MENGELWERK. Geschiedenis van een Beid. k*njt ttiMLB ia een vaster vorm te staan, voor zoover nauielgk blijkt, dat de regeering alle toe voegingen tot het ontwerp, van verschillende zijden ingediend, eenvoudig ter zijde heeft gelaten. De obligatiehouders weten nu waaraan zij toe zijn In hoofdzaak behouden zij de rente, gelijkstaande inet het vroegere ecu derde gedeelte bupner coupons, gpndsi eenig verder fandeel in bolastipg opbrengsten, zooals tot nu toe bet geval is geweest. De rentebetaling wordt verzekerd door een gedeelte der inkomende rechten, welke wokelijks bjj de Dank ven Portugal zulle# worden gestort. De toestaud der Turkse he financiën geeft voor de houders betrekkelgkerwtjzegeon reden tot klagen. Uit het dezer degen geopenbaard rapport omtrent de linanciëele resultaten over bet jaar 1897/98 blijkt, dat de inkomsten een niet onbo vredigenden vooruitgang hebben aan to wijzeD. Dp amortisatie der groepeo*Turkea heeft steeds ge* regeld plaats gebad en zullen nu, oa afiosaing van een klein restant der Serie A, dp dan beschikbaar komende bedragen ten goede komen aan do Turken Serie B en gedeeltelijk ook aan Serie C. Een geheel tegenovergestelde uitspraak geldt voor de Spaansohe financiën, waarvan men niet veel meer dan het ergste kan te gemoet zien, waarop trouwens de financiële wereld reeds lang voorbe reid is. Rusland gaat steeds voort met conver- teeron van hetgeon daartoe gelegenheid biedt. Reeds geruim en t(jd geleden is in deze kolommen melding gemaakt van het voornemen dor regeering om tot conversie der 4l/j-pcts.-Pandbrieven over te gaan, en thans wordt uit St.-Potersburgberieht, dut de conversie in l-pcts.-Staatsfondsen spoedig kan worden te gemoet gezien. De nieuwe Chineosche leening, welke dezer dagen ter markt is gebracht, heeft wel een gun* stige bcoordeeling gevonden, doch het resultaat der inschryving was niet onverdeeld schitterend* lloewe) het voor DuitschJand aangewezen bedrag meermalen volteekeod ie, is het te Londen ïnge- scbiovene ver beneden de verwachting gebleven. De Zuid-Amerikaanscbe afdeeling had geen on gunstig verloop. Mexie o-binneniand werd aan houdend voor Duitache rekening van de markt genomen en Brazilianen waren weer wat opgewekter. Toch bljjft de linanciëele toestand van Brazilië allesbehalve rooskleurig, en al is nu in de aanstaande couponbetaling voorzien, toch zal de regeering ten slotte wel genoodzaakt zjjn om tot verbetering der inkomsten de noodige stappen te doen en zal dan waarschijnlijk tot verpachting of overdracht der spoorwegen wel overgegaan moeten worden. Do Amerikaaosche Spoorwegmarkt wordt langzamerhand geheel krachteloos. Het aanhoudend geslinger der koersen, in verband roet de meest tegenstrijdigo politieko berichten, geeft aanleiding tot een volslagen wantrouwen, en het publiek toont niet do minste neiging om b(j de bestaande onzekerheid een posilio in to nemen, hetzij a la hausse of in do contramine. De berichten in hat laatst der week waren dan ook niet geschikt om veel vertrouwen in de toe komst te stellen: de kansen van oorlog schijnen weer zwaarder te wegen dan een week geleden. De nog steeds niet geëindigde tariefoorlog wordt geheel door het oorlogs-vraagstuk op den achter grond gehouden en toch is dit voor sommige spoorwegsystemen een bijna even gewichtige aan gelegenheid, gewichtig genoeg om in het Congres ter sprake tc brengen, of b(j volharding der Canadian-Pacific, enkele aan haar toege kende vrijheden van groot belang, niet door do regeering zouden kunnen worden ingetrokken. Omtrent de Central-Pacific wordt tbans weer een bericht de wereld ingezonden, dat de Souauls commissie