N#, 11723 'Vrijdag £ÏO M!ei. A". 1393 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering I van (Eon' en feestdagen, uitgegeven. Derde Bind. F©uilleton( IEIDSCH BA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S maandenV f 1.10. Franco per postr t f t 1,40. Afzonderlyke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERT ENT IEN Van 1-6 regols f 1.06. Iedore regel meer f 0.17J. - Orootere lettere naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de etad wordt f0 05 berekend. !S Leiden, 18 Mei. „De Hollander" van heien zogt: „Dr. Kuyper kan door een ongemak in den mond, ten gevolge van hat trekken van eon ki< 8, de vergaderingen van de Tweede Kamer niet bewonen. „Dit is zeker to betreuren. By het debat over den persoonlijken dienstplicht wordt zyn afwezigheid in hooge mate gevoeld. „Duizenden met ons hopen hot hartelijk, dat Z.H.Gel. spoedig hersteld moge zijn." Groot was de belangstelling, waarmede gistermiddag het stoffelijk overschot van mr. Bernard Maria Bahlmann te Nijmegen werd grafwaarts gedragen. Uit den trein werd hot lijk in den gereodstaanden rouwwagen over gebracht en, behalve door de leden der familie Bahlmann, gevolgd door Kamerleden, die hun medelid de laatste eer bewijzen wilden. Onder het luiden der klokken van do vier Roomsche kerken gjpg de stoet, die uit zes tien rijtuigen bestond, door de straten der stad naar de R.-K. begraafplaats, opgewacht door een groote menigte belangstellenden. Nadat het lijk in den familiegrafkelder wa6 bijgezet, nam dr. Scbaepman het woord en sprak ongeveer het volgende: „Toen de koning Ezec-hias van den grooten profeet de boodschap ontving, die het getal zijner dagen bepaalde en de stonde verkon digde van zijn dood, toen kwam uit zijn ziele de diep menscheiyke klacht: „In het midden mijner dagen zal ik gaan in de poorten van der dooden rijk. En toen de dood naderdo, geweldig, onweerstaanbaar, toen schokte zijn ziel terug: „als een leeuw zoo verbreekt hij al mijn gebeente." „Zoo weeklaagt, zoo jammert de schrik, de schrik voor den dood. De man, by wiens i graf wy staan, heeft geen boodschap verno- men, geon profeet, dia den dag van het eind verkondigde, gehoord. Hem heeft de dood ge grepen, als de leeuw der woestynen, één 6prong, één greep, één val. Hem is de dood verschenen, bliksemend in zyn bliksemende majesteit. Hy is gevallen in het midden zyner dagen, in do volheid van zyn leven. Een vol leven heeft deze man geleefd. Een leven, dat van alle krachten en gaven de volste inspan ning, de krachtigste werkzaamheid vroeg. Een loven, dat zich uitstrekte over alles, wat tot het leven behoorde, dat zich bewoog op verscheiden gebied. Dat geen rust kende en geen verpoozing dan waar de ziekte onthou ding van arbeid gebood. Dat niet wen6chte to rusten, maar 6teeds om meerder arbeid vroeg. Een leven, dat niet geleefd werd voor zichzelven of ten eigen bate, maar dat werd gelei i en bezield door den geest van zelfver loochening en zelfopoffering, die voor wie dat loven ernstig waardeeren, het leven tot het leven maakt. De omtrekken, waar tdnnen, de lijnen, waar langs dit leven zich bewoog, zyn ons allen bekend. ^,De gang van zyn ontwikkeling door de school en door het leven, door rechtsstudie en handelsbodryf ligt voor ons. Voor den breeden omvang van zyn werkzaamheid vinden wy in zyn werken de maat. Aan geen van de groote bewegingen onzer eeuw heeft by zyn toewyding geweigerd, zyn aandacht ont trokken. Hy leefde alles mede en overal. „Groote