MENGELWERK.
Burgerlijke Staud.
naam, en eerst al9 dat alles niet baat, straf
vervolging en oplegging van boete of hechtenis.
Hot ontwerp stelt leerplicht voor tot het
dertiende j xar, met een overgangstijd van
3 jaren, waarin de kinderen tot 12 jaar op
school moeten blijven.
Het ontworp komt ons voor met zorg te
zijn bewerkt en dese gewichtige materie naar
eisch te hebben geregeld.
Er zullen bij nadere kennismaking zeker
hier en daar bedenkingen rijzen. Zoo wjjzen
wy reeds op art. 3, dat voorscbryit, dat aan
alle lagere scholen jaarlijks ten minste twee
t\jd3tippen voor toelating van leerlingen moe
ten bestaan; een bepaling, dio geen reke
ning houdt met de j a a rcursussen aan de
meest9 scholen en die geheel overbodig ie in
gemeenten met veel scholen, als daar ge
lijk te Amsterdam de plaatsing aan scho
len van één kring niet op dezelfde tijden ge
schiedt, maar bijv. aan de esne helft op 1
Maart en aan de andere op 1 September.
Dc Maasbode laat zich dus booren:
„Voor heden willen w(J allesn de aandacht
vestigen op het verschijnsel, dat zich ook met
een ander afkeurenswaardig wetsvoorstel voor
doet: beid9 dwangmaatregelen zyn slechts
voorbereidingen tot nog groot3r vrijheidsbe
perking.
Gelijk het ontwerp op den persoonlijkon
dienstplicht den weg moet banen tot den
algomeenen dienstplicht, zoo geaft de heer
Goeman Borgesius duidelijk te verstaan, dat
zijn ontwerp tot invoering van leerplicht bij
tijd en wijle zich hoopt uit te brJden, niet
alleen meer tot de lagere school, maar tot
b&t herhalingsonderwys.
■Steeds verder gaat do Staat dus met bet
reglementeoren van zyn burgers.
Mochten de ontwerpen op dienstplicht en
leerplicht oo.t wordon aangenomen, wat
we ni.-t willen hopen dan kui n9n weden
titel van „het vrijheidlievend Nederland",
waarop one volk rechtmatig fier ging, met
een gevoel van beschaming schrappen."
De (anti-rev.) Nederlander zegt:
De oude knol. Het oude dier is einde
lijk van stal gehaald.
Prachtig opgetuigd met een zadel, waaraan
een heel stel schoone franjes hangt; allerlei
vriendelijke en welwillende bepalingen.
Of do pikeur nu zou meenoD, dat wij do
knoken van het beenderig beest niet bemer
ken, dat wij niet zien zoudeu, dat dit ontwerp
op den leerdwang is een prachtig staal van
liberalistische Staatsalbemo9iing? Van Staats-
voogdi), in zijn meest consequenten vorm; ga-
heel in den geest van het bekende, naar wij
meenden, versleten „Nutsrapport"?
"Wil men bevordering van schoolbezoek ook
met medewerking van de Overheil, uit
nemend.
Maar men gave ons eerst een nationale
school, die wij kunnen eeren en liefhebben;
snen geve de opvoeding des volks aan de
ouders, niet aan ambtenaren.
En men blijve ons met boete en cel van
het lyf.
Mr. A. M. begon in (3e Dordrecfitsche Courant
een bespreking van het wetsontwerp aldus:
„Een tweede belangrijk ontwerp heeft
ons parlement bereikt, dat, hojwel niet zulk
een principe vraagstuk betreffend, als dat tot
regeling van den persoonlijken dienstplicht,
toch voor Nederland en zijn toekomst van
evenveel en zelfs in vele opzichten van voel
grpoter belang is.
Want wezenlijk, het zal toch geen betoog
behoeven, dat de geestelijke ontwikkeling
van een volk naar binnen en ook naar buiten
daaraan een kracht verleent, die de meest
geschoolde wapenhanteering niet kan geven."
JDe Tijd sprak als volgt:
Wij deelen onzen lozors den hoofdinhoud
mede van bet bjj de Tweede Kamer inge
komen wetsontwerp op den leerplicht of,
juister, op den schooldwang (eigenlijk staat
er „schoolwang") van allo kinderen tusschon
zes en dertien jaar.