volledige afbetaling vsd alle schulden en inteiesten aan de regeering, zou eischen. Deze eischen zijn echter nog alleen maar vervat in een wetsontwerp, na dit laatste is nog lang «iet aangenomen. Jiijnlandsehe Bank. liet rijtuig. UU het Fransch van Paul Bonhomme. César Bouchardin wachtte met lijdzaam heid tot bet zJJd vrouw zou believen te komen eten. Hö had, om zich den lijd te verdrijven, do courant opgecomen; toevallig viel a|Jn oog op een der kolommen, liet een acbreeuw van vorrassing sprong by op en in de deur begon bü Luid: Baptistinete roepen. Op de eerste verdieping werd een deur geopend en een vrouweatum antwoordde: ,Wat ia er?" „We hebben een rijtuig getrokken 1" Ben stilte en toeD heel zacht, ala kon i|J bet zich niet begrijpen: ,Een rijtuig?" „Je weet toch wel, dat we loten genomen hebben I" „En hebben we den pr|js?" „Nummer 10+, eencoopó; is "tnietgTappig?" „Weet je 't wel zeker?" „'t Staat in de courant; kijk maar eens de biljetten na; die heb je toch boven." „Ik? Welneen, die heb jij." „Mooi; dus je hebt ze verloren?" „J(J zou ze bewaren; zo moeten in je schrijf tafel zfln." „Dat is al te erg!" schreeuwde Bouchardin. „Ik zeg, dat jij ze hebt." „Nu, we zullen zien." Mevrouw Boncbardin schoot haastig oen peignoir an en kwam snel naar beneden, om zichzelf te overtuigen. „Heuscb, César, 't staat er! No. 104, eeri coupé!" „Al3 jo 't nu maar mot hebt verlonnl" bromde César terug. Waar kon z(J ze gelaten hebbon? Natuur lijk i ergens anders dan in baar kast. Gevolgd door Boncbardin, ging z(J naar boven. Zy had nauweljiks een lade openge trokken, o! Bouchardin riip verontwaardigd; „Wat een rommel!' Onparige handschoenen, ondergoed, slordig opgevouwen, verlepte bloemen, dnozen waaruit einJits lint stak'.n, alles door elkaar. „Zoek daar maar niet in, je kunt even good een naald in een hooiberg vinden." „Nu zou ik er mi) nog een verwijt van maken, dat ik niet eens den t(Jd heb, mijn iaden behoorlijk op te ruimen. Ik heb je zelf trouwens de biljetten in een Jade van je schrijftafel zien sluiten." Bouchardin geloofde er niets van, maar bet idee alleen, dat iemand denken kon, dat by iets nekjes wegborg, streelde hem te veel om niet eens te gaan kijken tusschen zy'n onordo- lyken hoop paperassen. Sjj greep werktoigiyk naar het slot, doch de sleutel ontbrak. „Wie beeft er nu weer in mijn schrijftafel geenuffeid?" „Nieoiaad." „Zoo, en waar is dan mtJn sleutel?" „Weet ik dat? Misschien heb je dien zelf opgeborgen." „Nu, ik zal die nummers dan later wel eena zoeken; ik neet ook zeker...." Beneden klonken etappen in de gang. Beroelette, zjjn dochtertje, kwam van eohool en ht) vond dit esn goed voorwendsel, om naar de eetkamer te gaan. Baptistine ging, vreeselyk uit haar humeur, de meid wekken, die, wachtend tot zy zou kunnen opdoen, ondertussoben in slaap was gevallen, II. Het was nu niet bepaald, wat men noemt, puntig netjes ln den huize Bouchardin, maar tegenover die oene ondeugd bezat htt eoht- paar weer vele deugden. César Bouchardin, bekend dramatisch schry- ver, bad de halve beschaafde wereld aan zich verplicht door zyn vaudevilles, die by even handig phantaseerde als in elkaar zette. Van zoo iemand was 't dan ook eigenlijk niet te verwachten, dat hy in het dagelyksch leren nu juist orde en regelmaat zou beminnen. Hy was byna altijd een balven dag ten achter, daar by zeer laat naar bed ging en niet ontwaakte vóór een naburige kerkklok om twaalf uren begon te luiden. Op een avond dat hy juist uit zyn slaap kamer kwam, terwijl de meid de soep op bracht, kon hy niet nalaten te brommen: „Maar Baptistine heeft me zoo bsloofd, geen soep moer aau bet ontbyt