vier maanden verloopen eer er weer een druppel viel, en de lucht was nu dag aan dag, zoo ver de gezichteinder reikte, donker blauw. Uit voorzorg hadden we een bomoeo- pathisch apotheekje meegenomen. Odzo Zeerustsche vriend had daarin gelegenheid gevonden, om my ook als een dokter aan de menschen voor te stellen. Dis grap bezorgde my heelwat last. Al spoedig kwam een boer my raadplegen over zyn vrouw en eon kindje. Meestal, als zy dan iets gewichtigs hebben, is het dan: „Meester, ik wou je even gezien hè!" m. a. w. alleen spreken. Weigeren om hulp te verleenen kon ik moeiiyk en zoo zat ik aan het lijntje, vooral toen zy by de ge geven medicynen baat vonden. Gelukkig stelt de homoeopathie iemand in staat by eenige voorzichtigheid met weinig gevaar medicynen te geven en in alle geval wist ik beter te zullen handelen dan de mensGhon hier. Gemengd Nieuws. Te Lambertschaag (N.-H.) stier een vrouw aan bloedvergiftiging. Nadat zy onvoorzichtig genoeg mot een speld een puistje aan haar hand had stuk gemaakt, begon zy de kleeren te wasschen. Spoedig zwol haar vinger op, daarna haar hand en eindelyk haar arm. Ondanks geneïskundige hulp, sti.rf zy weldra onder hevige pynen. Donderdag werd de werkplaats van den meubel- en biljartmaker Roodhart en de daaraan gelegen woniüg van zekeren De Leeuw, Zwyzenstraat te Tilburg, in de ascb gelegd. De oorxaak is onbekend. Alles waB verzekerd. De waterleiding bewees voor het eerst haar goede diensten. Tusschen de Belgische staats spoorwegen en de Internationale Slaap wagen- maatschappy is een regeling getroffen, ten gevolge waarvan op de lynen der Belgische Staatssporen met 1 Januari en 1 April 1899 do lste-klasse-rytuigen worden opgeheven en vervaDgen door luxe-rytuigen der Comp. L torn. des Wagons lits. Hierbij loopen dan slechts Ildeen inde-klasse-wagens.Deze luxe-rytuigen zullen met het meeste comfort worden ingerkht on tevens aan buffetten verschillende dranken en koude spyzen verkrygbaar stellen. Reizi gers der 2de klasse worden tot deze rytuigen toegelaten tegen verhooging van 4 centimes per kilometer. Hierdoor wordt het vervoer in doze luxe-rytuigen slechts weinig hooger dan in de 1ste klasse tot dusver. Men meldt uit Weenen, dd. 17 Augustus: Hedennacht werd bi-.r ter stede een man opgomorkt, dio bezig was met het beklimmen van den Stephanstoren met behulp van den bliksemafleider. Men stelde telepbo- nisch de seinwachters er mede in kennis, dia toen den man halverwege den tortn aan hielden en hem door een venstertje naar binnen trokken. Hy had tweo groote zwart- gele vlaggen op den rug, die hy, naar aan leiding van den verjaardag van den Keizer op morgen, aan de torenspits bevestigen wilde. Hy gaf op leidekker van beroep te zyn. Nader meldt men: Buiten den reeds go- grepen Stephan8toren-klauteraar werden heden nacht nog vier personen gevangengenomen, die vlaggen op de spits van de Votivkerk- toren hadden willen aanbrengen. Daaronder was n. b. ook een dienstmeisje, dat verklaarde, door dat middel te hebben willen bereiken, dat baar grootvader in het volgende jaar tot de voetwasscbing zou zyn toegelaten. Zou de groote hitte der laatste dagen op de hersenen dier personen geen invloed heb ben uitgeoefend? Sir G. C. Pile, voorzitter van don wetgevenden raad van het eiland Barbados, is, terwyl by in zyn rytuig zat, door een neger met een pistool in den rug geschoten. Zyn toestand is ernstig, maar niet hopeloos. De moordenaar is niet gevat. De Fransche stoomboot „Danae", die in het jaar 1812 in de haven van Triëst gezonken was, Is Woensdag eindelyk boven water gebracht. De Russen te Rotimo op