N'. 11705 "Vrijdag 33 ApriL A°. 1898 jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van gen- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Feuilleton. Getrouw tot in den dood. ÏEUa DEZKB COtTÜAHTi Voor Lolden por S maandon. mf Ï.1Ö. Franco por post1.40. i&feonderlyke Nommcrs 0.05. PBUS DEB ADVEETEEïlSirr Vail 1 0 rogels A 105. latere rogel moor f 0.171. Qrootora loiters naar plaatsruimte. Voor het incas3eeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Dit iiomiiier bestaat uit TWEE Bladen. Leiden. 21 April. Naar aanleiding van een in dit nummer voorkomende advertentie betreffende het houden eener vergadering in verband met de aard beving op Amboina, deelen wy ter ophelde ring mede, dat de heeren H. L. Drucker, J. A. Van Hamel en P. A. Van der Litb, door den voorzitter van de „Centrale Commissie tot ondersteuning van de noodlijdenden door do aardbeving te Amboina" uitgenoodigd om te Leiden een sub-commisaio te vormen, zich per circulaire tot eenige stadgenooten hebben gewend met dringend verzoëk;, daarvan deel te willen uitmaken. Mochten zy, wat gehoopt en vortrouwd wordt, daartoe bereid zyn, dan wordt hun verzocht met de drie genoemde heeren te willen vergaderen op Vrydag 22 April 1898, 's namiddags te 4 uren, ten Raad- huize tot dat doel welwillend door den heer Burgemeester ter beschikking gesteld ten einde alsdan te beraadslagen op welke wyze in deze gemeente het best het edtl doel kan worden bereikt, dat de Centraio Commissie zich voorsteltde leniging van de groote ellende en schade, door de ramp te Amboina veroorzaakt. De beschri ving voor de belasting op bedryf3- en andere inkomsten voor het dienst jaar 1S98/99 zal in deze provincie aanvangen op Maandag 2 Mei a. s., terwyi de beschry- vingsbiljetton door of vanwege den ontvanger der directe belastingen 20 dagen na de uit reiking zullen worden opgehaald. Uit het verslag over het jaar 1897 der Nederlandsche Zendingsvereeriiging dat er in de samenstelling van het hoóféêefeur geen verandering kwam, terwyl^-de^Tfree oudste kweekelingen van het Ze»ïwg35uis hun arbeid zyn begonnende eortèJT- P! VD. Den Houter, is uitgezonden door het Sangir- en Talaut-comité, en werkt nu als zendeling te Beo (Talaut-eilanden); de andere, H. Krayer, is als hulpprediker werkzaam in de afdeeling Lokki (eiland Ceram). De ontvangsten waren ongeveer 6900 ruinder dan in de beide vorige jaren, niet tegenstaande de opbrengst der stuiverscollecte en der Soendaneesjes is vooruitgegaan. De eerste bedroeg 7859.65, do laatste 3503.18. Nieuwe stuiversvereenigingen werden opge richt to Hoogmade, Doodewaard, Assen, Geu- dringen en Alftn aan den Ryn. Voor Bantam werd 2900 minder ontvangen. De opbrengst van den Haagschen bazaar was ƒ1370; een vermeerdering van 350; en van bet Jonge- lieden-ger.ootschap te Rotterdam 526.44, mede als opbrengst van een gehouden bazaar, benevens een gift van 100, beide voor Bantam. De gebruikte postzegels brachten op 565. Onder de ontvangsten kwam nu~en i3an een klein legaat voor. Het tekorf"oVer - dit jaar bedraagt 5316.14, terwyi nog 1516.67 on gedekt bleef van het vorige tekort, samen dus ƒ6832.81. De namen der dienstdoende zendelingen zyn O. Van der Brug, Indramajoe; Jac. J. Muis, Choribon; J. Verhoeven, Tjideres; B. M. Alke made, Bandoony; H. Müller, Pangharepan A. De Haan, Buitenzorg; C. Albers, Meester- Cornelis; L. Tieraersma, Tanggeran, en Ant. A. Pennings, Lebak. Zy worden by ges taan door 27 inlandscho helpers. Het zielental der gemeenten bedraagt: 1464; dat der scholieren 558. Gedoopt werden sedert het