r tl?. 11767.
(gourcat wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en (feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Feuilleton.
Woensdaa 0 JulL
A*. 1898
LEIDSCH
DAG-BLAB.
PRIJS DEZER COURANT)
Voor Leiden per 8 maandeo.l.HX
Franco per post 1.4(X
Afzonderiyke Nommere 0.06.
PRIJH DKR ADVEBTENTTËN»
Van 1 0 regels f 1.06. iedere regel meer 0.17{. - Groot ere
letters naar plaats ruim ta - Voor het incasseereD buiten de stad
wordt 0.05 berekend
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Olhoiëele KenniHgeTlngeii.
JACHT.
De OommiBBaria der Koningin in d« provinei®
Zuid-Holland,
Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten
▼an den 21sten Juni 1898, No. 74;
Gelet op art 11 der wet van don 13den Juni 1857
(Staatsblad No. 87);
Brengt ter kennis van bolsnghebbenden, dat bg
voornoemd beolui; door de Gedeputeerde 8t ten is
bepaald, dat de al'^onderlgke jachten op waterwild
Yoor dit jaar zullen worden geopend op Maandag
den laten Aupu8tu8 aanstaande, en dat roi'Bclion
van dat tydatip af do uitoefening der jaohtbedrgven,
vermeld in art. 15, litt, d, f en h, der wet op de
jacht en vieecherij, is geoorloofd; wordende tevcne
herinnerd aan de bepaling van art. 1 van het
Beglement op de uitoefening der jaobt en viMoherij
in dozo prov.uoio, kraohteDS welke die jaobten niet
anders mo;eu plaats hebben dan op het waler, lacgö
de straadc-n, oevers vas meren, plassen, rivieren en
op moerassige landen.
En zal dezo kennisgeving, in plano gedrukt, worden
afgekoBdi-zd en aangeplakt, waar zulks te doen
gebruikelijk is, alsmede in bet Provinciaal blad en
in de Nederlandeoho Staatscourant worden geplaatst.
'o-Gravenhage, den 25sïen Juni 1898,
Do Commissaris der Koningin voornoemd,
POOK.
Leiden. 5 Juli.
Aan den 57sten verjaardag van H. K. H.
Prinses Mane, dochter van wijlen Z. K. H.
Prins Frederik der Nederlanden en gemalin
van Z. D. H. Vorst Von Wiod, werd heden
gedacht door het uitsteken van de vader-
landsche driekleur van d9 openbare en enkele
particuliere ge. ouwen en door het houden
eener parade ooor Ge troepen van het garnizoen
op het Schuttersveld.
Geslaagd is voor het examen als vroed
vrouw nifj. A. A. E. Stigter, alhier.
■- De boekhouding van do Exploratie- en
Mynbouw-Maatschappu „Sumatra" -irecteur
ae heer A. L. Van Hasselt, te Leiden) is
-•opgedragen aan den heer A. H. Van den Oever.
Naar aanleiding der advertentie betreffende
orkestklasse en orkestvereniging kunnen w\j,
door den heer Couwenhoven ingelicht, het
een en ander mededeelen.
Genoemde heer C. zegt, dat er voor de dilet
tanten musici hier ter stede geen gelegen
heid bestaat zich in orkestspel te ontwikkelen.
HU herinnert ons aan den tjjd, waarin zooveel
dilettanten een plaats in het orkest innamen
aan de violen, alten, cello's, zolfs enkele blaas
instrumenten door hen bezet werden.
Menig dilettant, die tijd en geld besteed
heeft en gaarne in een orkest zou willen
medewerken, vindt die gelegenheid alhier niet.
Daarom wil hy trachten door het oprichten
eener orkeatklasse en orkestvereniging den
dilettant en toekomstigen musicus van be
roep de gelegenheid te openen zich daarin
to kunuen ontwikkelen.
De orkestklasse heeft ton doel om zich voor
te bereiden voor de orkestverenigingde
orkostvereenigiDg echter om uit diegenen, die
reed3 eenige routine bezitten of door ae
orkestklasse daartoe voorbereid zijn, een
orkestvereniging samen te stellon om orkest
werken te bestudeeren en uitvoeringen te
geven voor vrienoen van instrumentale
muziek, die Couwenhoven's onderneming wil
len steunen.
