een eigenaardig Ciiiueseli feest.
KOLONIËN.
Aan een particulier schrijven uit Riouw,
,dd. 3 April, ons welwillend ten gebruik© af
gestaan, is bet volgende ontleend omtrent
In 't laatst van Maart wordt bier te
R i o n w, en nergens elders op aarde, onder
de Cbineezen een feest gevierd onder den
naam van Lo Ya feost. Lo-Ya beteekent
„groote Hoer." De oorsprong en beteekenis
van dezo zonderlinge festiviteit ligt in het
duister. Tegenover Riouw ligt bet eiland
Singaran op een 10 minuten af9tands van
don wal. Het feest wordt eenige dagen van
te voren ingeleid door het halen van water
uit den Lo-Ya put, die vlak by ons huis is.
Dit water wordt een zekere geneeskracht
toegeschreven, doordat do Lo-Ya hierin zijn
bloed heeft gestort. Vrouwen van het eiland
Singaran begeven zich naar Riouw om
't water uit dien put te halen en naai hun
eiland te brengen. Elkaar verdringende tracht
iedere Chinees wat van dat heilige water
machtig to worden, opdat het hem in dit
jaar goed zal gaan. Een paar dagen later
komt onder aanvoering der Cbmeesche luite
nants in mandarynen-kostuum oen bont ge
kleurde stoet, wol een honderd man sterk,
van Singaran naar Riouw in sampans en
tonkans. De schepen op de ree, alle Chineescho,
zijn met tal van vlaggen versierd en lossen
onophoudelijk schoten. Dit bezoek is een be-
leofdheidsvisite.
In de klenteng (Chineesche kerk) op Sin
garan bevindt zich een Chineesche manne
lijke godheid en deze wordt nu in optocht
naar de klenteng op Riouw gebracht, waar
zijn gade verblijf houdt. Dlo godheid wordt
voorgesteld door een levensgroote pop in
mandarijnen-ko3tuum in een gebeeldhouwden
armstoel gezeten (palanhyn), gedragen door
vier koelies. In dien optocht ziet mon ook
lui, die in het feest eigenlijk de hoofdrol
spelen, doch daarover straks. Na dit bezoek
volgt op Singaran een driedaagsch feest.
Op den 4den dag maakt het Chineesche
element van Riouw een visite op Singaran.
Onder het knallen van geweerschoten en het
oorverdoovend geknetter van het vuurwerk
steekt men van wal, als het ware een wed
strijd ia het roeien houdende. Na een bezoek
aan den tempel en een ommegang over het
eiland keereo ze terug. Zoodra de zoo aan
de westerkimmen is verdwenen, begint de jool
voor de gele broeders.
j Daar men ons hier al zooveel ongelooflijks
van dat feest had verteld, zijn we er samen
met den Controleur op uitgegaan. Het geheel
is iets uit een tooversprookje. Do gaDSche
Chineesche kamp is, daar elk huis een bazar
is, hel verlicht, nu meer nog dan op gewone
dagen. Daar do Cbineezen gaarne op goeden
voet leven met hun goden en hun afgestor
venen, die door hellepijnen gekweld worden,
stookt ieder voor zijn huis een vuurtje van
papieren, welke in het midden van oen recht
hoek van zilverpapier zijn voorzien. Dit offer
is een soort van geldelijke ondersteuning
voor de noodlijdende afgestorvenen of een
zoenofi'or voor de goden. Om dit vuurtje staan
eenige wierookstokjes en eenige roode kaars
jes op stokjes, terwijl baba met een hoog
ernstig gezicht zyn papieren geld in de vlam
men werpt.
