If. 11717 Yrijdag O Mei. A°. 1893 (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven, LEIDSCH DA&BLAD. rBU3 nEKKR CODBAHTi Voor Iisiaen por 8 maandna, f Jflt franco por poat1.40, A&onderljjke Nommers 0.06. FBXJS HER ADVEBTJfiM Tiüm Van t»8 regale LOS. Mere regel meer f 0. 17}. GrootorO Jotters plaatsruimte. Voor bet incasaeeroa buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit uommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Oflioieele Kennisgevingen. Burgemeester on Wethouders der gemeente Leiden brengen, naar aanleiding van artikel 27 der Verordening van den 8sten November 1894 (Gemeenteblad No. 10), op de keuring van vee en vleesch binnen deze gemeente, ter algemeene kennis: dat WILLEM VAN STRIEN, wonende Haar lemmerstraat 203 to Leiden, op den 19den Novem ber 1897 werd bekeurd, wegens het niet onmid dellijk naar bet keuringslokaal (doen) brengen van ingevoerd vleesch, en dat hij deswege op den 3den Januari 1898 werd veroordeeld tot f 3 boote of 3 dageu hechtenis; dat GERUIT SLOOTHAAK, wonende to Aals meer, op don llden Februari 1898 werd bekeurd, wegons het to Leiden invoeren van in nood ge slacht vee, zonder toeslemming van den inspecteur der vee- en vleeschkeuring, en dat hij deswege op den 7den Maart jl. werd veroordeeld tot ƒ2 boote of 2 dagen hechtenis; dat CORNLLIS SPRINGER, wonende Oranje gracht 54 te Leiden, op den 22sten Januari 1898 werd bekeurd, wegens het vervoeren van onge keurd vleesch te Leiden, en dat hij deswege od den 7den Maart 1898 werd veroordeeld tot fo boete of 2 dagen hechtenis; dat DANIEL DRIEBERGEN, wonende te Kat wijk, op den 26sten Januari 1898 werd bekeurd, wegens het te Leiden invoeren van door eonig toeval gestorven vee, zonder toestemming van den inspecteur der vee- en vleeschkeuring, en dat hij doswoge op den 7den Maart 1898 werd veroordeeld tot ƒ1 boete of 1 dag hechtenis; dat PIETER MOOY, wonende to Rijnsburg, op den löden Maart 1898 werd bekeurd, wegens liet t« Leiden vervoeren van ongekeurd vleesch, en dat hij deswege op den 18den April 1898 werd veroordeeld tot 2 boete of 2 dagen hechtenis; dat CORNELLS YAN STEEN, wonende Clnron- steeg te Leiden, op den 5den Februari 1898 wörd bekeurd, wegens net vervoeren van ongekeurd vleesch te Leiden, en dat brjxdeswoge op den 21sten Maart 1898 werd verootdèeld tot ƒ2 boote of 2 dagen hechtenis;. 'dat HENDRIK SCHUURMAN, wonende teAnr- landoryeon, op den 22sten November 1897 werd bekeurd, wegens het ie Leiden invoeren van deelen van aan ziekte of door eenig toeval geetorven of in nood geslacht vee, zonder toestemming van den inspecteur der voo- en vleeschkeuring, en dat hg deswege op den 21sten Maart 1898 werd ver oordeeld tot f 5 boete of 3 dagen hechtenis; dat MAARTEN YAN DONK, wonende te Aar- landerveen, op den 22sten Februari 1898 werd bekeurd, wegens het vervoeren van ongekeurd vleesch te Leiden, en dat hij deswege on den 21sten Maart 1898 werd veroordeeld tot 2 booto of 2 dagen hechtenis; dat ANTONIE DISSELVELD, wonende Van der- Werfstraat 42 te Leiden, op den 27ston Januari 1898 werd bekeurd, wegens het te Leiden vervoeren van ongekeurd vleesch, en dat hij deswege op den 21ston Maart 1898 werd veroordeeld tot 2 boete of 2 dagou hechtenis; dat JACOBUS DISSELVELD, wonende Van der Werfstraat 42 te Leiden, op den 28sten Februari 1398 werd bekeurd, ten late wegens het voorhanden hebben van ongekeurd vleesch, ton 2do wegens het niet aan do bevoegde ambtenaren op hun vordering aanwijzen van al liet vleesch, dat zicli in zijn bezit bevond, en dat hij deswege op den 28sten Maart 1898 werd veroordeeld tot 2 X 5 boete of 2 X 3 dagen hechtenis; dat JOHANNES SPRUIT, wonende te Zoeter- woude, op don 18den Februari 1898 werd bekeurd, wegens net te Leiden vervoeren van ongekeurd vleesch, en dat hij deswege op den 28ston Maart 1898 werd veroordeeld tot 3 boete of 2 dagen hechtenis. Burgemeester en Wethouders voornoemd, F. WAS, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leidea, 4 Mei 1898. Leiden. 