r
J N". 11773
Woensdag 13 Juli.
A#. 1898
<§eze <§oarant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
5 8
Si
■heiderozen.
63,
2. J
IDSCH
DA&BLAD.
1.2# PRIJS DEZEE COPTtft NT;
Voor Lolden per 3 maanden. ...f 1.10.
Franco per post1-40.
Wka Afzonderlijke NommerB 06-
PRIJS ngp atwkhtbin'I'i ftrai
rogols f 1.06. Iedere regel meer f 0.17j. - Crootera
Van 1-6
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend
Voor bet incasseeren buiten de stad
50.
Ofllciëelo HonnissoTloijcn.
=i
oed,
irgaderlng van den Qemeenteraad Tan Leiden,
op Donderdag 14 Juli 1898, des
i namiddags to twee uren.
Punten tor behandeling:
1* Verzoek van Dr. G. M. Kruimel, om conti-
atid in de betrekking van stads gonoes- en
elkundige (148)
2°. Verzoek als voren van Dr. W. De Jong. (loO)
3°. Benoeming van een vierde onderwijzeres in
i handwerken aan de school 4do klasse No.
(153)
4°. Verzoek van de Wed. H. N. Tetterode—
aassen, om terugbetaling van schoolgeld, mid-
dbaar onderwijs. (149)
5°. Verzoek van J. D. Van Wijk, om ontslag uit
betrekking van onderwijzer aan de Kweek-
;hool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (145)
6°. Verzoek als voren ven H. C. Van der
egde. (145)
7°. Staat van af- en overschrijving op^ de be-
•ooting dienst 1897 van het Heilige beest of
rme Wees- en Kinderhuis. (152)
8ft. Voorstel omtrent de uitgifte van permission
'tfiet jagen op waterwild op de Vroon wateren. (154)
9°. Verznok van ür. O. Finsch, om terugbetaling
»n schoolgeld, lager onderwijs. (155)
l 10°. Verzoek van C. J. Baron Leembruggen c. s.,
n verlenging tui» de verleende vergunning tot
et leggen vau rails in den zuidelijken borni van
en straatweg LeidenAlfen. (157)
OF, 11°. Rapport der Raadscommissie in zake een
vontueele onbewoonbaarverklaring van de per-
eelen Gaslliuislaan Nos. 3 en 5. (158)
12'. Staten van af- en overschrijving op do be-
rooting dienst 1897 van het Roomsch-Katboliek
ir. .rmbestuur en van het Roomsch-Katholiek Wees-
ui- a Oudeliedenhuis. (159)
13°. Staat Model A op de begrooting, dienst
898. (Uilkeering van ƒ1000 aan de weduwe van
tof en verongelukten werkman C. Stol). (160 en 161)
14°. Verzoek van Commissarissen dor Stedel.
lasfabiiek tot beschikbaarstelling van gelden voor
e verlichting van het Van der-Werf-park, bij
fc- elegenheid van de inhuldigingsfeesten. (162)
op
Leiden, 12 Juli.
J. Het weder ia de Beiersche infanterie-
18 :apel gisteravond niet ter wille geweest. De
2é loop, dat er reeds toen, in plaats van heden,
""een gunstige verandering zou intreden, is
liet bewaarheid. Het is daarom den Leidenaars
liet euvel te duiden, dat zy in zoo'n geringen
waren opgekomen. Het was er in den
uin van „Zomerzorg" werkelijk koel en wegens
en fijnen regen nu en dan, ook vochtig. Het
fT 3 wel jammer, dat het concert onder zulke
tl© mstancigheden plaats had, want de kapel
an den heer Joh. Strauss is de aandacht in
ele opzichten waard. De uitvoeringen der
1 erschillende nommers van hefc programma,
1-5, raarop intusschen van andere concerten menig
ekende naam voorkwam, kenmerkten zich
a, door eenheid en beschaafdheid. Als iets
eWzaams voor hier trokken veel belang-
telling dej beide solo's voor vier gedrapeerde
t0 erauten trompetten, met begeleiding van het
verige orkest. Aan het slot werd er daarvan
én herhaald, evenals ook het Wilhelmus in
2Q luda töonzettiDg werd toegegeven. Hot publiek
__;etuigde den geheelen avond van veel waar
dering. Het was tevreden.
Aan het jongste verslag der werkzaam-
leden van het wykgebouw DGeloof, Hoop,
Sj leefde," is het volgende ontleend:
ho "De Zondagsschool werd iedero week bezocht
'goloor 142 kinderen, verreweg het grootste
leel uit de fabriekskringen.
