Persoonlyke dienstplicht. Het antwoord dor RogeeriDg is verschenen op het Yoorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp betrekkelijk den per soonlijken dienstplicht. Een debat over de opportuniteit van dein- diGDiDg dezer wetsvoordracht acht de Reg. weinig vruchtbaar. De opmerking, dat tegen de afschaffing der plaatsvervanging en nummer- verwisseling ócne der staatkundige richtingen aanmerkelijk bezwaar h6eft, betreft niet de opportuniteit der IndieniDg, maar de indiening zelve. Maar lovondien moet nog blijken of werkelijk één staatkundige richting als zoo danig tegen het ontwerp onoverkomelijke be zwaren heeft. Dat de datum van in werking-treden der nieuwe regeling niet goed gekozen zou zijn, kan de Reg. evenmin inzien. Het in-werking- treden der wet op 1 September a. s. zal geen dissonant zijn in de nationale feestviering. Te minder, nu in het verslag wordt verklaard, dat, dank zy de vrijstellingen, de R.Katho- lieken zich eventueel bij de aanneming zullen neerleggen. Uitstel acht zy niet gerechtvaardigd. Do Regeering stelt er prijs op nog eens uiteen te zottan, waarom zy, ofschoon zelve niet alleen van de wtnscbelykheid, maar ook van de noodzakelijkheid van een volledige reorganisatie onzer levende strijdkrachten ten volle overtuigd, zich bij dit wetsontwerp be paald heeft tot afschaffing van plaatsver vanging en nummerverwissoling. De inge slagen weg cchynt haar zoo ni.t de eenig rnogtlyke dan toch de moest zekere om tot zoo dringend ncolzakolyke verbetering te komen. Slechts dan zou de Regeering, ondanks alle bezwaren, niet teruggedeinsd zijn in één wet alles, wat verbetering beboeft, saam te vatten, indien df de invoering van persoonlijken dienstplicht op zichzelf oen nadeel of althans geen verbetering zou zyn, óf bij het doen van nadere voorstellen van legerhervorming op dit beginsel allicht zou moeten worden teruggekomen. Maar noch het een noch het ander is 't geval. Geenszins wordt toegegeven dat pers. dienst plicht niet zou passen by een stelsel van dienstplicht met ongelyko oefening, evenmin als dat de Regeering kan inzien, dat over de afschaffing van plaatsvervanging en nummer- verwisseling geen beslissing zou kunnen wor.en genomen, geheel afgescheiden van latere plannen van legerorganlsatie en leger vorming. Omtrent deze latere plannen blyft de Kamer volkomen vry. Gaarne wil de Reg. de verklaring afleggen, dat na het tot stand-komen van deze wet met de nadere voorstellen betreffende de levende strydkrachten bekwame spoed zal worden gemaakt. Voor zoover het belang der defensie dit maar eenigszins toelaat, zal naar besparing van k03t9n gestreefd worden. Voorts doet de Reg. ten aanzien van de gemankte bedonkingen opmerken dat het grond wettig voorschrift, dat de nationale militie zooveel mogelijk uit vrijwillige: 8 moet worden samengesteld, vervat in art. 180 der Grond- w t van 1848, niet meer bestaat; en dat gelijkstelling van plaatsvervangers met vry- willigers niet opgaat. Afschaffing der plaats vervanging is h. 1. juist bevorderlijk aan de naleving van het grondwettig voorschrift, dat alle Nederlanders, daartoe ia staat, verplicht zijn mede to werken tot handhaving dor on afhankelijkheid van het Ryk. De Regeering acht 't niet duidelijk, dat op het minder bemiddeld gedeelte des volks een blaam wordt geworpen door haar verwachting van afdoende verbetering van bot zedeiyk en verstandelijk gehalte van de militie, door op neming van meer ontwikkelden in h6t