N'. 11705
"Vrijdag 33 ApriL
A°. 1898
jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van gen- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Feuilleton.
Getrouw tot in den dood.
ÏEUa DEZKB COtTÜAHTi
Voor Lolden por S maandon. mf Ï.1Ö.
Franco por post1.40.
i&feonderlyke Nommcrs 0.05.
PBUS DEB ADVEETEEïlSirr
Vail 1 0 rogels A 105. latere rogel moor f 0.171. Qrootora
loiters naar plaatsruimte. Voor het incas3eeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit iiomiiier bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden. 21 April.
Naar aanleiding van een in dit nummer
voorkomende advertentie betreffende het houden
eener vergadering in verband met de aard
beving op Amboina, deelen wy ter ophelde
ring mede, dat de heeren H. L. Drucker, J.
A. Van Hamel en P. A. Van der Litb, door
den voorzitter van de „Centrale Commissie tot
ondersteuning van de noodlijdenden door do
aardbeving te Amboina" uitgenoodigd om te
Leiden een sub-commisaio te vormen, zich
per circulaire tot eenige stadgenooten hebben
gewend met dringend verzoëk;, daarvan deel
te willen uitmaken. Mochten zy, wat gehoopt
en vortrouwd wordt, daartoe bereid zyn, dan
wordt hun verzocht met de drie genoemde
heeren te willen vergaderen op Vrydag 22
April 1898, 's namiddags te 4 uren, ten Raad-
huize tot dat doel welwillend door den
heer Burgemeester ter beschikking gesteld
ten einde alsdan te beraadslagen op welke
wyze in deze gemeente het best het edtl
doel kan worden bereikt, dat de Centraio
Commissie zich voorsteltde leniging van de
groote ellende en schade, door de ramp te
Amboina veroorzaakt.
De beschri ving voor de belasting op
bedryf3- en andere inkomsten voor het dienst
jaar 1S98/99 zal in deze provincie aanvangen
op Maandag 2 Mei a. s., terwyi de beschry-
vingsbiljetton door of vanwege den ontvanger
der directe belastingen 20 dagen na de uit
reiking zullen worden opgehaald.
Uit het verslag over het jaar 1897 der
Nederlandsche Zendingsvereeriiging dat
er in de samenstelling van het hoóféêefeur
geen verandering kwam, terwyl^-de^Tfree
oudste kweekelingen van het Zeȕwg35uis
hun arbeid zyn begonnende eortèJT- P! VD.
Den Houter, is uitgezonden door het Sangir-
en Talaut-comité, en werkt nu als zendeling
te Beo (Talaut-eilanden); de andere, H. Krayer,
is als hulpprediker werkzaam in de afdeeling
Lokki (eiland Ceram).
De ontvangsten waren ongeveer 6900
ruinder dan in de beide vorige jaren, niet
tegenstaande de opbrengst der stuiverscollecte
en der Soendaneesjes is vooruitgegaan. De
eerste bedroeg 7859.65, do laatste 3503.18.
Nieuwe stuiversvereenigingen werden opge
richt to Hoogmade, Doodewaard, Assen, Geu-
dringen en Alftn aan den Ryn. Voor Bantam
werd 2900 minder ontvangen. De opbrengst
van den Haagschen bazaar was ƒ1370; een
vermeerdering van 350; en van bet Jonge-
lieden-ger.ootschap te Rotterdam 526.44,
mede als opbrengst van een gehouden bazaar,
benevens een gift van 100, beide voor Bantam.
De gebruikte postzegels brachten op 565.
Onder de ontvangsten kwam nu~en i3an een
klein legaat voor. Het tekorf"oVer - dit jaar
bedraagt 5316.14, terwyi nog 1516.67 on
gedekt bleef van het vorige tekort, samen
dus ƒ6832.81.
De namen der dienstdoende zendelingen zyn
O. Van der Brug, Indramajoe; Jac. J. Muis,
Choribon; J. Verhoeven, Tjideres; B. M. Alke
made, Bandoony; H. Müller, Pangharepan
A. De Haan, Buitenzorg; C. Albers, Meester-
Cornelis; L. Tieraersma, Tanggeran, en Ant.
A. Pennings, Lebak. Zy worden by ges taan
door 27 inlandscho helpers. Het zielental der
gemeenten bedraagt: 1464; dat der scholieren
558. Gedoopt werden sedert het begi;1 der
evangelisation 2361 personen.
