Thau werd dit huldeblijk aan de familie overgedragen bil monde van den heer Cordes, terwijl de heer Bollóe mede het woord voerde. De oudste zoon van wijlen ds. Koops, de heer G. J. Koops, dankte allen voor de eer, zijn vader oprieuw bewezen, waarna allen den Godsakker verlieten. De Matthneus-Passion. Al had de geniale toondichter Felix Men- delsBobn-Bartboldy niets gedaan in bet belang van de mensehheid dan Bach's Mattbaeus- Passion aan de vergetelheid ontrukken, dan zou dit alleen reeds genoeg zijn om zijn nage dachtenis in groote eero te houden. "Weinig is omtrent de geschiedenis van dit meester werk van den grcotste onder de grooten bekend, maar wel Is het zeker, dat, toen de 19-jarige Mendelssohn in 1829 te Btrlgu voor de eerste maal de Passion dirigeerde, er toen juist 100 jaar verloopen waren sinds de eerste uitvoering m do Thomas kerk te Leipzig, waar Bach o-ganfst was. De Passion was bestomd om bij de gods dienstoefening in de Luthersche Kerk op Goeden Vrijdag ten gehoore te worden ge bracht en aanvankelijk hadden dergelijke uitvoeringen dan ook jaarlijks plaats, doch in de tweede helft der 18de eeuw was de smaak van het publiek reeds zoodanig door den Italiaanscben opera-styi bedorven, dat Graun en Hasse als de groote mannen in hun Duit9ch vaderland weTden geprezen, terwijl Bach en Handel kort na bun dood niet of op zijn hoogst als geleerde cod trap u net 1st en werden genoemd. Zeer zeker is het, dat noch Haydn, noch Mozart, noch Beethoven, noch Schubert de Passionen van Bach ooit hebben gekeod. Ik acht het bier niet de pfaats in beschou wingen te treden over de betrekkelijke ver diensten der Matthaeus- in vergelijking met die van de Johannes-Passion. Dergelijke be schouwingen hebben reeds b\j gelegenheid van de uitvoerig van nu twee jaar geleden een plaats in dit blad gevonden op een tijd stip, dat de uitvoering van de Johannes-Passion (1894 in de Hooglandsche Kerk) nog vcrscher in het geheugen lag. Buitendien heb ik een stille hoop, dat het bestuur onzer afdeeling binnen niet al te langen tyd ook dit beeriyk werk nog eens op bet programma zal brengen, en dan zal ik gelegenheid genoeg hebben op dit onderwerp terug te komen. Evemoin wenéch ik mg to verplaatsen in den gedacht*ngang der Gemeente-Commissie van de Nöd.-Hervormde Kerk, die bare ge bouwen liever afstaat om er op 3 October een feestcantate met geuzenliederen in te doen zingen d n voor een muzikale vertolking van de lgdensgeschiedenis. Wat ik hier echter wil doen is, m\jn eer- bie. ige hulde brengen aan allen, die gisteravond hebben medegewerkt, voor zooveel schoons. Maar waar moet ik beginnen en wa?r mo^t Ik ein igen? Alles en allen werkten zoo zamen, er is zulk een schitterend geheel jpgabouwd, het kunstwerk stond daar zoo massief voor my, dat ik tevergeefs zoek naar een uitgangspunt vanwaar ik de wigge der criti.k in het uitgevoerde moet dry ven. E i t lken8 als ik meen een kwetsbare plaats gevonden te hebben, dan deins ik wed* r terug, dan komt het mg voor alsof ik my aan gebrek aan piötiit zou schuldig maken door ook maar te wjjzen naar hetgeen ik bedoel, alsof ik den groofschen indruk van het gebed ga veratoren door éón onderdeel, afscheiden van het andere te besprekeD. Welnu, ik neem een kloek besluit en begin met het koor. Of ean eerste rangs-orkest medewerkt, of de solisten allen zoo zyn, da* zjj aan d9 hoogste idealen be»n wcorden, dat hangt voor een groot deel af van de toevallige dispositie der kunstenaars en van de middelen van ce concert- gevende vereeniging, maar de groote verdienste van een toonkunstafdeeling ligt in het koor. Daarin schuilen of liever schitteren de eigen krachten; daar concentreert zich het heilig vuur, waarmede ons koor zich heeft opgewerkt tot het beste in het gansche land (het zjn