N\ 11708, Dinsdaa SO April. A*. 1898 Tweede Blad. Feuilleton. Getrouw tot in don dood. LEIDSCH DA&BLAD. PKLJS DEZER COURAJiTi Voor Leiden per 8 maanden, 1.10# Franco por postt 1.40, Afeonderlyko Nommers 0.06. <geze <§ovuant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. PRU8 DKR AJDVERTENTEKKi Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Orootoro letters Daar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de etad wordt f 0.05 berekend. KOLONIËN. BA.TAVIA, 23-29 Maart. Hot staat nu Tast, dat de sultan van Slak zich eerlang naar Nederland zal begeven, om daar do inhuldigingsfeesten by te wonen. [B.N.) De ass.-resteent van Bangkalan, de heer A. Van Gennep, heeft voorgesteld op Madura, dicht by de reede van Soerabaia, artesische boringen te laten doen, om te trachten zuiver drinkwater te verkregen. Wordt dit gevonden, dan zou daarmee de moeilykheid, die de schspen ter reede ondervinden, om zuiver drinkwater te verkrijgen, zyn opgelost. [B.N.) De ontwikkeling van do petroleum industrie in Langkat en de daaruit voortsprui tende levendige scheepvaart hebben in die streken behoeften doen ontstaan, waaraan nu binnenkort zal worden te gemoet gekomen. Het voor dezen vry onbekende vaarwater ie men thans nl. bezig goed op te nemen, terwyi kustlichten, waar noodig, zullen ge- plaats worden. Tegen opheffing der betrekkingen van lood sen voor straat Bali zullen verder voor die streken loodsen worden aangesteld, en komt te Pangkalan Beradan, den hoofdzetel der petro leum-Industrie, een havenmeester. [B. N.) ATJEH. De nieuwbenoemde gouverneur van Atjeh, de kolonel J. B. Van Heutsz, zal, volgens het „Bat. Nwabl.", den 3den Mei de reis naar Olehleh aanvaarden. De „Deli-Crfc." schrift over de beatuurs- verandcring in Atjeh: „Met de meeste waardeeiing voor de ge bleken bekwaamhéid van generaal Van Vliet, -die zulk een geruimen tyd eerst als chef yaa den staf en daarna als gouverneur te Aljeh „seine Schuldlgkeit" gedaan had, dat wil z.zeggen met al zfln krachten en intelligentie het vaderland op de hoogst waardige wijze heeft gediend, mogen we nu toch wel openlyk onze vreugde betuigen over het optreden van kolonel Van Heutsz als gouver neur van Atjeb. „Eerstgenoemd opperoffider treedt met de meeste onderscheiding, in volle glorie over hetgeen hy verricht heeft, af, en zal met generaal Stemfoort te Batavia een tweetal generaal-officieren vormen zooals men to Batavia nog nooit byeen zag. s8teede ging het aftraden van Atjeh min of meer gepaard met het verlies van een deel der zoo moeiiyk verworven reputatie; thans is dit gelukkig het geval geonszins. Wy behouden onze oodervlncingryke generaals by den grooten staf van h; t leger en de verhouding van legerbestuur tot Atjeh bestuur wordt er door verbeterJ. „Nu de keuze van een nieuwen gouverneur van Atjeh op kolonel Van Heutsz is govallen, kunnen we met de meeste gerustheid ver- klareD, dat die persoon door de „voxpopuli" reeds lang daarvoor aangewezen was, en wy goemen oen gouvernement gelukkig, waarvan i do daden zoo algemeen geprezen worden als ln deze zaak het geval zal wezen. „Wy gaan de naaste toekomst met gerust heid te gemoet." Aan de „Sum. Ct." is het navolgende ontleend „Ten slotte nog het belangryke nieuws, dat de werkzaamheden aan de tram t aan Gló Kam- bing Selimoen uitstekend vorderen. Degroote brug over de Kroeug-Djerir is byna gereed en nog deze week zullen de treinen er over ryden. „Het grondverzet moot anders niet mee vallen. Waarschyniyk zullen eenige duizenden kubieke meters meer verwerkt moeten wor den dan waarop men aanvankelijk ge rekend had". Het „Bat. Nbld." scbryft: „In overeenstemming mot hetgeen wy vroe ger vernamen over het van twee zyden op treden tegen Pedir by di aanstaande expeditie wordt ons thans meegedeeld, dat het in ce bedoeling ligt de van de landzyde oprukkende troepen vier dagen eerder op marsch te doen gaan dan de colonnes, die uit Segli zullen vertrekken. De groote afstand en de vele hindernissen, die men rekent te moeten over winnen, zouden het eerder optrekken der hoofdmacht noodzakelijk mak<n ttrwyl men daardoor tevene gelegenher zou krygen den vyand werkelyk tusschen twee vuren te brengen." Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indiü zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen- Op verzoek, eervol uit 's lands dienst de onderopzichter 3de kl. bij de exploitatie van den staatsspoorweg ter Sumatra's Westkust F. T. W. Voorstad, mot bepaling, dat dit ontslag wordt gerekend te zjjn iDgogaan op den 6den Maart 1898. V erleeod: Wegens ziekte een tweejarig verlof naar Eurona, aan dcu onderwijzer 1ste kl. bij bet opepbaar lager onderwijs voor Europeanen P. A. Burger, wegens laDgdurigon dienst één jaar verlof Daar Europa aan den controleur 2de klb.j bet Biuneulandsch Bestuur op Java en Madoera H. A. Van Drougelen. Benoem dTot predikant bij de protestantsche gemeente te Padaug, de predikant bij de protes tantsche gemeente te Rembang S. Bartstra; te Rembang, de predikant bij de protestanteche ge meente te Amboina Z. J. Reijers; tot hulpprediker ton dienste der inlandscbe christengemeente te Serwaroe op het eiland Letti (Amboina.) do ambtenaar op non-activiteit M. H. Schippers, laatst hulpprediker, ten dienste «Ier inlanasche christengemeente op het eiland Batjan, (Ternate); tot ambtenaar bij de in- en uitvoerrechten en accijnzen, de opzieners bij die middelen C. D. J. Pieloor en VV. P. Klusman. Bij den Waterstaat en 's lands B. O. W. Overgeplaatst: Van liet gouvernement Sumutia'3 Westkust raar de residentie Banjoemas, ten einde als eerstaanwezend waterstaats-ambte naar op te treden, de architect 1ste kl. A. Verburgh. Geplaatst: In de residentie Benkoelen, de benoemde opzichter 3de kl. A. L. P. Lujks. Verleend: Wegens langdurigen dienst, één jaar verlof naar Europa, aan den controleur lste klasse bij bet Binnenlandsch Bestuur op de be zittingen buiten Java en Madoera,H. J. Van Haastert en den huismeester bij bet Hulpkrnnk- zinnigengesticht te Semarang, F. A Van Onselen. Een buitenlandsck verlof aan den notaris te Buitenzorg. E. Weber. Ontslagen: Wegens volbrachten diensttijd, eervol uit 's lands dienst, do ambtenaar op wacht geld W R. Lugtman, laatst klerk ter griffie van den Raad van Justitie te Semarang. Eervol uit 's lands dienst, gerekend van 16 Maart I 1898, de onderopzichter 3de kl. bij do exploitatie van de Westerlynen der Staatsspoorwegen op Java, S. J. Van der Meulen Jr.; uit zijn betrekking in afwachting van wat nader omtrent hein zal worden beslist, de geschorste commies SMo kl. bij den post- en telegraafdienst P. Van Bannisseht. Bonoe m dTot tijdelijk vervanger van den notaris te Buitenzorg F. Weber, gedurende diens afwezigheid mei builenlandsch verlof, de candidaat- notaris E. C. M. Erraeling; tot griffier ran den landraad te Pontianak (Westerafdeeling van Borneo), de ambtenaar op wachtgeld J. H. Hunt, laatst griffier van den landraad te Indramajoe (Cheribon), thaDS ter be schikking van den president van bovengenoomden landraad. Belast: Met ingang van 6 April 1898 voor den duur van het aan F. A. Van Onselen ver leend verlof naar Europa, mot de waarneming der betrekking van huismeester bij het Hulpkrank zinnigengesticht to Semarang, de gepensionneerde ambtenaar L. Overink. Bij de cxploitatio der Staatsspoorwegen op Java. Oveigoplaatat: Van de We3ter- naar de Oosterlijnen, de stationschef 3de kl. G. Van Eyk Menkman. Bij den post- en telegraafdienst. Ontheven: Van het beheer van het kantoor te Fooorogo eu overgeplaatst naar Madioen, de commies 8de kl. l'. L. De Rochemont. Benoemd: Tot chef van hot kantoor te Ponoiogo. de commies 3de ld. A. A. Abell, te Madioen. Overgeplaatst: Van WoltovredeD naar Madioen do commies 3do kl. W A. Beer. