N", 11674
Dinsdag 15 Maart,
A0. 1898
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Een strenge vergelding.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden.0 f 1.10*
Franco per post. 1.40.
Afzonclerlyko NommersB 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
OGiciëele lüeiimsg-oviii jjr-ii.
lloslclooze Inenting.
Burgoincoetsr en Weiliouders van Leiden brongen
bij deze tor al^eoieeno lconoie, dat op Dinsdag
1 Maart a.s. en tot nadero aantondigiag op
olkc-n volgondon Dinsdag, telkeDS des
namiddags te '2 uren, in het El sabothsliof aan de
Oudo Vest, golegerhcid z 1 worden gegeven tot
koateloozo inenting van ou- en minver
mogenden; wordende tovens aan belanghebbenden
heriunerd, dat zó slechts zullen worden toegelatei
op vurtoon van een l>o« ijs hunner geboerde ior-chiljving.
Borgemoester en "Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
£2 Febr. 1898. E. KIST, Secretarie.
Leiden. 14 Maart.
De gemcenteraads commissie, belast met
het onderzo k «Jer geloofsbrieven van dr. Th. G.
D n Hooter, hejft in haar rapport den Raad
o. a. het volgende medegedeeld:
Uit het proces verbaal der stemopneming
blijkt, dat by de herstemming in het tweede
district op 22 Februari 189S 2yn uitgebracht
1032 geldige stemmen, waarvan op dr. Den
Houter 608, zoodat deze terecht door het
ptc.m urrel verkozen is verklaard.
Dr. Den Houter heeft overgelegd een uit
treksel uit de registers van den Burgerlijken
Stand der gemeente Leiden, waaruit blijkt,
dat hy al Jaar is geboren den 29sten Maart 1864.
Hy heeft verder by de stukken gevoegd een
verklaring van den Burgemeester, dat hy ge-
duren ie het laatste jaar, aan de verkiezing
voorafgegaan, zyn woonplaats binnen de ge-
me. nte heeft gehad.
Dr. Den Houtor voldoet dus aan de ver
eisen ten, gesteld in art. 19 der Gemeentewet.
De vraag zou echter kunnen worJen ge
steld, of hy niet een betrekking bekleedt, die
van het lidmaatschap van den Raad uitsluit.
Hy heeft nl. een door hem geteekende
verklaring overgelegd, dat .hy geen andere,
openbare betrekking bekleedt dan die van
studs genee6- en -heelkundige, alleen belast
met de geneeskundige arraenpraktyk.
Nu zyn de stads geneesboeken blykeris de
verordening van 19 September 1854 (Gero.-
11. 4) niot slechts bel st met de geneeskundige
behandeling van zieke bedeelden en onvor
Dïogenden, maar ié hun meer opgedragen.
Vooreerst hebten zy (art. 17) beurteliogs de
z tungen by te wonen van de Commissie tot
onderzoek van personen, die zich ongeschikt
verklaren voor den schutteriyken dienst. In
do tweede plaats zyn zy (art. 18) verplicht,
zooveel raogeiyk mede te werken tot de uit
voering van alle Verordeningen betreffende
den geneeskundigen dienst. In de derde plaats
hebben drio hunner, door Burg. en "Weths.
aan te vrezen, met andere gemeente-ambte
naren zoo noodig een onderzoek in te steil n
omtrent ^de bewoonbaarheid van gebouwen
en proces-verbaal du-romtrent in te dienen
(jrtr. 1 en 2 der Verordening van 5 April
1894).
Art. 23 f der Gemeent wet vorklaart: „het
li Imaatschap van den Raad onvereenigbaar
init oe betrekking van ambtenaar, vanwege
bet gemeentebestuur aangesteld, of daaraan
ondergeschikt."
De bepaling van zinsnede f wordt nu wel
is waar aan het slot van art. 23 verklaard
„niet van toepassing te zyn opgenees-,
heel- of veiloskunoigen, die met de armen-
praktyk belast zyn", maar de vraag ryst, of
deze uitzondering toepasselyk is ook op ge-
meente-geneesheeren, aan wie naast de armen
praktijk ocik zyn optedragen werkzaamheden
als de zoojven genoemde.
