ti£ «5 Zaterdag April. A°. 1898 feze <§ouranl wordt dagelijks, met uitzondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven, Dit noinmer bestaat uit TWEE Bladen. Advertentiën Feuilleton. De dochter van den burgemeester. IEIDSCH DAGBLAD FKIJS DEZES COURANT) Voor Leidon per 8 maanden. f 1.10, Franco per post140. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENT [ËN Van 1 —6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Qrootere letters plaatsruimte. - Voor bet incaeseeren bulten de stad wordt f 0.06 berekend. Eerste Klad. -oor het nummer, dat Zaterdag-arond ver- scbtJut en dat bestemd Is gsdurende de belde Faaschdages gelezen te worden, geilere men vooral «Udlg io te zonden. Voor de plaatsing Tan advertentiöD, Zaterdag na halftuee bezorgd, kan niet worden inge staan! Leiden. 7 ApriL Wy vestigen de aaadacht op de viering van den Goeden Vrydag in de Luthersche kerk, morgenavond te zeven uren, omdat daarby het nieuw opgerichte „kerkkoor", ter afwisse ling van de uit te spreken leerrede, zich met de uitvoering van gewijde muziek zal doen hooren. Aangezien wy in de gelegenhoid waren een der laatste repetities by te wonen, meenden wy ons toch niet aan onbescheidenheid schul dig te maken, Indien wy hier nu reeds ver klaren, dat ze op ons een zeer goeden indruk maakte en de gegronde verwachting deed koesteren, dat de plechtigheid door zulk een uitvoering een des te indrukwekkender karakter zal verkrygen. De kapitein A. L. BooDacker, van het 4de reg. inf. te Leiden, is benoomd tot lid der commissie tot afneming van het toelatings examen voor de Kon. Militaire Academie te Breda. Vrydag, 8 April, is het 25 jaar geleden, dat de heer A. Koppier voorlezer-voorzanger werd by de Ned.-Herv. Kerk, nl. 17 jaar te Zoeterwoude en 8 jaar in de Oosterkerk te Leiden. By de gehouden aanbesteding van een brandstoffen-bergplaats op „Endeges6t" door B. en Ws. van Leiden was niet de heer J. Verhoog hoogste inschryver (zooals vermeld werd), maar de heer A. Verhoog Jzn. By koninkiyk besluit van 5 April is aan mr. G. De Vries Az., staatsraad in buitenge wonen dienst, te 's-Gravenhage, op zijn ver zoek, een eervol ontslag verleend als lid en voorzitter der staatscommissie, by koninkiyk besluit van 21 April 1892 ingesteld, ten einde de Regeering van advies te dienen omtrent de wettolyke regels, die ten aanzien van het waterstaatsbestuur bebooren te worden gesteld, en zulks onder dankbetuiging voor de in die hoedanigheden bewezen vele en gewichtige diensten; is benoemd tot lid der staatscom missie voornoemd mr. E. De Vries, dytgraaf van het hoogheemraadschap Rynland te Leiden en benoemd tot voorzitter van voornoemde staatscommissie het lid dier commissie, de heer G. Van Diesen. Ged. Staten van Zuid-Holland hebben in zake het verzoek van den beer J. A. De Ridder, te Bodegraven, tot wijziging van den legger der wegen en voetpaden der gemeente g 1 11 Rönzaterwoude, betreffende de verplichting tot onderhoud van den Overbuurtscben weg, verklaard, dat er geen termen bestaan om aan het verzoek van adressant te voldoen. H. M. de Koningin-Regentes ontving onze gezant to Parys, ridder Da Stuers, in gehoor. De gedelegeerden der Nederlandsche Regeering naar het Internationaal Congres van Hyy.iêne en Demographie te Madrid, de hoeren J. P. W. Conrad, lid der Tweede Kamer, en dr. W. P. Ruysch, hebben hedenochtend per Hollandsche Spoor de reis van Den Haag naar Spanje's hoofdstad aanvaard. In de vergadering van de Bondskies- vereeniging „Nederland en Oranje", te 's Gra- venhage, gisteravond gehouden, werd met op één na