r J N". 11773 Woensdag 13 Juli. A#. 1898 <§eze <§oarant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. 5 8 Si ■heiderozen. 63, 2. J IDSCH DA&BLAD. 1.2# PRIJS DEZEE COPTtft NT; Voor Lolden per 3 maanden. ...f 1.10. Franco per post1-40. Wka Afzonderlijke NommerB 06- PRIJS ngp atwkhtbin'I'i ftrai rogols f 1.06. Iedere regel meer f 0.17j. - Crootera Van 1-6 letters naar plaatsruimte, wordt f 0.05 berekend Voor bet incasseeren buiten de stad 50. Ofllciëelo HonnissoTloijcn. =i oed, irgaderlng van den Qemeenteraad Tan Leiden, op Donderdag 14 Juli 1898, des i namiddags to twee uren. Punten tor behandeling: 1* Verzoek van Dr. G. M. Kruimel, om conti- atid in de betrekking van stads gonoes- en elkundige (148) 2°. Verzoek als voren van Dr. W. De Jong. (loO) 3°. Benoeming van een vierde onderwijzeres in i handwerken aan de school 4do klasse No. (153) 4°. Verzoek van de Wed. H. N. Tetterode— aassen, om terugbetaling van schoolgeld, mid- dbaar onderwijs. (149) 5°. Verzoek van J. D. Van Wijk, om ontslag uit betrekking van onderwijzer aan de Kweek- ;hool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (145) 6°. Verzoek als voren ven H. C. Van der egde. (145) 7°. Staat van af- en overschrijving op^ de be- •ooting dienst 1897 van het Heilige beest of rme Wees- en Kinderhuis. (152) 8ft. Voorstel omtrent de uitgifte van permission 'tfiet jagen op waterwild op de Vroon wateren. (154) 9°. Verznok van ür. O. Finsch, om terugbetaling »n schoolgeld, lager onderwijs. (155) l 10°. Verzoek van C. J. Baron Leembruggen c. s., n verlenging tui» de verleende vergunning tot et leggen vau rails in den zuidelijken borni van en straatweg LeidenAlfen. (157) OF, 11°. Rapport der Raadscommissie in zake een vontueele onbewoonbaarverklaring van de per- eelen Gaslliuislaan Nos. 3 en 5. (158) 12'. Staten van af- en overschrijving op do be- rooting dienst 1897 van het Roomsch-Katboliek ir. .rmbestuur en van het Roomsch-Katholiek Wees- ui- a Oudeliedenhuis. (159) 13°. Staat Model A op de begrooting, dienst 898. (Uilkeering van ƒ1000 aan de weduwe van tof en verongelukten werkman C. Stol). (160 en 161) 14°. Verzoek van Commissarissen dor Stedel. lasfabiiek tot beschikbaarstelling van gelden voor e verlichting van het Van der-Werf-park, bij fc- elegenheid van de inhuldigingsfeesten. (162) op Leiden, 12 Juli. J. Het weder ia de Beiersche infanterie- 18 :apel gisteravond niet ter wille geweest. De 2é loop, dat er reeds toen, in plaats van heden, ""een gunstige verandering zou intreden, is liet bewaarheid. Het is daarom den Leidenaars liet euvel te duiden, dat zy in zoo'n geringen waren opgekomen. Het was er in den uin van „Zomerzorg" werkelijk koel en wegens en fijnen regen nu en dan, ook vochtig. Het fT 3 wel jammer, dat het concert onder zulke tl© mstancigheden plaats had, want de kapel an den heer Joh. Strauss is de aandacht in ele opzichten waard. De uitvoeringen der 1 erschillende nommers van hefc programma, 1-5, raarop intusschen van andere concerten menig ekende naam voorkwam, kenmerkten zich a, door eenheid en beschaafdheid. Als iets eWzaams voor hier trokken veel belang- telling dej beide solo's voor vier gedrapeerde t0 erauten trompetten, met begeleiding van het verige orkest. Aan het slot werd er daarvan én herhaald, evenals ook het Wilhelmus in 2Q luda töonzettiDg werd toegegeven. Hot publiek __;etuigde den geheelen avond van veel waar dering. Het was tevreden. Aan het jongste verslag der werkzaam- leden van het wykgebouw DGeloof, Hoop, Sj leefde," is het volgende ontleend: ho "De Zondagsschool werd iedero week bezocht 'goloor 142 kinderen, verreweg het grootste leel uit de