N", 11674 Dinsdag 15 Maart, A0. 1898 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Een strenge vergelding. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.0 f 1.10* Franco per post. 1.40. Afzonclerlyko NommersB 0.05. PRIJS DER ADVERTENTEEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. OGiciëele lüeiimsg-oviii jjr-ii. lloslclooze Inenting. Burgoincoetsr en Weiliouders van Leiden brongen bij deze tor al^eoieeno lconoie, dat op Dinsdag 1 Maart a.s. en tot nadero aantondigiag op olkc-n volgondon Dinsdag, telkeDS des namiddags te '2 uren, in het El sabothsliof aan de Oudo Vest, golegerhcid z 1 worden gegeven tot koateloozo inenting van ou- en minver mogenden; wordende tovens aan belanghebbenden heriunerd, dat zó slechts zullen worden toegelatei op vurtoon van een l>o« ijs hunner geboerde ior-chiljving. Borgemoester en "Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. £2 Febr. 1898. E. KIST, Secretarie. Leiden. 14 Maart. De gemcenteraads commissie, belast met het onderzo k «Jer geloofsbrieven van dr. Th. G. D n Hooter, hejft in haar rapport den Raad o. a. het volgende medegedeeld: Uit het proces verbaal der stemopneming blijkt, dat by de herstemming in het tweede district op 22 Februari 189S 2yn uitgebracht 1032 geldige stemmen, waarvan op dr. Den Houter 608, zoodat deze terecht door het ptc.m urrel verkozen is verklaard. Dr. Den Houter heeft overgelegd een uit treksel uit de registers van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden, waaruit blijkt, dat hy al Jaar is geboren den 29sten Maart 1864. Hy heeft verder by de stukken gevoegd een verklaring van den Burgemeester, dat hy ge- duren ie het laatste jaar, aan de verkiezing voorafgegaan, zyn woonplaats binnen de ge- me. nte heeft gehad. Dr. Den Houtor voldoet dus aan de ver eisen ten, gesteld in art. 19 der Gemeentewet. De vraag zou echter kunnen worJen ge steld, of hy niet een betrekking bekleedt, die van het lidmaatschap van den Raad uitsluit. Hy heeft nl. een door hem geteekende verklaring overgelegd, dat .hy geen andere, openbare betrekking bekleedt dan die van studs genee6- en -heelkundige, alleen belast met de geneeskundige arraenpraktyk. Nu zyn de stads geneesboeken blykeris de verordening van 19 September 1854 (Gero.- 11. 4) niot slechts bel st met de geneeskundige behandeling van zieke bedeelden en onvor Dïogenden, maar ié hun meer opgedragen. Vooreerst hebten zy (art. 17) beurteliogs de z tungen by te wonen van de Commissie tot onderzoek van personen, die zich ongeschikt verklaren voor den schutteriyken dienst. In do tweede plaats zyn zy (art. 18) verplicht, zooveel raogeiyk mede te werken tot de uit voering van alle Verordeningen betreffende den geneeskundigen dienst. In de derde plaats hebben drio hunner, door Burg. en "Weths. aan te vrezen, met andere gemeente-ambte naren zoo noodig een onderzoek in te steil n omtrent ^de bewoonbaarheid van gebouwen en proces-verbaal du-romtrent in te dienen (jrtr. 1 en 2 der Verordening van 5 April 1894). Art. 23 f der Gemeent wet vorklaart: „het li Imaatschap van den Raad onvereenigbaar init oe betrekking van ambtenaar, vanwege bet gemeentebestuur aangesteld, of daaraan ondergeschikt." De bepaling van zinsnede f wordt nu wel is waar aan het slot van art. 23 verklaard „niet van toepassing te zyn opgenees-, heel- of veiloskunoigen, die met de armen- praktyk belast zyn", maar de vraag ryst, of deze uitzondering toepasselyk is ook op ge- meente-geneesheeren, aan wie naast de armen praktijk ocik zyn optedragen werkzaamheden als de zoojven genoemde. Deze vraag is ontkennend beantwoord o. a. by