N». 11780 Donderdag SI Juli A°. 1898 <§ourant wordt' dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommcr bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden. 20 Juli. j zaven de drie compagnieën in bataille opgesteld. Vijf minuten over halfzevon betrad de nieuw benoemde commandant, wiens komst door trompetgeschal was aangekondigd, het exer citieveli en werd door bet bataljon do orde van parade en daarna die van inspectie aangenomen. Hierop stelde de commandant, de gepensionneeröe luitenant-kolonel M. G. W. A. Schumann, zich aan den troep voor, aan m nschappen, officieren en onderofficieren. In eenige indrukwekkende woorden wees hij de leden der schutterij op hun verplichtingen, herinnerde hen aan de daden hunner voor vaderen tijdens het beleg dezer stad en hoopte, dat zij zich als mannen zouden gedragen, zoowel in als buiten dienst, en niet tot spot ver strekken van stac'genooton en vreemdelingen. Feuilleton. DE GALEISLAAF. PRIJS DEZER COTJRAHTi Voor Lelden per 8 maanden.1.10. Franco por poet 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DHR ADVRRTENTrÊNi *Van 1 0 regels f 1.06. iedere regel meer 0.17 J. - Groctere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseer en buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend De oDlangs alhier gehouden inzameling van gelden voor de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid heeft opgeleverd een be drag van ruim 1100, behalve nog verschei den lidmaatschappen. H?t plaatselijk comité alhier wonscht een woord van dank te richten tot allen, die er toe medewerkten, dat Leiden zulk oen Hinken steun aan dotentoonstelling gaf, in de eerste plaats aan de dames, die zich zooveel moeite getroostten, om het doel der tentoonstelling uiteen te zetten en er sympathie voor te wekken, in de tweede plaats aan allen, die voor grootere of kleinere bijdragen op de lijsten teekenden. "Wij herin neren er aan, dat de tentoonstelling, die een bezoek overwaard is, sinds 9 Juli is geopend. Gisteravond had de eerste oefening in dit seizoen der eene helft van hot bataljon der dd. schutterij dezer gemeente plaat6. Als vsnouds tratien de leden om vijf uren aan op de Papenstraat en Papengracht en met de muzi k aan het hoofd marcheerde de troep naar bet Schuttersveld. Na 6erst geoefend te xjjn in de recrutenschool, werden tegen half- Hy wees er op, dat de onderofficieren in het leger hier te lande, zoowel als in Indiö, de kern daarvan uitmaakten en was er van overtuigd, dat dit bij de schutterij niet minder was eo ook moest zijn. „Onderofficieren, ik breng u mijn gro.-t", zoo klonk het over het terrein en wij zeggen niet te veel als wij verklaren, dat een ieuer onder den indruk was van de woorden, door di3n ouden en dapperen soldaat gesproken. De orders, die zjjn borst versieren, strekken van die eigen schappen ten bewijze. Daarna hield de commandant een inspectie over het kalf-bataljon en word op het Schut- tirsvelJ zelf, tot teleurstelling van velen, die een optocht verwachtten, ingerukt. Naar wij vernemen is het het plan van den commandant, den troep in het vervolg £teods op bet Schuttersveld te doen aantre den en inrukken, ten einde daardoor meer tij 1 voor oefenen te hebben en een tentoon stelling van den troep in de stad te vermijden. Hedenavond zal de commandant zich ook voorstellen aan de andere drio compagnieën van het bataljon. Aan de hoogere burgerschool met 5 jari gen cursus voor jongens in oe Roelof Hart- straat te Amsterdam is benoemd