algemeene stemmen tot candidaat gesteld voor de verkiezing van eeü lid der Prov. Staten, vacature-Sluiter, mr. W. K. F. P. Graaf Van Bylaoat, lid van de Tweede Kamer. De drie Katholieke kiesrereenigingen heb ben met algemeene stemmen tot candidaat gesteld mr. M. J. C. M. Kolkman, die deze candidatuur heeft aangenomen. In de heden door HeHingman's Bouwmaat- schappy te Amsterdam gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders werd verslag uitgebracht over het vyfde boekjaar, dat, even als de vorige, weder zeer bevredigende resul taten heeft opgeleverd. De balans en winst- en verliesrekening werden goedgekeurd en na een ruime afschry- ving van f 15,000 werd het ditidend bepaald over 1897 op ö'/j pet. Het verslag vermeldt hierby tevens, dat sedert de oprichting der Mjj» werd aangekocht aan onroerend goed voor een bedrag van f 220,000, terwyi de uitgekeerde dividenden der My. rospectieveiyk waren 5, 5, 4»/^, 5, ö1/^. By de firma Wenk en Birkhoff, te Rotter dam, is verschenen „Het eeuwig biy vend Evan gelie, het getrouwe woord", gedachtenisrede, uitgesproken ter gelegenheid van zfin vyf-en- twintigjarig jubileum als Evangeliedienaar door ds. C. B. Oorthuys, pred. te Rotterdam. Deze uitgave geschiedde ten voordeele van den arbeid in ds. Oortbuya' wfik. Allen, die den oud-predikant van Katwykaan-Zeekoonen, kunnen zich voorstellen hoe lezons- en behar tigenswaard dit woerd is. De kapitein ter zee A. P. Tadoma, uit Oost-Indië ln Nederland teruggekeerd, is op non-activiteit gosteld. Te 's-Gravenhage is overleden de heer J. Van Puffelen, gepens. kapitein van het O.-I. leger» Do off. van gez. 1ste kl. dr. 8. De Jong, chef van den geneesk. dienst te Zwollo, wordt 2 Mei overgeplaatst by het reg. inf. te Assen en in eerstgenoemd garnizoen vervangen door don off. van gez. lste kl. P. A. Ziegeler, van het 7de reg. inf. te Amsterdam, terwyi de off van gez. L. J. Klinkenberg wordt overgeplaatst van het lete reg. inf. te Asbou by het 2de reg. inf. te Nymegen. Aan het bezoek, dat de Koningin-Regentes heden aan het Koninkiyk Lustslot „Soestdyk" zou brengen, zal wegens particuliere rodenen geen gevolg worden gegeven. In do gisteren to Delft gehouden ver gadering van den gemeenteraad werd goed gekeurd het voorstel van Regenten van het Oude en Nieuwe Gasthuis tot het stichten van een nieuw gebouw voor interne zieken. Men deelt aan de „Tel." mede, dat de heer Kossmann, docent aan het Haagsche gymnasium, dia by het eindigen van zyn lessen ia het Hoogduitsch aan H. M. de Koningin tot officier in de orde van Oranje- Nassau werd benoemd, bovendien van H. M. de Koningin-Regentos een zilveren theeservies en van H. M. de Koningin haar portret in zilveren lyst als gedachtenis ontving. De luitenant-generaal Vetter ex-leger- commandant in Indië, die sedert zyn aan komst te 's-Gravenhage verbiyf hield In het Hotel den Ouden Doelen, heeft thans een woning betrokken aan de Laan van Meerder voort De practi8che oefeningen in de Nieuwe Hollandsche waterlinie zullen plaats hebben in de groep Blauwkapel van 25 tot en mot 27 Juli en voor de groep Lunetten van 8 tot en met 10 Augustus. De luit.