N°„ 11756
Donderdag 23 Juni/
A0. 1898
$ezê <§ourant wordt dagelijks, met uitsondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
PERSOVERZICHT.
Feuilleton.
DE GANS.
PBJLJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per 8 maanden, r f 1.10»
Franco per poet1.40,
Afzonderlijke Nommer9 0.05.
PRU3 DKR ADVEBTENTLËN:
"Van 1-6 regels f 1.08. Iedere regel meer f 0.17$. - Groctere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseereD buiten de stad
wordt f 0.05 berekend
De Standaard zegt:
De uitslag van d3 Provinciale Stom
bus bevestigt opnieuw, dat het Ministerie
metterdaad zwak staat.
In Engeland, waar het Parlemont niet op
vaste tyden aftreedt, acht men, dat een Kabinet
benedon peil verzwakt is, zoodra tusschen-
tydscho verkiezingen aantooneD, dat het Kabi
net niet langer mot hoop op goed gevolg een
ontbinding zou kunnen wagen.
Sterk daarentegen staat een Kabinet, zoo
in Engeland als in Nederland, dan alleen, als
het op elk gegeven oogenblik tot de kiezers
kan gaan, en zeker is, opnieuw van het kies
gerechtigd volk een ondabbelzinnig votum
van vertrouwen te kunnen erlangen.
In verband hiermee nu is de verkregen
uitkomst een zeer stellige nederlaag voor het
Kabinet.
Dit zou niet zoo zyn, indien men zeggen
kon, dat in den regel de Provinciale Staten
zich togen de liberalen plachten te koeren,
ook waar de Generale stembus voor hen koos.
Docb, gel\jk men weet, staat dit juist
omgekeerd.
Tot dusver had de provinciale stembus, ook
als de verkiezingen voor de Tweede Kamer
den liberalen ongunstig waren, hun steeds
toegelachen.
Hiervan hadden ze zelfs nu nog het profijt,
dat zij ook thans de meeste aftredende leden
als candiaaat konden stellen. Al het voordeel
alzoo van het „zittend lid."
ÏLu derhalve gebleken is, dat zy in weer
wil van dit verleden, en niettegenstaande dit
onmiskenbaar voordeolfihoch- 'Noord-
Holland èn in Zuid-HoUafïï gd&iëiigo ver
liezen leden, kan men iotrgoea-andere con
clusie komen, dan dat tfèk*fcgëntehlfgd volk
niet sympathiek fTan
het Kabinet is, en een eventueelo ontbinding
zeer wel de meerderheid ook in de Tweede
Kamer kon verplaatsen.
Met opzet hebben wij onzerzijds den strijd
ditmaal niet scherp aangebonden. "We stelden
prijs dp een kalme verkiezing en op een
wèlgewikt oordeel van de kiezers.
Wie vergelijkt wat ditmaal de Nieuwe
Rotterdamsche Courant en andere bladen voor
deze stembus ten beste gaven, en wat wy
over die stembus ternauwernood even aan
stipten, zal toestemmen, dat de strijd door
ons niet geprikkeld was opgezöt.
In Juni '97 hoeft do liberale party ge
triomfeerd door bet ophitsen van kerkelyken
hartstocht en het iDroepen van de hulp der
Utrechtscho fractie.
Daardoor hebbon zy toen tal van dictricten
vermeesterd, waarin geen meerderheid voor
do liberale party bestaat.
Dit heeft zich nu gewroken.
Maar gevolg daarvan ia dan ook, dat op
de zwakheid van'het Kabinet een zeldzaam
helder licht uit de Provinciale stembus viel.
Eet Vaderlandsprekende over de S t a t e n-
vorkiezing, zegt o. m.
Wy schreven, dat, als de liberalen 19 zetels
verloren, do Staten onzer provincie om
zouden zijn.