Wy behoeven hen, die de toonkunst be
oefenen als vak of ontspanning, zek-r niet op
te wekken deze gunstige gelegenheid aan te
grypen en hun meiewerking toe te zeggen
aan den heer C. Wy weten, dat hy de man
is, voor zulk een taak berekend, door zyn
algemeene en degelyke instrumentale kennis
en door de ondervinding, op dat gobied als
muziekdirecteur te Deventer en Arnhem op
gedaan.
Door een verkeerde opgaaf zyn in de
namen van hen, wien na afgelegd examen
alhier de hoofdakte voor bbwaarschoolhouderes
is uitgereikt, enkele misstellingen geslopen,
nl.E. De SiUer moet zyn M. De Sitter; D.
Gelpke moet zyn L. Gelpke; M. Timmerman
moet zyn W. Timmerman, en E. Portengen
moet zyn A. J. Portengen.
De officier van gezondheid 1ste klasse
M. Van der Weerd wordt 1 Augustus van
zyn detacheeriog in de legerplaats by 01de-
broek ontheven en keert alsdan te Leiden in
garnizoen terug.
By de verschillende kantoren van aan
neming der marine meldden zich gedurende
het 2de kwartaal 1898 248 joDgens beneden
den leeftyd van 16 jaren voor vrywillige
dienstneming by Hr. Ms. zeemacht.
Van die 248 jongens werden er 171 afge
keurd en 77 geplaatst by de Kweekschool
voor Zeevaart alhier.
De Fransche mail uit Oost Indié wordt
morgenochtend alhier verwacht.
Aan het postkantoor Leiden en de daar
onder ressorteerende hulpkantoren werd ge
durende het tweede kwaitaal 1898 ingelegd
130,763 30 en terugbetaald ƒ106,833.04.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 15,245.
Van het regiment grenadiers en jagers,
het 4de reg. infanterie te Leiden en het 7de
reg. inf. te Amsterdam zullen respectieveiyk
11, en 5 onderofficieren deelnemen aan het
toelatingsexamen tot den hoofdcursus.
Aan het postkantoor Noordwyk en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren werd
gedurende het tweede kwartaal 1898 ingelegd
f 4371.59* en terugbetaald ƒ5396.55.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 617.
Bedankt is Yoor het beroep naar do Geref.
Gem. te Lisse door ds. Pieneman, te 's-Graven-
hage.
Op het zestal voor predikant by de
Ned.-Herv. Gem. te Joure komt het eerste voor
ds. A. W. Voors, te Heinoo.
De wet op den persooniyken dienstplicht
is Zaterdag door de Koningin-Regentes onder
teekend.
De minister van financien is uit het
buitenland in de residentie teruggekeerd.
De minister van oorlog heeft zfin verlof
hervat en vertoeft te Nymegen.
Te 's-Gravenhage ls overleden mr. G. J.
E. E. Zilcken, van 1874 tot 1895 secretaris
generaal aan het departement van buiten-
iandsche zaken.
De begrafenis zal Donderdag a. s. plaats
hebben te 11 uren '8 voormiddags van uit
het sterfhuis naar de R.K. begraafplaats.
De naar Madrid verplaatste Raad van
de Duitsche legatie te 's-Gravenhage, Baron
Von SeefriedtButtenhoim, is gisterochtend
naar zyn nieuwen post vertrokken, tot aan
den trein in het Hoil. Spoorstation vergezeld
door den gezant, Baron Von den BrlnckeD,
en den militairen-attaché, luitenant Von Uckro.
By h t eindexamen aan het gymnasium
to Arnhem heeft zich, voor zoover do eerste
groep betreft, een bijzonder feit voorgedaan.
Terwyi twee candidaten aanstonds werden
afgewezen, werd m6t alle andere examinendi
het examen voortgezet.
Naar aanleiding daarvan schryft mr. L. U.
De Sitter, secretaris van het college van cura
toren, aan de „N. R. C.":
„Ter handhaving van de eer en den goeden
naam van het Arnhemscho Gymnasium ver
klaart de ondergeteekende, curator aan het
Gymnasium, dat by onderzoek hem is geble-
kon, dat het voortzotten van het dit jaar ge
houden eindexamen voor Duitsch en Engelsch
met alle examinandi van de eerste groep niet,
zooals zulk een maatregel zou doen vermoe
den, het gevolg is goweest van eenig bedrog
van de zyde der examinandi, noch van eenige
partydlgheid van de zyde der leeraren, doch
enkel van willekeur van de zyde der gecom
mitteerden, die het gemaakte werk, waarvan
zy vooraf de opgaven niet hadden ingezien
en waarvan zy de vaststelling dus geheel aan
de betrokken leeraren hadden overgelaten,
weigerden te beoordeelen, omdat de keuze
van de ter vertaling opgegeven stukken niet
naar hun smaak was."