■a-g
se.l
lis
Het huisbezoek van den heer Syfcsma is
een van de oorzaken, dat het getal de twee
laatsto jaren aanmerkelijk steeg.
In de maand Januari werd door do dames,
die les geven op de Zondagsschool, aan ieder
kind een kleedingstuk thuisgebracht.
Van do „Zondagsschoolcenten" gaan dit
jaar twee kinderen naar buiten.
Godsdienstonderwijs wordt gegeven aan 48
jongens en 31 meisjes. Dit aantal is nagenoeg
hetzelfde als verleden jaar. BoveDoien ont
vangen nog 9 volwassen mannen goas.ienst-
onderwljs.
Hot koor van fabrieksmeisjes komt des
Zondags bijeen en krijgt dan zangles van een
gesalarieerd onderwijzer.
Het koor gaf vier uitvoeringen.
lederen Zondagavond heeft de jongelieden-
vereeniging „Vry en Vroom" een bijeenkomst
onder leiding van den godsdienstonderwijzer,
die de vereeniging oprichtte; zy telt 25 leden.
Met een vertelling wordt gewoonlijk de avond
geopend; verder houden de jongens voor
drachten.
Dit jaar heeft oen onderwijzer zich aange
boden, om aan jongens tweemaal 's weeks
les te geven in rekenen en handteekenen.
Yan zes klom het getal tot vijftien.
Zeven meisjes, vijf jongens, twee vrouwen
en één man leeren van den godsdienstonder
wijzer lezen en schrijven.
lederen Vrijdagavond is de bibliotheek van
810 uren geopend. Door 178 lezers werden
dit jaar 5000 boeken gelezen.
Vele volwassenen maken er gebruik van.
Over het loopend jaar werd ontvangen
f 1465.71* en uitgegeven f 1242.06; zoodat
het batig saldo f 223.65s bedraagt.
Maancag 18 Juli zal in het „Hotel du
Nord" het vaandel onthuld worden der Neder-
landsche Vereeniging van Indische oud-strijders
„Het Vaderland Getrouw". Een advertentie
in dit blad geeft nadere inlichtingen.
Nog een buste van Koningin Wilhelmina.
Onze stadgenoot de heer J. Van Dam, van
wien by de beeren gebroeders Reinke, aan
de Botermarkt, sedert eenige dagen een ge
schilderd portret van H. M. in wandeltoilet
wordt geëxposeerd, heeft thans ook zyn
krachten aan een buste beproefd, welke nu
eveneens by dezelfde heeren te bezichtigen is.
Ze is nog in klei en zal waarschyniyk binnen
kort in gips in den handel komen. Omtrent
de geiykenis hoorden we uit den mond van
hen, die het werk reeds zagen, een gunstig
oordeel. De expositie duurt slechts kort.
Van het „Woordenboek der Neder-
landsche Taal" is heden van het derde deel
verschenen de achtste aflevering, behandelende
de woorden BrandschattenBrengen, bewerkt
door dr. J. W. Muller.
By koninklyk besluit van 8 Juli zyn de
commissiën, die met ingang van 1 Augustus
1898, gedurende één jaar te Leiden, Utrecht,
Groningen en Amsterdam belast zullen zyn
met het afnemen van de practische examens
van apotheker, samengesteld en mitsdien be
noemd o. a.van de commissie, die zitting
zal houden te Leiden: tot lid en voorzitter,
dr. H. P. Wysman, hoogleeraar te Leiden;
tot lid en secretaris, dr. P. A. Vos, apotheker
te Rotterdam; tot leden: dr. A. P. N. Fran-
chimont, hoogleeraar te Leiden; dr. M. Gres-
hoff, onderdirecteur vau het Koloniaal Museum
te Haarlem; tot plaatsvervangend© leden: dr.
W. F. R. Suringar, hoogleeraar te Leiden;
dr. G. Romyn, apotheker te Apeldoorn; L.
Van Itallie, gemeente-apotheker te Rotterdam;
van de commissie, die zitting zal houden
te Amsterdamtot lid en voorzitter, W.
Stoeder, buitengewoon hoogleeraar te Amster
dam tot lid en secretaris, M. L Q. Van Ledden
Hulseb03ch, apotheker te Amsterdam; tot
ledendr. C. A. Lobry van Troo3tenburg de
Bruyn, hoogleeraar te Amsterdam, en dr. E.