Voor een nauwkeurige beschouwing en
beoordeeling der bijzonderheden heeft ons,
natuurlijk, nog de tijd ontbroken. Reeds nu
echter kan geconstateerd wo.den, dat wtJ
later te do n hebben met een dwangwet,
wj'ko diep ingrijpt in het particulier ljven,
en die, indien zy ooit met gestrengheid zal
worden toegepast, weldra in hoogo mate
impopulair zal wezen b\j do overgroote meer
derheid der bevolking. Wel is waar schynt de
samensteller vau het ontworp, de heer Bor-
ge iu?f zich ten coel gesteld te hebben, den
scherpen togenstand by de eventueele invoe
ring te verzachten door vrijstellingen te ver-
leenen o. a. aan ouders van niet gevaccineerde
kinderen en aan hen, die ernstig9 gemoeds
bezwaren hebben t»gen het onderwijs cp alle
scholen, op minder dan drie kwal tier afstand
van hun woning gelegen; doch de eerste
vrijstelling wordt zeer duidtlyk beschouwd
als slechts van tijdelijken aardt terwijl do
tweede afhankelijk wordt gesteld van zóóveel
formaliteiten, dat zij in de praktijk maar
weinigen van nut zal wezan.
Byzondero zorg schijnt besteed aan de uit
werking van een eigen systeem van straffen.
De on Jerwijzers en schoolopzieners worden
tot een nieuwe 6oort van justitie-cienaar
gepromoveerd, aan wier willekeur al of niet
vervolging in den rogol wordt overgelaten.
Wat dit zeggen wil, kan eenigszius hieruit
afgeleid worden, dat een kini wordt geacht
niet geregeld de school bezocht te hebben,
indien het meer dan éón schooltijd in de
maand zonder (in het oog van den onderwijzer
en van den schoolopziener) wettige reden
heeft verzuimd. Berisping, aanplakking van
den naam op een soort van 6chandebord aan
het Raadhuis; ais dit nog niet helpt, boete
en nog eens toete, ten slotte hechtenis staan
den oudera te wachten, die met de gestrenge
voorschriften der wet in strfld komen en by
do ondtrwyze-s en schoolopzieners niet in
een goed blaadje 6taan. Immers, zóóveel is
ons reeds by vluchtige kennisneming geblek n,
dat, wordt ooit het ingediende ontwerp tot
wet verheven, persoonlijke appreciatie om
niet to zeggen persoonlijke willekeur een
verbazend groote rol zal spelen. Dat de in
voering van den leerplicht aan de schatkist
en aan de gemeenten geld, veel geld zal
kosten, spreekt vanzelf en wordt ook in de
Memorie van Toelichting erkend. Eön ver
hooging van het minimum der onderwijzers-
traktementen scbynt ook al3 noodzakelijk
aanhangsel van den leerplicht te worden
beschouwd. De heer Person zal dus zyn
collega met e9n of ander nieuw ontwerp tot
verbooging van bestaande of tot invoering
van een nieuwe belasting moeten te hulp
komen. Verhooging van belastingen, uit
breiding van de Staats controle over alle
handelingen van het particulier en burgerlijk
leven, inkrimping van de pertoonlyke vry-
heid cn daarmee gspaard gaando invoering
van Staatsdwang gedurende allo ty perken
van het menschelyk loven, ziodaar do
zegeningen, welke htt liberalisme met al zyn
schoonklinkende leuzen ons gebracht heeft
on nog stee s voortgaat over onze hoofden
uit te sto. tou 1
De Residentiebode erkent, dat het wets
ontwerp getuigt van gematigdheid en van den
wensch, om met gemo^ösoezwaren rekening
te houden, beigc-en daarom niet wil zeggen,
dat do principiëele tegenstander er daarom
een voorstander van kan of zal worden.
Na eon overzicht van h£t ontwerp gegeven
to hebben, zegt De Gelderlander: „Nu zegge
men nog, dat wjj geen vrijzinnig ministerie
hebben, of dat wij ni-t in een vrygevochten
land wonen! All rlei lastig--) on omslachtige
formaliteiten, aanmaning, aanplakking togen
h9t schanitorJ en eindelijk loete en gevange
nisstraf, ziedaar de miJdtlen, waarmee deze
rageeriog het Nedtrlandscbe volk, dat jaariyks
Try willig honderd duizenden guldens opbrengt
voor het onderwijs van zyn kinderen, tot
behartiging van bet onder wys der jeugd meent
te moeten verplichten."