Op eenvouuige wyze is gisteren de derde
internationale bakkery-tentoonBtelling in den
Dierentuin te '«-Gravenhage geopend, in tegen
woordigheid van veel genoodigden Tot de
autoriteiten behoorden de hoofuintendant ge-
neraal-majoor Van Gendt en de majoor-inten
dant Winkel.
De voorzitter van het uitvoerend comité,
de heer Eussen, heette de aanwezigen welkom,
dankte de Koningin-Regentes voor Haar nooit
falende welwillendheid om Hare hooge be
scherming te verleenen, de miuisters van
buitenlandsche zaken, oorlog, marine en finan
ciën voor hun steun en herinnerde hoe wijlen
de burgemeester De Beaufort zyu krachtige
hulp had toegezegd.
Hy schetste het gewicht der tentoonstel
ling als middel om het volksvoedsel by uit
nemendheid beter te loeren kennen en noemde
goed meel en uitstekende gist hoofdfactoren
voor het b&kkersbearyf.
Op deze tentoonstelling is ook plaats in
geruimd aan de kookkunst, ten einde door
wedstryden in koken zoowel fraaie schotels
als volks8Cbotel8 te boreideu. Eindeiyk zal
een speciale historische tentoonstelling, de
bakku-ry betreffende, binnen weioige dagen de
aandacht trekken.
Mr. Stuart, van Amsterdam, president van
de jury, beantwoordde de rede met eenige
hartelyke woorden. Good bereid eten is volks
zaak. Hy wenschte meer verband tusschen
bakkers en het volk, zoodat de arbeider,
evenals in Fiankryk, in de bakkeryen zelf
ging eten en er melk of chocolade by dronk.
Zoodo.nde zou bet drankgebruik bestreden
worden. Do jury zou een zware taak hebben,
daar ia een klein bestek toch alle 54 klassen
vertegenwoorjigd waren. Hy wenaebte der
tentoonstelling veel succes.
Onder de tonen van het Wilhelmus werden
daarna de zalen en geleryen doorloopen,
terwyi ook op hc-t buitenttrrcin vélen een
kykje gingen nemen.
Algenuon is de roep over dc keurige tafol-
v rsienngen van de firma Vos en Legrand, te
Amsterdam, en Paulez, to 's-Gravenbage.
Van de buitenlandsche inzendingen, waar
van enkele dagen geloden weinig te bespeuren
was, zyn er op het gebied van suikerw.r-
ken, keukengereedschapp n, instrumenten tot
microscopisch meelonderzoek, grootcre en
kleine bakken, machines, enz.
Heorlyk, uitlokkend zien de tafeltjes welbe
reid op de bovenverdieping en in de beneden
zaal er uit. Zy zyn keurig gedekt met het
fijQ8to tafelzilver en kristal en pryken met
de heerlykste vruchten.
De bakkeryon op het buitenterrein bakten
„proef" en gingen daarna aan 't bakkeD, om,
na de opening, de hongerigen te spyzen.
De militaire inzenoing in de zaal is ver
sierd met de borstoeelden van Hare Majesteiten,
te midden van vlaggen-tropeeön.
Curiositeiten op 't gebied van gebak en
„conditorei" vindt men ook, byv. een miniatuur
Eifeltorentjehet portret van Hare Majesteit
ce Koningin, in een omlysting van erop,
jujubes en suikererwtjes
Tot commandant van do Delftsche stu-
denten-eorowaebt, die in September a. 8. de
wacht aan het Koninklyk Paleis te Amster
dam zal betrekken, is gekozen de heer F.
Suringar, president der Delftsche Stadenten-
Weerbaarheidsvereeniging.
De zeeschilder Mesdag hooft aan Den
Briel U-n geschenke gegeven een groote
achildery van A. Waldorp, voorstellende: „De
Inneming van Den Briel door de Watergeuzen".
