Geschiedenis van een Naaister. MENGELWERK. In de „Internationale Monats- schrift" wordt een statistiek openbaar gemaakt betreffende het verband tusschcn drankluchten dronkenschap, en zelfmoorden en ongelukkon in Zwitserland. By de vermoedelijke oorzaken van zelfmoord neemt de alcohol een groote plaats in, nameiyk 23 pet. van de 502 gevallen. By 102 mannen en één vrouw werd drankzucht als de eenigo oorzaak goconstateerd, dat is voor de mannen alleen 24.1 pet., terwyi by 36.2 pet. van de mannen, die zelfmoord pleegden, de alcohol daartoe meewerkte. Deze getallen zyn als minimum te beschouwen, want de geesteszieke zelfmoordenaars zjjn hier niet ingerekend, terwyi er onder ben toch ook voorkwamen, waarvan de geestes ziekte mede door drankmisbruik was ver oorzaakt. In Zwitserland kwamen in 1896 in het geheel 1744 ongelukken met doodeiyken afloop voor, in 115 gevallen by mannen en in 16 by vrouwen werd daar by vermeld: onder den invloed van alcohol. Te Vlissingen is voor eeo Zee mansbuis aldaar een driedaagsche bazaar ge houden, die ruim 1000 heeft opgebracht. De commissaris van politie te Bergen-op Zoom heeft uit Antwerpen bericht ontvangen, dat de plegers van den juweelen en gouddiefstal ty den heer "Wolff aldaar gearresteerd zijn. Een vreeselijke brand brak gister avond te acht uren uit in de stoomkam- en rietmakery der firma H. Blenk r gelegen in de Veenstraat te Enschedee. De brand woedde met do meeste felheid en de belendende panden werden ernstig bedreigd. De fabriek en toe bthooren werden geheel vernield. In oen s t e e n k o 1 o n m y n naby Leicester is verleden Dinsdag oen brand uit gebroken, terwyi zich 40 mijnwerkers daarin bevonden. Niet meer dan vyf van hen konden zich redden. De influenza te Londen is aan bet verminderen. Yerleden week werden niet nacer dan 32 sterfgevallen ten gevolge van die ziekte aangegeven, welk cyfsr de laatste maanden nog niet zoo laag is geweest. GeJurende de laatstverloopen 16 woken zyn 951 personen te Londen aan de gevolgen van influenza overleden; d. w. z. 300 meer dan in het geheele jaar 1897 en 450 meer dan in 1896. De epidemie was dezen winter van byzonderen omvang in de Engelscbe hoofdstad. Financiëele Kroniek. Hoewel in het begin der week do berichten uit Amerika reeds op een hoogst ernstige wen ding in de politieke verhoudingen wezen, bleof een bepaalde oorlogsverklaring toon nog achter wege en had dus ook de fondsenniarkt nog geen aanleiding om zich een crisis op den hals te balen. Dat echter de Europeescbe hoofdmarkten zich toen toch in uiterst koortsachtigen toesiaud vertoonden, was voornamoljjk te stellen op Toke ning van Spanje; wat de nog onzekere oorlogs kansen op dat oogenblik nogniot hadden uitgewerkt, werd door den zorgvollen financiëelen toestand van dit land te voorschijn geroepen, een omvang rijke daling. Het was in de laatste dagen der vorige week ieeds duidelijk waar te nomen, dat er tosschen Spanje en Frankrijk (waar men be rekent, dat ongeveer een vijfde der Spaansche schuld gehuisvest is) een strijd was om zich op de snelst mogelijke wijze van Spaansche waarden te ontdoen. Uit Spanje werden kolossale bedragen op de markt geworpen en Parijs deed de krach tigste pogingen om het gevaarlijk papior kwijt te worden, zoodat de markt den geweldigen drang niet kon weerstaan en ten slotte geen weerstand meer kon bieden. Het gevolg daarvan