te geven." ,U gaat eten, mijnbeer, bet is zeven ureD," antwoordde de oude getrouwe zeer veront waardigd. Do sleutels der pendules waren nooit te vinden, zoodat de klokken altyddurend stil stonden, en daar hy tien jaar geleden alle horloges tegelijk naar de Bank-van Leening gebracht had, was 't hem Diet kwaiyk te nemen, dat bi) niet aityd op de hoogte van den tyd was. En mevrouw Bouchardin waa al even ver als haar man; het gebeurde dikwijls, dat zü om zoren uren uitging, om visites to maken, on dan erg verwonderd was, de menschon aan tafel te vinden. Op eon morgen, dat zij do penduto in de eetkamer van haar plaats had genomen, om dia do jaarlykscha reiniging te doen onder gaan, uiLt) zy een kre;t van vreugde, toen zy een aantal kleine papiertj is ontdekte. Zy herinnerde zich nu duidelijk, dat zij de loten daar gestopt had expres om die niet te verliozen. Nummer 104 was er wel degelyk by. „César, César, ik heb de bijelten!" riep zy opgewonden. „Waar waren zo?" „Onder de pendule." Voor een enkele maal liet zy zich getroost voor „vrouw zonder herseDS" uitscheld,n. Tegen twee uren vortrok zy met Burnolette en evenals Ferrctto uit de fabel bouwde zy zich allerlei lucbtkasteelen. By den stalhouder gekomen, vonden zy geen woorden, om hun biydscbap uit te drukken over het fraaie rytuig. Het was van binnen met satyu ge voerd, van lantaarns en wielen mot lucht banden voorzien. In één woord, een equipage voor een hertogiDl Maar de stalhouder mocht het rytuig niet afgeven zonder geldig bewya en nu moesten de beide dames eerst weer terug, om dit te halen. Tegen vier uren konden zy dit bewys eindeiyk inleveren en nu vroeg een der hei-ren op bet kantoor, of zy het paard medegebracht hadden. „Het paard?" vrosg mevrouw Bouchardin verbaasd. „Ja, mevrouw, het paard, dat het rytuig moet trekken." Hoe haddon zy dat nu kunnen vergeten I Zy konden toch zelf het voertuig niet door do slraten naar buis Irckken! Daar hebben we beelemaai niet aan gedacht 1" „Den moet u toch maatregelen nemen, meviouw." III. Zy gingen nu zoo spoedig mogelijk naar Neuilly terug, om Bouchardin te beduiden, dat slechts een paard het rytuig uit den stal zou kunnen trekken, en César begreep de zaak zéé volkomen, dat hy dadeiyk 1600 franken neertelde voor de aanschaffing van deze nieuwe luie. Hy was juist goed by kas, daar een van zyn stukken opnieuw was opgevoerd, wat hem een aardig voordeeltje had bezorgd. Moeder en dochter kozen nu in Tattersall een paard, dat men beloofde, den volgenden morgen aan deu stal to zullen brengen. Zy zochten ook nog een tuig uit, want dat zou de logementhouder er zeker ook niet by present geven, evenmin als het paard. Eerst moest echter de ingang van bun tuin verwyd worden, want zoo was deze veel te nauw, om het rytuig door te kunnen laten. Dit was in enkele dagen geschied en nu kon César Bouchardin zyn schitterende equipage bewonderen. „Eo dat voor tien frankenl" riep zyn vrouw in extase. ,Nu, ala ge dat tien franken wilt noemen, een paard dat er f1600 koet!" „César, nu moest Je ons naar bet Brie rijden." César kon heel goed vaudevilles acbryvon, maar in bet rijden wee by nooit een meester geweest. Toch vatte hy moed, toon hy, zich den oorlog van 1870 herinneren-1, bed.cbt, dat by oene eon transport levensmiddelen van Clecby naar Mant Valérisn bad gebracht. „Je bant toch niet bang?" vroeg zyn vrouw. „Bang? Waarvoor?" „Je behoeft maar naar linke en naar rechts te trekken „Z,-ker, zeker, overbekend; op weg dan maart" César beesoh zich op den bok en zyn vrouw en dochter stipten met veel zwier in het rytuig; de staljongen deed het portier dicht. „Klaar?" vroeg