Kunt ge u voorstellen, dat bet geheel iets
schilderachtigs, onbeschrijfelijk phantastisch
heeft? En dat alles gebeurt op straat voor de
huizen, terwijl duizenden Chineezen, van de
©vorige eilanden overgekomen, diar langs en
tusschendoor wandelen. We begaven oaa naar
de klenteng, van buiten verlicht, als men
het zoo noemen mag, door groote Chineesche
papieren lantarens op eon staak gedragen,
van binnen een half duister, waarin tal van
Maleiors, ChineezoD, Klingaleszen, Europoanen,
soldaten, vrouwen met kinderen op den rug
of in de slendang rondwaren. Op den achter
grond het altaar, verlicht door het ongestadig
geflikker der flambouwen, die zware slag
schaduwen werpen op de vuile, met opium
besmeerde wanden van het heiligdom van
Kon foe-tsé. Een dikke nevel van wierook
walmen, die uit de koperen ofTervaten in fijne
straaltjes opwaarts krullen, omgeeft de massa
als oen blauw waas. Vóór het altaar een
paar Chineezen, die de godheid offoron, de
8 e m b a h (buiging) maken en hun offerstok
jes bij de honderden andere steken m de
koporen vaten op het altaar.
Onophoudelijk Blaat de bedok (een groote
trom) met eigenaardig dol geluid, terwijl vlak
bij hot altaar eenige knapen staan, die met
hartelust op de gongs (koperen bekkens)
tlaan. Plotseling stuift de rookende, spuwende,
pratende menigte uiteen en maakt ruim baan.
Van buiten komt er een den tempel binnen,
dia den geest heeft gekregen. Onder stuip
achtige spiertrokkingeD, zwaaiende met het
hoofd, armen en beeneD, gillende in de hoogste
falcetstem nadert hij snel al dansende het
altair. Het eontonigo, rbytbmische geluid an
de bodok en de goDgs maken hem compleet
razend. Hy slaat met de vuisten als een
bezotene op hot altaar en gilt en tiert als
een de!i iumiyder.
Hindig maken oonige omstaande Chinsezen
zijn staart los en daar staat hy met loshangende
haren en ontbloot bovenlijf te stuiptrekken.
Daar geeft de luitenant-Cbinees het teeken
om hom aan te klaeden. Spoedig beeft bij
oen gekleurde broek, een bui?, mot allerlei
loovertjes bewerkt, aan, een soort van kroon
op hot hoofd gekregen, alles onder het oor-
vercoovend gedreun en gebons der slaginstru
menten. Plotsoliug houdt die muziek op. De
kapitein Chinees vraagt den waanzinnige iets
an hooggillend stoot hfl z(jn antwoord uit,
maar schijnt toch verstaan te zijn. Weer be
gint de aanhitsende muziek, terwijl men een
aan weerszijden scherp geslepen dolk met
lang gevost voor den kranke op het altaar
logt. Nauwelijks ziet hij het of neemt het
op, steekt het behendig door de eene wang,
zoodat het ongeveer ter lengte van een palm
of twee door de andere wang weer te voor
schijn komt. Geen spoor van bloed Ss te
bespeurenGeen praatje, maar de waarachtige
waarheid, want ik heb om zoo te zeggeo
vlak naast den man gestaan.
Daarop maakt bij de Sombah voor het
altaar en danst met den dolk door de wangen
naar buiten, waar by het groote aantrekkings-
punt van don optocht zal uitmaken. Honderden
Cbineezen staan reeds met hun papieren
lantarens klaar, die alle op staken worden
gedragen of aan een koord bungelen. De
Lo Ya, de waanzinnige, neemt nu kalm plaats
op een armstoel, waarvan de zetel uit scherpe
sabels bestaat, evenzoo de rugleuning en de
armleuningen, terwijl de voeten evenzoo op
messen rusten. Vier koeljes tillon den stoel
met den L o Y a op en daar gaat de stoet als
een reusachtige slang door de straten en
lanen van Riouw, spookachtig verlicht door
de flambouwen en het gedempte licht der
honderden Chineesche papieren lantaarns,
opdoemend eD wegdeinend tusschen het vaal
zwart geboomte en strnikgewas, terwijl de
eentonige, hytbmiscbe muziek den stoet be
geleidt.
