wi* m m m %fiK PERSOVERZICHT. Zijden Oamast 65 Cts. fe ÉÉE 'wÉt Éll is di i a lil a m IH s mm mm «ii 'wmi li» - 10 refrimonten elk van 10 balve escadrons. De veld- en de vesting-artillerie besta:«t uit vfif regimenten a 12 batterijen; het aantal kanonneD, waarover ieder regiment beschikt, loopt uiteen. Dit leger, zeer zwak georganiseerd, ie nog slechts het kader van het veldleger; dit laatste, samengesteld met behulp van de militie, zal van den grond op moeten worden gevormd met weiDig of in 't geheel niet geoefende ele menten, volgens een practyk voor de eerste maal tijdens den burgeroorlog in zwang go- bracht. Iedere staat kan als militie alle weer bare" mannen van zijn bevolking oproepen; het onlangs ingediende wetsontwerp tot mobi lisatie van 400,000 man zou slechts zijn het van kracht verklaren van deze oude bepaling. De overgroote meerderheid van de aldus opgeroepen miliciens zou niet het geringste begrip hebben van het militaire beroep. De eenige militaire voorbereiding, in tyd van vrede verschaft, bestaat in publieko cursus sen, verbonden aan inrichtingen tot oefening in den wapenhandel en dte enkel door vrij willigers worden gevolgd. Het aantal van die theoretische geoefende vrijwilligers zou, volgens de officiöele cyft-rs, niet meer dan 100,000 bedragen. Die 100,000 man zouden dq eenige kern vormen, die practisch kan worden benuttigd voor de versterking van het actieve leger. Key-West, dat In d9 Amefikaansche tele grammen dor laatste dagen zoo vsak voor komt, is een belangrijke stad in den Noord- Ara crikaanschen staat Florida, gelegen op een eiland van denzelfden naam. Het schiereiland, dat het grootste deel van Florida vormt, loopt uit in een laDge reeks van koraal eilanden, die ook meestal Key heeten, in do straat van Florida, welke ten noordon van Cuba loopt. Key-West is 176 K.M. van Ha vanna verwijderd en de Floridastraat is het groote vaarwater, waarlangs de schepen uit Europa Cuba bereiken of omgekeer J. In vorige eeuwen was Key-West oen zeeroo- vtrsnest, thans is bet een bloeiende stad met een heerlijk bijna tropisch, maar niet boven matig heet klimaat; zoodat vele Amerikanen er den winter coorbrengen. Onder de be volking, die in 1S90 18,000 bedroeg, zijn vele CubaneD, üio er vooral van ^bloeiende sigarenfabrieken leven. De uitstekende ha ven, diö door het fort Taylor (op een klein eiland gelegen) beschermd wordt, is sinds vele jar«n reeds een oorlogshavon der Unie, met groote gebouwen voor depots, enz. Zij heeft geregeld stoomverbineing met de voornaamst j N.-Amerik3ansche zeeplaatsen en ook met Havanna. De eerste ondorzaescbe telegraaf kabel tu schen Europa en Amerika eindigde te Key-West. "Vro ger behoorde ook dat eiland aan Spanje, met geheel Florida, dat op Palmzondag 1512 Pasqua Florida) door den Spanjaard Ponce de Leon werd ontdekt, en 20 jaren later door Hernandez de Soto veroverd werd. In de vorige eeuw kwam Florida gedurende 20 jaren aan Engeland, maar Spanje kreeg het in 1783 terug. In 1819 verkocht koning Ferdinand VII Florida aan do Unie voor 5 millioen dollars; eerst in 1842 werd het als een der Staten in de Unie opgenomen. De naam Key-West is, naar beweerd wordt, voroasterd uit „Cayd Hueso," wat Be nder- oiland beteekent, en zijn oorsprong zou vindon in de velo menschonbeenderen, die de Span jaarden er vonden, toen z\j er voor het eerst aan wal "kwamen. Kot is zeker niet onmogelijk, dat de Spaan- sche zeemacht deze Amerikaanscho oorlogs haven zal trachten te vernielen. Het Dotterdamsch Nieuwsblad zegt het vol gende omtrent de schoonmaak: Wo zijn nu weer op de kenteiing van een seizoen gekomeu en als bij ingeving weten wo, dat er iets