Verschaffeit, buitengewoon hoogleeraar te
Amsterdam; tot plaatsvervangende leden: J.
Polak, apotheker te AmsterdamG. B. Schmidt,
chef-apotheker aan bet Binnengasthuis te
Amsterjam; dr. G. Honoius Eoldingh, privaat
docent te Amsterdam, en D. Bierhaalder, apo
theker te Baarn.
Ter benoeming aan de hoogero burger
school voor jongens met 5 jarigen cursus te
's Gravenhage tot loeraar in de Nederlandsche
taal en letterkunde, geschiedenis en aaroryks-
kunde wordt voorgedragen de heer H. Boerma,
thans tydeiyk leeraar in die vakken aan die
school; voor tydelyk leeraar, van 1 September
1898 tot 31 Augustus 1899: in Engelsche
taal de heer J. J. Heisdon Rix, thans tydelyk
in natuuriyke historie dr. J. F. Van Bemmelen,
thans tydelyk; in wiskunde de beer P. Tillema,
thans tydelyk; in handteekenen de heer W.
J. Lampe, te Lelden.
De feestweek in Delft is gisteren begonnen.
Toen heeft de plechtige ontvangst plaats gehad
der Deutsche reünisten280 namen van oude
academieburgers werden er ingeschreven.
Do optocht stelde zich voor do studenten
sociëteit „Phoenix" op en trok van daar
langs de versierde straten en dichtbezette
grachten eerst naar het gubouw der Polytech
nische School.
Do corpsvoorzitter, de heer 's Jacob, richtte
hier het welkomstwoord tot de reünisten in
een redevoering, die herhaaldeiyk met gejuich
en het zingen van bet corpslied werd afge
broken.
Met niet minder geestdrift werd de rede
voering van den voorzitter der reünisten, den
heer Van DieseD, ontvangen.
In de Prinsenkamer werden de commissie
der reünisten en de senaat door professor
Telders toegesproken, die o. a. zeide:
„Welkom, herteiyk welkom in ons midden.
Het verheugt ons oprecht u hier te mogen
ontvangen, vertegenwoordigers van de oud
leden en leden van het Delftsche Studenten
corps, die sedert 50 jaren den naam van dat
corps zoo eervol hebben gevestigd en hoog
gehouden, en die door een grootsche feest
viering een nieuw bewys gaat leveren van
zyn bloei, zyn kracht, zjo frissche jeugd.
„Is bet u een behoefte ons uw hulde te
brengen, bier wordt ge met open armen ont
vangen. Hier denken wy elke vyf jaren aan
uw bezoek, het aangenaamst en gelukkigst
oogentlik, dat wy in deze vergaderzaal door
brengen, omdat het terugzien van zoovelen
in het leven welgeslaagde mannen ons de
schoonste voldoening doet smaken, omdat
wy ons trotsch gevoelen op onze leerlingen,
omdat hefc ona innig verheugt, dat zoovele
hooggespannen verwachtingen uit het ver
leden in u tot een zoo ryke vervulling zyn
gokomen."
Tot den heer Van Diesen zeide de heer
Telders:
„Staande tegenover u kan ik den aandrang
niet weerstaan u te zeggen, hoezeer het my
verheugt u bier de hand te mogen drukken.
Niemand kon hooger aanspraken doen gelden
op deze presidiale waardigheid dan gy, mede
oprichter van het Delftsch Studentencorps,
bouwmeester der bruggen by Kuilenburg,
Bommel en Hedel, hoofdinspecteur van 's Ryks
Waterstaat, die met nog jeugdige kracht en
opgewektheid ons een waar voorbeeld zyt
van een verdienstelijk, welbesteed, succesvol
ingenieursleven."
Ten slotte trok men naar de Groote Markt,
waar het carillon den optocht met het corps-
lied ontving.
Op het stadhuis recipieerde de burgemeestor,
de beer De Vries van Heyst, en heette de
reünisten, alsmede den Senaat van het feest
vierende corps harteiyk welkom in zyn ge-
moente.
Na een kleinen tocht door Delfts straten
werd de stoet tot ontvangst der reünisten
ontbonden op het feestterrein op Stads Doelen.
Aldaar werd een matinóe gegeven door de
kapel der huzarenmuziek, onder directie van
den heer v. Waasdyk, en werden de gasten
ontvangen onder de uitvoering van den feest
marsch, gecomponeerd en gedirigeerd door den
heer F. A. Brandt, pol. student.