César. „Klaar," antwoordde zyn vrouw en voort ging het. IV. „Bravo l Heerlyïl" word er uit het rytuig geroepen. „U rydt prachtig, vader I" Vader werd echter overmoedig door zyn succes. Op den eersten den besten hoek trok hy zéé hard naar rechts, dat het paard een voudig in de rondte vloog. Een schok en allo drie lagen op den grond tnsschen scherven en epliritere. Er hearsebte een oogenblik stilte, gedurende welke ieder daebt, dat zijn lot- genootcn dood waren. Mevrouw Bouchardin ontdekte het eerst, dat sy slechts enkele schrammen hadden opgeloopen. Het rytuig eohter bevond zich in ceemiewaardigen toe stand: een der wielen was gebroken en van het portier was niets boel gebleven. „Wat een sm&kl" zeide Bouchardin, nog versuft van den schrik, „ledereen ia ook geen koetsier." „O bobt zeker aan de verkeerde leideel-i getrokken," meende Bemelette. „Best mogelyk," nep hy, het stof van zyn handen vegend. „Ik heb er echter genoeg van. Uw moeder heeft een rytuig willen hebben, welnu, laat ze er nu ook zelf den last van dragen. Ia dat nu een genoegen, zyn leven zoo in gevaar to brengen?" Mevrouw Bouchardin toonde voor ditmaal „een vrouw met hersens" to zyn, want zy ging zelf naar den stalhouder, tsrwyi Berne- lette het rytuig bleet bewaken. De man bood 200 franken voor rijtuig en paard. „Ik donk er niet over, zoo weinig!" „Geen cent meer geef ik, mevrouw." V. Tweehonderd franken Is altijd meer dan niets, dacht zy en zieh tot dm man wendend, ztide zy: Nu, laat ons den koop dan maar sluiten, een dezer dagen kom ik het geld by u balen." „Neen, ik wilde liever mot gesloten beurs betalen, u komt by my rijden zooveel als u wilt tot zoo lang de som niet overschreden wordt." „Ik kan dus tegen 6 franken per dag vetrtig ritjes doen; dan ryd ik liever twee maal in de week met een landauer en neem dan de oen of ander mee. Ik kan me dan verbeelden, dat ik in myn epuipage iemand afhaal," peinsde mevrouw Bouchardin. Zelfs de leveranciers kregen een beort. Het kan, vooral voor zekere lieden, nooit kwaad, op een goeden voet met zijn leve- ranciers te staan. VI. Op zekeren middag, terwyi mevrouw Bou chardin een toertje waa gaan doen met de vrouw van den slager, kreeg haar man een briefje van den stalhouder, dat deze hem geen krediet meer kon verleenen, daar do bepaalde som nu reeds overschreden waa met 1800 franken. César waa ten einde raad, bi) holde dadeiyk naar den atalhonder, by wien hy eon dogcart nam om daarmede gauwer zyn vrouw tekunnen opsporen. Baptisiine wae echter, in plaats van, zooals zy gezegd had, naar h6t Boia de Vincennes te gaan, naar bet Bols de Bologne gereden, zoodat Bouchardin eonige uren zoek bracht met haar op te sporen. Mevrouw rydt nu nog alleen in de tram en Bouchardin zelf heeft gezworen, nooit meer ergens een lot voor te nemen, en tot du ie by zyn woord nagekomen. CORRESPONDENTIE. Ingezonden stuk ken of mededeelingen, waarvan de inzenders hun naam niet aan de Redactie bekend maken worden ongeplaatst ter zyde gelegd. RECLADEI, a 25 Cents per regel. De militaire autoriteiten zijn niet zoo enel bereid, om een soldaat af te keuren, zooals het geval met den Heer R. P. Colgau, 41, Barbara Btreet, te Banabory, Londen aantoont. Zgn treffende geschiedenis kan niet beter verhaald worden dan door zfln eigen woorden. Op zekeren dag, zeide by, toen een be jaarde vrouw, die voor do officieren ran ons regiment waschte, met een pak schoon linnengoed een veld overstak, sloeg een landlooper haar van achteren met een \jzeren staaf. Ik sprong dadeiyk toe en sprong over een muur van ongeveer zestien voet hoogt', den landlooper vervolgende, die iotusschenin een bosch ging en vluchtte. In