Geschiedenis van een Naaister.
MENGELWERK.
In de „Internationale Monats-
schrift" wordt een statistiek openbaar gemaakt
betreffende het verband tusschcn drankluchten
dronkenschap, en zelfmoorden en ongelukkon
in Zwitserland. By de vermoedelijke oorzaken
van zelfmoord neemt de alcohol een groote
plaats in, nameiyk 23 pet. van de 502 gevallen.
By 102 mannen en één vrouw werd drankzucht
als de eenigo oorzaak goconstateerd, dat is
voor de mannen alleen 24.1 pet., terwyi by
36.2 pet. van de mannen, die zelfmoord
pleegden, de alcohol daartoe meewerkte. Deze
getallen zyn als minimum te beschouwen,
want de geesteszieke zelfmoordenaars zjjn
hier niet ingerekend, terwyi er onder ben
toch ook voorkwamen, waarvan de geestes
ziekte mede door drankmisbruik was ver
oorzaakt.
In Zwitserland kwamen in 1896 in het
geheel 1744 ongelukken met doodeiyken
afloop voor, in 115 gevallen by mannen en
in 16 by vrouwen werd daar by vermeld: onder
den invloed van alcohol.
Te Vlissingen is voor eeo Zee
mansbuis aldaar een driedaagsche bazaar ge
houden, die ruim 1000 heeft opgebracht.
De commissaris van politie te
Bergen-op Zoom heeft uit Antwerpen bericht
ontvangen, dat de plegers van den juweelen
en gouddiefstal ty den heer "Wolff aldaar
gearresteerd zijn.
Een vreeselijke brand brak gister
avond te acht uren uit in de stoomkam- en
rietmakery der firma H. Blenk r gelegen in
de Veenstraat te Enschedee. De brand woedde
met do meeste felheid en de belendende panden
werden ernstig bedreigd. De fabriek en toe
bthooren werden geheel vernield.
In oen s t e e n k o 1 o n m y n naby
Leicester is verleden Dinsdag oen brand uit
gebroken, terwyi zich 40 mijnwerkers daarin
bevonden. Niet meer dan vyf van hen konden
zich redden.
De influenza te Londen is aan
bet verminderen. Yerleden week werden niet
nacer dan 32 sterfgevallen ten gevolge van
die ziekte aangegeven, welk cyfsr de laatste
maanden nog niet zoo laag is geweest.
GeJurende de laatstverloopen 16 woken zyn
951 personen te Londen aan de gevolgen van
influenza overleden; d. w. z. 300 meer dan
in het geheele jaar 1897 en 450 meer dan
in 1896. De epidemie was dezen winter van
byzonderen omvang in de Engelscbe hoofdstad.
Financiëele Kroniek.
Hoewel in het begin der week do berichten
uit Amerika reeds op een hoogst ernstige wen
ding in de politieke verhoudingen wezen, bleof
een bepaalde oorlogsverklaring toon nog achter
wege en had dus ook de fondsenniarkt nog geen
aanleiding om zich een crisis op den hals te
balen. Dat echter de Europeescbe hoofdmarkten
zich toen toch in uiterst koortsachtigen toesiaud
vertoonden, was voornamoljjk te stellen op Toke
ning van Spanje; wat de nog onzekere oorlogs
kansen op dat oogenblik nogniot hadden uitgewerkt,
werd door den zorgvollen financiëelen toestand
van dit land te voorschijn geroepen, een omvang
rijke daling. Het was in de laatste dagen der
vorige week ieeds duidelijk waar te nomen, dat
er tosschen Spanje en Frankrijk (waar men be
rekent, dat ongeveer een vijfde der Spaansche
schuld gehuisvest is) een strijd was om zich op
de snelst mogelijke wijze van Spaansche waarden
te ontdoen. Uit Spanje werden kolossale bedragen
op de markt geworpen en Parijs deed de krach
tigste pogingen om het gevaarlijk papior kwijt te
worden, zoodat de markt den geweldigen drang niet
kon weerstaan en ten slotte geen weerstand meer
kon bieden. Het gevolg daarvan kon natuurlijk
niet anders zijn dan eenen belangrijken koersterug-
gang, welke voornamelijk te Parijs en Londen een
paniekachtige stemming veroorzaakte. Het verder
verloop der week bracht telkenmale aanzienlijke
verlaging, en zooals gewoonlijk bij een scherpe
daling wordt waargenomen, kwamen nu (nu enormo
verliezen geleden zijn) van alle kanten oprui
mingen opdagen, waardoor de markt nog meor
werd verlamd. Frankrijk heeft verwonderlijk lang
de koersen van Spaansche waarden opgehouden,
hoewol toch in de financieele wereld reeds lan
goren tijd een instorting als onvermijdelijk word
geacht. Wel is lot nu toe het feit niet erkend,
doch een Staatsbankroet staat toch voor de dour.