begi;1 der evangelisation 2361 personen. In de te Utrecht gehouden verga Jering van de Kamer van Koophandel wrrï o. m. besloten geen aóhaesie te betuigen a n Cq po gingen, door de Leidsche Kamer gedaan om te bewerken, dat ia alle officiééls stukkon achter „Nederland" ook „Holland" wont ver meld. De Kamer achtte de benaming „Konink- rgk der Nederlanden" zeer voldoende. Langdurige discussie werd gevoerd over de quaestie van reorganisatie der Kamers, naar aanleiding van het ingekomen rapport der commissie. Een der leden, do hoer Warendorf, kon zich niöt vereenigen met het denkbeeld, een afgevaardigde te zenden naar die vergade ring, zonder bet rapport grondig door do Kamer te laten bespreken. Niettemin ging de Kamer met het hoofddenkbeeld, de reorganisatie, mede, terwyi de beide afgevaardigde voorzitters geen mandaat kregen over de onderdeelen van het schema van reorganisatie. Te Oldemarkt (Overysel) is benoemd tot gemeente-geneesheer dr. A. A. De Bouvé, arts te Leiderdorp, die de benoeming heeft aangenomen. De Paryscbe» correspondent van het „Hbl." meldt: De Koninginnen gingen gistermorgen vroegtydig uit, om onder geleide van den heer Da Stucrs het musée Cluny te bezich tigen, waar zy de fraaie collectie porsele in en kristal bewonderden, en vervolgens naar het Panthéon, waar zy de muurschilderingen in oogenschouw namen. Zy daalden niet af In den grafkelder Nadat zy een bezoek aan de niöuwe Sor'conne hadden gebracht en het grooto auditorium hadden bezichtigd, keerden zy naar het hotel terug. Te halféén reden HH. MM. uit om, gevolg govende aan de uitnooüigiog van president Faure, te dejeuneeren op het Elysóe. De Koninginnen werden levenoïg toegejuicht door de menigte, die sedert uren op haar vertrok wachtte. Zy zaten by elkaar in een open rytuig; in twee rytuigen volgden generaal Dumonceau en de luitenant-adjudant Van de Staal in groot tenu?, en do overigen heeren en dames van het gevolg Aan het Elysea wrr en do Koninginnen ontvangen door de eerewacht, die de militaire eorbewyzen bracht, [ondanks het incognito, dat gehandhaafd bleef. Het dejeuner was groot gala en werd ge diend in de groote eetzaal, aan den Rez-de- Chaussóe, die prachtig versierd was met bloeden en planten. De president zat tusschen de beide Vorstinnen. Koningin Wilhelmina z-t aan zyn rechterhand, de Regentes aan zyn linkerzydo. Mevrouw Faure zat tusschen den heer Brisson, den president der Kamer, en den heer Barthou, den minister van buiten- landscbe zaken, tegenover de Vorstinnen. Aan het déjeuner namen ook deel: de heer H .notaux, minister van buitenlandsche zaken, do heer Billot, minister van oorlog, de heer Besnard, minister van marine, benevens de andere ministers, die te Parijs aanwezig 7,yn. Voorts nog üe h-rtog van Auerstadt, kanselier van hot Legioen van Eer, generaal Zurlinden, militair gouverneur van Parijs, de heer Nisard, directeur der politieke afdeeling aan buiten landsche zaken, de heer Bihourd, gezant van Frankryk te 's Gravenbage; de heer Legrand, oud-gezant- aldaar, de heer Crozler, chef van het protocol, de heer Mollard, onderchef, de heer De Ramel, kolonel van het 140sto linie regiment, de Nederlandsche gezant De Stuere, jhr. Van "Woede, allen met hun dames. Einüe- ïyk nog het gevolg der Koninginnon, bene vens het militairo en civiele huis van den president. In 't geheel 66 couverts. De muzi k van do republikeinsche garde speelde. Er werden geen feestdronken ingesteld. Het dejeuner op het Elysée is uitstekend geslaagd. De Nederlandsche gasten droegen de Fran- scho orden, die hun gistermorgen