Resultaat van een wedden
schap. Twee winners.
Hot Oorlogsterrein.
Aan ommezyde geven we een kaart van
Cuba en z'gn omgeving, waardoor onze lezers
zich kunnen oriënteeren op wat waarschijnlijk
het oorlogsterrein in den uitgebroken oorlog
zal worden.
Het is van aigemeene bekendheid, dat
Cuba met Porto Rico ongeveer alles is, wat
Spanje nog over heeft van zijn eertijds zoo
uitgebreide Amerikaansche koloniën.
Htt eiland is verdoold in drie departemen
ten: het westelijk deel, waarvan Havanna
de voornaamste stad is (tevens hoofdstad van
het eiland en zetel van de regeering); het
centraal- of midden-departement, waarvan
Puerto Principe de voornaamste plaats is, en
eindelijk het oostelijk departemont mot San
tiago de Cuba tot grootste stad.
Tusschon het Noord-Westelijk en Zuid-
Oostelijk deel loopt van het Noorden naar
het Zuiden een strategische weg, dio be
schermd wordt door verdedigingswerken, die
men trocha noemt.
Over de geheele lengte van het eiland zijn
bergen. Daardoor is het don Cubaanschen
opstandelingen, die hoogstens 25,000 man
man sterk moeten zijn, mogelijk geworden om
nu al drie jaar lang het hoofd te bieden aan
een 100,000 man Spaansche troepen, die eerst
onder Martinez Campos, later onder Weyler
on eindelijk onder Blanco naar het eiland ge
zonden werden.
Het aantal inwoners wordt op 2 millioen
geschat. Wanneer men daarvan de Spaansche
en andere Europeesche kolonisten aftrekt,
komt men tot een getal van ongeveer één
millioen nakomelingen van huwelijken tus-
schen de oorspronkelijke Spaansche kolonisten
met inboorlingen en met mulatten.
Do oppervlakte van het eiland bedraagt
118,000 vierk. kilometers (d. i. dus ongeveer
3ya maal zoo groot als ons land, hoewel het
minder dan de helft van zijn aantal inwoners
heeft). Spanje is ongeveer 4 maal zoo groot.
Het is niet zonder reden, dat men Cuba
„do parel der Antillen" noemt.
De rijkdom van zijn grond is overbekend.
Ongerekend de tabaksteelt, die alleen al een
zeer grooten export-handel voedt, levert Cuba
op: suiker, cacao, koffie, enz. De nijverheid
heeft er nog geen vasten voet gekregeD, daar
de Spanjaarden buiten staat zijn om het goud,
ijzer en koper, dat de grond overvloedig in
de bergstreken oplevert, daaruit te voorschijn
te brengen.
Een ontmoeting tusschen de beide vloten
is natuurlijk mogelijk, doch vooralsnog niet
dadelijk te verwachten. De Spaansche vloot
is daarvoor nog te hokvast. Welke de redenen
zijn, dat zij nog altijd bij de Canarische
eilanden vertoeft, (behalve dan de enkele
schepen, die, volgens do laatste berichten, ver
trokken z(jn om jacht te maken op de mail
boot „Paris"), is niet bekend. Maar zoo lang
de schepen daar blyven, kan men geen ge
vecht verwachten.
Voor Cuba zijn de feitelijke oorlogshande
lingen begonnen. Het voor de Vereenigde
Staten zoo gewichtige Key-West ligt halver
wege Florida en Havanna. Op Florida looptn
do spoorwegverbindingen met het noorden
tot Punta-rosa in het westen en Juno op de
oostkust. Op Cuba zelf zijn de voornaamste
havens Havanna en Matanzas op do noordkust;
Cienfugos en Santiago de Cuba op de zuid
kust. Van Havanna en de beide laatstgenoemde
loopen de trans-atlantische kabels.
Zooals bekend is, hebben de Vereenigde
Staten do blokkade van Cuba afgekondigd, en
wel meer bepaaldelijk tusschen de kustplaat
sen Babiahonda en Cardenas (het gebied van
Havanna) op de noordkust, en de haven van
Cienfugos op de zuidkust. Tot nog toe bepaalden
de vijandelijkheden zich tot het nemen van
enkele koopvaarders, doch volgens inmiddels
ontvangen telegrammen heeft de Amerikaan
sche vloot voor Matanzas de versterkingen
bij deze plaats gebombardeerd.