De Noord-Brabanter kan met dit „liberaal
proluct van wetgeving" geen geno9gen nemen
en wyst hot, zooals het daar ligt, beslist van
dt hand.
„Laat," zegt bet blad, „eqr;t de Reg9ering,
als z(j liberaal wil zyn in den vollen zin des
woords, volJorn aan oiz^n recht,natigen
eisohgeiyke rechten aan openbaar en by-
zonder onderwys. ZoolaDg die gelegenh„-id
niet bestaat, is een eeriyke en open strijd
voor ons onmogeiyk en verklaren wy ons
onwillig iets af te staan van onze viyheid,
na zooveel j ;ren van stryd verkregen.
I? 1 i c li t.
Uit het Fr arisch van M. Reboul.
Mynheer en mevrouw De Perles keken elkaar
aan met oogen tweemaal zoo groot als ge-
wooniyk. Voor de tiende maal, minstens, herlas
mevrouw het volgend telegram, dien middag
ontvangen uit La Roebelle en ondeiteekend
Notaris Mourice:
„Hedennacht overleed mejuffrouw Rosalie De
Perles, zonder testament na te laten. Kapitein
De Perles, als dichtst Dabe.-itaande der over
ledene, wordt uitgenodigd, onverwijld over
te komen om de zaken te regelen. Donderdag
27 Februari zal de begrafenis plaats hebben."
Zy konden 't zich nog maar niet begrypon 1
Kapitein Do Perles stond peinzend voor den
wyden, ouderwetschon schoorsteen, nu den
eenen, dan den anderen voet warmend aan
het vrooiyk brandende vuur. Het was al zoo
lang geleden, dat hy zyn nicht voor het laatst
gezien had, hy was toen nog op de militaire
academie. Hy kon zich haar nauweiyks meer
voorstellen.
Van scbryven hield zy rist, dus hadden ze
elkaar langzamerhand geheel uit het oog
verloren.
„Die goeie Rosalie," z°ide de kapitein, als
in gedachten, „als ik 't wel heb, zal ze een
aardig fortuintje hebbon nagelaten. Voor zich
zelf was Z9 zuinig, behoeften had ze niet,
alles, wat ze besteedde, was ton bate van
armen en ongelukkigen; haar eenig genoegen
was weldaden te bewyzen. Ik had nooit ge
dacht iats van haar te zullon erven."
„Maar Andró, je bent toch de eonige erf
genaam; me dunkt, ze was toch veel te groot
moedig, naar alles te oordeelen wat ge van
haar vertelt om een famili -lid zoo teleur te
stellen. En wil ik je eens wat zeggen't is
heel slecht, maar ik ben erg biy dat ze dood
is, ik zou niet bedroefd kunnen zyn, met don
besten wil ter weield niet. We zyn nu ineens
ryk, wy die nooit oen cent bezeten hebben 1"
Haar echtgenoot kon niet nalaten even te
glimlachen.
Beiden zwegen nu geruiincn tyd, vervuld
met dezelfde gedachte.
Nu geen kinderiyke armoede moer voortaan,
waar zy hun leven lang mede te kampen
hadden gehad, geen zorg meer voor enkele
extra-uitgaveD, geen angst meer voor reke
ningen, die zouden kuDnen komen. Paulette
behoefde nu .zelf geen hoedjes meer od te
maken, heel vernuftig in elkaar geflanst met
wat oud fluweol en uitgestreken lint, zy zou
den nu een comfortabele woning kunnen huren
ver van dat akelige Passy, waar zy sedert
hun huwelijk gewoond hadden, en Diet meer
uit den schouwburg behoeven te ronnon nog
vóór het einde van het stuk alsof er brand
was, om de laatste tram Diet te missen.
Andró keek vol liefde naar »Un vrouwtje;
zy was in baar hart altyd een kind van
weelde geweest, hoewel zy altyd moedig bet
juk van hun armoede getorst had er zou
nu een heel ander leventje voor haar aan
breken. De moeste vrouwen zien nu eenmaal
gaarne luxe om zich heeD, zy beschouwen
het ah eon niet te versmaden voordeel, dat
nu eenmaal hot levensgeluk verhoogt
II.