leger by afschaffing der plaatsvervanging. Ds Regeering biy't volhouden, dat zeer zeker het peil van zedelijkheid en ontwikkeling van plaatsvervangers beneden dat der overige miliciens staat. Naatt officiéél© cyfers spreken ook de feiten in het nadeel der vervangers. Ook over hot bezorgen van plaatsvervangers kan over 't algemeen het oordeel niet gunstig lui en. Dat het intellectueel gehalte der militie door invoering van den persoonlijken dienstplicht zal verbeteren, kan h. i, niet op goede gronden worden betwist. Dat het samenzyn in de kazerne van personen, die in zeer verschillende galuelijky omstancigheden verkeeren, op het more.l gehalte van de dienstplichtigen en op hunne onderlinge verhouding een minder goeden invloed zal hebben, kan de Regeering geenszins totgsvon. Men mag integendeel verwachten, dat de eenheid van verplichting de toenadering der vorschillende klassen tot elkinJer zal bevorderen en dat het onderling verkeer in het leger, geiyk doorgaans, op de minder ontwikkelden een beschavenden Invloed z 1 osfenen. Door de dienstvervanging biyven de flinke boerenzoons en de jongelingen uit de midden klasse van het volk buiten de militie en doen hun plaatsen innemen door mannen uit de lagere klass-n, vèr by hen in ontwikkeling achter staande. By de hedondaagsche krygsvoering wordt veol meer dan vroeger kennis en zelfstandig- luid ook by ieder individu van het leger geëischt. Do persoonl. dienstplicht zal zonder boven matige uitgaven een in aantal en gehalte voldo3nd kader verschaffen en bet deed der Regeering genoegen te vernemen dat op dezen grond reeds alleen de voorgestelde maatregel coor sommige leden gerechtvaardigd werd geacht uit een militair oogpunt. E9D leger, waarin alle standen der maatschappy schouder aan schouder staan, heeft veel meer inwen ige kracht en staat uit een moreel standpunt veel hooger dan een tegor, waarin nagenoeg alle gegoede en ontwikkelde elementen des vclks worden gemist. Maar al ware uit een militair oogpunt een voldoende defensie te bereiken by een regeling, die het aan de zonen der meer gegoeden mogelijk maakt zich aan de verdediging van het vaderland te onttrekken, uit een sociaal on moreel oogpunt is dit niet te rechtvaardigen. Voor geld moge veel te koop zyn, de plicht om het vaderland te verdedigen mag niet worden afgekocht. De bevoegdheid nu, aan allen verzekerd, om anderen In tyd van oorlog voor hen te laten vechten, is in werkelykhoid voor de groote meerderheid der lotelingen fictief, omdat de persoonlyke dienstvervulling slechts voor een belanjryke som gelcis kan worden afgekocht, en daaronder de geheele klasse van ambachts- en werklieden. Dcrgelyke ongoiykheid is niet te verdedigen met de opmerking, dat nu eenmaal niets te verandoren is aan höt feit, dat aan het bezit van geld voordeelen zyn verbonden. De Regeering i3 by het ontwerpen van haar wetsontwerp uitgegaan van de gedachte, dat hot haar plicht is, om, wanneer htt belang der defensie het gedoogt, wel degelijk met byzon dere maatschappelijke verhoudingen en om standigheden rekening te houden, en van de dienstplichtigen ook niet meer te vergen dan werkelijk noodig wordt geacht m door de rechtvaardigheid vordt geboden. Daarom is een bepaling opgenomen, volgens wclko ontheffing van dienst kunnen verkregen zy, die voor het gezin niet kunnen wordon ge mist, wier afwezigheid in naasten kring tot armoede aanleiding zou kunnen geven Maar ook om dezelfde redenen zUn ook maatregelen