Woensdag XX NXei. A°. 1898 jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven, Feuilleton. Betrouw tot in den dood. 11721 IÏIBSCH $SÉ IA&BL AD. PRIJS DEZER COURANTS Voor Leidon per 3 maanden,1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DES AD VERTENT IÈN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet mcasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Ofilciëele Hennisgerliiffeo* De Burgemeester en Wethouders van Leiden doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijn vergadering van 28 April 1898, ifl vastge steld de volgende Verordening: op openbare vermakelijkbedon en bijeenkomsten en het houden van vorlotingen. Art. 1. Onverminderd het bepaalde bij de Wet van 1 Maart 1815, n°. 18 (Stbl. n°. 21) is hot verboden zonder schriftelijke vergunning van den Burge meester: a) feesten of vermakelijkheden op den openbaren weg of hot openbaar gemeentewator aan te kon digen, te geven of te doen plaats hebbon; b) tooneelvoorstellingen of andere vertooningen, muziek- of z«Dguitvooringen, danspartijen of eenige andere vermakelijkheid, tot welke do toogang voor het publiek om niet of tegen betaling openstaat, aan te kondigen, te geven of te doen plaats hebben. Art. 2. Het is verboden de openbare vermakelijkheden, in art. 15 genoemd, tentoonstellingen en bijeen komsten van «eiken aard ook, tot welke do toegang voor het publiek om niet of tegen betaling open staat, te geven, to houden of voort te zetten in gebouwen of gedeelten daarvan, die met het oog op de veiligheid door den Burgemeester voor dat dool ongeschikt zijn verklaard. Art. 3. Hot is verboden eenig gebouw of gedeelte daar van voor een openbare vermakelijkheid, een ten toonstelling of ecu voor het publiek om niot of tegen betaling toegankelijke bijeenkomst te ge bruiken of te laten gobruiken: a) indien niet allo door den Burgemeester in het belang der veiligheid noodig geachte deuren, nood- deuren, trappen od gangen in dadelijk bruikbaren toestand zijn; b) indien niet de door don Burgemeester voor geschreven brandbluscbmiddelen in dadelijk bruik baren toestand aanwezig zijn; cindien niet, tijdeus een voorstelling of bijeen komst na zonsondergang, de door den Burgemeester voorgeschreven noodlicbten op de daarvoor door hem aangewezen plaatsen behoorlijk brandende worden gehouden; dindien niet op de wanden in de onmiddellijke nabijheid der sub c genoemde lichten duidelijk leesbaar de weg naar den naastbijzijnden uitgang is aangewezen. Art. 4. Het is verboden, tijdens een voor het publiek ©m niet of tegen betaling toegankelijke voorstel ling of uitvoeriug, in do gangon, op de trappen en in de toegangen tot of doorgangen binnen de zoal staanplaatsen te laten innemen of stoolen, krukjes, banken of andere belemmerende toestellen te plaatsen of te hebben. Art. 5. Het is verboden verder toegang tot een open bare plaats t© verleenen, wauneer daarin geen genoegzame ruimte meer over is om zich naar behooren te kuDnen bewegen. Art. 6. Het ia verboden te rooken op openbare plaatsen, waar en voor zooverre daar het rooken door den Burgemeester ongeoorloofd verklaard is. Art. 7. Ieder is verplicht zich uit een openbare plaats te verwijderen, wanneer in het belang dor openbare orde of veiligheid de ontruiming daarvan door of vanwege den Burgemeester wordt gelast. Art. 8. Onder .openbare plaats'' wordt verstaan elk gebouw of godeolto daarvan en elk afgesloten terrein, hetwelk hetzij om niet, hetzij tegen be- taliug voor het publiek toegankelijk is. Onder gebouw" ziju ook loodsen, tenten, kramen, ■churen, enz. begrepen. Ait. 9. Het is verboden een onderhandsche verloting van slachtvee, meubilaire goederen, boeken, lief hebberijen, zijden of andere stoffen, kleoderen of dergelijke voorwerpen, boneden de waardo van 100, onverschillig of de prijs der