In een begeleidend schryven drukt hy als
het doel zyner schenking uit, dat deze
„belangryke schilderij zeker als eea herin
nering aan het roemryke historische feit,
door de ingezetenen van Brielle met iugo-
nomenheid zal worden bezichtigd".
De kunstschilder P. J. C. Gabrièl, te
Scheveningen, viert heden zyn 70eten ver
jaardag.
Den lsten September a. 8. zal het 25
jaar geleden zyu, dat mr. B. H. Pekelharing
bet ambt van hoogleeraar in de staathuis
houdkunde en het administratief recht aan
de Polytechnische School aanvaardde.
De Sultan van Siak is, vergezeld van
den heer Schouten, uit België te Nijmegen
teruggekeerd. Vrydagmorgou vertrekt hy met
den heer Schouten naar Vlissingen, alwaar
de werkplaatsen der Maatschappij „De Schelde"
en de inrichtingen der Maatschappy „Zoeland"
in oogenschouw worden genomen. Vrijdag
avond gaat Z. H. weder van daar naar Dor
drecht, alwaar wordt overnacht. Zaterdag
morgen wordt te Dordrecht de bekende glas
fabriek der firma Bouvy bezocht.
Van Dordrecht begeeft zich de Sultan naar
Rotterdam, om nog denztlfden dag 's namiddags
4 oron van daar met het stoomschip „De Ba
tavier" naar Londen te vertrekken, alwaar by
eenigen tyd denkt te vertoeven.
Na dit uitstapje keert H. naar Nymegen
terug.
De luitenants ter zee der 2de klasse G.
J. Te Winkel en W. A. Vau AkeD, resp.
diepende aau boord van Hr. Ms. wachtschip
te Hellovoetsluis en Hr. Ms. monitor „Kroko
dil", zullen met 16 dezer onderling van plaat
sing verwisselen.
De adelborst der l9te klasse bij de Konink
lijke Nederlandsche Marine reserve D. Van
den Ent wordt met 15 Juli a. s. geplaatst aan
boord van Hr. Ms. iDstructieschip „Gier".
De kapitein-ingenieur J. J. Schuil, leeraar
by de Kon. Militaire Academie, wordt 16 Aug.
overgeplaatst bij het corps genietroepen to
Utrecht.
In plaats der met 1 Jan. 1899 aftredende
leden voor de Waalsche commissie werden
gekozen de beeren M. A. Perk, pred. te
AmsterdamA. Pynacker Hordyk, pred. to
Nymegen, en H. T. Wilkens, oud. to Rotterdam,
en tot hun secundi de hoeren C. G. Chavannes,
pred. te Leiden, S Debry, pred. te Haarlem,
en dr. P Q. Bronogeest te Leiden. Da r do
heer Pynacker Hordyk tot 31 Dec. 1900 secun
dus is van den heer E. Bourlier, werd in dezo
plaats benoemd de heer A. I. W. A. Van der
Mey, pred. te Zwolle.
Tot het ontvangen der volgende reünie
werd aargewezen 'a Hertogenb03ch, met die
van Maastricht als haar plaatsvervangster.
Door mevrouw de baronesse Van
Brakel tot den Brakell, douairière van mr.
Th. W. baron Van Zuylen van Nievelt, zyn
gemaakt de navolgende legaten, vry van
rechtenaan de Diaconie-Armtn te 's-Graven
hage 6000 en aan die to Ravens waay
4000; de weesinrichting to Neerbosch 2000;
de inrichting voor ooglyders te 's-Gravenhage
ƒ800; bet Diaconessen huis te 's-Gravenhage
ƒ1000; aan Talitha Kutui ƒ500; de Utrecht-
sche Zendingsvereeniging 4000.
De „Tya" verneemt, dat Z. H. de Paus
den zeereerw. heer jhr. W. M. G. Witterfc
van Hoogland, pastoor der nieuwe parocbio
van O. L. V. van Goeden Raad te 's-Gravenhage,
heeft benoemd tot geheim kamerheer.
By koninklyk besluit zyn benoemd tot
ontvanger der directe belastingen en accynzen
te Uitgeest c. a. Jhr. A. Vau Raab van Can-
steiD, ontvanger dtrzelfde middelen te Tiel
(buitengemeenten); tot ontvanger der directe
belangen en accynzon te Woudrichcm c. a.