vragen, vragen, dio stryd vroegen bovenal, hebben hem aangetrokken on van een soort stoere geestdrift vervuld. Op het gebied van het onöerwys heeft hy aan do groot8cho adresbeweging van 1878 mede den stoot gegeven en niet alleen aan den staat kundigen stryd van de vrye school heeft by deelgenomen, by heeft ook aan minder ver- schynenden arbeid, aan het geven van onder richt by normaallessen, zyn kloeke kracht geleend. Voor de maatschappelijke ontwikke ling en verheffing van den arbeider heeft hy reeds nog vóór de machtige bazuinstoot van „Rerum Novarum" weerklonk een open oog gehad, een open hart en een open hand. Het staatkundig leven is het tooneel geweest van zyn hoogste w-rkzaamheid. Daar heeft hy gestreden met onbezweken moed en met on gekreukte trouw, met al zyn gaven, hoedanig heden, talenten en middelen, met zyn weten schap en zyn ervaring, met machtigen stoot en slag. Geen van de onderwerpen, die zijn aandacht vroegen, ontging hem, nceD, elk had zyn volle aandacht, verkreeg geheel zyn inspanning, maakte zich als meester van hom, om door hem te worden overmeesterd. „Zóó, hier organiseerend, ginds bemoedigend, elders aansporend, ontwikkelend, zelfstandig arbeidend, heeft hy zyn loven vervuld met die schoone volheid, die wat schynbaar werd gebroken en verbrijzeld, toch voor de ber innering maakt tot één eanhc-id, en éón geheel. „Zyn leven was een hard leven. Schoon, maar van een gestrenge schoonheid. Hard van werkzaamheid en moeite, bard van zorg en beslommering. Hard nitt voor anderen, want hoekigheid is geen hardheid, en er was warme edelmoedigheid en zichzelf vergoter.do goedheid voor anderen in dezen man. Maar hy was geen Zondagskind. Hy had by al den rykdom van zyn gaven nooit de groote gave ontvangen van 6omtyds een kind te zyn, een kind voor een dag. „Toen daar op dien jongsten Vrydag-namid- dag tusschen de groene banken de souverein verscheeD, die 60uverein is van Gods gerech tigheid en van Gods genade, de souverein, die heet de dood, toen hebben wy, zyn broe ders, het hoofd gebogen, gebroken, maar stil en eerbiedig voor den Eeuwigen God. „Hier was Go 11 En tot God hebben wy verheven hart en geest en ziel en wy bobben voor hem de bede geslaakt, die hy niet meer in aardsche klanken slaken kon: „Ontferm U myner, o Heere, ontferm U myner, naar Uwe groote barmhartigheid!" Toen hebben wy hem heenieöragen, geiyk wy hem nu geleidon ter laatste rust. En wat wy baden, bidt nu het geheele Katholieke Nederland in rouw en trouw." Nadat dezo rede met groote aaDdacht was gevolgd, bracht hot koor van de Franziekanor Kerk „Cantemus Domino", onder leiding van den heer Leon C. Bouman, bet „De profundis" ton gohoore, waarna de beaarding plaats had door pastoor Hordyk, uit het naburige dorp Beek, onder welke parochie „Geldersch Hof", de buitenplaats der familie Bahlmann, ressor teert. En biermede was de plechtigheid ten einde, die op alle aanwezigen een diepen indruk had gemaakt. (A. £7.) TWEEBE HAMER. Provinciaal Gouvernementsgebouw te Groningen. By de Kamer is een wetsontwerp ingekomen tot verhooging van de begrooting voor Binnen- landsche Zaken met een bedrag van f 26,000 voorvoorzieningen ten aanzien van het provin ciale gouvernementsgebouw te Groningen, waarvan de toestand gevaariyk wordt geacht. Het is noodig gebleken de geheele kap van het oude achtergebouw met goten te vernieu wen, alsmede de balklaag, de vloeren, de ge- vaariyke, door roet verteerde rookkanalen en den noordoostelyken buitenmuur, die door in