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend: Wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa aan den majeor der infanterie F. C. lleriag en den lster luit. van dat wapen W. H. O. Bloemhard; wegens ziekto een jaar verlof naar Europa, aan den laten luit. der inf. W. V. B. \[n Brjlovelt. Benoemd: Tot militair commandant van Palenihnng. de luitenaDt-kolonel der inf. Jhr. J. C. Van der Wjjck. Verlengd: Met een maand het verleend ver lof naar Payac-ombo wegens zieko, aan den lsten luit. der iuf. bij het subs.-kador te Padaug, A. M. P. Kryger. Overgepl-aatst, Als gew. int. te Batavia, de majoor-tDt. geëw. van Atjeh naar Padang, W. D. Y Bezem er. DEPARTEMENT VAN MARINE. Overge plaatst: Van de Atjeh" op de „Nias", de adelborst lste kl. A. F. I'olkorsma; ▼an do „Nias" op de „U&taria", do luit. ter zee 2do kl. G. C. M. kolilV van de „Batavia" op de „Prins Hendrik", de luit. ter zee 2de kl. II. W. A Brans; van do „Piins Iteodrik" op de „Koningin Emma", de luit. tor zeö 2de kl. H. G. Leembruggen; van do „Koningin Emma" op de „Atjoh", do adelboist tete kl. A. L. Boeser; van de „Koningin Emma"- op de „Bromo", de luit. ter zeo 2de kl. H. G. Leembruggen; van do Bi ome" op de „Batavia", als oudste officier, de luik ter zeo 2de kl. F. C. Schaalje. Vergund: Om wegens ziekto te repatriüerea aan den luit. ter zee 2do kl. J. H. Ketjen ru de „Batavia." Bij bet Marine-Etablissement te -Soerabaia. Benoemd: Tot baas-timmerman, tevens model maker, do tydelyko waarnemend 3de opziener voor het vak van scheepsbouw K. Krajff; tot 3den opziener voor het vak van scheepsbouw, do ambtenaar op non-activiteit G. J. A. F. Brands, laatst die betrekking bekleed hebbende; tot commandeur voor het vak van scheepsbouw J. Komin. thans tijdelijk belast met de waarneming dier betrokking. Tijdelijk belast: Met do waarnoming der betrekking van commandeur voor het vak van scheepsbouw, de vice-commandeur voor gemeld vak G. J. Scbuitemaker. Burgerlijke Stand. ZOETERWOUDE. Geboren: Quirinus Theo- dorus, Z. van P. v. Noort en E C. Captein. Quirinn, D. von J. Romijn en A. Ainmorlnan. Maria Johanna, D. van VV. C. Van Niokerk en C. Rotteveel. Ondertrouwd; H. S. Pennings 32 j., wonende to Alkemade, en J. v. d. Salm 22 j,, alhier. P. Visser 24 j., te Oegstgeest, en J. Snijder 33 j., alhier. H. J. v. d. Watering 31 j., to Spaarndam, en G. Lukas, 25 j., onlangs alhier. Gehuwd: A. N. v. d. Wcrff 27 j., en W.Luk 26 j., beiden alhier wonende. Overleden: Een als levenloos aangegeven kind van het mann. gesl. van P. v. Noort en E- C. Capteiü. G. Polman 13 j., D. van M. Polman en H. r. d. Lang. KATWIJK. Getrouwd: H. J. H. Modderman jm. en J. J. A. De Ridder jd. Geboren: Jan en Cornelia, Zns. van K. Hoek en E. Van Dijk. Adriana, D. van J. v. Duy ven- bodo en N. Plug. Maartje, D. van P. Barnnoorn en A. Ouwehand. Neeltje, D. van Chr. v. Rijn en A. Plokker. Maria Alida, D. van J. Miünee en A. M. Den Haan. Overleden: Antonia Johanna Rovers 15 ra. Maartio Heller 68 j. Pieter Van der Mey 2 ra. ALKEMADE. Geboren: Maria Johanna, D. van H. Iioogenboom en C. Thuis. Barbara Carolina Mana, D. van F. W. Fontane en C M Yan dor Meor. Maria, D. van J. Pranger en C. H. Schram. Ondertrouwd: A. Van dor Plas jm. 30 j., to Alfen, en C. Wesselman jd. 26 j. alhier. F. Kook jm. 27 j. te Woubrngge, en C. Van Ruiten jd. 20 j., alhier B. Van der Meer jm. 25 j. on M. Van der Zwet, jd. 26 j., beiden alhier. Overleden: J. Heemskerk 45 j., weduwe van J. Dobbe. De boter- en kaashandel in Delft Id hot jaarverslag over 1897 der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Delft komen de volgende