In de te Utrecht gehouden verga Jering
van de Kamer van Koophandel wrrï o. m.
besloten geen aóhaesie te betuigen a n Cq po
gingen, door de Leidsche Kamer gedaan om
te bewerken, dat ia alle officiééls stukkon
achter „Nederland" ook „Holland" wont ver
meld. De Kamer achtte de benaming „Konink-
rgk der Nederlanden" zeer voldoende.
Langdurige discussie werd gevoerd over de
quaestie van reorganisatie der Kamers, naar
aanleiding van het ingekomen rapport der
commissie. Een der leden, do hoer Warendorf,
kon zich niöt vereenigen met het denkbeeld,
een afgevaardigde te zenden naar die vergade
ring, zonder bet rapport grondig door do Kamer
te laten bespreken. Niettemin ging de Kamer
met het hoofddenkbeeld, de reorganisatie,
mede, terwyi de beide afgevaardigde voorzitters
geen mandaat kregen over de onderdeelen
van het schema van reorganisatie.
Te Oldemarkt (Overysel) is benoemd tot
gemeente-geneesheer dr. A. A. De Bouvé,
arts te Leiderdorp, die de benoeming heeft
aangenomen.
De Paryscbe» correspondent van het „Hbl."
meldt: De Koninginnen gingen gistermorgen
vroegtydig uit, om onder geleide van den
heer Da Stucrs het musée Cluny te bezich
tigen, waar zy de fraaie collectie porsele in en
kristal bewonderden, en vervolgens naar het
Panthéon, waar zy de muurschilderingen in
oogenschouw namen. Zy daalden niet af In
den grafkelder Nadat zy een bezoek aan de
niöuwe Sor'conne hadden gebracht en het
grooto auditorium hadden bezichtigd, keerden
zy naar het hotel terug.
Te halféén reden HH. MM. uit om, gevolg
govende aan de uitnooüigiog van president
Faure, te dejeuneeren op het Elysóe. De
Koninginnen werden levenoïg toegejuicht door
de menigte, die sedert uren op haar vertrok
wachtte.
Zy zaten by elkaar in een open rytuig;
in twee rytuigen volgden generaal Dumonceau
en de luitenant-adjudant Van de Staal in
groot tenu?, en do overigen heeren en dames
van het gevolg
Aan het Elysea wrr en do Koninginnen
ontvangen door de eerewacht, die de militaire
eorbewyzen bracht, [ondanks het incognito, dat
gehandhaafd bleef.
Het dejeuner was groot gala en werd ge
diend in de groote eetzaal, aan den Rez-de-
Chaussóe, die prachtig versierd was met
bloeden en planten. De president zat tusschen
de beide Vorstinnen. Koningin Wilhelmina z-t
aan zyn rechterhand, de Regentes aan zyn
linkerzydo. Mevrouw Faure zat tusschen den
heer Brisson, den president der Kamer, en
den heer Barthou, den minister van buiten-
landscbe zaken, tegenover de Vorstinnen.
Aan het déjeuner namen ook deel: de heer
H .notaux, minister van buitenlandsche zaken,
do heer Billot, minister van oorlog, de heer
Besnard, minister van marine, benevens de
andere ministers, die te Parijs aanwezig 7,yn.
Voorts nog üe h-rtog van Auerstadt, kanselier
van hot Legioen van Eer, generaal Zurlinden,
militair gouverneur van Parijs, de heer Nisard,
directeur der politieke afdeeling aan buiten
landsche zaken, de heer Bihourd, gezant van
Frankryk te 's Gravenbage; de heer Legrand,
oud-gezant- aldaar, de heer Crozler, chef van
het protocol, de heer Mollard, onderchef, de
heer De Ramel, kolonel van het 140sto linie
regiment, de Nederlandsche gezant De Stuere,
jhr. Van "Woede, allen met hun dames. Einüe-
ïyk nog het gevolg der Koninginnon, bene
vens het militairo en civiele huis van den
president. In 't geheel 66 couverts. De muzi k
van do republikeinsche garde speelde. Er
werden geen feestdronken ingesteld.
Het dejeuner op het Elysée is uitstekend
geslaagd.