gebeuren moet om den zomer zijner waardig te ontvangen. Het is een tijd van beproeving voor de man nen, die schoonmaaktijd, maar toch, we moe- ton hem doorstaan met al den ernst, die in ons is, met opoffering van gemak en comfort, van vaste gewoonten en rust en orde. De meeste mannen kanten zich oogenschyn- lijk togen de groote schoonmaak, maar of ze hit meenen? Als het huis eens niet met bezomen gekeerd werd, als hot vuil gewordon behang 66ns niet vervangen werd door esn nieuw, of de veront reinigde muron niet onderhanden kwamen, o, hoe ontovreden zou ons dat stemmen 1 Dan zouden we ons zelf moeten bekennen, dat we een slordige vrouw hadden, die om nists meer gaf, die er blijkbaar behagen in vond om alles maar to laton zooals het is en meer sympathia had^v^or een vuilen boedel dan voor een reine onlgeving. Zie, dan zouden we ook niet tevreden' zijn; intogondeb), we zouden er over mopperen, dat er voor ons geen schoonmaak bestond. Laton we dan toch in 's hemels naam onzen vrouwtjes den lust maar niet benemen om in het voorjaar eens naar hartelust te ploe teren en te plassen, aangenomen, dat we dat konden. „Goed, dat ge dat laatste er b|j voogt", hooren we een zindelijke huisvrouw zeggen. „Ge kunt ons den lust niet benemen om te schuren en te poetsen, te schrobben, te was- schen en te boenen, want dio dingen zitten ons in het bloed, ze zijn ons zitten en ons opstaan 'en tot merg en been in ons doorgedrongen: liever spoelen we u het huis uit, dan dat we daarin niet eens per jaar onbeperkt gebiedster 1 «ouden zijn!" Krasse taal, voorzeker, maar ze zou gesproken worden, al was het dan ook in eenigssins gewijzigdeo vorm. Laten we ons maar nooit tegen de schoon maakwoede verzetten, want het is toch en gelukkig den moriaan gewas9chen. Laten we ons zslven liever wat meer gaan opvoeden in de vreeze van smetten en vlekken, mits gaders in die van den boel vuil te maken met schoenen en laarzen vol van allerlei ongerechtigheden. Laten we het werk van do schoonmaak voorts bevorderen door in dien c^.wenteliDgstijd thuis maar vaak te schitteren door onze afwezigheid: dan zien en hooren we niets, bin foren niemand en z\jn per slot van rekening van alle huisgenooten nog het best er aan toe. Er is nog een schaduwzijde aan de schoon maak verbonden, n.l. deze, dat z\j altijd een beroep doet op odzo beurs. Het een is hier eon onvermijdelijk gevolg van het ander. Er moot soms een nieuw vloerkleed of een nieuw karpet zyn, de gordijnen worden te dun of te poreus, het behang is door de kachelwarmte hier en daar gebarston, het houtwerk is kaal gewordeD, enz., enz., allemaal zaken, die aan vulling, verandering of herstelling eiachen, en dio verandering kost geld. Maar öaai tegen over stollen we het genot, dat een inweodïg net huls geeft. Men zegge niet: „Met minder kan men ook toe", of „wat maakt het ait of alles niet i9 zooal3 de groote bescheidenheid het wenscht", want dan is direct waar, wat ons een huis moeder zei, n.l. dit: „Veeleischendhen ik niet, maar toch een knap boeltje is mijn lust en mijn leven; en als ik dat Diet hebben mag, als ik me ook de geringste luxe mo9t ont zeggen, wat is dan toch ook het leven!" En dat zeggen wij haar na. Och, als het moet, kan men zooveel missen, want het levon in engeren zin is met weiDig tevreden. Maar er is ook een leven in ruimere beteekenis, een leven, waarvan wel niet genot den grondslag vormt, maar ook toch veraangenaamd wordt door het uiterlijk voorkomen van wat ons omringt, dat voldoening vraagt voor onzen zin voor al wat schoon is er. wèl luidt. Hot huis wordt een thuis voor gansch het gezin, het worde het aaütrokkingspunt voor ons gezellig