ti£ «5
Zaterdag April.
A°. 1898
feze <§ouranl wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven,
Dit noinmer bestaat uit TWEE
Bladen.
Advertentiën
Feuilleton.
De dochter van den burgemeester.
IEIDSCH
DAGBLAD
FKIJS DEZES COURANT)
Voor Leidon per 8 maanden. f 1.10,
Franco per post140.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENT [ËN
Van 1 —6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Qrootere
letters plaatsruimte. - Voor bet incaeseeren bulten de stad
wordt f 0.06 berekend.
Eerste Klad.
-oor het nummer, dat Zaterdag-arond ver-
scbtJut en dat bestemd Is gsdurende de belde
Faaschdages gelezen te worden, geilere men
vooral «Udlg io te zonden.
Voor de plaatsing Tan advertentiöD, Zaterdag
na halftuee bezorgd, kan niet worden inge
staan!
Leiden. 7 ApriL
Wy vestigen de aaadacht op de viering van
den Goeden Vrydag in de Luthersche kerk,
morgenavond te zeven uren, omdat daarby
het nieuw opgerichte „kerkkoor", ter afwisse
ling van de uit te spreken leerrede, zich met
de uitvoering van gewijde muziek zal doen
hooren.
Aangezien wy in de gelegenhoid waren een
der laatste repetities by te wonen, meenden
wy ons toch niet aan onbescheidenheid schul
dig te maken, Indien wy hier nu reeds ver
klaren, dat ze op ons een zeer goeden indruk
maakte en de gegronde verwachting deed
koesteren, dat de plechtigheid door zulk een
uitvoering een des te indrukwekkender
karakter zal verkrygen.
De kapitein A. L. BooDacker, van het 4de
reg. inf. te Leiden, is benoomd tot lid der
commissie tot afneming van het toelatings
examen voor de Kon. Militaire Academie te
Breda.
Vrydag, 8 April, is het 25 jaar geleden,
dat de heer A. Koppier voorlezer-voorzanger
werd by de Ned.-Herv. Kerk, nl. 17 jaar te
Zoeterwoude en 8 jaar in de Oosterkerk te
Leiden.
By de gehouden aanbesteding van een
brandstoffen-bergplaats op „Endeges6t" door
B. en Ws. van Leiden was niet de heer J.
Verhoog hoogste inschryver (zooals vermeld
werd), maar de heer A. Verhoog Jzn.
By koninkiyk besluit van 5 April is aan
mr. G. De Vries Az., staatsraad in buitenge
wonen dienst, te 's-Gravenhage, op zijn ver
zoek, een eervol ontslag verleend als lid en
voorzitter der staatscommissie, by koninkiyk
besluit van 21 April 1892 ingesteld, ten einde
de Regeering van advies te dienen omtrent
de wettolyke regels, die ten aanzien van het
waterstaatsbestuur bebooren te worden gesteld,
en zulks onder dankbetuiging voor de in die
hoedanigheden bewezen vele en gewichtige
diensten; is benoemd tot lid der staatscom
missie voornoemd mr. E. De Vries, dytgraaf
van het hoogheemraadschap Rynland te Leiden
en benoemd tot voorzitter van voornoemde
staatscommissie het lid dier commissie, de
heer G. Van Diesen.
Ged. Staten van Zuid-Holland hebben
in zake het verzoek van den beer J. A. De
Ridder, te Bodegraven, tot wijziging van den
legger der wegen en voetpaden der gemeente
g 1 11
Rönzaterwoude, betreffende de verplichting
tot onderhoud van den Overbuurtscben weg,
verklaard, dat er geen termen bestaan om
aan het verzoek van adressant te voldoen.
H. M. de Koningin-Regentes ontving
onze gezant to Parys, ridder Da Stuers, in
gehoor.
De gedelegeerden der Nederlandsche
Regeering naar het Internationaal Congres
van Hyy.iêne en Demographie te Madrid, de
hoeren J. P. W. Conrad, lid der Tweede Kamer,
en dr. W. P. Ruysch, hebben hedenochtend
per Hollandsche Spoor de reis van Den Haag
naar Spanje's hoofdstad aanvaard.
In de vergadering van de Bondskies-
vereeniging „Nederland en Oranje", te 's Gra-
venhage, gisteravond gehouden, werd met op
één na algemeene stemmen tot candidaat
gesteld voor de verkiezing van eeü lid der
Prov. Staten, vacature-Sluiter, mr. W. K. F. P.