genomen om het afbreken van studiën tot een minimum tyd te beperken, en tevens bepalingen voorgesteld, om het zich vestigen in het buitenland voor handel en industrie zoo weinig mogelyk te belemmeren, daarom is de Regeering zelfs zoo ver gegaan ook de gelegenheid open te laten van ciienstruiling voor het z. g. biyvende gedeelte. De Regeering blyft volhouden, dat van het te zamen dienen meer onderlinge waardeering tusschen de verschillende standen te ver wachten is. Te ontkennen is 't niet, dat in plaats van waardeering verbittering zou worden verwekt, Indien, zooals sommige leden vrees den, ryken en armen niet samen zouden dienen, maar eerstgenoemden in den dienst op allerlei wyze zouden worden bevoordeeld. To recht is daartegen aangevoerd, dat van overheids wege tegen dergelyke bevoorrechting streng behoort te worden gewaakt. Geschiedde dit niet, dan zouden de militaire autoriteiten zich aan plichtverzuim schuldig maken. Tegen over al de voordeelen, waartoe ook nog be hoort, dat er een nauwere band zal komen tusschen leger en volk, staan geen nadeelen van oenige betoekenis. Do Regeering wederlegt vervolgens uit voerig do bedenkingen, gerezen tegen haar voorstel om do bepaling van art. 120 uit te breiden tot de lotelingen, die aan te stellen eischen van oekwaamheid voldoen. Zy ontkent, dat het reservekader by in voering van persoonlyken cienstplicht geen reden van bestaan meer zou hebben. In verban 1 met de opmerking, om het blijvend gedeelte geheel uit vrywilligsrs aan te stellen, zoodat de loting daarvoor en dus ook de nummerwteseling zou kunnen vervallen, verklaart de Minister gaarne berdi te zijn middelen aan te wenden om het aantal vry willigers te doen toenemen. Het voornemen bestaat om de soldy voor de vry willigere by de infanterie op/" 0.13 per dag te brengen; de maximale termyn van 6 maanden, bedoeld in art. 120 der militie- wet, waro te verkorten tot 4 maanden. De nota van wijzigingen, by het w. o. gevoegd, bevat oen daartoe strekken 1 voorstel. "Wat betreft de ontheffingen van den werke- lykcn dienst aan geestelijke personen, enz., zegt de Regeering, dat zij niet voorstelt die ontheffingen in te voeren, maar 6lecbts om in de bestaande ontheffingen enkele wyzigin- gen te brengen en er eenige uitbreiding aan te gev.n, waar zy cit noodzakelijk acht juist wegens de invoering van den persoonl. dienst plicht. Inzake de opmerkiög over de vrystelling van ordebroeders, z?gt do Regeering, dat de grond voor dezo ontheffing niet gelegen is in de bostemming tot ziekenverplegers dezer broeders, maar omdat do hierbedoeldo personen, hoewel in den kanonnieken zin geen geeste- lyken, clerici, maar regulares, echter gehou den zyn tot een geestelijk leven, met welks eigenaardigheden en eischen de krygsaionst niet is overeen te brongeD, en dat de tyd, waarin zy tot dienst zouden worden verplicht, juist valt in de jaren, waarin zy in den regel hun eigenaardige geestelijke vorming beginnen. De Reg. is voornemens te bevorderen, dat de voor de theologische vorming bestemde leer lingen van de 5de en 6do klasse van de gym nasia als studenten in do godgeleerdheid zullen worden beschouwd. Van de zydo der Doopsgezinden is geen bezwaar gemaakt tegen de afschaffing. Dat schadeloosstolling aan het gozin, waar van de kostwinner in dienst wordt gesteld, beter in het kader van het w.