Havanna ia door forten omringd, terwijl de
haven door torpedo's is versperd. Een landing
op het eiland i3 zeer moeilijk, door het groote
aantal zandbanken, dat het geheele eiland
omringt, terwijl de banken in de nabijheid
het voor do oorlogsschepen toegankelijk ge
bied zeer beperken.
Havanna heeft sinds het jaar 1762 geen
vijandelijke vloot voor de stad gezien. Toen
werd de stad belegerd door do Engelschen
onder lord Albemarle. Het aantal der belege
raars bedroeg toen 6000, en hiervan kwamen
alleen ten gevolge van ziekten 5000 roenschen
om het leven. De landing by h9t fort Morro
(aan den ingang van de haven en tegenover
do stad) zon toen onmogeiyk geweest zijn,
als toen reeds de versterkte lioie van Cabana
bestaan had.
By den vrede van Parijs werd Cuba door de
Engelschen weder aan Spanje teruggegeven.
Van byzond-r belaDg is thans een verklaring
van den Amerikaanschen generaal Grant, den
vroegeren president, over de waarde van
Havanna al3 vesting. In een «chryven aan
generaal Badeau, gedateerd 30 April 1883,
dat dcor „Leslies Weekly" wordt gepubliceerd,
zegt hy, dat hy in 1880 do vestingwerken
van Havanna heöft bezichtigd en toen tot de
overtuiging is gekomen, dat de stad door
nieuwe werken gemakkeiyk onneembaar kon
worden gemaakt, etr de vyand tot een aanval
overging, doch dat de inneming der stad niet
moeilijk zyn zou, als een leger, dat op een
ander punt geland was, de stad van alle ver
keer aan do landzijde kon afsluiten, terwyi
de marine hetzelfdo zou doen aan de zsezyde.
De vijandelijke gezindheid der bevolking tegen
hot Spaansche gezag, zou dat gemakkelijk
maken, vooral voor do Veroenigde Staten, in
geval van een oorlog met Spanje."
Reeds toen achtte Grant het dus onmogelijk
Havanna te nemen zonder dat er een landing
op Cuba was voorafgegaan. De tegenwoordige
opperbevelhebber van het leger, generaal Miles,
is van hetzelfde gevoelen en is van oordeel,
dat men niet vóór den herfst er aan kan
denken een behoorlyke troepenmacht aan land
te zetten.
Immers, wat de Amerikanen niet aanspoort
om zich te haasten, is de wenscb, die hen
bezielt, om den in de volgende maand op Cuba
beginnenden regentijd het „doodeiyke" sei
zoen, waarin do gele koorts telken jare tal
van slachtoffers vordert te ontgaan. Het
tegenwoordig seizoen is het tydstip, waarop
de oorlogvoerenden verplicht zyn hun winter
kwartieren te betrekken. De wegen zyn in
slechten staat, het verkeer is moeilyk, het
bivakkeeren onmogeiyk; over het geheele
eiland heeft men te kampen tegen de voebt.
Eerst in Oct of Nov. is de temperatuur zetr
aangenaam, marcheert men gemakkeiyk; het
is dan ook in het drogo seizoen, dat de opstan
delingen hun groote tochten gedaan hebben,
die hen tot voor de poorten van Havanna
brachten en verleden jaar zooveel jammer
en ellende in de westelyke provinciën ver
spreidden.
Wat Amerika betreft, is dus het gordyn
wel opgehaald, maar de spelers willen liefst
nog niet beginnen. En Spanje? Ook daar breDgt
men het: Haast u langzaam 1 in praktyk.
Het eskader by de Kaap Verdische eilanden
ligt daar nog in rustige rust.