Deze vraag is ontkennend beantwoord o. a.
by Kon. Besluit van 9 December 1873 tG3m.
stem 1056). Het gold de verkiezing van een
der gemeente-geneesheeren van 's-Gravenhage
tot lid van aen gemeenteraad. Aan die
ambtenaren waren daar evenals bier werk
zaamheden opgedragen „als" de commissie
haalt hier de woorden van het Kon. Besl
aan „het bystaan der commissie, jaarlyks
belast met de keuiiog der schutterplicbtigen,
die vrystelling aanvragen wegens licha..ais-
gebreken, en het dionen van advie3 omtrent
de bewoonbaarheid van gebouwen, of omtrent
de vraag of in de gemeente aanwezige sloot.n
of wateren al of ryet schadelyk voor de
openbare gezondheid te achten zyn".
De koning besliste, dat, „daargelaten de
vraag of hun aanwijzing door Burg. en Weth.
tot bystand der door een rykswet ingestelde
Commissie van keuring van scbutterplichtigen
gezegd zou kunnen worden hen in een aan
het gemeentebestuur ondergeschikte stelling
te plaatsen, in allen gevalle do hun by de
Gemeenteverordeningen van 12 Maart tn
16 April 1S67 opgelegde werkzaamheden"
(nl. het adviseertn over gebouwen en slooten),
„hun zyn opgelegd in het belang der ge
meente, en zij zich daaraan ingevolge hun
aanstelling als gemeente-geneeskuDstoefdnare.1
niet zonder plichtverzuim mogen onttrekken,
dat de gunstige uitzondering, in het liatsti
lid van art. 23 op het algeme n vtreod in
lid 1 f van dat art. der Gemeentewet ge
schreven, niet mag worden uitgebreid tut
diensten, welke de geneeskundigen met de
aïménpraktyk belast buiten den bepacldtn
kring dier praktijk, op last van het gemeente
bestuur ten dienste der gemeente geroepen
zyn te verrichten." 1
De koning verklaarde op die gronden den
Haagschen gemeehto-geneesheer niet verkies
baar.
De Raadscommissie alhier kan zich met
een beslissing in dezen geest niet vereenigen,
op gronden, welke wy morgen zullen mede-
deelen.
De Commissie is van oordeel, dat dr. Tb.
G. Den Houter wettig gekozen is, aan de
vereisobtat voor het lidmaatschap van den
Raad voldoet en geen met dat lidmaatschap
onvereesigbare betrekking bekleedt.
Zy adviseert dus tot zijn toelating als lid
van den Raad.
Het stoffelyk overschot van wylen mr.
E. Kist zal morgenochtend op de begraafplaats
aan do Gcoenesteeg worden ter aarde besteld.
Da lykstaatsie zal aldaar te elf uren aankomen.
Her Stedelyk Museum (Lakenhal) zal morgen
tot twee uren voor het publiek gesloten zyn.
In de Oosterkork alhier werd gister
ochtend voor de laatste maal godsdienstoefe
ning gehouden. De voorganger, ds. G. V. n
Herwaarden, herdacht dit niet van beteekenis
ontbloote feit, dat tot allerlei herinneringen
aanleiding gaf. De talryke schare vond aan
leiding den geachten leeraar aan het einde
van deze godsdienstoefening toe te zingen
het welbekende Psalm vers, -dat aanvangt met de
woorden: „Dat 's Heer en zegen op u daal'."
Zooals we dezer dagen reeds mede
deelden, was het gisteravond 25 jaren geleden,
dat de heer H. Van Duuren, meesterknecht
bij de firma E. J. Brill, aldaar in dienst trad, en
tevens de dag, dat hij zyn yeertigjirige loop
baan als typograaf zou mogen herdenken.
Het was voor den jubilaris een aangename
verrassing, toen op den middag zyn patroons
zich ten zynent vervoegdenjen hem by monde
van den heer A. P. M. yan Oofdt geluk
wenschten met het feit, door hem herdacht.
Wyzende op betgeen Van Duuren steeds voor
do firma was geweest, sprak zyn patroon den
wensch uit, dat by nog vele jaren gespaard
zou mogen bly ven èn voor do firma èn voor zyn
gezin, en tood hem als een bly k van erkentelyk-
heii e n pracbtU gouden remontoir-horlogo
aan, met inscriptie, vermeldende de beidebe
trokken datums.
Van de zyae van het kantoorpersoneel werd
den jubilaris met de beste wenschen een com
pleet zilveren rookstel aangeboden.