Gelukkig behooft ons land zich niet vcol van de
daliug dezer fondsen aan te trekken, aangezion
hier nog slechts eon zeer klein gedeelte daarvan
gehouden wordt. De Ainsterdamsche koorsen zjjn
weerspiegelingen van do Parijscho noteeringeu,
doch veel bezorgdheid behoeven zij niet to ver
wekken, alleen bicden zij oen good spcelmiddel
aan do speculatie.
De Parijsche markt was, hetgeen nit het voor-
gnando wel valt af te leiden, totaal in de war,
en om de koortsachtigo boweging nog wat meer
opgewonden te maken, werd daar het gerucht
vorspreid, dat bij de Spaansche regeering het
voorstel zou worden behandeld, om de betaling
der Juli coupon nit te stellen. Dit gerucht werd
zóó hardnekkig volgehouden, dat de Spaansche
minister van financiën het noodig oordeelde om
lang3 telegraphischen weg een tegenspraak to
doen liooren.
JJet was niet te verwachten, dat Amsterdam
een uitzondering zou maken op den algemeen
gedrakten toestand der fondsonmarkten. en ook
hier werd dus do invloed van de neerslachtige
stemming ondervonden. Hollandsche Staats
fondsen kregen zelfs ook hun doel, minder in
verband met den algomeenen geest, dan wel ten
gevolge van het voorgenomen plan der Nederl.
Kogeering om een nieuwe 3-pcts.-leening uit te
geven, groot 45 millioen, waarvan men verwacht,
dat zij togen legeren koors dan de bestaande zal
worden ter markt gebracht. T abakswaarden
waren over het algemeen in flauwer houding, in
verband met den oorlogstoestand, waarvan een
mindere uitvoor van tabak naar Amerika het ge
volg zei zyn.
fn Pc t r o 1 o um - nandeelen was de handel
hoofdzakelijk geconcentreerd tot de Konink
lijke en M o e a r a-E n i m. Beide soorten hadden
een vast vorloop.
De .Koninklijke" is met een verstandigen zet
voor den dag gekomen, om een preferente-aan-
deelen-kapitaal te vormen, waarmede zij beoogt
t« voorkomen, dat vrcemdo belangen, door het
verkrijgen der meerderheid van de gewone aan
deden, de macht in handen zouden krijgen.
De vorm, waaronder deze uitgifte zal plaats
hebben, bedoelt voornamelijk het vastleggen der
preferente aandeelen in handen van personen,
wien het in de eerste plaats om het behoud der
.Koninklijke" te doen is. Do uitgifte van het
preferente kapitaal - zal geen merkbaren invloed
uitoefenen op het aan de gewone aandeelen toe
komende dividend, doch het zal een zeer grooten
steun geven aan de positie der onderneming, aan
gezien het nu zoo goed als onmogelijk wordt, dat
do meerderheid der aandeelen en daarmede de
macht in vorkeerde handen geraakt.Moeara's
blijven nog steeds gevraagd, in de verwachting,
dat, nu de directeur dor .Koninklijke" uit Indiü
is teruggekeerd, oen voorstel tot nadere aansluiting
der beido ondernemingon zal worden gedaan.