-koloüol J. Regenbogen heeft om gezondheidsredenen eervol ontslag gevraagd als hoofd der pyrotechoische inrichtingen te Delft. De by het Oost-Indisch iegor gedetacheerde lste luits. der inf. A. F. Sutherland, J. J. Verbrugh, A. G. J. Dumana, L. Levinson en O. A. Van Tricbt zullen per stoomschip „Prinses Mario," dat 30 dezer naar Indié vertrekt, hun bestemming volgen. Benoemd is tot leerares aan de zang en muziekschool te Winschoten, mej. E. A. Sannes, te Groningen. Blykens by de regeering ontvangen mededeeling, zal de jaariyksche tentoonstelling van scboone kunsten, onder het protectoraat van Z. K. H. prins Leopold van Beieren, te München worden geopec4 op 1 Juni aanstaande en duren tot het einde van Octoner. De termya om zich aan te melden voor in zending duurt tot en met 30 April; die voor de inzsnding zelve loopt van 10 tot 30 April, 's avonds 5 uur. Evenals vorige jaren heeft de Beiersche regeering het voornemen, belangryke aankoo pen op deze tentoonstelling te doen. Kunstwerken, voor deze tentoonstelling uit Nederland ingezonden, zullen vry zyn van inkomende rechton in Beieren. Voor belanghebbenden liggen exemplaren van het reglement der tentoonstelling ter Inzage by het bestuur der Vereeniging „Pulchri Studio", Prin80gracht, Den Haag; VereeDiglog „Haagsche Kunstkring", Heerongracht, Den HaagMaatschappH „Arti et Amicitiae", Rokin, Amsterdam; „Maatscbappy tot bevordering der Bouwkunst", Amsterdam; Vereeniging „Archicectura et Amicitia", Amsterdam, en Vereeniging „Kunstkring", Rotterdam. SC.) Het beroep tegen de beslissing van den directeur der dir. belastingen, enz. te Maastricht tot afwyzir.g van het verzoek om vrydom van personeele belasting ten behoeve van de Geeste- lyke vereeniging van ziekenzusters aldaar, is by koD. besluit ongegrond verklaard, o. a. uit overwoging, dat de gebouwen, waarvoor de vry8telling was gevraagd, niet tot het ver plegen van zieken, enz. gebruikt worden, daar die verpleging buiten de inrichting in andere gestichten en particuliere woningen geschiedt. Het gemeentebestuur van Rotterdam heeft byzondere voorwaarden gesteld om aan de omgeving van de iD aanleg zijnde Maas haven een by'zonder karakter te geven* Zoo zullen de gevels der huizen, die de bouwondernemers daar wenschen te stichten, aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders moeten worden onderworpen; de perceelen moeten alle afzonderiyke ingangen en trappen hebben, terwyi de huizen een mini mum huurwaarde van f600 moeten hebben. Tevens mogen er geen lokalen komen, waar sterke drank geschonken wordt, en geen uit spanningslokalen van verdacht allooi Burg. en Weths. stellen zich alzoo voor, aldaar een buurt te stichten voor do meer bemiddelde klasse der maatschappij. De gronden naby de Maashaven worden, voor zoover zy van de gemeente zQb, ver kocht voor 40 gulden per M*. Omtrent de deelneming van Nederland aan de Parysche tentoonstelling van 1900 kan worden medegedeeld, dat de ruimte, die aan gevraagd wordt door tentoonstellers io ver scheidene groepen, de ruimte, door het Fran- sche tentoonstellingsbestuur aan de commissie toegekend, verreweg overtreft. Dit is o. a. het geval voor groep II (waterbouwkonde en middelen van vervoer) en voor groep XII (decoratieve versiering van openbare gebou wen en woningen). Het is daarom wensche ïyk, dat zy, die voornemens zyn deel te nemen, zoo spoedig mogeiyk daarvan opgave doen, omdat binnenkort do termyn zal worden vastgesteld, waarna geen inschrijvingen meer zullen worden aangenomen. De minister van binnenlandsche zaken brengt in de „St.