jammerklachten voor, der Kamer door de wed. Van der Chys medegedeeld „Wat wy betreffende de Delftsche boter markt kunnen zeggen, 13 weinig bemoedigend. Wy verwyzeo dienaangaande naar ons kaas- bericht voor export, waarin wy aanvoeren, dat het verkoopen der melk een ODgunstigen invloed moet hebben, zoowol op den boeren stand als op de productie; zulks geldt ook voor de boter. Delft, e9ns de eerste m^rkt van OD8 land, teert nog slechts op den ouden roem van vroeger. De Delftsche botermarkt dankt baar vermaardheid aan de prachtige quallteiten©6D hoedanigheid die meer en meer zeldzaam wordt, ernsdeeU door de ver anderde .maatschappelijke toestanden, ander deels door het te zwaar weiden. Te voel vee op de wellanden ontneemt het gras de groei kracht en bet nooczakeiyke aroma. Voor onze botermarkt is naar onze rueening geen toe komst meer weggelegd, wy stippen hierby slechts san het toenemend succes der fabrieken, als Gui:eiyk kenteeken van den achteruitgang der natuur-zuivelberelding" Omtrent het artikel kaas wordt vermeld, dat oe handel in 1897 krachtiger was dan in het voorafgaande jaar. Het is een treurig, niet te ontkennen feit, dat drie vierde der belangryke aanvoeren kaas reden geven tot ontstemming der kooplieden, die hun goeJon naam door de verraderlyke qualitoiten dikwerf ernstig beureigd zion. Wy voor ons vermeenen, dat de toekomst hier weinig of geen verandering zal brengen; en wyzm hier in het tyzonder op den achteruit gang van den boerenstand en den toenemenden bloei der zuivelfabrieken. „De jonge boeren, het nieuwe geslacht, biedt ons weinig hoop op verbetering. Melk ryden, dat is 660 term geworJen onder hen, die ge makshalve geen kaas meer wensehen te maken. In alle eemgszins vruchtbare streken van ons land treft men fabrieken aan, die jaarlyks haar contracten voor levering van melk afsluiten en van den Hollandschen boer een vracht- ryder maken. Zoo verleert hy de kunst der kaasbereiding, zoo veronachtzaamt htf de be langen van zichzelf, versnippert de werk kracht van den koopman en vergooit den naam van onze beroemde kaassoorten." Gemengd Nieuws. Een dame van middelbaren leeftyd geraakte Vrydag-middag omstreeks zes ur-.n van do pier aan de uitmonoing van het water- ververschingskanaal te Scheveningen in zee» Een kwartier later werd zy levenloos opge haald door garnalenvisschers, die voorby voeren en haar dryvende zagen. Nadat de visschers de politie van het voorgevallene hadden kennis gegeven, werd het lyk per raderbaar naar de algemeene begraafplaats overgebracht. Op het lyk van de dame werden gevonden 2 bank biljetten van ƒ25 en voor f 5 zilvergeld, enz. Zaterdag-middag is een schilder uit de kap van bet Staatsspoorstation te Scheveningen gevallen. De man, die zich ernstig bezeerde, werd, nadat dr.,De Niet de eerste geneeskundige hulp bad verleend, naar Den Haag gedragen en van daar per Staats* spoortrein naar Utrecht vervoerd. Op het emplacement van hefi Centraal-Station te Rotterdam is naby de goederenloods te Beukelsdyk Zaterdag avond een ongevsor 30-jarig werkman, zekere Bonnh» onder oen rangeertrein geraakt en vree6eiyk verminkt aan hoofd en boveniyf. Hy was oogentlikkeiyk een lyk. Zaterdag-namiddag viel een 10- jarige knaap spelende te water naby de» Zoevischmarkt te Rotterdam aan de Leuve- haven. Eenige burgers sprongen onmiddeliyk te water, doch het moebt niet gelukken den knaap op te duiken. Door de politie werd de knaap na verloop van een kwartier opgedregd; zyn levensgees* ten waren toen geweken. Omdat de stoomschepen van een Amerikaansche, op Engeland varendo stoom vaarten zwarte schoortenen hebbea mnt een witten rand er om en daardoor op zes van verre zeer veel overeenkomst hebben met de schoorstoenen van de schepen der „Holland-Amerika lyn", die eveneens zwart