Driemaal wordt er rondgetrokken, terwijl
de overige duizenden zich met hart en ziel
op het dobbelspel werpen. Voor elk huis
bestaat gelegenheid tot dobbelen. Een mat
in de voorgalerij uitgespreid, een kleine staande
lamp in het midden, de eigenaar op de hurken
tegen den muur geleund met de noodige
contanten by zich en daaromheen een tien
tot twiDtig vette ruggen, waarin het rossige
licht der vuren en flambouwen weerkaatst;
allen tuk op winst. Voor elk huis hetzelfde
tooneel. Duizenden voetzoekers worden afge
stoken, terwijl de stoet door de straten trekt,
zoodat het vuur hun tegen de bloote beenon
en voeten springt. Plotseling is weer een
der Cbineezen Lo Ya geworden. D9 optocht
houdt halt en de mededinger krijgt eenzelfde
kostuum aan als zijn confrater, doch vertoont
geen toeren met den dolk, maar wordt in
zijn volle lengte op een draagbare tafel gelegd,
waaruit honderden spijkers met de punten
naar boven een duim of drie boven het
tafelvlak grimmig komen uitsteken. Het hoofd
en de voeton alleen zijn vrij. De tafel wordt
opgenomen en voort gaat het weer op het
stereotype sukkeldrafje, dit volk eigen als ze
iets dragen, schokkende en hotsende, zood.it
de punten den loya ongetwijfeld in het lichaam
moeten dringen. Menigeen is er dan ook
geheel buiten westen afgehaald.
Zoo men my heeft medegedeeld, verkoos
de Lo *Ya, twee jaren geleden, door een vuur
te wandelen, een dikke laag gloeiende houts
kool over een lengte van 10 M. uitgespreid.
Brandwonden bespeurt men niet. Een ander
begoot zich met kokende olie, zonder zichtbare
teekenen achter te laten. En wat is nu eigenlek
de oorzaak, dat dit zonderlinge feest in stand
wordt gehouden?
Evenals in andere residenties bostaat hier
de opiumpacht, de dobbelpacht, de arakpacht,
enz. De pachters nu lokken door dit feest
de duizenden Cbineezen der talrijke eilandjes
naar Riouw om op die wijze een aardig
slaatje te maken. De Lo Ya's ontvaDgen dan
ook in 't geheim een geschenk in geld. Ze
worden eonige dagen goed onder den invloed
der opium gehouden, zoodat het lichaam tot
op zekeren graad gevoelloos is geworden en
de geest sterk beneveld is.
Wordt niemand L o Y a, dan is dit een slecht
teeken en voorspelt een slechte negotie. Want
de handel schijnt er ook in betrokken. Elk
handelshuis, groot of klein, zandt zijne be
dienden naar den optocht met een paar lan
taarns, waarop de merken van het huis met
vuurroodo Chineesche kaïakters zjjn geschil
derd. De Lo Y a herstelt spoedig woer van zijn
wonden. Na verloop van 7 dagen zijn alle
kwetsuren gehooid on do man verdient dat
jaar een aardig duitje, daar men gelooft, dat
er een zekere wonderdoende kracht van hem
uitgaat en hy daarom vaak bij zieken wordt
geroepen.
Na een driedaagsch feest wordt de manne
lijke godheid weer naar Singaran terug
gebracht, onder gelijke uitingen van feest
vreugde als waarmede hij gehaald is. Do
pachters van opium en dobbelspel bekostigen
voorts een tiental wajaDgs orang. Op ver
schillende punten zijn midden op de straat
tooneelen opgeslagen, die slechts een nauwe
passage overlaten. Hier worden door Chineesche
toone6lspelers uitvoeringen geven tot laat in
don nacht en stukken opgevoerd uit de Chi
neesche mythologie, voor ons al even onbe
grijpelijk als voor 't gros der toeschouwers.
De kostuums z\jn rijk met gouddraad door
weven en maken een onbeschrijflijk c-ffect in het
onbestendig licht der lantarens, vuren, lampen
enz. Koddig is 't te zien, hoe linksen rechts
op 't tooneel Maleische on Chineesche kleuters
op kisten en banken klautereD, om toch maar
vooml met don neus vooraan te zijn.