Graaf Van Bylaoat, lid van de Tweede Kamer.
De drie Katholieke kiesrereenigingen heb
ben met algemeene stemmen tot candidaat
gesteld mr. M. J. C. M. Kolkman, die deze
candidatuur heeft aangenomen.
In de heden door HeHingman's Bouwmaat-
schappy te Amsterdam gehouden algemeene
vergadering van aandeelhouders werd verslag
uitgebracht over het vyfde boekjaar, dat, even
als de vorige, weder zeer bevredigende resul
taten heeft opgeleverd.
De balans en winst- en verliesrekening
werden goedgekeurd en na een ruime afschry-
ving van f 15,000 werd het ditidend bepaald
over 1897 op ö'/j pet.
Het verslag vermeldt hierby tevens, dat
sedert de oprichting der Mjj» werd aangekocht
aan onroerend goed voor een bedrag van
f 220,000, terwyi de uitgekeerde dividenden
der My. rospectieveiyk waren 5, 5, 4»/^, 5, ö1/^.
By de firma Wenk en Birkhoff, te Rotter
dam, is verschenen „Het eeuwig biy vend Evan
gelie, het getrouwe woord", gedachtenisrede,
uitgesproken ter gelegenheid van zfin vyf-en-
twintigjarig jubileum als Evangeliedienaar
door ds. C. B. Oorthuys, pred. te Rotterdam.
Deze uitgave geschiedde ten voordeele van
den arbeid in ds. Oortbuya' wfik. Allen, die
den oud-predikant van Katwykaan-Zeekoonen,
kunnen zich voorstellen hoe lezons- en behar
tigenswaard dit woerd is.
De kapitein ter zee A. P. Tadoma, uit
Oost-Indië ln Nederland teruggekeerd, is op
non-activiteit gosteld.
Te 's-Gravenhage is overleden de heer
J. Van Puffelen, gepens. kapitein van het O.-I.
leger»
Do off. van gez. 1ste kl. dr. 8. De Jong,
chef van den geneesk. dienst te Zwollo, wordt
2 Mei overgeplaatst by het reg. inf. te Assen
en in eerstgenoemd garnizoen vervangen door
don off. van gez. lste kl. P. A. Ziegeler, van
het 7de reg. inf. te Amsterdam, terwyi de off
van gez. L. J. Klinkenberg wordt overgeplaatst
van het lete reg. inf. te Asbou by het 2de
reg. inf. te Nymegen.
Aan het bezoek, dat de Koningin-Regentes
heden aan het Koninkiyk Lustslot „Soestdyk"
zou brengen, zal wegens particuliere rodenen
geen gevolg worden gegeven.
In do gisteren to Delft gehouden ver
gadering van den gemeenteraad werd goed
gekeurd het voorstel van Regenten van het
Oude en Nieuwe Gasthuis tot het stichten
van een nieuw gebouw voor interne zieken.
Men deelt aan de „Tel." mede, dat de
heer Kossmann, docent aan het Haagsche
gymnasium, dia by het eindigen van zyn
lessen ia het Hoogduitsch aan H. M. de
Koningin tot officier in de orde van Oranje-
Nassau werd benoemd, bovendien van H. M.
de Koningin-Regentos een zilveren theeservies
en van H. M. de Koningin haar portret in
zilveren lyst als gedachtenis ontving.
De luitenant-generaal Vetter ex-leger-
commandant in Indië, die sedert zyn aan
komst te 's-Gravenhage verbiyf hield In het
Hotel den Ouden Doelen, heeft thans een
woning betrokken aan de Laan van Meerder
voort
De practi8che oefeningen in de Nieuwe
Hollandsche waterlinie zullen plaats hebben
in de groep Blauwkapel van 25 tot en mot
27 Juli en voor de groep Lunetten van 8 tot
en met 10 Augustus.
De luit.-koloüol J. Regenbogen heeft om
gezondheidsredenen eervol ontslag gevraagd als
hoofd der pyrotechoische inrichtingen te Delft.
De by het Oost-Indisch iegor gedetacheerde
lste luits. der inf. A. F. Sutherland, J. J.