5 Mei. Dinsdag werd te Leidschendam de 6erste plechtige B. Mis opgedragen door den Eerw. father Oosterlaan, van de Congregatie der mis sionarissen van St.-Jozef, wien Maandag te Mill Hill de H. Priesterwijding werd toegediend. Dr. E. B. Asscher, te Amsterdam, her dacht gisteren het feit, dat hy 50 jaren ge leden to Lelden tot doctor in de geneeskunde promoveerde. Groot was het aantal dergenen, die hem geluk kwamen wenschen, mannen en vrouwen van allerlei rang en stand. Tal van bloem stukken werden hem vereerd, een kamer vo), zooveel getuigenissen van deelneming in dit feest. Daar kwamen ook tal van deputation dr. Asscher gelukwenscben. Ou:!-patiënten verrasten hem met een fraaie eikenhouten boekenkast, waarop de emblemata van de geneeskunde en de jaartallen 1848— 1898 waren aangebracht. Namens een commissie, die zich gevormd had om d6n dokter een huldeblijk aan te bieden, sprak de arts I. S. Vet een waardeerend woord on bood nevens het huldeblijk een album aan, door Grevenstuk gecalligrapheerd en bevattend de namen der deelnemers. Namens regenten en regentessen van het Ned.-l8r. Y/eeshuis kwamen de twee jongste weezen met een grooten lauwerkrans aan gedragen. Verder liet zich vertegenwoordigen het kerkbestuur dor Ned.-Isr. Gemeente, waar van dr. Asscher zooveel jaren lid was, het Ned.-Isr. Ziekenhuis, dat namens de leden een bloemstuk vereerde, en de „Geneeskundige Kring." Namens dien kring voerde dr. A. Voute het woord, er op wijzende, dat een hoogleeraar nog onlangs van den jubilaris had getuigd, dat hij zich steeds op de hoogte had gehouden van de nieuwere wetenschap, zoodat van hem in waarheid gezegd mocht worden, dat hy oud, maar geenszins ver ouderd was. Het was voor dr. Asscher een dag, aio hem op ondubbelzinnige wijze bewezen zal hebben, hoezeer hi) bij allen, die hem hebben loeren kennen, geacht en bemind is. Zjjn buren in de Muiderstraat vlagden. Tot eere-voorzitter van het nationaal congres tegen het mishandelen van Gieren, dat 14 dezer te Haarlem zal worden gehou den, is benoemd de burgemeester van Haarlem, jhr. Boreel van Hogelanden. In de plaats van mr. De Kanter zal ,-.ls spreker optreden mr. A. Tak, die zal inleiden de vraag: „zijn de bestaande wettelijke bepalingen voldoende tot bereiding van ons doel?" De gemeente secretaris van Haarlem, mr. O. M. Rascb, heeft tegen 1 Juni ontslag gevraagd. Als zijn opvolger wordt, volgens een bericht aan de „N. R. Ct.," genoemd mr. Pahud de Mortange, thans commies ter pro vinciale griffie. Den 19den Mei (Hemelvaartsdag) zal het Nederlandsch Jongelingsverbond in „Tivoli" te Utrecht zijn 45ste algemeene jaarvergade ring houden. Op de agenda staan o. a. de volgende referaten 1. Behoort een Christen in de komedie? 2. Do roeping van onze Ned. Jong.-Ver. ten opzichte van de maatschappelijke betrek kingen van de leden van het Ned, Jong.-Verb., gevolgd door mededeelingön over het bureau van plaatsing. S. De inbuidigingsfeesten. 4. Hoe wordt het Van-Dis-fonds zoo popu lair als de persoon, naar wien het genoemd is? 5. Het al of niet nuttige van het royeeren van leden. 