Dat bier ontzettend veel opium wordt ver
bruikt, kan men opmaken uit 't feit, dat de
pachter por maand 36,000 aan 't Gouverne
ment botaalt. De arak pacht en dobbelpacht
betalen ieder per maand ƒ2500. 't Gouverne
ment en de pachter varen er dus wol bij,
maar de mindere man?
Wat me reeds op Java by Inlandsche volks
feesten zoo vaak getroffan beeft is de vol
maakte orde, die overal heerecht. Een handje
vol Maleische politie-oppassers is voldoende
om de rust te verzekeren. Daar zou men in
Holland een voorbeeld aan kannen nemen.
Het Lo Ya feest wordt steeds in de 3de
maand van het ChiDeesche jaar gevierd. Daar
d i t jaar 13 maanden telt en do 3de maand
tweemaal wordt gerekend, krijgen we in April
oene herhaling van 't feest. Mocht er iets voor
vallen, dat van deze beschrijving afwijkt, dan
zal ik het te gelegener tjjd meedeeleD.
INGEZONDEN.
Dm Heer C. H. Rouw, alhier
Geachte Heerl
Gij komt terug op hetgeen door u gezegd
is in de openbare vergadering, waar de heeren
mr. Mendels en De Clerq een pleidooi voor
de geheel onthouding hebben gehouden.
GU schijnt nog te zijn gebleven by Uwe,
op dien avonl weerlegde meening, dat y veren
voor wettelyke regeling van den leerplicht en
vtrkorten arbeidsduur betere resultate i zou
opleveren dan de tot dusverre gevolgde wyze
van werken. Gy voegt er thans nog dit ver
wijt aan toe: Dan helpt men meer practisch
een heilloos kwaad bestryden en laat het
niet slechts bij woorden.
Dat gy, zooals uit Uw stuk blijkt, do taal
niet goed kent, kan ik u, die zegt een werk
man te zyn, vergeven, maar dat ge zulke
meeningen aurft uit te spreken, vergeef ik u niet.
Meent gy dan wezenlijk, dat het alcoholisme
alleen of zelfs voornameiyk heerscht onder
de arbeidende klasse?
Hun toch zou leerplicht en een korteren
arbeidsdag hoofdzakelijk ten goede komen.
Weet gy dan niet, dat ook onder die standen,
welke volop onderwys kunnen genieten en
vryen tyd in overvloed hebben het drank
gebruik burgerrecht heeft, hebt gy niet op
gemerkt, dat de drinkgewoonte in alle klassen
der maatschappy zyn doorgedrongen?
Maar dan moogt gy het ook niet doen
voorkomen, dat y veren voor leerplicht en ver
korten arbeidsduur het practisch middel is
en daardoor den scbyn op n laden alsof gy
het kwaad alleen by den nyveren werkman
zaagt.
Ik kan u verzekeren, dat de meeste, zoo
niet alle, onthouders voorstanders zyn van
goed onderwys en tegenstanders van over-
matigen arbeid, dat ze gaarne vele krotten,
die nu nog menscben tot woning dienen,
zagen opgeruimd.
Ytlen hunner werken in deze richting met
u mee.
Maar men kan het eene doen, en behoeft
het andere niet na te laten.
Als leden eener geheeionthoudersvereeni-
ging stry ïen wy uitsluitend tegen de drink
gewoonten.
„Wy laten het slechts by woorden," zegt ge.
Een gevierd redena. r, wyzende op de macht
van het voorbeeld, sprak nog Zondag van
een onzer kansels: „Zeg niet alleen tot uw
kind: „drink nietl" maar laat uw kind later
kunnen zeggen: „by ons aan huis werd nooit
drank gedronken."
Niet drinken en niet schenken is een daad.
Deze stellen wy op den voorgrond.
