N°. 11787 "Vrijdag 29 Juli. A°. 1898 <§eze (gouiant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en (feestdagen, uitgegeven Leiden, 28 Juli. Peuilleton. De Bruidsmarscli. LEIDSCH DA&BLAD. PRUS DEZER COURANT: 7oor Leiden per 8 maanden,1.10. ■anco per post 1.40, onderiyke Nommers PRUS DER -ATlv khTR'NT f ÉTw Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. - Groctero letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend Door het uitvoerend comité voor de instaande inhuldigingsfeesten hier ter stede ird aan B. en Ws. medegedeeli, dat by die jlegenheii een grooto allegorische optocht il worden gehoudon. Tal van industriöelen lebben daaraan hun medewerking toegezegd, ter wijl ook het studentencorps, het garnizoen 0 de kweekschool voor zeevaart zich in den ■oot zullen doen vertegenwoordigen. De hoofd tommissie van haar kant heeft c'e levering tan den inhuldigingswagen op zich genomen, Ho Jat het welslagen van don optocht als Jrzekeri mag worden beschouwd. BToch komt hot het uitvoerend comité voor, dat er iets aan den optocht zou ontbreken, jloien ook niet do gemeente zich daarin deed irtegenwoordigen, en het richtte daarom tot B. en Ws. het verzoek by den gemeenteraad (ft willen bevorderen, dat ook do gemeonte door deelneming aan den optocht van haar «langstelling biyk zou geven. Ook B. en Ws. zyn van oordeel, dat waar het een feest geldt ter eere van H. M. onze «eerbiedigde Koningin, de gemeente zich niet jag onthouden, en zy meenen, dat de ge- ieento niet beter tot het welslagen van den itocht zou kunnen bydragen, dan door het eren van een wagen, waarop de gemeente liden allegorisch zal worden voorgesteld. en Ws. geven daarom in overweging >r het bovenomschreven doel een som van 1500 ter beschikking te stellen van de iofdcoramis8ie voor de inhuldigingsfeesten, jelke som zal moeten worden gevonden uit ten post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop lans nog een bedrag van f 27,329 beschik- ,ar is. T»r voldoening aan het voorschrift van art. 218 der Gemeentewet hebben B. en Ws. den gemeenteraad aangeboden de door den ■meente-ootranger, ingevolge art. 115 dier ret, overgelegde rekening van de Ontvang en en Uitgaven eer gemeente over het ar 1897. |Bl\]kens die rekening bedragen de ontvang en /"1,251,603.53s en de uitg. f 1,315,845.17, lodat de dienst 1897 een nadeelig saldo heeft pgeleverJ van /"64 241.63s. Waar nu het nadeelig slot der gebeele ening over 1897 bedraagt /"64241.635 en het nadeelig saldo der daaronder begrepen buitengewone ontvangsten «0 uitgaven72054.17 dan zal bet verschil of f 7812.53s het batig slot der gewone ontvangsten en uit gaven van dat jaar uitmaken. HOver het dienstjaar 1S97 zyn evenwel nog ^■nige sommen onbetaald gebleven, nl. wegtns niet ter inwisseling aangeboden coupons van 1897 in de gelrieening der gemeente f 127.50 en wegens coupons van vroegere jaren dezu geldleeninf 10.50 Samen f 138. Deze onbetaald gebleven vorderingon moeten lgons de voorschriften ten laste van den st voor Onvoorziene Uitgaven van het cienstjaar worden gebracht. B. en Ws. stellen daarom voor gemeld bedrag van f 138, in het batig slot der gewone ontvangsten en uitgaven van 1897 begrepen, op den dienst 1898 over te brengen, waardoor het batig slot van 1897, dat als 1ste post van ont vangst op hot dienstjaar 1899 wordt verant woord, zal bedragen f 7812.53 af f 138.