N\ 11794 Zaterdag 6 Augustus. A\ 1898 <§626 <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fan- en feestdagen, uitgegeven, Leiden. 5 Augustus. Feuilletons Twee vrienden. LEIDSCH DACrBLA PBXJS DEZER COUBATTT: Voor Lelden per 8 tnaandeo. tl f 1,1ft, Franco per poet 1.40. êiaonderlüke Nommor9 (1> f q.05. PRUS DER ATH/ER'l'MN'l'l Ifru "Van 1 6 regels t.05. Iedere regel meer f 0.17{. - Croctere letters naar plaatsruimte. - Voor het tncasseeren bulten de stad wordt f 0.06 berekend Voor het examen In de handelsweten schap (boekhouden, handelsrekenen en handels recht) vanwege de Vereeniging van handels bedienden „Mercurius", te Rotterdam, zyn laagd de heeren L. J. Roeper Bosch, van Leiden, en J. P. De Groot, van Alfen aan den Rijn, leerlingen van den heer A. H. Van den Oever. Voor de akte Fransche taal lager onder was is geslaagd mej. S. H. Obreen, te Leiden; voor de hoofdakte de heer H. Rozemoyer, ta Heemstede. De 828te jaarlyksche algemeene ver gadering van het Fonds ter aanmoediging en oodersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden is t9 Amsterdam gehouden. Blijkens d0 „Sts.-Ct." bevat het daarin uit gebrachte versbg onder andere de navolgende mededeelingen: De inkomsten over 1897 bedroegen een som van 75,934.70. Behalve de renten van het kapitaal op het Grootboek, die 40,329.50 epen, en de opbrengst der jaarlüksche collecte, ad 19,993.95'/,, zün onder htt aangegeven cijfer der inkomsten begrepen de renten van het geschenk van wijlen Z. M. den Koning (nationaal huldeblijk bü gelegen- hoi 1 van Hoogst Deszelfs 25 jarige regeering), al ƒ9070.33; het subsidie van het Rük ten behoeve van het Invalidenhuis te Leiden, groot ƒ6000; een bedrag van ƒ100, inge komen van de commissie te Batavia; giften, door de commissie te Curagao ingezameld, ten bedrage van ƒ300; een legaat van wijlen don heer A. D. Mugge, ad 200, alsmede een bedrag van 6.25 van de districtscommissie to Utrecht. Aan 1601 deelgerachtigden keerde het Fonds f 53,743 34'/, uit aan gratificatiën en f 10,004 991/2 aan toelagen, voortspruitende uit de renten van hot geschenk van wijlen Z. M. den Koning. Onder die deelgerecbtigden bevonden zich 337 verminkten uit Oost-Indië, 8 verminkten uit den strijd tegen België, 858 infirmeD, blinden en veteranen en 398 oud-strijders van België. Het Invalidenhuis te Leiden verkeert in goeden staat. Tegen afstand van hun pensioen en hun gratificatie genoten 34 deelgerech- tigden van het Fonds daarin doelmatige huis vesting en goede verzorging. De uitgaven ten behoeve van dit gesticht beliepen ƒ8266.40. Gedurende het afgeloopen jaar werden als Dieuwe deelgerechtlgden in het Fonds opge nomen 23 verminkten uit Oost Indiê, 44 in- firmen en 19 oud strijders van België. Htt getal der sollicitanten bedraagt 710. De prins van Balen is gisteravond per Staatsspoor in de residentie aangekomen. Aan het station werd hU verwelkomd door den hofmaarschalk van H. M. do Koningin, baron Clifford, en den Duitschen gezant bij ons Hof. De prins heeft zich daarna naar Schevenin- gen begeven, waar bij in het „Oranje-Hotel" intrek heeft genomen. Op 7 Augustus a. s. zal feestelijk worden herdacht het 25-jarig bestaan van bet R.-K. Ziekenhuis van den H. Johannes de Deo in het Westeinde te 's-Gravonhage. Te tien uren zal in de kapel van het Huis de plechtige H. Mis door Z. Ex. Mgr. Tarnassi, den Pause lijken Internuntius, worden opgedragen, ter wijl in de daarop volgende feestvergadering verslag zal worden uitgebracht over den gang der zaken gedurende 25 jaar, waarin de ziekenverpleging aan de Eerw. zusters van liefde was toevertrouwd. In alle R.