Kon. Besluit van 9 December 1873 tG3m. stem 1056). Het gold de verkiezing van een der gemeente-geneesheeren van 's-Gravenhage tot lid van aen gemeenteraad. Aan die ambtenaren waren daar evenals bier werk zaamheden opgedragen „als" de commissie haalt hier de woorden van het Kon. Besl aan „het bystaan der commissie, jaarlyks belast met de keuiiog der schutterplicbtigen, die vrystelling aanvragen wegens licha..ais- gebreken, en het dionen van advie3 omtrent de bewoonbaarheid van gebouwen, of omtrent de vraag of in de gemeente aanwezige sloot.n of wateren al of ryet schadelyk voor de openbare gezondheid te achten zyn". De koning besliste, dat, „daargelaten de vraag of hun aanwijzing door Burg. en Weth. tot bystand der door een rykswet ingestelde Commissie van keuring van scbutterplichtigen gezegd zou kunnen worden hen in een aan het gemeentebestuur ondergeschikte stelling te plaatsen, in allen gevalle do hun by de Gemeenteverordeningen van 12 Maart tn 16 April 1S67 opgelegde werkzaamheden" (nl. het adviseertn over gebouwen en slooten), „hun zyn opgelegd in het belang der ge meente, en zij zich daaraan ingevolge hun aanstelling als gemeente-geneeskuDstoefdnare.1 niet zonder plichtverzuim mogen onttrekken, dat de gunstige uitzondering, in het liatsti lid van art. 23 op het algeme n vtreod in lid 1 f van dat art. der Gemeentewet ge schreven, niet mag worden uitgebreid tut diensten, welke de geneeskundigen met de aïménpraktyk belast buiten den bepacldtn kring dier praktijk, op last van het gemeente bestuur ten dienste der gemeente geroepen zyn te verrichten." 1 De koning verklaarde op die gronden den Haagschen gemeehto-geneesheer niet verkies baar. De Raadscommissie alhier kan zich met een beslissing in dezen geest niet vereenigen, op gronden, welke wy morgen zullen mede- deelen. De Commissie is van oordeel, dat dr. Tb. G. Den Houter wettig gekozen is, aan de vereisobtat voor het lidmaatschap van den Raad voldoet en geen met dat lidmaatschap onvereesigbare betrekking bekleedt. Zy adviseert dus tot zijn toelating als lid van den Raad. Het stoffelyk overschot van wylen mr. E. Kist zal morgenochtend op de begraafplaats aan do Gcoenesteeg worden ter aarde besteld. Da lykstaatsie zal aldaar te elf uren aankomen. Her Stedelyk Museum (Lakenhal) zal morgen tot twee uren voor het publiek gesloten zyn. In de Oosterkork alhier werd gister ochtend voor de laatste maal godsdienstoefe ning gehouden. De voorganger, ds. G. V. n Herwaarden, herdacht dit niet van beteekenis ontbloote feit, dat tot allerlei herinneringen aanleiding gaf. De talryke schare vond aan leiding den geachten leeraar aan het einde van deze godsdienstoefening toe te zingen het welbekende Psalm vers, -dat aanvangt met de woorden: „Dat 's Heer en zegen op u daal'." Zooals we dezer dagen reeds mede deelden, was het gisteravond 25 jaren geleden, dat de heer H. Van Duuren, meesterknecht bij de firma E. J. Brill, aldaar in dienst trad, en tevens de dag, dat hij zyn yeertigjirige loop baan als typograaf zou mogen herdenken. Het was voor den jubilaris een aangename verrassing, toen op den middag zyn patroons zich ten zynent vervoegdenjen hem by monde van den heer A. P. M. yan Oofdt geluk wenschten met het feit, door hem herdacht. Wyzende op betgeen Van Duuren steeds voor do firma was geweest, sprak zyn patroon den wensch uit, dat by nog vele jaren gespaard zou mogen bly ven èn voor do firma èn voor zyn gezin, en tood hem als een bly k van erkentelyk- heii e n pracbtU gouden remontoir-horlogo aan, met inscriptie, vermeldende de beidebe trokken datums. Van de zyae van het