fabriekskringen. ■a-g se.l lis Het huisbezoek van den heer Syfcsma is een van de oorzaken, dat het getal de twee laatsto jaren aanmerkelijk steeg. In de maand Januari werd door do dames, die les geven op de Zondagsschool, aan ieder kind een kleedingstuk thuisgebracht. Van do „Zondagsschoolcenten" gaan dit jaar twee kinderen naar buiten. Godsdienstonderwijs wordt gegeven aan 48 jongens en 31 meisjes. Dit aantal is nagenoeg hetzelfde als verleden jaar. BoveDoien ont vangen nog 9 volwassen mannen goas.ienst- onderwljs. Hot koor van fabrieksmeisjes komt des Zondags bijeen en krijgt dan zangles van een gesalarieerd onderwijzer. Het koor gaf vier uitvoeringen. lederen Zondagavond heeft de jongelieden- vereeniging „Vry en Vroom" een bijeenkomst onder leiding van den godsdienstonderwijzer, die de vereeniging oprichtte; zy telt 25 leden. Met een vertelling wordt gewoonlijk de avond geopend; verder houden de jongens voor drachten. Dit jaar heeft oen onderwijzer zich aange boden, om aan jongens tweemaal 's weeks les te geven in rekenen en handteekenen. Yan zes klom het getal tot vijftien. Zeven meisjes, vijf jongens, twee vrouwen en één man leeren van den godsdienstonder wijzer lezen en schrijven. lederen Vrijdagavond is de bibliotheek van 810 uren geopend. Door 178 lezers werden dit jaar 5000 boeken gelezen. Vele volwassenen maken er gebruik van. Over het loopend jaar werd ontvangen f 1465.71* en uitgegeven f 1242.06; zoodat het batig saldo f 223.65s bedraagt. Maancag 18 Juli zal in het „Hotel du Nord" het vaandel onthuld worden der Neder- landsche Vereeniging van Indische oud-strijders „Het Vaderland Getrouw". Een advertentie in dit blad geeft nadere inlichtingen. Nog een buste van Koningin Wilhelmina. Onze stadgenoot de heer J. Van Dam, van wien by de beeren gebroeders Reinke, aan de Botermarkt, sedert eenige dagen een ge schilderd portret van H. M. in wandeltoilet wordt geëxposeerd, heeft thans ook zyn krachten aan een buste beproefd, welke nu eveneens by dezelfde heeren te bezichtigen is. Ze is nog in klei en zal waarschyniyk binnen kort in gips in den handel komen. Omtrent de geiykenis hoorden we uit den mond van hen, die het werk reeds zagen, een gunstig oordeel. De expositie duurt slechts kort. Van het „Woordenboek der Neder- landsche Taal" is heden van het derde deel verschenen de achtste aflevering, behandelende de woorden BrandschattenBrengen, bewerkt door dr. J. W. Muller. By koninklyk besluit van 8 Juli zyn de commissiën, die met ingang van 1 Augustus 1898, gedurende één jaar te Leiden, Utrecht, Groningen en Amsterdam belast zullen zyn met het afnemen van de practische examens van apotheker, samengesteld en mitsdien be noemd o. a.van de commissie, die zitting zal houden te Leiden: tot lid en voorzitter, dr. H. P. Wysman, hoogleeraar te Leiden; tot lid en secretaris, dr. P. A. Vos, apotheker te Rotterdam; tot leden: dr. A. P. N. Fran- chimont, hoogleeraar te Leiden; dr. M. Gres- hoff, onderdirecteur vau het Koloniaal Museum te Haarlem; tot plaatsvervangend© leden: dr. W. F. R. Suringar, hoogleeraar te Leiden; dr. G. Romyn, apotheker te Apeldoorn; L. Van Itallie, gemeente-apotheker te Rotterdam; van de commissie, die zitting zal houden te Amsterdamtot lid en voorzitter, W. Stoeder, buitengewoon hoogleeraar te Amster dam tot lid en secretaris, M. L Q. Van Ledden Hulseb03ch, apotheker te Amsterdam; tot ledendr. C. A. Lobry van Troo3tenburg de Bruyn, hoogleeraar te Amsterdam, en dr. E. Verschaffeit, buitengewoon hoogleeraar te Amsterdam; tot plaatsvervangende leden: J. Polak, apotheker te AmsterdamG. B. Schmidt, chef-apotheker aan bet Binnengasthuis te