waren ver leend: H. M. Koningin Wilhelmina het groot kruis van het Legioen van Eer (dat roeds vroeger aan H. M. de Regentes is Verleend), generaal graif Dumonceau do versierselen van groot-Officier, jhr. Huyssen van Katten- dyke die van commandeur, jhr. Van der Staal en de heer Claerbergen cia van officieren, de dames Van Limburg Stiruui en Van Ittersura die van „officiers d' instruction publique." Na het dejeuner werd in een open rytuig een iytoer gemaakt door bet Eois ae Bou logne, vervolgens werd in het hotel höt middag maal gebruikt. De Koninginnen zullen op haar reis naar het. Zuiden vergezeld worden door prinses Elisabeth van Waldeck, zuster der Regentes, die Dinsdag-avond te Parys is aangekomen en in het Hotel Continental is afgestapt. Om tien minuten over zevenen vertrokken HH. MM. met prinses Elisabeth van het hotel, toegejuicht en begroet door do menigte. Aan het station te Lyon werden zy ont vangen door den voorzitter van den raad van administratie der spoorwegroaatschappy, den heer Firman, minister Hanotaux, generaal Hagron, chef van het Militair Huis van pre- eiient Faure, den heer Crozier, directeur van het protocol, en andere Fransche autoriteiten. Da Vorstinnen spraken met minister Hanotaux. De Nederlandsche kolonie bood Haar bloomen aan en juichte Haar toe. Het personeel der legatie gelei 1de HH. MM. naar het salonrytuig. De Vorstinnen werden ook geruimen tyd in het Fransch en het Hollandsch toegejuicht door de talrtyke menigto, die op het perron van vertrek was samengestroomd. De Koningin nen daDkten blykbaar zeer voldaan over het verbiyf te Parys. By het vertrek groetten HH. MM. met een buiging. De trein vertrok te 7 u. 40 min. en zou heden ora twaalf uren te Cannes aankomen. Zooals bekend is, werd oen prysvraag uitgeschreven voor een namens de burgerjj aan H. M. do Koningin aan te bieden gedenk plaat naar aanleiding van de plechtige inhul iiging. De drie ontwerpen van modellen, welke in een eersten pryskamp bekroond werden, waren van de hoeren Edema Van der Tuuk, te Amsterdam, Johan Keiler, te Glasgow, en J C. Wienicke, tydeiyk te Parys. Bij den eindkamp is den hoer Wi&nicke de eerste, den hec-r Van der Tuuk de tweede, den heer Kell-r de derde prys toegekend. (N.v. N.) Teylers Tweede Genootschap, te Haarlem, hoeft geen antwoorden oütvangen op de voor bet jaar 1897 uitgeschreven prysvraag: „Een uitvoerige geschiedenis van ons land onder het Fransche Keizc-rryk, opgesteld o. a. met behulp van do overvloedige bescheiden, die in de „Archives nationales", te Parys, be rusten." De heer C. A. Molenaar, aftredend lid der Prov. Staten voor het kiesdistrict Ridder kerk, heeft verzocht by de a. s. verkiezingen buiten aanmerking te biyven. Naar „De Tyd" meldt, zullen aanstaan den Dinsdagavond de katholieke leden der Tweede Kamer een clubvergadering houden ter bespreking van do ingediende wetsont werpen op de afschaffing der Plaatsvervanging en den Leerplicht. Het Nederlandsch Werkliedenfonds beeft de rekening over 1897 overgelegd. De ontvangsten en uitgaven bedroegen in totaal ƒ40,621.96. In 1897 waren 33 personen pensioon- trekkend tot een bedrag van 2943.51. De premiebetaling werd in 1897 gestaakt van 161 verzekeringen tegenover 153 in 1896, zoodat ten dezen opziebte voor dit jaar geen verbetering valt te conatatoeron. In het belang van den werkman hoopt de directie, dat de gunstige verwachtingen, die zy van een verandering in de wyze van exploitatie koestert, zullen verwezeniykt worden. De minister van koloniën maakt bekend, dat de commissie, welke in dit jaar belast zal worden met het afnemen in Nedorland van de beide gedeelten van het groot ambtenaars-examen voor den Indischen dienst, haar eerste vergadering zal houden to 's-Graven- hage, op 20 Juni 1898. Zy, die aan een der beide gedeelten van het examen wenachen deel te nemen, moeten zich uiteriyk op 21 Mei 1898 by een op zegel geschreven request by het departement van koloniën aanmelden. Nadere bijzonderheden vindt men in de „Sts.