Daardoor verschillen wy juist van u en
van de velen, die met u op hetzelfde stand
punt staan.
G(j vindt het wel goed op vergaderingen
en misschien ook elders over bet „heilloos
kwaad" (alsof er ook kwaad was, dat heil
aanbrengt) te praten, maar helpt intusschen
de drinkgewoonten bestendigen door er zelf
aan mee te doen.
Wilden wy ons tevreden stellen met woorden
alleen geloof my ons ledental zou spoedig
vertienvoudigd zyn, maar er zou, vrees ik,
geen kracht van uitgaan.
Hoe dit aan uw waarnemingsvermogen
kon ontsnappen begr(jp ik niet
Mynheer Kouw, gy hebt slordig gedacht
en u slecht uitgedrukt.
Leiden, De schrijver van het door u
17 Mti 1898. geiaraakt verslagje.
Een geheim verdrag.
In de „Frankfurter Zeitung" komt het
volgende voor:
„We zyn in staat, op grond van betrouw
bare inlichtingen, de volgende buitengewoon
gewichtige mededeeling te doen.
De in April 1897 by htt bezoek van
keizer Frans Jozef aan Sfc.-Petersburg gesloten
overeenkomst tusschen Rusland en Oostenryk-
Hongarye is geen gewoon vergeiyk in den
eigenlyken zin, maar een Staatsverdrag, ge-
tetkend door de beide keizers on gecontra
signeerd coor de beide ministers van buiten-
landsche zaken Murawiew en Goluchowski.
H^t verdrag loopt van 1 Mei 1897 tot 1
Mei 1902 en wordt telkens als voor drie
jaren verlengd beschouw i, wanneer het niet
zes maanden voor do expiratie door oen der
contracteerende mogendheden wordt opgezegd.
Het hoofd:oei van het verdrag zou zyn, de
handhaving van de rust en den vrede op het
Balkan schiereiland en van het status quo
omtrent de staatkundige verdeeling.
Ter bereiking van dit doel verdeelen de
beide contracteerendo mogendheden het schier
eiland in twee „InteressenspbSre", waarvan
elk land een engeren en een uitgebreideren
invlooJskring krygt.
In den engen invloedskring van Oostenrijk-
Hongarije valt Servië, in zyn ruimen kring
Macedonië van Salonikl in noordelyke richting
by na rechtiynig naar Yranga, voorts Albanië
met uitzondering van e.nige zuid oostbluk
aan Montenegro grenzende districten.
In den engeren invloedskring van Rusland
valt Bulgarye, in zyn ruimeren alle Euro-
peesche bezittingen van Turkye, gelegen ten
oosten van den Oostenryksch-Hongaarschen
kring.
De beide conlracteerenden verbinden zich
in het hun aangewezen grondgebied er over
te waken, dat bet tot geen vyandeiyke ver
wikkelingen komt en dat zoowel van de
zyfo van Servië als van Bulgarye agitatie
vermeden wordt, die naar Turkye, kan over
slaan en den vrede zou kunnen bedreigen.
De contracteerenden zullen, wanneer het
noodig is, afzonderlyk of na voorafgegane over
eenkomst gemeenschappeiyk interveniëeren.
Mocht vriond8chappeiyke tusscbenkomst niet
baten, dan krygt het land, in wiens engeren
invloedskring de onruststokende staat ligt,
het recht gewapend op te troden op kosten
van dien betreffenden staat."
Dit verdrag zou aan Duitscbland in vollen
omvang, aan Italië gedeelteiyk zyn meegedeeld
volgens de „Frankfurter Zeitung", voor wier
rekening trouwens het geheele sensationeel©
verhaal biyft.
[Men zie het telegram van gisteren uit
Weenen, waarin het bestaan van het verdrag
reeds ontkend wordt, wat natuuriyk, naar de
„Tel." opmerkt, het niet-bestaan ook niet
bewyst.]
Engeland en de snikerconferentie.