-Ct." ter kennis van belang hebbenden, dat te vervullen is de betrekking van amanuensis in de schei-, plant- en dier kunde aan de Rykslandbouwschool te Wage- nlogeD. Jaarwedde f 600. Alleen zy zullen voor een benoeming in aanmerking komen, die eenigermate op de hoogte zyn van ds werkzaamheden, die op een scheikundig laboratorium voorkomen. Sollicitanten naar dezo betrekking gelieven zich vóór 18 April a. s. aan te melden by den hoofddirecteur van de Rykslandbouw school te Wapeningen. Te Amsterdam is benoemd tot 3den onderwijzer aan een opdnbare lagere school de heer W. L. H. Wolfs, te Heemstede. Gereformeerde Kerk. Beroepen is to Vianen ds. W. Riognalda Gz., te Haarlem. Blykens aanschryving van het D. v. O. is het de bedoeling, dat slechts éénmaal, en wel by het in-dienst-treden, aan soldaten (vrijwilligers en miliciens) gedragenlakensche klee jingstukken van geringe waarde mogen worden verstrekt; opdat zulks zooveel mogeiyk aan üder in dienst getreden soldaat zou kunnen geschieden. Het veelal te duur koopen van oude lakensche kleeding door jongo soldaten wordt door dezen maatregel voorkomen. Door tussenkomst van het ministerie van koloniën is, als eerato by drage uit Neder land tot leniging van den nood op Amooina, naar Indiè overgemaakt f 10,000. Het stoomschip „Burgemeester DenTex", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 6 April van Suezde „Koningin-Regentes" vertrok 6 April van Batavia Daar Amsterdam; de „Lawoe" arriveerde 6 April van Rotterdam te Bataviade „Prins Willem n" vertrok 5 April van Nieuw-York naar West-Indië; do „Soenda", van Amsterdam naar Batavia, ver trok 6 April van Suez; de „Kanzier" arri veerde 5 April van Hamburg en Amsterdam te Durban; de „Prinses Marie", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 6 April Gibralt «r; ds „Admiral" vertrok 6 April van Mozam bique naar VlissiDgca en Hamburg; do „General", van Oost-Afrika naar Vliasingen en Hamburg, arriveerde 6 April te Marseille; de „Reicbstag" arriveerde 5 April van Ham burg en Antwerpen te Dar es-Salaam. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Met ingang van 1 Juni 1898 bevorderd: o. tot hoofdcommies der posterijen, de commies dor posterijen van de lste kl. H. A. H. Cantor Cromere, met bepaling dat hij rang zal nemen onmiddellijk na den hoofdcommies der pos tergen P. J. Fabios; b tot commies der posterijen van de lste kl., de commie9 der posterijen van de 2de kl. F. G. Van der liamhorat de Brouwer; tot •ommiea der posterijen van de 2de kl. de com miezen der postergen van de 3de kl. J. J. Bijste- raa Heemskerk, W. Huisman jr., G. J. Van Gortel, J. F. Rommel, J. W. Nortier, C. G- A- Janssen en W. Van Rijn; tot commies der posterijen vau de 3de kl., de commiezen der posterijen van de 4do kL H. C. Bongenaar, C. F. D. Nagel en A. C. Abbing. Dr. C. H- G. H. Lours, lid van den geneeskundigen raad voor Limburg en Oostolijk Noord-Brabant, te Roermond, is bonoomd tot ridder in do orde van den Nederlandscben Leeuw. Benoemd tot tweede klerk bij het departoment van jastitie M. J. Kok, klerk ten kantore der in voerrechten en accijnzen te 's-Gravenhage. Met ingang van 1 Juli 1898, aan dr. C. Hofstede de Groot, op zgn verzoek, eervol ontslag verleend als directeur van 's Rijks Prentenkabinet te Am sterdam. Mr. G. De Vries Az., Staatsraad in buiten- gewonen dienst, te 's-Gravenhage, benoemd tot Minister van Staat. Benoemd: tot ontvanger der directobelastingen, invoerrechten en acoguzen te Simpelveld c. a. Sypkcns commies-vcriticateur derzelfde middelen 2de categorietot ontvanger der dir. belastingen en accijnzen te Amerongen o. a., V. L. baron Van Boetzelaer, belast met do waarneming van het ontvangkantoor derzelfde middelen to Ueiloo c. a. tot ontvanger der dir. belast, en accijnzen to Colijnsplaat c. a., H. Wiersema, ontvanger derzclfde middelen te Peize c. a. De gewone audientiën van do ministers van buitenlandscho zaken, marine, oorlog cn koloniën zullen doze week niet plaats hebben. Ingetrokken op verzoek van den benoemde, de boschikking