Verbrugh, A. G. J. Dumana, L. Levinson en
O. A. Van Tricbt zullen per stoomschip
„Prinses Mario," dat 30 dezer naar Indié
vertrekt, hun bestemming volgen.
Benoemd is tot leerares aan de zang
en muziekschool te Winschoten, mej. E. A.
Sannes, te Groningen.
Blykens by de regeering ontvangen
mededeeling, zal de jaariyksche tentoonstelling
van scboone kunsten, onder het protectoraat
van Z. K. H. prins Leopold van Beieren, te
München worden geopec4 op 1 Juni aanstaande
en duren tot het einde van Octoner.
De termya om zich aan te melden voor in
zending duurt tot en met 30 April; die voor
de inzsnding zelve loopt van 10 tot 30 April,
's avonds 5 uur.
Evenals vorige jaren heeft de Beiersche
regeering het voornemen, belangryke aankoo
pen op deze tentoonstelling te doen.
Kunstwerken, voor deze tentoonstelling uit
Nederland ingezonden, zullen vry zyn van
inkomende rechton in Beieren.
Voor belanghebbenden liggen exemplaren van
het reglement der tentoonstelling ter Inzage
by het bestuur der Vereeniging „Pulchri
Studio", Prin80gracht, Den Haag; VereeDiglog
„Haagsche Kunstkring", Heerongracht, Den
HaagMaatschappH „Arti et Amicitiae", Rokin,
Amsterdam; „Maatscbappy tot bevordering
der Bouwkunst", Amsterdam; Vereeniging
„Archicectura et Amicitia", Amsterdam, en
Vereeniging „Kunstkring", Rotterdam. SC.)
Het beroep tegen de beslissing van den
directeur der dir. belastingen, enz. te Maastricht
tot afwyzir.g van het verzoek om vrydom van
personeele belasting ten behoeve van de Geeste-
lyke vereeniging van ziekenzusters aldaar, is
by koD. besluit ongegrond verklaard, o. a. uit
overwoging, dat de gebouwen, waarvoor de
vry8telling was gevraagd, niet tot het ver
plegen van zieken, enz. gebruikt worden,
daar die verpleging buiten de inrichting in
andere gestichten en particuliere woningen
geschiedt.
Het gemeentebestuur van Rotterdam
heeft byzondere voorwaarden gesteld om aan
de omgeving van de iD aanleg zijnde Maas
haven een by'zonder karakter te geven*
Zoo zullen de gevels der huizen, die de
bouwondernemers daar wenschen te stichten,
aan de goedkeuring van burgemeester en
wethouders moeten worden onderworpen; de
perceelen moeten alle afzonderiyke ingangen
en trappen hebben, terwyi de huizen een mini
mum huurwaarde van f600 moeten hebben.
Tevens mogen er geen lokalen komen, waar
sterke drank geschonken wordt, en geen uit
spanningslokalen van verdacht allooi
Burg. en Weths. stellen zich alzoo voor,
aldaar een buurt te stichten voor do meer
bemiddelde klasse der maatschappij.
De gronden naby de Maashaven worden,
voor zoover zy van de gemeente zQb, ver
kocht voor 40 gulden per M*.
Omtrent de deelneming van Nederland
aan de Parysche tentoonstelling van 1900 kan
worden medegedeeld, dat de ruimte, die aan
gevraagd wordt door tentoonstellers io ver
scheidene groepen, de ruimte, door het Fran-
sche tentoonstellingsbestuur aan de commissie
toegekend, verreweg overtreft. Dit is o. a.
het geval voor groep II (waterbouwkonde en
middelen van vervoer) en voor groep XII
(decoratieve versiering van openbare gebou
wen en woningen). Het is daarom wensche
ïyk, dat zy, die voornemens zyn deel te nemen,
zoo spoedig mogeiyk daarvan opgave doen,
omdat binnenkort do termyn zal worden
vastgesteld, waarna geen inschrijvingen meer
zullen worden aangenomen.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt in de „St.-Ct." ter kennis van belang
hebbenden, dat te vervullen is de betrekking
van amanuensis in de schei-, plant- en dier
kunde aan de Rykslandbouwschool te Wage-
nlogeD. Jaarwedde f 600.
Alleen zy zullen voor een benoeming in
aanmerking komen, die eenigermate op de
hoogte zyn van ds werkzaamheden, die op
een scheikundig laboratorium voorkomen.