-Ct." van heden. De luitenant ter zee der lste klasse A. M. P. C. Yan de Laar, dienende als eerste officier aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt met 10 Mei a. 8. op non activiteit gesteld en vervangen door den luite nant t-rr zee der lste klasse G. L. H. Luyten. De lste luit A. J. W. Van der Grinten, van het 2de reg. inf. te Maastricht, wordt 1 October voor oen jaar werkzaam gesteld onder de bovelen van den chef van den generalen staf, te 's-Gravenhago; de lste luit. der inf. T. B. Yan L-lyvell, sedert 10 Nov. 1894 gedetacheerd in West-Indiö, wordt eervol ontheven uit de functie van adjudant van den Gouverneur van Suriname en keert in 't begin van Juli in bet vaderland terug; de lste luit. der artillerie van het O.-I. leger B. Da Greve is op zyn verzoek mot ingang van 1 Mei a. s. eervol uit den militairen dienst ontslagen. Eenigen tyd geleden had bet cadettencorps der Militaire Academie te Breda aan den kolonel C. L. Van Pesch, gouverneur van die inrichting, den wensch te kennen gegeven om, als biyk van hulde H. M. de KoningiD, by gelegenheid van het aanvaarden der regeeriDg een aanschouweiyk teeken daarvan te mogen geven door het planten van een horinneringsboom. De daarvoor bestemde liodeboom is Dinsdag geplaatst op het voorplua van het academiegebouw, eenige meters vóór den wal, die het Valkenburg begrenst, recht tegenover den ingang van het gebouw. Om vier uren stond het cadettencorps om den boom geschaard, en nam, na het spelen van het Wien Neêrlandsch bloed de koloarl Van Posch het woord en zeide, dat het bem hoogst aangenaam was het verzoek van het cadettencorps ontvaDgen te hebben. Tegen het brengen van de hulde op den dag der kroüing zelf, bestonden onoverkomelyke be zwaren, aangezien dan alle cadetten afwezig zullen zyn. De kolonel verzocht alsnu den twee oudsten cadetten van iedtr studiejaar, onder het spelen van het Wilhelmus tot do planting over te gaan. Nadat dit was geschied, nam kolon 1 Van Pesch nogmaals het woord, bracht de geschiedenis van het aloudo kasteel, thans het academiegebouw, alsmede zyn vorsU-lyke bewoners in herinnering en hoe ook üe laatste telg uit het roemrijke Huis van Oranje, nu 3'/i jaar geleden, Hare hoogo belangstelling had getoond. Wy allen zeide spr. onge veer zyn bezield met liefde er. vero ring voor onze geliefde Koningin Wilhelmina en bereid om, in de uro des gevaars, ons voor Haar op te offeren. Na nu nog hst leeraarspersoneel toege sproken en gewezen te hebben op den goeden geest, die het cadettencorps kenmerkte, als govolg van werkzaamheid, sprak de kolonel Van Pesch de hoop uit, dat de geplante boom zou bezitten een gezonde kern, vatoaar voor wasdom en voorspoedig groeien. Dan zou die boom z(jn een afspiegeling van onze geliefde Koningin. Hy hoopte, dat zy lang gespaard zal mogen bluven, en besloot zyn rede met een driewerf herhaald: Leve de Koningin 1 waarmede door allen werd inge stemd. Ten slotte werd gedefileerd en daarmede was deze plechtigheid afgeloopen. By konir.kiyk besluit zyn opgeroepen, om in den wapenhandel te worden geoefend: lo. voor ten hoogste 25 dagen: a. van de lichtingen