-K. kerken zal Zondag een col lecte ten bate der inrichting worden gehoudeD, daar de inrichting ten gevolge van de ver pleging van een groot aantal niet betalende patiënten voor tekorten staat. In het afge loopen jaar werden o. a. 648 patiënten opge nomen en behandeld, waarvan meer dan 500 gratis. In de congreszaal van de Nat. Tentoon- 8t Hing van Vrouwenarbeid te 's-Gravenhage worden morgen, Zaterdag, toespraken ge houden door mejuffr. C. E. Gruntke, over Kunstnaaldwerkmejuffr. A. G. De Leeuw, over de artistieke zijde van den tuinbouw, en mevr. B. Holtrop Van Gelder, over „de vrouw aan het tooneel." Zondag worden dramatische voordrachten gehouden door mevr. A. Mulder Roelofsen mejuffr. Alida Klein mejuffr. Chr. Staas en mejuffr. Mina Sasbach. Mej. Tina Tammes, assistente in de botanie aan de universiteit te Groningen, gaf gisteren een openbare les in de congreszaal, om aan te toonen hoe de natuur zelve in den bouw der bladeren beschermende inrichtingen heeft getroffen tegen schadelijke invloeden. Weten schappelijk en met voorbeelden schetste zt) den beschermenden invloed van het vermogen water te verdampen, van de kleur, V3n de richting, waarin het blad groeit, van de slaap- beweging, den vorm, de gelükenis in uiterlyk, om slechts enkele der onderscheidene voor waarden te noemen, waardoor in verschillen Je gevallen het blad gesteund wordt in den strijd om het bestaan tegen to veel of te weinig vocht, licht, warmte, voedsel, tegen dieren, tegea andere plantm. Slechts een klein publiek volgde de in aangenamen vorm gekleede les. H».t orkest, dat op den gala-avond van 10 Sept. a. 8., H. M. de Koningin aan te biedtn door het Comité der Inhuldigingsfeesten te 's Gravenbage, in de Cantates van Richard Hol en van Henri Viotta z^l medewerken, zal samengesteld worden door do Haagsche Toonkunstenaars-Vereeniging. Caecilia Ten stelligste kan het „H. Dbl." ver zekeren, dat het bericht van do „Java-Bode" omtrent een verloving van dr. A. A. Korteweg met mejonkvr. De Savornin Lobman ten eenenmale onjuist is. Omtrent do decoratie der Nieuwe Kerk te Amsterdam voor de inhuldigingsplechtig heid, waarmede men reeds eenigen tyd druk bezig is, kan het „A. H." het volgende meed6elen: Hare Majesteit de Koningin zal de kerk binnenkomen aan de zijde van den Dam, ter wijl Hare Majesteit de Koningin-Regentes het getouw zal binnengaan aan de zijde N.-Z.- Voorburgwal. De troon zal opgericht worden tegen het koorhek, maar zoodanig, dat het fraaie koperen hek, voor deze plechtigheid natuurlijk prachtig opgepoetst, zichtbaar blijft. De baldakijn, die boven den troon komt, zal ongeveer 16 a 17 M. boven den vloer zich bevinden. Achter het koorhek wor^t een smaakvolle plantenversiering aangebracht. De geheele vloer der kerk wordt bedekt door een houten vloer, waarop natuurlijk prachtige tapijten en loopers zich zullen bevinden. Ter zijde van het orgel komt een tribune voor het koor; do galerijen zullen ook voor ge- noodigden tot de plechtigheid beschikbaar zijn. Overigens verrijzen tribunes aan weerszijden van den troon, recht over den troon, naast den toegang aan den Voorburgwal, verder links van den ingang Mozes- en Aüronstraat terwijl bovendien de banken als zitplaatsen zullen dienst doen. Do open ruimten tusschen de pilasters worden gedecoreerd met blauwe stof, waarop heraldieke leeuwen, terwijl de banken met gele stof worden b kleed. De blauwe stof zal aan den bovenkant zwaar ge drapeerd worden. Al de balken en het Ijzer werk tusschen de pilaran wordt verborgen achter z.n. lambrikynen, waaruit groote oranje kleurige sjerpen afhangen. De