H* 11716. Donderdag 5 Mei. jgg# feze fèourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven» PERSOVERZICHT. F9 euilleton. Getrouw tot in den dood. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZES COUKANTj Voor Loidon per 3 maanden. 1.10, Franco per post 1.40. Alzonderlyko Nommere 0.06. PBUS DEE ADVEBTEjrriEN Van 1-6 tegels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Orooter» letters naar plaatsruimte. Voor liet Incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Tweede Blad. Ollloiëele Konnisgovlngen. SCHUTTERIJ. Burgemeester en Wethouder» van Loidon broDgea ter ftlgemeene kennie, dat een aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving voor den sohuttorlghon dienst van degenen, die daartoe dit jaar verplioht ngn dat deze ineohrgvmg zal geschieden in tien af zonderlijke register», met dien verstande, dat do p*reo..t*, geboren in 1864 tot 1872 ingesloten, welko ©ich bier ter stede, sedert de voiige inschrijviog, tilt andere plaatsen mettorwoon h.-bboj nodcrgozet, waaronder ook zijn bfgropen de nnlitairon, die sedort de laatste Insobrijving hnn paspoort verkregen en sioh alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rót ©Q binnen deze feomcente eindi do laatsto tttchrgving gevestigd hebbende vreemdeliogon, zullen worden ingeschreven achter-in de register?, waartoe zjj volgens hun ouderdom bebooren; terwijl de ge- torenen in het jaar 1873 zullen worden geplaatst in oon nieuw register, te wetenhet eerste van den jaro 1898 on hot tiende, of dat der geborenen in 1863, vau het verige jaar, zal komon te vervallen dat van de L eohrgving niemand der bovengonoemdo personen is uitgezoudord, al vermeende hg tot de vrijgestelden of uitgeelotenen te bc-hooren. en das ook niet dio personen, welke roods ban ontslag uit den schutte lijken dienst hebben bekomen; dat de registers van inechrgviog, iogovolge art. 6 Tan bet koninklijk beslait yan 21 Maart 1828 (Stiate- blad No. 6). zullon worden geopend op Maandag den 16den Mei aanstaande, en op Woensdag den Isten Juni daaraanvolgende zullen worden gesloten; dat, ten einde deze insobrijving geregeld afloope, Bjj» die daartoe in de termen vallen, worden opge roepen, om zioh te vervoegen aan hot bureau der Afdeoliug Nationale Militie en Schuttorg ten Raad- lraize (kamer No. 9), en wel: degenen, wier geslachtsnamen aanvangen met de letters A, B, O en D, op Maandag den 16den Mei 1896; degene*, wier geslachtsnamen aanvangen mot de letters E, P, G, H, I, J en K, op Dinsdag den tlden Mei 1898; degenen, wier geslachtsnamen aanvangen met de letters L, M, N en O, op Woensdag den ldden Mei 1898; degenen, wier geslachtsnamen aanvangen met do lettors P, Q, R en 3, op Donderdag den 19den Mei 1898; degocOD, wier geslachtsnamen aanvangen met_do letters T, (J, V, W, X, Y en Z, op Vrijdag den 20slen Mei 1898, telken dage van des voormiddage tien tot dea namiddags drio aren. Tevens worden opgeroepen allo personen, die als gehuwd of als weduwnaar met kind of kinderen in het ofgeloopen Jaar in de termen zgu geweest, 'om uit dien hoofde in de tweede klaseo yan do •lgemeene rol der Sohotterg te worden gobraoht, doch eodort dien tyd, door het overigdon van hun Yiouwe* of kinderen, de bevoegdheid hebben ver loren om in die klasse te verblijven, en dus alsnu in de eerste klasse dor voor dit jaar op te makou algemeeno schuttersrol geplaatst moeten worden, om van zoodanige verandering van omstandigheden •ohriftelijk kennis te geven, of zich daartoe ter fieort-tane aan te melden, tusschen des voormiddags tien uren en 's namiddags één uur, vóór den lijd ▼an aanvang der inschrgving, en dus uiterlgk tot 00 met den I4den Mei aanstaande. Burgemeester en Wethouders van Leidon; Gezien art. 8, lste alinea, dor wet van den 2den Juni 1875 (Staatcblad No. 95), tot regeling van hot toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bg deze tor algomoene kennis, dat door hen op bedou vorgunniug is verleend aan P. VAN DE ROTTE en rechtverkrijgenden tot het plaatsen •n in-workiDg-etellen van een gasmotor van 2''/j paardekrackt en de oprichting van een smederij in bot peroeel Langostraat No. 8. Burgemeester en Wotboadors voornoemd, Leiden, F. WAS, Purgomooster. 