De afdeeÜDg der Staatsfondsen kon
zich niet aan den algemeenen koeretoruggaDg ont
trokken en enkele soorten leden zelfs niet onbe
langrijk verlies. Italianen, Oostonrijkors
en Portugeezon wijzen tamelijk grooten terug
gang in den koers aan, li u s s e n behielden een
betrekkelijk vaste markt, doch de meeste Zuid-
Amerikaanscho soorten stonden bijzonder
slecht aangeschreven. Brazilianen waren sterk
door Parijs aangeboden, niet alleen om do minder
gnnstige beschouwingen in den laatsten tijd om
trent den financifiolen toestand van het land, doch
ook om den verbintenissen der speculatie op de
Fxanscbo markt wat meer verlichting te bezorgen.
Mexicanen werden natuurlijkerwijze met den
grooten stroom medegesleurd. Do vreos woidt uit
gesproken, dat Mexico bij den oorlog met groote
moeilijkbeden te kampen zal krijgenzelfs word
het niet onwaarschijnlijk geacht, dat México zich
niet van inmenging zal kannen ontbonden.
Het verhandeldo op de jongste vergadering van
belanghebbenden bij den voormalig en R u s s i-
sclien Znid-West-spoorweg doet do vrees
ontstaan, dat met dc voering van een proces tegen
de regeering groolo kosten zullen gemoeid wor
den, en in ieder geval een belangrijk bedrag aan
liquidatiekosten zal moeten worden betaald. Het
wordt dan do vraag, of, by eeu mogelijk billijkere
uitkeering op do reliquaten, niet het grootste deel
dier gelden door de gemnakto kosten znllen ge
absorbeerd worden. De tot nu toe daarvoor uit
gegeven bedragen zjjn reed9 belangrijk.
Amerika heeft den oorspronkelijk vastgestol-
den termijn, waarop Spanje een antwoord op het
ultimatum zou kunnen geven (Zaterdagnacht te
twaalf uren), maar niet afgewacht en beeft de
eer9to handelingen tot den oorlog ondernomen.
Slim en brutaal zijn de Amerikanen ongetwjjfeld,
maar ,fair play" is het niet
Nu de oorlog onvermijdolijk is geworden, be
ginnen ook de koersen der Spoorwegwaardon meer
verliezen aan te toonen, hoewel toch niet in die
mate als wellicht was verondersteld. In de finan-
ciëele organen wordt vrrj algemeen het vermoeden
uitgesproken, dat de oorlogskansen voor het
grootste gedeelte in de tegenwoordige koeisen op
gesloten liggen en geen aanzienlijke teruggang meer
te verwachten is, tenzij de kansen voor Amerika
nadeelig mochten gaan staan. Het koersverloop
der Beurs Vrijdag-middag, toen de eerste handelin
gen tot vijandelijkheden door Amerika waren onder
nomen, deed eenigszins deze meeniDg recht
vaardigen.
Opmerkelijk is het ongetwijfeld, dat Amerika
weinig of geen drang tot verkoopen aan den dag
legt en or geen ernstige crisis voor Amerikaan-
scbe waarden schijnt to zullen ontstaan, hoewel
bet niet zoo erg te verwonderen zou zijn geweest,
indien, na do aanhoudende rijzing der Amerikaan-
scho Spoorwegwaardon in de laatste jaren, thans
een reactie ware ingetreden, waartoe tegenwoor
dig meer dan ooit een aanleiding zou te vindon
zijn.... indien de speculatie een dergelijke bewe
ging had willen in het loven roepen. In het feit,
dat deze ommekeer is uitgebleven, ligt de ver
wachting opgesloten, dat: lo. de Amerikaansche
natie zich zeker genoeg gevoelt omtrent het
resnltaat van den oorlog; 2o. dat de handels- en
financieele toestand in Amerika zóódanig is ver
beterd en zóó krachtig wordt beschouwd, dat een
nadeelige invloed hiervoor niet mogelijk wordt
geacht, doch eer, na het eindigen der vijandelijk
heden, een buitengewone herlovendiging wordt
voorzien. Tevens ia het aan te nemen, dat
do hoogo financieele wereld in Amerika reeds
volkomen op de hoogte was van de plannen, welke
de regeering beoogde. S. Pierpont Morgan bijv. is
senator, en deze buitengewoon bekwame scherp
zinnige financier weet wel wat hij doet, wanneer
bij kalm den loop dor gebeurtenissen afwacht.