Weet men wel, dat het er al mooi naar
toe gaat
Vertrouwd mag wordon, dat by de her
stemming, nu het gevaar werkelijk dreigt,
gezorgd zal worden, dat wy niet alles bo-
hosven te verliezen. Maar dat het voor de
liberale party leeiyk goloopen is, dat i3
zeker
In het Weekblad van het Recht komt voor
een uitvoerig gemotiveerd adres, door do orde
der advocaten by de arr.-rechtbank te Mid
delburg tot den minister van justitie gericht
en waarin met klom wordt gewezen op do
misstanden ten opzichte der preven
tief gevangened, die voor gonoemde
rechtbank verdedigd moeten worden. Immer?,
nadat zy tegen bob begin der terechtzitting
van het huis van bewaring naar do wacht
kamer der beklaagden in het rechtsgebouw
zyn vervoerd, worden zy daar als wilde beesten
opgesloten in ijzeren kooien van O 90 M.
breedte, 0 99 M. diepte en 1.87 M. hoogte.
Tevens wordt gewezen op een stelselmatige
verhindering, door of vanwege den officier van
justitie, dat de toegevoegde of gekozen raads
man van een beklaagde vóór do opening der
terechtzitting een vraag aan zyn cliënt zou
kunnen doen in het belang der verdediging.
Het Weekblad noemt de misstanden
ergeriyk in die mate, dat men mag ver
trouwen, dat daaraan door den minister van
justilie, na ingesteld onderzoek, spoedig een
einde zal worden gemaakt.
De Maasbode schryft over den tocht naar
Podir:
Sinds sedert geruimon tyd werd er in de
dagbladen, Nederlandscbe zoowel als Indische,
gesproken van een tocht naar Pedir, en het
was al lang geen geheim meer, dat do Indische
Regeering besloten had, dat deel van Atjeb,
waar tot nu toe onze soldaten niet werden
gezien, de kracht onzor wapenen te doen
gevoelen. En daar voor een zeer groot verzet
in de Pedlrstreek gevreesd werd, duurde de
voorbereiding der expeditie daarheen verschei
dene maanden, waf, natuuriyk, het nadeel
opleverde, dat ook den vyand ruimschoots tijd
werd gegund om zich geducht te versterken.
De eerste berichten over do expeditie luiden
echter by uitstek gunstig. Een hoofdzetel van
den vyand Garoet werd met betrekkeiyk
geringe verliezen onzerzyda genomen. Mogeiyk
is het, dat de slagen, in 1896 den Atjehers
toegebracht, hen zoodanig hebben ontmoedigd,
dat het verzet als het ware gebroken is, en
wy tot hot dool, hetwelk wy ons in Pedir
voorstellen, zonder groote opofferingen zullen
gerakoo.
Andere mogelijkheden bestaan er echter
ook. Het kan toch zyn, dat de vyand, aan
gevoerd door den bekwamen Toekoe Oemar,
eldtrs zyn krachten heeft samengetrokken
on wel dieper het binnenland in, wat hem
uiteraard in een gunetigerpositie zou brengen.
Oak zou het niet onwdarscbyniyk zyn, dat
de Afjeher?, overtuigd van het hopelooze, om
ons in massa te bestrijder», bun toevlucht
namen tot de guerilla. En dit vooral zou voor
ons nadeolige gevolgen kunrion hebben.
Blyken toch de berichten der Indische
bladen juist to zyn, dan is 't het voornemen
der Inöischo Regeering, ds expoditiotinairo
macht vooralsnog in Pedir te laten. Eo nu
spreekt het vanzelf, dat zulks langer duren
zou, naarmato het verzet, zy hot ook op
kleinere schaal, langer bestendigd bleüf.
Men mag "hierbij echter niet vergeten, dat
onze troepenmacht in Atjeh thans sterker'" ia
dan ooit, en dat, om hiertoe te geraker, hit
overige gedeelte van dtn Indischon Archipel
grootendeols van weerbaro soliaton moest
worden ontbloot. Een ernstige opstand elders
zou derhalve, onder deze omstandigheden, ons
in de grootste moeilijkheden kunnen brengen.
Er komt nog wat by.
De expeditie naar Podir vordert grooto uit
gaven, waarvan het-bedrag te aar zienlyker
wordt naarmate die expeditie langor cuurt,
torwyl do toestand dor Indische financiën van
dien aard i?, dat de bodom dor schatkist
reeds herhaaldeiyk is gezi-n.