De Engeleche regeering heeft een blauwboek
in bet licht gegeven, waarin de stukken zyn
opgenomeD, die gewisseld zyn tusschen het
Britscho ministerie van buitenlandscbe zaken
en de gezanten in den vreemde over de byeen
te roepen internationale conferentie tot afschaf
fing der suikerpremiên. Het blauwboek begint
met de memorie der Engelsche suikerfabri
kanten, die invoering verlangen van suiker
premiên tot gelyke hoogte als in het buiten
land bestaan („countervailing duties").
De minister van koloniën, de heer Cham
berlain, hoeft daarop het initiatief genomen
voor de byeenroeping van een suikerconferentie
te Parys. De uitnoodigingen daartoe zouden
geen bepaalde bedreigingen bevatten, maar
toch duideiyk doen uitkomen, dat Engeland
niet voornemens was de West-Indische suiker
industrie te zien ondergaan door de suiker
premiên in het buitenland, doch de kolooiên
op de een of andere wyze zou te hulp komen.
Yóór echter op grond van deze memorie
van 15 December door lord Salisbury op 7
Januari aan de gezanten een aanvraag was
gericht of de buitenlandsche regeeringen be
reid zouden zyn een uitnoodiging aan te
nemen, had de Belgische regeering reeds de
eerste schrede gedaan en uitnoodigingen ge
zonden aan Oostonryk, Frankrijk, Duitsehland
en Nederland. Ook Engeland zou uitgenoo-
digd worden, ofschoon het oorspronkeiyk plan
was de deelneming te beperken tot de landen,
die suikerpremiên betalen.
Blykoaar naar aanleiding van het besluit
der Duitsche suikorproducenten, verzocht lord
Salisbury aan de Belgische regeeringen inlich
tingen hoever zich de besprekingen op do
Brusselscho conferentie zouden uitstrekken,
en of deze zouden loopen over de directe en
indirecte snikerpremiën beide. Het antwoord
werd niet bevredigend geacht, want weoer
vroeg de Engelsche minister of de bespre
kingen ook zullen loopen over binnenlandscho
premit:n voor de productie van beetwortels en
beetwortelsuiker. Eerst nadat hierop antwoord
gekomen was, nam Engeland op 8 Maart ae
uitnoo liging tot deelneming aan de Brussel
sche conferentie aan.
Programma vau Muziekuitvoeringen.
MUSI8 BACRUM. Donderdag te twee uTen, door
liet Siafmoziekcorpe der dd. Schutterij, direct nr do
beor Joh. C. QEYP. Eerste afdeelin^No. 1.
Man&örerir-Marsch. R. Fanlwetter; 2. Oavertoro
„Gustave, oa lo bal masqué", F. Anber; 8. ürinotruDg
an R. WagneBo „Tannnauser", V. Eamm; 4. Faotaieie
uit „Preoioea O. M. v. Weber. Tweede sfdeeling
No. 5. Ouverture uit „Die Las igen Woiber von VN i rt-
aor", O. Nicolai; 6. „Les Adieux", Wale, Joe. Guag'l
7. aSerenade arr. Joh. O. Geyp, Oio OUen b. Gavotio
arr. Job. O. Geyp, R. Koczaleki; 8. Potpourri uit „La
vie P&risieune, J. Offonbacb.
UITLOTINGEN. Loten Bru&eol 1886. Tiekking
van 14 Mei 1898, betaalbaar 2 Januari 1899. Premiön:
Ser. 68781 n. 6 25 000
8er. 968 n. 3,000
Ser. 68208 n. 19500
Ser. 23264 n. 10 en b. 48438 n. 19 250
a £r. 160.