Amsterjam; dr. G. Honoius Eoldingh, privaat docent te Amsterdam, en D. Bierhaalder, apo theker te Baarn. Ter benoeming aan de hoogero burger school voor jongens met 5 jarigen cursus te 's Gravenhage tot loeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde, geschiedenis en aaroryks- kunde wordt voorgedragen de heer H. Boerma, thans tydeiyk leeraar in die vakken aan die school; voor tydelyk leeraar, van 1 September 1898 tot 31 Augustus 1899: in Engelsche taal de heer J. J. Heisdon Rix, thans tydelyk in natuuriyke historie dr. J. F. Van Bemmelen, thans tydelyk; in wiskunde de beer P. Tillema, thans tydelyk; in handteekenen de heer W. J. Lampe, te Lelden. De feestweek in Delft is gisteren begonnen. Toen heeft de plechtige ontvangst plaats gehad der Deutsche reünisten280 namen van oude academieburgers werden er ingeschreven. Do optocht stelde zich voor do studenten sociëteit „Phoenix" op en trok van daar langs de versierde straten en dichtbezette grachten eerst naar het gubouw der Polytech nische School. Do corpsvoorzitter, de heer 's Jacob, richtte hier het welkomstwoord tot de reünisten in een redevoering, die herhaaldeiyk met gejuich en het zingen van bet corpslied werd afge broken. Met niet minder geestdrift werd de rede voering van den voorzitter der reünisten, den heer Van DieseD, ontvangen. In de Prinsenkamer werden de commissie der reünisten en de senaat door professor Telders toegesproken, die o. a. zeide: „Welkom, herteiyk welkom in ons midden. Het verheugt ons oprecht u hier te mogen ontvangen, vertegenwoordigers van de oud leden en leden van het Delftsche Studenten corps, die sedert 50 jaren den naam van dat corps zoo eervol hebben gevestigd en hoog gehouden, en die door een grootsche feest viering een nieuw bewys gaat leveren van zyn bloei, zyn kracht, zjo frissche jeugd. „Is bet u een behoefte ons uw hulde te brengen, bier wordt ge met open armen ont vangen. Hier denken wy elke vyf jaren aan uw bezoek, het aangenaamst en gelukkigst oogentlik, dat wy in deze vergaderzaal door brengen, omdat het terugzien van zoovelen in het leven welgeslaagde mannen ons de schoonste voldoening doet smaken, omdat wy ons trotsch gevoelen op onze leerlingen, omdat hefc ona innig verheugt, dat zoovele hooggespannen verwachtingen uit het ver leden in u tot een zoo ryke vervulling zyn gokomen." Tot den heer Van Diesen zeide de heer Telders: „Staande tegenover u kan ik den aandrang niet weerstaan u te zeggen, hoezeer het my verheugt u bier de hand te mogen drukken. Niemand kon hooger aanspraken doen gelden op deze presidiale waardigheid dan gy, mede oprichter van het Delftsch Studentencorps, bouwmeester der bruggen by Kuilenburg, Bommel en Hedel, hoofdinspecteur van 's Ryks Waterstaat, die met nog jeugdige kracht en opgewektheid ons een waar voorbeeld zyt van een verdienstelijk, welbesteed, succesvol ingenieursleven." Ten slotte trok men naar de Groote Markt, waar het carillon den optocht met het corps- lied ontving. Op het stadhuis recipieerde de burgemeestor, de beer De Vries van Heyst, en heette de reünisten, alsmede den Senaat van het feest vierende corps harteiyk welkom in zyn ge- moente. Na een kleinen tocht door Delfts straten werd de stoet tot ontvangst der reünisten ontbonden op het feestterrein op Stads Doelen. Aldaar werd een matinóe gegeven door de kapel der huzarenmuziek, onder directie van den heer v. Waasdyk, en werden de gasten ontvangen onder de uitvoering van den feest marsch, gecomponeerd en gedirigeerd door den heer F. A. Brandt, pol. student. Aan het reunie-diner werd door ruim 200 oud-studenten deelgenomen. Na afloop daarvan vereenigde men zich in de