Want wel wordt er tegenwoordig in Icd;ë
door particulieren (Europeanen) veel geld ver
diend, maar al die schatten ga3-n grootendeols
de schatkist voorby, terwyi zy vroeger, in
den tyd van het cultuurstelso1, aan den Staat
ten goedo kwamen on aldu3 in plaats van
tekorten aanzienlyke overschotten deden ont
staan.
Wy willen hiermede niet zeggen, dat wy
het mogeiyk zouden s^chtc-n, in Indië terug
le keeron tot de staal.kundo van Van den
Bosch en Baud, maar alléén dat or by de
staatsuitgaven naar bop'erking moet worden
gestreefd, omdit anders het zonderlinge
schouwspel zou wowlin vortoond, dat het
nog steed?, ja meer dan ooit, schatten op
brengend Indië op den duur in een financiöel-
noodlijdönden toestand zou gaan verkoeren.
En daarom ook bopen wy van barto, dat
de berichten uit Pedir gunstig zullen blyven
luiden; dat daar de overwinning aan onz*
zyde zal komen met zoo weiüig mogeiyk
vorlios aan tnenscbenlevone, en vooral ook,
dat de expeditie Liet langer duren zaL of
niet langer bestendigd zal worden dan strikt
noodzakoiyk is tot bereiking van het beoogde
doel: de eindeiyke onderwerping van Atjeb.
Bescherming van kinderen.
Eet Nederlandsche Dagblad bepleit do urgentie
van bet wetsontwerp tol betore regeling der
verhouding tusschou oudera cn kinderen.
Wij kunnen het niet aannemen, zoo schry:t
hot blad dat de ouders nu minder plichts
besef hebben dan vroeger, of dat het lot der
kinderen nu zoovoel trouiigor is. Het wets
ontwerp beantwoordt dus niet aan een be
hoefte, die eerst in do laatste jaren is ont
staan, maar die wellicht zoo oud is als de
maatschappy. Hoe komt het dan, dat de aan
drang om die behoefte te vervullen neg geen
tien jaar bestaat? In 1886, by de samenstel
ling van one niouw Strafwetboek, werd by
nauwolyks gevoeld.
Het beginsel, dat de ouders in sommige
gevallen hun ouderlyk gezag kondon verliezen,
deed toen zyn intrede in onze wetgeving,
ofschoon do oude Fransche Code Pónal dat
reeds voor een er.kel geval koude, maar do
ontwikkeling van dat beginsel was ton et non-
male onvolloendo on do commissie tot het
ontwerpen van een niouw Burgerlijk Wetboek
maakte het niet hetl veel beter. Taans is er
juister inzicht, maar het zijn niet do rechts
geleerden, cio den stoot hobbo gagoven. Dj
deskundige mannen van do wateuschip zyn
ti?r, zooals zoo dikwyls gebourf, vóór alles
de mandon geweest van de overlevering on
van het behoud, en eerst onder don drang
dor openbare loekenmeening hebbon zü hun
vastgerossto begrippen aan herzieuing onder
worpen.
Tuans ia er dus kans, dat wy krijgen, wat
andere landen (ook Spanjo en Portugal) reeds
lang hebben.
Het verzuimdo zal nu eindelyk worden
ingehaald.
Asti een kioswot, die volstrekt geen haast
had, hebben wy jaren lang onzo krachten
verspil 1, en de kinderbescherming, dio veel
urgenter was, kon wachten.
Reeds de Romeinscho censoren bostrafteu
wegens slechte opvoeding; reeds het Pruisi
sche landrecht van de vorige eouw bevatte
bepalingen zooals wy die nu eindelyk krijgen
zullen; reeds do afgevaardigden van den der
den stand, die in 1789 in Frankryk worden
afgevaardigd, kregen last to zorgen voorstaats-
bescherming van arme en verlaten kinderen;
reeds onze staatsregi ling van 1798 (art. 49)
3Chreef, ondor don invloed van het Fransche
voorbeeld, voor, dat er gezorgd zou wordon
voor de opvoeding van vorworpon kinderen, on
eerst nu is er kans, dat al die vrome wen-
schon eindelijk bevredigd zullen wordon. Wat
gaan wy toch langzaam vooruit, ten spijt van
al dat roepen van „vooruitgang."