kon natuurlijk niet anders zijn dan eenen belangrijken koersterug- gang, welke voornamelijk te Parijs en Londen een paniekachtige stemming veroorzaakte. Het verder verloop der week bracht telkenmale aanzienlijke verlaging, en zooals gewoonlijk bij een scherpe daling wordt waargenomen, kwamen nu (nu enormo verliezen geleden zijn) van alle kanten oprui mingen opdagen, waardoor de markt nog meor werd verlamd. Frankrijk heeft verwonderlijk lang de koersen van Spaansche waarden opgehouden, hoewol toch in de financieele wereld reeds lan goren tijd een instorting als onvermijdelijk word geacht. Wel is lot nu toe het feit niet erkend, doch een Staatsbankroet staat toch voor de dour. Gelukkig behooft ons land zich niet vcol van de daliug dezer fondsen aan te trekken, aangezion hier nog slechts eon zeer klein gedeelte daarvan gehouden wordt. De Ainsterdamsche koorsen zjjn weerspiegelingen van do Parijscho noteeringeu, doch veel bezorgdheid behoeven zij niet to ver wekken, alleen bicden zij oen good spcelmiddel aan do speculatie. De Parijsche markt was, hetgeen nit het voor- gnando wel valt af te leiden, totaal in de war, en om de koortsachtigo boweging nog wat meer opgewonden te maken, werd daar het gerucht vorspreid, dat bij de Spaansche regeering het voorstel zou worden behandeld, om de betaling der Juli coupon nit te stellen. Dit gerucht werd zóó hardnekkig volgehouden, dat de Spaansche minister van financiën het noodig oordeelde om lang3 telegraphischen weg een tegenspraak to doen liooren. JJet was niet te verwachten, dat Amsterdam een uitzondering zou maken op den algemeen gedrakten toestand der fondsonmarkten. en ook hier werd dus do invloed van de neerslachtige stemming ondervonden. Hollandsche Staats fondsen kregen zelfs ook hun doel, minder in verband met den algomeenen geest, dan wel ten gevolge van het voorgenomen plan der Nederl. Kogeering om een nieuwe 3-pcts.-leening uit te geven, groot 45 millioen, waarvan men verwacht, dat zij togen legeren koors dan de bestaande zal worden ter markt gebracht. T abakswaarden waren over het algemeen in flauwer houding, in verband met den oorlogstoestand, waarvan een mindere uitvoor van tabak naar Amerika het ge volg zei zyn. fn Pc t r o 1 o um - nandeelen was de handel hoofdzakelijk geconcentreerd tot de Konink lijke en M o e a r a-E n i m. Beide soorten hadden een vast vorloop. De .Koninklijke" is met een verstandigen zet voor den dag gekomen, om een preferente-aan- deelen-kapitaal te vormen, waarmede zij beoogt t« voorkomen, dat vrcemdo belangen, door het verkrijgen der meerderheid van de gewone aan deden, de macht in handen zouden krijgen. De vorm, waaronder deze uitgifte zal plaats hebben, bedoelt voornamelijk het vastleggen der preferente aandeelen in handen van personen, wien het in de eerste plaats om het behoud der .Koninklijke" te doen is. Do uitgifte van het preferente kapitaal - zal geen merkbaren invloed uitoefenen op het aan de gewone aandeelen toe komende dividend, doch het zal een zeer grooten steun geven aan de positie der onderneming, aan gezien het nu zoo goed als onmogelijk wordt, dat do meerderheid der aandeelen en daarmede de macht in vorkeerde handen geraakt.Moeara's blijven nog steeds gevraagd, in de verwachting, dat, nu de directeur dor .Koninklijke" uit Indiü is teruggekeerd, oen voorstel tot nadere aansluiting der beido ondernemingon