bjjoenzijn, hst punt, dat immer lokt, nooit afstoot. En daarom, getroosten we ons oen kleine uitgave voor den opschik van ons huis, het genot zal ongetwijfeld geëvenredigd zyn aan de uitgaven. Onder het hoofd: Dat hot de spui gaten uitloopt!" lezen we in Dc Standaard: Dat er noodzakelijk iets wat dan ook dient te geschieden om de dwaze on verderf- lijko „neutraliteit" van het open baar onderwijs te neutraliseeren, be ginnen eindelijk ook sommige voorstanders vau dat onderwijs zelf in te zien. In hot Zondagsblad van Het Nieuws van den Dag klaagt dr. L. Knappert, van Assen, steen-on-been over wat hy noemt „ons gods dienstonderwijs" in verband met het openbaar onderwijs. In zijn met glood goschreven (hoofd) irlikel leest men o. m. „Ons hooger, middelbaar, lager onderwijs met al zijn gosde hoedanigheden is niet aangelegd op do vorming van het gemoeds leven, op aankweeking van idealisme, en van godsdienst durft het niet spreken in den regel. „Hoo kan deze noodlottige toestand worden verbeterd? „Vooreerst door luider, beslister, meer dur vend uit te spreken, dat de toestand nood lottig is. Dat het de spuigaten uit 1 o opt." Zoo spreokt thans een volbloed liberaal man. En ons, achterlijke duisterlingoD, die we zijn! ons heeft men het jaren en jaren euvel geduld, dat we met dien „noodlottigen toestand" absoluut geen geno?gen wilden nemen, toen we de jammeren voorspelden, waarmede men than3 zelf verlegen zit. En nog vertrouwt men zijn oogen niet, wanneer men een man als dr. Knappert in vollon ernst het volgende „redmiddel" aan de haDd ziet doen: „Er is maar één middel. Maar het is afdoend. Voor het godsdienstonderwijs moeten uren uit den gewonen schooltijd g© nomen wordeD, frissche morgenuren. En daar deze regeling van het hoogste belang is, moet or bi) de wet in worden voorzien." De schrijver beredeneert dan, dat men bij voorkeur kieze van 910f/s of van 10'/a12. Niet enkel maar mosterd na, ook mosterd vóór den maaltijd I De vergelijking schijn© smadelijk, het is onze schuld niot, dat we haar moeten bezigen, en we behoeven haar waarlijk niet uit te werken! En dan dat echt liberalistische „bij de wotl" Aan de mogelijkheid van het oprichten van eigen vrije scholen, naar eig6n paedagogische beginselen, denken deze liberale heeren nu Dimmer of te nooit. Maar laten we deze quaestie nu voor het oogenblik rosten. Één vraag veroorlovo d« geachto schrijver ons toch: Oordeelt ook hij niet, dat het de dwaasheid gekroond is, of om zijn eigen termioologie te bezigen „dat het de spuigaten uit loopt" om aan zes „noodlottige" schooljaren nog een verplicht zevende dito toe te voegon? En dat wordt ons immers „voorgesteld"! „B(j de wet"! Do artikelon over „Donners vraag" in De Standaard en de Anistcrdamsche Courant hebben wo tot dusverre trouw gevolgd. Daarom willen we nu ook opnemen wat laatstgenoemd blad thans zegt onder het opschrift: „Nog eens: Donners vraag." Het zegt: De Standaarddie hot debat over de inter- pellatie-Douner geleid heeft op een zjjpad, door de vraag te stellen of dan niet sommige leden van dit Kabinet by de stembus van hun godsdienstige gevoelens hadden blijk gegeven, schijnt uit ons antwoord voor het eerst iots te hooren over mogelijkegoctadienstigheid van staatkundige liberalen. Het zou het „kortweg verachtelijk" vinden, als liet persoonlijk reli gieuze van eenige leden niet teruggevonden werd in hot politiek karakter van dit mi nisterie. Het meent, dat de verklaring „mijn politiek scheidt niet tusschen Staat en gods dienst" beteekenen moet: mijn politiek laat Staat en godsdienst gehuwd. En kwam het andors uit, dan zou men het volk bedrogen hebben. Nu lust het ons niet