6. Het bereiken van jongelieden uit hoogere standen. In de avondvergadering, die waarschijnlijk in de Domkerk zal worden gehouden en voor iedereen toegankelijk is, zulk-n verschillende sprekers het woord voeren. Door de bouwcommissie voor een nieuwe studenten sociëteit te Utrecht is een prijsvraag uitgeschreven voor een gebouw, te plaatsen aan het Janskerkhof te Utrecht. De mede dinging is vrjj voor lederen Nederlandschen bouwmeester. Het gebouw zal moeten bevatten oen kastekinswoning, een viertal groote zalen en een aautal kleinere kamers. De bouwstijl is vr\j; do kosten mogen niet hooger zijn dan ƒ90,000. Uitgeloofd worden; als eersto prijs de bouw van het werk en 250, 2de prijs 700, 3de prijs 250. Mocht do bouw niet aan den eersfcbekroonde worden opgedragen, dan wordt de 1ste prijs 1000. De 1ste luitenants F. L. T. Vogel, van het 4de reg. inf., en F. Schütt, der inf. van het Oost Ind. leger, leerlingen van de hoogere krijgsschool, zijn in het garnizosn te Amers foort aangekomen, ten einde tot 30 Sept. a. s. by het 1ste reg. veld-art. te blijven gedetacheerd. Blijkens het in het licht verschenen „Jaarboekje" van den „Bond van Nederlandsche Onderwijzers" voor 189S/99 heeft de Bond thans 149 afdeelingen met 5087 leden en voorstanders, zijnde 18 afdeelingen en 926 leden meer dan hot jaar te voren. De oplaag van „De Bode" steeg van 5400 tot 6000 exemplaren. Het verlof naar Nederland van den off. van gez. 1ste kl._0.-J. leger dr. C. Winkler is met zes maanden verlengd. Door den minister van oerlog is bepaald, dat scherpe patronen, van een ander merk voorzien, worden ingevoerd, die uitsluitend bestemd zijn voor wachten by gevangenissen, enz. en voor bet gebruik van militairen bijstand in tyd van vrede. Ook de commissie tot de zaken der Remonstrantsche Broederschap heeft de be sturen Ier genaeent6 uitgonoodigd, op 31 Augustus, Koniaginne-verjaardag, dienst te houden. Door mr. J. Van den Biesen te Glnneken is de droevige tyding ontvangen, dat zijn zoon, missionaris van de Congregatie der Witte Paters, in de binnenlanden van Afrika in de maand Januari ten gevolge van de koorts is overledeD. De Staatscommissie, benoemd tot onder zoek naar de mogelijkheid van oen wetsont werp tot pensionneering der ouden van dagen, zal a. 8. Zaterdag bijeenkomen. Het „Utr. Dagbl." verneemt uit de beste broD, dat het bericht, als zou jhr. C. Röell, burgemeester van Eemnes, zijn tegenwoor dige standplaats met Hilversum verwisselen, onjuist is. Jhr. Röell wenscht voor oen be noeming te Hilversum niet ia aanmerking to komen. In de presidentieels rede, waarmede de Volksraad der Zuid-Afrikaansche Republiek geopend is, wordt den Volksraad verzocht, den 6den September, ter eere van de inhuldiging van H. M. Koningin Wilhelmina, tot een offtciëelen feestdag te verklaren. Alle regeerings- kantoren worden dan gesloten. Hr.Ms. pantserdekschip „Friesland," onder bevel van den kapitein ter zee L. A. H. Lamie, is 3 dezer van Havre vertrokken. Het stoomschip „Prinses Marie," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 4 Mei Ouessant; de „Prinses Sophie," van Amster dam naar Batavia, vertrok 4 Mei van Suez. Rgnznterwoudc. In de gisteren gehouden vergadering van stemgerechtigde ingelanden van den Wassenaarschen polder is met alge meene stemmen (460), 53 in blanco, herkozen tot dijkgraaf de heer W. Timmers, terwijl tot heemraad, wegens ontslagneming door den heer H. Van der Salm, is benoemd de heer R. Kempenaar met 264 van de 513 stemmen. Op den heer Rijkeiykhuizen waren uitgebracht 93 stemmen, voorts verkregen de heeren J. Treur 38, H. Vink 28, J. C. Van Rodonrijs 43 en W. Rietveld 47 stemmen. De rekening van den polder over 1897 werd vastgesteld in ontvangst op 9242.846, in uitgaaf 6977.88, en alzoo met een goed slot van 2264 96*. De begrooting voor 1898 werd vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op ƒ9948.576, met een omslag van ƒ7.50 per hectare. Voor aflossing van schuld werd geraamd 2000 en voor rente over 39000 a é'/j pet. ƒ1755. Voorschoten. De inschrijving voor de rustonao schutterij - in deze gemeente zal plaats hebben van 15 tot 31 Mei a. s. Meer bepaaldelijk zal daarvoor zitting worden ge houden op Zaterdag 21 Mei a. s. ter gemeente secretarie, van 's voormiddags 1012 uren. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Met ingang van 1 Juli be noemd tot directeur van het post- en telegraaf kantoor te Ede, W. Ribbink, thans commies der posterijen van de 2de klasse. Op verzoek eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen: de Oost-Indische ambtenaar met verlof A. J. H. W. Baron Van Hoeckoren, laatstelijk secretaris der residentie Madioen, wegens physieke ongeschiktheid; de Oost- Indische ambtenaar roet verlof P. L. G. Weiter, laatstelijk zoutverkoop-pakhuismeester te Palem- bang; do officier van gez. lsto klasse van het leger in Ned.-Indië, H. Breitenstein. Eeu Nederlandsche leeuw. Volgens het „Yad." zou de Regentos, voor het vertrek dor Koninginnen uit Parys, aan verscheidene personen aldaar ridderorden heb ben gegeven en daaronder aan den minister.... Hanotaux het grootkruis van den Nederland schen Leeuw. Do „Haagsche Crfc." wil dit bericht niet gelooven. Het zou een klap zjjn in 't gezicht van de Nederlandsche dagbladpers en stuitend voor de Nederlandsche waardigheid, die door den heer Hanotaux door z(jn optreden by ridder De Stuors werd aangerand. Het komt ons daarom, aldus schrijft de „Haagsche Crt.", ongelooflik voor, dat de minister De Beaufort bovenbedoelde onderscheiding uitgelokt of met z\jn contraseign gedekt zou hebben. De Regentes 6taat er buiten. Niet alleen omdat z\j niet verantwoordelijk is, krachtons de Grondwet; maar ook omdat men niet kan aannemen, dat zy in bijzonderheden gelezen heeft wat er over het kwetsende optreden van den minister Hanotaux tegenover onze kleine natie is geschreven en gebleken. Maar de minister De Beaufort weet dat alles wèl. H(j west wèl, dat, afgescheiden van de zaak-Israëls zelve, de heer Hano taux (on volgens ridder De Stuers, met ver klaringen, die onwaar bleken) alléén ons kleine land heeft aangepakt met bedreigingen, ter wijl hij andere grootere landen ongemoeid liet. De interpellatie, in de Tweede Kamer aan hangig gemaakt, omdat men daar met het Eerste-Kamerpraatje niet voldaan was, zal dan ook zeker den minister De Beaufort doen gevoeleD, dat er al is 't dan maar by de minderheid nog eergevoel in de Nederland sche natie zit. De Nederlandsche leeuw opzittende en pootjesgevende zoo beeldde de „Spec tator" hem af: „J'obéirai" (ik zal gehoor zamen). Nu hangt dat leeuwtje, als grootkruis, aan een lint om den hals van den Franschen republikein, die de pers muilkorfde l De leeuw in een beestenspel, nietwaar Hildebrand TWEEDE KAHEB. Voortzetting der behandeling van de Marine- begrooting. De Minister verklaart, dat een naawgezet onderzoek heeft aangetoond, dat t in het belang van het onderwijs en van de opleiding van de jongelieden onmogelijk is, dat zg den cursus aan de Handelsschool volgen. Een geheele ommekeer van het leerplan aan de school zou moeten plaats hebben, om het geschikt te maken voor de officieren van administratie. De heer Troelstra zeide gaarne te willen aannemen, dat de voeding der schepelingen in de laatste jaren veel is verbeterd, maar toch laat de voeding aan boord, geiyk blijkt uit klachten, die spreker zijn ter oore geko men, te wenschen over. Zoo werden inNovem- ber 1897 aan de bemanning van het schip „Adolf Van Nassau" erwten verstrekt, die voor beest nog mensch te eten waren. Spr. heeft een monster van die erwten medege bracht, die als een klompje aan elkaar kleven, en waaruit hy „de maden" verwijderd heeft. Toch waren die erwten goedgekeurd door een keuringscommissie. Ook aan boord van de „Kortenaar" werden erwten verstrekt, dio duf en zuur waren, on de erwtensoep ©neet- baar