zal worden gedaan. De afdeeÜDg der Staatsfondsen kon zich niet aan den algemeenen koeretoruggaDg ont trokken en enkele soorten leden zelfs niet onbe langrijk verlies. Italianen, Oostonrijkors en Portugeezon wijzen tamelijk grooten terug gang in den koers aan, li u s s e n behielden een betrekkelijk vaste markt, doch de meeste Zuid- Amerikaanscho soorten stonden bijzonder slecht aangeschreven. Brazilianen waren sterk door Parijs aangeboden, niet alleen om do minder gnnstige beschouwingen in den laatsten tijd om trent den financifiolen toestand van het land, doch ook om den verbintenissen der speculatie op de Fxanscbo markt wat meer verlichting te bezorgen. Mexicanen werden natuurlijkerwijze met den grooten stroom medegesleurd. Do vreos woidt uit gesproken, dat Mexico bij den oorlog met groote moeilijkbeden te kampen zal krijgenzelfs word het niet onwaarschijnlijk geacht, dat México zich niet van inmenging zal kannen ontbonden. Het verhandeldo op de jongste vergadering van belanghebbenden bij den voormalig en R u s s i- sclien Znid-West-spoorweg doet do vrees ontstaan, dat met dc voering van een proces tegen de regeering groolo kosten zullen gemoeid wor den, en in ieder geval een belangrijk bedrag aan liquidatiekosten zal moeten worden betaald. Het wordt dan do vraag, of, by eeu mogelijk billijkere uitkeering op do reliquaten, niet het grootste deel dier gelden door de gemnakto kosten znllen ge absorbeerd worden. De tot nu toe daarvoor uit gegeven bedragen zjjn reed9 belangrijk. Amerika heeft den oorspronkelijk vastgestol- den termijn, waarop Spanje een antwoord op het ultimatum zou kunnen geven (Zaterdagnacht te twaalf uren), maar niet afgewacht en beeft de eer9to handelingen tot den oorlog ondernomen. Slim en brutaal zijn de Amerikanen ongetwjjfeld, maar ,fair play" is het niet Nu de oorlog onvermijdolijk is geworden, be ginnen ook de koersen der Spoorwegwaardon meer verliezen aan te toonen, hoewel toch niet in die mate als wellicht was verondersteld. In de finan- ciëele organen wordt vrrj algemeen het vermoeden uitgesproken, dat de oorlogskansen voor het grootste gedeelte in de tegenwoordige koeisen op gesloten liggen en geen aanzienlijke teruggang meer te verwachten is, tenzij de kansen voor Amerika nadeelig mochten gaan staan. Het koersverloop der Beurs Vrijdag-middag, toen de eerste handelin gen tot vijandelijkheden door Amerika waren onder nomen, deed eenigszins deze meeniDg recht vaardigen. Opmerkelijk is het ongetwijfeld, dat Amerika weinig of geen drang tot verkoopen aan den dag legt en or geen ernstige crisis voor Amerikaan- scbe waarden schijnt to zullen ontstaan, hoewel bet niet zoo erg te verwonderen zou zijn geweest, indien, na do aanhoudende rijzing der Amerikaan- scho Spoorwegwaardon in de laatste jaren, thans een reactie ware ingetreden, waartoe tegenwoor dig meer dan ooit een aanleiding zou te vindon zijn.... indien de speculatie een dergelijke bewe ging had willen in het loven roepen. In het feit, dat deze ommekeer is uitgebleven, ligt de ver wachting opgesloten, dat: lo. de Amerikaansche natie zich zeker genoeg gevoelt omtrent het resnltaat van den oorlog; 2o. dat de handels- en financieele toestand in Amerika zóódanig is ver beterd en zóó krachtig wordt beschouwd, dat een nadeelige invloed hiervoor niet mogelijk wordt geacht, doch eer, na het eindigen der vijandelijk