— 7674.53 Onder overlegging van een desbetreffend adres van den heer J. A. L. De Stoppelaar, houdende verzoek om terugbetaling van school geld, Middelbaar Onderwijs, voor zjja pupil J. W. H. Adam, deelen B. en Ws. don ge meenteraad mede, dat deze, volgens inge wonnen berichten, de Hoogere Burgerschool en de gemeente in Februari j. 1. heeft ver laten en zich metterwoon heelt gevestigd te Amersfoort, zoodat er alleszins t*-rmen be staan om geen schoolgeld te heffen over de laatste twee kwartalen van den cursus 1897/8. Zy geven derhalve in overweging aan adres sant terugbetaling van schoolgeld te verleenen tot een bedrag van f 30. Ook deelen B. en Ws. mede, dat de dochter van den heer B. Blankenberg, vroeger leerling van de Kweekschool voor Onderwyzere en Onderwyzeressen, deze inrichting sedert uit0. Mei j.l. niet meer heeft bezocht, terwyi het schoolgeld over het laatste kwartaal van den cursus 1897/8 13 voldaan. Onder overlegging van het desbetreffende adres geven B. en Ws. in overweging aan adressant terugbetaling van schoolgeld over bovengemeld kwartaal tot een bedrag van f 8 te verleenen op grond van biliykheid, aangezien over dat kwartaal geen onderwas is genoten. Den gemeenteraad deelen B. en Ws. mede, dat zy zich genoodzaakt hebben gezisn aan den brugwachter J. Van Berkel met ingang van 1 Augustus a. s. eervol ontslag uit den dienst der gemeente te verleenen, nadat uit een door twee stadsgeneeskundigen ingesteld geneeskundig onderzoek was gebleken, dat by wegens lichaamsgebreken niet meer tot een behoorlyke uitoefening van zyn betrekking in staat is. Aangezien nu evenwel niet is gebleken, dat genoemde brugwachter die ge breken heeft bekomen ten gevolge van de uit oefening zyner functie, kan hy slechts aanspraak maken op ef^n pensioen van f 148.77s, inge volge het bepaalde by art. 2 sub IV en art 4 der Verordening van den 4den December 1884 (Gem bl. No. 5). Intusschen zouden B. en Ws. het wenschelyk en billyk achten, indien aan Van Berkel, dio steeds de gemeente op uitmuntende wyze heeft gediend, terwyi bovendien de mogelykheil ni t is uitgesloten, dat zyn gebreken althans voor een deel door den dienst zyn ontstaan, een jaariyksch inkomen van f 250 kon worden verzekerd, totdat wellicht door hem op andere w(jze in zyn onderhoud zal kunnen worden voorzien. Zy geven mitsdien in overweging aan Van Berkel met ingang van 1 Augustus a. 8. tot wederopzeggens een persoonlyke toelage te verlee ien ten bedrage van f 101 22s Ingevolge de artt. 3 en 4 der wet van 5 April 1870 moet vóór den lsten September a8. door den Gemeenteraad aan den Commis saris der Koningin in deze provincie een opgave worden ingezonden voor de benoeming van drie leden van het college van zetters voor 's Ryks directe belastingen, bestaande uit tweemaal zooveel personen als er leden te benoemen zyn. Op den laatsten December van dit jaar moeten volgens den roostor aftreden de heeren J. P. J. Van Ewyk, C. Wassenaar en A. Boekwyt, die herkiesbaar zyn. B. en Ws. geven den gemeenteraad derhalve in over weging tot de vaststelling van de opgave over te gaan, waarvoor de volgende aanbeveling wordt aangeboden: J. 3o Johan Pieter Jacob Van Ewyk, woon plaats Leiden, geboren 26 October 1826, behanger; 2o. GovertVao Driel, woonplaats Leiden, geboren 11 S ptember 1853, architect; II. lo. Cornells Wassenaar, woonplaats Leiden, geboren 21 Juli 1837, fabrikant; - 2o. Barend Egbert Spyker PHzwoonplaats Leiden, geboren 4 December 1859, winkelier; III. lo. Abraham Boekwyt, woonplaats Leiden, geboren 21 Februari 1828, stuka door;—2o. Willem Comelis Mulder, woonplaats