H-t is niet onaannomeiyk, dat die rust,
welke de Spaansche vloot neemt, een uit
vloeisel is van de tactiek, die door de met
de opperste leiding belaste bevelhebbers is
aangenomen. Yan die onderstelling gaat blyk-
baar uit een schryver in de „Spectator", die
van meening is, dat de Spanjaarden Cuba
volstrekt niet ter zee zullen verdedigen,
maar 't aan de Amerikanen zullen overlaten
Cuba te veroveren, als zy dat kunnen, in een
oorlog te land. „Zy hebben minstens 100,000
man op het eiland; zy zullen de Amerikaansche
soldaten van hun basis weglokkeD, en zy
zullen dan, mogelijk na een grooten slag te
hebben beproefd, wanneer zy daarin door de
geestkracht van de Amerikaansche scherp
schutters worden overwonnen, Cuba ver
dedigen, zooaJs de rebellen hebben gedaan,
door een guerilla-oorlog. Zy hebben groote
voorraden munitie; zy kunnen van heel weinig
leven, en het is niet zeker, of zy niet zullen
gesteund worden door de inboorlingen, die,
boe bitter vyandig z(j tegen Spanje ook zyn,
toch waarscbynlyk veel bezitten van de bitter
heid, die de Spanjaarden bezielt tegen de
aanmatigende on krachtdadige Noord-Ameri
kanen."
Het is waarscbynlyk, dat Key-West de
basis zal blyven voor de operation van de
Vereenigde Staten. Dit eiland is niet van
belang wat de oppervlakte aangaat, maar
wel door zyn prachtige ligging, waardoor het
als 't ware de meest vooruitgeschoven schild
wacht is voor een honderdtal eilanden en
eilandjes, die Florida's uiteinde omringen.
Al die eilandjes dragen by hun gewonen
naam nog den naam Key, welk woord het
Indiaansch is voor „eiland"Key-West wil
dus zeggen „westelijk eiland."
Het ligt niet meer dan een paar uur van
FloriJa, een Amerikaansche stoomvaart-lyn
verbïnat het met Tampa en met Miami.
De paketbootsn hebben aansluiting met
sneltreinen naar Nieuw-York via Savannah,
Washington, Baltimore en Philadelphia, een
reis, die gemiddeld 50 uren duurt.
Evenals alle eilanden, die in de buurt van
de groote Bahama bank liggen, heeft Key-
West een onregelmatigen vorm on bezit het
veel inhammen. De stad is gebouwd op het
westelijk deel van het eiland, zy heeft onge
veer 20,000 inwoners en acht mooie, lange,
rechte straten. De stad is omringd door boule
vards met flinke versterkingen; Key-West
is in de laatste jaren het meest gewichtige
zee-station van de Vereenigde Staten gewor
den; het bevat uitgobreide kazernen en goed
voorziene militaire magazynen.
Het wordt druk bezocht door Amerikaan
sche toeristen uit de noordeiyke staten, die
er het zachte klimaat van de tropen komen
zoekeD. Men vindt er dan ook booraen en
tropische planten van allerlei soort in over
vloed.
Het klimaat wordt aangenaam getemperd
door het koeltje, dat steeds van den Atlan-
tischen Ocoaan komt, en ook de nabyheid van
den Golfstroom maakt het zacht, aangenaam
en constant.
De haven is ryk aan goede en veilige
ankerplaatsen, dio voldoende beschermd zyn.
Men ziet er voortdurend talryke Eogelsche
en Amerikaansche schepen gemeerd liggen.
Wat de communicatie met het oorlogs
terrein aangaat, z(jn de Spanjaarden natuur
lijk zeer in het nadeel.
Amerikaansche stoomschepen, van Koy-
West vertrekkende, kunnen binnen zeven
uur voor Havanna zyn, terwyi de kortste
afstand tusschen Cuba's hoofdstad en het
diebtst-byzynde station van Spanje, de Cana
rische eilanden, 3500 zeemyien bedraagt, en
daar de snelste oorlogsschepen niet meer
dan 15 myi per uur afleggen, heeft de
Spaansche vloot dus minstens 10 a 12 dagen
noodig om in de Cubaansche wateren te
komen.
De veroveringszucht heeft nog niet alle
Noord-Amerikaan8che Staten aangetast en
van de inlijving van Hawaii zal de regeering
wel moeten afzien, nu de voornaamste belang
hebbende, de Staat California, er tegen is.
Californië heeft van alle Staten de nauwste
bttrekkingen met de Sandwieh-eilanden en
voor het welslagen van het plan was dus
allereerst zyn toestemming noodig. Men
was toch o. m. van zins de eilanden tot een
provincie van dien Staat te verklaren. Zy
zou dan één afgevaardigde krijgen in den
Californischen Senaat en één in de Kamer.