loten afzon derlijk voldaan dan wel onder entreegeld of andere betaling begrepen is, te houden, aan te leggen ©f aan te kondigen, in zijn woning too te laten, 1 daarvoor gelden in te zamelen of lysten van in- toekening aan te bieden, zonder vooraf de schrif telijke vergunning van Burgemeester en Woths. voor iedere verloting afzonderlijk verkregen te hebben. Art. 10. De dienaron der gemeentepolitie zijn belast met het opsporen der overtredingen van de bepalingen dezer verordening. Deze taak rust mede op den directeur en de opzichters der gemeentewerken voor zooveel be treft de bepaling van art. 2, en op den directeur en den onder-directeur van do brandweer en de brandmeesters voor zooveel betreft de bepaling van art. 3. Art 11. Do ambtenaren, met het opsporen vao de over tredingen van de bepalingen dezer verordening belast, zijn bevoegd zich ter handhaving dier be palingen ten allen tijde binnen de gebouwen en afgesloten terreinen, in dezo verordening genoemd, te begeven, mits voor zooveel woningen betreft met in-acht-neming van de voorschriften van art. 3 der Wet van 31 Augustus 1853. (Stsbl. No. 83). Slral bepaling. Art 12. De overtreding van art. 6 wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste drie gulden, dio van art 7 met een geldboete van ten hoogste vijf gulden, die van de artt. la en b, 3a, b c. en d, 4, 5 en 9, met een geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden, en die van art. 2 met hechtenis van ten hoogste zos dagen of een geldboete van t«n hoogste vijf en twintig gulden. Blofbepallng. Art. 13. Bij het in-werking-treden van deze verordening worden buiten werking gesteld art. 99, voor zoo verre dit nog geldende was, en art. 100 van de Algemeene Politieverordening van den 6denNovem ber 1879 voor de gemeente Leiden. Vastgesteld door den Raad der gemeente Leiden, in zijn openbare vergadering van den 28sten April 1898. F. WAS, Burgemeester. VAN HEUST, Secretaris. Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zuid Holland, blijkens hun bericht van 3/6 Mei 1898, B. No. 257 (2de afd.) G. S. No. 53, in afschrift medegedeeld. En is hiervau afkondiging gesohied waar het behoort, den lOden Mei 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, F. WAS, Burgemeester. VAN HÊIJS1Secretaris. Leiden. 10 Mei. Het doet ons genoegen te kunnen mee- deelen, dat de heer G. Los, boek- en kunst handelaar alhier, veel succes heeft met de tentoonstelling van het cbromo-lithographisch portret van H. M. de Koningin. Onder de vele portretten van H. M., die ons tot heden onder de oogen kwamen, is deze laatste reproductie van een naer het leven geschilderd portret door onze talent volle schilderes mej. Th. Scbwartze, zeker wel een der beste en het kan ook in het rflket salon den wand sieren. De heer C. Bos, alhier, zegt er van: „Het is verbiedend te zien, dat w\j by zooveel schoons al9 er dikwjjls op dit gebied door de buitenlandsche pers geleverd wordt, van een Holland8ch atelier zulk een fraaie chromo zien verschijnen, die met de beste buitenland sche producten kan wedijveren. Het prenterlge, een chromo zoo spoedig eigen, ontbreekt hier geheel. Het origineel is, wat gelijkenis en uitvoering betreft, in deze chromo zoo artistiek mogelijk vertolkt". Do Nederlandscbe mail, met berichten uit Indië tot 12 April, wordt hedenavond alhier verwacht. De „Sts.-Ct." bevat de statuten der Vereeniging: Christelijke vereeüiging voor ziekenverpleging ,Het Diaconessenhuis" te Leiden. Do classis Leiden der Geref. Kerken heeft praeparatoir geëxamineerd en beroepbaar gesteld den heer M. B. Parlevliet, candidaat te Katwijk aan Zee. Beroepen is bij de Geref. Gemeente te Oudsboorn da. J. J. Berends, te St.