m\jn val deed ik my pyn in den rug en daaraan schrijf ik myn ziekte toe. De op- gdoopan ziekte door don onver e aag- dtn moed van den sergeant was zeer ernstig. Ondanks de beste geneeskundige zorgen aan het militaire hospitaal te Warwick, waar b(J in garnizoen lag, bevond zich Colgau in een verlamminga- toestsnd, zonder hoop. Zyn ledematen wei gerden dienst te doen; by waggelde gelyk een dronkaard, ofschoon ik, zooals hy aan een reporter zeide, voltrekt geen drank ge bruikt had sedert 1? jaren. Hy werd van lieverlede erger, en bemerkte, dat hy nanwelyks naar beneden kon gaan, en werd vervolgens opnieuw in het militaire hospitaal opgenomen. Den 31sten Maart 1893 verliet hy den dienst als ongeneesbaar. Indien er ooit een hopeloos geval was geweest, dan was er dit een. De geneosheeren hadden hem openiyk gezegd, dat hy nog slochts twaalf maanden kon leven. Evenwel, na verloop van de 12 maanden vond de reporter niet alleen Colgau in leven, maar werkzaam en welvarend; en inderdaad werkt hy thans te Londen. Het middel van dit opmerkingswaardig wèlziju is de moeite waard verteld te worden en in antwoord op de vragen van den reporter, werd het door een voudige en overtuigende woorden ontdekt. Iq zyn ellende en wanhoop, gebrekkig 6Q nutte loos, begon Colgau te gelooven, dat het voor bem heter zou zgn terstond te sterven. Totdat op zekeren dag zfin jonge zoon een toek thuisbracht, waarin eenige wondervolle ge nezingen vermeld werden, teweeg gebracht door de „Piok-Pillen" van dr. Williams voor tleeke personen. De zieke weigerde de Pillen te probeeren. Hy wilde zyn geld niet verspillen l Zou hy werkeiyk uit den dienst ontslagen zijn geworden, indien zyn geval niet ongenees- b r was? zoo redeneerde hy. Hy werd er echter toe overgehaald om het geneesmiddel te probeeren; en van af de eersto doos begon de genezing. Zyn eetlust kwam terug, alsmede het gebruik zyoer ledematen, hetwelk do rugge- mergsziakte hein verhinderd had. Di uitere to ledematen, die voorheen koud en onbeweegbaar waren, waren nu van nieuw bloed voorzien en toen de reporter Colgau zag, liep hy iederen dag naar zyn werk het waa een man, van den dood gered. Dit ia geen eenvoudig fabeltje, het is bewezen geworden, dat het onderzoek, dat voor vier jaren is ingesteld geworden to Preston (waar Colgau in 1894 woonde), door een groot dagblad „The Preston Herald" (waar aan wy het ontleenan), en door bet feit eveneens, dat een der geneesbeerea zelf, ala dezen man veroordeeld hadden, bem naderhand gezien heeft en de genezing beeft waar genomen, die sedert dien tyd irnmor heeft voortgeduurd. De Pink-Pillen van Dr. Williams tellen meer cliënten onder de geleerde personen on do geestelijkheid dan elk ander geneesmiddel, omdat de eigenaars steeds gereed zyn om met gelyke openhartigheid te zeggen of zy een zekere ziekte al dan niet gouezen kunnen. Onverschillig wie ook, kan aan de Co upany vry en uitvoerig schry ven. Deze Pillen hebben genezen: verlamming, raggomergstering,roeu- matiek, heupjichfc en de gevolgen der Influenza; alsmede alle ziekten, veroorzaakt door de ver arming van bet bloed, klioren, beenziekte, chronische belroos, ingewands- en longtering, algemeens zwakte der spieren, verlies van eetlust, hartkloppingen, pynen Sa d n ra?, zenuwachtige hoefdpyn en zenuwpijn, vroeg tijdig verval, alle vormen van vronweiyk® zwakte en hysterie. Deze pillen zgu etn spier- versterkend middel. Zy zyn slee echt met den gebeelen naam: „Dr. Williams' Piak-Pïll» for Pale People" en worden verkocht door de Apothekers en Dr. Williams' Medecine Company, 46, Hoi- born Viaduct, Londen E. C. De afzonderlijk® of in glazen bokalen verkochte pillen zyn niet van dr. Williams. Prys f 1.75 de doos, f 9 per 6 deozeo. Vtrkrygbaar by Snabilié* Steiger 27, Rotterdam, eenig Depothouder voor Nederland, en Apotheken. 