zyn met een groenen on witten band er om, heeft do directie van de „HolUnd-Amenka- lyn" besloten, ten eindo moeilükheden te voorkomen met het oog op don uitgebroken oorlog, de schoorsteenen van de stoomsche pen dezer lyn geel te laten verven met be houd van den groenen en witten band. Aan de regeering iB hitrvan kennis gegeven, opdat ook de Spaansche regeering van deze ver andering kenni6 zou krygen. Van het thana te Rotterdam liggende stoomschip „Amster dam" zyn de schoorsteenen reeds-geel geverfd. De agenten der „Hamburg Amerika lyn" to Amsterdam hebben uit Hamburg bericht ont vangen geen goederen voor West Indiö aan te nemen, daar de afvaart van het stoomschip „Yalesia", dat op 6 Mei von Hamburg naar W.-Indie zou vertrekken, mot het oog op den oorlog voorloopig is uitgesteld. 16) Met verbazing en bewondering staarde zij in een wereld, waar alles, zoowel levend als on bezield, zoo vreemd en zoo schoon was. Zy had een sterk schoonheidsgevoel, dat Lucille verrassend vond, want de streng Aristotele- siaansche juffrouw Marjoram had haar geleerd, dat smaak slechts door opvoeding en bescha ving gekweekt werd en van onwetenden niet te verwachten was. Zelfs juffrouw Marjozom-^oest erkennen, dat Elizabtt May biyi&iHgaf-*air-6en byzon- dere vlugheid in hef- ferért* tlaaF" dat nam niet weg, dat haar voorobrddW togon Lucille's „protégéo" toch onverminderd bleef. Als Eliza- bet dom en traag was gsweest, had do gou vernante zich eer met baar kunnen verzoonon. Zy vond in die buitengewone vatbaarheid iets onnatuurlijks, iets kaboatermannetjes- aebtigs. Dat een van de straat opgeraapt schepsel uit een Londcnsche achterbuurt zich zoo op eens al de goede manieren en den toon van oen dame, do bevalligheid van een wèlopge- voed mei3jo kon eigen makeD, - alsof zy j-iren lang onder de wyze leiding van juffrouw Marjorum zelve was geweest dat was een wonder, waarvoor het verstand der gouver nante stilstond. Natuurlyk was al die be schaving slechts oppervlakkig - niets anders dan komediespelen een opmerkelijk voor beeld van het nabootsingsvermogen in de min dere klasse. Ongelukkig waren echter de graaf en zyn dochter maar al te bereid, om zich door dit aardig komediespel te laten misleiden. Reeds was die dolende juffer, wier naam noch afkomst bekend was, als een lid van het gezin op „Inglesliaw Castlo" aangenomeD, zat mot de voornaamste dienstboden aan tafel, of werd in haar eigen kamer bediend - zy, voor wie het een eer had moeten zyn met keukenmeiden en huisknechts to eten I Er was geen sprake meer van haar ergens in do leer te doen of haar elders een betrekking te be zorgen. Zy zou van Tompion de werkzaam heden van een kamenier leeron, on als Tompion met den onderhofmeester trouwde een gebeurtenis, die reeds vyf jaar lang hangende wae zou Elizabet May in Tom pion'8 plaats komen. Inmiddels werden baar allerlei kleine en aardige taken opgedragen. Zy stofte de boekon en hot porselein in lady Lucillo's kamers af; zy schikte de bloemen en raakte daarby met de meeste zachtheid en voorzichtigheid die fijne, uitheemache planten aaD, die voor haar een ware openbaring van onbekende werelden waren; want die bloe men gaven Lucille dikwyls aanleiding om haar iets te leeren van de landen, waaruit zy afkomstig waren, en dan luisterde Elizabet met verrukking naar do beschryving van die verafgelegen tropische gewesten. In die stille dagen van Lucille's herstelling was het meisje, dat zy uit baar staat van onwetendheid en armoede had gored, byna altyd in haar gazelschap. Tevergeefs waren de akelige voorspellingen barer oude gouvernante, dat deze gemeenzaamheid kwade gevolgen zou hebben. Het meisje gedroeg zich zóó goed, dat er niets op haar viel aan to merken. Zy waa zóó leerzaam, dat het al zeer hard geweest zou zyn haar