-Anna- Parochie. De eerewacht, welke H. M. de Koningin gedurende de inhuldigingsfeesten te 's-Graven- hage zal begeleiden od, op uitnoodiging van het feestcomité, is tot stand gekomen onder com mando van den gep. majoor der cavalarie Graaf Van der Duyn, zal bestaan uit 43 leden, do commandant en de te benoemen onder- commandant daaronder begrepen. De oefeningen van dit corps zullen den 12oen Augustus een aanvang nemen. Het kostuum van de eerewacht zal zyn van licht blauw laken. De minister van marine, vice-admiraal jhr. Röell, begaf zich gisteren naar Den Helder tot het bezoeken van de marine instellingen en het bezichtigen van eenige nieuwe schepen. De minister was, behalve van zyn adjudant, vergezeld van den heer Loder, chef der af- deeliüg materieel aan het departement, tevens directeur van scheepsbouw, en van den marine iDgenieur 1ste kl. K. F. Koning. Volgens het plan der 358ste N9derland- sche Staatsloterij is de opening der collecte ditmaal vervroegd en bepaald op 6 Juni, dus slechts twee dagen na afloop der 357ste loterij. De trekking der eerste klasse zal aanvan gen op 11 Juli en voor de volgende klassen, zooals gebruikelijk, om de 14 dagen. Uithoofdo van de inhulcJlgingsfeesten is echter de aan* vang van de trekkiüg voor de 5do klasse in plaats van op 7 September, een week later bepaald, nl. op 14 September, terwijl ditmaal voor bet eerst op den Dinsdag van de opening der Staten-Generaal geen trekking zal plaats hebben, maar deze daarentegen den dag te voren zal geschieden. De laatste 100 nummers worden op Vrijdag 7 October getrokken. Prins Ayomataram, officiéél gezant van den Soesoehoenan van Soerakarta, die in het begin dezer maand te 's-Gravenhage is aan gekomen, heeft thans met gevolg en bedienden zijn intrek genomen in het pension Van der Kroon, aan de Koninginnegracht aldaar. Het stoffelijk overschot van den kapitein van het regiment grenadiers en jagere, J. A. C. Apol, zal Woensdag a. s. op (oud) Eik-en-Duinen worden ter aarde besteld, te elf uren des voormiddags van het sterfhuis. De uitslag der herstemming voor een lid van de Provinciale Staten te 's-Gravenhage (vacature wijlen de heer Sluiter), is als volgt: Geldige stemmen: 7187; mr. W. Dolk (liberaal) 3733, mr. M. J. C. M. Kolkman (katholiek) 3454. Gekozen mr. W. Dolk. Missak Effendi, Turksch gezant te 's-Gra venhage, is uit het buitenland op zijn post teruggekeerd. Door den minister van justitie ia aan het hoofdbestuur der Broederschap van canfidaat- notarissen in Nederland het volgende bericht gezonden „Uwe missive van 14 April jl. geoti mfi aanleiding terug te nemen mijn bereidver klaring, u medegedeeld bfi mfin missive dd. 5 Februari 1898, afd. A. S. No. 130, om u bij voorkomende vacatures in het notariaat een lijst van de sollicitanten toe te zenden. „Hieraan wensch ik nog toe te voegen, dat hierop onder geen voorwaarde kan worden teruggekomen en ik met dit schrijven deze zaak, welke besluiten ook later door de Broederschap mochten worden genomen, voor goed als geëindigd wensch te beschouwen." De „Sts.-Ct." van heden bevat een kon. besluit van 2 Mei, bepalende de plaatsing in het Staatsblad van het tusschen Neiorland en Frankrijk op 24 December 1895 te Parfis gesloten uitleveringsverdrag. Dit verdrag, waarvan de akten vaa be krachtiging op 12 April 1.1. te Paigs zyn uitgewisseld en dat vier maanden nu dien datum in werking treedt, is toepasseigk op het grondgebied der wederzijdsche Staten, ge legen in en ouiten Europa, en op het onder bescherming van een dier beide Staten staande gebied. De Fransche en Hollandsche tekst Tan het verdrag zijn bfi het besluit gevoegd. Men seint aan het „Vaderland", fiat de Koninginnen in welstand te Innsbrück in bet hotel „Tirol" zijn aangekomen. Do hoer A. S. Van Leer, te Assen, laatst assistent bij de Polytechnische School te Delft, is benoemd tot ingenieur-werktuigkundige bij de Malangsche stoomtrammaatschappij op Java. Generaal-majoor Moorrees, commandant van de vest.