bevo.gder autoriteiten dan ik, die dit hebben beweerd); da*r vindt men terug de innige muzikale overtuiging, die het koor in zga hooge kunst tot oua doet spreken als van hart tot hart; vandaar uit straalt de glans van onze uitvoeringen, die glans, die telken male, ols onze afdeeling met een groot kunst- W9i k aan het woord is, zulk een breede schare vreemdeliogen met een onwederstaanbare macht naar do gryze Sleutelstad trekt, om te zamen nut ons in aanbidding neder to knielen voor de schappingen van do groot meesters der kunst. Het is D n. De Lange, de leider reeds sinds jaren, die onze afdeeling beeft gemaakt tot wat zy thans is. Wat baten de besta krachten, wat baat het vurigst willen van allen zonder zyn bezielende leidiog? Zoo eenvoudig als by daar voor de massa staat, zoo kalm als hy de maat aangeeft, zou niemand kunnen deükon, dat een enkele nu weer eens zacbt- vriendeiyke dan weer scherp vermanende blik van dezfn man allen te geiyk eloctriseert of ook wel eenige weinigen uit de massa, juist zoo ls hy dat zelf mot z(1n ijzeren wil wenscht. Wie er zicb goen voorstelling van kan maken, Ly neme bet van my aan, dat wy het kunst genot, dat wy hebben mogen smaken, boven en vóór alles aan hem te dankeD hebben gehad. Als ik nog een enkel ding mag nodmen, waarin ik het koor byzonder heb bewonderd, dan was het in „Ja nicht auf das Fest"; „Sind Blitze, sind Donner"; „Weissage uns, wer ist's"; „Lass ihn kreuzigen"; „Andern hater gebolfen." Maar ik bemerk, dat ik zoo lang zamerhand alles ga opnoemen, by het zoeken naar wat ik wel het allermooist gezongen vond, en nu heb ik nog niet eens genoemd dien prachtigen climax in „Wabrlicb, dieser 1st Gottes Sohn gewesen" en dat scherp snyden- de „Lassfc ibn, haltet, bindetricht," dat onder bet vloeiende duet van sopraan en alt zulk een machtigen indruk gemaakt heeft Eo dan de koralen.? Ja, dat is werkelijk ongelooflijk, wat ons koor op het gebied van koraalzang praesteert. Daar is nu nooit quaestie van eenige onreinheid van klank, nooit sprake van eenig zakken, bo9 weinig ook. Het pianis simo gezongen „Wennich einmal soil scheiden, so scheide nicht von mir" na Jezus' verscheiden heeft zeker een indrnk gemaakt, die lang zal noodig hebben om uitgewisebt te worden in de gemoederen *an allen, die dit supreme moment gisteravond met een ontvankelijk ge moed ten volle hebben kunnen genieUn- Vóór ik van bet koor afstap, nog een enktl woord r het betTeft het kinderkoor onder leiding van den beer C. B. Duyster. Dat zulk een bescheiden en muzikaal man niet aan eigen opvattingen doet, doch stijtelgk en tot in de kleinste bijzonderheden den hoofdleide r volgt, daarover behoeft men niet eens te spreken; maar het feit, dat hy een kleine honderd kinderen er toe beeft weten te brengen, dat zy geen enkele maal èf onzuiver èf niet op tyd inzetten, dat zy met beschaafde uit spraak voor zoover die verwacht kon worden met vollen klank en m*t fijn rbytb- nrisch gevoel den cantus fïrmus op zulk een wijze voordragen, dat zij den steun voer het gansche koor en orkest vormden, dat bewy^t op de meost ondubbelzinnige wyse, welk een uitstekend koorzangonderwjjzer de heer Duysttr is, meer dan de bes-te uitvoering van z(jn Borgt rzangscbool. Zyn wy de vorige maal op bet laatste oogenblik teleurgesteld geworden èn door den heer Messchaert èn door den heer Rograaus, ditmaal waren beiden op hun post. Dat Mes- 8cbaert een oneindig beter Christus is dan Zalsman, beboert geen betoog. Om zoo de Avondma3lswoorden te zoggen, om zoo het gebed in Gethsémanó uit te spreken, om zulk een kruiswoord te uiten, dat kan geen tweede. Al mogen andere oogenblikken wellicht minder aandacht hebben getrokken, ik wil als Diet een van zyn minsto ook noemen de bestraffing, die hy aan zyn discipelen gaf, toen