-o. zou passen dan tjjdeiyke ontheffing van den werkelyken dienst van don kostwinner, wordt door de Reg. ontkend. Die schadeloosstelling kan feite- lyk neerkomen op 't geven van onderstand door don Staat en past niet in het stelsel van dit ontwerp. De minister van oorlog onderschryft het geen in bet Voorl. Verslag omtrent do Inrichting der kazernen is gezegd. Hy acht verheffing van de maatschappeiyke positie van den officiersstand, omdat jonge lingen uit de gegoede klasse in de kazerne komeD, niet noodig. By het wetsontwerp zjjn gevoegdten eerste een nota van wyzigingen; tsn tweede een numerieke opgaaf van de ingeltyfden der militie te lande, die met een briefje van ontslag zyn heengezonden van 1891 tot 1897; ten derde een numerieke opgaaf van hen, die als eenige wettige zoon werden vrygeeteld in de ver schillende provinciën van de lichtingen voor 1888—1897; ten vierde oen overzicht van de procenten aangaande de kennis van het lezen en het scbryven van ingeiyfden by de militie to land van 1885—1897; ten vyfdedeindeelingder lichting van 1898 en ten zesde een opgaaf van de sterkte van het blijvend gedeelte by de verschillende corpsen van het leger ge durende de jaren 1890-1897. Gemeenteraad van Bodegraven. Voorzitter: de Burgemeester. Afwezig mot kennisgoving de lieeren Turken burg en Van Donk; zonder kennisgeving de heer Moons. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Als ingekomen stukken worden ter tafel gebracht bet proces-verbaal van kasopnemingen een missive van Gedep. Staten, houdende terugzending van het goedgekeurde Raadsbesluit tot af- en over schrijving op de hegrooting dienst 1898 (verhoogde jaarwedde van Burgemeester cn Secretaris). Beide stukken worden voor kennisgeving aange- nonion. Wordt overgelegd het verslag van den land bouw in Nederland over 1894 en 1895, welk boekdoel voor do Raadsleden ter beschikking ligt. De Voorzitter deelt mede, dat afwjjzend is beschikt op do vraag, gedaan door B. en "Ws. aan de Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen, om betero aansluiting van sommige treinen en om trein 2.53 uit Amsterdam niet alleen op Maandag, doch op iederen dag te doen stoppen to Woerden. Eveneens is afwijzend beschikt op het verzoek aan den Minister van Waterstaat; Handel on Nijverheid, om alhier doorloopenden dagdienst op bet post- en telegraafkantoor te verkrijgen. Als reden voor deze weigering wordt opgegeven, dat er een aantal kantoren is met beperkten diensttijd, alwaar het verkeer meer belangrijk is dan te Bodegraven. Verder wordt medegedeeld, dat de Minister van Oorlog op de vraag of de betrekking van plaat selijk adjudant te Wierickerschans zal worden op geheven, beeft te kennen gegeven, dat hieromtrent nog geen besluit genomen is, doch dat de noodige maatregelen getroffen zullen worden om te voor komen, dat de opheffing van die betrekkingeenig gevaar voor de gemeente zoude opleveren. Ten slotte zegt de Voorzitter, dat door den inspec teur der posterijen getracht is om een verandering te brengen in de diensturen van het kantoor te Nieuwerbrug, ten gevolge waarvan bet kantoor niet eerder dan te halftien v.m. zoude geopend worden, doch dat. dooir tusschenkomst van den directeur-generaal 'deï poslorfien voorkomen is, dat doze zonderlinge regeling is ingevoerd, zoodat nu do openstelling van bet kantoor blijft zooals bet tot nu toe was, nl. te halfhegen v.m. Aan de orde is de benoeming van een onder wijzer aan school A. De Voorzitter lee3t voor het rapport van het schoolhoofd en de missive van den arr.