N\ 11708,
Dinsdaa SO April.
A*. 1898
Tweede Blad.
Feuilleton.
Getrouw tot in don dood.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PKLJS DEZER COURAJiTi
Voor Leiden per 8 maanden, 1.10#
Franco por postt 1.40,
Afeonderlyko Nommers 0.06.
<geze <§ovuant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
PRU8 DKR AJDVERTENTEKKi
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Orootoro
letters Daar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de etad
wordt f 0.05 berekend.
KOLONIËN.
BA.TAVIA, 23-29 Maart.
Hot staat nu Tast, dat de sultan van Slak
zich eerlang naar Nederland zal begeven, om
daar do inhuldigingsfeesten by te wonen. [B.N.)
De ass.-resteent van Bangkalan, de heer
A. Van Gennep, heeft voorgesteld op Madura,
dicht by de reede van Soerabaia, artesische
boringen te laten doen, om te trachten zuiver
drinkwater te verkregen. Wordt dit gevonden,
dan zou daarmee de moeilykheid, die de
schspen ter reede ondervinden, om zuiver
drinkwater te verkrijgen, zyn opgelost. [B.N.)
De ontwikkeling van do petroleum
industrie in Langkat en de daaruit voortsprui
tende levendige scheepvaart hebben in die
streken behoeften doen ontstaan, waaraan nu
binnenkort zal worden te gemoet gekomen.
Het voor dezen vry onbekende vaarwater
ie men thans nl. bezig goed op te nemen,
terwyi kustlichten, waar noodig, zullen ge-
plaats worden.
Tegen opheffing der betrekkingen van lood
sen voor straat Bali zullen verder voor die
streken loodsen worden aangesteld, en komt
te Pangkalan Beradan, den hoofdzetel der petro
leum-Industrie, een havenmeester. [B. N.)
ATJEH.
De nieuwbenoemde gouverneur van Atjeh,
de kolonel J. B. Van Heutsz, zal, volgens
het „Bat. Nwabl.", den 3den Mei de reis naar
Olehleh aanvaarden.
De „Deli-Crfc." schrift over de beatuurs-
verandcring in Atjeh:
„Met de meeste waardeeiing voor de ge
bleken bekwaamhéid van generaal Van Vliet,
-die zulk een geruimen tyd eerst als chef yaa
den staf en daarna als gouverneur te Aljeh
„seine Schuldlgkeit" gedaan had, dat wil
z.zeggen met al zfln krachten en intelligentie
het vaderland op de hoogst waardige wijze
heeft gediend, mogen we nu toch wel
openlyk onze vreugde betuigen over het
optreden van kolonel Van Heutsz als gouver
neur van Atjeb.
„Eerstgenoemd opperoffider treedt met de
meeste onderscheiding, in volle glorie over
hetgeen hy verricht heeft, af, en zal met
generaal Stemfoort te Batavia een tweetal
generaal-officieren vormen zooals men to
Batavia nog nooit byeen zag.
s8teede ging het aftraden van Atjeh min
of meer gepaard met het verlies van een
deel der zoo moeiiyk verworven reputatie;
thans is dit gelukkig het geval geonszins.
Wy behouden onze oodervlncingryke generaals
by den grooten staf van h; t leger en de
verhouding van legerbestuur tot Atjeh bestuur
wordt er door verbeterJ.
„Nu de keuze van een nieuwen gouverneur
van Atjeh op kolonel Van Heutsz is govallen,
kunnen we met de meeste gerustheid ver-
klareD, dat die persoon door de „voxpopuli"
reeds lang daarvoor aangewezen was, en wy
goemen oen gouvernement gelukkig, waarvan i
do daden zoo algemeen geprezen worden als
ln deze zaak het geval zal wezen.
„Wy gaan de naaste toekomst met gerust
heid te gemoet."
Aan de „Sum. Ct." is het navolgende
ontleend
„Ten slotte nog het belangryke nieuws, dat
de werkzaamheden aan de tram t aan Gló Kam-
bing Selimoen uitstekend vorderen. Degroote
brug over de Kroeug-Djerir is byna gereed
en nog deze week zullen de treinen er over
ryden.