Leiden, geboren 23 Februari 1850, architect. De schouwburg-loge der „Natlerlandsche Tooneelvereeniging", standplaats Doezastraat, was gisteravond reeds beter bezet dan ce eerste maal. In Blumenthal's en Kadelburg's blyspei „Jan Ongeluk" traden de leden van dit gezelschap weder verdiensteiyk op, allen, zonder uitzondering. Hoe dikwyls zy dit stuk elders ook al mogen hebben vertoond, toch geschiedde hier alles nog con araore. Het succes bleef niet uit, evenmin als toen dezen winter het stuk in den schouwburg aan de Oude Vost werd gegeven. Het publiek werJ dtn geheelen avond in een opgewekte stem ming gehoud n. Het juichte den vertooners voortdurend toe. Vooral de geschiedenis met No. 6 van do kinematograaf: een strandtooneel te Ostende, veroorzaakte veel hilariteit, wegens de allerdolste scènes en vergissingen. Ook het goed gespeelde voorstukje „Alles voor de dames I" viel zeer in den geest. Morgenavond herhaling van „Jan Ongelukl" Zy, die het nog niet gezien hebben, moeten deze gelegen heid niet verzuimen. Voor de Nederlandsche Toonkunstenaare- vereeniging is geslaagd voor akte piano-onder- wys mej. L. Van Sillevoldt, leerlinge van mej. Sissingh. De voordracht voor hoofd der openbare lagere school te Aarlanderveen (Dorp) bestaat uit de be-renlo. J. Wesselink, hoofd te Noordwykerhout; 2o. J. Poen, onderwyzer te Waarder; 3o. A. Dirks, onderwyzer te Lei Jen. By het toelatingsexamen tot het Reserve kader der infanterie en der artillerie, dat den 21sten dezer aanving, hebben 143 adspiranten voldaan, 16 trokken zich terug en 63 moesten worden afgewezen. Voor leeraar in de geschiedenis en aard- rykskunde aan bet gymnasium te Nijmegen worden aanbevolen de heeren G. Wiersum, doctorandus in ae Ned. letteren, te Uithuizen; R. Broersma, alsvoren, te Utrecht; C. W. A. Pothast, candidaat in de Nederlandsche letteren te Amsterdam; J. G. De la Fontaine Verwey, leeraar aan de Ryks H. B. S. te Bergen op Zoom; H. Zondervan, leeraar aan de H. B.-S. te Warfum, en H. G. Harkema, leeraar aan het Gymnasium te Doetincbem. De kapitein-luitenant ter zee C. Meyboom, stafofficier der zeemacht in de maritieme directie Amsterdam, wordt met 6 Augustus a. s. eervol van zyn tegenwoordige betrekkiug ont heven en op non activiteit gesteld, en vervangen door den kapitein-luitenant terzeeH.P.Netscher. Naar het „H. Dgbl." meldt, zal binnen kort een promotie plaats hebben in de kspi* teins- en hoogere rangen der artillerie. Den 16den Aug. a. s. zal in de naby- heid van Amersfoort een oefening plaats hebben in den geneeskundigen dienst te velde. Naar men verneemt, zal deze oefening worden bygewoond door den Russischen mil. attaché luit. kol. De Muller. De ministers van marine en van waterstaat zyn gisterochtend naar Dordrecht vertrokken. Tot buitengewoon gezant en gevol machtigd minister van Z. M. den Koning van Rumenië by ons Hof is benoemd de heer I. N. Papiniu, thans Rumeensch minister te Belgrado. Men verneemt, dat de heer K. Morren, commies aan het algemeen Ryksarchief te 's Gravenhage, namens den minister van buitenlandsche zaken is aangezocht een plan tot reorganisatie van het archief van dat departement te ontwerpen en c. q. uit te voeren. Aan bet Staatsexamen tot toelating aan de Universiteit namen vin 2527 Juli deel vijf candidaten voor de faculteiten der godge leerdheid, enz. Toegelaten zyn twee candidaten, nl. mej. D. C. E. Pouw en de heer P. J. V. M. Sopers. Voor de faculteiten der geneeskunde, enz. werden zes candidaten