Trouwens, voor de meeste spoorwegen zal een
oorlog niet van zoo buitengewoon grooten invloed
zijn. Handel en verkeer zullen ongetwijfeld tydo-
lijk gestremd en het spoorwegvervoer zal daardoor
minder worden, doch de oorlogshandelingen ver
oorzaken ook weer groote verplaatsing van per
sonen en matoriëcl. Al zal dit laatste tijdelijk
alleen voor de Oostelijke en Znidolijke lijnen van
betoekenis zijn, naderhand verwacht men wol over
het geheele land het profijt binnen te halen. Voor
de Norfolk Western is de positie ernstiger.
Norfolk, liggendo in een zeer belangrijk strategisch
centrum, zou wellicht de ernstige zijde van eeo
oorlog meer direct kunnen ondervinden en het
is niet- onmogelijk, dat deze stad, liggende bij den
sleutel tot den toegang naar Washington, in
werkelijke oorlogshandelingen zou worden be
trokken.
Amerika heeft echter voor het oogenblik zeker
de voordeelig9te positie en heeft gelegenheid te
over gehad om zijn eskaders de gunstigste stel
lingen to laten innemen, (vooral, nu het zich niet
zoo angstvallig heeft vastgehouden oan den in het
ultimatum gestelden termijn), terwijl de Spaansche
schepen, nog op verren afstand, voor des te moei
lijker situaties zullen komen. Met groote belang
stelling zal men dan nu ook uitzien naar de
.verrassingen", welke Amerika ons zal bereiden.
Bijnlandsche Bank.
RECLAMES,
a 25 Cents per regel.
Wy lezen in „Algemeen Handelsblad" van
Amsterdam:
Zeker, bet is geen alledaagscho geschiede
nis, die ik U ga vertelleD, en het is onder
den indruk van bet verhaal, dat men er my
kortolings van gedaan heeft, dat ik haar
weder vertel.
Weos zoo goed, mijn waarde reporter, zoo
zeide my de directeur van myn courant, u
zoo spoedig mogeiyk naar Mevrouw Harsigny
te begeven, 65, rue Notre-Dame do Nazareth,
Pary^ en de feiten na te gaan, die ons zyn
medegedeeld geworden betreffende haar
dochter. Wees vooral op tyd, om twaalf uur
tot kwart over twaalven, dat is het geschiktste
uur om haar te ontmoeten. Ik vond op het
juiste uur Mevrouw Harsigny thuis en ver
klaarde haar het doel van myn bezoek.
Mevrouw, uw dochter is zeer ziek ge
weest en na lange en talryke behandelingen,
welke vruchteloos gebleven zyn, heeft zy
haar gezondheid weder terogbekomen door
het gebruik van een geneesmiddel, dat, zoo 't
8chynt, wondervol is?
Ziehier, zeide Mevrouw Harsigny, met de
grootste vriendelykheid, wat er voorgevallen is:
Sedert langen en zeer langen tyd was myn
arm kind kwijnende on ziek, haar vorming
was moeilyk en zy had dikwyia onrustbarende
ongemakken, die er het gevolg van waren.
Een der elimsto gevallen van bloedarmoede
maakte haar geheel en al ziek. Op zekeren
dag viel zy voor dood neer, de geneesheer
deed wat hy meende te moeten doen en gaf
haar byna het leven terug, maar, helaas het
arme kind had geen Idee van iets meer; zy
was als krankzinnig.
Het was slechts na
verloop van eenige
dagen, dat zy haar
vrienden en familie
leden kon herkennen.
Zy zeide Voortdurend
Ik ga sterven. Een
harer zosters was
inderdaad voor eeni-
gen tyd op 19-jarigen
leefiyd gestorven. Ik
begeleidde baar hope
loos naar het zieker-
huis, waar men haar
wilde houden, daar
haar toestand als
zeer ernstig werd
beschouwd. Z(j bleef er een maand en on
danks de beste zorgeD, welke zy ondervond,
gevoelde zy slechts een geringe verbetering.
Ik had in een courant, eenige dagen voor
dat zy uit het ziekenhuis kwam, gelezen, dat
de Pïnk-Pillen voor bleeke personen van Dr.