dez-m mokten over het vergieten van het kostbare water. En dan ook het „Merae Seele ist be trütt" en „Am Abend, da es kühle war." Wat speet het ray, dat ik Messchaert niet eens heb kunnen hooren in„Gebt mir meinen Jesum wiodtr" maar er moesten nu eenmaal coupures worden gemaakt. Dit Rogman3 een even goede Evangelist was, als destyds Jos. Tbyssen, die toen a prima vista zorg, kan ik niet zeggen. Rhr en daar had zyn stem iets benepens, wanneer fcy plotseling met een hoogen tuon moest in zetten, en dan gaf hy m(j tevens den indruk van onvoldoende voorbereiding. Herhaaldelijk moest by door den pianist in het goede spoor worden teruggebracht en zeker zou met een minder begaafd begeleider, die niet zoo spoedig de wisselakkoorden wist te vinden, menigmaal een btoornis zijn teweeggebracht. In „Da nahmen die Kriegsknecbte des Land- pflegirs Jesum zu sich in das Richthaus", was er echter geen redding meer mogeiyk. Dit alles doet my oprocht leed, daar Rogmans overigens een voortreffelyken Ev-ngeJist gaf en my met zyn „Ich wiiï hei meinem Jesu wacben" hoog kunstgenot verschafte. Do sopraan en alt waren dezelfden, die ook tot het welslagen der eerste uitvoering zoo ruimschoots hebben bygedragen. Terwyi mevr. Nassau Noordowïer—Reddingius reeds by alle mogtlyke gelegenheden haar gaven voor ons publiek hoeft doen schitteren, wil ik even in herinnering brengen, dat net juist de Matthaeus-Passion is geweest, toen mevr. Do Haan toen nog Pauline Manifarges haar eersten triumf hier ter stede heeft ge vierd. Zoo mogeiyk kwam haar stem my gisteravond nog edeler voor dan by de beide vorige malen, dat zy hier is opgetreden. Zy vooral was wel heel byzonder op dreef. Natuur lyk heeft zy den meesten indruk gemaakt met haar duo met viool: „Erbarme cich, mein Gott", maar ik wil haar „Ach Golgatha, unsel'ges Golgatha!" niets minder hoog stellen. Zou iemand mot zooveel eenvoud kunnen zeggen „Somt hat mein Jesus nlchts gethan" als mevr Noordewier? Dat was wedtr de engel, die sprak! Haar „Blut© nur, du liebes Hcrz", een myner indrukken, die my het langst van de vorige uitvoering zyn bygel leven, was ook nu weder iets onuitsprekelijk schoons vcor my. Eu dan kom ik ten slotte tot ons eerelid F. D., die de kleine baspartyen zong. Dathy de vergelyking met Messchaert niet doorstaan kan, dat is ten eerste nbt meer dan natuurlyk, maar tevens gelukkig. Daar was iets by zonder btkoorlyks in zyn weinig vol, terug houdend „Bin ich's Rabbi?" tegenover het nobele „Du sagest's" van Messchaert. Ook in Petrus' verloochening bad hy iets eigenaardig wantrouwenverwekkends. Om beter dan hy het deed te zeggen: „lek konnodesMenscben nicht," was wel nitt mogelyk. Oazen dank aan dezen weiwillenden zanger, die nooit aarzelt in de bres te springen, als het Bestuur oen dienst van hem vraagt. Hy kan er zich vorzekerd van houden, dat zyn medewerking op prys wordt gesteld. Hulde ook voor de beide tot één geworden dienstmaagden 1 (Ik had er liever twee verschillende gehad). In bet orkest hadden wy drie solisten te bewonderen, de heeren Spoor (viool), Demont (fluit) en Krüger (bobo). Daar sta ik nu met myn eerepalm en weet niet aan wi9n hem uit te reiken! Alle- drie waren se al even mooi! Welnu, Deemt hem dan te zamen van my aan, neemt er ieder uw deel van, want gy hebt hem. geiykeiyk verdient, en vergeet niat er ieier lii van uw orkest een blaaójo van te geven. Wilt daarby de verzekering aan nemen van myn groote vereerlng voor dit orkest, dat de roem van ons land is. Dat na één rep9titi3 er nog wel eens een kleinigheidje hapert, is niet to verwonderen, maar toch bon ik overtuigd, dat onze uitvoeringen niet balf zoo goed zouden slagen, als wy niet geregeld den zoo kraebtigen steun van uw keurbende genotent Dat de pianist en de organist, de heer