van 15 Maart 1398, waarbij niet ingang van 1 April 1898, J J. Kraamor te Bcliie- dam werd benoemd tot amanuensis aan de Rijks landbouwschool te Wageningen. Zekerheidsstelling door I!IJks- ambtennren. BU het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer van het ontwerp, houdende regeling van de wyze, waarop door do daartoe ver plichte Rijksambtenaren ten behoeve vandtn Staat zekerheid wordt gesteld, verklaarde men algemeen ingenomen te z(jn met de strekking van dit wetsontwerp, onder erkenning, dat do thans geldenoo regeliug uooJeloos bezwarend .i) Het was in den herfst van het jaar 1399, toen de straten van het stadje Bahn, in Pommeren, tegen den middag van luid ge schreeuw weergalmden. Een hert, een prachtig dier, rende door de stad en verspreidde opge wondenheid en schrik onder de bewoners. Schreeuwend vluchtten de kinderen voor den geweldigen twintiger, terwyi de volwassen mannen en de honden voor het hollende dier op zy gingen, om het echter daaroa te ver volgen. Het hert vluchtte in den tuin van den burgemeester Vahl. De zich daar bevindende knechts sloten onmiddeliyk bet hek en achter volgden met stangen en byien het hert, dat zich in een hoek tegen de vyanden en vervolgers verweerde. Zyn verzet was even wel vruchteloos. Binnen weinige minuten hadden de knechts van den bnrgemeester het hert gedood. Burgemeester Vahl was niet weinig biy, dat het hert juist op zyn erf gedood was, want het dier was afkomstig van de bezit tingen van Detlev Von Walmoden, die met de stad sodert jaren in vyandschap leefde. De stedelingen hadden het recht in de groote bosschen van Detlev Von Walmoden hout te lezen en gras te snyden. Daarvoor moesten zy het zich echter ook laten wel gevallen, ais het wild uitbrak en hun akkers verwoestte. Het verlof, hout te zoeken en gras te snyden, zou in zekeren zin de ver goeding zyn van de schade, die het wild aanrichtte. Daarmede waren echter de stede lingen niet tevredenzy hielpen zichzelven, door, zoodra de herten en wilde zwynen op hun akkers kwamen, het wild te dooden. Walmoden wreekte dan het naar by meende hem aangedane onrecht door meDschen uit de stad, die hout uit zyn bosschen haalden, ge vangen te laten nemen en eerst dèn weer los te laten, als de stadsvaderen een behooriyk losgeld betaald hadden. Detlev Von Walmoden was een man van by de dertig jaar; hy had pas sedert eenige jaren het groote landgoed van zyn vader geërfd en met hst landgoed ook de vjjande- lykheden tegen de stad Babn. Er waren nog maar weinige minuten na het dooden van hst hert verloopen, toen een luid geblaf van honden weerklonk. De jacht honden van Detlev Von Walmoden renden door de straten der stad, gevolgd door de jagers, met Detlev Von Walmoden en een aantal ridderiyke gasten uit den omtrek aan het hoofd. Detlev Von Walmoden had met zyn gasten het hert gejaagd, dat in zyn ver twijfeling over de Thue, een riviertje, dat Bahn passeert en zich in het Lange Meer uitstort, gezwommen was. De honden zoowel als de jagers moesten een omweg maken, om over de brug te komeD, waardoor het hert een voorsprong kreeg. Wel is waar ging het ook daar het verderf, dat hem in den tuin van den burgemeester wachtte, te gemoet, maar het vond althans een spoedigen dood. De honden, die het hert in den tuin speurden, hieven voor het huis van den burgemeester een vervaariyk geblaf en gehuil aan. „Doe open!" riep de heer Von Walmoden, die uit het zadel over den tuinmuur kon zien en het doode bert in een hoek van den tuin ontdekte. „Hier heeft de heer Von Walmoden niets te zeggen, hier ben ik meester