hier voor den Standaard- hoofdredacteur een cursus te openen over wat 6en liberaal zich denkt als de verhouding tusschen Staat, Kerk en godsdienst. We ztjn er van overtuigd, dat zoodanige cursus ook geheel overbodig z\jn zou. Alleen constateeren wö, dat bij de stembus van *97 nooit van liberale zijde een huwelijk Tan Staat en godsdienst in uitzicht gesteld is; zoo op de persoonlijke godsdienstigheid van sommige liberale leiderB gewezen is, het was wijl dr. Kuyper'8 bondgenooten ons voor vijanden van God (en van Oranje en van het vaderland) hadden gedoodverfd. Maar immers is ook dR alles dr. Kuyper bokend. Bekend is hem ook, dat In de stembus- dagen van liberale zijde nooit een zoo dubbel zinnige verklaring als: „mijn politiek scheidt niet tusschen Staat en godsdienst" is afgelegd. En dat uit dien Doofde van dit Kabinet niet te verwachten is, dat het op de vraag-Donner bevestigend antwoorden en een bededag uit schrijven zal. Dit nu was do hoofdvraag. Van een libe raal-radicaal kabinet kan men geen officiëelen bededag verwachten. Inderdaad, het verbaast ons evenzeer (of oven weinig), dat de hesr Donner daar nog naar vragen gaat als dat De Standaard bet antwoord nog niet voorziet. Naar aanleiding van de beslissing van den Hoogón Raad, dat in het wetsvoorschrift: niemand mag onderwijs geven zonde.- akte van bevoegdheid, men ieder te lezen heeft, mits hot onderwijs maar niet aan kinderen (zonder eenige aanduiding van leeftijdsgrens) gegeven wordt, schrijft Het Schoolblad „Voorwaar een gewichtige en in ons oog ook zonderlinge beslissing. Gewichtig, omdat, naar hetgetn er Lier van medegedeeld wordt, do beslissing dan niet alleen voor g e r, maar ook vcor mjddolbaar onderwijs s-eidt, en behalve voor huisonderwijs met evenveel recht voor schoolonderwijs, ie vaarde van do akten van bevoegdheid is hierdoor niet or.belangrijk gedaald; voor scholen voor vol wassenen, voor cursussen voor mannen en vrouwen in „Ons Huis" en dergelijke inrich tingen, enz. zal men geen akten meer be hoeven, en het vragen van vrijstelling van het bezit dor akten, voor degenen, die zonder betaling onderwijs aan volwassenen willen geven, waartoe art. 6 der wet op het 1. o. en art. 5 van die op het m. o. gelegenheid geven, is voortaan onnoodig. Zonderling is echter de gevallen be slissing niet minder, vooreerst, omdat z\j ge heel afwijkt van wat tot nu toe als Tegel gold en dan omdat voortaan de rechter in elk voorkomend geval zal moeten beslisseD, of de leerlingen al of niet „kinderen" zyn. Vooral echter is de beslissing zonderling, omdat deze als de bedoeling van de wet aanneemt, dat als een „huisvader" zelf iets leeren wil, bijv. eon taal, waarvan by tot nu toe niets kent, hQ „vrij" ta de fceus Tan onderwijzer moet zijn, d. i. dat h(j daarvoor ook iemand zonder akte van bevoegdheid moet kennen kiezen, doch als diezelfde vader voor z\jn kind iemand moet uitzoeken om het lezen on Bchry- ven te leoren, hy niot „vrij" in zijn keus mag ziju, maar zich alleen tot een onderwijzer met een akte mag wenden 1" Het jaarcijfer zal nog wel eens moeten veranderen schrijft do Haagscho correspon dent der Arnhemsche Courant voordat het Zeebad tot uitbesteding van de pier- werken kan overgaan. Dat komt, omdat het hier niet geldt eon zaak tusschen den minister en oen con cessionaris; or zijn nog andere lichamen by betrokken, en wel twee, waarvan het eene bekend is om tot in het oneindige aanhouden on nimmer afdoen van hangende vraagstukken, hot andere om ds geringe toeschietelijkheid, die medebrengt het stellen van bezwarende voorwaarden voor de uitvoering van weiken als hot onderwerpeiyke: ik bedoel het Haagsche