Williams zooveel weldaden verrichten, en op
aanraden van vrienden besloot ik ze te pro
beeren.
Ach! Mynbeer, zeide my Mevrouw Har
signy, hoe kan ik u myn vreugde en te-
gelykertyd myn leedwezen uitdrukken 1 Myn
vreugde, omdat ik iederen dag myn kind in
het leven terug zag komen, en myn leedwezen,
omdat ik dit middel niet vroeger gekend bad,
hetgeen zeker mijn ander kind gered zou
hebben.
Middelerwijl kwam Mejuffrouw Juliette Har
signy, een allerliefst meisje van 17 jaren,
biDnen om te ontbyten.
Ik bad niet noodig baar te ondervragen.
Haar levendige, oogen, haar gekleurde wan
gen, baar roösklénrige lippen en haar opge-
ruimden gang zeiden; my reeds genoeg. Iede
ren morgen staat zy om 6 uur op om naar haar
werk te gaaü, hetgeen zy zonder moeite ver
richt; zy is geheel en al genezen. Haar moeder
stond er op een gelegaliseerd certificaat te
geven van haar verhaal, opdat niemand aan
de waarheid twyfele.
Daar het doel dezer geDeeswyze is de her
nieuwing van het bloed en de versterking
der spieren, beoogt haar werking veel ziekten
bloedarmoede, rheumatiek, heupjicht, zenuw
pijn, verlamming, ruggemergsziekte, Sr.-Veits-
dans, hoofdpyo, zenuwachtigheid, klieren, enz.
De Pink-Pillen hergeven de schoone kleuren
aan de bleeke gezichten, handelen in alle
gevallen van verzwakking en hebben een
werkdadige hand-.ling op alle ziokton, ver
oorzaakt door licharaelyke en geestelyke over
spanning en door buitensporigheden. Prys
f 1.75 de doos, ƒ9 per 6 doozon.
Verkrygbaar by Snabilik, Steiger 27, Rotter
dam, eenig Depothouder voor Nederland, en
Apotheken. 3378 102
Chon-Olion.
Uit het Fransch van Du Plessac.
I.
Waarom men hem Chon-Chon noemde, ter-
wyi hy toch by den burgerlyken stand als
Pierre Francois Dancourt stond ingeschreven?
Dat is een van die raadsels, die min tever
geefs tracht op te lossen.
De bynaam behoorde aan een mannetje
van een belacheiyke leelykheid, iemand met
een groot hoofd, bedekt met gele krulle->,
een neus die uit vorscheidone stukken scheen
samengesteld en die niet middenin het gezicht
stond, ooren die als waaiers uitstonden en
een wyden, vooruitspringenden mond, terwijl
het eene oog veel grooter was dan het andere.
De veel te lange armen reikten tot ver over
de knieën en de schouders waren hoog op
getrokken.
„Myn arme Chon-Chon, wat ben je toch
lee'yk!" hoe dikwyi3 had by dat van zijn
vroegste jeugd af al niet geboord 1
Zyn moeder zeide 'b met tranen in de oogen,
zyn vader met een zweem van gekrenkten
trots en de broers en zustor lieten h9t duideiyk
biyker. in woorden en daden, dat zy allen
welgemaakt waren, behalve hy.
Op school herhaalde men het hem, tot hy
er zich byna aan gewende, zelfs de onderwijzers
toonden hun afkeer of hun medelyden door
veelzeggende blikken, welsprekender dikwyis
dan woorden.
Doch het liet hem meestal zeer onver
schillig, hy was er nu eenmaal niet anders
gewoon en had zich er by neergelegd. B009
maken deed hy zich nooit, en 't kwam zelfs
niet in hem op van zyn sterke vuisten gebruik
te maken te zyner verdediging.
Hy was even goed als leelyk, voor den
nauwkourigen waarnemer sprak zyn misvormd
gelaat van een gouden hart. Hy voelde heel
goed, dat niemand van hom hield, maar daarom
kon hy toch de geheele wereld een goed hart
toedragen.
II.
Er kwam echter oen dag in zyn lev9n,
waarop dit alles plotseling veranderde.