Tïerie, elkander naar de kroon staken in het keurig begeleiden, ga ik als vanzelfsprekend voorby. Wat zoude ik gaarne dien goeden ouden Bich uit zQn graf hebben gebaald, om eens even eon kykje in de zaal te nemeriT ik ver trouw, dat hy tevreden zou zyn geweest, maar toch is h^t maar goed, dat hy irr.iet geweest is. Stelt u voor zyn ergernis, toen de direc teur onder het slotkoor moest altikken, om het publiek te beduiden, dat zy niet mogen wegloopsn onder de muziek! Geheel recht vaardig was het uitvaren van den directeur niet, aangezien een aantal vreemdelingen do^r het te late begin wcrkeiyk weg moesten. Maar het waren Leidenaars ook! Ik kan my niet wel indenken ia de ziel van dengene, die na de woorden „Mein Jesu, gute Nacht'!" tot de gedachte aan zyn demi-saison wordt geïnspi- r erd. Kan het publiek zieh dan niet fatsoenifjk houden? - Ik heb laatst al het mijne gezegd over het gegrinnik by Bauer's verschijnen en ik weet, dat het knersinge der tenden heeft veroorzaakt. Maar ik zal in Daam der heiliga kunst voortgaan met boter aan de galg te smeren, net zoolang tot zy gelieft te bekiy ven. Dat is myn plicht en dien zal ik niet verzaken, hoe onaangenaam sommigen het ook mogen vinden ronduit do waarh id te hooren 1 d. G. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd, met ingang van I April, tot leeranr aan de Rijkslandbouwschool te Wageningen G. Wolda, te Helder; tot assistent van den weteoschappelijkon adviseur in visscherij- zaken, H. C. Redekc, phil. nat. doctorandus; tot plaatsvervangend lid der commissie, van 1 Augustus 1S97 tot 1 Aug. 1898 te Amsterdam belast met bet afnemen van dc practische examens van arts, H. Timmer, arts te Amsterdam; met ingang van 1 Juni, tot directeur van het post- eu telegraaf kantoor te Blokzijl, H. J. H. Hulsman, thans in gelijke betrekking te Waddingsveen; met ingang van 1 Juni, onder intrekking van het koninklijk besluit van 9 Februari 1898 tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Zetten, J. Winters, thans commies der posterijen van de 2de klasse; en tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Ravestein, J. Brouwer, thnna commies der posterijen van de 3de klasse. Benoemd: Tot voorzitter (dijkgraaf) van den polder Kraanenisse, L. Driendrjk Lzm; tot dijk graaf voor het waterschap de Westdijken van het eiland IJseJmonde, J. Van den Hook, beiden in de prov. Zuid-Holland. Aan C. Wielings op zijn verzoek eervol ontslag, verleend als bureclambtenaar van den Rijkswater staat. In zijn rang overgeplaatst bij het wapen der infanterie van het leger in Ned.-Lndiö, de 1st» lnit, G. Buys, van het instructiebataljonin rang en ouderdom van rang overgeplaatst, bij het wapen der infanterie van het leger hier te lande, de lste luit. der infanterie J. Van der Scheer, van bet leger in Ned -Indië, thans met verlof hier te lande. Gemengd Nieuws, De heer A. J. Stall inga kondigde gisteren in ons blad het kettinglooze rywiel aan. In onz9 vestibule haDgen daarvan afbeel dingen. Een sedert een reeks van jaren alhier bestaan hebbende za«k in gouden en zilveren werken is die van den heer W. Van Dorp, thans gedreven wordende door den heer H. J. Bloramendaal, Doökersteeg by den Ouden Rijn, die eveneens toont, dat het een gebie dendo plicht is met den tyd mee te gaan, omdat anders stilstand achteruitgang is. Z\jn magazyn heeft hy een b6langryko gedaante verwisseling doen ondergaan: de uitstalkast is nieuw, de vorige, min of meer verouderde vitrines in den winkel zyn vervangen door nieuwe gelegenheden tot étaleeren, en alles is zoo iogericht, dat de kostbare voorwerpen, van onderscheiden aard, schitterend uitkomen, ook by de verlichting van het gasgloeilicht, dat de vroegere, niet zoo heldere verlichting heeft vervangen. Het is er thans een winkel of magazyn geworden, voldoende aan de eischen des tyds en waar de kunstwerken van edel metaal, die van cïamant, gemonteerd krbtal, enz., enz, met smaak gerangschikt, in. uitgebreide collectie voorhanden zyn. De krggsraad te 's-Gravenhage veroordeelde lo. Den milicien plaatsvervanger J. v. K. van het 3de rog. huzaren tot 6 weken gevan genisstraf t6r zake van verduistering. 