De Nederlandsche gasten droegen de Fran-
scho orden, die hun gistermorgen waren ver
leend: H. M. Koningin Wilhelmina het groot
kruis van het Legioen van Eer (dat roeds
vroeger aan H. M. de Regentes is Verleend),
generaal graif Dumonceau do versierselen
van groot-Officier, jhr. Huyssen van Katten-
dyke die van commandeur, jhr. Van der Staal
en de heer Claerbergen cia van officieren, de
dames Van Limburg Stiruui en Van Ittersura
die van „officiers d' instruction publique."
Na het dejeuner werd in een open rytuig
een iytoer gemaakt door bet Eois ae Bou
logne, vervolgens werd in het hotel höt middag
maal gebruikt.
De Koninginnen zullen op haar reis naar
het. Zuiden vergezeld worden door prinses
Elisabeth van Waldeck, zuster der Regentes,
die Dinsdag-avond te Parys is aangekomen
en in het Hotel Continental is afgestapt.
Om tien minuten over zevenen vertrokken
HH. MM. met prinses Elisabeth van het hotel,
toegejuicht en begroet door do menigte.
Aan het station te Lyon werden zy ont
vangen door den voorzitter van den raad van
administratie der spoorwegroaatschappy, den
heer Firman, minister Hanotaux, generaal
Hagron, chef van het Militair Huis van pre-
eiient Faure, den heer Crozier, directeur van
het protocol, en andere Fransche autoriteiten.
Da Vorstinnen spraken met minister Hanotaux.
De Nederlandsche kolonie bood Haar bloomen
aan en juichte Haar toe. Het personeel der
legatie gelei 1de HH. MM. naar het salonrytuig.
De Vorstinnen werden ook geruimen tyd in
het Fransch en het Hollandsch toegejuicht
door de talrtyke menigto, die op het perron
van vertrek was samengestroomd. De Koningin
nen daDkten blykbaar zeer voldaan over het
verbiyf te Parys. By het vertrek groetten
HH. MM. met een buiging.
De trein vertrok te 7 u. 40 min. en zou
heden ora twaalf uren te Cannes aankomen.
Zooals bekend is, werd oen prysvraag
uitgeschreven voor een namens de burgerjj
aan H. M. do Koningin aan te bieden gedenk
plaat naar aanleiding van de plechtige
inhul iiging. De drie ontwerpen van modellen,
welke in een eersten pryskamp bekroond
werden, waren van de hoeren Edema Van
der Tuuk, te Amsterdam, Johan Keiler, te
Glasgow, en J C. Wienicke, tydeiyk te Parys.
Bij den eindkamp is den hoer Wi&nicke de
eerste, den hec-r Van der Tuuk de tweede, den
heer Kell-r de derde prys toegekend. (N.v. N.)
Teylers Tweede Genootschap, te Haarlem,
hoeft geen antwoorden oütvangen op de voor
bet jaar 1897 uitgeschreven prysvraag: „Een
uitvoerige geschiedenis van ons land onder
het Fransche Keizc-rryk, opgesteld o. a. met
behulp van do overvloedige bescheiden, die
in de „Archives nationales", te Parys, be
rusten."
De heer C. A. Molenaar, aftredend lid
der Prov. Staten voor het kiesdistrict Ridder
kerk, heeft verzocht by de a. s. verkiezingen
buiten aanmerking te biyven.
Naar „De Tyd" meldt, zullen aanstaan
den Dinsdagavond de katholieke leden der
Tweede Kamer een clubvergadering houden
ter bespreking van do ingediende wetsont
werpen op de afschaffing der Plaatsvervanging
en den Leerplicht.
Het Nederlandsch Werkliedenfonds beeft
de rekening over 1897 overgelegd.
De ontvangsten en uitgaven bedroegen in
totaal ƒ40,621.96.
In 1897 waren 33 personen pensioon-
trekkend tot een bedrag van 2943.51.
De premiebetaling werd in 1897 gestaakt
van 161 verzekeringen tegenover 153 in 1896,
zoodat ten dezen opziebte voor dit jaar geen
verbetering valt te conatatoeron.
In het belang van den werkman hoopt de
directie, dat de gunstige verwachtingen, die
zy van een verandering in de wyze van
exploitatie koestert, zullen verwezeniykt
worden.