2 Mei 1898. VAN HEY8T, Seoretarie» Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Bolaelingen is ter hand gesteld bet kohier der Porsoncelo belasting No. 2 van den dienst 1898, executoir verklaard den 2don Mel jl., en her nnort voorts don belanghebbenden aan hunne verplichting om dcu aanBlag op den bg do Wet bepaalden voet to voldoen. LoldoD, Do BnrgemeeB-or voornoemd, 3 Mei 1898. F. WA8. In Vooruitgang pleit freule Jetje De Bosch Kemper voor onderwijs In het koken by botherhalingsonderwys. Zy schrijft o.a. „Als eenig vak waard is te wordon onder wezen, dan zouden wij zeggen, is het de ken nis van koken, wel het allereerst ooodig voor het meisje uit do volksklasse. De proeven, die dan ook in Don Haag, Delft, Amsterdam zijn genomen, hebben ten zeerste voldaan. De leasen in rekenen, schrijven, stellen en natuur kunde vinden haar toepassing in de kookles, terwijl de onderwijzeres een ruim veld heeft om nuttige wenken voor het loven te geven, op het gebied van zuinigheid, overleg en rein heid. De kosten van het aanschaffen van gereed schappen mogen aanvankelijk wat groot zijn, het onderhoud van zulk een inventaris behoeft niet kostbaar to wezen, en voor 30 ets. per avond of f6 voor een cursus van 20 lessen aan ongeveer 16 meisjes ziin heel wat ingre diënten en voedingsmiddelen te verkrijgen. Er bestaat heelwat vooroordeel op het ge bied van eten, maar menige burgervrouw wil zeer gaarne wat betera loeren en zich voegen naar betgoen haar dochtertjes van de school meebrengen." En verder o. a.: „Ook het belang van menige jonge vrouw kan door het onderwijs in koken worden be vorderd. Do arbeidsmarkt is byna op ieder gebied overvoerd, voor kookschool-leeraressen echter is nog werk te over. Het is waar, de studie er voor telle men niet to licht; hoe zal men anderen' onderwyzen, wanneer men zelf do diDgen maar half weet en begrijpt? Er behoort vo9l konnif, doch ook veel toe wijding toe, maar het is een dankbaar werk ■minbevoorrechten iets mee te deelen wat hun leven rijker en botor maakt. Mocht weldra do tjjd aanbreken, dat in ieder, die met onderwijszaken te maken heeft, hot besef leveniig wordt, dat kookonderwijs recht van bestaan heeft op de school dat de volksvoeding workelyk beter en meer voldoet aan de eischen van hygiëne en s &ke- Hjkheid; dat er tal van bekwame, dergelijke onder wijzeressen worden gevonden, die zich met hart en ziel aan dit grooto volksbelang wijden." De heer O. Kamerlingh Onnes schrijft in het Exportblad over den oorlog tusschen Spanje en Amerika in verband met het koloniaal bezit van Nederland. Hy zegt o. m.: „Noch Frankrijk, noch Nederland en aller minst Engeland kunnen met onverschilligheid aanzien, dat in het koloniaal beheer eener Europoeache natie wordt ingegrepen door een staat buiten Europa. In dit opzicht zijn de belangen der drie grooto koloniale mogend heden in Europa solidair, behoorden zij het te zijn ten minste. Dat Spanje in zijn koloniën bedreigd wordt voor de oogen van Europa, heeft dus een overwegende rodoD, Het belang van een der hoofdpartijen is zonder twijfel gediend met de erkenning van Amerika als oorlogsmacht. Z'.ovel naar het Oosten als naar het Westen kan de invloed van Amerika zich alsdan doen gelden in het belang van de politieke party in Europa, die zich van haar steun verzekert. Als zoodanig is de