predikstoel wor^t onzichtbaar door tribunes en decoratie- werk, terwijl ook alle gaskronen tijdelijk uit het kerkgebouw verwijderd zijn. Door wijlen ds. E. Z. Renoman, to Haarlem, zijn 8H A. groenland onder Scheemda, zonder vruchtgebruik vermaakt aan de My. tot opvoeding van Weezen in het Huisgezin. Het internationale congres voor hygiëne en demographie te Madrid heeft ter bestudetring der behandeling met h^-t serum tegen de diph theritis een internationale commissie benoemd, waarin o. a. zitting heeft voor Nederland prof. Spronck. Do Rotterdamsche. gemeenteraad be noemde gisternaroiddag tot leeraar in de scheepsbouw-, werktuig- en stoomwerktuig- kunc: en het rechtlijnig teekenen aan de zee vaar, school te Rotterdam den hoer L. N. De Bruyno, te Utrecht, met 26 van de 28 uitge- braebto stemmen. Op de aanbeveling voor een leeraar in de wiskunde aan de H. B.-S. met 5 jmgen cur sus voor jongens te Rotterdam zün geplaatst de heeren: J. D. Fast, te Groningen, en A. C. De Vos, te Amirsfoort. Ingekomen was een schrijven van dr. H. J. Sleurs, die om gezondheidsredenen zijn ontslag als Raadslid verzocht, na als zoodanig 19 jaar werkeaam te zijn geweest. Dr. Sleurs gaat zich te Nümegen vestigen. Tevens is ingediend een aanvulling der verordening op de secretarie, bureau voor do regeling der plaatselijke directe belasting. Deze aanvulling heeft hoofdzakelijk ten coel de gelegenheid te scheppen meer dan néé controleur, alsmede een adjunct-controleur, welke betrekking tot heden nog niet bestond, te benoemen en aan deze een jaarwedde van 1300 tot ƒ2000 toe te kennen. Een door B. en Ws. voorgestelde wijziging van eonige bepalingen der beide verordeningen voor het ziekenhuis heeft in de eerste phats ten coel andere bepalingen in het leven te roepen ten aanzien der vervanging van den directeur en ten tweede het scheppen van een nieuwe betrekking, namelijk die van dirigeerend verpleegster (wedde 1000-1200 boven kost en inwoning). Waar h6t de taak van deze moet zijn onder den geneesheer-directeur de geheele verpleging te leiden, zal van haar geeischt worden, dat zü met al wat daartoe behoort vertrouwd is. Met het oog op de overbevolking in hot zieken huis (er bevinden zich ruim 500 patiënten) wordt door B. en Ws. voorgesteld bet daar in aanbouw zijnd paviljoen voor de verpleging van 24 krankzinnigen, t9 bestemmen voor andere zieken en voorloopig het krankzinnigen gesticht aan de Hoogstraat voor tydelljke op neming van ten hoogste 20 patiënten to be stendigen. Tot hoofd eener o. 1. school te Rotterdam zÜn voorgedragen de heeren N. A. H. De Bock, L. G. Van Randwük en H. Schuuring, allen te Rotterdam. Uit Dusseliorf verneemt het „Hbl.", dat de aldaar gevestigde vereeniging „Nederland" (voorzitter de hetr P. Sweers) het voornemen heeft ia een der grootste zalen der stad op 10 Sept. een groot feest te geven, waartoe reeds uitnoodigingen aan alle beken ie Nederlanders uit den omtrek (KeuleD, ElberfeÜ, Duisburg, Neuss, Barmen, Ruhrort, enz.) zijn verzonden. Het streven der feestcommissie is, zoovesl doniyk een uitsluitend vaderlandsch feest te geven, eu zü hoopt, dat een nauwere aan eensluiting der landger.ooten daarvan het ge volg zal zün. De weleerw. heer A. B. Nales, pastoor te Beesd, zal binnenkort den dag herdenken, waarop hü vóór 60 jaar het priesterambt aanvaardde. De achting, waarin do heer Nales zich ver heugen mag, zal zeker op den feestdag schit terend uitkomen. In de „Staats Ct." wordt medegedeeld, dat voor de betrekking van surnumerair der posteryen en telegraphie, waarvoor het examen op 10 dizer en volgende dagen gehouden