Dien zelfden avond nog namen zy den snel
trein naar La Roebelle en 's morgens vroeg
arriveerden zy aan het kleine huisje in de
Rue St.-Jean. Men liet hen in den kouden,
donkergemaakt9n salon, waar op twee stoelen
do kist stond, omringd van waskaarsen en
bedekt met bloemen. Htt vertrek was in
strengen styl gemeubileerd, het donkergroene
rips der goraynen en overtrekken verhoogde
nog den somberen indruk.
Zy trachtten te denken aan de overledene
en hm eigenbelang geheel weg te cyferen,
doch het mocht hun niet gelukken. Steeds
stelden zy zich weer voor, wat zy mot haar
geld zouden doen en hoe zy nu hun verder
liven zouden inrichten.
Do oude mtid, die gedurende de ziekte
iiiot van het bed barer meesteres was ge
weken, had zich teruggetrokken by de komst
der vreemden; met wantrouwende blikken had
zy hen aangestaard, als beschouwde zy hen
als vyandelyke indringors.
Later op den dag kwamen de vrienden der
afgestorvene om nog een laatsten blik te
werpen op haar stoffelyk ovtrschot, en daarna
de armen, die zy bad welgedaan; eenganscho
stoet van lydenden en ongelukkigen.
Allen betreurd».n haar met oprechte tranen
en do echtgenooten gevoelden, dat zy hier
geheel buiten stonden, dat ieder hen be
schouwde als vreemden, onverschillig naar al
don rouw om zich heen ziende.
Kapitein De Perles ging vlak achter de
lijkbaar, de kepi in de band; achter hem
volgde een lieele schare van rouwJragonden.
Paulette zat inhotzelfde iytuig met drie
vriendinnen van de overledene, waarvan de
een al harder snikte dan de andere, nu en
dan even ophoudend om hemelhoog op to
halen de deugden van haar onbekende nicht.
Zy zag heel goed,'dat zij haar van ter zyde
aanstaarden; wat zouden zy dien avond samen
afdoen over naar onverschilligheid. Zy stortte
immers geen enkelen traan Datzy het familie
lid dien dag voorset- eerst gezien had, kwam
natuurlijk niet in aanmerking.
De hoele ceremonie scheen baar eindeloos
too; al die vreemden, dij haar beleefJ, doch
opvallend koff groetten 1
Hoe bly waren zy beiien, toen zy eindelyk
weer in het sterfhuis alleen waren, waar
overal nog de benauwde reuk van nieuw hout
eo veidorde bloemen hing. Zy duifden zich
byna niet bewegen in deze drukkende atmosfeer,
waar alles hen nog van de onbekende doode
sprak, waar de oude Martha hen met spiedende
blikken wantrouwend aanstaarde.
En wat kon rr.on bun dan eigeolyk verwyten?
Dat zy oen erfenis kwamen in bezit nemen,
die hun rechtmatig toekwam?
Zy verheugden er zich op, weer in hun
eigen, gezallig huisje terug to zyn, ver van
al die koude, doorborende blikkeD, die hun
geheimste gedachten schenen t9 radon.
Den volgenden avond ging Andró naar den
not iris; de geheele erfenis bedroeg 700,000
frankenzy konden hun ooren nauweiyks
gelooven
Paulette werd bestormd door allerlei onge
lukkigen, die haar kwamen smeoken toch de
jaarlyksche bydrage, dij zy ontvingoD, niet
in te trekken. Dj jonge vrouw was tot tranen
toe bewogen over al die ellende en gaf lang
zamerhand al het g.ld weg, dat zy van Parijs
had medegebracht.
Op een morgen iets meer willende wek-n
van het bestaan der oude jongejuffrouw,
snuffelde zy in een lade met oude papieren:
goelgeworden brieven, byna alle gevuld met
dankbetuigingen voor bowezea diensten.
Ill
Zy vond ook een boek in wit marokijn
gebonden; in gouden letters stond op don
band gedrukt Van dag tot dag"; ongotwyfeld
was dit hot dagboek der overle ene, waarin zy
haar intiemste gedachten en ervaringen bad
opgeteokend. Met het omslaan eener bladzijde,
vond zü een papiertje, dat zy, na even ingezien
to hebben, van schrik op den grond liet
vallen. Hot was een testament! Een testa
ment, geschreven door mejuffrouw De Perles.