onderricht te onthouden. En het.wa8 kennis vaQ do hoogere soort, waarnaar de maagdeiyke geest dorstte. Als Lucille haar passages uit Milton», Shakespeare of andere schryvers voorlas, hing Elizabet tan haar lippen. Achttien jaar, schrander en van een leer zaam karakter te zyn, en zulke schoone taal voor de eerste maal te hooreol Wat kon zoo iets verrukkoiyks te boven gaan Het te hoo ren, in een bloementuin gezeten, te midden van den geur van tallooze rozen en gekoesterd door de JulizonI En nog maar weinige weken golöden had dit meisje in een morsige steeg gewoond, waar niets anders dan woest rumoer en vuile taal gehoord werd. Juffrouw Marjorum protesteorde uit al haar macht tegen deze Shakospearuanscbe studiëü, deze kennismaking met de schoonste letter kundige voortbrengselen op het gebied der verdichting. „Wat zijt ge voornemens van haar te ma ken?' vrosg zy. „Begrypt ge dan niet, dat ge haar voor elke dienstbare betrekking be derft, door te beproeven zulk een verheven smaak by baar aan te kweeken?'' „Ik beproef het niet," antwoordde Lucille. „Een verheven smaak is voor haar even na tuurlyk als voor een lyster hot zingen is. Ge moet het, dunkt my, zelve zien, dat zy met een groote mate van schranderheid en ver beeldingskracht begaafd is, on dat zy slechts op de gelegenheid heeft gewacht, om haar geest te outwikkelen. Zy behoeft haar leven niet met dienstbodenwerk door te brengen." „Zy is zoo vatbaar voor onderricht, dat ik haar alles zal leeren wat ik kan, en ik weet, lieve juf Marjy, dat ge my zult helpen, en later zullen wy ruimschoots gelegenheid voor haar vinden, dat haar kennis haar te pas komt. Als gy de haDd aan haar wilt houden, zal zy misschien eenmaal, door anderen onderwys te geren, even eervol haar kost kunnen ver dienen, ala gy het twintig jaar lang gedaan hebt." Tegen dit betoog was niets in te broDgen en de veiteederde juffrouw Marjorum ant woordde vriendelyk: „Gy vergeet, myn lieve, dat niet iedereen de bekwaamheid bezit, om onderwys te geven; dat is een byzondore gave. Dat meisje is misschien vlug van bevatting om een denk beeld oppervlakkig te begrypon; maar ik be- twyfel of zy wel die solide hoedanigheden bezit, om haar tot 06n geschikte onderwyzeree der jeugd te maken." „Beproef het maar eoüs met haar, lieve juf Marjy. Ik ben zoker, dat gy zelfs van een halve wildo wel iot6 zoudt weten te maken." Aldus gevleid en tot inscbikkelUkheid bo- wogon door de leerling, die zy oprecht lief had en die z\j maar raadzaam vond te viiend te houden, om op haar ouden dag bezorgd te zyn, liet juffrouw Marjorum haar vooroot- deelen in slaap wiegen. Zy nam Elizabet onderbanden en hield dagelyks drie uren laDg een strengen opvoed kundigen cursus met haar; en nu zy eenmaal de hand aan den ploeg bad geslagen, zette zy haar taak yverig voort. Zy was biyd® weder gelegenheid te hebben om die opvoe dingsmachinerie in werking to brengen, welke Lucille ontwassen was, en die by haar had afgedaan. Grammatica, aardrykskunde, sterren kunde, het dierenryk, plantenryk en delf- 8toffenryk, alles werd er weer bygehaald. Elizabet werkte en leerde gehoorzaam ea onvermoeid. Het was een droog work, maar baar weldoenster was er op gesteld, dat zty leerde, en zy verflauwde niet in haar yver, evenmin als toen Tompion haar naaien leerde door baar in het oneindige zoomen in het styfsto calicot te laten leggen. Als de ochtendstudién afgeloopen waren, vond Elizabet haar belooning in een namid dag en avond, aan muziek, kunst en poózie gewyd. Onder dit dubbel onderricht ont wikkelde haar geest zich al meer en moor. Door al do droge, dorro feiten, die zy leerde, waardeerde zy poëzie des to booger. Nooit misschien openbaarden de vruchten van op* voediog zich zoo snel. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 5