-schoolopziener, die de gehouden proefles heeft bijgewoond. Uit de voordracht, bestaande uit do heeren D. Groenendijk, te Uitgeest, C. W. Rusting, te Spierdijk, en K. De Boer, te Houtrak- polder, wordt eerstgenoemde benoemd met alge- meene stemmen op een jaarwedde van ƒ700. Ter tafel wordt daarna gebracht een voorstel in zake handwerk-onderwijs op school A., alwaar wegens het groote aantal leerlingen een helpster moet worden aangesteld, hetgeen tevens gelegen heid geeft om het aantal lesuren in de handwerken te vergrooten, terwijl dan de kinderen uit de laagste klasso niet, zooals dit jaar, van 11—12 naar huis gestuurd behoeven te worden. Na het verstrekken van inlichtingen wordt het voorstel, om mej. M. J. Van Dorp, die in het bezit is van een bandwork-akte, te benoemen tot helpster, op een jaarwedde van f 75, aangenomen. Daarna wordt overgegaan tot het vaststellen van het kohier van de hondenbelasting, dienst 1898. Op dit kohier komen voor 51 honden 1ste klasse en 201 honden 2de klasse. Vervolgens komt ter tafel het door B. en Ws. ontworpen kohier van den hoofdelijken omslag. De vergadering gaat over in comité-generaal. Na heropening wordt het kohier vastgesteld tot een bedrag van ƒ3293.29, bijeen to brengen door 498 contriboahelen. Ten slotte deelt de Voorzitter mede, dat door den heer De Liefde de hypotheek, per resto groot ƒ4500, is afgelost, terwijl hem opnieuw f 2-500 is verstrekt, rentende 4 pet. op een obligatie met tweo eolide borgen. Verder niets aan do orde zijnde, wordt de ver gadering gesloten. UITLOTINGEN. 2 pCts. Servische Loteu v. 1881 a 100 fr., trekking van 14 April 1898, be taalbaar 14 Mei 1898, 16 SorieGn. 336 5U1 1021 2054 2542 S-IÖ5 3711 4230 4887 5310 5034 5778 C020 0117 6424. Serie No. frs. Serie No. frs. 3465 45 1000 5778 28 500 3711 35 275 5778 44 3500 4387 16 90000 6026 5 275 5310 23 500 6117 41 600 6778 4 1000 6424 31 10 00 De overige 790 nummers, vervat in bovenge noemde 16 serieëD, ad 100 fr. Burger! ijke Stand. HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: H. J. Van Esmond en E. Lippus. A. LI. Van Wal- stijn en M. Gouweleeuw. J. Van der Marei on M. Van der Marei. P. Terlouw en N. 13. Versteeg. Gehuwd: J. H. Eijken en M. E. Sweers. Bovallen: W. H. Willerasc geb. Kees D. C. A. Verkurjl geb. BruijnisZ. K. Van Hooidonk gob. Van Dongeu Z. A. Irik geb. Markus Z. L. Truijman geb. Van Kruijssen Z. M. M. Römelingh geb. Jansen Z. T. Bogaarte geb. Brouwer D. N. Roomer geb. Stolk Z. F. Van der Oord geb. Van Geest D. M. J. Smits Seb. Joren D. A. Stoot geb. Van der Maarl M. Goulooze gob. Van Gennep D. C. Wesselius geb. Ouwerkerk D. I. Vellekoop geb. Oosterom S. C. Baartman geb. Santifort Z. H. De Jong geb. Lodder D. M. Van Bontem geb. Stokman Z. Overleden: H. P. Van Vugt, 1 j. P. Van Braak, 2 j. L. P. Kaptijn, 3 m. J. G. Dom peling, 5 m. C. M. SobeDS, 22 j. W. H. Van Raam, 59 j. C. Van der Blij, 5 w. C. Kaper, 53 j. D. De Bock, 44 j. KOLOWlfiff, BATAVIA, 16-21 Maart. De majoor Van Blommesteln, die na de Lombok expeditie wegens voor den vyand be komen verwondingen is afgekeurd cn gepen- sionneerd, heeft in midden-Java, als onze berichtgever zich niet vergist, to Salatiga, In vereeniging met zyn echtgenoote een pension geopend, dat aanvankeiyk goed bezocht wordt en de beste vruchten belooft af te werpen. De controleur 1ste klasse P.L. Ch. Lesueur heeft zich candidaat gesteld voor secretaris van Benkoelen. Uit Batavia vernam de „Soer. Ct.", dat de heer J. A. M. Bressier, militaire apotheker der 1ste klasse, voornemens