wordt, 30 plaatsen worden opongesteld, waarvan ten hoogste 4 voor vrouwelyke candidaten. De nestor der Nederlanders is de heer G. A. Boomgaard, oud-zeevaarder te Gronin gen, die 21 Sept. zün lilden geboortedag hoopt te vieren. De lichamelijke zoowel als de geestelijke toestand van den oud-strijder van 1812 en '15 gaat achteruit. Het gezicht is b\jna verloren, het verstand werkt niet meer ea van loopen kan ook geen sprake meer zün. Zelfs de pijp, die hem ettelüke jaren getrouw gezelschap hield, blgft onaan- gerotrJ. De oude heer wordt in zijn gasthuis kamer uitstekend verzorgd. Een oppasser en eene oppasseres zijn steeds ter zyner be schikking. De minister van oorlog, generaal-majoor K. Eland, is bevorderd tot luitenant generaal. De heer S. J. Veenstra, scheepsbouw- en werktuigkundig ingenieur bü bet departe ment van koloniën in Oost Indië, is te Amster dam gedetacheerd om zich van verschillende werken op do hoogte te stellen, die ten be hoeve van het rük op de marinewerf en bü particulieren worden uitgevoerd. Naar wü uit goede bron vernemen, wordt de kapt.-lnit. ter zee S. K. Sybrandi als com mandant van Br. Ms. wachtschip te Helle- voetsluis vervangen door den kapt.-luit. ter zee W. P. A. M. Kluit. Vad Geref. Kerk. Drietal Te Sneek B.: ds. H. C. Yan den Brink, te Heeg, ds. J. Brouwer, te O.- en N.-Wetering, en ds. K. K. Troost, te NaalJwÜk. Den 3den Octo'.er a. s. zal ds. A. P. G Jorissen zya 40 jarige ambtsvervulling hor denken als predikant bü de Remonslrantsche Broederschap, waarvan circa 25 jaren in Rotterdam. Tegen November a. s. h3eft ds Jorissen zün emeritaat aangevraagd. De minister van buitenlandsche zako brengt in de „Sts. Ct." ter kennis van belang hebbenden, dat de consul der Nederlanden te Smyrna, mr. A. F. Van Leyden, aan diens departement to sprekea zal zün op Dinsdag 9 Augustus a. s., van de3 voormiddags elf tot des namiddags éón uur. Volgens do „Westminster Gazette" zal, na de prins en prinses van Wales wegens het ongeval, den prins overkomen, de inhul diging van H. M. de Koningin niet kunnen bü wonen, koningin Victoria by die gelegtnheil waarschynlyk vertegenwoordigd worden door den hertog en de hertogin van Connaught. Hetzelfde blad weet te vertellen van nog een aantal vorsteiyke personen, dia do plech tigheid zullen bywonen. Van verscheiden dier gasten is ten onzent de naam niet genoemn, en de lijst schijnt wel in tegenspraak met het bericht, ook door ons vermeidat behalvo naastbestaanden van ons koninkiyk buis, geon vorstelüke personen verwacht worden. Ziehier de lyst van de „Westminster Gazette" do prins en prinses Albert van Pruisen met hun zonen, do groothertog van Saksen-Weimar en zün twee kleinzonen, de koning en koningin en prinses Pauline van Wurtemberg, de prins en prinses van Wied met familie, de kroon prins van Saksen Koburg-Gotha, de prins c-n prinses van Waldeck-Pyrmont, een aartshertog en aartshertogin van Oostonryk, een grootvorst en grootvorstin van Rusland, de kroonprins en kroonprinses van Denemarken, de kroon prins van Zweden en Noorwegen, de prins en prinses van Napels, de kroonprins en kroon prinses van Luxemburg, prins Albert van België en de hertogin van Albany. (N. R. C.) Het stoomschip „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 4 Aug. van Genua; de „Soembing", van Rotterdam naar Java, vertrok 3 Aug. van Suez; de „Prins Willem IV" arriveerde 31 Juli van Am sterdam te Paramaribo; de „Prins Willom V" vertrok 4 Aug. van Paramaribo naar Amster dam; de „General", van Oost Afrika naar Vlissingen en Hamburg, arriveerde 2 Aug. te Lissabon; de „Admiral" vertrok 3 Aug. van