verschyning van Amerika op het groote politieke schaakbord onge twijfeld gewenscht voor Engeland, vooral in Azië. Welnu, Amerika, dat gisteren niets beloekende als maritieme oorlogsmacht, geldt heden, dank zy dezen oorlog, en zal morgen nog meer meetellen. Mo9t Spanje derhalve opgeofferd, het is mogelijk, evenzeer als men kon beleven, dat de ko)oniën8chat van Nederland in een politieke onderhandsche veiling zou gevaar loopen. De tyd zal spoedig leeren hoe deze zaak voor Spaüjo beslist wordt, maar hy zal onge twijfeld ook aanwyzen,dat Amerikakunstmatig in het bezit wordt gebracht eener oorlogs- en handelsvloot, welke laatste, door de groote beschermingsparty in Amerika reeds lang begoerd, aanstonds voor staatsrekening groo gemaakt, als alle kunstmatige scheppingen ernstig nadeel zal berokkenen aan haar omgeving. Wat wy, Nederlanders, uit dezen oorlog en de onzydigheid van Europa tegenover Spanje reeds nu leeren, is het groote belang om als koloniale mogendheid te zorgen in tel te zyn, aan de beredderzucht van wie ook het voorwendsel te onthouden, dat het bezit, aan ons toevertrouwd, ons te zwaar valt, allereerst door krachtig koloniaal bestuur, maar ook door krachtige handelsverbindingen, iedere vreemde inmengingen onze Koloniën allen schyn van noodzakelijke socialo en cooimorciöele bezorgdheid te ontnemen, waar mode op het oogonc-lik Amerika tegenover Spanje een ongehoorde daad van machts misbruik dekt. De Standaard is bezig met de concen tratie van de anti-liberalen. Het blad wil h9n brengen op het Chiist9iyk stand punt. Het stelt de vraag: Als, dank zij het optreden van dit kabinet, ten leste toch weer een liberale concentratie tot stand komt, moet daar dan niet een anti-liberale tegenover ge steld? De Standaard stelt het geval, dat de overheid deukt voor een nog onontwikkeld volk, dat haar volgt als een kudde schapen. Miar rypt zulk oen volk, en begint het zelf ook te deDken, dan ontstaan partyen. Behalve de verschillen, uit verschil in be ginsel voortvloeiend, zyn er ook nog schakee- ii> gen denkbaar, hotzy in graad van scherpte by de toepassing der beginselen, helzy naar persooniyk inzicht uiteengaande. Straks gaat deze deeling allicht nog verder. En wat het bedenkolijkst is, hieraan is eenvouoig niets te doen. Het is het noodwendig uitvloeisel van de mondigheid der volkeren. Evenwel, de middelpuntzoekende kracht biyft daartegenover haar rechten behouden; en zoodra uit de feiten biykt, hoe men door de sterke versnippering van kracht niets anders doet dan zyn tegenstanders in de hand wer ken, en zyn eigen toekomst verspelen, waakt er vanzelf een besef op, dat zekere verstand houding toch aanbeveling zou verdienen, en dat het aanleggen van zekeren teugel aan de eindelooze versnippering plichtmatig kon worden. In die gemoedsstemming vindt dan hot denk beeld van concontratie weer iDgang. Men begint zyn naastverwante groepen met wat minder nydige oogen aan te zien, en vraagt zich af, of vroegere samenwerking niet te herstellen ware. Welnu, in zooverre gaan ook wfl hierin van harte mede. Dit is echter heel iets anders dan hot in net leven roepen eener anti-liberale concen tratie. Wat uit deze overweging voortvloeit kan, zoo men ni6t op een tydeiyke en concrete handeling het oog heeft, nooit tot iets anders leiden dan tot een concentratie op Christelyk standpunt. Tydelyk, en met het oog op ©en concrete handeling, kan men zich met elke party combinoeren; iets wat met name geldt, als togonover het syndicaat der conservatieve bolangen, te stryden valt voor de deugdelyko regeling der sociale belangen. Maar heeft men het oog op een politieke samenworkiog, die rusten zal op een verwantschap van beginse len, dan is het uw plicht, achter uw bijzonder beginsel bet meer algemeen beginsel