watering veel heeft geleden; voorts de meeste kozynen met hunne ramen. Met deze werkzaamheden zullen gepaard moeten gaan eenige andere werkzaamheden, alsmede de verbetering der Statenzaal, welke zóó tochtig en gebrekkig verwarmd is, dat 34 leden der Provinciale Staten zich genoopt hebben gevo6lJ deswege een Lrief met klachten aan Gedep. Staten te zenden. Al deze werken te zamen worden geraamd op ongeveer f 60,000, buiten de som van 10,000, welke op de loopende begrooting is uitgetrokken. De dringend noodige voorziening van de kap wenscht do Regeering alvast in de zomer maanden te doen verrichten, den eenigen voor dit werk geschikten tyd. Persoonlijke dienstplicht. De heer Van Raalto heeft een amendement voorgesteld, strékkende om art. 123 der militie- wêt zoodanig te lezen, dat niet een zevende doch oen negende van het geheele bedrag der vyf lichtingen van de militie te land onder de wapenen kan worden gehoaden of geroepen behalve de lichting, die voor het eerst dient. Voorts wenscht hy de samenstelling van dat negende niet te doen bestaan uit de man schappen, die krachtens art. 177 in dienst zyn gesteld en hun eerste dienstjaar hebben volbracht. De heer Van Karnebeek heeft voorgosteld in art. 1 ad art. 124 terug te koeren tot de lezing van het oorspronkelyk wetsontwerp, zoodat de redactie dan zal luiden: Is het in het' voorgaand artikel bedoeld zevende deel niet op do daar bepaalde wyze voltallig te maken, dan wordt het aangevuld door de overige manschappen, die hun eerste dienstjaar, en voorts door hen, die hun tweede dienstjaar hebben volbracht. Is slechts een deel van deze klasse van manschappen ter aanvulling noodig, dan wordt het d9el aangewezen door loting, op do door ons te bepalen wyze te houden. Het Is aan manschappen van hetzelfde corps vergund binnen dertig dagen na de loting onderling van nummers te verwisselen. Gemengd Nieuws. In do zaak van de familie Purckli, te 's Gravenhage, contra den notaris Stoop, aldaar, als executeur-testamentair, tot afgifto van eenige baten, afkomstig uit de nalaten schap van vrouwe P. E. Purckli, weduwe van den heer J. v. d. Eist, in 1879 te 's Gra venhage overleden, in welk proces de ge meente Dordrecht verzoek had gedaan te worden toegelaten als interveniente, heeft de arrondissements-rechtbank te 's Gravenhage heden by incidenteel vonnis do gemeente Dor drecht als interveniento toegelaten. Door den officier van justitie was gecon cludeerd tot niet ontvankelyk-verklaring van het verzo k tot interventie. Sedert eenige dagen bloeit in den Hortus Botanicus te Amsterdam oen plant, cie om haar schoone bloeiwyzo alge meen de aandacht trekt. Hot is de lans- Amaryllis (Doryanthes excelsacorr.), een Amarylidee, thuis behoorence In N.-Z. Wales. De ongeveer 3.75 meter hooge bloemstengel komt te voorscbyn uit oen bladrozet van 45 a 50 lange, smallo bladeü, welke liebt groen gekleurd zyn. De eindelingsche bloem tros vormt een scherm van groote schoon* roodo bloemen, welke ten deele met honig gevuld zyn. De pLnt, welker hoogte, boven den grond gom< ten, goed 4 meter bedraagt, maakt tegen den donkeren wand der kas een goed effect. Geplukt. Niet minder dan 48 getuigen waren gisteren opgeroepen voor de Amsterdamsche rechtbank, om verklaring af te leggen in de zaak van Hyman Krant en Salomon De Jong, beiden van Hilversum, beklaagd, dat zy den 25sten Februari 1.1. J. I. W. Heydeman op een rytoertje van Hilver sum naar Naardcn Bussum Laren beroofd hebben van zyn geld: Heydeman had een