Mombassa naar Vlissingen en Hamburg; de „Anchises" vertrok 30 Juli van Batavia naar Amsterdam; de „Bundesrath", van Hamburg en Antwerpen naar Oost-Aftika, arriveerde 2 Aug. te Napels; de „Herzog", 2) De oude he9r woonde op het slot hoel alleen met Lady Winnifred, zijn dochter, het eenige kind, dat hem was overgebleven. Er was ook nog een zoon geweest, ook een Sir Richard, een wilde deugniet, niet kwaad, maar dwaas die veel schulden maakte, zijns vaders fortuin en den bruidsschat van zijn zuster opmaakte, om een vriend van hem, ook een officier, uit den braad te holpen. Later zette hy een valsche handteekeoing, om do eer van dezen zelfden vriend te redden. Toen dit bekend werd, schoot hy zich dood on maakte daardoor zijn vader ongelukkig. En deze vriend, voor wien hy zulke dingen gedaan had, was nogal zyn eigen neef, Lawloy Grenville. Niemand wist dit, behalve ik; Sir Ric'aard had het my zelf verteld. Hy kwam nogal dikwyls aan myn woning, om een praatje over honden en fazanten te maken, want hy wist heel goed, dat ik veel van hem hield, ondanks al zyn fouten. Lawley kwam veel op het kasteel nadat de jonge Sir Richard begravon was ze zeiden, dat hy kwam om Lady Winifred. Hy was ineens rijk geworden, zooals hy zei door een oom in Indië, die hem zyn fortuin had nage laten; als je hot my vraagt, geloof ik, dat Lawley lid was van een massa sociëteiten en dat hy overal voel kaart speelde» Sir Richard was lang niet togen dat huwelyk. Op het kasteel hield men Lawley voor eon soort heilige en nu hy ryk was en de naaste bloedverwant, wat kon nu beter zyn, dan dat zy elkaar trouwden? Maar Lady Winnifred wilde er niets van weten; want er gingen praatjes, dat Lawley een jongeren broeder had, die Richard heette, naar zyn peetoom, en die er heel knap moet uitgezien hebben, ofschoon ik hem nooit gezien had knap, maar zonder een rooden duit in deze wereld, dus juist iemand voor een jong meisje om verliefd op te zyn. Sir Richard hield te veel van zyn dochter, om haar tot een huwelyk te dwingen met iemand, van wien zy niets wilde weten; toch smeekte hy haar om met haar neef Richard te trouwen uit liefde voor haar vader en om de plaats te kunnen houden. Toen kwam Richard en zeide, dat haar vader geiyk had, en dat zy hem maar moest vergeten eo met zyn ryken broeder moest trouwen hy zou dan wel weg gaan, al moest het hem zyn leven kosten. En inderdaad hy ging weg en niemand hoorde later meer iets van hem. Nu ik vind wel, dat dit een beetje ver gedreven zelfopoffering was. Dat nam alles niet weg, dat Lady Winnifred het verzoek van haar vader bleef weigeren (waar ik haar des te liever om had) en hoewel Lawley er nu voortdurend over den vloer was, zoide zy nooit een enkel woord tegen hem, of zy moest in gezelschap zyn en het niet kunnen laten. Eens, toen ik naar huis liep door het bosch by do Lykenlaan, zag ik in de verte Lady Winnifred over den weg loopen en achter haar aan Lawley. Hy haalde haar in en het scheen me, als trachtte hy baar tegen te houden. De wind was den anderen kant uit, zoodat ik niet kon hooren wat zy zeide, maar uit haar gelaat sprak vreeselyke angst, terwyi zy wankelend trachtte te ontkomen. Gewooniyk ben ik niet erg haastig aan gelegd, maar dat was meer dan ik kon verdragen. Ea vóór ik wist, wat ik ging dooD, was ik over de heg gesprongen en had hem met de kolf van myn ganzenroer ter aarde geveld. Hy was net als al die andere Londensche teere poppetjes en had blykbaar een zacht hoofd, want hy viel onmiddeliyk bewusteloos neer en zeide nooit een enkele syllabe meer. Natuurlyk zetten ze my in de gevangenis voor dezen