Overigens waren de bevvyzen van belang
stelling, die de jubilaris zoowel Tan hier als
van elders, in den vorm van geschenken als
anderszins, ontving, tflryk.
Als een voortzetting van het feest was den
jubilaris hedenmorgen -nogmaals een verras
sing bereid. In de werkplaats aangekomen,
wacr een eenvoudige bloemenversiering was
aangebracht, werd hy welkom- geheeten en
hem namens het p rscn^tl aangeboden een
boekenkast,' waaraan coor tón paar volontairs,
op de z.-ttery werkzaam, Werd toegevoegd een
kèurig netie -woning- voor een geylengelden
zanger.
Gelroffan door zooveel,be wijzen* van belang
stelling, gaf do hoer 'Van Duuren, zoowel
gisteren als- hederiyj de verzekering steed6 met
aenzelfden lu t te zullen voortgaan de belan
gen van patroons en gezellen te behartigen.
Kort geleden werd in ons blad melding
gemaakt van het vervaardigen van oen nieuw
hoogaltaar, bestemd voor de parochiekerk van
den H. Pttrus te Leiden.
Met dit werk is men thans zoo ver gereed
gekomen, dat het gistermorgen door den
zeereerw. heer J. J. Vernieuwen, pastoor dier
parojbie, kon worden gewijd en onder de
Hoogmis voor het eerst kon gebruikt worden.
Onder de godsdienstoefening wenschte de
zeereenv. pastoor den parochianen geluk met
dit zoo scboone hoogaltaar en hy noemde bet
voor zichzelf een groote gunst, dat hem het
geluk was beschoren dit altaar voor het eerst
te mogen gebruiken en er de eerste H. Mis
te mogen opdragen. Z Eerw. besloot met nog
maals een. boioep te doen op den weldadig
heidszin zyner toehoorders, daar dit altaar,
al werd het nu al gebruikt, nog niet geheel
was afbetaald.
Het ia een waar prachtstuk, welks kunst
waarde nog verhoogd wordt door de schilde.
ringen langs den wand der kerk, welke echter
nog niet geheel zyn afgewerkt. Met het
geheel hoopt men met Paschen klaar te zjjn.
De bloemen- en plantencommiBsie van
de Nederlandscbe Maatschappy voor Tuinbouw
en Plantkunde heeft voor nieuwe, onvoldoend
bekende en uitmuntend gekweekte planten
toegekend een eervolle vermelding aan Con-
vallaria majalis, driejarige pollen, van de firma
D. J. Tas en Zonen, te Aalsmeer.
Geslaagd is te 's-Gravenhage voor het
examen in de nuttige handwerken mej. M.
G. G. Van Herwynen, van Leimulden.
Door een 500-tal apothekers hier te lande
is aan den Minister van Binnenlandscbe Zaken
een adres gezonden, houdende verzoek om aan
de wet, regel nde de uitoefening derartseny-
bereidkunst, streng de hand te doon houden.
Zy wyzen er op, dat de wet hen verplicht
verschillende examens af te leggen eer zy ge
rechtigd zyn hun beroep uit te oefenen.
De wet verplicht hen van een geneesmiddel
een genoegzame hoeveelheid voorhanden te
houden, onverschillig of dit op de plaats hunner
vestiging ooit wordt voorgeschreven.
By het afleveren van geneesmiddelen worden
verschillende voorzorgen gevorderd.
Da apotheken, de werk- en bergplaatsen, de
pharmaceutische toestellen en de geneesmidde
len worden op onbepaalde tyden door commis
sion uit den Geneeskundigen Raad onderzocht.
Wat geschieden moet by afwezigheid of ont
stentenis van den apotheker, is nauwkeurig
Voorgeschreven.
Elke overtreding der wet wordt met straf
bedreigd.
Al die voorschriften bewijzen hoenooiigde
wetgever het oordeelde, het levtren van genees
middelen met waarborgen te omringen.
Het is z-ker niet anders dan bfliyk, dat,
waar zulke zware veiplichtingcn dtn apotheker
zyn opgelegd, zyn rechten nauwkeurig worden
gehandhaafd^ tn dat hy tegen "de mededin
ging van onbevoegden door de wet wordt
beschermd.
Dagelyks worden door onbevoegden, tegen
betaling, recepten, door geneeskundigen afge
geven, gereed gemaakt en afgeleverd.