van 1894 en 1895, de verlofgangers der militie, beboerende tot de veldbataljons van het lste, het 2de, het 3de, het 5de, het Gdo en het 8ste reg. infanterie b. van de lichtingen van 1895, de verlof gangers der militie, behoorende tot het reg. grenadiers en jagers, het 4de en het 7de 9) Bes3 stond op, toen do jonge dame binnen kwam, blozend en stralend van blijdschap, dat zy haar weldoenster zag. Tompion had uitgeweid over de voornaamheid vau haar meesteres en de hoogte, waarvan zy was afgedaald om een gevallen medemensch uit het stof op to heffen. Bes?, die de naald onhandig tusschon haar vingers hield, knoeide yvorig aan haar zoom en luisterde geduldig naar alles, wat de kame nier zeide. Hoe weinig z(j ook van de wereld buiten de donkere sloppen en stegen, waar zy was opgevoed, wist, was Bess toch schran der genoog om te weten, dat een jonge dame, die in zulk e?n hui3 als „Ingleshaw Castle" woonde, tot de uitverkorenen dezer aarde moest behooren. Tompion, die veel van praten hield, had de zwervelinge alles verteld, wat er van „Ingle- shaw Castle" en zyn bewoners to vortellen was. Zy doelde haar mede, dat mynheer Challonor, de vriend en voormalige speelmakker harer jonge meesteres, te logeeren werd ver wacht, na zijn reis door het zuiden van Europa. Het zuiden van Europa was niets meer dan een klank voor Bess, wier geogra- phische kennis benoden het nulpunt stond; maar het denkbeeld, dat een jonkman, zoo hy al vroeger geen „verkeering" met haar weldoenster had gehad, waarschyniyk wel „verkeering" met haar zou krygon, wekto haar lovendige belangstelling. D't Is vry algemeen bekend, dat mylord gaarne zou zien, dat zy een paar werdeu," zeide Tompion op een toon van gezag. „Dat zou de bezittiogon byeenhouden, weet je; want er is veel, dat Diet erfeiyk met den titel is, on dat komt later aan lady Lucille. En mylord houdt ook veel van mynheer Challoner." „Is het een knappe jongen?" vroeg Besa. „Hy i3 een knap, wèlopgsvoed heer. Je moet hem geen „jongen" noemen. Dat klinkt zoo gemeen." „Er zyn een heele boel woordeö, die vry wat gemeener klinkeD," zeide Bess. „Maar zulke akelige woorden moet je ver geten. Als je wilt, dat lady Lucille goed voor je zal zyn en beiaDg in je zal stellen, moet je trachten fatsooniyk te wezen, zooals ik." „O, gy zyt dus fatsoeniyk?" vroeg de zwerveling© met een spotachtigen lach, die juffrouw Tompion ver6cbrikksiyk ergerde. „Aan u moet ik dus oen voorbeeld nemen? Ik zou liever wat hoogor zien en een voorbeeld nemen aan lady Lucille." „Je bent een ondankbare, brutale meid!" riep de kamenier met verontwaardiging uit; „en als ik lady Lucille niet beloofd had my met je te bemoeien, zou ik ©ogenblikkelijk myo handen van je aftrekken. Maar lady Lucille heeft my als een gunst verzocht je goede manieren en naaien te lcertn, en ik zal myn best doen om het haar naar den zin te maken." „Ik vraag u verschooning," zeide Bess, torwyi de ondeugonde glans in baar cogen voor een zachtmoedige uitdrukking plaats maakte. „Het was myn bedoeling niot brutaal te wezeu. Ik wil alles doen en alles leeren, wat lady Lucille wenscht; maar ik dacht, dat, als ik aan iemand een voorbeeld moest nemen, ik het wel aan haar kon doen." „Dat is al te gekl" liep Tompion uit, juist toen Lucille binnenkwam. „Jy een voorbeeld nemen aan haarl" Haar tegenwoordigheid scheen zonneglans in de kamer te verspreiden, vond B6ss; entoen zy vriendelijk sprak en het netto vo rkomen van haar beschermelinge prees, welden tranen van daokbaarheid in die donkere oogen op. „Ge zyt nu veel beter, niet waar?" vroeg