De minister van koloniën maakt bekend,
dat de commissie, welke in dit jaar belast
zal worden met het afnemen in Nedorland
van de beide gedeelten van het groot
ambtenaars-examen voor den Indischen dienst,
haar eerste vergadering zal houden to 's-Graven-
hage, op 20 Juni 1898.
Zy, die aan een der beide gedeelten van het
examen wenachen deel te nemen, moeten zich
uiteriyk op 21 Mei 1898 by een op zegel
geschreven request by het departement van
koloniën aanmelden.
Nadere bijzonderheden vindt men in de
„Sts.-Ct." van heden.
De luitenant ter zee der lste klasse
A. M. P. C. Yan de Laar, dienende als eerste
officier aan boord van Hr. Ms. wachtschip te
Willemsoord, wordt met 10 Mei a. 8. op non
activiteit gesteld en vervangen door den luite
nant t-rr zee der lste klasse G. L. H. Luyten.
De lste luit A. J. W. Van der Grinten,
van het 2de reg. inf. te Maastricht, wordt 1
October voor oen jaar werkzaam gesteld
onder de bovelen van den chef van den
generalen staf, te 's-Gravenhago; de lste luit.
der inf. T. B. Yan L-lyvell, sedert 10 Nov.
1894 gedetacheerd in West-Indiö, wordt eervol
ontheven uit de functie van adjudant van
den Gouverneur van Suriname en keert in 't
begin van Juli in bet vaderland terug; de lste
luit. der artillerie van het O.-I. leger B. Da
Greve is op zyn verzoek mot ingang van 1 Mei
a. s. eervol uit den militairen dienst ontslagen.
Eenigen tyd geleden had bet cadettencorps
der Militaire Academie te Breda aan den
kolonel C. L. Van Pesch, gouverneur van die
inrichting, den wensch te kennen gegeven
om, als biyk van hulde H. M. de KoningiD,
by gelegenheid van het aanvaarden der
regeeriDg een aanschouweiyk teeken daarvan
te mogen geven door het planten van een
horinneringsboom. De daarvoor bestemde
liodeboom is Dinsdag geplaatst op het voorplua
van het academiegebouw, eenige meters vóór
den wal, die het Valkenburg begrenst, recht
tegenover den ingang van het gebouw.
Om vier uren stond het cadettencorps om
den boom geschaard, en nam, na het spelen
van het Wien Neêrlandsch bloed de koloarl
Van Posch het woord en zeide, dat het bem
hoogst aangenaam was het verzoek van het
cadettencorps ontvaDgen te hebben. Tegen
het brengen van de hulde op den dag der
kroüing zelf, bestonden onoverkomelyke be
zwaren, aangezien dan alle cadetten afwezig
zullen zyn.
De kolonel verzocht alsnu den twee oudsten
cadetten van iedtr studiejaar, onder het spelen
van het Wilhelmus tot do planting over te
gaan. Nadat dit was geschied, nam kolon 1
Van Pesch nogmaals het woord, bracht de
geschiedenis van het aloudo kasteel, thans
het academiegebouw, alsmede zyn vorsU-lyke
bewoners in herinnering en hoe ook üe laatste
telg uit het roemrijke Huis van Oranje, nu
3'/i jaar geleden, Hare hoogo belangstelling
had getoond. Wy allen zeide spr. onge
veer zyn bezield met liefde er. vero ring
voor onze geliefde Koningin Wilhelmina en
bereid om, in de uro des gevaars, ons voor
Haar op te offeren.
Na nu nog hst leeraarspersoneel toege
sproken en gewezen te hebben op den goeden
geest, die het cadettencorps kenmerkte, als
govolg van werkzaamheid, sprak de kolonel
Van Pesch de hoop uit, dat de geplante
boom zou bezitten een gezonde kern, vatoaar
voor wasdom en voorspoedig groeien. Dan
zou die boom z(jn een afspiegeling van onze
geliefde Koningin. Hy hoopte, dat zy lang
gespaard zal mogen bluven, en besloot zyn
rede met een driewerf herhaald: Leve de
Koningin 1 waarmede door allen werd inge
stemd.
Ten slotte werd gedefileerd en daarmede
was deze plechtigheid afgeloopen.