Maar volgens betrouwbare berichten stuit
het plan op krachtig verzet by de arbeiders
verenigingen uit de landelflke districten en
de boeren in Californiö, en vermoedelyk zul
len de belanghebbenden by de bietsuiker
industrie zich by hen aansluiten. De slotsom
van een Washington-correspondentie in de
„Hawaiian Gazette" over deze zaak is, dien
tengevolge, dat de iniyving der eilanden op
het oogenblik niet uitvoerbaar schijnt te zyn.
RECLAMES»
a 25 Cents per regel.
Van een onzer correspondenten:
De onbescheidenheid, een gebrek in 't alge
meen laakbaar by de eenvoudigsten der sterve
lingen, wordt een grondbeginsel, byna een
plicht, voor een nauwgezet reporter, vooral
wanneer het gaat om een belangwekkend
feit, dat tevens nuttig voor het publiek is.
Het is daarom, dat ik zonder angstvalligheid
het belangwekkend gesprek zal weergeveD,
dat ik voor eenige dagen afgeluisterd heb,
tusschen den Heer Etienne Marnac (van
L pause, gemeente van Saint-Sardos, Lot et
Garonne, Frankryk) en een zijner vrienden.
Ik hoop, dat beiden my ten gunste van het
menschlievend doel myn onbescheiden luis
teren zullen vergeven.
Welnu I zeide de Heer Marnac, een krachtig
man en met goed uiteriyk, ik geloof, myn
vriend, dat je goed en wel je weddenschap
verloren hebt. Als je je nog herinnert: den
laatsten keer, dat je my een bezoek gebracht
hebt, vonat ge my c'oor een vreeselyko jicht
aan het bed gekluisterd. Myn gewrichton
waren opgezwollen en zoo pilnlyk, dat ik
niet eene beweging kon doen zonder het
uit te schreeuwen: met de grootste moeite
kon men my verbedden, zoo pynlyk was my
de geringste beweging. Ik kon noch des
nachts, Doch overdag slapen, daar myn pynen
my niet één oogenblik met rust lieten. En
deze aanvallen kwamen sedert drie jaren met
korte tusschenpoozen terug.
Inderdaad, antwoordde zijn vriend, ge hebt
een menigte geneesmiddelen en behandelingen
beproefd, die je niet hebben kannen genezen
of verlichten, ik bad er de ondervin ing
van opgedaan met payn eigen hartziekte zon
der gelukkiger te zyn. Het is toen, geheel
eh al hopeloos zijnde, dat go me gesproken
hebt over je plan om Pink-Pill9n voor oleeke
personen van Dr. Williams to probeeren,
waarover je met zooveel lof door een van je
vrienden hadt hooren Bpreken. Twyfelachtig
geworden zynde door de nutteloosheid myner
pogingen, wedde ik met je, dat evenmin als
de andere geneesmiddelen dit geneesmiddel
je van jicht zon genezen.
Evenwel, zie je me ter been, ik kan alleen
loopen en wandelen?
Ik ben wel gedwongen mQ door de waar
beid te laten overtuigen en ik beken, dat ik
my gelukkig gevoel myn weddenschap te
verliezen, want ge hebt de gezondheid terug
gekregen. Indien ik zulks ook maar kon
zeggen 1
Maar, zeide de Heer Marnac, myn voorbeeld
bewyst je genoeg, dat je slechts één middel
hebt; en dat is deze Pink-Pillen te nemen,
die my genezen hebben. De weddenschap is
alsdan door twee personen gewonnen.
Je helt gelyk en ik ga cr zonder uitstel
koopen.
Op deze woorden nam het gesprek een
einde en ik ging heen, verheugd over het
toeval, dat my het had doen afluisterenhet
geen bewyst, dat de onbescheidenheid somtyds
goed is.
Diegenen, die gebruik maken van de Pink-
Pillen, zullen er do beste resultaten van be
komen. Zy zyn krachtdadig voor bloedarmoede,
verlamming, ruggemergstering, rheumatiek,
heupjicht, zenuwpijn, St-Veits-dans, hoofdpijn,
zenuwziekte, kliergezwellen, enz. Zy zyn een
hernieuwer van het bloed en een spierver-
sterkend middel. Zy geven schoone kleuren
aan de bleeke gelaatskleuren, handelen in al
de tydperken der verzwakking by de vrouw
en veroorzaken by den man een werkdadige
werking tegen al de ziekten, veroorzaakt door
lichamelijke en geestelijke overspanning en
door buitensporigheden. Prjjs ƒ1.75 de doos,
f 9 per 6 doozen. Verkrygbaar by Snabilié,
Steiger, 27, Rotterdam, eenig depothouder
voor Nederland, en Apotheken. 3579 87
Gemeenteraad van Leiderdorp,
Zitting van gisteravond.