Maar laten wy nlöt langer klagen l
Als r.u de ontworpen regeling maar tot
stand komt, zullen wy dankbaar zyn en ver
goten, dat zy zoo lang op zich heeft laten
wachten.
Gemengd Nieuws.
Denieuwoiyn B uitonhof-Schovo-
ningen der Hasgsche Omnibus Maatschappy,
directeur do hetr R. K. Driossen, zal, gelyk
thans wordt medegedeeld, definitief den 16den
Juli a. s. worden geopend.
Echter zal reeds den 9don Juli, dag der
opening van de Tentoonstelling van Vrouwen
arbeid, een ci-.nst worden geopend Buitenbof-
Hötei de la Promenade, en omgekeerd.
Do directie, van oordeel, dat de aanvankelijk
vastgestelde prfis van 15 ets. voor den geheelon
rit wel eenig bezwaar opleverde voor het
publiek, is op dat tarief teruggekomen en
heeft dit thans vastgesteld op 10 cents per
rit, terwyl do abonnementen ad 90 cents voor
tien ritten ook op de nieuwe lyn geldig zul
len zyn.
Sedert eonigen tyd ontvangen
de werklui op ae lucifersfabriek te Ein lhoven
bun g?ld ia gestempelde zakjes. Moedtr de
vrouw kan daarop lezen wat de man, de
jongen of het meisjo in een week heeft ver
diend, zoodat achterhouden van loon nu zoo
go d als onmogelijk is geworden. Vooral voor
de jongens was zulk een maatregel zeer
nooaig, want er waren er maar al te veel, oio
en goed ceel van hun weekgeld achterhielden
voor zichzelf.
To Gent (O.-B.) is afgebrand het
hois, bewoond door den gemeente-veldwachter,
den gemeente-bodo en een timmerman, waarin
tevens het t.-legraafkantoor was gevestigd.
Op den huize „O 1 d e n a 11 e r," b(j
Nykork, tloeit r.u reeds een chrysanthemum-
plant met 3 bloemen. Het is de variëteit
Coqu-tto de Castille met zalmkleurig ro3e
bloemen, cio zich zoo vroeg vertoont.
Zaterdag-middag keerde een
j ugcig lindbouwer, G. Koops, te Leggeloo,
met e n voer heide huiswaarts. Onderweg
gleed by van den wagen en een der voor
wielen ging hem over de borst. Hy meende,
dat bet goed was afgeloopen en bekommerde
zich ook verder niet om het geval. Zyn
broeder, cie ia den laten avond van een reis
terugkeerde en zich eveneens te bed wilde
begevrn, bemerkte, dat hy niet goed was.
Onmiddellijk werd de hulp van een geneesheer
ingeroepen, Coch deze kon niet anders dan
den dool constateer n.
Hoezeer het getal uitvindingen
in de laatste jaren is toegenomen biykt o. a.
uit de inkomsten van het Duitscho departement
voor octrooien. In 1878 werd aan octrooi
rechten 396,000 mark betaald, in 1897 ruim
4 millioeo. In die 20 jaren te zamen zyn 38
millioen ontvangen. De uitgaven bedroegen
in het vorig jaar nog niet 1,800,000 mark,
zoodot een bate van 2'/, millioen in de
schatkist is gestort.
Te Antwerpen zyn veertig per
sonen vergiftigd, dio aan een karretje vanielja-
fis hadden gebruikt.
Dj personen kregen hevige brakingen on
kramp n in den buik. Twee meisjes van 16
jaar zyn reeds oveileden; 29 menschen wor
den verpleeg! in het hospitaal van Stuyven-
berg. E-.ikole personen konden, na behandeld
te zijn, huiswaarts koeren.
De verkoopster, een jong meisje, is ge
arresteerd. Het resteerende ys wordt chemisch
onderzocht.
To Oloron, in het departement
Bjsses Pyrenées, heeft een Spaanschoanarchist
getracht den Spaanschen consul te worgen,
terwyl by in diens bureel op het viseeren van
zyn pas wachtte. Do man werd gegrepen.
De leeuwentemmer Scetb, dio
door keizer Menelik van Abessyniè naar Addis-
Abtba was ontooden, vertelt in een scbryv9Q
aan de „Köln. Ztg.", dat do Negus verstomd
stond, toen hy hem eon kuil zag binnengaan,
waar 28 leeuwen bfieen waren. Sceth heeft
vier van deze dieren voor den vorst g-.temd,
waarop do overige hem t.n geschenke werden
gegeven.