3184 n. 5— 7058 u. 3— 7058 n. 13—13549 n. 19
16802 n. 9—17639 n. 15— 22344 n. 14— 31275 d. 23
32 28 n. 5— 34296 n. 15— 37480 n. 23 42773 n. 2 4
4843S n. 13 - 66753 n. 9 - 68330 n. 5— 77449 u. 19
84666 n. 13— 86597 n. 7— 96658 n. 21— 110841 n. 3
a 110 fr. do volgende seriecu:
968
1565
3184
4025
5034
5180
6558
7058
10263
10499
11526
13519
14620
15460
16594
16802
17606
17039
19736
21760
22344
23264
27183
28010
2S299
31275
31625
32028
33896
34245
34296
34536
34762
37480
40241
42773
44613
44926
46629
47105
48412
48438
50829
53029
56684
60096
60753
68208
68330
68757
68781
77449
78086
84C27
84666
85222
85301
86597
87021
88786
8S970
89745
93212
96558
98956
9S968
100301
103829
101251
105688
105796
106627
106787 108933 110842 112024
Hongaar8cbe Loten v. 1870 a fl. 100, trekking
van 16 Mei 1898, betaalbaar 15 November 1898. 52
aerieën: 62 165 325 404 478 500 538 592 684
1001 1152 1229 1245 1256 1513 1513 1770 1828
1947 1979 2042 2160 2412 2491 2577 2581 2922 2926
2929 3C89 3135 3165 3199 3380 3498 3507 3521 3586
3549 3872 3993 4142 4184 4413 4432 4951 5006 5018
6149 5551 5673 en 5699; hoofdprijzen fl. 12 .000
s. 1518 n. 21, fl. 12.000 e. 8165 d. 18, fl. 50jO
s. 4432 n. 25; elk fl. 1000 s. 165 n. 18, e. 1229 n. 9,
e. 3749 n. 27, 8. 4142 n. 21-
Eb de Ited. Werklnr. slja opgenonen:
DATUM.
DAGEN.
Volw.
pors.
Elndo-
ron.
Totaal
8 Mei.
Zondag
86
19
105
9
Maandag.
86
14
1C0
10
Dinsdag
109
22
131
11
Woeiiedag.
121
23
144
12 o
Donderdag
111
23
134
13 f
Yrgdag
114
23
137
14
Zctordag.
111
21
132
Gemengd Nieuws.
Uit den Ryn, onder Oosterbeek,
Is opgevischt het lyk van moj. G. Te H., uit
Bonnekom, die sedert 1 dezer werJ vermist.
By den landbouwer J. Zorge, te
Serooskerke (Schouwen) is een geit geboren
met konynenpooten. Vliss. Ct.)
Uit Hulst meldt men: V r y d a g
sloeg de bliksem in den tor n op Rapenburg
en vernielde het uurwerk, terwyl in het kerk-
gelouw een gat in den muur werd geslagen
en eenige ruiten vernield werdtn.
Onder Lamswaarde is een huis met schuur,
ook door het hemelvuur, in vlammen opge
gaan. Vyf jonge Liggen kwamen om en van
het huisraad in de woning vjn P. Streydonck.
kou niets' gered worden. Alles was verzekerd.
To Stadskahaal tranddoVrydag-
middug e Wo: i:ig van den he.r IJ. v. d. Wall
geheel af. Alles was verz kerd.
Naar men aan de „N. R. C.uit
Rozendaal schryft, bevindt Van Deth zich te
Antwerpen en hoeft hy gesn plan naar Neier-
lan i terug te keeren.
Te Tiol geraakte hot driejarige
kind van J. P. in de sloot voor zyn wening
to water. Toen de moe.er eenige oogenblik-
ken later haar kind daar vond, was het reeds
verdronken.
Op het menu van een Ylaamsch
restaurant
„Geslepens aspergers met eiers." Die zullen
wel dun zyn geworden 1
Falb's voorspellingen voor de
tweede helft des jaars zien er droevig uit.
In Juli talrUke onweders en veel regen; in
Augustus iiem idem en nog wat koude er by;
voor September heeft Falb zelfs sneeuw in
petto 1 Gelukkig, dat andere meteorologen
het niet met hem eens zyn.
Het hof van cassatie te Parys
heeft in zake het proces der schriftkundigen
Yarinard, Belhomme en Conrai tegen Zola
en Perrenx het beroep der gedaagden, tegen
bet vonnis, waarby de correctionele recht
bank zich bevoegd bad verklaarJ, verworpen.