gemeentebestuur en Delfland. Beide hebben het pierplan al in behandeling gehad. Het „Zeebad" heoft concessie gevraagd aan hot gemeentebestuur, nu reeds ongeveer een jaar geleden maar geen antwoord ont vangen, hetgeen van de zjjde van het gemeente bestuur wel de allerprimitiefste manier van in-de-doos-doen was. Later is concessie aan Delfland gevraagd; maar daaraan werden zulke bezwarende voorwaarden vastgeknoopt, dat de conceasievragors haar niet aandurfden. Billijkheidshalve moet hierbij echter erkend worden, dat, ingeval, ten gevolge van den aanleg, het bestaan of het door storm en vloed vernielen van de ontworpen werken, aan de bestaande verdedigingswerken tegen de zee, duinen of hoofden, schade wordt toegebracht, die geheel ten laste komt van dat waterschap en zyn ingelanden, die bitter weinig voordeel of genoegen beleven van de wetenschap, dat de Schovoningor badgasten voor een dubbeltje boven den waterspiegel van de Noordzee kunnen wandelen. Het ligt dus in den aard der zaak, dat van die zijde de grootst mogelijke waarborgen tegen dit gevaar worden gesteld. Ds minister van water staat daarentegen behoeft zich daarom minder te bekommeren; komen er ongevallen, het Rijk is er niet aansprakelijk voor; de inge landen van Delfland moeten den last dragen. Prof. dr. J. H. Gunning, te Leiden, in bet Handelsblad lezende, dat onze Vorstinnen te Parijs een leerrede hadden gehoord, die in het verslag, daarvan in genoemd blad gege- Y6D, ongunstig werd beoordeeld, komt daar tegen op. Dat dezo leerrede, zoo men haar een oogenblik als letterkundig product beoor deelt, blaam verdiende, neemt schr. aan. Maar tegen het feit dier beoordeeling, enkel als beoordeeling, veroorlooft prof. G. zich op te komen, overtuigd, dat de correspondent van hot blad, b\j nadere overweging, het recht van schr. daartoe stilzwijgend zal erkennen. Een leerrede is verkondiging van Gods Woord in een heiligdom. Maar dat Woord Gods komt niet tot „hoorders", niet tot een „publiek", maar tot de Gemeente Gods. Een leeraar, die, al is het op schitterend welspre kende wijze, Diet Gods Woord, maar zijn eigen (laat het zijn belangrijke en ware) gedachten verkondigt, en een „hoorder", die dit roemt, beiden zondigen tegen God, de Gemeente en zichzelven. Is inhoud of vorm eener leerrede n:et naar den eiscta dier ambtsbediening, zoo rust op de Ouderlingen de plicht, den voor ganger broederlijk te vermanen. Maar een journalist, hos ook persoonlijk bevoegd tot letterkundige critiek, hoe vriendelijk ook oordeelende, deed verkeerd, reeds door met die bedoeling in het heiligdom te vertoeven, en verder door zijn oordeel aan het „publiek" mede te deelen. Geeft een prediker zyn Leerredenen in druk, dan. maakt hy ze tot „gemeen" eigendom, on dan is de openbare critiek aan haar plaats: maar anders is zi)v hoe gunstig ook, een ingreep op het recht der Kerk. De Standaard heeft zich al van te voren ongerust gemaakt voor ons Wesfc-Indiö by oorlog tusschen Spanje en de Vereenigde Staten. „Mocht," schreef het blad, „het on weder, dat opzet, niet afdrijven, maar de vonk tus schen Spanje en Amerika inslaan, dan is het te hopeD, dat Curasao ons, als neutrale mogendheid, niet in moeite zal brengen. Onze bezetting op dit eiland is zwak, en onze marine Ï3 er niet anders dan door oen zwak en byna weerloos wachtschip van 884 ton vertegenwoordigd. De vraag is dan ook niet overtollig, of het niet geraden zal zyn, tydig een sterker schip, met een tactvol en kundig officier,' uit te zenden, om, brak de oorlog uit, op allo eventualiteiten voorboroid te zyn. Zoowel in Zuid-Amerika, als in Midden- Amerika, moet men steeds op allerlei avon- tuurlyke