Aan het reunie-diner werd door ruim 200
oud-studenten deelgenomen. Na afloop daarvan
vereenigde men zich in de sociëteit „Phoenix".
Heden is 't do dag van de maskerade.
H. K. H. prinses Pauline van Wurtemberg
is gistermorgen van Soestdyk naar Duitsch-
land vertrokken. H. K. H. begaf zich met
een hofrytuig naar Utrecht, van waar zy met
den doorgangstrein der Staatsspoorwegen de
reis naar Frankfort voortzette.
De minister van justitie heeft thans aan
de Tweede Kamer ingediend het wetsontwerp
tot wyziging en aanvulling van de bepalingen
in het Burg. Wetboek betreffende de erkenning
en wettiging van natuuriyke kinderen en
daarmede samenhangende artikelen, alsmede
van eenige bepalingen betreffende het vader
schap en de afstamming van wettige kinderen.
Naar aanleiding van een door oen heer
J. M. Lion, wapenteekenaar te 's-Gravenhage,
aan H. M. de Koningin-Regentes gericht
request om inlichtingen te mogen ontvangen
omtrent het wapen van H. M. de Koningin,
is aan requestrant medegedeeld, dat het wapen
van wyien Z. M. den Koning by Kon. besluit
is vastgesteld en dat zoolang hieromtrent niet
anders is bepaald dit wapen ook voor H. M.
de Koningin onveranderd blyft gehandhaafd.
Binnen een tiental dagen zal genoemde wapen
teekenaar daarvan afbeeldingen in den handel
brengen.
Het „Haag8che Dagblad" verneemt, dat
dr. Eykman, thans directeur van het bacterio
logisch laboratorium te Batavia ea nu met
verlof hier te lande, ernstig in aanmerking
komt voor het boogleeraarsambt te Utrecht
in de plaats van professor dr. Overoeek de
Meyer.
De „Sts.-Ct." bevat heden de wet van
2 Juli 1898, tot nadere regeling van de pen
sioensaanspraken der weduwen en weezen
van burgeriyke ambtenaren, vóór of op den
lOden December 1888 overleden, gepension-
neerd of op wachtgeld gesteld (Stsbl. No. 167),
en de wet van 2 Juli 1898, tot verhoogiog
van het negende hoofdstuk der Staatsbegroo-
ting voor het dienstjaar 1898. (Stsbl. No. 171).
Het bericht dat de hoer Scherer, oudste
lid van den Raad van Indië, zya verzo9k om
ontslag had ingediend, is volgens hefc „Vad."
onjnist. Het blad verzekert, dat van een door
den heer Scherer gedane aanvraag om ontslag
aan het departement van koloniën niets
bekend is.
Naar het „Hbl." verneemt, zullon de
mailbooten van de Nordd. Lloyd op de thuis
reis van China en Singapore, te beginnen
met het volgende Sumatratabak-seizoen, ook
Amsterdam aandoen.
Het Nederlandsche stoomschip „Merapi"
van de Rott. Lloyd, op reis van Rotterdam
naar Batavia, is te Perim aangekomen mot
brand in de bunkers; het vuur is echter
sedert gebluscht zonder dat het stoomschip
schade bekwam; het schip heeft gisteren de
reis voortgezet; de „Maasdam" arriveerde 11
Juli van Rotterdam te Nieuw-York; de „Salak"
arriveerde 11 Juli van Rotterdam te Batavia;
de „Kaiser", van Hamburg en Amsterdam
□aar Oost-Afrika, passeerde 10 Juli Dungeness;
de „Reichstag", van Hamburg en Antwerpen
naar Oost-Afrika, arriveerde 11 Juli te Port-
Said; de „Telamon", van Batavia naar Amster
dam, passeerde 11 Juli Gibraltar; de „Ajax",
van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 10
Juli te Suez; de „Drente", van Batavia naar
Rotterdam, arriveerde 10 Juli te Marseille;
de „Prins van Oranje", van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 20 Juli Pantelleria.
Hillegom. De commissie voor de feesteiyk-
heden albior by gelegenheid van de plechtige
inhuldiging van H. M. de Koningin, heeft be
paald, dat de feestviering zal plaats hebben
op Woensdag 14 September.
