N\ 11662 Dinsdag 1 Maart. A0. 1898 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden. 28 Februari. Feuilleton. ROZEKATE. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per 8 maanden, 1,10. Franco per post1,40. Afzonderlijke NommerB 0.05. PRUS DER ADVERTENTEËN Van 1—6 «gels 1.05. lodere regel meer f 0.17J. Grootere lettere naar plaatsruimte, wordt 0Ü5 berekend. Voor bet in caseeeren buiten de 6 tad Oillciëele Keuningeringen. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leidon Gol t op art. 1 alinea 2 van hot Koninkl. Bealnit van 18 Dooombcr 1896 tot uitvoering vao art. 4 2 der wet van 16 April 1896 (Staatsblad No. 72) tot regeling der pereoDoele belusting; Brengon ter algemeoDe konnie dat ter Socretarie dezer gemeente ter inzage ia nodergelegd oen aan vullingslijst, vermeldendo de inrichtingen van wol- dadigheid of tot genezing of verpleging van zieken of gebrekkigeo en do inriohtingen tot algemeen nut door zedelijke liohcmeD, veroenigingen in het bezit van rcchteperfcoonhjkheid of stichtingen, bedoeld bij art. 4 der wet tot regeling dtr pcraoneole belasting, en zulka ten opzichte van het gebouw vau deu Neder!. Eoomach-Katholiekon Volksbond aan don Mareïingêl No. 1. Burgemeeeter en Wethoaders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 26 Febr. 1898. E. EIST. Secretarie. Hostelooze Inenting. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen hg deze tor algemeene kennis, dat op Dinsdag 1 Maart a.s. en tot nadere aankondigiug op eiken volgenden Dinsdag, telkone des namiddags te 2 uren, in het El sabethabof aan de Oude Vest, gelegethcid z 1 worden gegeven tot kostelooze inenting van ou- eu minver mogenden; wordende teveDB a&n belanghebbenden herinnerd, dat zij sleobte zullen worden toegelaten Op vertoon vaa oen bewjjahunnergeboorio inechiijviog. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, F. WA8, Bnrgemeester. 22 Febr. 1898. E. EIST, Secretaris. Aangezien de verkoop door de Gemoente- cotr.mi88ie van het Ned. Herv. Kerkgenoot schap alhier der Oosterkork aan do Leidache Katoenmaatschapph heeft plaats gehad, zal dit kerkgebouw weldra niet moer als zoodanig dienst doen. Naar we vernomen, zal de laatste vodsdionstoefening er den 13den Maart a. 8. «laats hebben en zal na dien datum tfidoiyk o plaats van in de Oosterkerk in de Bethle- hemskerk dienst worden gehouden. Zooals we vroeger reeds mededeelden, zal een nieuwe kerk aan de Heerongracht ge bouwd worden. De Ambachtsschool te Leiden heeft weder fle inschrijving voor nieuwe leerlingen geopend. Da cursus duurt 3 jaren Gedurende dien t\jd is voor de loerlingen het bezoek aan de ATonlschool van het Genootschap Mathesis Scientiarum Gfnitrix" verplichtend. In bijzondere gevallen kan liet bestuur van 4ie Verplichting ontheffing verleenon. Het schoolgeld bedraagt (naar de gegoedheid ter ouders) 20, ƒ10, 5 en ƒ2.50 per jaar. Voor twee of meer zoons uit hetzelfde ge- tin wordt voor ieder slechts ,/i van het Schoolgeld betaald. De inschrijving is geopend in de eerste helft Ier maand Maart. De korporaal der mariniers L. M. Piels sn de marinier der 1ste klasse H. Yan der pot, gedetacheerd bJJ de Kweekschool voor Zeevaart alhior, worden den 16den Maart a.s. ontscheept en gaan alsdan naar het corps te Amsterdam terug. D entengevolge wordt hunne detacheering \\j genoemde kweekschool ingetrokken. Voor het examen in de fraaie hand werken is te 's-Gravenhage geslaagd mej. S. M. Neeb en voor de nuttige handwerken mej. M. K'inkert, beiden van Leiden. De luitenant kolonel H. A. Calkoen, van