poging tot rechtsverkrachting be dacht zyn." J) Uit ons telegram van gisteravond is gebleken, dat aan dezen wenk gehoor is gegeven door bet zenden van Hr. Ms. „Friesland". HECL4HE9, a 25 Cents per regel. tot f 14.65 p. Met., evenals Zwarte, Witie en Gekleurde Heuncbcrg.ZIJde van 35 Cts. tot f 14.65 p. M. Glad, Gestreept, Geruit, Gewerkt, Damast, en» (c.a. 240 verscb. qual. en 2000 versch. kleuren, dessins, enz), franco en vrjj van invoerrechten in huis. Stalen per omme* gaande. Dubbel briefport naar Zwitserland. G. EENNEBERG's Zjjdefabrieken, (K. e. K. IIolU, Zü'ich. 3335 11 Adres voor oplossingen, b(J Iragen. enz.: J. J. Colpa, Lange Mare 18. Opl, probl. No. 68. Df7 LxD PxL=F Landers De6=p E x T. D c 7 qr E d 4. Pxftp f4 Dxl? g P onv. D f 6 tp c Ponv. D X L tp Go9do opl. No. 67 ontvangen van: Leiden: W. Ridderhof, B. C. K. Savï, P. C. Bladergroen, V. Praai, G. H. Eey, R. Paulides, W. F. v. "Wijk Tbr., B. S. v. Kloeten, J. v. Beveren, M. ti Beveren Jz., Een lid van „Palamedes11-, .T. B. Brouwer. Deventer: A. v. Eelde, O. TO Kloosterboer. Noordwtjk: H. B. J. H. SCHAAKRUBRIEK. Maandag 25 April 189S. Redactie: L. S.-V. „Mokpay". Adres: .1. F. 9. E9BER, Nile uwe Rijn 108, Lelden.1 Schaaknieuws. Het ,Leidsche Schaakgenootschap" zal in het vervolg in de bovenzaal van het Café „de Harmonie", Breestraat,- tegenover de Paponstraat, des Maandag's-avonds om 8 uren vergaderen, De Leidsche Scbaakvereeniging „Palamedes" is oveneens van localiteit veranderd. Dit gezelschap zal vergaderen in „Café Cmtral". Breestraat, iederen Donderdag avond om S uur. Na afloop van het meestertornooi in Weenen zal ter gelegeDheid van hot Duitsche Bondsfeest te Keulen een meestertornooi en z. g. Hauptturnior gehouden worden. Daar Keulen zoo dicht b(j ons land ligt, zullen waarschijnlijk wel vele Nederlandsche schaker-s cit meestertornooi gaan bijwonen en misschien zullen wel enkelen meespelen in het Haupt- turnier. Schaakpartijen No. 68 on 69. Gespeeld in het Winlerlornooi van de Feurenbergsclie Schaakclub, 21 Jan. 98. Bartel. Dr. Tarraieh. Wit. Zwart. Toorgift van pion f7 en 2 zotten e 4 1 d 4 2 e 6 f4 3 dB eB 4 cB c 3 5 P c 6 Pf 3 6 D b 6 a 3 7 Niet bijzonder krachtig. 7 L d 7 dcB: 8 Lc 5: b 4 9 LeS 83 10 P h 6 L e 3 11 De3tf De2 12 Dcl Kf'2 13 Pg4 Dit ziet er gevaarlijker uit, dan het iB. Kg2 14 P e 84- K h 3 15 Daar staat de koning uit stekend. 1B P c 2 T a 2 D c 2: Tc2: Het 16 17 18 geheels Dbl: D c 2: T«8 manoeuvre voordeel heeft zwart geen aangebracht. L d-3 19 K e 7 Kg2 20 Tc7 c 4 21 d c 4 d 3 4 D d 5 Tc 4: 22 b5 D e 2 6 f5 T c 5 23 P c 3 6 L b 4 Wit komt steeds meer in L d 2 7 L c 3 het voordeel. Lb3: 8 K f 7 23 a 6 0-0 0 9 P f 6 T h c 1 24 h 6 Het nemen op a 2 was niet Om het paard weg te goed. houden, zwart heeft geen ge d e 4: 10 Del: noegzame verdediging meer. Pf 3 11 L e 4 25 T h c 8 Op f4: was gevolgd L d 2. Pd 4 20 Pd 4: 11 D e 2: Zwart kan niet anders. L e 2 12 P e 4 T c 7 27 T d 8 Lc4 13 L e 6 K f 2 28 a 5 L e C 14 K e 6 K e 3 29 Pb 3 Thel 15 K f 7 Tdl 30 Ke8 Td 5 16 L g 6 4- 31 beslissend 1 Eenvoudiger ware T d 7 16 P d 6 en L c 6, enz. Pg54- 17 K g 6 31 Ke 7 T e 6 4- 18 K h 5 f5 32 a 4 T d 6 33 h 5 Zwart heeft Zug-zwang. f e 634 h 4 e d 7 35 geeft op. Leipzig 5 Febr. 1898 Fallibcorgambiet. Waltbrodt. v. HohlaraiL Wit. e A II ed 5 Zwart, e 5 dó e 4 L g 7 19 T h 6 +- 20 g 3 21 Met mat in den volgenden zet. T g 8 K g 4 Correspondentie-partjjen. Partij A. J. J. Colpa. 1. 1. 1. Ridderlef 16 Tf e 8 Khl 17 Partf) B. 1. i. J. R. J. J. C. Lc2 15 T b 8 Probleem No. 69 van J. J. Colpa, Leiden. Zwart a b c d e wu. Mat in 2 zetten. t g h

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 6