Paulette las met zenuwachtige haast; üud
naam werd nergens genoemd, maar alles
vermaakt aan liefdadige instellingen en aan
de armen. Het hart zonk haar in de schoenen,
zy bleven dus arm, hun vreugde was wel
van konen duur geweest!
"Wolk een ontdekking! Zou zy het nood
lottige papier verbranden? Dan zou André
bezit kunnen nemen van de erfenis en hun
kind dan ten minste weten wat het zeggen
wil, zich ruim te kunnen bewegen.
Zy verboig haar gezicht in de handen, het
bloed steog haar naar het hoofd. Hoe kon
zy zoo slecht zyu, zoo oneeriyk, zich te willen
verryken met wat haar niet toekwam 1 Armen
en ongelukkigen bestelen 1 Hoe kwam zy
er toel
De stryd moest geschieden, dan nu maar
dadel(jk, zy moest do werkelykheid onder de
oogen durven zien. Wat zouden zy gelukkig
zyn geweest met hun rykdom, hoe goed
zouden zy dien besteed hebben 1
Z(j kon geen besluit nemen, zy zou een
laetsto poging wagen en André laten handelen.
Dan had zy ten minste nog eenig uitstel, al
was 'c maar enkele uren.
Z'J nam bet papier en legde het weder in
het witte boek, dat zy op een tafeltje plaatste,
zóó, dat 't Andró dadeiyk moest opvallen.
IV N
Bleek, met ontdaan gezicht, zat Paulette
by de tafel, toan Do Perles binnenkwam. Hy
maakte er zich reeds eon verwijt van haar
te lang in deze sombere omgeving te hebben
gehouden; gelukkig waren er r.og maar
enkele formaliteiten by den notaris te ver
vullen, dan konden zy weer naar hun geliefd
Parys terug.
Paulette wendde boofdpyn voor on ging
ia oen langen stoel giggen, deed alsof zy de
oogen sloot uit vermoeidheid, doch lette scherp
op iedere beweging van André. Hy liep zacht
door het vertrek, om haar niet te storen, c-n
keek verstrooid naar de ouderwetsche gravures
aan den wand.
Nu nam hy het boek op, glimlachend om
den witten band, langzaam begon hy er in
te bladeren, het noodlottigs papier viel op
den grond en hy bukte zich om het op to
rapen.
Paulette voelde haar hart bonzen.
Htt zwest stond Andró in groote druppels
op het voorhoofd, hy verbleekte en keek
steel8wyz9 naar zyn vrouw. Paulette be
greep, dat ook in hem dezelfde gedachte
opkwam, die zy zich met schaamte had be
kend.
Wat moest zy doen Zy sloot even de oogen.
Eensklaps Loorde zy esn onderdrukt:
„Lafaard die ik ben 1"
In een oogenblik stond zy naast hem.
Andró l"
Hy toonde haar het papier.
„Lees maar
„Ik weet a!le3, Andró, on ik ben blij, dat we
geen van beiden zoo afschuwelyk slecht z(jn."
Den volgenden dag reisde het echtpaar naar
Parys terug, na eerst het testament by den
notaris te hebben gedeponeerd.
TWEEDD H AH Kit.
Algcmeene voorschriften bij aanbestedingen.
De commissie uit de tweede Kamer, iu
wier handen zyn gesteld de inlichtingen van
den Minister van Waterstaat op het adres
van het bestuur van den „Nederlandschen
Aannemer8bond", houdende verzoek tot her
ziening der algemeene voorschriften voor de
u tvoering en het onderhoud, van werken
onder boboer der departementen van Water
staat, Handel en Nijverheid, van BinDen-
hndsche Zaken, van Oorlog en van Justitie,
heeft hieromtrent baar verslag uitgebracht.
Daaruit blykt, dat zy geen eenheid ge
vonden heeft in de beginselen by het vast
stellen dezer voorschriften. Dit wordt nader
aangetoond door een beknopt overzicht van
hetgeen thans ter zake van het punt in
quaesrie by de verschillende departementen
wordt toegepast, waaruit blykt, dat do rechts
verhouding tusscheu den aanbesteder het
Ryk en den aannemer of leverancier, by
oio verscbidende departementen op verschil
lende wjjze is geregeld. Dit schynt der
commissie niet noo ig niot alleen, maar hot
komt haar ook niet wenscbeiyk voor.