op te zoeken, on saamwerking te zoeken met hen, die in de belijdenis van dit meer algemeen beginsel het m6t u eens zyn. Zoo ligt achter het Calvinistisch beginsel het Protostantscb, en achter het Protestantsch het Christelijk beginsel; en uit dien hoofde hebt ge u dus af te vragen, welke andere groepen of partyen dat Christelyk beginsel met u als uitgangs punt kfozen. Alzoo rust uw concentratie op positieven grondslag en dringt door tot hot punt, waar hot algemeen beginsel, waaruit de u vyandigo p;.rtyen opkomen, vlak tegen over het uwe ligt. Spreekt ge daarentegen van anti-liberale concentratie, dan is uw saam- werking enkel negatief van aard. Critisch be- strydt ge dan het liberalisme, maar zonder er zelf een positief beginsel tegenover te stellen, en zoo komt ge onverbiddelijk weer uit by de fusie idee der vroegere reebtorzydo. Conservatieven, oud-gaston, privilegiejagers, allen politici van het oud model, komen dan weer als klissen aan u hangen. En hot eind is, dat go teleurgesteld en in uw kracht ver lamd, UT/ luchthartig en onnadenkend concen- treeren vloekt. Het Vaderland behandelt in hoofdzaak als volgt de rywielbela8ting: Do noodzakeiykheid van een belasting op de rywiolen zien wy volstrekt niet in; zy zal, daar allen het er over eens zyn, dat zy matig moet wezen, slechts een kleinigheid opbrengen, die ter styving der schatkist weinig zal baten en die zoo noodig langs anderen weg veel boter ware te verkrygen; maar nu er eenmaal oen strooming ten gunste dezer belasting is opgewekt, zouden wy aan een invoerrecht, als het minst bezwarende middel, de voorkeur geven. Tegen dit denkbeeld is aangevoerd, dat dit invoerrecht een beschermend karakter zou dragen. Men vergat, dat het tegenwoordige invoerrecht dan ook reeds beschermend kan heeten en de verhooging niet zoo heel veel zou beteekenen. Maar bovendien, dat de koopers van eersto-hands-rywielon hun keus in den regel niet op grond van kleino pry's- verschillen bepalen. Er zyn uitstekende binnon* landache merken, die zóó verbazend veel goedkooper zyn dan gezochte buitonlandsche, dat hot invoerrecht by dat verschil zoowat in het niot verzinkt. Zoo een binnenlaudfeche bloeiende fabricage zich heeft ontwikkeld, men kan niet zeggen, dat dit aan hot be schermend recht te danken is. Een kleine verhoogiDg van recht zou dan ook op den bloei van dien tak van nyverheid niot veel invloed hebben. Meent men evenwel, dat do invloed van het recht, hoe gering die mag wezen, toch niet geheel te miskennen is, dan ligt het voor de hand door een accyns op het binnenlandsch fabrikaat een togonwiebt op te leveron. Een voortdurend toezicht op de productie zou voor dit artikel, dat zich voor handigheden en smokkelkunston kwaiyk leent, wel niet noodig zyn. Waarom zou men den leverancier niet voor zyn ten verkoop voorhanden zynden voorraad kunnen aanslaan, onder invoering van een credietstelsel, dat hem de betaling vergemakkelykt naargelang van zyn verkoop? Volgens het ontwerp zal de fiscus wel den fietsverhuurder kunnen aanslaan voor zyn rywielen; waarom zou by ook den leverancier niet kunnen vinden voor zyu voorraad? Voor den bezitter liggen de voordeelen van dit stelsel van belasting, invoerrecht en acc.yns voor de hand. Mon wordt slechts eenmaal ge-troffen en byna zonder dat men het merkt, terwyl het hier niet geldt een artikel, dat men telkens weder noodig heeft en telkens weder inslaat. In de tweede plaats treft men gelijkelijk, terwyi in het stelsel der R^georing do provinciale en gemeontoiyke opcenten een groot verschil in de belasting kunnen teweeg brengen. In de derde plaats treft men alleen heD, die eerste-hands-rywielen bezitten, zoodat do smallere beurzen zullen vrykomen, wat in het 6tel8ol der Regeering wel tot zekere hoogte het