P. Scboutens, ontvaügen derzelfde middelen
te Nieuwusluis c. a.
Het stoomschip „Cluden," gecharterd
door ce Holland-Amerika-iyn, vertrok 3 Juli
van Nieuw-York naar Amsterdam do „Kaoz-
Ier," van Hamburg en Amsterdam naar Oost-
Afrika, arriveerde 3 Juli te Aden; de „Mercurius"
arriveerde 2 Juli van Amsterdam te Kroon*
HEIDEROZEN.
15)
„Ik zou waarlijk ook niet weten waarom,"
was het vry scherpe antwoord; „ik kan toch
met recht bewereD, dat het zonder my nog
veel slechter met jelui staan zou; met een
man als de uwe
•■„Willem, ge weet, zulke woorden duld ik
nietl" viel de barones hem met gestrengheid
ia de rede. „MiJn man staat in myn oog
hoog boven iedere blaam verheven."
"T E9n spottend glimlachje trilde voor een
^oogenblik om de lippen haars broeders; toen
$zeide by op meer bescheiden toon: „Het lag
^geenszins in myn bedoeling uw man te be-
nadeelen noch hem zyn recht op volmaakt
heid in uw oogen to ontnemen; tooh meen
ik de bewering te mogen wagen, dat uw
man zeer weinig voor behandeling van lande-
ryen eu voor zakeu in 't algemeen geschikt
is, en daarom heb ik my in deze aangelegen
heid tot u gewend. Uw man geeft het immers
zelf toe, dat gy voor zulke dingen een beter
hoofd hebt dan hy."
De barones antwoordde niet. Wat had zy
ook moeten zeggen, daar het haar onmogelijk
was tegenover haar broeder een vertrouwen
te huichelen, dat haar inwendige gevoelens
W er sprak? En toch, wanneer zy hem krenkte
en vaD zich afstiet, welke gevolgen konden
voor hen allen ontstaan?
In spanning zag zy zyn verdere mede-
deelingen te gemoet.
„Uw echtgenoot,"j begon de heer Yon Brack-
hof opnieuw, „heeft tot dusverre met het
oog op u (en dat strekt zyn liefde als man
ter eere), deels echter misschien ook, omdat
het in zyn aard ligt van alles het beste te
hopen, zoo lang het eenigszins gaat, veel
dingen voor u verzwegen, die u toch op den
duur niet onthouden kunnen blyven. Zoo,
byvoorbeeld, dat hy de schulden, die op de
achter het bosch gelegen perceelen drukken,
niet anders weet te vereffenen dan door den
bedoelden grond te verkoopen."
„Dat weet ik," antwoordde de barones, niet
zonder trots op het vertrouwen van haar
man. „Karei zegt my meer dan gy denkt;
by weet, dat ik veel kalmer ben, wanneer
ik het ergste weet, dan wanneer ik meen,
dat men voor my iets geheim houdt. Wat
nu den verkoop van die stukken grondB be
treft, hoop ik, dat er voor ons eloehts voordeel
by te behalen i8; een kleinere bezitting toch
is veel gemakkelyker te overzien en te be-
heeren en is in ieder geval meer overeen
komstig onze tegenwoordige omstandigheden."
„Gy bevestigt door uw woorden slechts
myn bewering van zooeveD," hernam de heer
Von Brackhof, „nameiyk, dat uw man dedrogen
altyd op weinig zwaartillende wyze behandelt
en zich daardoor aan de grootste zelfmislei
ding overgeeft. Wat ge daar zegt, zou alle
maal heel goed en mooi zyn, als het zoo
was; doch de winst, dio gy uit de verkleining
van uw bezit ziet ontstaan, is zuiver denk
beeldig. Waren de omstandigheden van dien
aard, dat go een gunstig tydstip kondet
afwachten om de landeryen te verkoopen
k la bonne heure, dat ware iets anders. Thans
echter is de waarde van den grond öerwyze
gedaald, dat ge slechts een spotprys zoudt
kunnen bedingen, een som, waarvan, als
eenmaal de schulden plus de rente afbetaald
zyn, weinig genoeg zal overbiyven. Het kapi
taal, dat die stukkon gronds vertegenwoordi
gen, is dus verloren en de vermindering uwer
inkomsten die gevolgtrekking kunt ge zelf
maken is duideiyk genoeg bewezen."