Overal in den lande worden door onbevoegden
winkels in drogerijen en chemicaliën opgericht,
waarin zy zich onledig houden met den ver
koop van allerhande geneesmiddelen, zoowel
enkelvoudige als samengestelde.
Het adres is vergtzeld van verschillende bij
lagen tot staviog van deze beweringen.
Te 's-Gravenhage is overleden de gepen3.
kolonel der cavalerie W. F. baron v. d. Capellen.
In den ouderdom van 45 jaren is te
's Gravenhage overleden de notaris "W. Bou-
berg Wilson.
Volgens „Het Tooneel" is aan don heer
Marcellus Emants voor do Haagsche inhuldi
gingsfeesten verzocht te geven den tekst voor
een dramatische voordracht, die slechts 35
minuten mag duren on in verband moet ge
bracht worden met een of twee tableaux,
door de schildors van „Pulcbri Studio" ineen
gezet. In de keuze van een historisch onder
werp is do schryver vry.
Sedert veertien dagen ia mevrouw Kol-
trop-Van Gelder ernstig ongesteld. Volgens
de „Amst. Ct." heeft zy hevige pynen ge
leden door gewrichtsrheumatiek, terwyi aan
houden Je koortsen do patiënte zeer hebben
verzwakt. Thans evenwel is een verbetering
te bespeuren. De pynen nl. zyn verdwenen.
Echter is de toestand van do patiënte van
dien aard, dat zy nog wel een week of drie
aan de ziekekamer gebonden zal zyn.
Het uitvoerend comité voor de inbulii-
gingsfeesten in 1898 binnen de Koninkiyke
Residentie 's-GraveDhage, handelende voor en
namens, het hoofdcomitó, heeft zich tot Burge
meester en Wethouders gewend met het ver
zoek om te bevorderen, dat uit de foncUen
der gemeente een subsidie van f 15,000 te
zyner beschikking zal worden gesteld ter
tegemoetkoming in de [kosten van de to
orgaciseeren feesten.
Het comité heeft medegedeeld, dat de gelde*
ïyke uitkomsten van een onder de ingezetenen
der gemeente geopende inschrijving voor bij
dragen in de feestviering tot dusverre ten
eenenmale ontoereikend zyn om do uitgaven
te dekken, waarop de kosten van uitvoering
van de reeds zeer ingekrompen plannen ge
raamd zyn.
Na de nader aan het comité gevraagde en
van hem ontvangen inlichtingen, zyn B. en Ws.
van oordeel, dat daar, waar het comité de
gemeente in de feestviering op zoo ruime schaal
13 gemo9t komt en niet over de daarvoor
noodige geldmiddelen kan beschikken, van ge-
meentewego geldelijke steun geoorloofd ie.
B. en Ws hebben mitsdien den gemeente
raad in overweging gegeven aan voornoemd
comité een subsidie tot een maximum van
ƒ15,000 m geld toe te zeggen, onder uit-
drukkeiyk beding, dat uit die gelden geenerlei
kosten voor straatversi wringen, noch voor volks
voorstellingen in schouwburgen worden be
streden en onder voorwaarde, dat het subsidia
dan alleen zal worden uitgekeerd, hetzy ge
heel, hotzy ton deele, zoodra en voor zoover
aan hen op naar hun oordeel voUoende wyze
zal zyn aangetoond, dat de balans een tekort
zal blijken t9 hebben opgeleverd.
H. M. koningin Wilhelmina wooade gister-
voormiddag te 's Gr«v*»hage de golsdienst
oefeDing uy in do Zuiderkerk, onder gehoor
van oen hofprediker dr. Yan der Flier.
Da Tweede Kamer der Staten Generaal
zal deze week vermoedeiyk Donderdag of
Vrydag uiteengaan. Do volgende byeenroeping
worjt tegen 3 Mei aanstaande te gemoet
gezien, op welk tyistip do wetsontwerpen
tot afschaffing der plaatsvervanging en tot
definitieve vasUto.ling van hoofdstuk VI
(Marine) voor openbare behandeling zullen
gereed zijn. (Z>.)
Het hoofdcomilê voor het aanbieden van
e?n nieuw vaandel aan den Algemoenen
Nederlandscben Wiehydorsbond, in plaats van
het te Sonsbeek verbrande, heeft aan de leden,
van den Bond een circulaire gericht met uit-
noodigir.g tot het zenden van bydragen, het
bedrag van f 1 niet te boven gaande. Zonder
twijfel zal het bedrag binnen enkele dagen
byeen zyn. Een eventueel batig saldo komt
ten goede aan de Prins-Hendrik-Stichting
17)
Het is een boosaardige uitdrukking, di6 op
het gelaat van den man ligt een wreede,
onverzcenlyko uitdrukking, die haar bloed
schijnt te doen verstyven, nu zy hem aanziet.