erfenis uit Amsterdam gokregen, groot f 411. Tydens het rytoertje had hy by zich 3 bank biljetten van f 100, 1 bankbiljet van f 60 en eenig zilvergeld. Men gebruikte een stevigen borrel, waardoor Heydeman, van Hilversum komende, te Naarden reeds het bewustzyn had verloren. Den volgenden morgen ont waakte hy thuis, om tot de onaangename ontdekking to komen, dat hy nog maar 2 centen in zyn bezit had, met en benevens een heelen knoop. De beide beklaagden ont kenden ten sterkste het hun ten laste gelegde. Volgens verklaring van den heer Van Dyk, commissaris van politie te Hilversum, staan beide beklaagden zeer ongunstig te Hilversum bekend. Wegens het groot aantal getuigen werden gisteren slechts twee derden gehoord. De anderen moeten over acht dagen verschynen. Voor beklaagden treedt als verdediger op mr. Z. v. d. Bergh. De rechtbank t o A r n h e m h e e f t gisteren J. Teeuwe, gep. O.-I. militair, wonende te Doesburg, die op 16 April j. I. poogde zyn zwager G. Velthuyzen door een revolverschot te dooden, veroordeeld tot een gevangenis straf van vier jaar. De eisch was zes jaar. UitFrederiksoord schryft men aan de „Zw. Ct.": Zaterdag bad onder ver- 8chrikkelyken regen de door den directeur der M. v. W. georganiseerde dryfjaebt pl-.ats op het wilde zwyn, dat sinds geruimen tyd groote verwoestingen aanrichtte in de bosschen en op de bouwlanden iD en om Boschoord. Een veertigtal jagers namen deel aan de jacht, waaronder uit Amsterdam, Zwolle, Leeuwar den, Gorredyk, Barneveld, Steenwyk en Heeron- veeo. Ondanks alle mogelyke maatregelen is het varken toch don dans ontsprongen, doch niet zonder kennis gemaakt te hebben met de loopers en kogels van e„n tiental geweren. Het voornomen is opgevat over 14 dagen weer een dryfjaebt te houden, ten minste als men woet, dat het uier zich hier dan nog ophoudt. Voor de practischo oefeningen van het corps genietroepen zal de legerplaats by Zeist door genoemd corps op 13 Juni a. s. betrokken en op 23 Juli d. a. v. verlaten worden. Op den provincialen weg tus schen Putte en de Hollandsche grens hebben twee landloopers den veekoopman J. Thomas op brutale wyze aangevallen en hem van zyn gold, ruim 1000 franken, beroofd. Boven dien is de man zóó mishandeld, dat men ieder oogenblik zijn overlydea kan verwachten. Men zal zich herinneren, dat onlangs een vrouw, die, door honger gedrovec, een brood stal, door een Franschen rechter werd vrygesproken. Do vereeniging van Parysche advocaten stelde, naar aanleiding van dit geval, do vraag: „Kan honger, die iemand dry ft tottoeëige- ning van levensmiddelen, gebracht worden onder het begrip „force majeure", over macht voorzien by art. 64 van den Codo Pénal? Do vraag is bevestigend beantwoord. Reuters bijzondere dienst meldb aan het „Hbl." den uitslag van den wieier- wedstryd Bordeaux Parys. Naar te verwach ten was, kwam Rivierre als eerste a&n te 4 uren 39 minuten. Hy had den afstand, trots don regen en den slechten toestand van den weg, in 20 uren 39 minuten afgelegd. Een groote menigte begroette den kampioen by de aankomst. Garin was tweede en kwam juist een half uur na Rivierre aanRobl verscheen als dorde aan de eindstreep van 6 uren 20 minuten. Burgerlübe Stand. ALKEMADE. Geboren: Gerardus Francisccts, Z. v. P. Gortzak en C. Do Prie. Apolonia Helena Maria, 1). v. P. Pouw en A. De Jong. Ondertrouwd: P. Kuiper jm. 33 j. en M. Huigsloot jd. 27 j. Gehuwd"- F. Koek jm. 27 j., to Woubruggo, en C. Van Ruiten jd. 2U j. alhier.A. Van der Plas jm. 30 j. te Alfen, en C. Wesselman jd. 26 j., alhier.