is, om, wanneer hy zyn pensioen verdiend heeft, eervol ontslag te vragen. Zyn collega H. Van Os werd inder- tyd door den hoofdinspecteur gevraagd of hy geneigd zou zyn by de opiumregie over te gaan op zeer voordeelige conditiën. De kans is groot, dat de heer Van Os voorgoed by dezen diensttak zal overgaan. Dc ramp op Ambon. Omtrent den toestand op Ambon rappor teer ie de heer F. W. Fabius aan het Soer. Comité het volgende, na een persoonlyk bezoek aan het geteisterde eiland: „Te Ambon had zich reeds een comité gevormd, bestaande uit den resident, secretaris, controleur, kapitein der artillerie Baormayer, ds. Keiftenbelt, architect waterstaat De Boer, hoofddjaksa, kapitein der ChineezeD, dito Arabieren en den heer Van Aart, particulier. De resident verzocht dadelyk een vergadering te beleggen, en den volgenden dag had doze plaats. Staande deze vergadering, waarin ik welkom werd gebeeten, tlosk het, dat er reeJs f 8000 was binnengekomen. De heer Baermayer stelde voor, zich in sub-commissies te verdoelen van drie personen elk. „Deze commissies zouden zich dan elk van een wykmeester voorzien, en reeds den volgenden morgen aanvangen, elk in zy'n aangewezen wyk, huis aan huls de schade aan moubilair en gebouwen op te nemen. Aldus werd besloten. Ik verzocht en verkreeg daarop vergunning, beurtelings tot myn ver trek, den 13den Februari, do commissies to vergezellen. Ton gevolge van dozen ver stan-igen maatregel, door het comité aldaar genomen, was ik in de gelegenheid, beter dan iemand op de hoogte te komen van de grootte van dc ramp. Niet enkele, doch alle wyken werden door my bezocht. En goen wyken waren gespaard gebleven. Steonen huizen zoowel als bamboe, kampong-huiden, alle wdren min of meer beschadigd. Het meubilair van alle woningen was dec-riyk gehavend. Te Ambon, waar de inlandsche bevolking zich op Europeescho wyze hoeft ingericht, hooft de inlandsche bevolking cus meer schade geloden dan zulke by ten dergelyk geval op Java zoudo zyn. „Behoudens eenigo weinige uitzonderingen zyn alle huizen beschadigd. „In het Chineesche kamp, waar uitsluitend steenen gebouwen waren, ziet het er het treurigst uit, (puinhoopen overal, ruïnes als van oen gebombardeerde stad). Hier werden de meeste slachtoffers aangetroffen. Velen werden verpletterd onder do instortende hui zen. De groote passar aldaar, opgetrokken met zware steen6n pilaren en pannen dak, is totaal een ruïne geworden. In de kampongs ziet men op sommige plaatsen 4, soms 5 huizen over elkander in een chaos van hout, bamboe, moubilair, enz. liggen. De meest optimistische mensch moet treurig gestemd zyn by het zien van zooveel leed en schade, aangedaan aan een bevolking, die misschien een menschenleeftyd noodig heeft, om zich daarvan te herstellen. Alle bezitters werden getroffen, en niet alleen zy, maar ook de Diaconie-bedeelden waren er het slachtoffer van. Spaarbank, Diaconiofonds, KerkfonJs en Chineesch Kerkfonds, al deze inst-Hingen hadden haar gelden in hypotheken belegd. Daar nu byna alle pandon beschadigd en vele zelf6 totaal vernietig i zyn, zoo zijn geen dezer instellingen in staat geld los te maken, en hebben zjj zelfs weinig vooruitzicht van baar uitzettingen iets terug te zien. By myn verirek uit Ambon had de Commissie reeds een totale schade-berekening van p.m. 7 ton. Volgens de leden der Commissie zouden er nog p.m. 2 ton tykomen. Indien men nu bedenkt, dat de schade overal zeer matig getaxeerd is, zoo is het cyter