Lucille. „Byna weer heel wèl, lady Lucille; alleen nog maar wat zwak en onvast op myn beonen. Morgen ben ik weer heelemaal klaar, en als ge my dan naar Dover wilt laten gaan, kan ik wel." „Dat hangt er van af wat uw vrienden te Dover voor u kunnen doeu." „D.it zal niet veol wezen, mylady," ant woordde het meisje, met een droevige uit drukking. „Da eenige vriend, dien ik daar heb, is een soort van r.eef, een jonkmaD, die in dezelfde steeg woonde. Hij 6prak er van als soldaat dienst te nemen, en ik heb gehoord, dat hy naar Dover gegaan ie; maar ik W6et niet zeker of hy daar is." „Ge moet er niet ovor denken hem op te zoeken", zeide Lucillo. „Wat zou hy voor u kunnen doen, die arme jongen een soldaat, die vrienden noch familie in die plaatsheeft? Gy moot hier in huis biyvon totdat ik do een of andere betrekking voor u heb gevonden. En ga nu mot my, dan zal ik u de schilderyen laten zien. Dat zal een aangename tydkorting voor u zyn, want gy ziet er nog niet sterk genoeg uit om veel werk to doen. Kunt gy een weinig loop en?" „Met u overal heen, lady Lucille." Lucillo bracht haar door dia fraaie, ouder- wet8Che kamers, liet haar de scbilderyen en kabinetten mot oud porselein zien, die zooveel toeristen kwamen bezichtigen, on vermaakte zich zeer met haar uitroepingen van verbazing en haar zonderlinge aanmerkingen, die van haar volslagen onwetendheid getuigden, alsof zy eon kind van drie of vier jaar waa. Veel was haar te loeren, terwyi zy naar de schil deryen keek: geschiedenissen uit de Heilige Schrift, de namen van historische personen uit het verleden. Baar geest was nog oen onbeschreven blad, maar zy wilde gaarne kennis opdoen, en (oonde levendige belang stelling in die geschilderde tooneelen on alles, wat Lucille haar daarvan wist te verhalen. Toen nam Lucille haar onderhanden en begon de moeiiyke taak van haar den platten tongval en do gemoöne uitdrukkingen van de Londenscbe achterbuurt, waar zjj was opge voed, af te leeren. Bess had een ingeschapen gevoel van hot logo peil van beschaving, wa-Tcp zij stond, en betoonde zich zeer ge willig om haar taal door haar weldoenster te laten zuiveren. Ten slotte liet Lucillo het meisje haar eigen kamers zien; en deze schenen Bess zelfs nog fraaier toe dan do statige vertrekken, die door toeristen bezichtigd werden. Al die ólégante kleinigheden van oen meis jesomgeving de boeken on bloemen, de beeldjes en aquarellen, de piano, het fijne kristal en porselein, het japansch verlakwerk, do South-Kensingtonsclie tapyten dit alle3 vormde een prachtig geheel, verrukkoiyk en verblindend voor de oogen van het meisje, dat kunstwerken en luxe-artikelen nooit anders had gezien dan door do winkelvensters, als zy vermoeid en met een treurig hait op het modderig plaveisel stond. Juffrouw Marjorum, die met haar haakwerk iu een versternis zat, beantwoordde de nyging van Bess nut do plechtstatigste buiging, waartoe haar lang in plechtstatigheid geoefende rug in staat was. Zy keurde het niet goed, dat bet meisje cp het kasteel was gebracht, en verb.ngdo naar de terugkomst van lord Ingleshaw, di?, zooals zy verwachtte, wel spoedig een einde aan de dwaasheid zynor dochter zou maken. Vooral was zy or sterk tegen, dat het meisje in al de kamers werd gebracht, waar haar Bcherpe oogen zekc-r elke byzonderheid van vensters en sluitingen, boomen en grendels zouden opnemen, om den dieven, met wie de gouvernante, ovenals Tompion, meende, dat zy in betrekking stond, het inbreken gemak- keiyk te maken. (Wordt vervolrjd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1