„Het grondverzet moot anders niet mee
vallen. Waarschyniyk zullen eenige duizenden
kubieke meters meer verwerkt moeten wor
den dan waarop men aanvankelijk ge
rekend had".
Het „Bat. Nbld." scbryft:
„In overeenstemming mot hetgeen wy vroe
ger vernamen over het van twee zyden op
treden tegen Pedir by di aanstaande expeditie
wordt ons thans meegedeeld, dat het in ce
bedoeling ligt de van de landzyde oprukkende
troepen vier dagen eerder op marsch te doen
gaan dan de colonnes, die uit Segli zullen
vertrekken. De groote afstand en de vele
hindernissen, die men rekent te moeten over
winnen, zouden het eerder optrekken der
hoofdmacht noodzakelijk mak<n ttrwyl men
daardoor tevene gelegenher zou krygen
den vyand werkelyk tusschen twee vuren te
brengen."
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indiü
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen- Op
verzoek, eervol uit 's lands dienst de onderopzichter
3de kl. bij de exploitatie van den staatsspoorweg
ter Sumatra's Westkust F. T. W. Voorstad, mot
bepaling, dat dit ontslag wordt gerekend te zjjn
iDgogaan op den 6den Maart 1898.
V erleeod: Wegens ziekte een tweejarig verlof
naar Eurona, aan dcu onderwijzer 1ste kl. bij bet
opepbaar lager onderwijs voor Europeanen P. A.
Burger, wegens laDgdurigon dienst één jaar verlof
Daar Europa aan den controleur 2de klb.j bet
Biuneulandsch Bestuur op Java en Madoera H.
A. Van Drougelen.
Benoem dTot predikant bij de protestantsche
gemeente te Padaug, de predikant bij de protes
tantsche gemeente te Rembang S. Bartstra; te
Rembang, de predikant bij de protestanteche ge
meente te Amboina Z. J. Reijers;
tot hulpprediker ton dienste der inlandscbe
christengemeente te Serwaroe op het eiland Letti
(Amboina.) do ambtenaar op non-activiteit M. H.
Schippers, laatst hulpprediker, ten dienste «Ier
inlanasche christengemeente op het eiland Batjan,
(Ternate);
tot ambtenaar bij de in- en uitvoerrechten en
accijnzen, de opzieners bij die middelen C. D. J.
Pieloor en VV. P. Klusman.
Bij den Waterstaat en 's lands B. O. W.
Overgeplaatst: Van liet gouvernement
Sumutia'3 Westkust raar de residentie Banjoemas,
ten einde als eerstaanwezend waterstaats-ambte
naar op te treden, de architect 1ste kl. A. Verburgh.
Geplaatst: In de residentie Benkoelen, de
benoemde opzichter 3de kl. A. L. P. Lujks.
Verleend: Wegens langdurigen dienst, één
jaar verlof naar Europa, aan den controleur lste
klasse bij bet Binnenlandsch Bestuur op de be
zittingen buiten Java en Madoera,H. J. Van
Haastert en den huismeester bij bet Hulpkrnnk-
zinnigengesticht te Semarang, F. A Van Onselen.
Een buitenlandsck verlof aan den notaris te
Buitenzorg. E. Weber.
Ontslagen: Wegens volbrachten diensttijd,
eervol uit 's lands dienst, do ambtenaar op wacht
geld W R. Lugtman, laatst klerk ter griffie van
den Raad van Justitie te Semarang.