moord en wilden ze my maarzoo spoedig mogelyk ophangen. Ik bekende hem gedood te hebbeD, maar weigerde te zeggen waarom, daar ik niet van plan was den naam van Lady Winnifred in het geding te brengen; maar toen kwam zy zelf op de zitting en ver telde alles, wat zy wist, en nog een heelon boel meer, waar men haar niet naar vroeg, over den redder van haar eer en zoo wat verder. En de jury werd toen aangedaan en concludeerde tot eenvoudigen doodslag en do rechter sprak my aan als oen vader en meende, dat recht zou gedaan zyn, wanneer hy my twintig jaar gaf. Ik zou er dan weer geheel vry uitkomen, dit voegde de rechter er niet by - juist op tyd om weer in een werkhuis te komen en er gezelligjes te sterveD. Hoe het zy ik kon er mü niet mee vereenigen en toen ze my in een spoorweg coupé gezet haddon en de twee polilie-dienaren, die moe waren, in slaap waren govallon, was ik zoo vry uit het raam te springen. Natuurlyk verwondde ik my by het neerkomen, daar door loop ik nu nog altyd mank maar zorgde wel uit de voeten te zyn, voordat zy den trein hadden kunnen doen stilstaan. Ik ver borg my in de bosschen dat was myn geluk. Ik was gewend in bosschen te loopen en kon dair nog doorkomeD, waar een ander my niet zou kunnen volgen, en zoo bereikte ik Londen, 's nachts wandelend en alleen van bladen en braambessen levend. Het duurde een maand vóór ik er was. In Londen was ik vry wel veilig. Ik sloop naar de dokken zoodra ik kon en kroop in het ruim van een bark, die dienzelfden avond zou vertrekken, zooals een jouwer my vertelde. Ik bleef zoolang in hot ruim als ik kon, en toen ik op het punt van stikken stond, begon ik tegen het dek te hamoren. Ik bleef daarmee ruim een uur bozig en toen deden zy het luik open en haalden my op dek. Do kapitein maakte nog de vriendelyke opmerking, dat hy my daar kalm had laten stikken, wanneer hy geweten had, dat ik het maar was; hy had het luik open laten maken, omdat hy meende, dat er vuur in de lading was. Hy liet my nu twee dagen lang in do boeien sluiten en stond my daarna toe te werken voor den scheepskost, alhoewel hy my beloofde. dat hy ten mynen behoeve de politiovlag zou. hyschen in de eerste haven, die wy aandeden, om duidelyk te maken, dat zyn schip geen hospitaal was voor weggeloopen sjouwers. Maar gelukkig kregen wy geen land in hot zicht voordat wy te Melbourne kwamen; drie maanden lang dus verdiende en at ik dien scheepskost. Zoodra wy te Sandridge (de havenplaats van Melbourne) aan wal lageD, toen de schip per bezig was zich aan land te bedrinken en de wacht by den valreep als gewoonlijk in slaap was gevallen, nam ik de gelegenheid waar om het schip te verlaten zonder goeden dag te zeggen, zelfs niet tegen den bootsman. Toen ik aan de Koniogione-kade kwam, kroeg ik wat werk: hiervoor kocht ik me een ontbyt en besloot toen, daar maar voorloopig to biyveD, want ik geloofde Diet, dat de baas vaa de bark heel veel moeite zou doen om een weggeloopen sjouwer weer op te pikken. Hier ontmoette ik Dick. Wy waren boiden bezig onder in htt rul n van een groote Engelsch-lQdische stoomboot, die gelost werd; toen de andere sjouwers zagen, dat Dick een ni9uw merk was, maakten ze hem het werk zoo moeilyk mogelyk. Hy was wel sterk, maar aan dit ruwe werk Diet gewoon, zoo dat ik hem hielp zooveel ik kon. Toen de andero heeren dat merkten, maak ten zy spektakel en lieten zo allerlei dingen by ongeluk vallen om ons te treffen. Maar Dick gaf er een een flink pak slaag on ik nanj een ander onderhanden en toen was alles weer in orde. (Wordt vervólgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1