By konir.kiyk besluit zyn opgeroepen,
om in den wapenhandel te worden geoefend:
lo. voor ten hoogste 25 dagen:
a. van de lichtingen van 1894 en 1895,
de verlofgangers der militie, beboerende tot
de veldbataljons van het lste, het 2de, het
3de, het 5de, het Gdo en het 8ste reg.
infanterie
b. van de lichtingen van 1895, de verlof
gangers der militie, behoorende tot het reg.
grenadiers en jagers, het 4de en het 7de
9)
Bes3 stond op, toen do jonge dame binnen
kwam, blozend en stralend van blijdschap,
dat zy haar weldoenster zag. Tompion had
uitgeweid over de voornaamheid vau haar
meesteres en de hoogte, waarvan zy was
afgedaald om een gevallen medemensch uit
het stof op to heffen.
Bes?, die de naald onhandig tusschon haar
vingers hield, knoeide yvorig aan haar zoom
en luisterde geduldig naar alles, wat de kame
nier zeide. Hoe weinig z(j ook van de wereld
buiten de donkere sloppen en stegen, waar
zy was opgevoed, wist, was Bess toch schran
der genoog om te weten, dat een jonge dame,
die in zulk e?n hui3 als „Ingleshaw Castle"
woonde, tot de uitverkorenen dezer aarde
moest behooren.
Tompion, die veel van praten hield, had de
zwervelinge alles verteld, wat er van „Ingle-
shaw Castle" en zyn bewoners to vortellen
was. Zy doelde haar mede, dat mynheer
Challonor, de vriend en voormalige speelmakker
harer jonge meesteres, te logeeren werd ver
wacht, na zijn reis door het zuiden van
Europa. Het zuiden van Europa was niets
meer dan een klank voor Bess, wier geogra-
phische kennis benoden het nulpunt stond;
maar het denkbeeld, dat een jonkman, zoo
hy al vroeger geen „verkeering" met haar
weldoenster had gehad, waarschyniyk wel
„verkeering" met haar zou krygon, wekto
haar lovendige belangstelling.
D't Is vry algemeen bekend, dat mylord
gaarne zou zien, dat zy een paar werdeu,"
zeide Tompion op een toon van gezag. „Dat
zou de bezittiogon byeenhouden, weet je;
want er is veel, dat Diet erfeiyk met den
titel is, on dat komt later aan lady Lucille.
En mylord houdt ook veel van mynheer
Challoner."
„Is het een knappe jongen?" vroeg Besa.
„Hy i3 een knap, wèlopgsvoed heer. Je
moet hem geen „jongen" noemen. Dat klinkt
zoo gemeen."
„Er zyn een heele boel woordeö, die vry
wat gemeener klinkeD," zeide Bess.
„Maar zulke akelige woorden moet je ver
geten. Als je wilt, dat lady Lucille goed voor
je zal zyn en beiaDg in je zal stellen, moet je
trachten fatsooniyk te wezen, zooals ik."
„O, gy zyt dus fatsoeniyk?" vroeg de
zwerveling© met een spotachtigen lach, die
juffrouw Tompion ver6cbrikksiyk ergerde.
„Aan u moet ik dus oen voorbeeld nemen? Ik
zou liever wat hoogor zien en een voorbeeld
nemen aan lady Lucille."
„Je bent een ondankbare, brutale meid!"
riep de kamenier met verontwaardiging uit;
„en als ik lady Lucille niet beloofd had my
met je te bemoeien, zou ik ©ogenblikkelijk
myo handen van je aftrekken. Maar lady
Lucille heeft my als een gunst verzocht je
goede manieren en naaien te lcertn, en ik zal
myn best doen om het haar naar den zin te
maken."
„Ik vraag u verschooning," zeide Bess,
torwyi de ondeugonde glans in baar cogen
voor een zachtmoedige uitdrukking plaats
maakte. „Het was myn bedoeling niot brutaal
te wezeu. Ik wil alles doen en alles leeren,
wat lady Lucille wenscht; maar ik dacht, dat,
als ik aan iemand een voorbeeld moest nemen,
ik het wel aan haar kon doen."
„Dat is al te gekl" liep Tompion uit, juist
toen Lucille binnenkwam. „Jy een voorbeeld
nemen aan haarl"
Haar tegenwoordigheid scheen zonneglans in
de kamer te verspreiden, vond B6ss; entoen
zy vriendelijk sprak en het netto vo rkomen
van haar beschermelinge prees, welden tranen
van daokbaarheid in die donkere oogen op.