Creta hobben do Basjibozocks, die het dorp Prasin bezit hadden genomen, weer in de stad terug gedreven; een botsing met do christelyke be volking is aldus vermeden. Uit Konstantinopel wordt gomeld dat de Maritza-vallei overstroomd is. De spoor weg is beschacigd, zooiat het verkeer tusschen Adrianopel en Filippopel gestoord is. Te Brunswyk stond, zoo meldt de „Braunschweiger Neueste Nachricbten", Dinsdagmiddag op straat een 72 jarige man, die zyn sigaar brandend in zyn zak had ge stoken, plotseling in lichterlaaie. Kort daarop is by aan zyn brandwonden bezweken. i) De heer Sidney Caffyn, meester in de rechten, zat in zyn appartementen een sigaar te rooken, wachtende op zyn eersten cliönt. Reeds twaalf maandeo lang had hy zich mot deze bezigheid onledig gehouden, ter afwisseling ook wel onder het geüot van een aigarette of een pyp. Hy was niet juist een bominneiyk, niet juist een onbaatzuchtig jongmenscb, de heer Sidney Caffyn: anders zou hy het misschien reeds verder hebben gebracht, doch in zyn eigen schatting was hy oven rük aan schoooe hoedanigheden en edel aardige bedoelingen, als de nobelste roman held. Dit leert ons, dat, zoo al niemand een held ia in de oogen van zyn kamerdienaar, de meeaten onzer toch helden zyn in do oogen van onszelven. De heor Caffyn Senior had twee kinderen nagel* ei, mitsgaders een som van 1200, na aftrek van de begrafeniskosten. De oudste dezer weezen was de heer Caffyn Junior bovenbedoeld. D9 joDgste was een meisje, Marien, niet mooi, maar goed, dat er alreeds in had leeren berusten, dat haar broeder lanterfantte en geld verteerde in een beroep, "waarvoor hy geen talent en waarin by geen vooruitzichten had. Sidney Caffyn rookte zyn sigaartje uit en «meet het stompje ia den vuurbak, met ©on nydig gebaar. Hy overpeinsde nameiyk, welk een onverdiende ramp het was voor een verloofd* n jongen man, een zuster te moeten onderhouden. Want inderdaad, Sidney Caffyn was verloofd. Door verliefd te worden en aan het vryen te gaan had hy natuuriyk zyn positie nog aanmerkeiyk bezwaard, en hoewel hy deze zyn onvoorzichtigheid zoo langmogeiyk geheim had gehoudeD, was de zaak toch Miss Marion ter ooren gekomen. Het geheim was uitgelekt, toen hun kapi taaltje zoo goed als opgeteerd was, en het had niet veel gescheeld of er was een krakeel tusschen hen ontstaan. Marion had hem gezegd, dat het zyn plicht was zyn verloving af te maken, en liever aan zyn oom te schryveD, een halfbroeder van zyn vader, ten einde dezen den staat van zaken onbewimpeld bloot te leggen. „Je bent erg knap, Sidney," had zy er bygevoegd, „en ik twyfel er niet aan of je zult het nog ver brengen. Maar ondertusschen hebben wy beidon dringend wat geld noodig. Vader heeft indertyd oom Alfred flink ge holpen. Ik ben er zeker van, dat de man daarvoor gaarne, als je open kaart mot hem speelt, aan ons een wederdienst bewyzen zal. Probeer het dus oensl" Oom Alfred Caffyn, moet men weten, dreef sinds jaren in de Vereenigde Staten een bloeiende zaak, en bygevolg leek Marions denkbeeld nog zoo dom niet. Sidney besloot dus, na eenig tegenstribbelen, den raad zyner zuster op te volgeD. Wol weigerde hy zeer beslist zyn verloving af te breken, doch by was wys genoeg om in zijn brief aan oom Alfred met geen enkel woord daarvan te reppen. Hy schreef, dat zyn zuster geheel ten zynen laste was een klein jokkontje, aan gezien zy een duitje verdiende met schryf- werk; en verzochtmet het oog op zyn nog steed3 niet drukke praktyk, een som ter leeD, groot genoeg om een paar jaar van te kunnen leven. Dit lag nu reeds zes weken in het verleden en nog steeds was er geen antwoord ge- komeD. Onder die bedryven slonk het over schot van het kapitaaltje voortdurend nog meer weg en de hetero uitzichten versmolten al dieper en dieper in de nevelen der toekomst. 