tot amanuen sis de heer J. Van Wijk, te Lelden. De van zyn detacheering in West-Inoiö teruggekeerde 1ste luit. T. B. Van Lelyveld, wordt ingedeeld by h.t 4de reg. inf. te L-iden. Gejurenae het verlof van den comman dant van het 4da regiment infanterie kolonel W. B. J. Duycker (van 21 Juli tot en met 5 Augustus) wordt het bevel over het regiment waargenomen door den luitenant kolonel H. A. Calkoen, commandant van het 4de bataljon van genoemd regiment. In do gisteren gehouden zitting der Prov. Staten van Zuid-Holland heett de heer Conrad ontslag genomen als lid der Gedeputeerde Staten, ten einde weer plaats te maken voor den heer Go&koop, die eerst niet als lid der Staten was herkozen. Goedgekeurd werden de snbsioieverhoo gingen der provinciale heffingen, wijziging der Ryksbouwverordening en wijziging van het besluit betrekkelyk het diephouden van den Rijn. Het voorstel-Ruysch c. s., om voor 1500 doel te nomen in het waarborgfonds der Nationale Tentoonstelling van Vrouwonarbeid, is verworpen met 53 tegen 26 stemmen. Het voorstel om den regenten van het H&agsche krankzinnigengesticht financiëeRn steun te verlcenen voor de oprichting van het buitengesticht werd verworpen met 41 tegon 37 stemmen. Tot lid van Gedeputeerde Staten werd gekozen mr. G. J. Goekoop, met 46 van de 69 stemmen; 23 blanco. Deze betrekking aanvaardende, betuigde de heer Goekoop zijn welgemcenden dank aan de vergadering en nl-t minder aan den man, door wiens ver boven zijn lof verheven offervaar digheid het hem gegeven is, na een veertien- daagsche atwezigheid, deze belangrijke be trekking weder te kunnen opvatten. Deze beide omstandigheden: het vortrouwen van deze vergadering en de welwillendheid van den heer Hein, leggen hem dure verplichtingen op, die hy hoopt te vervullen, maar waarby hy geen streep zal afwyken van de tot dus ver door üem gevolgde gedragsiyn, al mocht die dan de goedkeuring van de meerderheid der kiezers van Middelharnis niet verwerven, waartegenover het Liyk van vertrouwen staat, hem door do groote meerderheid der kiezers van het district Brielle geschonken. Om zyn taak naar bebooren te kunnen vervullen be hoeft by opnieuw den kraebtigen steun en de medewerking zyner collega's, van Provin ciale Staten en van de uitnemende provinciale griffie. Daarvoor zich aanbevelend, verklaarde by, met dankbaarheid, do hem opgedragen gewichtige betrekking opnieuw te aanvaarden. Toejuiching Aan de orde kwam nog toekenning van een gratificatie van 1250 aan den heer H. Paul, voor het opmaken van de plannen van het krankzinnigengesticht „Endegeest" en het houden van oppertoezicht op de uitvoering van het werk, door het geven van de door God. Staten gevraagde machtiging. De heer Yan Kempen bestreed dit voorstel, omdat by het denkbeeld niet wil doen post vatten, cat de provincie niet alleen haar ver plichtingen nakomt, maar ook van tyd tot tyd aan tyzondere personen cadeau's mo6t helpen geven. Na verdediging van het voorstel door de he-ren Jongkindt en Juta, die op het excep- tioneele van het geval wezen en op de buiten gewone activiteit, door den heer Paul in deze aan den dag gelegd, sloot de heer Conrad zich ty die meening aan en bestreed de opvatting, dat het hier een cadeau zou gelden en niet een alleszins tillyke Rgemottkoming en waar- detring van belangrijke diensten. Het voorstel werd aangenomen met 59 tegen 12 stemmen. Aan de orde kwam wijziging provinciale begrooting 1898. Idem dLnst 1897. Beide goedgekeurd. Provinciale