van p.m. een millioen niet overdreven." Door den Gouvernear-Generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen: Uit 's lands dienst de 1ste commies bij do Algemeene Rekenkamer L. R. E. Van Polanen Petel, met bepaling, dat nader zal worden beslist of dit ontslag al dan niet moet worden beschouwd als te zijn verleend eervol. Benoemd: Tot resident van Pekalongan, de assistent-resident van Bandoeng (Preanger-Kegont- schappen) H. E. Steinmetz; tot voorzitter van den Landraad te Kraksaan (Probolinggo) het Lid van den Raad van Justitie te Semarang Mr. F. B. Simon Van Leeuwen. Verleend: Wegens langdurigen dienst, één jaar verlof naar Europa, aan den landmeter 3de iel. bij hot kadaster J. Calicher, den secroteris der residentie Benkoelen A. E. Immink en den adjunct-landmeter 2de kl. bij het kadaster H. Tb. Kubr. Benoemd: Bij de exploitatie van Staatsspoor wegen op Java: tot chef der werkplaatsen, de adj.-cbef der 3de afdeeling N. Do Vicq; tot adjunct chef 3de afdeeling de inspecteur 3de kl. voor bet toezicht op de spoorwogdieusten en bet stoomwezen A. 11. R. Cb. D. Pereira; tot inspecteur 3de kl. bij bet toezicht op do spoorwegdiensten en het stoomwezen de ambtenaar op non-activiteit S. G. Heijmering, laatst die betrekking bekleed hebbende. Door den directeur van Binnenlandsch Bestuur. Toegevoegd: Aan den hoofd-inspecteur voor de suiker- en rijstcultuur, het landelijk stelsel cn wat daarmede in verband staak, de ambtenaren voor den burgerlijken dienst Th. Van Dissel en L. H. W. Van Sandick en de burgerlijke ambte naar A. Coomans. DEP A RTEM ENT VA N OORLOG. Bevorderd: Tot majoor by het wapen der infanterie, do kapi tein K. F. Engelbert van Bevervoorde. Verleend: Wegens ziekte, con tweejarig verlof naar Europa, aan den magazijnmeester lste klasse (kapitein) bij de militaire administratie V. W. J. Van der Linden, en den lsten luitenant der infanterie A. Tetenburg. Van Atjeh afgelost: do lste luitenant dor infanterie P. Hajenius, H. P. Van derMieden van Opmeer en J. M W. Grootenbeer, de onder luitenant Stoltz, dc lste luit. der cavnlerio J. Do Kouingh, de magazijnmeester 2de kl. der militaire administratie A. F. A. Van Seters. Genoemde officieren zullen de bestemming volgen, die bun door hun wapen- en dienstchef zal worden aan gewezen. Teruggevoerd: Van a la suite bij zijn wapen, de kapt. bij hot corps marechaussee, geGv. van Atjeh naar Padang, G. J. A. Wobb. Goedgekeurd.De overplaatsing bij het corps marechaussee, van don kapt, by bet 1st© garos.-bat. van Atjeh en Onderh. to Lcpong, M. W. E. Van Bloemen Waanders; de terugplaat sing bij de troepenmacht in Atjoh t. n, i., van den lsten luit. bij het 9do bat. inf., geëv. van Atjeh naar Padang, G. A. Leers, en van den lsten luit. bij het garn.-bat. van Atjeh en Onderh., geöv. naar Padang, J. F. E. Willemsz. BUITENLAND. Italië» De vrienden van Crispi hebben te Palermo een ernstige verkiezings campagne moeten voeren, welke echter ten slotte leidde tot do overwinning, want, geiyk mon west: Crispi W6rd herkozen met 1176 stemmen tegen 295 op Barrato, den candidaat der socialisten. Er beorschte in de stad eon buitengewone opgewondenheid, en men heeft een oogentlik gevreesd voor wanordelijkheden. Zaterdag reeds trok een groote troep aanhangers van Crispi door do straten en kwam in botsing met een twintigtal socialisten, van wie er ver scheidene door messteken werden gewond. In een manifest hebben de socialisten ver klaard, dat zy geweld met