kantoorpersoneel werd den jubilaris met de beste wenschen een com pleet zilveren rookstel aangeboden. Overigens waren de bevvyzen van belang stelling, die de jubilaris zoowel Tan hier als van elders, in den vorm van geschenken als anderszins, ontving, tflryk. Als een voortzetting van het feest was den jubilaris hedenmorgen -nogmaals een verras sing bereid. In de werkplaats aangekomen, wacr een eenvoudige bloemenversiering was aangebracht, werd hy welkom- geheeten en hem namens het p rscn^tl aangeboden een boekenkast,' waaraan coor tón paar volontairs, op de z.-ttery werkzaam, Werd toegevoegd een kèurig netie -woning- voor een geylengelden zanger. Gelroffan door zooveel,be wijzen* van belang stelling, gaf do hoer 'Van Duuren, zoowel gisteren als- hederiyj de verzekering steed6 met aenzelfden lu t te zullen voortgaan de belan gen van patroons en gezellen te behartigen. Kort geleden werd in ons blad melding gemaakt van het vervaardigen van oen nieuw hoogaltaar, bestemd voor de parochiekerk van den H. Pttrus te Leiden. Met dit werk is men thans zoo ver gereed gekomen, dat het gistermorgen door den zeereerw. heer J. J. Vernieuwen, pastoor dier parojbie, kon worden gewijd en onder de Hoogmis voor het eerst kon gebruikt worden. Onder de godsdienstoefening wenschte de zeereenv. pastoor den parochianen geluk met dit zoo scboone hoogaltaar en hy noemde bet voor zichzelf een groote gunst, dat hem het geluk was beschoren dit altaar voor het eerst te mogen gebruiken en er de eerste H. Mis te mogen opdragen. Z Eerw. besloot met nog maals een. boioep te doen op den weldadig heidszin zyner toehoorders, daar dit altaar, al werd het nu al gebruikt, nog niet geheel was afbetaald. Het ia een waar prachtstuk, welks kunst waarde nog verhoogd wordt door de schilde. ringen langs den wand der kerk, welke echter nog niet geheel zyn afgewerkt. Met het geheel hoopt men met Paschen klaar te zjjn. De bloemen- en plantencommiBsie van de Nederlandscbe Maatschappy voor Tuinbouw en Plantkunde heeft voor nieuwe, onvoldoend bekende en uitmuntend gekweekte planten toegekend een eervolle vermelding aan Con- vallaria majalis, driejarige pollen, van de firma D. J. Tas en Zonen, te Aalsmeer. Geslaagd is te 's-Gravenhage voor het examen in de nuttige handwerken mej. M. G. G. Van Herwynen, van Leimulden. Door een 500-tal apothekers hier te lande is aan den Minister van Binnenlandscbe Zaken een adres gezonden, houdende verzoek om aan de wet, regel nde de uitoefening derartseny- bereidkunst, streng de hand te doon houden. Zy wyzen er op, dat de wet hen verplicht verschillende examens af te leggen eer zy ge rechtigd zyn hun beroep uit te oefenen. De wet verplicht hen van een geneesmiddel een genoegzame hoeveelheid voorhanden te houden, onverschillig of dit op de plaats hunner vestiging ooit wordt voorgeschreven. By het afleveren van geneesmiddelen worden verschillende voorzorgen gevorderd. Da apotheken, de werk- en bergplaatsen, de pharmaceutische toestellen en de geneesmidde len worden op onbepaalde tyden door commis sion uit den Geneeskundigen Raad onderzocht. Wat geschieden moet by afwezigheid of ont stentenis van den apotheker, is nauwkeurig Voorgeschreven. Elke overtreding der wet wordt met straf bedreigd. Al die voorschriften bewijzen hoenooiigde wetgever het oordeelde, het levtren van genees middelen met waarborgen te omringen. Het is z-ker niet anders dan bfliyk, dat, waar zulke zware veiplichtingcn dtn apotheker zyn opgelegd, zyn rechten nauwkeurig worden gehandhaafd^ tn dat hy tegen "de mededin ging van onbevoegden door de wet wordt beschermd. Dagelyks