Oegstgeest. Toen Zondag-morgen omstreeks
halfzeven een persoon van Rynsburg, N. Zand
bergen Kz. genaamd, nadat hy ia z(]n land,
naby Postbrug onder Oegstgeest, de kooien
in het land had gemolkon, naar zyn woning
terugkeerde, zag by in een boom aan den
6traatweg naby Postbrug iemand hangen,
hetgeen hem op het eersto gezicht hevig
deed ontstellen. To:n hy vervolgens bet han
gende lichaam had afgesneden en in het gras
gelegd, verzocht hy den conducteur der van
Haarlem komende stoomtram een der ge
meenteveldwachters van Oegstgeest te waar
schuwen, waarop deze met een wagen aan
kwam om het ïyk naar htt ïykenhuis naby
hefc Raadhuis te vorvoeren. By onderzoek
bleek, dat de overledene een brief by zich had
Feuilletoni
'ijlf0°
en Lora glimlachte. „Go hebt geiykIk vergeet
dat jelui elkaar in geen dertig jaar
gezien sihobt. Dan zoudt ge zeker in den
opkrachtigen, reeds eenigszins vergrysden man
in»moeiiyk den slanken, vluggen Harald van toen
herkennen; maar dat zeg ik je, een schoon
heid is hy thans nog, en zyn oogen, o, zulke
iDiblauwe oogen zyn er op de heele wereld
als die van Harald, voor my althans,"
vèegdo zy er met een meisjesachtigen blos by.
faarby wierp zy een half beschaamden blik
Liza; maar wat had zy toch op haar
irïfffrsterg gezicht gelezeD, dat zy zoo plotseling
es ophield en als aan den grond genageld naar
haar keek? Ja, wat men in jarenlangen om-
is gang ziet noch vermoedt, omdat men als met
geblinddoekto oogen en dichtgehouden ooren
voortloopt, daarvoor is vaak een enkel blik-
«emsnel oogenblik voldoende I
I- Lora stelde slechts één vraag, haar zooeven
gemaakte uitdrukking daarmee voltooiend.
i* »Q» Liza, voor u ook?" En zonder het ant-
r woord af te wachten, sloot zy haar zuster in
if haar armen. En waarom zou zy het loochenen,
,pztJ, de schier vyftigjarige? Waarom niet aan
haar zuster bekennen, hoe ook zy in den tyd,
li die thans zoo ver achter beiden lag, den man
9 had bemind, dien Lora zoo vaak als den
-beminneiykst® had aangeduid, den edelste,
den beste? Lora moest de laatste zyn om dat
zeldzaam of wonderbaarlyk te viDden; maar
wel stond zy over zicbzelve verbaasd en
noemde zich een blinde egoïste, dat in de
volheid van haar eigen geluk nooit de gedachte
by haar was opgekomeD, dat op het hart van
haar geliefde zuster de donkerste schaduw
was gevallen, omdat zyzelve in den zonne-
schyn stond.
VUL
Wio oude familiekronieken doorbladert, die
ziet tusschen de geboorte en het sterven der
verschillende familieleden vaak slechts weinige
regels staan, die de gebeurtenissen vermelden,
welke tusschen die beide punten plaats had-
deD. Of zy minuten of jaren telleD, de schrede
van de wieg tot het graf is telkens slechts
kleiD, en klein komt zy ook ons voor, in
berichten als degene, die deze bladen vullen,
en waarin het toch altyd slechts de voor
naamste oogenblikken in het leven der ge
schilderde personen zyn, die den lezer voor
oogen kunnen gesteld worden; de daartusschen
liggende tydperken worden meestal slechts
met korte woorden aangeduid, niet beschreven.
„De tyd ging zyn loop," „Jaren verliepen"
of iets van dien aard.
En zoo zeggen ook wy. Jaren verliepen, en
de dag kwam, dat Lora ziek en verzwakt op
haar legerstede lag, waarvan zy niet meer
zou opstaan.
Het wa3 een snelle ontsteking, die haar
dagen het einde aankondigde, en zy wees
haars mans voornemen van de hand, de veraf
wonende zuster te laten komenzy wist, dat
Liza haar niet meer bereiken kon, en wilde
haar de smart van ëen aankomst besparen,
wanneer het „te laatl" de aankomende als
een dolksteek treft.
Harald kon het niet gelooven, wilde het
niet begrypen, dat het de dood was, die in
deze lieflyke gestalte zyn trouwe gezellin van
hem wegrukte, want de pynen, die eerst zeer
hevig waren geweest, waren byaa geheel
verdwenen, en het schoone gelaat, dat noch
ouderdom, noch ziekte konden misvormen,
zag hem nog zoo vol leven aan, dat de uit
spraak- der geneesheeren„Geen hoop meer l"
hem een onmogelykheid toescheen.