Zy zi t ook, dat z'yn blik zich, zelfs terwijl
zy op hem let, langzaam van haar naar
Adiiaan wendt, op een veelbeteekenende
manier, alsof hy haar wil mededeo'len, dat de
laatste gedachttD, die zyn hoofd vervullen
en zich op zyn gelaat verraden, op dezen
betr- kking hebben en niet op haar. En evenwel
gefit by hoar bierdoor tevens te kennen, dat,
wanneer zy hem op de een of andere wyze
mocht verradeD, by dit niet ongewroken
zou laten.
Beingstigd, verschrikt, bevend over iets,
dat zy niet uitdrukken kan, deinst Dora
achteraf, en haar hand togen den muur naast
haar loggen poogt zy haar zelf beheerschmg
terug te krygen. De anderen spreken druk
met elkander, zoodat men mets biervan
opmerkt. Zij blyft, steeds bevend on ontroerd,
staan en doet moeite om haar gedachten te
verzamelen.
Slechts één zaak is duidelyk voor haar en
doet haar zichzelve minachten en oen onbe
stemde vrees koesteren: het is bet bewustzijn
door haar duobtlbarligheid en valschheid
jegens Florence een overeenkomst met dezen
man gesloten te hebben en daardoor een
medeplichtige te worden in elke misdaad, die
hy mag willen begaan. Zyn blik schijnt haar
aan hem te verbinden, haar tot zyn laag
standpunt neer te trekken. Zij gevoelt zich
zelve aan hem geketend zyn deelgenoot
in een lage samenzwering. En wat nog meer
het vreeselyke van den t09stand verhoogt,
is, dat zy weet geheel onkundig te zyn van
de plannen, die hy misschien vormt.
Na eenige seconden poogt zy zichzelve op
te wekken en wordt een weinig kalmer. Het
is natuurlyk slechts een zwakheid van haar,
om te denken, dat zy zich in de macht van
Arthur Dynecourt beviudt; zy poogt zich
hiervan te overtuigen. Hy is slechts een
gewone kennis van haar, evenals ieder ander.
Hoewel zy hem een weinig geholpen heeft
in zyn pogingen, om do liefde van Florence
te winnen, was daarmede niet veel verkeerds
gedaaD, ofschoon bet natuurlyk ook tot haar
eigen voordeel gebeurde.
„Hoe bleek zi«t gy or uit, mrs. Talbot,"
zegt Adriaan opeens, haar opmerkzaam aan
ziende. „Heelt deze vochtige plaats inderdaad
invloed uitgeoefend op uw zenuwen? Kom,
laten we weer naar benedon gaan en in den
zonneschyn de bloedige daden vergeten, die
hier of ergens anders ooit bedreven zyn."
„Ik moet bekennen, dat ik zenuwachtig
ben," antwoordt Dora op zachten toon. „Ja,
ja laat ons deze akelige kamer voor immer
verlaten."
„Kom dan maar mede," zegt Adiiaan
v/oolyk „Wat ray betreft, ik gevoel geen
begeerte die ooit weer binnen te treden."
„Zy is zeker zeer oud, veronderstel ik,"
zegt Ethel Villiers, nog eens in de sombere
ruimte rondziende. „Het zou een schat zun
voor lady Betty Trefeld, die verzot is op alle
oud-Engelsche plaatsen. Ik geloof, dat het
aan ons vry wel verspild is. Kapitein Ring-
wood, gy schynt opeens geheel in steen
veranderd te zyn. Laat my voorbygaan, als
't u belieft."
„Het was byzonder vriendelyk van Ring-
wood, dat hy op de deur wilde passen, zoodat
wy niet voor ons geheele loven opgesloten
zyn geworden," zegt sir Adriaan lachend. „Ik
vind, dat wy hem veel dank verschuldigd zyn."
„Ik hoop, dat gij allen die schuld betalen
zult," zegt Ringwood lachend, „en ik houd
my ook verzekerd, dat gy my wel iets zult
willen schenkon voor myn diensten als deur
bewaarder."