Voorzitter: de Burgemeester.
Tegenwoordig: alle loden.
De vergadering werd geopend met gebed,
waarna de notulen werden goedgekeurd.
Ingekomen waren twee missives van Gedep.
Staten, houdende goedkeuring van genomen
raadsbesluiten tot betaliog uit de onvoorziene
uitgaven en tot af- en overschrijving op de
begrooting voor 1897; benevens het proces
verbaal van kasopneming over het 1ste
kwartaal, dd. 28 April, waarbty blykt, dat de
ontv. f 18659.61*, dat de uiig. f 15835.22*
bedroegen.
Aangeboden werd het verslag van den
toestand der gemeente over 1897, dat voor
de leden ter visie zal worden gelegd.
Vastgesteld werd het kohier schoolgeld,
lsto kwartaal dezes jaars, tot een bedrag van
f 23.01.
Voor de behandeling van het kohier van
den hoofdelyken omslag werd overgegaan tot
een vergadering in comité-generaal.
In heropende vergadering werd het kohier
vastgesteld tot een bedrag van f 1406.
Verder niets te behandelen zynde en goen
der leden het woord verlangende word de
vergadering door den Voorzitter gesloten.
Ouze Parijsche gezant en mr. J. G.
ridder Van Rnppard.
Van mr. J. G. ridder Van Rappard, lid van
de Staten van Gelderland, heeft het „Hbl."
naar aanleiding van wat den Paryschen cor
respondent van dat blad, mr. J. Louis Israëls,
wedervaren is, een scbryven ontvangen,
waarin de heer Van Rappard zich beklaagt
over de wyze, waarop de belangen van Neder-
landsche ingezetenen, in Frankryk vertoevende,
worden behartigd.
In het jaar 1894 is de heer v. R. gehuwd
met een Fransche vrouw. Na twee bevallingen
werd mevrouw Van Rappard krankzinnig.
Haar echtgenoot trachtte op alle mogelyke
wyzen haar genezing, en later verzachting van
haar leed te verkrygen. Zy werd door dia-
kones8en verpleegd, eerst thuis, later iu Bour
gogne en aan de Middellandscbe Zee, en ten
slotte werd, op haar eigen verzoek, in haar
geboorteplaats Auchy by la Bassêedeparte
ment Pas de Calaiseen villa gehuurd, waar zy,
in Augustus van verleden jaar door een voor-
treffeiyke diakonesae verpleegd, haar intrek
nam.
Haar Fransche familie onttrok haar toen
aan het gezag van haar echtgenoot en voerde
haar uit de villa weg.
De heer Van Rappard scbryft aan het
„Hbl.":
„En of dit niet genoeg was, is de bevol
king onder aanvoering van den garde cham-
pétre en onder goedkeuring van den maire de
villa binnengedrongen, heeft alle goederen, aan
myn vrouw toebehooronde weggehaald, zoo
genaamd om het haar ter hand te stellen;
de meubelen zyn vernield, do gordynen van
do stokken gerukt, de tapyten en bekleedsels
der stoelen en canapó's stuk gesneden, alle
vaat- en glaswerk gebroken.
De goederen der verpleegster waren over
de geheele villa verspreid, en de koffers, dio
alles moesten inhouden om vervoerd te worden,
waren alle gestolen of vernield.
„Der verpleegster werd by haar vertrek
uit Auchy ketelmuziek gebracht, voor welke
muziek de maire van Auchy de ketels had
geleverd."
Do oorzaak van de volkeopwinding scbynt
deels fanatisme, deels de onjuiste meening te
zyn geweest, dat mevrouw Van Rappard niet
goed behandeld werd.
Maar het optreden van den burgemeester
wordt daardoor niet begrypelyk gemaakt.
De heer Van Rappard was van meening,
dat er voor de Nederlandsche regeering daarom
termen genoeg aanwezig waren om voor
onderdanen van H. M. in Frankryk bescher
ming van de Fransche regeering te vorderen.
Doch hy verklaart die niet verkregen te hebben.