Hy was negentien jaar en vermaakte zich
buiten met een heel troepje jongelui, waarvan
zyn nichtje Blanche do vrooiykste en de
meest gevierde was.
Zy was niet onaardig, daarvoor was zy te
goedhartig, maar, wat nog ph'niyker was voer
zyn gevoel, zy nam niet de minste notitie
van hem tot zy op een oogenblik dat allen
met gloeiende wangen even stonden nit te
rusten, riep: „Mya beste Chon-Chon, wat
ben je toch leolykl"
Het was hem alsof er iets brak in zyn
hart; zonder een zweem van boosheid maar
met een innig droeven blik zag hy het meisje
aan. Onder een voorwendsel verliet by, zoo
spoedig hy kon, de groep en op zyn kamer
gekomeD, liet hy zyn tranen den vryenloop.
Hoe ouder hy werd, hoe moor de arme Chon-
Chon van die moeilyke oogenblikken had te
doorleven.
Hy begreep al heel gauw, dat hy veel van
zyn richtje hield en dat hem daarom haar
woorden zulk een smart hadden veroorzaakt.
Maar hy was immers een uitgestootene, een
paria, die nooit de vreugde vau een eigen
huiselyken haard zou kennen, die nooit echt
genoot en vader zou zyn, die altyd het geluk
van anderen zou moeten aanzien, omdat hy
te leelyk was.
En dat alles buiten z'y'n schuld; zyn geheele
leven zou hy dien last, hem opgelegd, moeten
dragen. Zelfs in het zoeken van een betrekking
stond zyn buitengewone leelykheid hem in
den weg. Voor het leger deugde hy niet, als
advocaat zou geen enkele cliënt zich aan zyn
welsprekendheid toevertrouwen, evenmin als
hy als doctor ooit patiënten zou krygon. En
by het onderwys ging heelomaal niet: de
leerlingen zouden hem immers 3l uitlachen,
eer by Dog zjjn mond had opengedaan. Hy
was dus gedwongen zyn leven werkeloos en
ia ledighc-id door te brengen. Lang dacht hy'
aan zelfmoord; waarvoor leefde hy, wat bond
hem? Was het niet veel beter, er een oinde
aan te maken?
Toch was hot nobeler den strijd niet op
te geven, meende hy, hij zou zyn kruis drageD,
biymoedig en zonder morren, en trachten door
goedheid zyn leeljjkheid te doen vergeten.
Hy was immers altyd met heel weinig
tevreden geweest; iemand, zooals hy, stelt
gewooniyk zijn eischen niet hoog.
Toen by zyn nichtje weer zag, deed niets
de emoties blykcn, die hy had doorstaan;
Blanche, die klaarblijkelijk berouw had over
haar onnadenkende woorden, was byzonder
hartelijk tegen hem en hy van zyn kant was,
als vroeger, kalm en vrieDdelyk.
III.
Het leven gaat voor ieder onverbiddelyk
voort. Chon-Chon, die zich nooit illusies
gemaakt had van de toekomst, bracht bet
weinig teleurstelliog. Hy streefde er steeds
meer naar, goed te zyn, niet alleen voor zyn
vrienden, maar voor iedereen. Blanche behield
altyd de eerste plaats in zyn hart en foenzy
met den heer Delongueil in het huweiyk trad,
gaf hem dit geen nieuwe smart. Hy had
't immers altyd zoo verwacht, al zou hy ook
gaarne een anderen echtgenoot aan baar zyde
gezien hebben.
Hy maakte zich overal nuttig, liep de
winkels af, organiseerde feestjes, bedacht
toosten en maakte zoodoende de bruiloft bui
tengewoon vrooiyk.
Zelf bleef hy zooveel mogeiyk op den achter
grond, daar by met zyn leelyk gezicht do
vreugde van anderen niet wilde verstoren.
Nu en dan sloot hy even de oogen en ver
beelde hy zich een enkel oogenblik dat by
met Blanche trouwde en dat dit alles te zijner
eere was. De bruidegom was schoon, welge
maakt en zeer lichtzinnig; hy was niet van
plan zyn levenswyze ook maar eenigszins to
veranderenmen wist, dat hy het geld trouwde
en Blanche op den koop toe nam.