geëxamineerd. Toege laten zyn vyf candidaten, nl. de heeren M. De Carpentier Wildervanck, J. W. Poser, P. Kremer, G. Van Beek en mej. A. J. Heiöema. Het examen wordt voortgezet met twee candidaten. Na voortzetting van het examen is van de vorige gro p alsnog geslaagd de beer A. Perel (A.). Voor eenigen tyd werd gemeld, dat als professor in de gynaecologie aan de Ryks- universiteit te Utrecht beDoemd zou worden mej. dr. Catharina Van Tussenbroek, te Am sterdam de „Berliner Lokal-Anzeiger" meldde het nu reeds als een voldongen feit. Deze benoeming is echter nog niet geschied en zal, is het „Ned. Dgbl." wèl ingelicht, niet geschieden. Het moet waar zyn, dat mejuffrouw Van Tussenbroek op do voor dracht staat, die door curatoren is opgemaakt ter vervulling van den door den dood van prof. Haloertsma opengekomen leerstoel, maar op deze voordracht komen ook voor de namen van dr. Timmermans en van dr. Rosthorn. En reeds moet de minister van i innenlandsche zaken hebben te kennen gegeven, dat dr. Rostborn, te Praag, benoemd zal worden. Door den generaal-majoor Rooseboom, stelling-commandant van Amsterdam en be velhebber in de lste militaire afdeeling, zal inspectie worden gehouden over de verschil lende kazernes in bet garnizoen Leiden, om na te gaan, welke veroeteringen en wyzlgin- gen daarin moeten worden gebraebt. De „Avonopost" zegt, naar aanleiding *an een bewering van „Insulinde," dat mr. Th. H. De MecBter bestemd zou zyn den tegenwooroigen gouverneur generaal van Ned.-In.ië op te volgen, met de meeste stellig heid te kannen verzekeren, dat van den aan vang af, zoowel by de Regeering als by d n benoemde, op den voorgrond heeft gestaan, dat de heer De Meester, benoemd tot vice- president van den Raad van Indiè, met in aanmerking zon komen voor gouverneur- generaal. Discretie verplicht ons, zegt het blad, tot deze tegenspraak zonder meer. Het stoomschip „Maasdam" arriveerde 27 Juli van Nieuw York te Rotterdam; de „Claden" (gecharterd door de Holland-Amerika- ïyn), vaD Amsterdam naar Nieuw-York, pas seerde 27 Juli Dover. Aikciuude. Op Zaterdag 30 Juli a. s. zal des middags te 12 uren de gelegenheid zyn opeDgesrild tot kostelooze inenting en herin- enting der ingezetenen, die zich daarvoor aan melden by de gemeente geneesheeren-vdccina- teurs in de openbare schoollokalen te Oude- WeteriDg, te Roelof Arendsveen en te Ryp- wetering. De gewone jaarlyksche oefening van do manschappen dtr brandweer by de spuit to Nieuwe-Wetering zal gehouden worden Zaterdag, 30 dezer, precies te zeven uren 's avonds. Benthuizen. De heryk van maten en ge wichten zal in de gemeente Benthuizen plaats hebben op Dinsdag 23 Augustus, van des voor middags tien uren tot des namiddags één uur op het Raadhuis. Oegstgecst. De huisvrouw van H. D., wonendo in de Ltiusche buurt alhier, was eenige uren van huis geweest. Toen zy terugkwam en de deur van de echtelyke woning open maakte, zag xy haar man aan een ladder hangen. De veldwachter M. werd gewaarschuwd, cis den hangende dadelyk afsneed. By onderzoek i leak het, dat hy sinds een paar uren gehangen bad, daar bet lyk geheel koud was. De roden van dezen zelfmoord is onbek-nd. Bypwetering. Alhier schynt tegen woor ig het onwillekeurig nemen van een bad in do vaart weer aan de orde te zyn; althans heeft er deze week op don oenen dag één en hebben er den volgenden dag drie gevallen van dien aard plaats gehad, gelukkig zonder ernstige gevolgen. De winkelier P. Bloem heeft zich by één van die gevallen venienstelyk gemaakt, coor zich te water te begeven en met een ladder, die men hem toereikte, een drie-jarig meisje te redden. Wassenaar. In deze gemeente heeft zich een geval van vl kziekte voorgedaan. Het aangetaste varken is op last van den veearts verbrand. 