Hy was onmiddeliyk na het gebeurde naar
den heer De Stuers te Parys gegaan, dozen
vragende hoe hy weder zfn vrouw terug
bekomen kon om voor haar te zorgen, en hoe
hy schadevergoeding en bestraffing van de
verantwoordelyke personen krygen kon.
Do heer De Stuers zond ridder Van Rappard
naar den procureur de la République deze
zond hem naar den president der rechtbank
deze zond hem naar den prefect. Van allen
kreeg hy hetzelfde antwoord. Het speet don
heeren zeer hem niet te kunnen helpen, maar
de artikelen van den Code Civilwaarop hy
zich beriep, waren tombés en discrédit". Er
was geen middel om hem in staat te stellen
woder de zorg van zyn zieke vrouw op zich
te nemen.
Te Parys teruggekeerd, kreeg de heer Van
Rappard nu t09gang tot anders moeilyk te
bereiken autoriteiten. De chef van het Kabinet
van den minister van buitenlandsche zaken
zond hem naar den directeur van het Kabinet
van binnenlandsche zaken, die hem zond naar
den directeur de la Süretê. Men zoude hem
later bericht zenden.
De heer Van Rappard schrijft verder:
„Ik waagde het na acht dagen wachtenB
nogmaals aan te kloppen, doch hier vernam
ik spoedig, dat op myn verzoek Diet gunstig
kon worden beschikt. Officieus werd my de
raad gegeven myn vrouw maar weder te
rooveD, gelyk men haar my geroofd had,
maar dat men my niet officiéél wilde helpen,
omdat er dan te veel gevoeligheden zouden
worden opgewekt. Den 8aten Mei waren de
aigemeene Kamerverkiezingen en wanneer
men my hielp zouden personen, die de regee-
lingscandidaten steunden, der regeering min
der welgezind worden, ja zelfs hun steun aan
de tegenparty verzekeren. Ook vreesde men
op dit oogenblik opspraak in de courant. Dit
waren alle redenen, om welke men niet doen
kon wat men anders zeker zou gedaan hebben.
„Alzoo was er voor den Nederlander, wien
zyn door Nederlandsche hoogleeraren krank
zinnig verklaarde vrouw hem in Frankrijk
ontroofd was, geen rechtsmiddel om haar t6rug
te krygen, ten einde voor een liefdoryko ver
pleging zorg te dragen.
„Over deze zaak en het plunderen myner
villa te Auchy had ik na de verklaring van
den heer De Stuers, te Parys, dat hy aan de
zaak niets meer kon doen, een langdurig onder
houd mot Z. E. den minister van buitenlancL
sche zaken te 's-Gravenhage, mr. W. H. De
Beaufort. Hoogst welwillend hoorde Z. E. myn
klacht aan, en beloofdo nogmaals stappen t$
Parys te zullen doen. Don 23sten Maart mocht
ik van Z. E. het antwoord ontvangen, dat,
wat betreft de terugbekoming van mevrouw
Van Rappard, de autoriteiten in deze niet
tusschenbeide mochten komen, omdat mevrouw
Van Rappard, een actie tot scheiding van tafel
en bed (by den Franschen rechter) had inge
steld, en dat de president van de rechtbank
te Béthune haar voorloopig had toegestaan
haar intrek te nemen by haar grootouders te
Auchy. Nu behoeft men nog niet oens candi-
daat in de rechtsgeleerdheid to zijn om te
begrijpen, dat deze president volkomen onbe
voegd was kennis te nomen van een verzoek
tot scheiding van tafel en bed, gedaan door
vreemdelingen, die niet in Frankryk woDen.
Op deze manier zoude men 's morgens aan
ztJn ontbyttafel verrast kunnen worden door
het heugiyke bericht, dat het huweiyk, dat
men eertyds in Nederland wettig gesloten had,
later even wettig door byv. de rechtbank van
Hongkong ontbonden was. Dit was er natuur-
ïyk alleen op gevonden om een antwoord te
kunnen geven aan den Nederlandschen gezant
te Parys, als deze de teruggave van mevrouw
Van Rappard kwam eischen.
„Wat betreft het plunderen der villa, meende
de gezant, dat ik desverkiozende daarover een
klacht by de Fransche justitie had in te die
nen; hetwelk ik meende, dat geschied was,
doordat de gezant in oon officiöale nota, die
ikzelf met den legatieraad jhr. mr. Van Weede
heb opgesteld en aan het ministerie van bui
tenlandsche zaken te Parys heb ingediend,
de bovenstaande feiten ter kenni3 van de
Fransche regeering had gebracht.