geval, maar in onvoldoende ro^te is. Men vergelykt by voorkeur den grondslag rfiwiol met don grondslag paard, maar het rywiel is niet als het paard oen weelde-artikel, en daarom is er geen reden om heteveDeons met een speciaal recht to bezwaren. En als men nu het rywiel wel afzonderiyk gaat belasten, is toch de behandeling van het rytuig vergeiykenderwys te genadig. Dat een speciale ry wislbelasting haar recht vaardiging vindt in het feit, dat door het ge bruik van ry wielen de opbrengst der paarden belasting vermindert, kunnen wy mede niet als steekhoudend argument aanmerken. In de eerBte plaats valt het zeer moeilyk te bowyzen, in welke mate het fietsgebruik, tredende in do plaats van het gobrüik van paarden, de 31) „Wat bedoelt ge met vóórdat?" vroeg Lucille, haar vorschend aanziende. Het was alsof de blikken van die twoo in elkanders ziel drongen en elkanders geheimste gedach ten lazen. „Vóór dien avond op het jacht, toen ik me by mynheer Chalioner over myn lot be klaagde ik, die zooveel reden had om de Voorzienigheid en u dankbaar te zyn. Ik ben na dien tyd verstandiger geworden, lady Lncille. Ik heb geleerd myn jaloerschen aard te bedwingen, dankbaar te zyn voor al het goede, dat ik geniet, en als ik by juffrouw Raymond ben, zal ik myn best doen om voor de kinderen de beste gouvernante te zyn, die zy ooit kunnen hebben." „Ik geloof, dat gy het in uw macht hebt alles te zyn, wat ge wilt," zeide Lucille, door haar ernst getroffen en berouw gevoelende over het wantrouwen, dat haar hart van Elizabet had afgekeerd. Zy hief haar uit haar knielende houding op en kuste haar voor de eerste maal in haar loven. „Ik zql my dit biyk van groote vriendschap nimmer onwaardig betoonen," zeide Elizabet, en van dit oogenblik af was de omgang tus schen haar beideu byna weer even vriend schappciyk als vroeger, tot onuit6prekelyke ergernis van Tompion. Dit gesprek had plaats in December, toen de sneeuw haar witten sluier over het park en het bosch had gespreid en opgehoopt in alle dalen en holle wegen lag. In het kasteel was alles warmte en helderheid: houtvuren vlamden in de breede, ouderwetsche haarden, en de koperen haardyzers glinsterden in den gloed van het vuur, terwyi oranjeriebloemen, als: rozen, reseda's, hyacinten en lelietjes der-dalen, haar geuren met de warmte in do kamers vermengden. „D9 laat6t© sneeuw, die ik me herinner, veranderde in modder en siyk een half uur nadat ze gevallen was," zeide Elizabet, „en de laatste koude winden, die ik me herinner, schenen me door merg en been te dringen. Voor de ryken is de wioter geheel iets andere dan voor de armen." De armen werden in dien strengen winter niet door Lucille vergeten. Ze was vol zorg, vol hulpvaardigheid voor hen. Ze nam Eliza bet tot helpster by al haar werken van liefdadigheid, en die was haar, door haar be kendheid mot de behoeften der armen, hun doen en laten, hun vooroordeelen zelfs, van niet weinig nut. Elizabet was onvermoeid om by het zieken bezoeken van huis tet huis te gaan. Ze waakte verscheidene nachten by een meisje, dat de tering had, en verpleegde haar alsof zo een zuater van haar was. Haar gedrag was zóó uitmuntend, dat Lucile zich over baar vroeger kwaad vermoeden, dat haar zoo gekweld had, schaamdo en Elizabet haar volle vertrouwen schonk. Bruno wa3 toen, wegens de verkie zingen, met lord Ingleshaw naar een plaats in hot Noorden van Engeland, en Lucille had den tyd om zich geheel aan de zorg van de armen te wyden. Ze bad voor hen gezorgd en hun wèl gedaan van haar kindsheid af; maar nu Kersttyd naby was, had zy byzondere plichten te vervullen. En deze Kersttyd inzon derheid moest een gulden herinnering zyn voor ai de armen van het kerspel te Ingle shaw, nu haar eigen vreugdebeker vol was tot ovorvloeiens