Eervol uit 's lands dienst, gerekend van 16 Maart I
1898, de onderopzichter 3de kl. bij do exploitatie
van de Westerlynen der Staatsspoorwegen op
Java, S. J. Van der Meulen Jr.;
uit zijn betrekking in afwachting van wat nader
omtrent hein zal worden beslist, de geschorste
commies SMo kl. bij den post- en telegraafdienst
P. Van Bannisseht.
Bonoe m dTot tijdelijk vervanger van den
notaris te Buitenzorg F. Weber, gedurende diens
afwezigheid mei builenlandsch verlof, de candidaat-
notaris E. C. M. Erraeling;
tot griffier ran den landraad te Pontianak
(Westerafdeeling van Borneo), de ambtenaar op
wachtgeld J. H. Hunt, laatst griffier van den
landraad te Indramajoe (Cheribon), thaDS ter be
schikking van den president van bovengenoomden
landraad.
Belast: Met ingang van 6 April 1898 voor
den duur van het aan F. A. Van Onselen ver
leend verlof naar Europa, mot de waarneming der
betrekking van huismeester bij het Hulpkrank
zinnigengesticht to Semarang, de gepensionneerde
ambtenaar L. Overink.
Bij de cxploitatio der Staatsspoorwegen op Java.
Oveigoplaatat: Van de We3ter- naar de
Oosterlijnen, de stationschef 3de kl. G. Van Eyk
Menkman.
Bij den post- en telegraafdienst.
Ontheven: Van het beheer van het kantoor
te Fooorogo eu overgeplaatst naar Madioen, de
commies 8de kl. l'. L. De Rochemont.
Benoemd: Tot chef van hot kantoor te
Ponoiogo. de commies 3de ld. A. A. Abell, te
Madioen.
Overgeplaatst: Van WoltovredeD naar
Madioen do commies 3do kl. W A. Beer.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend:
Wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa
aan den majeor der infanterie F. C. lleriag en
den lster luit. van dat wapen W. H. O. Bloemhard;
wegens ziekto een jaar verlof naar Europa, aan
den laten luit. der inf. W. V. B. \[n Brjlovelt.
Benoemd: Tot militair commandant van
Palenihnng. de luitenaDt-kolonel der inf. Jhr. J. C.
Van der Wjjck.
Verlengd: Met een maand het verleend ver
lof naar Payac-ombo wegens zieko, aan den lsten
luit. der iuf. bij het subs.-kador te Padaug, A. M.
P. Kryger.
Overgepl-aatst, Als gew. int. te Batavia,
de majoor-tDt. geëw. van Atjeh naar Padang, W.
D. Y Bezem er.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Overge
plaatst: Van de Atjeh" op de „Nias", de
adelborst lste kl. A. F. I'olkorsma;
▼an do „Nias" op de „U&taria", do luit. ter zee
2do kl. G. C. M. kolilV
van de „Batavia" op de „Prins Hendrik", de
luit. ter zee 2de kl. II. W. A Brans;
van do „Piins Iteodrik" op de „Koningin Emma",
de luit. tor zeö 2de kl. H. G. Leembruggen;
van do „Koningin Emma" op de „Atjoh", do
adelboist tete kl. A. L. Boeser;
van de „Koningin Emma"- op de „Bromo", de
luit. ter zeo 2de kl. H. G. Leembruggen;
van do Bi ome" op de „Batavia", als oudste
officier, de luik ter zeo 2de kl. F. C. Schaalje.
Vergund: Om wegens ziekto te repatriüerea
aan den luit. ter zee 2do kl. J. H. Ketjen ru de
„Batavia."
Bij bet Marine-Etablissement te -Soerabaia.
Benoemd: Tot baas-timmerman, tevens model
maker, do tydelyko waarnemend 3de opziener voor
het vak van scheepsbouw K. Krajff;
tot 3den opziener voor het vak van scheepsbouw,
do ambtenaar op non-activiteit G. J. A. F. Brands,
laatst die betrekking bekleed hebbende;
tot commandeur voor het vak van scheepsbouw
J. Komin. thans tijdelijk belast met de waarneming
dier betrokking.
Tijdelijk belast: Met do waarnoming der
betrekking van commandeur voor het vak van
scheepsbouw, de vice-commandeur voor gemeld
vak G. J. Scbuitemaker.
Burgerlijke Stand.