2o. A. De W., milicien-plaatsvervanger van het 7do reg. infanterie, en A. W. H., soldaat by de koloniale reserve, beiden gedetacheerd by het algemeen depot van discipline, eerst genoemde tot 4 maanden en laatstgenoemde tot 2 maanden gevangenisstraf, beiden met ontzegging van het recht om vooreerst by de gewapende macht als militair geëmploieorde te dienen, ter zake van het voortgezet mis- dryf van het opzettelijk en weöerrechtelgk vernielen van eenig goad, dat aan ecu ander toebehoorde. De rechtbank te Rotterdam ver oordeelde H. v. V., 24 jaar, arbtider te Wad- dingsvoen, wegens diefstal van een zak met maïsmeel ten nadeele van A. Jonkheid, tot vier maanden. Tevens stond terecht A. B., 24 jaar, arbei der te Ni-uwenhoorn. Bekl. bekende het hem ten laste gelegde feit. In geldverlegenheid verkeerende, had by het pl«.n opgevat, door brand te stichten in zjjn woning in het bezit te komen oer assurantiepenningen ad f 660. Aan dit plan bad hy in den avond van 1 Februari jl. omstreeks elf uren gevolg gege ven. Toen z(jn vrouw en twee kinderen zich reeds ter ruste hadden begeven, was hy op den zolder zyner woning geklommen, mede nemende een brandend lampje. Hy had toen aldaar een zak, gevuld met vlas, in brand gestoken. Toen alles flink brandde, had hy zgn vrouw en kinderen gewekt en tevens zyn buren Lesuis, die met hem in hetzelfde pand onder één dak woonden. Het gevolg is ge weest, dat zoowel zyn huisraad als dat van zgn buurman is verbrand. Alleen eenig yee van Lesuis is gered, waartoe beklaagde zelf heeft medegeholpen. Door dezen brand bestond dus gemeen gevaar voor goederen, en tevens levensgovaar voor zyn buren Lesuis, zooals het O. M. als bewezsn aannam. Daar be klaagde zich aan een ernstig misdryf heeft schuldig gemaakt, eischte het O. M. zyn ver- oordoeling tot drie jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. D. Lodder, di9 vermeende, dat in deze geen veroordeeling zou kanneD volgen, daar beklaagdes bekenteDis geheel op zichzelf stond, en tevens betoogde, dat door dezen brand geon levensgevaar ontstaan was voor zyn buren Lesuis, pleitte vryspraab, subsidiair ontslag van rechtsvervolging. Mocht de rechtbank pleiters gevoelen echter niet deelen, zoo bracht hy verschillende omstan digheden by, di9 aanleiding kunnen geven om beklaagde e3ii veel mimiera straf op te leggen dan de gevraagde. Pleiter verzocht nog de onmiddellijke invryheidstelling van beklaagde, die zich aan de eventueel hem op te l?ggen straf niet zal onttrokken on thans, nu de veldarbeid begint, nog in de gelegen heid gesteld kan worden iets te verdienen voor vrouw en kinderen. Na schorsing wees de rechtbank het ver zoek tot invryheidstelling van den bekl. af. T-recht stond ook J. v. d. M., 19 jaar, scheeps- jager te Gouda. Hy bekende op 21 Januari jl. op de Nieuwehaven te Gouda twee katten te hebben gevangen, gedood en gebracht op een weiland, geitgen aan het jaagpad. H-t doel van hem was deze katten te verkoopen aan S. C., 16 jaar, koopman te Gouda, welke persoon reeds herhaaldeiyk tegen hem had gezegd: „Je vargt maar raak, ik zal alles van je koopen." De verkoop dezer katten was echtor niet tot stand gekomen, daar hy een rijksdaalder wilde hebben en C. slechte 75 cents wilde betalen. De katten bleken toen te bebooren resp. aan J. Slaman en A. M. v. d. Wolf. Tegen beklaagde, reeds vroeger veroordeeld, werd zes marnoen gevangenisstraf geëischt. Gevraagd