Sollicitanten naar dezo betrekking gelieven
zich vóór 18 April a. s. aan te melden by
den hoofddirecteur van de Rykslandbouw
school te Wapeningen.
Te Amsterdam is benoemd tot 3den
onderwijzer aan een opdnbare lagere school
de heer W. L. H. Wolfs, te Heemstede.
Gereformeerde Kerk. Beroepen is to
Vianen ds. W. Riognalda Gz., te Haarlem.
Blykens aanschryving van het D. v. O.
is het de bedoeling, dat slechts éénmaal, en
wel by het in-dienst-treden, aan soldaten
(vrijwilligers en miliciens) gedragenlakensche
klee jingstukken van geringe waarde mogen
worden verstrekt; opdat zulks zooveel mogeiyk
aan üder in dienst getreden soldaat zou kunnen
geschieden. Het veelal te duur koopen van
oude lakensche kleeding door jongo soldaten
wordt door dezen maatregel voorkomen.
Door tussenkomst van het ministerie
van koloniën is, als eerato by drage uit Neder
land tot leniging van den nood op Amooina,
naar Indiè overgemaakt f 10,000.
Het stoomschip „Burgemeester DenTex",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 6
April van Suezde „Koningin-Regentes"
vertrok 6 April van Batavia Daar Amsterdam;
de „Lawoe" arriveerde 6 April van Rotterdam
te Bataviade „Prins Willem n" vertrok 5
April van Nieuw-York naar West-Indië; do
„Soenda", van Amsterdam naar Batavia, ver
trok 6 April van Suez; de „Kanzier" arri
veerde 5 April van Hamburg en Amsterdam
te Durban; de „Prinses Marie", van Batavia
naar Amsterdam, passeerde 6 April Gibralt «r;
ds „Admiral" vertrok 6 April van Mozam
bique naar VlissiDgca en Hamburg; do
„General", van Oost-Afrika naar Vliasingen
en Hamburg, arriveerde 6 April te Marseille;
de „Reicbstag" arriveerde 5 April van Ham
burg en Antwerpen te Dar es-Salaam.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten. Met ingang van 1 Juni 1898
bevorderd: o. tot hoofdcommies der posterijen, de
commies dor posterijen van de lste kl. H. A. H.
Cantor Cromere, met bepaling dat hij rang zal
nemen onmiddellijk na den hoofdcommies der pos
tergen P. J. Fabios; b tot commies der posterijen
van de lste kl., de commie9 der posterijen van de
2de kl. F. G. Van der liamhorat de Brouwer; tot
•ommiea der posterijen van de 2de kl. de com
miezen der postergen van de 3de kl. J. J. Bijste-
raa Heemskerk, W. Huisman jr., G. J. Van Gortel,
J. F. Rommel, J. W. Nortier, C. G- A- Janssen
en W. Van Rijn; tot commies der posterijen vau
de 3de kl., de commiezen der posterijen van de 4do
kL H. C. Bongenaar, C. F. D. Nagel en A. C.
Abbing.
Dr. C. H- G. H. Lours, lid van den geneeskundigen
raad voor Limburg en Oostolijk Noord-Brabant,
te Roermond, is bonoomd tot ridder in do orde
van den Nederlandscben Leeuw.
Benoemd tot tweede klerk bij het departoment
van jastitie M. J. Kok, klerk ten kantore der in
voerrechten en accijnzen te 's-Gravenhage.
Met ingang van 1 Juli 1898, aan dr. C. Hofstede
de Groot, op zgn verzoek, eervol ontslag verleend
als directeur van 's Rijks Prentenkabinet te Am
sterdam.
Mr. G. De Vries Az., Staatsraad in buiten-
gewonen dienst, te 's-Gravenhage, benoemd tot
Minister van Staat.
Benoemd: tot ontvanger der directobelastingen,
invoerrechten en acoguzen te Simpelveld c. a.
Sypkcns commies-vcriticateur derzelfde middelen
2de categorietot ontvanger der dir. belastingen
en accijnzen te Amerongen o. a., V. L. baron Van
Boetzelaer, belast met do waarneming van het
ontvangkantoor derzelfde middelen to Ueiloo c. a.
tot ontvanger der dir. belast, en accijnzen to
Colijnsplaat c. a., H. Wiersema, ontvanger derzclfde
middelen te Peize c. a.