12) „Wie zyt gy?" vroeg hy zacht. „Beret, de zuster van Mildrid," zeide zy; y bloosde en zy niet minder. Maar terstond aarna werd hy bleek. „Er is toch niets voorgevallen?" „Neen, dat niet, maar gy moet meekomen l kan het niet verdragen, nu alleen te zyn." liy stond haar een oogenblik aan te kyken. aarna groette hy ha3r en ging naar de hut. e Duitschor was buiten biy ven staan en had etftiengelgereedschap opgehangen; Hans deed ot?elfde, terwyi zy met elkaar spraken, innen in de hut hadden twee hondea uit He macht geblaft, sedert Beret de mannen ©roepen had. De beide visschers gingen samen naar innen; toen zy de deur openden, stormden beide honden naar buiten, maar werden erstond op strengen toon weer binnen geroepen. Het duurde lang, vóór Hans weer uiten kwam. Hy was nu andere gekleed en zyn geweer en zyn hond by zich. De Duit8cher vergezelde hem tot voor de deur en daar gaven ze elkaar de hand, alsof ze oor geruimon tyd afscheid nameD. Hans ging dadelyk op Beret toe. „Kunt ge meekomen?" vroeg hy. sNatuurlyk." Hy stapte voort, terwyi zy flink moest loopen, om hem by te houden; de hond liep voor hen uit. Daar hy in de meening had verkeerd, dat Mildrid even bedaard en vergenoegd na hun verloving zou zyn als hy, wekte deze bode in hem geheel nieuwe gedachten, 't Was natuurlyk, dat zy onrustig was by de gedachte aan haar ouders En de haast, waarmee alles was geschied, zou haar ook wel angstig gemaakt hebben; zeker, dat kon niet anders; hy begreep dit nu zeer goed, dat hy zich er ten hoogste over verwonderde het niet eerder begrepen te hebben hy verhaastte zyn scbredeu; zelfs op hem had de eerste ontmoeting met Mildrid immers den indruk van een over rompeling gemaakt; wat moest nu zy, het stille kind, dat in het ouderlyke huis altyd terughoudend moest zyn, wel niet gevoelen, nu zy plotseling door een storm in de open zee werd geslingerd? En hy liep nog sneller voort. Gedurende dezen snellen marsch liep Beret aan zyn zyde, terwyi zyn oog byna onaf gewend op hem gericht was. Hy had tusschen- beide haar groote oogen en gloeiende wangen wel opgemerkt; maar zijn eigen gedachten hadden hem geheel afgetrokken gemaakt, hy had haar niet duideiyk gezien en in het laatst zag by haar in het geheal niet meer. Hy keerde zich om; zy was een heel eind achter gebleven, maar strompelde achter hem aan, zoo vlug haar voeten het haar toelieten. Zy was te trot8Ch om te zeggen, dat zy dezen tocht niet kon uithouden. Toen hy nu bleef staan wachten, tot zy geheel buiten adem by hem was, stonden haar de tranen in de oogen. „Ik loop zeker te snel, hé?" Hy gaf haar de hand; zy was zóó moe, dat ze niet kon antwoorden. „Wy zullen een poosje gaan zitten," zei hy, terwyi hy haar naar zich toe trok, „kom maar bier!" En hy zette zich naast haar op den grond. Zy bloosde nog sterker en waagde het niet, hem aan te zien; haar boezem zwoegde, alsof ze moest stikken. „Ik heb zoo'n dorst!" waren de eerste woorden, die zy kon uitbrengen. Zy stonden weer op en hy zag rond; maar er was geen water in de naby heid. „Wy moeten wachten tot straks," zoide hy, „dan komen we by een beek; het is ook niet goed voor u, dat ge nu drinkt." Hy ging weer zitten en zy volgde zyn voorbeeld. „Ik heb op de heenreis