„Ge zyt nu veel beter, niet waar?" vroeg
Lucille.
„Byna weer heel wèl, lady Lucille; alleen
nog maar wat zwak en onvast op myn
beonen. Morgen ben ik weer heelemaal klaar,
en als ge my dan naar Dover wilt laten gaan,
kan ik wel."
„Dat hangt er van af wat uw vrienden te
Dover voor u kunnen doeu."
„D.it zal niet veol wezen, mylady," ant
woordde het meisje, met een droevige uit
drukking. „Da eenige vriend, dien ik daar
heb, is een soort van r.eef, een jonkmaD, die
in dezelfde steeg woonde. Hij 6prak er van
als soldaat dienst te nemen, en ik heb gehoord,
dat hy naar Dover gegaan ie; maar ik W6et
niet zeker of hy daar is."
„Ge moet er niet ovor denken hem op te
zoeken", zeide Lucillo. „Wat zou hy voor u
kunnen doen, die arme jongen een soldaat,
die vrienden noch familie in die plaatsheeft?
Gy moot hier in huis biyvon totdat ik do
een of andere betrekking voor u heb gevonden.
En ga nu mot my, dan zal ik u de schilderyen
laten zien. Dat zal een aangename tydkorting
voor u zyn, want gy ziet er nog niet sterk
genoeg uit om veel werk to doen. Kunt gy
een weinig loop en?"
„Met u overal heen, lady Lucille."
Lucillo bracht haar door dia fraaie, ouder-
wet8Che kamers, liet haar de scbilderyen en
kabinetten mot oud porselein zien, die zooveel
toeristen kwamen bezichtigen, on vermaakte
zich zeer met haar uitroepingen van verbazing
en haar zonderlinge aanmerkingen, die van
haar volslagen onwetendheid getuigden, alsof
zy eon kind van drie of vier jaar waa. Veel
was haar te loeren, terwyi zy naar de schil
deryen keek: geschiedenissen uit de Heilige
Schrift, de namen van historische personen
uit het verleden. Baar geest was nog oen
onbeschreven blad, maar zy wilde gaarne
kennis opdoen, en (oonde levendige belang
stelling in die geschilderde tooneelen on alles,
wat Lucille haar daarvan wist te verhalen.
Toen nam Lucille haar onderhanden en
begon de moeiiyke taak van haar den platten
tongval en do gemoöne uitdrukkingen van de
Londenscbe achterbuurt, waar zjj was opge
voed, af te leeren. Bess had een ingeschapen
gevoel van hot logo peil van beschaving,
wa-Tcp zij stond, en betoonde zich zeer ge
willig om haar taal door haar weldoenster te
laten zuiveren.
Ten slotte liet Lucillo het meisje haar eigen
kamers zien; en deze schenen Bess zelfs nog
fraaier toe dan do statige vertrekken, die door
toeristen bezichtigd werden.
Al die ólégante kleinigheden van oen meis
jesomgeving de boeken on bloemen, de
beeldjes en aquarellen, de piano, het fijne
kristal en porselein, het japansch verlakwerk,
do South-Kensingtonsclie tapyten dit alle3
vormde een prachtig geheel, verrukkoiyk en
verblindend voor de oogen van het meisje,
dat kunstwerken en luxe-artikelen nooit anders
had gezien dan door do winkelvensters, als
zy vermoeid en met een treurig hait op het
modderig plaveisel stond. Juffrouw Marjorum,
die met haar haakwerk iu een versternis zat,
beantwoordde de nyging van Bess nut do
plechtstatigste buiging, waartoe haar lang in
plechtstatigheid geoefende rug in staat was.
Zy keurde het niet goed, dat bet meisje cp
het kasteel was gebracht, en verb.ngdo naar
de terugkomst van lord Ingleshaw, di?, zooals
zy verwachtte, wel spoedig een einde aan de
dwaasheid zynor dochter zou maken.
Vooral was zy or sterk tegen, dat het meisje
in al de kamers werd gebracht, waar haar
Bcherpe oogen zekc-r elke byzonderheid van
vensters en sluitingen, boomen en grendels
zouden opnemen, om den dieven, met wie de
gouvernante, ovenals Tompion, meende, dat
zy in betrekking stond, het inbreken gemak-
keiyk te maken.
(Wordt vervolrjd.)