sociëteit „Phoenix". Heden is 't do dag van de maskerade. H. K. H. prinses Pauline van Wurtemberg is gistermorgen van Soestdyk naar Duitsch- land vertrokken. H. K. H. begaf zich met een hofrytuig naar Utrecht, van waar zy met den doorgangstrein der Staatsspoorwegen de reis naar Frankfort voortzette. De minister van justitie heeft thans aan de Tweede Kamer ingediend het wetsontwerp tot wyziging en aanvulling van de bepalingen in het Burg. Wetboek betreffende de erkenning en wettiging van natuuriyke kinderen en daarmede samenhangende artikelen, alsmede van eenige bepalingen betreffende het vader schap en de afstamming van wettige kinderen. Naar aanleiding van een door oen heer J. M. Lion, wapenteekenaar te 's-Gravenhage, aan H. M. de Koningin-Regentes gericht request om inlichtingen te mogen ontvangen omtrent het wapen van H. M. de Koningin, is aan requestrant medegedeeld, dat het wapen van wyien Z. M. den Koning by Kon. besluit is vastgesteld en dat zoolang hieromtrent niet anders is bepaald dit wapen ook voor H. M. de Koningin onveranderd blyft gehandhaafd. Binnen een tiental dagen zal genoemde wapen teekenaar daarvan afbeeldingen in den handel brengen. Het „Haag8che Dagblad" verneemt, dat dr. Eykman, thans directeur van het bacterio logisch laboratorium te Batavia ea nu met verlof hier te lande, ernstig in aanmerking komt voor het boogleeraarsambt te Utrecht in de plaats van professor dr. Overoeek de Meyer. De „Sts.-Ct." bevat heden de wet van 2 Juli 1898, tot nadere regeling van de pen sioensaanspraken der weduwen en weezen van burgeriyke ambtenaren, vóór of op den lOden December 1888 overleden, gepension- neerd of op wachtgeld gesteld (Stsbl. No. 167), en de wet van 2 Juli 1898, tot verhoogiog van het negende hoofdstuk der Staatsbegroo- ting voor het dienstjaar 1898. (Stsbl. No. 171). Het bericht dat de hoer Scherer, oudste lid van den Raad van Indië, zya verzo9k om ontslag had ingediend, is volgens hefc „Vad." onjnist. Het blad verzekert, dat van een door den heer Scherer gedane aanvraag om ontslag aan het departement van koloniën niets bekend is. Naar het „Hbl." verneemt, zullon de mailbooten van de Nordd. Lloyd op de thuis reis van China en Singapore, te beginnen met het volgende Sumatratabak-seizoen, ook Amsterdam aandoen. Het Nederlandsche stoomschip „Merapi" van de Rott. Lloyd, op reis van Rotterdam naar Batavia, is te Perim aangekomen mot brand in de bunkers; het vuur is echter sedert gebluscht zonder dat het stoomschip schade bekwam; het schip heeft gisteren de reis voortgezet; de „Maasdam" arriveerde 11 Juli van Rotterdam te Nieuw-York; de „Salak" arriveerde 11 Juli van Rotterdam te Batavia; de „Kaiser", van Hamburg en Amsterdam □aar Oost-Afrika, passeerde 10 Juli Dungeness; de „Reichstag", van Hamburg en Antwerpen naar Oost-Afrika, arriveerde 11 Juli te Port- Said; de „Telamon", van Batavia naar Amster dam, passeerde 11 Juli Gibraltar; de „Ajax", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 10 Juli te Suez; de „Drente", van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 10 Juli te Marseille; de „Prins van Oranje", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 20 Juli Pantelleria. Hillegom. De commissie voor de feesteiyk- heden albior by gelegenheid van de plechtige inhuldiging van H. M. de Koningin, heeft be paald, dat de feestviering zal plaats hebben op Woensdag 14 September. Oegstgeest. Toen Zondag-morgen omstreeks halfzeven een persoon van Rynsburg, N. Zand bergen Kz. genaamd, nadat hy ia z(]n land, naby Postbrug onder Oegstgeest, de kooien in het land had gemolkon, naar zyn woning terugkeerde, zag by in een boom aan den 