Chon Chon zag, dat het jonge vrouwtje er
onder leed; hy trachtte haar afleiding te
breDgen en Delongueil, biyde zyn plichten als
echtgenoot te kunnen overdoen, moedigde hun
vriendschap aan; het was immers geheel sans
coaséquence, Chon-Chon was al te leelyk.
Als een trouwe houd hield by Blanche gezel
schap, nu eu dan, als bet hoog noodig was,
hield by Delongueil een lange boetpredikatie,
wat echter meestal zonder invloed bleof.
IY.
Hy wachtte tot er niemand by was, die
hom kon beletten een kus op de kleine rose
gezichtjes der beide kinderen van Blanche te
crukken. Hy hield zicb, toen zy grooter wer
den, voortdurend met hen bezig, speelde met
ten, zong hen in slaap en genoot zelfs, als by
hen aan en uit mocht kleeden. Met mooi weer
kon men hem in het Bois de Boulogne zien
wandelen.
Hy leerde hun lezen en leidde hun eerste
studies en als zy dan in bet speoluurtje, hem
aan den baard trekkend, vroegen: „Chon Chon,
waarom ben je toch zoo leelyk?" vond hy
hen even geestig als lief.
Delongueil had byna het geheele vermogen
van zyn vrouw er reeds doorgebracht en
telkens had Chon-Chon, die ryk was, hem
geholpen. Blanche bedankte hem. met oen
veelzeggenden handdruk.
V.
Haar echtgenoot stierf aan de gevolgen
van zjjn ongeregelde levenawflze. Zy beweendo
bom niet, daarvoor was de ontgoocheling na
het huweiyk te groot geweest. Maar Chon-
Chon speet heb oprecht en daar Blanche hem
nooit over de groote teleurstelling haars
levens had gesproken, nam hy het haar een
beetje kwalyk, dat ze niet bedroefder was.
Twee jaren gingen voorby en het was of
hy by het ouder worden nog Ieelgker werd;
zyn haren waren reeds grys.
Op zyn veertigsten verjaardag kwamen de
twee kinderen, die oven oud waren,, hem een
enormen bouquet brengenniemand had hem
nog ooit een bloem gegeven.
Hy beefde van aandoening, toen de jongen
een lange speech te zyner eere» opzeide en
Jeanne hem een hartelyken verjaarkus gaf.
Blanche, die zich op don achtergrond had
gehouden, kuste hem eveneens,, voor de. eersto
maal.
„Mama heeft gezegd,, dat we u moesten
vrageD," zeide Jean, „of u onze papa wilt
worden?"
Chon-Chon zag vol vorbazïng van den een
naar de ander, niet durvend begrijpen de
woorden van het kind.
Blanche helderde alles op door zacht te
vragen i
„Wilt gy mijn echtgenoot worden, Chon-
Chon?"
„Ikl Zoa'n monstert Dat kunt ge niet
meenenl"
„Gy hebt de schoonheid van het ba t, beste
vriend, en daar haalt niets by„ ik weet dat
ga me al heel lang liefheot, al heb ik het
nooit laten merkeD, en van myn oprechte
liefde kunt ge verzekerd zyn."
Het gezicht van Chon-Chon nam een uit
drukking aan van hovenaardsch geluk,,zoodat
niemand hem op dat oogenhbk zcu gezegd
hebben
„Wat zyt ge toch leelyk,. myn arme
Chon-Chon L"
Wetsafkoudiging.
De „Sts.-Ct." No. 94 bevat de wet van 2
April 1898, tot nadere voorziening omtrent
de uitvoering der wet, houdende bepalingen
tot voorkoming vnn beirog in den boterhandei.
Het eenig artikel luiit:
In de artt. 2 on G der wet van 23 Juni
1889 (Stsbl. No. S2), houdende bepalingen tot
voorkoming van bodrog in den boterhandei,
worct in plaats van „minister van waterstaat,
handel en nyverheid," gelezen „minister van
binntnlandsche zaken."
Marktberlobt«ib
D« handel ia Goadsche kans blijft kalm de. mark-t
aan voer en nemen toe, doch omdat fijno eoortea altijd
ecbanrech zpo, gaan de marktprijzen niot omboog.