begrooting voor 1899, voor zooveel het ryksbestuur betreft, goedge keurd waarna het adres van Ged. Staten aan H. M. de Koningin omtrent de trakte menten van den griffier en de griffie-ambte naren werd vastgesteld zooal3 het is voor gedragen. Provinciale begrootingen voor 1899. Voor de enkel provinciale en buishoudeiyke inkomsten en uitgaven, met de daaroy behoorende schadeposten voor ce Koninklyke Muziekschool te 's-Gravenhagece ambachtsscholen te idem, Leiden en Gorkum de ambaebtsteektn- school te Maassluis; idem te Noordwyk; idem te Woerdenidem te Alfendo teeken- s;:hool te Hellevoetsluisde ambachtsteeken- school te Bodegravenvoor aankomende ambachtslieden te Leiden; de industrieschool voor meisjes te 's-Gravenhage; de Academie van beeldende kunsten aldaarde avondschool voor ambachtslieden te Gouda; de leeken- school te Briolledie te Scheveningende Vereeniging tot opleiding van bewaarschool- houderessen te Leiden; het Sophia-kinder- ziekenhuis te Rotterdamde Vereoniging voor landbouwonderwijs te Middelharnis; de com missie van toezicht op de Rijksproefvelden; do teekenschool te Schoonhoven. De hegrootingen worden zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Da heer Van Kempen verzocht Ged. Staten om by de Inhuldiging van H. M. de Koningin namens de Provinciale Staten aan H. M. de betuiging van liefde en gehechtheid te willen aanbieden. De voorzitter verklaarde, dat Ged. Staten, dit voorstel hoogelyk apprecieerende, daaraan gaarne uitvoering zullen geven, vertrouwende, dat het volle instemming by de vergadering zal viDden. Toejuiching De vergadering werd, namens de Koningin, door Hr. Ms. Commissaris gesloten. Voor de noodlydenden op Amboina is door de centrale commissie te 's-Gravenhage tot heden ontvangen 32,728.20, uitgegeven aan kosten van drukwerk, advertentiön en correspondentie 315.12'/2, zoodat beschik baar bleef 32,467.07'/3, waarvan twee en dertig cuizend gulden naar Indië is over gemaakt. In 1 aar jl. Zaterdag gehouden vergadering heeft de commissie besloten thans de inzame ling te staken en het nog beschikbaar bedrag ad /*467.07,/2> vermeerderd met de nakomende ontvangsten en Verminderd met do nog wel licht noodige kleine betalingen, tegen het einde der maand Augustus ter bescbikking van het Incisch bestuur te stellen. Na de vorige opgaaf kwamen o. a. de vol gende b(jdrgen in: 's-Hertogenbosch 800, Leiden ƒ640, Zutfen ƒ581.50, Enschedee /366, Hoorn 185, Kampen 85, Meppel ƒ61.20, de onderofficiersvercenigiog „Vrienaschap zy ons doel", te Maastricht, 22.50 op quitantien van den penningmeester eer Hoot d Lommissie werd door de he ren Heldring Pi rso te 's-Gravenhage, verantwoord 4901.25. De Staten van Brazilië zullen aan ons Hof een diplomatiek vertegenwoordiger zenden. Naar de „L. K." verneemt, zou er van regetringswege aan de gemeente Roermond een voorstel zyn ge:aan tot mmntlyke schikking der archief quaeatie. Gisteren arriveeruen te Soestdyk do vorst en vorstin van Bentheim Steinfurt met enkele kinderen. Zy werden door Hare Majesteiten aan het station afgehaald. De gasten biyven ongeveer acht dagen. Van Madrid is in het „Hotel den Ouden Doelen" te 's-Qravenhage aangekomen de hertogin De Bail=n, dame au palais van H. M. de Koningin Regentes van Spanje. Ook is daar aangekomen de heer Robert de Coppens de Fontenay, secretaris van de Belgische legatie te Farys. De nuntius komt deze week uit Kleef terug, ten eioce Vrydag tegenwoordig te zjjn by een kerk-.iyk feest te Amsterdam. Van daar keert by weer naar de badplaats terug. De nieuw benoemde grzant van de Zuid-Airikaansche Republiek by verschillende Europeesche Hoven, dr. Leyds, is gisteravond met jor. Van der Hoeven uit Brussel te 's Gravenhage aangekomen. De hoeren, die hun intrek hebben genomen in „Hotel PauLi", werden aan htt Holland- ache Spoorstation verwelkomd door den vice- consul van de Z. A.