-art., vertrok gisteren naar Nij megen. De kapitein J. C. Mijnssen, van bet 86te reg. inf., in garnizoen te Arnhem, ls door den Presiient der Fransche Republiek benoemd tot Ridder in de orde van het Legioen van Eer. Genoemde officier heeft de jongste ma noeuvres van het Fraösche leger bijgewoond. Het stoomschip „König", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 8 Mei te Aden; de „Prinses Amalia" arriveerde 9 Mei van Amsterdam te Batavia; de „Prins Alexander", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 9 Mei te Suez; de „Ardjoeno", van Rotterdam naar Java, passeerde 9 Mei Point de Galle; de „Port Adelaide", gecharterd door de Holland-Amerika lijn, van Nieuw-Vork naar Amsterdam, passeerde 9 Mei Bevezitr. Hazerswoude. „De Harmonie" van Haxers- woude zal op a. s. Hemelvaartsdag, den löden Mei, des avonds een uitvoering gevc-n in de openbare school. De stukken zullen worden afgewisseld door het zingen van een groote cantate, met begeleiding van piano-moztek, door pl. m. 50 kinderen, en worden gediri geerd door den heer A. Fortgens. Katw\jk. Ten gemeentehuize te Katwijk werd gisteren aan de bemanning van de vis- scher8bom „De Vriendschap", daar thuis be- hoorende, een som van f213 namens don keizer van Duitschland uitgereikt voor het redden der bemanning van het Duitsche schoener schip „Jowina". In een open toot werd 12 Sept. 1897 de kapitein met de bemanning in de Noordzes drijvende gevonden, liefderijk opgenomen en daarna te IJmuiden aan w.l gei racht, Ocgstgeest. De inschrijving voor de rus ten ie schutterij in deze gemeente voor d mannelijke ingezetenen, geboren in 1873, zal plaats hebbea vaD 15 tot 31 Mei a. s terwfi' meer bopaaldelyk daarvoor zitting zal worder' gehonden op Donderdag 26 Mei a. s. tel gemeente-secretarie van 's voormiddags 10 tol 1 uur 's namiddags. Ondshoorn. De inschrijving voor bovenge noemu cod is voor deze gemeente vastgestel' meer bepaaldelijk op Dinsdag 17 Mei. Wassenaar. Aan het Rijkstelephooukan toor alhier werden gedurende de maand Apri behandeld 168 telegrammen, waarvan 7 werden verzonden en 90 ontvangen. Uit de „Staatscourant". Koninklijke besluiten- Benoemd to burgemeester: van Gussel, A. M. Huberts; va» Renswoude, J. K. baron Taets van Amerongen tf Renswoude; van Mesch, J. H. Ramaekor, secre taris dier gemeente; van Capello a/d. IJsel, P Bakker, secretaris dier gemeente; van Kerkrad* E. 1. J. Daelen; van Ooltgensplaat, P. Van Woc G.-Gzn., en van Hoeven, B. M. Van Meer. Benoemd: Tot ontvangers der directe belas tingen, enz. te Eijsden (station) J. H. Staal, to Befiingwoldete St.-Pietor T. A. Hermeen, sur numerair to 's-Hertogonboschte Poize D. Do Fluiter, surnumerair te Amsterdamte 's-Graven- zande (standplaats Hoek van Holland) P. C. Ligten- berg, surnumerair te Maastricht; te Haaksbergen C. J. Postel, surnumerair to Rotterdam; te Mak- kom a., A. Van der Werff, surnumerair to Leeuwarden te Hoiloo c. a., W. M. Visser, sur numerair to Rotterdam to Dalfsen J. C. Altorffer, surnumerair te Middelburg; te Ootmarsum c. a., G. Bnoyink, rijksklerk to Enschede©. Met ingang van 1 Juni bevorderdtot commies dor posterijen 2de kl. J. J. Van Houweningc en J. Van Nijmegen Schonegevel, beiden thans commies 3de kl.; tot commies der posterijen 3de kl. R. Ben them, en J. R. Visscber, beiden tuans commies 4de kl. Aan den opzichter der telegraphic late kl. L. S. Steenveld, te Hoorn, op zijn verzoek, met ingang van 1 Augustus 1898, eervol ontslag verleend uit 's Rijks dienst- De gewone audiëntiën van de ministers van justitie, financiën en oorlog zullen deze week niet plaats hebben. De minister van financiën maakt bekend, dat het saldo van 's Rijks schatkist op 7 dezor bedroeg: bfl de Nederlandscbe Bank/ 146,633.767i en bij de betaalmeesters