Verleden week bleven de noteoriogen der groote
Zaid-Bollandache markten zelta boneden die. van een
we^k '.o voren. Bij de bestaande behoefte aan fijnere
exportkaas wordt het platteland door de opkoo;era
ijverig afgereisd en worden goodo aoorton. tegen zeer
bevredigende prijzen aan de hnizen opgokooht. Do
vraag nair fijn exportgoed overtreft echter nog het
aanbod; een hieruit voortvloeiend gevaar ia, dat
ta.a Daar het buitenland wordt verzonden, die de
goedo repui&tio van het Hollandacha product kwalijk
hoog kan honden. Bij de eteedB toenemende concur
rentie van andere landen ie dit werkelijk aan gevaar.
Met Edammer op de ZnidrHollandscho markt is hot
op t oogenblik geateld ale met Goudacho- w inig
aanvoer en prjjzen beneden 2fr regel. ©p deNoord-
HoJlxndacbe markt valt de invlood van do nieuw-
mtlköche hooikaas op de prjjzen te bemerken. In do
vorige week liepen daar do noteeringen van kleine
toi ƒ29.50. Op de Zuid-Hol), markt werd Derby
verleden week niet aangevoerd» De noteeringen van
Loidseho houden zich ferm, wat ook het gov al is
met Frieecbo kaas.
In do Alblaaaerwaatd werd d® vorige: weok van
ƒ17—ƒ21 besteed; in de Lopiker- on Erimponer-
waard liepon de prijzen van late eoort Goudscho van
ƒ20-/at.—2de soort 17 - 13; Edammo- lato
fcoort ƒ24 on ƒ25; 2do soort 20—23. (ET. D)
Leeuwarden, 22 April. Boter. late soort/39.50;
aanvoer 216 l/<. «8 */s ®Q 80 llie vaten'
Voï. De aanvoer bestond b< den uit 2079 Renderen,
1027 Schapen, 584 Varkens. Stieren, enter ƒ85 tot
ƒ130, Tv,-enter- ƒ100 tot 100» Oaeen Llfi tot 165,
velt; Koeien ƒ140 tot ƒ223, meltte Koeien 140 tot
ƒ160, Tinken ƒ45 tot 75, vette Kalvoren 28 tot
45,'araskalvoron tot/ nuchtere dito/5 tot
ƒ7, vette schapen ƒ18 tot J 20, melko id. ƒ13 tot
ƒ18, Lammeren ƒ3 tot ƒ5, votta Varkens 40 tot
ƒ90, magere dito ƒ30 tot 40, vette Biggen 15
tot ƒ30, magere dito ƒ4 tot ƒ5, Paarden tot
Vette Koeien late qaal. 24 tot 26 e., 2ile quaL
22 tot 24 c„ 81e qu«l.. 15 tot 20 c., stioren 18 tot
21 c., vetto Kalveren 22 tot 32 c. vette Schapen 23
tot 25 e., vetto Varkoos 17 tot 19 c. Varkone Lon-
deueche markt 14 tot 16 c„ aUea per V* kilo.
In Rundvee was meer en williger handel dan to
vorenin Schapen en Lammeren goodén omzet en
in Varkens waa do handel prijshoadond.
Deventer, 22 April. Boter f 18.— a- ƒ20.50 per
1/ ton, ƒ9.a ƒ11— per l,\6 ton, ƒ0.80 a ƒ0.90
per KG. Kipeieren ƒ2.50 a ƒ3—, Eendeioren ƒ3.23
o ƒ3.75 per 100 «uke.
Louden, 22 April. Frioeohe Boter 86 a 90 eb.
Weekblad voor de Jeugd.
Dit weekblad, uitsluitend verkrijgbaar voor
do abounds op bet Leidsch Dagblad, kost
slechts 3 Cents per nummer en wordt
iederen Woansdagavond bezorgd.
Het bevat gekleurde platen, verhaaltjes,
versjes, enz., en is voor kinderen eon goed
koop en zuér aantrekkelijk boekje.
In de vestibule van het Leidsch Dagblad
wordt elke week een nummer opgehangen,
terwijl men zich tevens voor een abonnement
daar kan opgeven.