heden, een buitengewone herlovendiging wordt voorzien. Tevens ia het aan te nemen, dat do hoogo financieele wereld in Amerika reeds volkomen op de hoogte was van de plannen, welke de regeering beoogde. S. Pierpont Morgan bijv. is senator, en deze buitengewoon bekwame scherp zinnige financier weet wel wat hij doet, wanneer bij kalm den loop dor gebeurtenissen afwacht. Trouwens, voor de meeste spoorwegen zal een oorlog niet van zoo buitengewoon grooten invloed zijn. Handel en verkeer zullen ongetwijfeld tydo- lijk gestremd en het spoorwegvervoer zal daardoor minder worden, doch de oorlogshandelingen ver oorzaken ook weer groote verplaatsing van per sonen en matoriëcl. Al zal dit laatste tijdelijk alleen voor de Oostelijke en Znidolijke lijnen van betoekenis zijn, naderhand verwacht men wol over het geheele land het profijt binnen te halen. Voor de Norfolk Western is de positie ernstiger. Norfolk, liggendo in een zeer belangrijk strategisch centrum, zou wellicht de ernstige zijde van eeo oorlog meer direct kunnen ondervinden en het is niet- onmogelijk, dat deze stad, liggende bij den sleutel tot den toegang naar Washington, in werkelijke oorlogshandelingen zou worden be trokken. Amerika heeft echter voor het oogenblik zeker de voordeelig9te positie en heeft gelegenheid te over gehad om zijn eskaders de gunstigste stel lingen to laten innemen, (vooral, nu het zich niet zoo angstvallig heeft vastgehouden oan den in het ultimatum gestelden termijn), terwijl de Spaansche schepen, nog op verren afstand, voor des te moei lijker situaties zullen komen. Met groote belang stelling zal men dan nu ook uitzien naar de .verrassingen", welke Amerika ons zal bereiden. Bijnlandsche Bank. RECLAMES, a 25 Cents per regel. Wy lezen in „Algemeen Handelsblad" van Amsterdam: Zeker, bet is geen alledaagscho geschiede nis, die ik U ga vertelleD, en het is onder den indruk van bet verhaal, dat men er my kortolings van gedaan heeft, dat ik haar weder vertel. Weos zoo goed, mijn waarde reporter, zoo zeide my de directeur van myn courant, u zoo spoedig mogeiyk naar Mevrouw Harsigny te begeven, 65, rue Notre-Dame do Nazareth, Pary^ en de feiten na te gaan, die ons zyn medegedeeld geworden betreffende haar dochter. Wees vooral op tyd, om twaalf uur tot kwart over twaalven, dat is het geschiktste uur om haar te ontmoeten. Ik vond op het juiste uur Mevrouw Harsigny thuis en ver klaarde haar het doel van myn bezoek. Mevrouw, uw dochter is zeer ziek ge weest en na lange en talryke behandelingen, welke vruchteloos gebleven zyn, heeft zy haar gezondheid weder terogbekomen door het gebruik van een geneesmiddel, dat, zoo 't 8chynt, wondervol is? Ziehier, zeide Mevrouw Harsigny, met de grootste vriendelykheid, wat er voorgevallen is: Sedert langen en zeer langen tyd was myn arm kind kwijnende on ziek, haar vorming was moeilyk en zy had dikwyia onrustbarende ongemakken, die er het gevolg van waren. Een der elimsto gevallen van bloedarmoede maakte haar geheel en al ziek. Op zekeren dag viel zy voor dood neer, de geneesheer deed wat hy meende te moeten doen en gaf haar byna het leven terug, maar, helaas het arme kind had geen Idee van iets meer; zy was als krankzinnig. Het was slechts na verloop van eenige dagen, dat zy haar vrienden en familie leden kon herkennen. Zy zeide Voortdurend Ik ga sterven. Een harer zosters was inderdaad voor