Slot)
„Neen, neen, dat ging niet, onder geen
voorwondsel." Do comestibleskoopman stond
op en aloop naar het aangeduide kamertje.
„Zoo, ben je daar eindelijk buiderde zijn
slaapkameraad, aloot de deur en legde den
sleutel onder zfln hoofdkuseen.
„Wat voer je daar toch uit?" bracht Koude-
knikon er met moeite uit.
„Bat zie je toch wel. Ik sluit alles goed
af," hernam de ander, zich in bed oprichtende,
om het pistool op de nachttafel te loggen,
en bü ging weder slapen.
„Neem dat gevaarlijke ding, als 't u blieft,
daar vandaan I" verzocht Koudekeuken vrien
delijk. „Uet schot mocht eens afgaan."
„Dat zal het ook, als het mij goeddunkt",
luidde hot woedende antwoord. „Waarom
draai en keer je je toch ieder oogenblik om?
Ga toch Blapen!"
„Ja, ja, dadelijk!" antwoordde de ander mot
de meeste bescheidenheid haastig, hing zijn
pela bij dien van den vreesaanjagenden reis
genoot en sloop als oen angstige dief naar bed.
„Ik heb een zeer lichten slaap en verzoek
je, mjj niet te storen!" riep de minder goed
geluimde.
„Ala er iemand ie mot weinig lust om veel
leven te maken, dan bon ik het," verzekerde
Koudekeuken maar tot rust kwam hü niet.
Ten eerste had hij geducht veel last van de
strenge koude en ten twoede spookten hem
al die gruwelen door het hoofd, welke io
zulke onherbergzame oorden van Polen bü
herhaling in afgelegen herbergen voorkomen.
Er brandde geen licht in hot kamertje; het
werd alleen door het zwakke maanlicht ver-
holdord. Om elk gedruisch te vermijden, ging
Koudekeuken zachtjes overoind zitten, staarde
om zich heen en werd eensklaps iets gewaar,
dat hom het bloed in de aderen deed stollen.
Onder bet bed van zijn metgezel zag hij
een paar laarzen. Alleen de zolen waren
zichtbaar; het waa in zijn verbeelding slechts
mogelijk, dat de eigenaar dezer machtig
grooto voetbekleedingon een reue moest zijn.
De doodscbe stilte werd alleen afgebroken
door zware ademhaling, het meest overeen
komende met het zagen van hard hout. Wae
het bedrog, sliep die man daar, of was de
govreesde onder diena bed door don slaap
overmand?
Waren beidon samenzweerders, of gebood
hot de plicht der menschlievendheid den
slapende wakker te maken? De koopman in
comestibles zat daar als door de koorts aan
getast en maakte bjj zichzelf de opmerking:
„Je bent je vrouw verschuldigd, voor haar
beboudon to blijven. Maak, dat je uit deze
gevaarlijke omgeving ontsnapt,"
Do herberg stond midden in het land en
ais men door het eenigsto venster geklommen
was, zonder, redelijkerwijze gesproken, den
hals te breken, kon men gemakkelijk in bet
vrije veld komea.
Rillende door alle leden, trok de koopman
zijn koueen cn verdere kleocingstukken aan
en stond op. Met hevige hartkloppingen bleef
hjj een oogenblik bewegingloos staan, doch
uit niets bleek, dat men bom goboord had.
De reusachtige laarzen geloken op onbeweeg-
lüko steenklompen, terwul de man met het
nüdigo gezicht onafgebroken bleef doorsnorken.
Eeneklap3 verdween de maaD achter een
wolk, zoodat het logeerkamertje in oen ondoor
dringbare duisternis gehuld was.
Maar wat hinderde bem dat? Koudekeuken
had zich te voren voldoende met de ligging
en den toeatand bekend gemaakt. Al3 oen
kat sloop hü onhoorbaar voort, taette naar een
pels, wierp zich dien over het lichaam, deed
het raam opeD, gleed er door en liep zoo hard
weg, als hem met het oog op de gladheid
mogolük was, doch vernam plotseling voet
stappen achter zich, keek om en kwam tot
zün niet geringe ontsteltenis tot de ontdek
king, dat hü achtervolgd werd.