6traatweg naby Postbrug iemand hangen, hetgeen hem op het eersto gezicht hevig deed ontstellen. To:n hy vervolgens bet han gende lichaam had afgesneden en in het gras gelegd, verzocht hy den conducteur der van Haarlem komende stoomtram een der ge meenteveldwachters van Oegstgeest te waar schuwen, waarop deze met een wagen aan kwam om het ïyk naar htt ïykenhuis naby hefc Raadhuis te vorvoeren. By onderzoek bleek, dat de overledene een brief by zich had Feuilletoni 'ijlf0° en Lora glimlachte. „Go hebt geiykIk vergeet dat jelui elkaar in geen dertig jaar gezien sihobt. Dan zoudt ge zeker in den opkrachtigen, reeds eenigszins vergrysden man in»moeiiyk den slanken, vluggen Harald van toen herkennen; maar dat zeg ik je, een schoon heid is hy thans nog, en zyn oogen, o, zulke iDiblauwe oogen zyn er op de heele wereld als die van Harald, voor my althans," vèegdo zy er met een meisjesachtigen blos by. faarby wierp zy een half beschaamden blik Liza; maar wat had zy toch op haar irïfffrsterg gezicht gelezeD, dat zy zoo plotseling es ophield en als aan den grond genageld naar haar keek? Ja, wat men in jarenlangen om- is gang ziet noch vermoedt, omdat men als met geblinddoekto oogen en dichtgehouden ooren voortloopt, daarvoor is vaak een enkel blik- «emsnel oogenblik voldoende I I- Lora stelde slechts één vraag, haar zooeven gemaakte uitdrukking daarmee voltooiend. i* »Q» Liza, voor u ook?" En zonder het ant- r woord af te wachten, sloot zy haar zuster in if haar armen. En waarom zou zy het loochenen, ,pztJ, de schier vyftigjarige? Waarom niet aan haar zuster bekennen, hoe ook zy in den tyd, li die thans zoo ver achter beiden lag, den man 9 had bemind, dien Lora zoo vaak als den -beminneiykst® had aangeduid, den edelste, den beste? Lora moest de laatste zyn om dat zeldzaam of wonderbaarlyk te viDden; maar wel stond zy over zicbzelve verbaasd en noemde zich een blinde egoïste, dat in de volheid van haar eigen geluk nooit de gedachte by haar was opgekomeD, dat op het hart van haar geliefde zuster de donkerste schaduw was gevallen, omdat zyzelve in den zonne- schyn stond. VUL Wio oude familiekronieken doorbladert, die ziet tusschen de geboorte en het sterven der verschillende familieleden vaak slechts weinige regels staan, die de gebeurtenissen vermelden, welke tusschen die beide punten plaats had- deD. Of zy minuten of jaren telleD, de schrede van de wieg tot het graf is telkens slechts kleiD, en klein komt zy ook ons voor, in berichten als degene, die deze bladen vullen, en waarin het toch altyd slechts de voor naamste oogenblikken in het leven der ge schilderde personen zyn, die den lezer voor oogen kunnen gesteld worden; de daartusschen liggende tydperken worden meestal slechts met korte woorden aangeduid, niet beschreven. „De tyd ging zyn loop," „Jaren verliepen" of iets van dien aard. En zoo zeggen ook wy. Jaren verliepen, en de dag kwam, dat Lora ziek en verzwakt op haar legerstede lag, waarvan zy niet meer zou opstaan. Het wa3 een snelle ontsteking, die haar dagen het einde aankondigde, en zy wees haars mans voornemen van de hand, de veraf wonende zuster te laten komenzy wist, dat Liza haar niet meer bereiken kon, en wilde haar de smart van ëen aankomst besparen, wanneer het „te laatl" de aankomende als een dolksteek treft. Harald kon het niet gelooven, wilde het niet begrypen, dat het de dood was, die in deze lieflyke gestalte zyn trouwe gezellin van hem wegrukte, want de pynen, die eerst zeer hevig waren geweest, waren byaa geheel verdwenen, en het schoone gelaat, dat noch ouderdom, noch ziekte konden misvormen, zag hem nog zoo vol leven aan, dat de uit