eeni- gen tyd op 19-jarigen leefiyd gestorven. Ik begeleidde baar hope loos naar het zieker- huis, waar men haar wilde houden, daar haar toestand als zeer ernstig werd beschouwd. Z(j bleef er een maand en on danks de beste zorgeD, welke zy ondervond, gevoelde zy slechts een geringe verbetering. Ik had in een courant, eenige dagen voor dat zy uit het ziekenhuis kwam, gelezen, dat de Pïnk-Pillen voor bleeke personen van Dr. Williams zooveel weldaden verrichten, en op aanraden van vrienden besloot ik ze te pro beeren. Ach! Mynbeer, zeide my Mevrouw Har signy, hoe kan ik u myn vreugde en te- gelykertyd myn leedwezen uitdrukken 1 Myn vreugde, omdat ik iederen dag myn kind in het leven terug zag komen, en myn leedwezen, omdat ik dit middel niet vroeger gekend bad, hetgeen zeker mijn ander kind gered zou hebben. Middelerwijl kwam Mejuffrouw Juliette Har signy, een allerliefst meisje van 17 jaren, biDnen om te ontbyten. Ik bad niet noodig baar te ondervragen. Haar levendige, oogen, haar gekleurde wan gen, baar roösklénrige lippen en haar opge- ruimden gang zeiden; my reeds genoeg. Iede ren morgen staat zy om 6 uur op om naar haar werk te gaaü, hetgeen zy zonder moeite ver richt; zy is geheel en al genezen. Haar moeder stond er op een gelegaliseerd certificaat te geven van haar verhaal, opdat niemand aan de waarheid twyfele. Daar het doel dezer geDeeswyze is de her nieuwing van het bloed en de versterking der spieren, beoogt haar werking veel ziekten bloedarmoede, rheumatiek, heupjicht, zenuw pijn, verlamming, ruggemergsziekte, Sr.-Veits- dans, hoofdpyo, zenuwachtigheid, klieren, enz. De Pink-Pillen hergeven de schoone kleuren aan de bleeke gezichten, handelen in alle gevallen van verzwakking en hebben een werkdadige hand-.ling op alle ziokton, ver oorzaakt door licharaelyke en geestelyke over spanning en door buitensporigheden. Prys f 1.75 de doos, ƒ9 per 6 doozon. Verkrygbaar by Snabilik, Steiger 27, Rotter dam, eenig Depothouder voor Nederland, en Apotheken. 3378 102 Chon-Olion. Uit het Fransch van Du Plessac. I. Waarom men hem Chon-Chon noemde, ter- wyi hy toch by den burgerlyken stand als Pierre Francois Dancourt stond ingeschreven? Dat is een van die raadsels, die min tever geefs tracht op te lossen. De bynaam behoorde aan een mannetje van een belacheiyke leelykheid, iemand met een groot hoofd, bedekt met gele krulle->, een neus die uit vorscheidone stukken scheen samengesteld en die niet middenin het gezicht stond, ooren die als waaiers uitstonden en een wyden, vooruitspringenden mond, terwijl het eene oog veel grooter was dan het andere. De veel te lange armen reikten tot ver over de knieën en de schouders waren hoog op getrokken. „Myn arme Chon-Chon, wat ben je toch lee'yk!" hoe dikwyi3 had by dat van zijn vroegste jeugd af al niet geboord 1 Zyn moeder zeide 'b met tranen in de oogen, zyn vader met een zweem van gekrenkten trots en de broers en zustor lieten h9t duideiyk biyker. in woorden en daden, dat zy allen welgemaakt waren, behalve hy. Op school herhaalde men het hem, tot hy er zich byna aan gewende, zelfs de onderwijzers toonden hun afkeer of hun medelyden door veelzeggende blikken, welsprekender dikwyis dan woorden. Doch het liet hem meestal zeer onver schillig, hy was er nu eenmaal niet anders gewoon en had zich er by neergelegd. B009 maken deed hy zich nooit, en 't kwam zelfs niet