„Wat zal ik u geven?" zegt Ethel.
„Dat zal ik u by gelegenheid wel eens
zeggen," antwoordt hy, met zuli een veel-
beteekenenden blik, dat het meisje voor dezen
keör geen antwoord gereed heeft, maar hevig
blozend hem haastig voorbygaat, de trap
afsnelt en boneden op de anderen blyft
wachten.
Als Florence by de deur komt, blyft zy
staan en buigt voorover, om het slot te
bekyken.
„Ik wilde," zegt zij tegen Adriaan, met
een bedwongen ontroering in haar stem, „dat
gy dit slot liet veranderen."
„Maar waarom?" vraagt hy, onwillekeurig
getroffen door haar toon.
„Ik weet het zelve niet recht; het is een
inbeelding een zeer dwaze misschien
maar toch een, die ik niet verdrijven kan.
Laat u door my raden en het wegnemen."
„Wat de inbeelding?" vraagt by lachend.
„Neen het slot. Geef my hierin myn zin,"
pleit zy ernstig, veel ernstiger dan de zaak
waard schijnt te zyn. „Noem het een dwaas
denkbeeld, wanneer gy wilt, maar ik vrees
inderdaad, dat dit slot te eeniger tyd een
onheil zal teweegbrengen. Daarom verzoek ik
u het te laten wegnemon."
„Gy verzoekt my?" vraagt hy.
„Ja, al is het alleen om mij genoegen te
doen om mijnentwil."
Zy heeft blykbaar haar wantrouwen in bem
vergeten, want zy spreekt nu op den ouden
zachten toon en met tranen in de oogen.
Sir Adriaan wordt rood van genoegen.
„Om uwentwil," fluistert hy. „Wat kan er
zyn, dat ik niet zou willen doen, wanneer ge
het my op die wyze vraagt?"
Een bitter gevoel doet Arthur Dynecourt
de lippen samentrokken, wanneer hy luistert
naar het eerste gedeelte van dit gesprek en
raadt wat er verder op volgt. Hy merkt de
blikken in hun oogen op, de snelle adem
haling, die Florence's boezem doet op en
neer gaan. Hy hoort het gefluister, 2iet den
warmen blos en richt zyn oog vol beteekenis
op Dora. Nu zy ook hem aanziet, legt hy zyn
vinger op de lippen, om haar tot stilzwygon
te vermanen, en fluistert haar inhei voorby
gaan toe: „Kom ovtr een halfaur by my in
de beneden-galery."
Terwyi zy toestemmend buigt, wyl zy hem
niet durft weigeren, volgt- Dora de anderen
en verlaat met hen de spookkamer.
Aan den voet van de steenen trap voor
dat zy de met yzer beslagen deur doorgaan,
die naar de laatste gang geleidt vinden zy
daar Ethel Villiors op hen wachten. Zy heeft
rondgezien in het zwak verlichte, steenen
portaal en hoeft een andere gesloten deur in
een hoek ontdekt, die haar nieuwsgierigheid
opwekt.
„Waar leidt deze deur heen, sir Adriaan?"
vraagt zy, daarop met haar vinger wyzend.
„O, dat i3 een oude deur, die naar een
andere gang leiJt en van daar langs een duis
tere wenteltrap naar beneden, naar de ver
trekken der benenden. Ik denk, dat wy die
niet zullen kunnen openen, wyl bet slot
verroest is van ouderdom. De bedienden zyn
even bang om hierheen te komen, als zy
zouden zyn, om een veroond met den boozo
te sluiten; zoo ia bet du3 in geen jaren
geopend."
„Misschien kan ik het klaar krygen," zegt
Arthur Dynecourt, al zyn kracht aanwendend
om het oudo slot te doen toegeven. Eindeiyk
wordt zyn moeite mot goed gevolg beloond,
de deur vliegt knarsend open en een wolk
van stof bedekt hem als een mist.
„Ahl" roept Ethel terugdeinzond uit; maar
Arthur, vooruitstrompolend, onderzoekt zorg
vuldig de donkere trap, die voor hem ligt
in een ondoordringbare duisternis gehuld.
Spinnewobbcn gaan van muur tot muur en
hangen in dichte wolken van de lage zolde
ring; een flauwe, duffe, bedorven lucht komt
in zyn neusgaten. Toch biyit hy nog opmerk
zaam rondzien.
(Wordt vervolgd.)