worden door onbevoegden, tegen betaling, recepten, door geneeskundigen afge geven, gereed gemaakt en afgeleverd. Overal in den lande worden door onbevoegden winkels in drogerijen en chemicaliën opgericht, waarin zy zich onledig houden met den ver koop van allerhande geneesmiddelen, zoowel enkelvoudige als samengestelde. Het adres is vergtzeld van verschillende bij lagen tot staviog van deze beweringen. Te 's-Gravenhage is overleden de gepen3. kolonel der cavalerie W. F. baron v. d. Capellen. In den ouderdom van 45 jaren is te 's Gravenhage overleden de notaris "W. Bou- berg Wilson. Volgens „Het Tooneel" is aan don heer Marcellus Emants voor do Haagsche inhuldi gingsfeesten verzocht te geven den tekst voor een dramatische voordracht, die slechts 35 minuten mag duren on in verband moet ge bracht worden met een of twee tableaux, door de schildors van „Pulcbri Studio" ineen gezet. In de keuze van een historisch onder werp is do schryver vry. Sedert veertien dagen ia mevrouw Kol- trop-Van Gelder ernstig ongesteld. Volgens de „Amst. Ct." heeft zy hevige pynen ge leden door gewrichtsrheumatiek, terwyi aan houden Je koortsen do patiënte zeer hebben verzwakt. Thans evenwel is een verbetering te bespeuren. De pynen nl. zyn verdwenen. Echter is de toestand van do patiënte van dien aard, dat zy nog wel een week of drie aan de ziekekamer gebonden zal zyn. Het uitvoerend comité voor de inbulii- gingsfeesten in 1898 binnen de Koninkiyke Residentie 's-GraveDhage, handelende voor en namens, het hoofdcomitó, heeft zich tot Burge meester en Wethouders gewend met het ver zoek om te bevorderen, dat uit de foncUen der gemeente een subsidie van f 15,000 te zyner beschikking zal worden gesteld ter tegemoetkoming in de [kosten van de to orgaciseeren feesten. Het comité heeft medegedeeld, dat de gelde* ïyke uitkomsten van een onder de ingezetenen der gemeente geopende inschrijving voor bij dragen in de feestviering tot dusverre ten eenenmale ontoereikend zyn om do uitgaven te dekken, waarop de kosten van uitvoering van de reeds zeer ingekrompen plannen ge raamd zyn. Na de nader aan het comité gevraagde en van hem ontvangen inlichtingen, zyn B. en Ws. van oordeel, dat daar, waar het comité de gemeente in de feestviering op zoo ruime schaal 13 gemo9t komt en niet over de daarvoor noodige geldmiddelen kan beschikken, van ge- meentewego geldelijke steun geoorloofd ie. B. en Ws hebben mitsdien den gemeente raad in overweging gegeven aan voornoemd comité een subsidie tot een maximum van ƒ15,000 m geld toe te zeggen, onder uit- drukkeiyk beding, dat uit die gelden geenerlei kosten voor straatversi wringen, noch voor volks voorstellingen in schouwburgen worden be streden en onder voorwaarde, dat het subsidia dan alleen zal worden uitgekeerd, hetzy ge heel, hotzy ton deele, zoodra en voor zoover aan hen op naar hun oordeel voUoende wyze zal zyn aangetoond, dat de balans een tekort zal blijken t9 hebben opgeleverd. H. M. koningin Wilhelmina wooade gister- voormiddag te 's Gr«v*»hage de golsdienst oefeDing uy in do Zuiderkerk, onder gehoor van oen hofprediker dr. Yan der Flier. Da Tweede Kamer der Staten Generaal zal deze week vermoedeiyk Donderdag of Vrydag uiteengaan. Do volgende byeenroeping worjt tegen 3 Mei aanstaande te gemoet gezien, op welk tyistip do wetsontwerpen tot afschaffing der plaatsvervanging en tot definitieve vasUto.ling van hoofdstuk VI (Marine) voor openbare behandeling zullen gereed zijn. (Z>.) Het hoofdcomilê voor het aanbieden van e?n nieuw vaandel aan den Algemoenen Nederlandscben Wiehydorsbond, in plaats van het te Sonsbeek