—-P. Van der Meer jm. 21 j. en A.JVan der Zwet jd. 20 j. JB. Van der Meer jm. 25 j. en M. Van der Zwet jd. 26 j. J. -Schoenmaker wedr. van J. Elstgeest 55 j. en M. C. Waakc jd. 38 j., alhier, laatst te Zeist. Ovorleden: P. P. Hoek 55 j., echtg. van A. Laraers, wedr. van G. Kroon. WASSENAAR, Overleden: Maria Noord hoven D. 21 j. C. E. Versteeg D. 8 j. Geboren. Duco Christiaan Eugonius Ilein- rich, Z. van D. H. Bolman en V. E. L. Vnillant. Grietje, D. v. F. Blanken3poor en G. Grift. Ka «ie verhuizing. 2) Intusschen had de oude heer een flinke verkoudheid opgedaan, die hem zich doodziek deed gevoelen en tevens heel ongelukkig. Vandaar, dat hy, zonder zich om iets of ieirand te geneeren, zich had ingepakt en toegetakeld alsof by een noordpoolreis ging ondernemen. Bohalve zyn pels en reisdekons, had hy ver langd, dat er een tinnen kruik met kokend water mee zou gaan in de coupé, welke kruik by aan ieder station opnieuw met heet water zou laten vullen, tot wanhoop van ziju mooie dochter, die zich vreeselyk schaamde over zulk een spektakel. Zoodra hy in den trein kwam, was hy begonr.en met het zich zoo gemakkeiyk mogolyk te willen maken; maar dat gelukte hem niet spoedig. Hy was reeds twee stations ver, toen hy - Da in het zweet zyns aan- *c'ayn8 gezwoegd te hebben, om een der backen zoo in te richteD, dat by zich zou kunnen verbeelden in zijn eigen bed te liggen - eindelyk een weinig tot rust kwam. Hy hoopte het overige van de reis slapende door to brengen en reeds gevoelde hy zich in een aangenaam warmen, half dommelenden toe stand, toen de deur van zyn coupó werd geopend en het joDge mensch binnentrad. Van Es deed horhaaldeiyk een poging om gesprek met den ouden heer aau to knoopon; hy was byzooder opgewekt en vriendelyk tegen hem, toonde zich zelfs zeer hulpvaardig, toen de raadsheer van houding wilde veranderen, maar deze was zóó afstoo- tend en norscb, dat ieder ander dan een verliefde jonge man het zeker kwaiyk zou hebben genomen. Om duidelijk te toonen, dat het hem ver veelde, drukte Hoogenraad ten slotte zyn vingers tegen zyn ooren, keerde zich op zyn zy en deed alsof hij sliep af en toe een 6nurkend geluid latende hooren. Nu zal men het mot my eens zyo, dat de vader van 66n mocie dochter in zulke omstan digheden niets gevaarlyker kon doen dan dat I En als hy even zyn vingers van de ooren had verwyderd, zou hy ook wel tot die over tuiging zyn gekomen; want de jongelieden maakten onmiddeliyk gebruik van de gun stigste gelegenheid om elkaar allerlei dingen te zeggen, die alleen onder vier oogen gezegd kunnen worden. Zy hadden elkander in geeu drie maanden gezien, doordat Yan Es naar Den Haag verplaatst was geworden; maar by hun laatste ontmoeting hadden zy harteiyk afscheid genomen en de hoop uitgesproken elkander spoedig weer te zien. Dat die hoop zóó spoedig vervuld zou worden, hadden zy geen van beiden kunnen donken. Nadat zy reeds geruimen tyd samen hadden gepraat, zeide Annie: Maar waar komt ge eiger.iyk vandaan? Van huis; ik heb verlof gehad en bracht de Kerstdagen by myn familie door. Ik ga nu naar Breda, waar ik één of twee dagen bij myn vriend doorbreng, wiens familie daar op een buiten woont, om daarna myn dienst weer to aanvaarden. Mag ik eens gauw komen hooreD, hoe u de reis is bekomen? Jamaar dat is te zoggentoch niet al to gauw. Want, ge begrypt, zoo'n verhuiziDgen eer we een beetje op orde zyn Wanneer zou dat dan wel kunnen zyn? Laat eens zien