Met de Kamer van Koophandel teAmster
dam is de commissie het oods, dat een zelfde
leidende gedachte do samenstelling der ver
schillende voorschriften behoort te beheerschen.
Hot is gebitken, dat alleen by Marine een
zuiver stelsel van «roitrago by geschil wordt
toegepast. By Waterstaat en Justitie in som
mige gevallen, terwyl by de andere departe
menten alles aan de beslissing van den
minister is overgelaten.
Ter verkryging van de gewensebte eenheid
kunnen meent de commissie tweo weg-n
worden ingoslsgeD. Men kan den aannemer
of leverancier stellen onder de bo de van het
gewone recht, maar dan moeten ook sommige
bepalingen uit de algemeens voorwaarden ver
dwijnen, of men kan het systeem van arbi
trage aannemen, zooals dit ia do algemeeno
voorwaarden van aanbesteding van goederen
en materialen van 26 Oct. 1893 bij Marine
is bepaald en waarbij in geschil tusschen
dongen", di) met do uitvoering is belast, on
den aannemer of lover ncier, nog altyd oerst
een mioriteriöele beslissing gevraagd wordt.
En dit schynt der commissie de meest doel
matige oplossing van het vraagstuk toe.
De commissie komt ten slotte tot de vol
gende conclusie:
lo. Den heer minister van W., H. en N.
dank te zeggen voor de verstrekte inlichtingen.
2o. te verklaren
a. dat het wenschelyk is, dat er eenheid
zij in de verschillende algemeene voorwaarden,
voorèchrift' n of bepalingen ten aanzien van de
rechtsverhouding tusschon den aanbesteder en
den aannemer of leverancier;
b. dat er by deze voorschriften van den aan
nemer of leverancier geen afstand noch uit-
drukkelyk, ncch implicite gevorderd wordt
van zyn recht om de beslissing in te roepen,
hetzy van den rechter, hetzy van arbiters, dit
laatste in den geest zooals zulks in art. 21
van de algemeene voorschriften, enz. van hot
departement van mariao is voorgeschreven.
3o. Afschrift van dit verslag te verzenden
aan de heeren ministers van oorlog, van blnnen-
Undsche zaken, van koloniën, van waterstaat,
handel en ny verheid en van marine.
San-José Schildluis.
B(j de Tweede Kamer is door do Ministers
van Binnenlandsche Zak n en van Financiön
ingediend o;n wetsontwerp, houdende bepalin
gen tot wering van voor den land-, tuin- af
boschbouw echadelyke aierón en van planten
ziekten.
Het heeft do strekking om in het algemeen,
onder nadere goedkeuring van de Staten-
Generaal, aan de R-goering de bevoegdheid
te geven, om, by alia voorkomende gevallen,
bjj algemeenen maatregel van bestuur verbods
bepalingen van invoer in het leven te roepen,
ten einde van onzen land-, tuin- of bosch
bouw dreigende govaron af ta weren.
De Rsgeering wyst er o. a. op, dat thans
onzen landbouw opnieuw een gevaar dreigt,
groot r naar het zich laat aanzien dan door
Colorado kever en phylloxera, en wel door de
San-José-scbildluis (AspeJiotus p rnicrosus),
een insect, dat, waarscbyniyk uit Chili naar
Colorado overgebracht, zich van daar over
een groot deel van de V. S. van Noord-
Amerika heeft verspreid en voornamelyk
in de ooftboomgaarden groote verwoestingen
aanricht.
De omstandigheid, dat in de laatste jaren
steeds meer versche vruchten, voornameiyk
appelen en peren, uit Amerika in Europa,
speciaal ook in Nederland, worden ingevoerd,
maakt het plicht der Regeering om zoo spoedig
mogeiyk tegen overbrenging van het gevaarlyk
insect in ons land te waken. Wyzende op de
tegen alt insect reeds in Duitschland gacomen
maatregelen, acht de Regeeiing het dringend
noo lig, dat ook hier met kracht worde opgo-
trodöD, totdat volkomen Zrkerheii zil zyn
verkregen in hoeverre het in Amerika voor
komende insect in ons klimaat en op onzen
bodem leven en voorttelen kan.