geweld zouden beantwoorden, en dat zy htt „Crispinisme" d. w. z. den diefstal en de laagheid, heftig zouden bestryden. Ongelukkig voor hen hoeft höt Crispinisme overwonnen. Kuslnnd. Te St. Petersburg is men van meening, dat, in.ieu de inwendige verwarringen van Corea nitt hef] gauw worden opgelost, Rusland zonder uitstel tot het bezetten van Corea zal overgaan, daar do terugroeping der Russische instructeurs uit het Coreaansche legor slechts geschied is onder voorwaarde, dat de Coreaan sche regeering zelve zoowel de onafhankelijk heid dos lands als do orde on de rust zon weten te bewaren. Over Londen, dus langs een grooten om weg, verneemt de „Frankf. Ztg." uit Peters burg, date daar onder de geatrengste geheim houding een proces wegens hoogverraad is gevoerd, dat den 12den April is Reéindigd. De bladen mogen zelfs niet eens den afloop mesdeelen. Acht mannen en een jong meisje, die sedert vete maanden in de gevangenis war n, waren beschuldigd, militaire documen ten en mededeelingen, welke op do verdedi ging van het ryk betrekking hebben, aan agenten van de Oostenryksch-Hongaarsche regeoring verkocht te hebben. Een zelfde geval dus als de Dreyfus zaak in Frankryk. De hoofd-beschuloigden waren de 59-jarige staats raad Perownow en zyn 20 jarige dochter, welke beiden tot levenslange verbanning naar een der verwydordste gedeelten van Siberië ver oordeeld zyn. Verder kregen Alexander Lok- witzki, werkzaam aan het ministerie van oorlog, die by het verkrygen der documenten behulpzaam was geweest, 4 jaren tuchthuis straf; kapitein Nicolaas Turtschaninow, een adjudant van den commandant der vesting St.-Petersburg, een vroegere tolk by den generalen staf, de in Russischen dienst staande Turk Abdurhaman Abdi, en Feodor Obedeiko, een beambte der gendarmerie, ieder 13 jaren verbanning, omdat zy geholpen hebben en hun superieuren daarvan geen melding ge maakt hebben; Ilja Kentajew, een schrijver van het ministerie van oorlog, 8 maanden gevangenisstraf, omdat hy geen melding ge maakt had van hetgeen gebeurde. Tweeanderea werden wegens gebrek aan bewys vrijge sproken. De behandeling der zaak had plaats met gesloten deuren en duurde 5 dagen. Ds beschuldigden werden door de knapste advo caten der hoofdstad verdedigd, en de verdediger van Lok witzki werd nog bygestaan door den vader van den beklaagde, die zelf advo caat is. De St-Peteraburg Maatschappy voor do overbrenging van kracht, ontleend aan water vallen, werd onlangs aldaar opgericht. Men is begonnen fabrieken te bouwen om kracht te balen uit de Narowa, Smatra en "Wuozen watervallen, deze door electrischo geleiding over te brengen en te verspreiden om in Sfc.- PeterBburg en omliggendo districten dienst te doen voor bet branden van electrisch licht en hot leveren van beweegkracht. Het kapitaal is 6 millioen gulden. Volgens sommige St.-Petersburger bladen heeft het departement van binnenlandsche zaken den stedelyken regeeringen aangezegd, zieke buitenlanders in de gasthuizen te doen verplegen. De verplegingskoBten zulten daarna laDgs diplomatieken weg worden vereffend. Uruguay, De „Council of foreign bondholders" te Londen maakt bekend, dat order is ontvangen uit Montevideo voor de uitbetaling aan de heeren Glyn, Mills, Carrie en Co. te Londen van 47,528.79 pd. st., uitmakende de 45 pCt. der douane-ontvangsten voor de eerste helft van April, voor den dienst der 3l/*-pCts.-acliuld van Uruguay.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 6