maakten. Ook op de „Friesland" wenen op 29 Maart jl. koolrapen verstrekt, die iü staat van ontbinding verkeerden en oneetbaar waren. Aan het geld kan het niet liggen, want er wordt geld genoeg uitgetrokken. Voor 38 ets. per hoofd kan goed voedsel verkregen worden. In een arbeidersgezin heeft men de helft nog niet, maar voedsel, gelijk soms aan de schepelingen wordt verstrekt, wordt door arbeidersgezinnen niet genuttigd. Ten slotte kwam spr. op tegen het verstrekken van jenever aan de schepelingen binnen- en bui tengaats. Spr. hoopte, dat de Nederlandsche Regeering zal medewerken om het drankgebruik aan boord te weren. Het drankgebruik symboli seert zich in de ontvangst van de Belgische gasten aan boord van de „Kortenaer" te Antwerpen. Daar vond men voor wapentro peeën een vat, geschilderd met de nationale kleuren en daarom heen een oranjelint mot het opschrift „jenever". Ziedaar h6t symbool: „vechten en zuipen" voor „Nederland en Oranje". De Voorzitter beschouwt de laatste woorden als niet gesproken. De Min. van Marine was ovortuigd, dat de voeding van de schepelingen is boven eenigen twijfel goed. Wanneer de heer Troelstra het stuk erwten hem wil afstaaD, zal hg een on derzoek instellen. (De hoer Troelstra deponeert het bewuste stuk op de tafel voor den Minister). Wat het jenevergebruik betrof, dat was in de laatste jaren zeer verminderd. Soms was echter een kleine opwekking wel eens noodig. Het jeneververbruik neemt af, en reeds nn wordt de jenever 'a nachts meermalen vervangen door koffie. De Minister hoopt zelf, dat men er toe komen zal om tot geheele afschaffing te komen. De heer Staalman hield vol, dat de voe ding aan boord uitstekend was. Gevallen, geiyk do heer Troelstra releveerde, vinden hun oorsprong hierin, dat men voeding, die reeds een reis naar Indië heeft gemaakt, door schepen binnengaats laat gebruikeD. De heer Verhey protesteert tegen d© voor stelling als zouden de militairen het symbool hebben„vechten en zuipen." Krachtig komt hy op tegen deze beleediging, den militairen stand aangedaan. De heer Troelstra herhaalt zijn woorden. Niet van de militairen, maar van het milita risme is het symboolvechten en zuipen voor Nederland en Oranje. De Voorzitter zegt, dat nu, de heer Troelstra die woorden herhaalt, welke hy zooeven beschouwde als niet gesproken hy hem tot de orde roept. Die woorden zyn niet alleen beleedigend voor het leger, maar voor het gehpele volk. De heer Troelstra hield vol, dat vechten en zuipen het symbool is voor het militarisme. H(j herhaalt, geeo bedoeling tot beleediging gehad te hebben. By de verdere beraadslagingen bleef de Ministernaar aanleiding van den aandrang van de heeren Smidt en Groen van Waarderom ia- stelling van een stoombootdienst, betoogen, dat de uitgaven door inkomsten moeten gocompen seerd worden. De nieuwe commissie nu te benoemen achtte hy ongewenscht; eerst later by de tarief herziening kan die baten. Te Hoek-van-Holland en IJmuiden zal oen Ryksvaartuig voor loodsdienst biyvend worden gestationneerd. Den heer Lucasse beloofde de Minister een onderzoek of er aanleiding bestaat voor hoogere bezoldiging der kwartiermeesters en aloeproeiera te Vlissingen. De heeren De Klerk en Staalman drongen aan op verkortlngBtyd voor het verbiyf op licht schepen. De Minister zegt, dat daaraan veel kostsn verbonden zyn en het niet zeker is of de licht- wachters het zelf verlangen. De Marinebegrooting werd aange nomen met 70 tegen 3 stemmen, die van de heeren sociaal-democraten Van Kol, Van der Zwaag en Troelstra, niet alleen om de geldon, uitgetrokken voor de inhuldigingsfeesten; maar, als althans de heer Van der Zwaag kan gelden als hun woordvoerder, ook omdat ze de heele marinebegrooting willen afschaffen. Heden