Het bof heeft biermede üe leer gehandhaafd,
gehuldigd in zyn in 1835 en 1889 gewezen
arresten, waarby is Verklaard, dat experts
niet als ambtenaren zyn te beschouwen.
De advocaten van Zola en Porrenx konden
zich ook op een arrest van het hof van cas
satie beroepen, dot in hun voor Jeel was, maar
dat was van ouderen datum, van 1877.
Het hof overwoog, dat de experts niet zyn
aangevallen wegens hun verklaringen als ge
tuigen, maar wegens hun Topporten. De zaak
zal dus opnieuw voor de negende kamer
dienen.
De „Aurore" zegt overtuigd te zijn, dat dit
vonnis van het hof onjuist gewezen is en
het beroep op een arrest van 18S5 niet opgaat.
Het blad grondt deze bewering op een woord
van don geleerden schryver Barbier, cie een
commentaar op de wet van 1881 heeft ge
schreven, volgens walken „ceze theorie der
jurisprudentie in stryd is met de wet."
Te Brussel heeft do heer Lucien Anspach,
hoogleeraar aan de Polytechnische School
aldaar, voor een zeer talryk gehoor een voor
dracht gehouden, t*n betoogo, dat Dreyfus
ni.t schuldig kan zyn. Hy toonde o. a., op
merkwaardige wyza aan, dat het beruchte
borderel niet door Dreyfus kan geschreven
zyn; en wel door ten zeer vergrooto projectie
van dat stuk en de echte brieven van Dreyfus,
waarbfl het verschil dadeiyk bleek, terwyl
de overeenkomst van Est^ruazy's schrift met
dat van het borderel op gelijke wyze werd
aangetoond. De vo roracht werd zeer toe
gejuicht.
De „Aurore" beweert, dat de president
Perivier, oi« to Versailles het tweeoe proces
tegen Zo i zal leider, aan eenige vrionden van
dat bind vroegergezegd heeft, dat Dreyfus
op monsterachtige, onwettige wyze is veroor
deeld, 11. op voor hem geheim gehouden stuk
ken, die in raadkamer zyn overgelegd.
In sen aan het „Hbl." toegezonden
Atnerikaansuh dagblad, de „Kansas City
Woili leest men, dat de trein, waarmede
eenig- n onztr landgenooten over den Pee-en
Ge^-spoorweg reisden, een ongeluk heeft ge
had, ooch dat de reizigers er allen goed van
zyn afgekomen. Het was een extra trein, die
den h*er J. De Goeje nan dat blad meldt
een „afliceholder" in de Missouri, Kansas en
Texas Trust Company en de grootste houder
van aandeelen in den Pee- en Gee spoorweg
benevens eenige andere „ryko Hollandsche
vrienden, die hun geld in die landstreken
wenschten te beleggen", vervoerde. Door de
zware regens was er een kleine stroom ont
staan, die een brug ondermynde en zoodanig
verzwakte, dat deze instortte en de locomotief
in de rivier viel. De machinist en de stoker
werden beiden gedood, doch verdere onge
lukken waren niet te betreuren.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek.
WEEK van 4 tot en met 10 Mei.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gom. Eng.
Btaudk.
6.45 8.30
7
15.6
6
6.45 8.45
8
15.8
6
6.45 8.45
7
15.8
7
6.45 8.30
8
16.
8
6.^5 8.45
7
15,8
9
6.45 8.45
8
15.6
10
6.45 8.45
8
16.8
Dit beteekent Wanneer mon 5 cubic foet 141.6
liters per uur van zulk gas vorbrandt In een 8ugg'e
London-Argand-Standard burner No. 1, met 24 gaatjes,
wordt een licht verkregen, dat in sterkte gelijk staat
met 15.6, 15.8 enz. Staodaardl.aarsen, waarvan elke
kaars 20 grains 7.8 grammen Spermacoti per uur
verbrandt.