ZOETERWOUDE. Geboren: Quirinus Theo-
dorus, Z. van P. v. Noort en E C. Captein.
Quirinn, D. von J. Romijn en A. Ainmorlnan.
Maria Johanna, D. van VV. C. Van Niokerk en
C. Rotteveel.
Ondertrouwd; H. S. Pennings 32 j., wonende
to Alkemade, en J. v. d. Salm 22 j,, alhier.
P. Visser 24 j., te Oegstgeest, en J. Snijder 33 j.,
alhier. H. J. v. d. Watering 31 j., to Spaarndam,
en G. Lukas, 25 j., onlangs alhier.
Gehuwd: A. N. v. d. Wcrff 27 j., en W.Luk
26 j., beiden alhier wonende.
Overleden: Een als levenloos aangegeven
kind van het mann. gesl. van P. v. Noort en E-
C. Capteiü. G. Polman 13 j., D. van M. Polman
en H. r. d. Lang.
KATWIJK. Getrouwd: H. J. H. Modderman
jm. en J. J. A. De Ridder jd.
Geboren: Jan en Cornelia, Zns. van K. Hoek
en E. Van Dijk. Adriana, D. van J. v. Duy ven-
bodo en N. Plug. Maartje, D. van P. Barnnoorn
en A. Ouwehand. Neeltje, D. van Chr. v. Rijn
en A. Plokker. Maria Alida, D. van J. Miünee
en A. M. Den Haan.
Overleden: Antonia Johanna Rovers 15 ra.
Maartio Heller 68 j. Pieter Van der Mey 2 ra.
ALKEMADE. Geboren: Maria Johanna, D.
van H. Iioogenboom en C. Thuis. Barbara
Carolina Mana, D. van F. W. Fontane en C M
Yan dor Meor. Maria, D. van J. Pranger en
C. H. Schram.
Ondertrouwd: A. Van dor Plas jm. 30 j.,
to Alfen, en C. Wesselman jd. 26 j. alhier.
F. Kook jm. 27 j. te Woubrngge, en C. Van Ruiten
jd. 20 j., alhier B. Van der Meer jm. 25 j. on
M. Van der Zwet, jd. 26 j., beiden alhier.
Overleden: J. Heemskerk 45 j., weduwe
van J. Dobbe.
De boter- en kaashandel in Delft
Id hot jaarverslag over 1897 der Kamer
van Koophandel en Fabrieken te Delft komen
de volgende jammerklachten voor, der Kamer
door de wed. Van der Chys medegedeeld
„Wat wy betreffende de Delftsche boter
markt kunnen zeggen, 13 weinig bemoedigend.
Wy verwyzeo dienaangaande naar ons kaas-
bericht voor export, waarin wy aanvoeren,
dat het verkoopen der melk een ODgunstigen
invloed moet hebben, zoowol op den boeren
stand als op de productie; zulks geldt ook
voor de boter. Delft, e9ns de eerste m^rkt
van OD8 land, teert nog slechts op den ouden
roem van vroeger. De Delftsche botermarkt
dankt baar vermaardheid aan de prachtige
quallteiten©6D hoedanigheid die meer en
meer zeldzaam wordt, ernsdeeU door de ver
anderde .maatschappelijke toestanden, ander
deels door het te zwaar weiden. Te voel vee
op de wellanden ontneemt het gras de groei
kracht en bet nooczakeiyke aroma. Voor onze
botermarkt is naar onze rueening geen toe
komst meer weggelegd, wy stippen hierby
slechts san het toenemend succes der fabrieken,
als Gui:eiyk kenteeken van den achteruitgang
der natuur-zuivelberelding"
Omtrent het artikel kaas wordt vermeld,
dat oe handel in 1897 krachtiger was dan in
het voorafgaande jaar.
Het is een treurig, niet te ontkennen feit,
dat drie vierde der belangryke aanvoeren kaas
reden geven tot ontstemming der kooplieden,
die hun goeJon naam door de verraderlyke
qualitoiten dikwerf ernstig beureigd zion. Wy
voor ons vermeenen, dat de toekomst hier
weinig of geen verandering zal brengen; en
wyzm hier in het tyzonder op den achteruit
gang van den boerenstand en den toenemenden
bloei der zuivelfabrieken.