De zieke zelve echter voelde, dat zy gelyk
hadden; zy bemerkte bet aan haar afnemen-
den pols, aan de steeds grooter wordende
uitputting, en de eens zoo levenslustige Lora
was bereid op 's Meesters roep haar „Hier
ben ik!" te antwoorden.
Het leven aan Haralds zyde had haar de
aarde wel ryk, maar den hemel daardoor niet
armer gemaakt; integendeel, na het veelbe
wogen leveD, dat van ervaringen ook van
smartelyken aard niet geheel verschoond ge
bleven was, gelyk dat by de moeder van een
groot gezin niet anders mogeiyk is, verlangde
zy even vurig naar de rust- of feestdagen der
eeuwigheid.
„En hoe heeriyk zal het zyn, niet meer
tegen myn oude, zelfzuchtige natuur, myn
zwak en dwaas hart te moeten strydenl"
zeide zy met een tevreden glimlachje tot baar
echtgenoot. „O, Harald, hoeveel moeite heb
ik je veroorzaakt, hoeveel hebt ge aan my
op te voeden en to verdragen gehadI Uw
leven lang! Vergeef het my."
Man en vrouw waren alleen. De kinderen
en kleinkinderen want Lora's oudste dochter
was reeds sinds verscheidene jaren gehuwd
en zelve reeds moeder van bloeiende zonen
zy allen waren op de tyding van hun moeders
ziekte van verschillende kanten komen toe
snellen en omringden het ziekbed met hun
liefde en bezorgdheid; thans echter had Lora
gewenscht met haar man een poos alleen
gelaten to wordeD.
„Myn geliefde Lora!" antwoordde Harald
bewogen op de zooeven gedane uitdrukking
zyDer vrouw. „O, spreek niet zóó tot my,
ik verdien het niet. Gy hebt my veel meer
te vergeven dan ik ui"
Zy zag hem vragend aan, toen glimlachte
zy met een blik, waaruit bleek, dat zy begon
te begrypeD, zooals misschien een engel in
den hemel glimlacht, die door aardsch leed
niet meer getroffen kan worden.
„Harald," sprak zy toen, „wanneer men
staat als ik aan de poorten der eeuwigheid,
dan ziet men scherper en vat men veel dingen
anders op dan in het gewone leven. Ik geloof,
ik begryp, wat ge bedoelt; wanneer dat echter
zoo is, ook dan heb ik je niets te vergeven,
ge hebt me niet met opzet misleid, ge ver-
moeddet niet, dat Liza je beminde."
Een machtige beweging deed den ouden
man sidderen, hy was bleeker geworden dan
de stervende vóór hem.
„My beminde?" herhaalde hy als ia een
droom.
„Ja," vervolgde Lora, „en u bemind heeft,
u alleen haar en uw gansche leven lang,
Haraldl Ziet ge, ook engelen beantwoorden
somtyds de liefde van stervelingen weet
ge nog wel? Ge beweerdot eens het tegon-
d 'el."
Zy glimlachte. „Maar ziet ge," ging zy
voort, „ik vraag niet meer: Waarom moest
het zoo zyn? Waarom moest ik jelui scheiden
door myn blinde, zelfzuchtige liefde? Waar
ik nu sta, vraagt men niet meer, omdat hefc
antwoord zoo naby is. Maar een gedeelte er
van ken ik reeds nu: het heeft zoo moeten
zyn, om de zwakke, dwaze Lora tot God te
brengen, zooals slechts het voorbeeld en de
invloed vermocht van hem, dien ook zy
bemind heeft, zooals men slechts éénmaal
beminnen kan. En zoo bemin ik je nog."
Zy wilde zyn handen aan haar lippen trekkeD,
doch hy knieldo naast haar neder on bedekte
de hare met zyn kussen.
„Lora, zult ge my gelooven, my in zulk
een oogenblik gelooven, als ik u zeg, dat ook
gy de zegen van myn leven geweest zyt, dat,
zoo u ook al niet de hartstocht van den jonge
ling heeft toebehoord, gy u de liefde van den
man hebt verworven, wiens levensgeluk go
geworden zyt?"
Een schier bovenaardsche vreugde straalde
uit het gelaat der stervende, „O, Harald, wat
maakt ge my gelukkig l Dat is meer, vee\
meer dan ik verwachtte. Nu heb ik geen
anderen wensch meer dan dien, dat ge uw