spraak- der geneesheeren„Geen hoop meer l" hem een onmogelykheid toescheen. De zieke zelve echter voelde, dat zy gelyk hadden; zy bemerkte bet aan haar afnemen- den pols, aan de steeds grooter wordende uitputting, en de eens zoo levenslustige Lora was bereid op 's Meesters roep haar „Hier ben ik!" te antwoorden. Het leven aan Haralds zyde had haar de aarde wel ryk, maar den hemel daardoor niet armer gemaakt; integendeel, na het veelbe wogen leveD, dat van ervaringen ook van smartelyken aard niet geheel verschoond ge bleven was, gelyk dat by de moeder van een groot gezin niet anders mogeiyk is, verlangde zy even vurig naar de rust- of feestdagen der eeuwigheid. „En hoe heeriyk zal het zyn, niet meer tegen myn oude, zelfzuchtige natuur, myn zwak en dwaas hart te moeten strydenl" zeide zy met een tevreden glimlachje tot baar echtgenoot. „O, Harald, hoeveel moeite heb ik je veroorzaakt, hoeveel hebt ge aan my op te voeden en to verdragen gehadI Uw leven lang! Vergeef het my." Man en vrouw waren alleen. De kinderen en kleinkinderen want Lora's oudste dochter was reeds sinds verscheidene jaren gehuwd en zelve reeds moeder van bloeiende zonen zy allen waren op de tyding van hun moeders ziekte van verschillende kanten komen toe snellen en omringden het ziekbed met hun liefde en bezorgdheid; thans echter had Lora gewenscht met haar man een poos alleen gelaten to wordeD. „Myn geliefde Lora!" antwoordde Harald bewogen op de zooeven gedane uitdrukking zyDer vrouw. „O, spreek niet zóó tot my, ik verdien het niet. Gy hebt my veel meer te vergeven dan ik ui" Zy zag hem vragend aan, toen glimlachte zy met een blik, waaruit bleek, dat zy begon te begrypeD, zooals misschien een engel in den hemel glimlacht, die door aardsch leed niet meer getroffen kan worden. „Harald," sprak zy toen, „wanneer men staat als ik aan de poorten der eeuwigheid, dan ziet men scherper en vat men veel dingen anders op dan in het gewone leven. Ik geloof, ik begryp, wat ge bedoelt; wanneer dat echter zoo is, ook dan heb ik je niets te vergeven, ge hebt me niet met opzet misleid, ge ver- moeddet niet, dat Liza je beminde." Een machtige beweging deed den ouden man sidderen, hy was bleeker geworden dan de stervende vóór hem. „My beminde?" herhaalde hy als ia een droom. „Ja," vervolgde Lora, „en u bemind heeft, u alleen haar en uw gansche leven lang, Haraldl Ziet ge, ook engelen beantwoorden somtyds de liefde van stervelingen weet ge nog wel? Ge beweerdot eens het tegon- d 'el." Zy glimlachte. „Maar ziet ge," ging zy voort, „ik vraag niet meer: Waarom moest het zoo zyn? Waarom moest ik jelui scheiden door myn blinde, zelfzuchtige liefde? Waar ik nu sta, vraagt men niet meer, omdat hefc antwoord zoo naby is. Maar een gedeelte er van ken ik reeds nu: het heeft zoo moeten zyn, om de zwakke, dwaze Lora tot God te brengen, zooals slechts het voorbeeld en de invloed vermocht van hem, dien ook zy bemind heeft, zooals men slechts éénmaal beminnen kan. En zoo bemin ik je nog." Zy wilde zyn handen aan haar lippen trekkeD, doch hy knieldo naast haar neder on bedekte de hare met zyn kussen. „Lora, zult ge my gelooven, my in zulk een oogenblik gelooven, als ik u zeg, dat ook gy de zegen van myn leven geweest zyt, dat, zoo u ook al niet de hartstocht van den jonge ling heeft toebehoord, gy u de liefde van den man hebt verworven, wiens levensgeluk go geworden zyt?" Een schier bovenaardsche vreugde straalde uit het gelaat der stervende, „O, Harald, wat maakt ge my gelukkig l Dat is meer, vee\ meer dan ik verwachtte. Nu heb ik geen anderen wensch meer dan dien, dat ge uw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1