„De minister zegt verder, dat het Z.E. zal
aangenaam zyn, dienaangaande een nadere
mededeeling van my te ontvangen: „het zal
wel overbodig zyn", laat ZE. er op volgen,
„dat een zaak als deze, wanneer zy tot een
rechtsgeding aanleiding geeft, door de Fransche
dagbladpers zeer zeker zal besproken worden,
en zoodoende ongetwijfeld in de Nederlandsche
couranten zal worden vermeld. Wellicht zal
deze overweging [J.H.W.G. terughouden om
een rechterlijke aanklacht over deze aangele
genheid in te dienenhet zoude my ten minste
voorkomen, dat voor U.H.W.G. de onaange
naamheden, uit de bespreking in de pers
voortvloeiende, grooter zullen zgn dan een
voldoening van een altyd zeer twijfelachtige
bestraffing der bedryvers van het feit, waar
over U.H.W.G. klaagt. Ik moet dit echter
geheel en al aan Uwe persooniyke waardee
ring overlaten."
„Tweemalen in deze regels vind ik twyfel
uitgedrukt of er na het plunderen van eens
vreemdelings villa ia Frankryk recht te ver
krygen zal zyn, in den aanhef wordt twyfol-
achtig verklaard, dat de klacht tot een rechts
geding aanleidiag zal geven, in het slot, dat,
als er een vervolging ingesteld wordt, de
bestraffing der bedryvers twyfelachtig zal zyn".
De heer Van Rappard verklaart, dat hy do
opmerking over de bespreking der zaak in
de Fransche en Nederlandsche pers voor do
rekening van ZExc. laat. „Niets dan de waar
heid en de geheele xoaarheid gezegd hebbende
vrees noch schroom ik die besprekingdoch ben
ter beschikking van elk bladj dat deze zaak op
fatsoenlijke wijze wil bespreken".
Uit bovenstaande regels zegt het „Hb!."
ziet men, dat mr. J. G. ridder Van Rappard,'
lid van de Staten van Gelderland, verbiyf
houdende op den huize Ross, by Laren, in
Gelderland, uit plichtsgevoel in het publiek
belang bekend maakt wat hem is wedervaren.
Hy heeft den raad gevolgd, hem officieus
te Parys gegeven. Daar hy geen recht kon
krygen, heeft hy door list mevrouw Van
Rappard uit Frankryk weggevoerd. Na een
consult met prof. Winkler en prof. Lemoine,
van do Universiteit van Rysel, heeft hy haar,
na machtiging van den kantonrechter te Zutfen,
voorloopig in het krankzinnigengesticht to
Utrecht opgenomen.
De heer Van Rappard deelt dit alles in
het openbaar mede, „om te laten zien op
welke wyze de belangen van Nederlandsche
ingezetenen, in Frankryk vertoevende, worden
behartigd."
Onze gezant te Parys aldus vervolgt het
„Hbl." schynt 0D8 al te onderdanig te
zyn tegenover de regeering, by welke hy
geaccrediteerd is.
Men merkt ons op, dat een gezant van
een klein ryk by een groote mogendheid nieti
vermag, tenzy hy zioh aangenaam weet t>
maken en in de gunst staat van de minister
dier mogendheid.
Maar als hy die gunst - welke hy noodig
heeft tot bescherming der belangen van zyu
landgenooten alleen verkrygen kan dooi
voor die belangen niet op te treden, ingeval dit
den Minister onaangenaam zou zyn,daar
hy anders deze gunst zou verliezen, die hem
onontbeeriyk is om die belangen te verdedigen,'
welke hy nu loslaat om die gunst niet t)
verliezen.... dan gaat hy in een duizelig
makend cirkeltje om.
Buiten dat cirkeltje staan de Nederlandera,
wier belangen door oen dergeiyken, in een
vicieus cirkeltje loopenden gezant, niet behar
tigd worden.
CORRESPONDENTIE. Ingezondenstuk
ken of mededeelingen, waarvan de inzenders
hun naam niet aan de Redactie bekend maken
worden ongeplaatst ter zyde gelegd.
Derde Blad.