l" antwoordde hem de burgemeester. Dat was het begin van een stoeds heftiger wordenden twist tusschen den heer Von Wal moden en den burgemeester. Detlev Von Walmoden vroeg den burge meester; „Hoe komt gy aan dit hert?" De burgemeester antwoordde: „Het raakt u niet hoe ik aan het bert koml" „Wilt gy my direct zeggen, hoe gy aan dit hert gekomen zyt? Gy weet toch, wie ik ben?" „Wie gy zyt, weet ik; maar wees zoo goed en spreek my niet langer van het wild." „Maar ik wil weten, wie u het recht geeft, het hort te dooden. Dat is myn hert! Ik jaagde het, en nu geeft gy het my oogen- blikkeiyk terug, andors loopt het slecht met u af!" „Maak, dat gy bier van de straat en uit de nabyboid van myn huis komt, anders sta ik voor niets in; anders zou het u evenzoo kunnen gaan als het hert! Het kwam hier, zonder dat gy het jaagdet. Wat gy of de jagers gedaan hebt, gaat my niets aan. Hebt gy my begrepen?'' Detlev Von Walmoden was woedend, maar zag, dat de burgery, die zicb om hem en zyn gasten verzamelde, een steeds vijandiger houding tegen de ridders begon aan te nemon. Detlev Von Walmoden ontzag zich niet den burgemeester grof te beleedigen, tot deze zeide: „Maak, dat gy wegkomt, of ik laat storm luiden en u gevangennemen. Hier zyn wy, burgers, de baasl" Waarop de blonde, reusachtige Walmoden de vuist balde en Vahl uit het zadel toeriep; „Wacht t Daaraan zult gy en de geheels burgery denken." Daarop maakte hy rechtsomkeert en reed onder de spotternyen der burgers met de jagers en gasten de stad uit. Hy gevoelde zich zwaar beleedigd, met name door den hoon, die hem in tegenwoordigheid zyner ridderiyke gasten aangedaan was. Naar zyn denkbeelden en het toenmalige recht had hy ook reden zich zwaar gekrenkt te gevoelen, en hy zon onmiddeliyk op wraak op de brutale burgers, die zich tegen hem, den ridder, durfden verzetten. Gedurende den winter rustten de vflandeiyk- heden tusschen den ridder Von Walmoden en de burgery van Babn. In den winter werd noch hout gesprokkeld noch gras gesneden, er was geen gelegenheid tot botsingeneerst in het volgende voorjaar konden de wraak - plannen van Walmoden uitgevoerd worden. Bahn ligt, zooals wy reeds zeiden, aao het noordoinde van het Lange Meer. Dit strekt zich byna heelemaal van noord naar zuid uit tot in de nabyheid der stad Wilden- bruch. Het was in Mei van het jaar 1400. De dochter van burgemeester Vahl, „de schoons Jutta," zooals zy algemeen genoemd werd, vierde haar verjaardag. Vahl was vader van drie dochters, van wie Jutta de oudste wss; zoons had by niet en zyn vrouw was sedert veel jaren dood. Met haar beide zusters en een aantal andere meisjes uit Babn maakto Jutta ter viering van haar verjaardag een roeitochtje op het Lange Meer. De meisjes gingen in de boot zitten, roeiden op het meer en landden aan den westelyken oever om zich hier met gezang en spel te vermaken. Laat in den namiddag wilden zy, acht in getal, de terugreis over het meer aanvaarden, toen zy een treurige ontdekking deden. De boot, waarmede zy gekomen waren, was van den kettiog losgeraakt en weggedreven; zy dreef heel ver weg op het meer. Daardoor werd het den meisjes onmogeiyk gemaakt over water naar huis terug te keeren. Zy moesten den landweg inslaan; om dien af to leggen, hadden zy minstons drie uur werk en moesten daarby bjjna een uur door het gebied van Detlev Von Walmoden. Als deze van haar aanwezigheid op zyn gebied hoorde, zou hy haar stellig parten spelen. Er bleef den meisjes echter niets anders over dan de onderneming te wagen, {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1