-R. te 's Gravenhage, den heer J. Tb. E. Canneek. Dr. Leyos vertrok heden naar Amsterdam, van waar hy hedenavond in de residentie terugkeert. Door de arrondissements-reebtbank te Tiel is, ter vervulling van een vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navol gende alphabetische lysfc van aanbeveliog: mr. A. Croockewit, kantonrechter te Helder; mr. H. B. Van der Eist, substituut-griffier by gemelde rechtbank, en mr. A. Van de Koppel Gz., griffier by het kantongerecht te Gorkum. Sts.Ct De byzondtre commissie voor groep XVI der Wereldtentoonstelling te Parys heeft aan de hier te lande bestaande landbouwverseni- gingen een 16 tal vragen betreffende bet land- j bouwvraagstuk ter beantwoording gezonden. Do groote ravuo, by gelog nbeid der troonsb68tygiog van Koningin Wilhtlmina, zal op 21 Sept. worden gehouden. De „Revue diplomatique" van Zondag 17 Juli bevat een wtlgeiykend portret van onzen minister van bi Denlaudsche z.iken, mr. Goeman Borgesius. De beer M-inari Merens, te Amsterdam, heeft t>y dit portr t om kort bijschrift geleverd, waarin de aandacht wordt gevestigd op do verdiensten van onzen minister. Behalve de reeds in ons vorig nummer vermelde heeren is door den president der Frznache Republiek tot officier in de orde van bet Legioen van Eer benoemd mr. J. A. M. H. Pyls, referendaris, chef der afdeoling „Poli tieke Zaken" aan het Departement van Buiten- lanascbe Zaken. Gisteren werd door regenton van het oude en nieuwe gasthuis te Delft aanbesteed het bouwen van een ziekenhuis met bybehooren. Door 31 inschrijvers werd ingeschreven, de hoogste voor ƒ86,250 was de heer J. H. Schouten, te 's-Gravenhage; de laagste A. Boogaard en A. Van Doorn, te's-Gravenhage on Haarlem, voor 57,928. Naar aanleiding van de gisteren door den gemeenteraad van Delft gevoteerde verhooging voor ce uitbreiding van het buitengesticlA van het krankzinnigengesticht htt St. Joria- Gasthuis, zal op a. s. Zaterdag een her be steding worden gehouden. Naar aanleiding van de voordracht van den heer Van Hasselt voor de openkomendo plaats als boogleeraar in oe land- en volken kunde van N. I. aan de In:iscbe Instelling te Delft, heeft de directeur cier instelling, prof. dr. J. SpanjaarJ, oen schryven g-richt aan B. en Ws. van Delft, waarin by zyn bevreemding te kennen geeft, dat ditmaal, met afwykiog van steeds gevolgde gebruiken, over deze voordracht het gevoelen van den Raad van docenten is ingewonnen. Het schynt, dat een tweeledige uitlegging van art. 3 van het reglement dier instelling de oorzaak van het gebeurde is. Te 's-Hertogenbosch nam Dinsdagmorgen in de sociëteit „Casino" de 476te algemeene vergadering van de NoderlandscheMaatschappy ter bevordering dor Pharmacie een aanvang, die door een 70 tal leden word bygewoond. Tot leden in bet hoofdbestuur wenen bo- noemd de heeren G. Wieringa, te Arnhem, en dr. H. G. De Zaayer, te Groningen. De vergadering werd tot 4 uren voortgezet. Te 5 uren vereenigden de leden zich aan een feestmaaltyd. Heden voortzetting der vergadering ia het Zuid-Holland8ch koffiehuis te Breda. Na de afkondiging in het Staatsblad