„De jonge boeren, het nieuwe geslacht, biedt
ons weinig hoop op verbetering. Melk ryden,
dat is 660 term geworJen onder hen, die ge
makshalve geen kaas meer wensehen te maken.
In alle eemgszins vruchtbare streken van ons
land treft men fabrieken aan, die jaarlyks haar
contracten voor levering van melk afsluiten
en van den Hollandschen boer een vracht-
ryder maken. Zoo verleert hy de kunst der
kaasbereiding, zoo veronachtzaamt htf de be
langen van zichzelf, versnippert de werk
kracht van den koopman en vergooit den
naam van onze beroemde kaassoorten."
Gemengd Nieuws.
Een dame van middelbaren leeftyd
geraakte Vrydag-middag omstreeks zes ur-.n
van do pier aan de uitmonoing van het water-
ververschingskanaal te Scheveningen in zee»
Een kwartier later werd zy levenloos opge
haald door garnalenvisschers, die voorby voeren
en haar dryvende zagen. Nadat de visschers
de politie van het voorgevallene hadden kennis
gegeven, werd het lyk per raderbaar naar de
algemeene begraafplaats overgebracht. Op het
lyk van de dame werden gevonden 2 bank
biljetten van ƒ25 en voor f 5 zilvergeld, enz.
Zaterdag-middag is een schilder
uit de kap van bet Staatsspoorstation te
Scheveningen gevallen. De man, die zich
ernstig bezeerde, werd, nadat dr.,De Niet de
eerste geneeskundige hulp bad verleend, naar
Den Haag gedragen en van daar per Staats*
spoortrein naar Utrecht vervoerd.
Op het emplacement van hefi
Centraal-Station te Rotterdam is naby de
goederenloods te Beukelsdyk Zaterdag avond
een ongevsor 30-jarig werkman, zekere Bonnh»
onder oen rangeertrein geraakt en vree6eiyk
verminkt aan hoofd en boveniyf. Hy was
oogentlikkeiyk een lyk.
Zaterdag-namiddag viel een 10-
jarige knaap spelende te water naby de»
Zoevischmarkt te Rotterdam aan de Leuve-
haven. Eenige burgers sprongen onmiddeliyk
te water, doch het moebt niet gelukken den
knaap op te duiken.
Door de politie werd de knaap na verloop
van een kwartier opgedregd; zyn levensgees*
ten waren toen geweken.
Omdat de stoomschepen van een
Amerikaansche, op Engeland varendo stoom
vaarten zwarte schoortenen hebbea mnt
een witten rand er om en daardoor op zes
van verre zeer veel overeenkomst hebben
met de schoorstoenen van de schepen der
„Holland-Amerika lyn", die eveneens zwart
zyn met een groenen on witten band er om,
heeft do directie van de „HolUnd-Amenka-
lyn" besloten, ten eindo moeilükheden te
voorkomen met het oog op don uitgebroken
oorlog, de schoorsteenen van de stoomsche
pen dezer lyn geel te laten verven met be
houd van den groenen en witten band. Aan
de regeering iB hitrvan kennis gegeven, opdat
ook de Spaansche regeering van deze ver
andering kenni6 zou krygen. Van het thana
te Rotterdam liggende stoomschip „Amster
dam" zyn de schoorsteenen reeds-geel geverfd.
De agenten der „Hamburg Amerika lyn" to
Amsterdam hebben uit Hamburg bericht ont
vangen geen goederen voor West Indiö aan te
nemen, daar de afvaart van het stoomschip
„Yalesia", dat op 6 Mei von Hamburg naar
W.-Indie zou vertrekken, mot het oog op den
oorlog voorloopig is uitgesteld.