in hem op van zyn sterke vuisten gebruik te maken te zyner verdediging. Hy was even goed als leelyk, voor den nauwkourigen waarnemer sprak zyn misvormd gelaat van een gouden hart. Hy voelde heel goed, dat niemand van hom hield, maar daarom kon hy toch de geheele wereld een goed hart toedragen. II. Er kwam echter oen dag in zyn lev9n, waarop dit alles plotseling veranderde. Hy was negentien jaar en vermaakte zich buiten met een heel troepje jongelui, waarvan zyn nichtje Blanche do vrooiykste en de meest gevierde was. Zy was niet onaardig, daarvoor was zy te goedhartig, maar, wat nog ph'niyker was voer zyn gevoel, zy nam niet de minste notitie van hem tot zy op een oogenblik dat allen met gloeiende wangen even stonden nit te rusten, riep: „Mya beste Chon-Chon, wat ben je toch leolykl" Het was hem alsof er iets brak in zyn hart; zonder een zweem van boosheid maar met een innig droeven blik zag hy het meisje aan. Onder een voorwendsel verliet by, zoo spoedig hy kon, de groep en op zyn kamer gekomeD, liet hy zyn tranen den vryenloop. Hoe ouder hy werd, hoe moor de arme Chon- Chon van die moeilyke oogenblikken had te doorleven. Hy begreep al heel gauw, dat hy veel van zyn richtje hield en dat hem daarom haar woorden zulk een smart hadden veroorzaakt. Maar hy was immers een uitgestootene, een paria, die nooit de vreugde vau een eigen huiselyken haard zou kennen, die nooit echt genoot en vader zou zyn, die altyd het geluk van anderen zou moeten aanzien, omdat hy te leelyk was. En dat alles buiten z'y'n schuld; zyn geheele leven zou hy dien last, hem opgelegd, moeten dragen. Zelfs in het zoeken van een betrekking stond zyn buitengewone leelykheid hem in den weg. Voor het leger deugde hy niet, als advocaat zou geen enkele cliënt zich aan zyn welsprekendheid toevertrouwen, evenmin als hy als doctor ooit patiënten zou krygon. En by het onderwys ging heelomaal niet: de leerlingen zouden hem immers 3l uitlachen, eer by Dog zjjn mond had opengedaan. Hy was dus gedwongen zyn leven werkeloos en ia ledighc-id door te brengen. Lang dacht hy' aan zelfmoord; waarvoor leefde hy, wat bond hem? Was het niet veel beter, er een oinde aan te maken? Toch was hot nobeler den strijd niet op te geven, meende hy, hij zou zyn kruis drageD, biymoedig en zonder morren, en trachten door goedheid zyn leeljjkheid te doen vergeten. Hy was immers altyd met heel weinig tevreden geweest; iemand, zooals hy, stelt gewooniyk zijn eischen niet hoog. Toen by zyn nichtje weer zag, deed niets de emoties blykcn, die hy had doorstaan; Blanche, die klaarblijkelijk berouw had over haar onnadenkende woorden, was byzonder hartelijk tegen hem en hy van zyn kant was, als vroeger, kalm en vrieDdelyk. III. Het leven gaat voor ieder onverbiddelyk voort. Chon-Chon, die zich nooit illusies gemaakt had van de toekomst, bracht bet weinig teleurstelliog. Hy streefde er steeds meer naar, goed te zyn, niet alleen voor zyn vrienden, maar voor iedereen. Blanche behield altyd de eerste plaats in zyn hart en foenzy met den heer Delongueil in het huweiyk trad, gaf hem dit geen nieuwe smart. Hy had 't immers altyd zoo verwacht, al zou hy ook gaarne een anderen echtgenoot aan baar zyde gezien hebben. Hy maakte zich overal nuttig, liep de winkels af, organiseerde feestjes, bedacht toosten en maakte zoodoende de bruiloft bui tengewoon vrooiyk. Zelf bleef hy zooveel