De gewone audientiën van do ministers van
buitenlandscho zaken, marine, oorlog cn koloniën
zullen doze week niet plaats hebben.
Ingetrokken op verzoek van den benoemde,
de boschikking van 15 Maart 1398, waarbij niet
ingang van 1 April 1898, J J. Kraamor te Bcliie-
dam werd benoemd tot amanuensis aan de Rijks
landbouwschool te Wageningen.
Zekerheidsstelling door I!IJks-
ambtennren.
BU het afdeelingsonderzoek der Tweede
Kamer van het ontwerp, houdende regeling
van de wyze, waarop door do daartoe ver
plichte Rijksambtenaren ten behoeve vandtn
Staat zekerheid wordt gesteld, verklaarde men
algemeen ingenomen te z(jn met de strekking
van dit wetsontwerp, onder erkenning, dat do
thans geldenoo regeliug uooJeloos bezwarend
.i)
Het was in den herfst van het jaar 1399,
toen de straten van het stadje Bahn, in
Pommeren, tegen den middag van luid ge
schreeuw weergalmden. Een hert, een prachtig
dier, rende door de stad en verspreidde opge
wondenheid en schrik onder de bewoners.
Schreeuwend vluchtten de kinderen voor den
geweldigen twintiger, terwyi de volwassen
mannen en de honden voor het hollende dier
op zy gingen, om het echter daaroa te ver
volgen. Het hert vluchtte in den tuin van den
burgemeester Vahl. De zich daar bevindende
knechts sloten onmiddeliyk bet hek en achter
volgden met stangen en byien het hert,
dat zich in een hoek tegen de vyanden en
vervolgers verweerde. Zyn verzet was even
wel vruchteloos.
Binnen weinige minuten hadden de knechts
van den bnrgemeester het hert gedood.
Burgemeester Vahl was niet weinig biy,
dat het hert juist op zyn erf gedood was,
want het dier was afkomstig van de bezit
tingen van Detlev Von Walmoden, die met
de stad sodert jaren in vyandschap leefde.
De stedelingen hadden het recht in de
groote bosschen van Detlev Von Walmoden
hout te lezen en gras te snyden. Daarvoor
moesten zy het zich echter ook laten wel
gevallen, ais het wild uitbrak en hun akkers
verwoestte. Het verlof, hout te zoeken en
gras te snyden, zou in zekeren zin de ver
goeding zyn van de schade, die het wild
aanrichtte. Daarmede waren echter de stede
lingen niet tevredenzy hielpen zichzelven,
door, zoodra de herten en wilde zwynen op
hun akkers kwamen, het wild te dooden.
Walmoden wreekte dan het naar by meende
hem aangedane onrecht door meDschen uit de
stad, die hout uit zyn bosschen haalden, ge
vangen te laten nemen en eerst dèn weer los
te laten, als de stadsvaderen een behooriyk
losgeld betaald hadden.
Detlev Von Walmoden was een man van
by de dertig jaar; hy had pas sedert eenige
jaren het groote landgoed van zyn vader
geërfd en met hst landgoed ook de vjjande-
lykheden tegen de stad Babn.
Er waren nog maar weinige minuten na
het dooden van hst hert verloopen, toen een
luid geblaf van honden weerklonk. De jacht
honden van Detlev Von Walmoden renden
door de straten der stad, gevolgd door de
jagers, met Detlev Von Walmoden en een
aantal ridderiyke gasten uit den omtrek aan
het hoofd. Detlev Von Walmoden had met
zyn gasten het hert gejaagd, dat in zyn ver
twijfeling over de Thue, een riviertje, dat
Bahn passeert en zich in het Lange Meer
uitstort, gezwommen was. De honden zoowel
als de jagers moesten een omweg maken,
om over de brug te komeD, waardoor het hert
een voorsprong kreeg. Wel is waar ging het
ook daar het verderf, dat hem in den tuin
van den burgemeester wachtte, te gemoet,
maar het vond althans een spoedigen dood.
De honden, die het hert in den tuin speurden,
hieven voor het huis van den burgemeester
een vervaariyk geblaf en gehuil aan.
„Doe open!" riep de heer Von Walmoden,
die uit het zadel over den tuinmuur kon
zien en het doode bert in een hoek van den
tuin ontdekte.