in het eind van de volgende week byvoorbeeld. En het is vandaag pas Dinsdag! Annie lachte even. Als papa niet in Den Haag benoemd was, zou het nog veel langer geduurd hebben, eer we elkander hadden ontmoet Dat verduivelde gekletsI.... viel de raadsheer plotseling uit. Je kunt geen oog dicht doen! Verschrikt zwegen beiden. Zy bleven eenigen tyd zwijgend tegenover elkander zittenAnnie naar buiten starende in don donkeren nacht; Van Es geheel verdiept in bewondering voor het lieve kopje, waarop het intusschen ont stoken licht in de coupé een rooden gloed wierp. Zy hoopten, dat de oude heer zyn ooren weer zou toestoppen; maar dat deed hy niet, en terwyl Van Es vast besloten was geweest Annie vóór het einde zyner reis ten huwelyk te vragen, werd dat plan verydeld, omdat zy Breda bereikten, voordat ze een woord meer hadden kunnen wisselen, Breda!tien minuten oponthoud! riep de conducteur. Do oude heer Hoogenraad kroop van onder zya dekens te voorschijn. Hy wou oen war men kop koffie gaan drinken en Z9ide Kom, Annie, we zullen even uitstappen.... Reeds stond hy op het perron, toen Van Es, die hem gevolgd was, met den hoed in zyn hand op hem toetrad, zoggendo: En ik moet hier afscheid van u nemen, mynheer Hoogenraad. Tot myn epyt kan ik nitt verder met u reizenIk zie myn vriend daar reeds staaD, die mo komt afha lenIk mag u toch spoedig eens komen opzoeken in Den Haag? De raadsheer mompelde iets, waaruit iemand met veel goeden wil en een sterke verbeel dingskracht misschien zou hebben kunnen opmaken: „Dat zal me heel aangenaam zijn;" maar Van E3 verlangde niet moor, en ter wyl do oude heer zich reeds had afgewend, drukte by Annie nog even veelbeteekenend de hind. Reeds was een jong officier, gevolgd door zyn oppasser, do coupó genaderd en toen het jonge meisje zich verwyderde, riep hij uit: Dat was een goed idee van je, kerel, om my op te zoekenKom, maak maar wat voort, er wordt vreeselyk naar je verlangd I Naar my door wie?vroeg Van Es verbaasd. Wel, er is van avond groot bal by de familie Dwaashuyzenje woet wel, onze vroegere majoorIk verteldo, dat jy in de stad kwam en ik heb op myn woord moeten beloven, dat ik je van avond meo zou brengen. Van Es toonde zich niet zeer ingenomen met dat idee. Maar, Henrihoe kom je er by Ik heb myn koffer doorgezondenIk ben er in het geheel niet voor gekleed. Odaar weet ik wol raad opjy gaat in politiek, ik in uniformmyn rok past jou uitstekend, dat weten we by ondervin ding Hier, Piet, aanpakken, voegde hy zyn oppasser toe, die met een goadhartig, dom gezicht op een paar schreden afstands stond te wachten. Haal de spullen van myn heer uit do coupó en leg ze in het rytuig.... Kom, Leo, wij gaan vast. Gearmd verwyderden de jongelieden zich, terwyl P«et de orders van zyn luitenant nakwam. Van Es keek naar de restauratie-zaal, waai Annie, heel toevallig, juist even voor de glazen deur Btond te kyken. Zy wisselden nog een vluchtigon groet. Wat een lief gezichtje, zeide de vriend, die de beweging van zyn metgezel had gevolgd. Hefct ge op reis samen kennis gemaakt? Neen, dat is juffrouw Hoogenraad, de dochter van den raadsheer, dien ik vroeger in Maastricht veel ontmoette. Nu't is de moeite waard, verzekerde de vri&nd, nog eens omkykendo. Piet had de bagage van den reiziger op de achterbank gelegd en hield nu het portier open voor do beide heeren, die juist Instapten, toen de trein met een schel gofluit langzaam het station verliet, Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 9