's Heerea Cjffyns neerslachtige stemming liet zich derhalve wel eecigszins verklaren. Terwyl hy nu zoo zat te staren naar het weggeworpen stompje sigaar, en zichzelven anathema's naar het hoofd slingerde, omdat hy zyn waardigheid voor niets had te grabbelen gegooid, werd er aan de deur geklopt. Hy stond op en bemerkte, dat het lang verbeide antwoord dan nu eindelyk in zyn brievenbus was gestoken. Zyn wangen verbleekten een weinig, terwyl hy het couvert openscheurde. Er zat een wissel in, dien zyn vingors al bevend ont vouwden.... Het bedrag was vyftigpond. Met een grommen van teleurstelling wierp by het papiertje op de tafel en zette zich tot het lezen van den begeleidenden brief. En toen hy dien brief gelezen had, waren zyn wangen nog iets bleeker. Wel tien minuten zat hy verzonken ia gepeins. Toen slaakte hy een kreet van ergernis, en las hot epistel voor de tweede maal, met klimmende woede. De brief was niet van oom Alfred, maar van diens jongeren broer Stephen, van wien Sidney zoo goed als nooit iets had gehoord. Deze heer schreef, dat hy en zyn broeder het noodig hadden geoordeeld do zaak eerst eens rypeiyk te overwegen; vandaar, dat het ant woord zoo lang op zich had laten wachten. De slotsom nu, tot welke de beide ooms gekomen wareD, was deze: dat neef Sidney bezig was zyn tyd te vermorsen, en dat by veel beter zou doen met in den handel to gaan en naar Amerika over te steken. „Uw oom Alfred en ik," zoo schreef oom Stephen, „zyn geen compagnons; en ik, als vrygezel, zou u misschien beter kunnen voort helpen dan hy. Als een voorbeeld van hetgeen iemand zonder fortuiD, maar met energie en volharding, in dit land bereiken kar, zou ik myzelf mogen aanhaleD; en daarom raad ik u ten sterkste aaD, uw beroep onverwyld aan kant te doen en uw krachten in een meer practische richting te beproeven. Ge kunt dan allicht van uw wekeiyksch salaris iets aan uw zuster overmaken en langzamerhand zelf standig worden - iets, wat in Oud-Engeland wel ieta onbereikbaars voor u bly ven zal. Ingesloten gaat een wisseltje voor vyftig pond, om de kosten van uw overtocht te dekken. Mocht gy echter te Londen willen biyven, dan kunt gy het geld tot andore doeleinden besteden maar dan zal noch uw oom Alfred noch ik voor myn persoon uw handelwyze kunoen goedkeuren." Do heer Sidney Caffyn verfrommelde dezo missive in zyn zak. Vervolgons greep hy zyn hoed en ging een consult houden met Miss Stella Cunninghame, de jonge dame, met wie hy vorkeerde. „Wat moet ik doen?" vroeg by baar. „Wat denk je er van? Wat raadt jo my aan?" „Ik zou bopaald gaan," zeide Miss Cun ninghame. „Wat? Myn vak er aan geven?" Hy bad vurig gehoopt, dat zy zeggen zou: „Biyft" „Zeker. Over een jaar of twee zouden wy dan kunnen trouwen," murmelde zy. „Maar wat voor kans heb ik dan om ooit van myn leven naam te maken 1" „Ja, natuuriyk," zeide zy „eon offer is er aan verbonden." Zy vond hem wol wat egoïstisch, en haar toon was koeler. „Zou jy dus in Amerika willen wonen?'} vroeg hy. „Met jou?" „Met my natuuriyk," zeide Sidney; „daar spreken wy nu immers over." „Ja," antwoordde Stella. „Ik zou er niets tegen hebben Maar denk niet in de eerste plaats aan my. Je moet alloreerst aan jezelf denken". „Dat doe ik," zeide hy naar waarheid. „Nu, wy kunnen het Dog eens overleggen en later tot een besluit komen. Er is zoo'n gloeiende haast niet by." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 9