ƒ1,647,641.58, te zamen /T,794,275.34l/j. Gemengd Nieuws# Eenige dagen geleden Is te Haar lemmermeer onbeheerd gevonden een peur- schuitje, waarin een oude broek, een paar kousen, oen paar klompeD, een Ijzeren potje en eenige vischdobbers en pourstokken go- borgen waren en waarin te voren een ongeveer 70-jarige man was gezien, die in eenigszics beschonken toestand verkeerde. Aangezien dat bootje tot heden nog niet opgevraagd is, wordt vermoed, dat de oude man verdronken zal z(jn. Er wordt verondersteld, dat die man te Leiden thuis behoort. Daarom verzoekt do commissaris van politie alhier inlichting voor het geval oen der Leidsche peurders ver mist wordt. 40) Die man moest een Londenaar zijn, daar hield Elizabet zich verzekerd van. In al zijn bewegingen was dat onbeschrijflijk zeker iets, aan mannen eigeD, die in Londensche stegen geboren en opgegroeid zijn, die het stadèleven der lagers klasse met de moeder melk hebben ingezogen. Zulke loerende oogen, zulk een listigen trek om den mond had geen veldarbeider. Het was een van die gezichten, zooals al haar vroegere bekenden hadden, maar onder de Kentsche dorpelingen had zij er nooit zoo een gezien. Er was volstrekt geen reden, waarom een Londensch werkman, die toevallig in het dorp was, ook geen deel zou nemen aan een Kerst maal, door lord Ingleshaw gegeven. En toch vond Elizabet iets verontrustends in de tegen woordigheid van dien man, en gaarne had zij willen weten hoe hy daar kwam. „Weet ge wat dat voor een man is die man met dat lange, roode baar, de vierde van het boveneinde der tafel af?" vroeg zij juffrouw Prince. „Welneen, hoe zou ik dat weten?" zeide de huishoudster, „ik kan de helft van al die lui op zoo'n afstand niet herkennen, al zot ik ook mijn biil op, en ik zou er u onmoge lijk sen van kunoen aanwijzen. Maar het is een aardig gezicht hen daar zoo to zien zitten, niot waar? En vindt je ons oude tinnen servies niet mooi?" Elizabet kon haar oogen nauwelijks van dien man met het lange, roode haar afwen den. Een Londensche daglooner had gewoon lijk kort afgesneden haar en droeg ook niet zulk een kiel; maar niettemin was zij er zeker van, dat die man een Londenaar was, zóó sterk herinnerde zijn voorkomen haar aan haar vroegere makkers. Het avondeten was ia ongeveer driekwar tier afgeloopen, en nu werd er ruim een half uur aan zingen en aanspraken gewijd. De aanspraken waren kort, maar do liederen waren lang, met invallende koren, die soms niet zeer stichtelijk en dikwijls ook onbegrijpelijk waren, maar die met veel lu&t gezongen wer den en algemeen genoegen gaven. Toen de vroolijkheld, onder don opwekken- den invloed der muziek, toenam, zag Elizabet, dat de man met rood haar een vriend scheen gevonden te hebban in een tuinmansknecht, die naast hem zat en met wien bij nu druk in gesprek was zoo druk, dat zij geen van beiden in de koren medezongen. Elizabet kendo dien tuinmansknecht als een eerlijken, eenvoudigen jongen, die in zijn goedhartigheid bereid was, om met iedereen vrienden te worden. Om halfelf was het feest geheel afgeloopen en gingen de gasten naar huis. Juist toen zij de voorzaal verlieten - de man met rood haar en James Morley, de tuinmansknecht, nog bfi elkander - werd Elizabets aandacht afgeleid door juffrouw Prince. „Wij zullen in mijn kamer een tafeltje aan richten," zeide zij; „Scringer, Jones, Mason, Tompion en Mary Mjlford. Ge moe3t bij ons komen, juffrouw May, als ge het niet beneden u acht met dienstboden aan te zitten, nu gij gouvernante wordt. Het zal zeker uw eerste en uw laatste Kerstfeest op „Ingleshaw Castle" zyn." „Ik acht niemand hier in huis beneden m|j," zeide Elizabet levendig; „ik hoop ook, dat niemand dit ooit van mjj denken zal. Ik weet boe gering ik ben en dat ik uit liefdadig heid hier ben gebracht. Dat zal ik