mogeiyk op den achter grond, daar by met zyn leelyk gezicht do vreugde van anderen niet wilde verstoren. Nu en dan sloot hy even de oogen en ver beelde hy zich een enkel oogenblik dat by met Blanche trouwde en dat dit alles te zijner eere was. De bruidegom was schoon, welge maakt en zeer lichtzinnig; hy was niet van plan zyn levenswyze ook maar eenigszins to veranderenmen wist, dat hy het geld trouwde en Blanche op den koop toe nam. Chon Chon zag, dat het jonge vrouwtje er onder leed; hy trachtte haar afleiding te breDgen en Delongueil, biyde zyn plichten als echtgenoot te kunnen overdoen, moedigde hun vriendschap aan; het was immers geheel sans coaséquence, Chon-Chon was al te leelyk. Als een trouwe houd hield by Blanche gezel schap, nu eu dan, als bet hoog noodig was, hield by Delongueil een lange boetpredikatie, wat echter meestal zonder invloed bleof. IY. Hy wachtte tot er niemand by was, die hom kon beletten een kus op de kleine rose gezichtjes der beide kinderen van Blanche te crukken. Hy hield zicb, toen zy grooter wer den, voortdurend met hen bezig, speelde met ten, zong hen in slaap en genoot zelfs, als by hen aan en uit mocht kleeden. Met mooi weer kon men hem in het Bois de Boulogne zien wandelen. Hy leerde hun lezen en leidde hun eerste studies en als zy dan in bet speoluurtje, hem aan den baard trekkend, vroegen: „Chon Chon, waarom ben je toch zoo leelyk?" vond hy hen even geestig als lief. Delongueil had byna het geheele vermogen van zyn vrouw er reeds doorgebracht en telkens had Chon-Chon, die ryk was, hem geholpen. Blanche bedankte hem. met oen veelzeggenden handdruk. V. Haar echtgenoot stierf aan de gevolgen van zjjn ongeregelde levenawflze. Zy beweendo bom niet, daarvoor was de ontgoocheling na het huweiyk te groot geweest. Maar Chon- Chon speet heb oprecht en daar Blanche hem nooit over de groote teleurstelling haars levens had gesproken, nam hy het haar een beetje kwalyk, dat ze niet bedroefder was. Twee jaren gingen voorby en het was of hy by het ouder worden nog Ieelgker werd; zyn haren waren reeds grys. Op zyn veertigsten verjaardag kwamen de twee kinderen, die oven oud waren,, hem een enormen bouquet brengenniemand had hem nog ooit een bloem gegeven. Hy beefde van aandoening, toen de jongen een lange speech te zyner eere» opzeide en Jeanne hem een hartelyken verjaarkus gaf. Blanche, die zich op don achtergrond had gehouden, kuste hem eveneens,, voor de. eersto maal. „Mama heeft gezegd,, dat we u moesten vrageD," zeide Jean, „of u onze papa wilt worden?" Chon-Chon zag vol vorbazïng van den een naar de ander, niet durvend begrijpen de woorden van het kind. Blanche helderde alles op door zacht te vragen i „Wilt gy mijn echtgenoot worden, Chon- Chon?" „Ikl Zoa'n monstert Dat kunt ge niet meenenl" „Gy hebt de schoonheid van het ba t, beste vriend, en daar haalt niets by„ ik weet dat ga me al heel lang liefheot, al heb ik het nooit laten merkeD, en van myn oprechte liefde kunt ge verzekerd zyn." Het gezicht van Chon-Chon nam een uit drukking aan van hovenaardsch geluk,,zoodat niemand hem op dat oogenhbk zcu gezegd hebben „Wat zyt ge toch leelyk,. myn arme Chon-Chon L" Wetsafkoudiging. De „Sts.