„Hier heeft de heer Von Walmoden niets
te zeggen, hier ben ik meester l" antwoordde
hem de burgemeester.
Dat was het begin van een stoeds heftiger
wordenden twist tusschen den heer Von Wal
moden en den burgemeester.
Detlev Von Walmoden vroeg den burge
meester; „Hoe komt gy aan dit hert?"
De burgemeester antwoordde: „Het raakt
u niet hoe ik aan het bert koml"
„Wilt gy my direct zeggen, hoe gy aan
dit hert gekomen zyt? Gy weet toch, wie
ik ben?"
„Wie gy zyt, weet ik; maar wees zoo goed
en spreek my niet langer van het wild."
„Maar ik wil weten, wie u het recht geeft,
het hort te dooden. Dat is myn hert! Ik
jaagde het, en nu geeft gy het my oogen-
blikkeiyk terug, andors loopt het slecht
met u af!"
„Maak, dat gy bier van de straat en uit
de nabyboid van myn huis komt, anders sta
ik voor niets in; anders zou het u evenzoo
kunnen gaan als het hert! Het kwam hier,
zonder dat gy het jaagdet. Wat gy of de
jagers gedaan hebt, gaat my niets aan. Hebt
gy my begrepen?''
Detlev Von Walmoden was woedend, maar
zag, dat de burgery, die zicb om hem en
zyn gasten verzamelde, een steeds vijandiger
houding tegen de ridders begon aan te nemon.
Detlev Von Walmoden ontzag zich niet den
burgemeester grof te beleedigen, tot deze
zeide: „Maak, dat gy wegkomt, of ik laat
storm luiden en u gevangennemen. Hier zyn
wy, burgers, de baasl"
Waarop de blonde, reusachtige Walmoden
de vuist balde en Vahl uit het zadel toeriep;
„Wacht t Daaraan zult gy en de geheels
burgery denken."
Daarop maakte hy rechtsomkeert en reed
onder de spotternyen der burgers met de
jagers en gasten de stad uit. Hy gevoelde
zich zwaar beleedigd, met name door den
hoon, die hem in tegenwoordigheid zyner
ridderiyke gasten aangedaan was. Naar zyn
denkbeelden en het toenmalige recht had hy
ook reden zich zwaar gekrenkt te gevoelen,
en hy zon onmiddeliyk op wraak op de brutale
burgers, die zich tegen hem, den ridder,
durfden verzetten.
Gedurende den winter rustten de vflandeiyk-
heden tusschen den ridder Von Walmoden en
de burgery van Babn. In den winter werd
noch hout gesprokkeld noch gras gesneden,
er was geen gelegenheid tot botsingeneerst
in het volgende voorjaar konden de wraak -
plannen van Walmoden uitgevoerd worden.
Bahn ligt, zooals wy reeds zeiden, aao
het noordoinde van het Lange Meer. Dit
strekt zich byna heelemaal van noord naar
zuid uit tot in de nabyheid der stad Wilden-
bruch.
Het was in Mei van het jaar 1400. De
dochter van burgemeester Vahl, „de schoons
Jutta," zooals zy algemeen genoemd werd,
vierde haar verjaardag. Vahl was vader van
drie dochters, van wie Jutta de oudste wss;
zoons had by niet en zyn vrouw was sedert
veel jaren dood.
Met haar beide zusters en een aantal andere
meisjes uit Babn maakto Jutta ter viering
van haar verjaardag een roeitochtje op het
Lange Meer. De meisjes gingen in de boot
zitten, roeiden op het meer en landden aan
den westelyken oever om zich hier met gezang
en spel te vermaken.
Laat in den namiddag wilden zy, acht in
getal, de terugreis over het meer aanvaarden,
toen zy een treurige ontdekking deden. De
boot, waarmede zy gekomen waren, was van
den kettiog losgeraakt en weggedreven; zy
dreef heel ver weg op het meer.
Daardoor werd het den meisjes onmogeiyk
gemaakt over water naar huis terug te
keeren. Zy moesten den landweg inslaan; om
dien af to leggen, hadden zy minstons drie
uur werk en moesten daarby bjjna een uur
door het gebied van Detlev Von Walmoden.
Als deze van haar aanwezigheid op zyn
gebied hoorde, zou hy haar stellig parten
spelen. Er bleef den meisjes echter niets
anders over dan de onderneming te wagen,
{Wordt vervolgd.)