van de wet tot wyziging der militiewot, waar door de dienstvervanging afgeschaft werd, zal overeenkomstig art. 28 der statuten van die Vereeniging de Anti-dienstvervangingbond moeten worden ontbonden na een byna 23- jarig bestaan. H*t hoofdbestuur, waarin van de by de oprichting van den Bond benoom- den alleen nog de heeren jhr. I. W. D. Roëll, te '8-Gravenhage, vice voorzitter, M. A. Perk, pred te Amsterdam, en W. F. Wilkens, oud- Id i. Uit het groote woud van St -Germain vloeit een heldere beek, die zich in de Seine uitstort, nadat zy eerst nog een kleineo, diepen vy ver gemaakt heeft. Aan deze beek stond in het jaar 1810 een kleine zaagmolen met bybehoo- rond woonhuis en niet ver van daar een mooie hofatede. In de verte zag men de daken en gevels van een dorp door het groen dor boomen en struiken heengluren. Dit alles de breede Seine op den voor grond, de beek, de vyver, de weide, de zaag molen, de hoeve, het dorp in de verte, het prachtigo woud op den achtergrond vormde een zoo bekooriyk landschap, dat reeds dikwyis Parüscbe landschapschilders met hun schets boeken daarheen getogen waren, om de stille bakoring van deze idylle met teekenstlft of pensoel eerst op papier en later op linnen te bewaren. Doch hoe bedrieglijk is dikwyis de scbyn! Zoo ook hier; deze naburige woonplaatsen waren geen idylle van orde en rust, maar veeleer een tooneel van bitteren haat en onafgebroken twist tusschen de beide buren, den zaagmolenaar en den boer. De eerste heette Joan Courbet, de laatste Pierre Lebrun. Belden waren reeds over de vijftig en grfts, maar tocii zeer flinke mannen. Hun haat werd van jaar tot jaar grimmiger. Sedert langen tyd hadden zy een proces met elkander, dat zware kosten veroorzaakte. Het proces liep in de eerste plaats over den vyver, die hun gemoenschappeiyk als eenige aan wonenden behoorde. Zy hadden het nooit eens kunnen worden over de vis- schery en de eendenjacht. Maar in de tweede plaats was een veel ernstiger twistpunt de bevosgdheid van Courbert om de beweegkracht van bet water van den vyver voor zyn raolen- bedryf te gebruikeD. Het kon natuuriyk niet missen, dat daardoor, niettegenstaande alle voor de juiste stuwhoogte van het water aan- gowende zorg en attentie, de aan den vyver grenzende landeryen van den buurman een weinig onderliepen, wat dezen dan de ge- wensebte aanleiding tot bittere klachten gaf. Jean Courbet was wel is waar een kitteloorig en opvliegend man, maar Pierre Lebrun was hetzolfde en nog in veel hoogere mate. Men noemde hem in den omtrek algemeen d9n „proce8boer", omdat hy bepaald vermaak scheen te vinden in allerlei proceszaken. In de herberg van het naburige dorp haddon Courbet en Lebrun dikwyis ergerlyke razie met elkaar gehad; in tegenwoordigheid van anderen hadden zy elkander gedreigd en alle mogeiyke slechte dingen van elkaar gezegd. Velen zeiden dan ook hoofdschuddend: „Dat kan nooit goed afloopen met die twoel" En daarin zouden zy zich werkeiyk niet bedriegen. Jean Courbet had een groot gezin te onder houden. wat hem moeite eenoez kostte, en hy had nogal wat schulden ook. En zyn oudsten zoon Jozef, die tot nu toe oen krach tige steun in de zaak geweest was, was voor een jaar een noodlottig ongeluk over komen. De zeven-en-twintigjarige jonge man was namelyk by ongeluk met zyn rechterarm in het zaagwerk geraakt en had dit lichaams deel moeten verliezen. Zoo was hy invalide geworden en kon niet meer werken als voor heen. Jozef was getrouwd geweest, maar nu