of by Dog i9ts te zeggen heeft, antwoordt beklaagde: „Ik verzoek zooveel als bet kan." Ten slotte stond terecht S. C., 16 jaar, koopman te Gouda, wien werd ten lasts gelegd de bewuste katten to hebben willen koopen, welke verkoop niet is doorgegaan om redenen, boven reeds vermeld. Later was hg zelf op het jaagpad gekomen en had toen de katten aan een jongen gegeven, die ze by hem thuis zou bezorgen, wat echter niet is geschied. Beklaagde ontkende de wetenschap gehad te hebben, dat J. v. d. M. de katten gestolen had. Het O. M. was echter een ander gevoelen toegedaan en eischte veroordeeliog tot zes maanden gevangenisstraf. Uitspraak van al deze zaken over acht dagen. {N. R. C.) Na een uitgebreid getuigenver hoor is de instructie gesloten in zake de misdaad te Lopik, by Willlge-Langerak, omstreeks den 9den Januari jl. gepleegd, waarby de landbouwer Arie Boef op afschu- weiyke wyze om het leven kwam. Als ver dacht van medeplichtigheid is zekere Jan Sluys, die ten deele bekend heeft, reeds sedert 12 Januari 11. in preventieve hechtenis in de strafgevangenis to Rotterdam. Ds zaak zal 5 April a. s. voor de rechtbank aldaar dienen. In „De Sollicitant" deelt een onderwgzer hot zonderlinge geval mede, dat een leerling uit zyn klas, die vroeger vl'ot las, thans lezende, geen woord meer kan uitbr3ngen. Voor vier weken las de jongen nog goed. Aan zyn spraakvermogen ligt het niat, hy spreekt goed. Van opzet is geen sprake. Ook de ouders begrypen er niets van. De knaap spant zich tot scbroiens toe in, maar tot lezen brengt hy het niet. Kan iemand hi r raad geven? De vorige week werd in de zit ting van het kantongerecht-te Haarlem een zaak behandeld, waarby sprake was van het bedwelmd worden der visch door het visscben met den zoogenaamden kaaskop. De majoor der ryksveldwacht Klo-it, als deskundige ge hoord, beweerde, in tegenstelling met andere verklaringen, dat de visch niet bedwelmd zou worden. Om nu uit te maken, wie geiyk had, i3 thans vanwege het kantongerecht een proef in het Spaarne genomen. Die proef werd bygewoond door den ambte naar van het O. M. by het kantongerecht dr. Van der Ven, dr. Calkoen en majoor Kloet. De majoor zelf plompte met den kaaskop. Ge- blaken moet toen zyn, dat door bet visscben met den kaaskop de visch niet werd bedwelmd. Of zy dan mogelyk wel erg verschrikt was, hebben wy nóg niet vernomen. (ff. C.) Te Eist (Utrecht) is door een bloemist uit Vucht een perceel tabaksland aangekocht, om daarop de bloemtoDenteelt' uit te oefenen. Tot hiertoe vond men deze teelt in de provincie Utrecht niet. In Groningen ls de landbouwer over den stand van het koolzaad zoer goed tevreien, zoodat er niet aan gedacht wordt het om te ploegen. Dank zy den zachteri winter, kan een spoeuige bloei verwacht worden. Hot wintergraan stant even voor- deelig als het weiland, dat bg verhuringen aanmerkeiyk meer opbrengt dan bet vorige jaar. De zomergewassen begint men aan de aarde to) to vertrouwen. Da wensch naar droogte is algemeen. De instructie tegen den moorde naar Vacher i3 eindeiyk gesloten. Zy strekto zich uit ov.er 98 moorden en pogingerr tot moord, waarvan de daders tot dusverre niet ontdekt konden worden. Vacher heeft 12 van deze misdreven bekend, terwyi het O. M. hem nog 16 andere toeschrgft. Htt beschuldigt bem nl. nog in 1894 een negenjarig kind, in 1S95 een knaap en vier vrouwen, in 1896 een knaap, een man en twee jonge meisjes, in 1897 drie jongo meisjes en drie oude vrouwen om het leven gebracht te hebben. Te Doetinchem, zoo meldt „De GraaFschapsbode," zyn 15 jongelui, voor het mterendeel uit de hoogste klasse van het gymnasium, door den heer J. Van Dyk Mzn., directeur derChrisfec-iyk phil mthropiscLoinrich tingen aldaar, weggezonden, omdat zy, niet tegenstaande zija verool, sigaren