verbrande, heeft aan de leden, van den Bond een circulaire gericht met uit- noodigir.g tot het zenden van bydragen, het bedrag van f 1 niet te boven gaande. Zonder twijfel zal het bedrag binnen enkele dagen byeen zyn. Een eventueel batig saldo komt ten goede aan de Prins-Hendrik-Stichting 17) Het is een boosaardige uitdrukking, di6 op het gelaat van den man ligt een wreede, onverzcenlyko uitdrukking, die haar bloed schijnt te doen verstyven, nu zy hem aanziet. Zy zi t ook, dat z'yn blik zich, zelfs terwijl zy op hem let, langzaam van haar naar Adiiaan wendt, op een veelbeteekenende manier, alsof hy haar wil mededeo'len, dat de laatste gedachttD, die zyn hoofd vervullen en zich op zyn gelaat verraden, op dezen betr- kking hebben en niet op haar. En evenwel gefit by hoar bierdoor tevens te kennen, dat, wanneer zy hem op de een of andere wyze mocht verradeD, by dit niet ongewroken zou laten. Beingstigd, verschrikt, bevend over iets, dat zy niet uitdrukken kan, deinst Dora achteraf, en haar hand togen den muur naast haar loggen poogt zy haar zelf beheerschmg terug te krygen. De anderen spreken druk met elkander, zoodat men mets biervan opmerkt. Zij blyft, steeds bevend on ontroerd, staan en doet moeite om haar gedachten te verzamelen. Slechts één zaak is duidelyk voor haar en doet haar zichzelve minachten en oen onbe stemde vrees koesteren: het is bet bewustzijn door haar duobtlbarligheid en valschheid jegens Florence een overeenkomst met dezen man gesloten te hebben en daardoor een medeplichtige te worden in elke misdaad, die hy mag willen begaan. Zyn blik schijnt haar aan hem te verbinden, haar tot zyn laag standpunt neer te trekken. Zij gevoelt zich zelve aan hem geketend zyn deelgenoot in een lage samenzwering. En wat nog meer het vreeselyke van den t09stand verhoogt, is, dat zy weet geheel onkundig te zyn van de plannen, die hy misschien vormt. Na eenige seconden poogt zy zichzelve op te wekken en wordt een weinig kalmer. Het is natuurlyk slechts een zwakheid van haar, om te denken, dat zy zich in de macht van Arthur Dynecourt beviudt; zy poogt zich hiervan te overtuigen. Hy is slechts een gewone kennis van haar, evenals ieder ander. Hoewel zy hem een weinig geholpen heeft in zyn pogingen, om do liefde van Florence te winnen, was daarmede niet veel verkeerds gedaaD, ofschoon bet natuurlyk ook tot haar eigen voordeel gebeurde. „Hoe bleek zi«t gy or uit, mrs. Talbot," zegt Adriaan opeens, haar opmerkzaam aan ziende. „Heelt deze vochtige plaats inderdaad invloed uitgeoefend op uw zenuwen? Kom, laten we weer naar benedon gaan en in den zonneschyn de bloedige daden vergeten, die hier of ergens anders ooit bedreven zyn." „Ik moet bekennen, dat ik zenuwachtig ben," antwoordt Dora op zachten toon. „Ja, ja laat ons deze akelige kamer voor immer verlaten." „Kom dan maar mede," zegt Adiiaan v/oolyk „Wat ray betreft, ik gevoel geen begeerte die ooit weer binnen te treden." „Zy is zeker zeer oud, veronderstel ik," zegt Ethel Villiers, nog eens in de sombere ruimte rondziende. „Het zou een schat zun voor lady Betty Trefeld, die verzot is op alle oud-Engelsche plaatsen. Ik geloof, dat het aan ons vry wel verspild is. Kapitein Ring- wood, gy schynt opeens geheel in steen veranderd te zyn. Laat my voorbygaan, als 't u belieft." „Het was byzonder vriendelyk van Ring- wood, dat hy op de deur wilde passen, zoodat wy niet voor ons geheele loven opgesloten zyn geworden," zegt sir Adriaan lachend. „Ik vind, dat wy hem veel dank verschuldigd zyn." „Ik hoop, dat gij allen die schuld betalen zult," zegt Ringwood lachend, „en ik houd my