16)
Met verbazing en bewondering staarde zij in
een wereld, waar alles, zoowel levend als on
bezield, zoo vreemd en zoo schoon was. Zy
had een sterk schoonheidsgevoel, dat Lucille
verrassend vond, want de streng Aristotele-
siaansche juffrouw Marjoram had haar geleerd,
dat smaak slechts door opvoeding en bescha
ving gekweekt werd en van onwetenden niet
te verwachten was.
Zelfs juffrouw Marjozom-^oest erkennen,
dat Elizabtt May biyi&iHgaf-*air-6en byzon-
dere vlugheid in hef- ferért* tlaaF" dat nam
niet weg, dat haar voorobrddW togon Lucille's
„protégéo" toch onverminderd bleef. Als Eliza-
bet dom en traag was gsweest, had do gou
vernante zich eer met baar kunnen verzoonon.
Zy vond in die buitengewone vatbaarheid
iets onnatuurlijks, iets kaboatermannetjes-
aebtigs.
Dat een van de straat opgeraapt schepsel
uit een Londcnsche achterbuurt zich zoo op
eens al de goede manieren en den toon van
oen dame, do bevalligheid van een wèlopge-
voed mei3jo kon eigen makeD, - alsof zy
j-iren lang onder de wyze leiding van juffrouw
Marjorum zelve was geweest dat was een
wonder, waarvoor het verstand der gouver
nante stilstond. Natuurlyk was al die be
schaving slechts oppervlakkig - niets anders
dan komediespelen een opmerkelijk voor
beeld van het nabootsingsvermogen in de min
dere klasse. Ongelukkig waren echter de graaf
en zyn dochter maar al te bereid, om zich
door dit aardig komediespel te laten misleiden.
Reeds was die dolende juffer, wier naam noch
afkomst bekend was, als een lid van het
gezin op „Inglesliaw Castlo" aangenomeD,
zat mot de voornaamste dienstboden aan tafel,
of werd in haar eigen kamer bediend - zy,
voor wie het een eer had moeten zyn met
keukenmeiden en huisknechts to eten I Er was
geen sprake meer van haar ergens in do leer
te doen of haar elders een betrekking te be
zorgen. Zy zou van Tompion de werkzaam
heden van een kamenier leeron, on als
Tompion met den onderhofmeester trouwde
een gebeurtenis, die reeds vyf jaar lang
hangende wae zou Elizabet May in Tom
pion'8 plaats komen. Inmiddels werden baar
allerlei kleine en aardige taken opgedragen.
Zy stofte de boekon en hot porselein in lady
Lucillo's kamers af; zy schikte de bloemen
en raakte daarby met de meeste zachtheid en
voorzichtigheid die fijne, uitheemache planten
aaD, die voor haar een ware openbaring van
onbekende werelden waren; want die bloe
men gaven Lucille dikwyls aanleiding om haar
iets te leeren van de landen, waaruit zy
afkomstig waren, en dan luisterde Elizabet
met verrukking naar do beschryving van die
verafgelegen tropische gewesten.
In die stille dagen van Lucille's herstelling
was het meisje, dat zy uit baar staat van
onwetendheid en armoede had gored, byna
altyd in haar gazelschap. Tevergeefs waren de
akelige voorspellingen barer oude gouvernante,
dat deze gemeenzaamheid kwade gevolgen
zou hebben. Het meisje gedroeg zich zóó
goed, dat er niets op haar viel aan to merken.
Zy waa zóó leerzaam, dat het al zeer hard
geweest zou zyn haar onderricht te onthouden.
En het.wa8 kennis vaQ do hoogere soort,
waarnaar de maagdeiyke geest dorstte. Als
Lucille haar passages uit Milton», Shakespeare
of andere schryvers voorlas, hing Elizabet tan
haar lippen.
Achttien jaar, schrander en van een leer
zaam karakter te zyn, en zulke schoone taal
voor de eerste maal te hooreol Wat kon zoo
iets verrukkoiyks te boven gaan Het te hoo
ren, in een bloementuin gezeten, te midden van
den geur van tallooze rozen en gekoesterd
door de JulizonI En nog maar weinige weken
golöden had dit meisje in een morsige steeg
gewoond, waar niets anders dan woest rumoer
en vuile taal gehoord werd.