„Weer een vermindering?" zuchtte de
barones. „Wat moet daarvan komen? Ik zie
niet in hoe wy ons nog meer bekrimpen
kunnonl"
„Dat is het juist!" nam haar broeder
opnieuw het woord. „Voorwaar, daarin ver
richt ge reods het uiterste. Zulk een leven
beneden zyn stand grenst schier aan het
ongeoorloofde. Die oude kast hier," hy greep
naar het losgelaten behangsel, waarachter
men de kalk naar beneden hoorde rammelen,
„die valt u eerstdaags boven het boofd in,
en als het met het wegdoen van bouwland
zoo voortgaat, dan wil ik wedden, dat het
binnen een paar jaar met de geheele zaak
gedaan is, en „Heiderode" komt in vreemde
handen."
„Dat zou Karei niet overleven 1" sprak de
barones onder een vloed van tranen.
„Karei, attyd Karei r riep haar halfbroeder
ongeduldig. „Men zou gaan meenen, dat het
niemand anders aanging dan hem. My dunkt,
u zou het toch ook niet gemakkelyk vallen
het vaderland den rug toe te koeren en in
don vreemde uw leven te eindigen."
„Het tehuis dor vrouw is altyd d&ar, waar
haar geliefden zyn, al is het in den afge-
legensten hoek der wereld," antwoordde de
barones; „de man echter, die zyn levensdoel
mist, is gelijk de kapitein] van een ziukend
schip: by vergaat met het vaartuig, dat hy
niet kan redden."
„Daar het u dus in elk geval er om te
doen ia, uw man dit droevig lot te besparen,"
ging de heer Von Brackhof voort, „mag ik
aannemen, dat ge des te eer op myn voorslag
zult ingaan. Het betreft bet volgende: Zooale
ge weet, heb ik onlangs van myn oom Ber
nard een kleinigheid geërfd wel is waar
slechts een paar ellendige duizend ryksdaal-
dere, te veel om te leven en te weinig om te
sterven maar toch altyd iets, om met ver
standige behandeling er meer uit te halen.
Nu ben ik genegen dit kapitaaltje ten beste
van „Heiderode" te besteden; doch dit onder
de tegenwoordige omstandigheden te doen,
kan men ondanks allo offervaardigheid niet
van my, al ben ik uw bloedverwant, verlan
gen; dat ware als water op een gloeiende
plaat; daar gy geen zoon hebt, om de vruchten
van myn inspanning te genieten, zouden myn
krachten, ja myn geheele bestaan aan vreem
den besteed zyD. Ik stel u dus voor: Laat
„Heiderode" reeds nu in myn bezit overgaan
zie mij niet zoo verschrokken aan, Anna,
voor ge verder hoort het spreekt vanzelf, dat
jelui hier blyft wonen, en om uw nakomelingen
hot bezit van het familiegoed to verzekeren
op oen wyze, die u het meest welkom moet
zyn geeft ge my Lora tot vrouw l"
„Lora?" Als met een luiden schreeuw drong
het woord over de lippen der moeder.
De heer Von Brackhof fronste de wenk
brauwen.
„"Wel, men zou meenen, dat ik u een gift
beker voor uw dochter aanbood, in plaata
van myn handl" hernam hy geprikkeld. „Ik
voel my inderdaad zeer gevleid over de wyze,
waarop ge myn aanzoek opneemt."
„Vergeef me!" antwoordde mevrouw Von
Heiderode, weer bedaard. „Ik kon niet andere;
go zult bogrypen, dat ik verrast was. Ge
weet immers, even goed als ik, dat wjj
allen u steeds als den oom van onze kinderen
beschouwd hebben."
„Hetgeen ik echter niet ben."
„Zeer waar! Niettemin brachten de omstan
digheden het zoo mee, en afgezien daarvan,
zyt ge oud genoeg om de vader van onze
kinderen te zyn.1'
„Dat beteekent niets," was het antwoord;
„ik ben nog in myn beste jaren, en naar myn
inzien kan de man nooit te oud zyn vcor het
huwelyk noch de vrouw te jong." Een ironisch
glimlachje vloog over zyn gelaatstrekken.
Mevrouw Von Heiderode rilde. „En Lora?*}
vroeg zy met wegstervende stem.
(Wordt vervolgd.)