Behalve, dat by het veelvuldig Invoeren van
versche vruchten uit Amerika ons reeds dadelyk
gevaar zou dreigen, zoo laat het zich aanzijn,
dat Duitschlands maatregelen ten gevolge zullen
heoben, dat de zendingen, oie in Duitschland
niet of niet dan na streng oiderzoek worden
toegelaten, naar onzo havens zullen worden ge
zonden. Behalve, dat daardoor het gevaar van
overbrenging van het insect groot^r wordt, is
het tovendien te verwachten, dat Duitschland
spoedig zyn grenzen voor uit Holland kcaend®
boomen, planten, enz. sluiten zou en den toe
voer van vruchten zou bemoeilyken, wanneer
wy onze grenzen geheel openlieten. Htt is
plicht om tegen dit dubbele gevaar zoo spoedig
mogelyk maatregelen te nemen; te metr, daar
de vruchtencultuur boa langer zoo meer be-
teekenis voor ons land verkrygt. Dit gevoelen,
der Regeeriog wordt volkomen gedeeld door de
Ned, My. voor Tuinbouw en Plantkunde.
Art. 2 van het ontwerp bepialt, dat de
volksvertegenwoordiging in de gel.-genbei 3 zal
wezen, om, zoodra zij dit wil, door verwerpiog
van een wetsvoorstel (behelzende de in den
maatregel van bestuur vervatte voorschriften
en dat togelykertyd by uitvaardiging van oien
maatregel zal worden aanhangig gemaakt) de
Rsgeering t9 noodzaken, onverwyld do ver-
eischte stappen to dosn tot intrekking van
de genomen maatregelen.
OESTGEEST. Geboren: Nicolaas Albert, Z.
van N. v. d. Mey on D. v. d. Mey. Abraham,
Z. van P. Devilee en J. G. Do Vrind. Dirk
Gerard, Z. van G. Van der Laan en A. Bakker te
Leiden. Nicolaas, Z. van J. Glasbergen en A.
De Jonge.
Overleden: J Bauma,34j.,te's-Gravenhage.
ZOETERWOÜDE. Go boren: Anton, Z. van
M. Karens en P. v. d. Eyk. Cornelia Clasioa,
D. van L. Hoaniet en A. Zwarte. Margaretha,
D. van J. H. Meyer en N. Daudey.
Overleden: A. Verheul 3 j., Z. van W. Ver
heul en T. Maaskant. H. v. Rijn, 68j ongeh.
A. Dobbo 92 j., echtg. van A. Van der Post.
Gehuwd: M. Janmaat jm. 27 j. en J. v. d. Meer
jd. 20 j.
W ielrij den»
By btt onderzoek in de afdeelingen van
de gemeentebegroting te's-Gravenhage werd
o. m. aangedrongen op uitbreiding der be
palingen betreffende de ry wielen. De commissie
voor de strafverordeningen heeft naar aan
leiding daarvan overwogen, of er aanleiding
bi staat oenige bep üingen op het wielryden
te herzien en uit te breiden.
Ten behoeve van de veiligheid van bet
verkeer acht zy het gewensebt to verbieden
met ry wielen te btryden: het beschalpto pad,
van de Lian Copes-van-Cattenburg; gedurende
het badseizoen den weg langs den zeekant
van het Hutol Garni tot aan do Kerk werf
en gedeeltelyk btt strand; des avonds na
zonsondergang cn op Zon- en algemeon
erkende Christelyko feestdagen do beschelpte
paden van het Lange Yoorhout en van des
namiddags twee tot tien uren de Yeenestraat,
de Spuistraat en de Vlamingstraat.
Ook het aan de hand voeren en plaatsen
van ry wielen aan h9t strand tusschen do
stoelen cn tusschsn de tenten moet naar het
oordeel der commissie niit toegelaten worden
Yoorts wordt aanbevolen den wielrijders de
verplichting op to loggen sein te geven by
het omrydon van hoeken van straten en vóór
het overgaan van kruispunten en om niet
anders dan in matigen gang hoeken van straten
om te rydea en kruispunten over te gaan.
Ten slotto wordt een wyziging voorgesteld,
ton einJe te voorkomen, dat onder de be
naming bestuurders ook vorstaan worden zy,
die rijwielen aan de hand voeren terwyl zy
or naast loopen.
Dienovereenkomstig heeft de commissie
wyziging van de Algemeene Politieverorde
ning ten aanzien van dit onderwerp aan den
Raad ter goedkeuring aangeboden,