weduwnaar; hy had na een gelukkig huwe- ïyk van nog geon twee jaren zyn lieve vrouw door den dood verloren, die hem een aller liefst dochtertje naliet, de kleine, nu drie jarige Margot. Op een Augustusmorgen van het jaar 1810 liepon by een ouden olm aan den weg ten noorden van den vyver veel menschen te hoop. Daar lag onder den boom het ontzielde lichaam van Pierre Lebrun. Zooals uit het onderzo-k bleek, had een welgemikt schot door den hals den „procesboer" gedood. Een gendarm snelde toe, kort daarna kwam oen tweede. Spoedig werden oen ambtenaar van de justitie en een dokter uit St.-Germain gehaald. Men zocht naar den kogel, maar kon hem niet vinden, want hy werd niet in het ïyk gevonden. De ambtenaar vroeg den aanwezigen daarop met luider stem: „Heeft iemand een vermoedon omtrent don dadér?" Eorst zweeg mën, to9n begon men te brom- - men Eindelijk zsddf» oad ouAq boet* .Naar. myn overtuiging kan alleen de molenaar het gedaan hebben." „Ja, jat" riepen anderen instemmend. „Jean Courbet is stellig do dader I Die tW9e stonden altyd als kat en hond tegenover elkaar 1 Wat hebben zy elkaar dikwyis gedreigdI" Een zeide heel kalm: „Van morgen, heel vroeg, toen ik naar het veld ging, trof ik hier in de nabyheid Jean Courbet, den molenaar. Hy had een geweer op den schouder en zeide my, dat hy oen vischotter moest achtervolgen. Maar ik geloof nu ook, dat hy zyn vyand, den „procesboer", doodgeschoten heeft" Da ambtenaar had genoeg geboord. Hy wenkte de gendarmen. Met hun drieöa gingen zij naar den zaagmolen. Het water ruischte over den dyk, maar de molen stond stil. Dat was opmerkelyk. De drio traden het woonhuis binnen. Toen zy in het portaal waren, hoorden zy, hoe Jean Courbet in de woonkamer met heoscho stem zeide: „Nu komen de gendarmen 1" Een andere stem, die van den oudsten zoon, den eenarmige, sprak daarop iets onverstaan baars, dat den vader naar het scheen moest geruststellen. De ambtenaar stootte de d3ur open en trad met de gendarmen de kamer binnen. Geheel ontdaan lag de molenaar op oen stoel. By hem stond zyn zoon Jozef, wiens eveneens aanwezige moeder, broeders en zusters van ontzetting byna buiten zichzelven schenen. Op een ledikantje in don hoek dor kamer sluimerde schuldeloos en vreedzaam de k.lftino MarjmK „Jean Courbot," sprak de ambtenaar, „gy hebt van morgen uw buurman Pierre Lebrun doodgeschoten. In naam der wet arresteer ik ui" De molenaar, kreunend en zyn gezicht met de handen bedekkend, antwoordde ni9t. Maar zyn zoon Jozef, wiens bleek, ernstig gezicht een onwrikbaar besluit verried, zeide met vaste stem: „Dat is Diet waar, meneerT „Hoezoo?" „Myn vader wordt onrechtmatig beschul digd, want hy hoeft Pierre Lebrun niet dood geschoten." „Wie heeft het dan gedaan?'' „Ikzelf." „Gy? De eenarmige? Dat ie zeker maar een verzinsel, om uw vader, den dader, voor het lot, dat hem dreigt, te behoeden. Inderdaad, een heldhaftigheid zonder weerga 1" „Wat ik zog, is waar. Ik weet myn linker arm wei te gebruiken; ik ben daarin geoefend. En om een pistool af te schieten, behoeft men maar één hand." „Men heeft uw vader heel vroeg buiten met een geweer gezien." „Hy was op do viachotterjacbt on is wel is waar zonder jachtbuit, maar ook zonder een mensch gedood te bebbeD, thuis gekomen. De schuldige ben ik alleen. Ik had twist met Lebrun; er worden harde woorden gewisseld, hy beschimpte mU; toen overmande my de toorn, en ik schoot hem dood. Zoo i3 het go- weest." Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1