-Ct." No. 94 bevat de wet van 2 April 1898, tot nadere voorziening omtrent de uitvoering der wet, houdende bepalingen tot voorkoming vnn beirog in den boterhandei. Het eenig artikel luiit: In de artt. 2 on G der wet van 23 Juni 1889 (Stsbl. No. S2), houdende bepalingen tot voorkoming van bodrog in den boterhandei, worct in plaats van „minister van waterstaat, handel en nyverheid," gelezen „minister van binntnlandsche zaken." Marktberlobt«ib D« handel ia Goadsche kans blijft kalm de. mark-t aan voer en nemen toe, doch omdat fijno eoortea altijd ecbanrech zpo, gaan de marktprijzen niot omboog. Verleden week bleven de noteoriogen der groote Zaid-Bollandache markten zelta boneden die. van een we^k '.o voren. Bij de bestaande behoefte aan fijnere exportkaas wordt het platteland door de opkoo;era ijverig afgereisd en worden goodo aoorton. tegen zeer bevredigende prijzen aan de hnizen opgokooht. Do vraag nair fijn exportgoed overtreft echter nog het aanbod; een hieruit voortvloeiend gevaar ia, dat ta.a Daar het buitenland wordt verzonden, die de goedo repui&tio van het Hollandacha product kwalijk hoog kan honden. Bij de eteedB toenemende concur rentie van andere landen ie dit werkelijk aan gevaar. Met Edammer op de ZnidrHollandscho markt is hot op t oogenblik geateld ale met Goudacho- w inig aanvoer en prjjzen beneden 2fr regel. ©p deNoord- HoJlxndacbe markt valt de invlood van do nieuw- mtlköche hooikaas op de prjjzen te bemerken. In do vorige week liepen daar do noteeringen van kleine toi ƒ29.50. Op de Zuid-Hol), markt werd Derby verleden week niet aangevoerd» De noteeringen van Loidseho houden zich ferm, wat ook het gov al is met Frieecbo kaas. In do Alblaaaerwaatd werd d® vorige: weok van ƒ17—ƒ21 besteed; in de Lopiker- on Erimponer- waard liepon de prijzen van late eoort Goudscho van ƒ20-/at.—2de soort 17 - 13; Edammo- lato fcoort ƒ24 on ƒ25; 2do soort 20—23. (ET. D) Leeuwarden, 22 April. Boter. late soort/39.50; aanvoer 216 l/<. «8 */s ®Q 80 llie vaten' Voï. De aanvoer bestond b< den uit 2079 Renderen, 1027 Schapen, 584 Varkens. Stieren, enter ƒ85 tot ƒ130, Tv,-enter- ƒ100 tot 100» Oaeen Llfi tot 165, velt; Koeien ƒ140 tot ƒ223, meltte Koeien 140 tot ƒ160, Tinken ƒ45 tot 75, vette Kalvoren 28 tot 45,'araskalvoron tot/ nuchtere dito/5 tot ƒ7, vette schapen ƒ18 tot J 20, melko id. ƒ13 tot ƒ18, Lammeren ƒ3 tot ƒ5, votta Varkens 40 tot ƒ90, magere dito ƒ30 tot 40, vette Biggen 15 tot ƒ30, magere dito ƒ4 tot ƒ5, Paarden tot Vette Koeien late qaal. 24 tot 26 e., 2ile quaL 22 tot 24 c„ 81e qu«l.. 15 tot 20 c., stioren 18 tot 21 c., vetto Kalveren 22 tot 32 c. vette Schapen 23 tot 25 e., vetto Varkoos 17 tot 19 c. Varkone Lon- deueche markt 14 tot 16 c„ aUea per V* kilo. In Rundvee was meer en williger handel dan to vorenin Schapen en Lammeren goodén omzet en in Varkens waa do handel prijshoadond. Deventer, 22 April. Boter f 18.— a- ƒ20.50 per 1/ ton, ƒ9.a ƒ11— per l,\6 ton, ƒ0.80 a ƒ0.90 per KG. Kipeieren ƒ2.50 a ƒ3—, Eendeioren ƒ3.23 o ƒ3.75 per 100 «uke. Louden, 22 April. Frioeohe Boter 86 a 90 eb. Weekblad voor de Jeugd. Dit weekblad, uitsluitend verkrijgbaar voor do abounds op bet Leidsch Dagblad, kost slechts 3 Cents per nummer en wordt iederen Woansdagavond bezorgd. Het bevat gekleurde platen, verhaaltjes, versjes, enz., en is voor kinderen eon goed koop en zuér aantrekkelijk boekje. In de vestibule van het Leidsch Dagblad wordt elke week een nummer opgehangen, terwijl men zich tevens voor een abonnement daar kan opgeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 10