Juffrouw Marjorum protesteorde uit al haar
macht tegen deze Shakospearuanscbe studiëü,
deze kennismaking met de schoonste letter
kundige voortbrengselen op het gebied der
verdichting.
„Wat zijt ge voornemens van haar te ma
ken?' vrosg zy. „Begrypt ge dan niet, dat
ge haar voor elke dienstbare betrekking be
derft, door te beproeven zulk een verheven
smaak by baar aan te kweeken?''
„Ik beproef het niet," antwoordde Lucille.
„Een verheven smaak is voor haar even na
tuurlyk als voor een lyster hot zingen is. Ge
moet het, dunkt my, zelve zien, dat zy met
een groote mate van schranderheid en ver
beeldingskracht begaafd is, on dat zy slechts
op de gelegenheid heeft gewacht, om haar
geest te outwikkelen. Zy behoeft haar leven
niet met dienstbodenwerk door te brengen."
„Zy is zoo vatbaar voor onderricht, dat ik
haar alles zal leeren wat ik kan, en ik weet,
lieve juf Marjy, dat ge my zult helpen, en
later zullen wy ruimschoots gelegenheid voor
haar vinden, dat haar kennis haar te pas komt.
Als gy de haDd aan haar wilt houden, zal zy
misschien eenmaal, door anderen onderwys te
geren, even eervol haar kost kunnen ver
dienen, ala gy het twintig jaar lang gedaan
hebt."
Tegen dit betoog was niets in te broDgen
en de veiteederde juffrouw Marjorum ant
woordde vriendelyk:
„Gy vergeet, myn lieve, dat niet iedereen
de bekwaamheid bezit, om onderwys te geven;
dat is een byzondore gave. Dat meisje is
misschien vlug van bevatting om een denk
beeld oppervlakkig te begrypon; maar ik be-
twyfel of zy wel die solide hoedanigheden
bezit, om haar tot 06n geschikte onderwyzeree
der jeugd te maken."
„Beproef het maar eoüs met haar, lieve
juf Marjy. Ik ben zoker, dat gy zelfs van
een halve wildo wel iot6 zoudt weten te
maken."
Aldus gevleid en tot inscbikkelUkheid bo-
wogon door de leerling, die zy oprecht lief
had en die z\j maar raadzaam vond te viiend
te houden, om op haar ouden dag bezorgd
te zyn, liet juffrouw Marjorum haar vooroot-
deelen in slaap wiegen.
Zy nam Elizabet onderbanden en hield
dagelyks drie uren laDg een strengen opvoed
kundigen cursus met haar; en nu zy eenmaal
de hand aan den ploeg bad geslagen, zette
zy haar taak yverig voort. Zy was biyd®
weder gelegenheid te hebben om die opvoe
dingsmachinerie in werking to brengen, welke
Lucille ontwassen was, en die by haar had
afgedaan. Grammatica, aardrykskunde, sterren
kunde, het dierenryk, plantenryk en delf-
8toffenryk, alles werd er weer bygehaald.
Elizabet werkte en leerde gehoorzaam ea
onvermoeid. Het was een droog work, maar
baar weldoenster was er op gesteld, dat zty
leerde, en zy verflauwde niet in haar yver,
evenmin als toen Tompion haar naaien leerde
door baar in het oneindige zoomen in het
styfsto calicot te laten leggen.
Als de ochtendstudién afgeloopen waren,
vond Elizabet haar belooning in een namid
dag en avond, aan muziek, kunst en poózie
gewyd. Onder dit dubbel onderricht ont
wikkelde haar geest zich al meer en moor.
Door al do droge, dorro feiten, die zy leerde,
waardeerde zy poëzie des to booger. Nooit
misschien openbaarden de vruchten van op*
voediog zich zoo snel.
(Wordt vervolgd.)