toe. Sedert dien schemeravond in October had men niets van Tom Brook gohoord, en Eliza bet begon byna aan baar gesprek met hem te denken alsof hot een nare droom was ge weest. Dat behoorde tot het verleden en had geen kwade gevolgen gehad. Zy scheen nu gelukkiger en dat was zy ook dan zy in lang gewoest was. Weder by haar weldoenster in de gunst en in staat zich nuttig te maken als Lucille's aalmoeze- nbreter, menigmaal gezegend door de zieken en ouden van dagoD, die door haar dagelyk- sche bezoeken opgebeurd en vertroost werden, vond zy het leven niet langer ledig en do iloos. Lady Carlyon was naar een ander landgoed vertrokken een landgoed, waar Keratiyd veel feesteiyker gevierd werd dan op „Ingleshaw Castle"; want hier bestond de grootste fees- teiykheid in theedrinken van moeders, tantes en schoolkinderen en een onthaal van de mannen en jongelingen in de middeleeuwsche voorzaal. Maar op dat landgoed zouden een liefhebbery tooneölvoorstelling en een gekos- tuue rd bal plaats hebben; en lady Carlyon had het hoofd vol plannen voor haar bal kostuum dat een prachtig effect zou maken en byna niets zou kosten en, als men er sterk op aandrong, zou zy ook in detooneel- voorstelling meedoen. Zy ging zeer opgeruimd heen en beloofde minstens een week voor den trouwdag terug te komen. „Uw „trousseau" i3 du in alle byzonderhedon geregeld," ztide zij. „Ik ken u met oen genist hart verlaten." Zoodra zy vertrokken was, hervatte Lncille al haar vroegere gewoonten, las Italiaanech met juffrouw Marjorum, speelde veel piano, wandelde in het park, legde bezoeken af, altyd vergezeld van Elizabet. Juffrouw Ray mond en haar kinderen kwamen in de oude leerkamer theedrinken, om Elizabet juf frouw Miy, zooals de vrouw van den rent meester haar noemde aan haar nieuwe betrekking te gowennen. Het was over het geheel een gezellige en aangename tjjd; en 3ls Elizabet aan haar leefwyze van een jaar geleden dacht, toen dronkemansgetier het eenige kenmerk van Kersttyd in haar omgeving was, zwol haar hart van dankbaarheid voor zulk een gelukkige verandering. „Dat meisje heeft iets zeer liefs over zicb," zeide juffrouw Raymond tot Lucille na het theedrinkon, toen Elizabet met Dotty, Totty en Lotty en den dikken, kleinen jongen in den corridor verstoppertje speelde. „Tk geloof waarlyk, dat gy dien dag in hot boscb een parel hebt gevonden, lady Lucille." „Ja," antwoordde Lucille met een lichten zacht, „ik weet, dat zy een odel karakter heeft. Zy is zoo goed, zoo zelfopofferend voor do armen. En toch heeft zy iets raadselach tigs, dat my soms hindert. Ik kan haar niet recht begrypon." „Myn waarde lady Lucille, de edelste karakters hebben soma verborgen diepten," hernam juffrouw Raymond; „en men moet ook wel in aanmerking nemen hoe het meisje grootgebracht is. Ik geloof, dat er oogenblik- ken zyn, dat de herinnering aan vroeger leed haar ter neer drukt, haar misschien prikkelbaar maakt. En zy heeft geen enkelen bloedver want op de wereld. Zy gevoelt haar eenzaam heid misschien meer dan wy wel denken, als zy anderen met zooveel familiebanden ziet. Ik zal myn best doen het haar aangenaam te maken, als zy by my komt; maar het zal oen groote verandering voor haar zyn van hot kasteel naar „Dower House."" Raymond en zijn vrouw bewoonden een aardig oud landhuis, dat by h-t hek van hot park stond en in vroeger dagen tot het erf deel van de adeliyke weduwen van Ingleshaw had behoord, maar dat de moer wereldsche weduwen van deze eeuw aan de schande van slooping prfls gegeven zouden hebben. Het was een ruime, onrogelmatig, half van hout ge bouwde woDing, omringd van rozen, die door een der ouderwetsche weduwen geplant waren, en een landelyken tuin en boomgaard. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 5