„Halt! Halt!" klonk het midden in den
nacht. Maar de comestibleskoopman wachtte
zich er wol voor, daaraan gevolg te geveD, en
stormde buiten adem door.
„Sta stil!" gilde men nogmaals achter hem,
doch op veel kortoren afstand. Koudekeuken
rende steeds als een bezetene door, doch
werd, vóór hü er op bedacht waa, door een
kraebtigen arm omvat, en bü staarde in de
dreigende blikken van zijn slaapkameraad.
„Er met mün pels van doorgaan, hè! Dat
had ik wel voorzienl" schreeuwde de ontzag
wekkende man. ,Geef bier! Ie de brieven-
tasch er misschien toevallig uitgevallen?"
„Ik ho'o or niets uitgenomen en bü alles
wiet ik niet uw pels in plaats van don
mynen gepakt to hebben," bracht de co
mestibleskoopman er gebroken uit, terwyl
zün knieün knikten. „Het is bloot een kleine
vergissing."
„Opmerkelyk is het toch, dat demonschen
zich altüd in hun voordeel vergissen I" riep
do woedende man spottend uit. „En waarom
vluchtte je dan door het raam en liep je hard
weg, als alles om goede en eerlüke bedoelingen
te doen was? Noen, mün waarde, zoo'n licht-
geloovige ziel ben ik nu eenmaal niet; en
nu kalm terug, tot de veldwachter uit hot
naasto dorp verwittigd en gehaald is."
Hoewel Koudekeuken zich geweldig ver
zette, werd hü meedoogenlooe modegesleept.
„Maar hoor mü dan toch aan I" zeide deze op
vleiendon toon. „Ik dacht ik vreosdo.
„Dat kun je aan de politie wüe maken, en
houd nu je mond!" brulde de vreemdeliDg,
zoodat Koudekeuken niets andorB overschoot
dan ovenals een bibberend schaap zich te
laten medevoeren en zün mond niet meer
te openen.
„Zoo, zoo, daar heb Ik den dief zelf ge
snapt 1" riep de beroofde, terwül hü met zün
last de gelagkamer binnenstoof.
„Dio is mü dadelük verdacht voorgekomen,"
zeide de waard, den comeslibleekoopman do
gebalde vuist onder den neue duwende.
„Maar, vrienden, veroorlooft mü toch"
stamelde de gevangene, op de bank naast de
kachel nedorploCfend».
„De knecht is naar bet dorp gezonden,
om don veldwachter te halen 1" riep do
eigenaar der beruchte inrichting. „Voorioopig
beproef je niet den mond te openen."
Zwügend zonk de zwaarbeproefde koopman
in elkaar. Na een klein halfuur, dat hom een
eeuwigheid toescheen, hoorde by hetnadoren
van voetetappen. Er traden twee agenten
binnen, vergezeld door een jongmenscb, wien
oen kroot van verrassing ontsnapte, toen hü
deu beschuldigde ontwaarde.
Ook de comestibleskoopman gaf een gil en
eteunde„Om 'e Hemels wil, red mü 1 Kom
mü te bulpi"
„Wat weerga I In welken erbarmelükon
toestand tref ik u hier aan?" riep de student
Welker. „In de rechten studeerende, heb ik
mü heden aangeboden tegenwoordig to zün
bü het oerste verhoor van een van grooten
diefstal beschuldigden inbreker en herken in
bem mün reisgezel van gisteren. Ik heb hem
aangezien voor een eerlük en achtenswaardig
menscb."
„Dat ben ik ook, zoo waar ik voor u sta!",
kermde de beklaagde. „Zü mü genadig! Breng
deze lieden aan hun verstand, dat ik Sobasti'
aan Koudekeuken heet en op reia ben om
mün neef Jacob Reuzelaar een gans te bron-
geD bij gelegenheid van het Kerstfeest, dat
ik
„Wat, u züt, gü bent Sebastiaan Koude-
keuken?" viel de man met het woedende
uiterlük hem in de rede.
„Ja, waarlük," stamelde hü, „en hier heb
ik de gane."