zoo hard geloopen," zeide zy als ter verontschuldiging. „Dazen middag heb ik ook niet gegeten," voegde zy er na een oogenblik aan toe, „en van nacht niet geslapen." In plaats van haar zyn deelneming te be tuigen, vroeg hy snel: „Dan heeft Mildrid van middag zeker ook niet gegeten en mis schien van nacht niet geslapen?" „Mildrid heeft ook den vorigen nacht, ge loof ik, niet geslapeü, en voor zoover ik weet, heeft zy ook niets gegeten; neen," zeide zy nadenkende, „nog nooit is zy zoo lang zonder voedsel gebleven 1" Hy stond op. „Zoudt ge nu verder kunnen gaan?" „Ik zou het wel denken. Hy nam haar by de hand en de wedloop begon opnieuw. Weldra zag hy in, dat zy het niet lang zou uithouden; hy trok daarom zyn jas uit, gaf ze aan haar en nam haar op den arm, om haar te dragen. In het eerst wilde zy dat niet dulden, maar hy droeg haar met zooveel gemak, dat zy toegaf en zich aan zyn hemds kraag vasthield; hem zelf aan te roeren, dat durfde zy niet. Na een poos geloofde zy genoegzaam uitgerust te zyn, en wilde verder loopen. Hy zette haar neer, hing zyn jas over het geweer en nu ging het weer voorwaarts. Bij de beek rustten ze een oogenblik vóór zy dronk. Toen zy zich oprichtte, lachte by en keek haar aan. „Gy zyt een lief, aardig kind!" De schemering viel reeds, toen zjj by de hut aankwamen. Zy zochten Mildrid tever geefs, zoowel daar als by den rotswand; hun roepen stierf weg in de verte en beiden schrikten, toen Hans bemerkte, dat de bond snuffelde aan iets, dat hy gevonden had. Daar gekomen, zagen ze, dat het een doek was, die aan haar toebehoorde. Hans gaf terstond den bond een teeken, dat hy de bezitster er van moest opzoeken, en het dier snelde vooruit. Zy volgden hem over den rotskam naar de andere zyde, dus in de richting van het dal, waar Tingvold lag. Zou zy naar huls gegaan zyn? Beret vertelde van haar onvoorzichtige vraag en de gevolgen daarvan en Hans ant woordde, dat hy het nu wel begreep! Beret kon haar tranen niet weerhouden. Zouden ze haar volgen? Baret riop: „Ja, ja!" Zy wist byna niet wat ze deed. Ze mo68t nu naar de naastby gelogen hut, om volk te zoeken ter voorloopigo bewaking van het vee. Terwyi zy nog daarover spraken en maar steeds den hond volgden, zagen zy, dat hjj bleef ^taan en kwispelbtaaitende omkeek. Zy snelden er been en jawel daar lag Mildrid l Het aangezicht rustte op den arm en was half naar de heide gekeerd. Zachtjes naderden zy, do hond likte baar óe band en wangen, zy streek met do haDd er over en veranderde eenigszins van houdiDg, maar ontwaakte niet. „Stoor haar niet in den slaap," fluisterde Hans, „en ga heer, om het vee te bergen; ik hoor de klokjes al 1" Toen Beret wegsnelde, liep by haar na. „Breng wat eten mee, als gy terugkomt," fluisterde by; daarop ging hy op eenigen afstand van de slapende zitten, liet den hond naast zich liggen, torwyi by hem den bek vasthield, om hem het blaffen te beletteD. Het was een sombere avond; de rotsen en bergvlakten rondom waren in nevel gehuld. Overal heersebte diepe stilte; men zag zelfs geen vogel. Hy vlyde zich op bet gras neer, terwyi hy den bek van den hond nog steeds vasthield. Wat zy zouden afspreken, als Mildrid ontwaakte, daarover was hy het 6poedig eens met zichzelf. Helder en onbewolkt lag de toekomst voor hem; onbezorgd zag hy omhoog naar den hemel. Hy wist, dat hun ontmoeting een wonder wasGod Zelf had hun gezegd, dat zy hand aan hand door het levon moesten gaan. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1