hadden gerookt. Te Breda is het lyk van een sedert 5 weken vermisten man opgevischt. Te Schiedam is een valsche rgks- daalder met het jaartal 1858 in beslag genomen. Dat de hoeveolheid gespreide slijk, waarvan de turf in lage venen wordt gemaakt, in den Frieschen poLer in de gemeenten Opsterland en JEogwirden hard afneemt, kan het volgende bewijzen: In 1868 werd 1,332,636 vierkante meter slijk gespreid, waarvan 796,840 ton turf werd gemaakt en in 1897 slechts 184,578 MV siyk met 111,097 ton turf. (U. D.) Gistermorgen sprong een dam© tusscben Bokstel en Tilburg uit den in be weging zynden trein, om haar hoed, welk© afgewaaid was, te redden. Gelukkig werd cifc door het treinpersoneel bemerkt. De onvoorzichtige, die zi;h blikbaar erg bezeerd had, werd in den trein gedragen en te Tilburg in bet station gebracht, ter verder© behandeling. J)3 trein hal door een en ander een kwar tier vertraging. De rechtbank te Leeuwarden heeft Corns. H., 41 jaren, veehouder te Oostermeer— ter zake, dat hy den laten Februari II. 2 bussen melk heeft afgeleverd aan de zuivel fabriek te Garöp, waarin de melk met water was aangemengd, in de eene bus op 100 deelen melk 30 deelen water en in de anlere- op 100 deelen melk 50 deelen water, zonder zulks aan den directeur der fabriek med© to deelen schuldig verkliard aan het'afleveren van drinkwaar, die vervalscht was en die ver- valsching v^rzwygende, en veroordeeld tot 6 weken gevangenisstraf met last tot openbaar- miking van het vonnis in de „Leeuwarder Courant." Gistermorgen werd van IJmuiden h6t treurig draad bericht overgeseind, dat schip per Andries Pasterkamp van den bótter „UK 130" op de Noordzee overboord geraakt en verdronken is. De ongelukkige laat een weduwe met acht- kinderen onverzorgd achter. Do krijgsraad van do provir cit Henegouwen, België, heelt ter dood'veroordeeld- den soldaat Delgauque, cie zyn beide ouder had vermoord, om oenige dagen te kunn®, zwelgen van een paar honderd franken. Uit Nieuw-York bericht men, dat< htt station van den Pernisylvauia-spoorweg in Jerceycity afgebrand is. Het stationsgebouw was vgf verdiepingen boog. De schade wordt op verscheidene millioenen geschat. Te Hautmont, by Aveenes, i* gisteren een stoomketel gesprongen in d© y^ergietery van Mathieu en Dembroise. Twee werklieden werden gedood, 29 gjwond en de schade wordt op 375,000 fr. geraamd. Don 19den Januari werd te Elsene, onder Brussel, een soldaat door een keuken meid, met wie hg verkeerd had, maar die hy verlaten wilde, met twee revolverschoten aan het hoofd gekwetst. De daderss, voor- waardeiyk tot vbr maanden gevangenis veroordeeld, heeft zich nu met haar geliefd© verzoend. Arm in arm verlieten zy het paleis van justitie en zullen eerstdaags trouwen. Volgens een bericht uit Tschong- King zyn daar in grooten getale militie-soldaten samengeschoold, die zich wilLn verzetten tegen do terechtstelling van den moordenaar van den inlandschen bediende van de Ameri- kaanscbe wetenschappeiyke expeditie, die den 17den Maart jl. werd overvallen. DeEuropee- sche consuls hebben den Taotai den eisch gesteld de soldaten uiteen te drtfven, de rad draaiers gevangen te nemen en den moordenaar onverwyid te laten terechtstellen. Bovenalen wordt voor den aanval op de expeditie een schadevergoeding van 500 taels verlangd. Een ernstig spoorwegongeluk kwam Maandagochtend voor op den South- Emtom-spoorweg by het station St.-Johns. Daar stond in een dichten mist een trein stil, toen een andere trein, uit Tonbridge komende, eveneens wilde binnenryden en den achtersten wagen verbryzelde. Drie reizigers waren dadoiyb gedood en twaalf gekwetst. De verbryzelde wagen behoorde tot een zooge naamden schooltrein, die dageiyks een groot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 2