ook verzekerd, dat gy my wel iets zult willen schenkon voor myn diensten als deur bewaarder." „Wat zal ik u geven?" zegt Ethel. „Dat zal ik u by gelegenheid wel eens zeggen," antwoordt hy, met zuli een veel- beteekenenden blik, dat het meisje voor dezen keör geen antwoord gereed heeft, maar hevig blozend hem haastig voorbygaat, de trap afsnelt en boneden op de anderen blyft wachten. Als Florence by de deur komt, blyft zy staan en buigt voorover, om het slot te bekyken. „Ik wilde," zegt zij tegen Adriaan, met een bedwongen ontroering in haar stem, „dat gy dit slot liet veranderen." „Maar waarom?" vraagt hy, onwillekeurig getroffen door haar toon. „Ik weet het zelve niet recht; het is een inbeelding een zeer dwaze misschien maar toch een, die ik niet verdrijven kan. Laat u door my raden en het wegnemen." „Wat de inbeelding?" vraagt by lachend. „Neen het slot. Geef my hierin myn zin," pleit zy ernstig, veel ernstiger dan de zaak waard schijnt te zyn. „Noem het een dwaas denkbeeld, wanneer gy wilt, maar ik vrees inderdaad, dat dit slot te eeniger tyd een onheil zal teweegbrengen. Daarom verzoek ik u het te laten wegnemon." „Gy verzoekt my?" vraagt hy. „Ja, al is het alleen om mij genoegen te doen om mijnentwil." Zy heeft blykbaar haar wantrouwen in bem vergeten, want zy spreekt nu op den ouden zachten toon en met tranen in de oogen. Sir Adriaan wordt rood van genoegen. „Om uwentwil," fluistert hy. „Wat kan er zyn, dat ik niet zou willen doen, wanneer ge het my op die wyze vraagt?" Een bitter gevoel doet Arthur Dynecourt de lippen samentrokken, wanneer hy luistert naar het eerste gedeelte van dit gesprek en raadt wat er verder op volgt. Hy merkt de blikken in hun oogen op, de snelle adem haling, die Florence's boezem doet op en neer gaan. Hy hoort het gefluister, 2iet den warmen blos en richt zyn oog vol beteekenis op Dora. Nu zy ook hem aanziet, legt hy zyn vinger op de lippen, om haar tot stilzwygon te vermanen, en fluistert haar inhei voorby gaan toe: „Kom ovtr een halfaur by my in de beneden-galery." Terwyi zy toestemmend buigt, wyl zy hem niet durft weigeren, volgt- Dora de anderen en verlaat met hen de spookkamer. Aan den voet van de steenen trap voor dat zy de met yzer beslagen deur doorgaan, die naar de laatste gang geleidt vinden zy daar Ethel Villiors op hen wachten. Zy heeft rondgezien in het zwak verlichte, steenen portaal en hoeft een andere gesloten deur in een hoek ontdekt, die haar nieuwsgierigheid opwekt. „Waar leidt deze deur heen, sir Adriaan?" vraagt zy, daarop met haar vinger wyzend. „O, dat i3 een oude deur, die naar een andere gang leiJt en van daar langs een duis tere wenteltrap naar beneden, naar de ver trekken der benenden. Ik denk, dat wy die niet zullen kunnen openen, wyl bet slot verroest is van ouderdom. De bedienden zyn even bang om hierheen te komen, als zy zouden zyn, om een veroond met den boozo te sluiten; zoo ia bet du3 in geen jaren geopend." „Misschien kan ik het klaar krygen," zegt Arthur Dynecourt, al zyn kracht aanwendend om het oudo slot te doen toegeven. Eindeiyk wordt zyn moeite mot goed gevolg beloond, de deur vliegt knarsend open en een wolk van stof bedekt hem als een mist. „Ahl" roept Ethel terugdeinzond uit; maar Arthur, vooruitstrompolend, onderzoekt zorg vuldig de donkere trap, die voor hem ligt in een ondoordringbare duisternis gehuld. Spinnewobbcn gaan van muur tot muur en hangen in dichte wolken van de lage zolde ring; een flauwe, duffe, bedorven lucht komt in zyn neusgaten. Toch biyit hy nog opmerk zaam rondzien. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1