is het sectie-onderzoek van het wets ontwerp betreffende den leerplicht aan de orde* In het algemeen was het debat gisteren zeer dor en afgemat. Behalve de algemeene strekking tot het provoceerer. van meerdere uitgaven, was er in de behandeling der vele détails niet wel een draad te vinden. Een enkel oogenblik, zegt het „Hbl.", scheen er iets meer opgewektheid te komen, toen de heer Tro=lstra het brok van aaneengeplakte erwten, hem door een schepeling gezonden als bewysstuk voor de slechte voeding, dien schepeling op zekeren dag voorgezet, aan 's lands vertegenwoordiging toonde. Het merk waardige doosje is den minister van marine ter hand gesteld. De strijd over den borrel is een oude stryd. Dat ce heer Troelstra tegen het verstrekken van sterken drank van Rijkswege opkomt, is natuurlyk zfin gojd recht. Do Minister wil, hoewel geljptdyk, ook in dez9 richting werkzaam zijn, goloolt zelfs, dat het ideaal van den heer Troelstra wel bereikt zal wor den. De hoer Troelstra moest echter zorgen niet uit den band te springon. Het einde zijner rede, dat het militarisme neerkomt op vechten en zuipen onder do leuze „voor Vaderland en Oranje" is van 't gehalte om veel succes te hebben in een groot9 volksver gadering van niet te best allooi. Het „Hbl." meende, dat do heer Tro sistra aan eon streven naar een dergelijk succes zoo langzamerhand was ontgroeid. De „Tel." zegt, dat het jammer is, dat de heer Troelstra het noodig achtte zyn rede voering van een sloteffect te voorzien, dat nogal ergernis gaf, en de „N. R. C schrijft, dat do heer Troeletra een zéé metonnoodige heftigheid besprenkeld betoog hield, dat hem het in onze Kamer hoogst zeldzame ongeval overkwam van door den voorzitter tot de orde geroepen te worden, wegens het uitspreken van voor het gevoel der natie beleedigendo woorden. De heer Troelstra toont zich voor dezen parlementairen vorm van berisping vol komen onverschillig, doch zal moeite hebben, zulk een door niets geprovocoerd gemis van zelfbeheer3chiog, zelfs in eigen oog, te recht vaardigen. Het „Vad." teekent in zyn Kameroverzicht het volgende aan Een klacht over de voeding en een klacht over de jeneververstrekking, beide zeer over dreven, liepen by den heer Troelstra uit op een min vriendeiyken uitval tegen het milita risme, dien de heer Verhey releveerde, zoodat er nog een soort van standje uit voortvloeide. Men had den uitval kunnen laten rusten, als men had willen onderscheiden tusschen „het militarisme" en „de militairen". Waar is het echter, dat de beleegonde bedoeling onmis kenbaar was, maar als het feit juist is, dat de heer Troelsta aanleiding gaf tot zyn woor den, dan was de verleiding voor hem zeker zeer groot. Intusschen we.-t de heer Troelstra zoo goed ais ieder ander, dat het Nederland sche volk het „zuipen" niet in den militairen dienst behoeft te leeren. De commissie, in wier banden is gosteld do nota van inlichtingen van den minister van oorlog op het adros van den gemeenteraad van Naarden, over bet wonen van officieren, aldaar in garnizoen buiten do gemeente, spreekt als haar gevoelen uit, dat in don regel do officieren bebooren te wonen in de gemeente, waar de troep, waarby zy zyn ingedeeld, gar nizoen houdt, doch dat de minister van oorlog de vryheid moet hebben om van dien regel af te wyken in gevallen, waar dit, zonder nadeel voor den dienst, in hot belang van de gezinnen der officieren noodig is. De commis sie stelt voor don Minister dank te zeggen voor de gegeven inlichtingen. De commissie, in wier handen ia gesteld do nota van inlichtingen op het adres van don gegageerden militair J. H. C. Thielen, houdende verzoek om bestendiging van de tot dusver

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1