nimmer vergeten. Maar ge moot mij voor dezen avond verontschuldigen; ik heb hoofdpijn en ik zou niets kunnen eten." „Arme meidt Je hebt den heelen namiddag to hard aan dien Kerstboom gewerkt," zei de huishoudster meelijdend. „Ik heb nooit een meisje zoo zien werkenik wou maar, dat de anderen ook zoo waren als gij. Welnu, ga dan maar naar uw kamer, en ik zal u een glas warmen wijn of een glaasje eierpunch brengen." „Neen, dank u, ik zou waarlijk niets kun nen gebruiken." „O, maar dat moet je toch doen; ik zal het u in uw bed brengen. Kom, Tompion." Zjj gingen allen naar beneden en lieten Elizabet alleen in de galerij. Zij zonk op een stoel in een hoek neder eo was blijde, dat zij alleen was. Zfi had pijn in de zijde, en in haar hart ook, hoewel zij nauwelijks wist waarom. God was zeer goed voor haar geweest. Als een bedelares in lompen was zij op „Ingle shaw Castle" gekomen, pas uit het gasthuis ontslagen, en zODder ander vooruitzicht dan het werkhuis. Zij was in deze fraaie woniDg gebracht en van de smet van haar vroeger leven gezuiverd, gevoed, gekleed, onderricht en tot een geheel ander wezen gemaakt. En nu stond zij op den drempel van een nieuw leven, een nuttig leven, waarin zy door eigen arbeid in de kosten van haar onderhoud zon voorzien. Niemand zou haar kunnen verwijten, dat zfi van de liefdadigheid van anderen leefde, als zij bil juffrouw Raymond gouver nante was. En toch was de gedachte aan dat nieuwe leven geen lichtstraal van hoop voor haar. Het scheen haar toe, dat zy voor altijd gescheiden zou worden van alles, wat voor haar aan het leven waarde gaf. Zy verzonk in gepeins, terwyi zy daar neer slachtig in haar hoek tegen de zware eiken houten balustrade geleund zat en de groote voorzaal, slechts door den flauwen gloed van uitgebrande blokken verlicht, als een donkere afgrond onder haar lag. Zy dacht aan die zomerdagen, toen zy de bode tusschen lady Lucille en haar verloofde was geweest. Zy herinnerde zich hoe vriendeiyk hg jegens baar geweest was; hoe dankbaar voor de ver troosting, die zy hem had gebracht; hoe hy haar de eer van elk opbeurend bericht scheen te geven; m6t welk een teederheid hy over het zieke meisje gesproken had, dat daar in haar donker gemaakte kamer achter de zgden gordynen lag. Hy was zoo verschillend van en zoo ver boven al de mannen, die zfi in haar vroeger leven gekend hadl De beschaafdheid van zijn manieren, zyn vriendeiykbeid, de welluidendheid van zyn stem, zyn edato houding doden hem een hooger wezen schynon in de oogen van haar, die slechts met het uitschot der maatschappij bekend was geweost. Toen kwamen de lange dagen van lady Lucille's herstel het tydstip van Bruno Challoner's afwezigheid; en daarna die Augus- tus-ochtend op het strand te Weymouth, toen de verloofden elkander na hun gedwongen scheiding wederzagen en Elizabet, nog niet in zelfboheer8ching geoefend, daar, alleen on vergeten by de baai heen en weder loopende, tegen het noodlot in opstand was, terwyl die twee, in haar nabyheid, naast elkander zaten en alles in alles voor elkander waren. En toen volgden er verrukkeiyke dagen aan boord van hst jacht dagen, toen zy by al hun ge sprekken de derde was en by hen behoorde. Lang verwyiden haar gedachten by dat ver leden, terwyi zy in die donkere galery zat, welke slechts verlicht was door de lamp in den corridor een licht, dat flauw door een half openstaande deur scheen. By dien terugblik scheen baar leven haar zoo zonderling en als een droom toehet was veeleer al6of zy zich de levensgeschiedenis van een ander voor den geest riep dan de hare alsof niets haar rechtstreeks meer aaDging. Droefheid had haar scherpen prikkel verloren en plaats gemaakt voor oen doffe smart, maar de toekomst was ten eenenmale vreugdeloos. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1