2477 120 SCHAAKRUBRIEK. - Maandag 28 Maart 1898. Redactie: L. S.-Y. „Moephy". Adres; J. F. E98ER, Sieuwc 1©6, Leiden» Schaaknieuws. Zooals ieder schaker bekend zal zyn komt Laaker te Leiden. Het is evenwel nog niei zeker of hy in de eerste dagen van April, dan wel na de Paaschvacantie zal komen. Zoodra de datum vastgesteld ia zal die zooveel mogtlftk gepubliceerd worJen. Tusschen Engeland en Amerika heeft de gewone jaarlyksche ka.'>elmassakam.p (do p.uttyen worden per telepraaf gespeeld) plaatsgehad. Engeland behaalde 5)4 Amerika 4# winstpunten. Aan bord I speelden Blackburue (Eng.) en Pillsbury (Am.) remise, aan bord II won SLüwalter (Am.) van Burn (Eng.), Showaiter won. De match Pill&bury—Show alter stiat tbans: Pfllabury 3, Sbowalter 1 (bén party werd remise.) Remise-partyen worden in doze match niet geteld. De nu afgeloopen probleem-compositie wedstrijd van 2 zetten van den. Ned. Schaakbond - werd gewonnen door de bearen: J. Van. Dyk (de Lier) I, A. Van Eelde (Deventer) II, J. J. Colpa (Leiden) III. De heeren Van der Meulen, Leussen, en Esser, allen leden van „Morphy", hebben een kleinen onderlingen wedstrijd aangegaan. Ieder moet tegen elk der 2 overigen 4 partijen spelen. ■In het Meester tornooi van de „Weener Sehaakklub" werden Marco I, dr. Eaufmann II, Brody en Halprin III en IV, Schlechtcr V, Zir.kl YI, Schwarz VII, en Mandelbaum YIH. De tusschen Weeüen en St.-Petersburg per telegraaf te spelen correspoudentieparfrüen zyn reeds in vollen gang. Er zyn reeds in de eeu 22 en in de andere 27 zetten gedaan. ConsuUati&partjj, gtspedd Spaansche party Den Haag. 8 Maart 1898. J. W. Te Kolsté. I Q. é'Umerw. id. Albin. Wit, Zwart. e 4 1 e 6 prs 2 PcS LbS 8 a 6 La4 4 Ffa d 3 6 d 6 Lc6: 8 be6: h 3 7 Noodwendig om L g 4 te verhinderen. 7 L e 7 c 4 8 Deze zet maakt wel den d pion zwak, doch verhindert den doorbraak in het centrum zoolang tot wit aan den kroningsvleugel goed staat. 8 o-o PcS 9 Pe 8 Schaakparty No. 64» door gelijktijdig met nog vijf g 4 10 Om f 5 onmogelijk te maken. 10 L e 6 Kfl 11 Lf 6 Hier kon gespeeld worden g 6, P g 7 en D d 7 om f 5 te kannen spelen, b 3 12 D d 7 Tgl 13 h 6 T g 3 14 T d 8 c5, c6, Pc7 om even tueel d 5 te laten volgen, was hier de juiste voort* zetting. DeZ 15 d 5 L a 3 16 d c 4 dc4; 17 P d 6 Td I 18 D c 8 K g 2 19 T f e 8 Tgl 20 gfi P b 2 21 andere consultatie-partijen. De witte stukken staan nu goed en hot Paard vangt na zyn reis aan om later op f5 den atryd te beslissen. 21 K b7 22 23 24 25 26 27 28 29 39 Zwart ovorzi t blykbaar h-t danxe offer op hö, doch geen enkel i andere zet kag de partij meer redden. Hel best was nog T d 6, maar f4 on L f4: doen het geheela ge' ouw in en storten. {Aanm. van Ad. Albin.) D h 6 -f- 31 geeft op. Pdl Pe3 P f 5 gf 5 Khl Lel h 4 h sr 5 Dh 5- P b 7 T d 4 Lf 0: Tg8 T g 7 L e 7 te tg 5: Dg 8? Probleem No. 66 van W. Ridderhof, Leiden Zw&xt. Adres vo r oploa-ing- n, bijdragen, enz.: J. J. Colp!t Lange Mare 18. Goede opl. No. 64 ontvangen Tan: Lolden: Jhr. Stride v. Linechoten, J. v. Bevcren, M. v. Bereren Jin., B. 3. t. Kloeten, W. Ridderhof, R. Pauli. des, E. C P. Nicola, G. H. Key, „James'V Deventer: A. T. Eelde, G. VT,' Kloosterboer. N ij k e r kW. P. Enderle. Opl. Probl. No. 65. Pe5, KXPc5, Db6-t-, KXD, Pd7=R KXPe5, Dg7+ Kf4 Dg3tp Kd6 Dc7^ Kc3 Dcl-4- Kd4 PI3(c6)tpi g% P£3-|- KXP Dc6^ Kc4 Del fp. CORRESPONDENT!*. A. v. E.Dw twerttt wordt geplaatst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 10