het 4de reg. infanterie te LeideD, wordt over geplaatst bij het regiment grenadiers en jagers. Het Collegium van het Leidsch Studen tencorps heeft namens het corps een adres gericht aan do Tweede Kamer, tegen het plan van den minister van binnenlandsche zaken tot facultatlefstelling van het onderwijs in het Grieksch op do gymnasia. Adressanten z(jn van oordoel, dat deze facul- tatiefstelling practisch met afschaffing zal gelijk staan en dus ten gevolge zal hebben, dat de beoefening van de Grieksche taal- en letterkunde door het gros van de beschaafde natie spoedig tot de geschiedenis zal behooren. Zij me3iien, dat het motief der voorgenomen facultatiefstelling is, dat het meerendeel der gymnasiasten de kennis van de Grieksche taal- en lotterkunde bij hun verdere studiën en hun lateren werkkring kunnen ontberen, en dat zij hot even spoedig en goed vergeten, als zij het slecht en langzaam hebben geleerd; dat deze redeneering echter geen steek houdt, daar: lo. op dezen gro.id voortredeneerende, men het onderwijs in de wiskunde nog veel sneller zou moeten afschaffen, ja zelfs het Latijn on andere vakken zeer goed gemist zouden kunnen worden; 2o. slechts een zoer utilistische zienswijze tot het resultaat kan leiden, dat men alleen leeron moet wat strikt genomen tot zijn vak behooit, en dat alleen datgene kapitaal is, wat rente afwerpt in klinkende munt; dat integendeel juist en voornamelijk hst klassieke onderwijs op de algemeene on'wik keling en veredeling van den go.jst het oog dient gericht te houden, en dat de groote eenvoud en natuurlijkheid, de adel van vormen en gedachten der Grieksche schrijvers zich in het bijzonder tot de bevordering daarvan leunen; dat dan ook het beweerde spoediger ver- geton van het Gri ksch geenszins is een verdwijnen zonder sptivn na to laten, maar intogenaeel kostbare en onmisbare vruchten acht rlaat, al zjjn die cok voor het ongewapende oog mo iiyk waarneembaar. Adressanten zijn van oordeel, dat de fout van ons voorbereidend hoogor onderwijs meer in het velerlei 4aa in het veel ligt, en dat het plaats maken van het onderwijs in het Grieksch voor dat in andere vakken een verergering van het bestaande kwaad zou zijn. Ook uit eea financial oogpunt achten zy de aangekondigde verandering niet aan bevelenswaard, daar de leeraren ia het Grieksch toch zullen moeten blijven voor do literatoren en voor den een of ander, die overigens van het facultatieve onderwjjs zou willen gebruik maken. Ttn slotte verzoeken z\j de Kamer zich te verzetten tegen een maatregel, die tot onbe rekenbaar intellectueel nadeel voor de natie en tot schande van den hooggeroemden weten- schappeiyken naam van Nederland zou strekken. Tot nog toe moesten meerderjarige studenten alhier plaatselijke directe belasting betalen, ook zij, die in 't geheel geen inkomsten hebben en moeten leven van het geld, dat hun oudere hun geveo. In een iogezonden stuk ia het studentenweekblad „Minerva" raadt een belanghebbende deze categorie van aangeslagenen aan, voortaan de betaling te weigeren, op grond van het feit, dat hij zelf, na request aan Gedeputeerde Staten, door dit college in het gelijk is gesteld, „overwegende, dat by onderzoek is gebleken, dat de reclamant niet geacht kan worden een eigen zuiver inkomen te hebben van 400 of meer 's jaars." Hierdoor is volgens den inzender bewezen, dat de gemeenteraad van Leiden geen recht heeft om van de studenten, die niet uit eigen middelen inkomen bezitten, belasting te vor deren. Ingevolge bericht van den inspecteur der infanterie hebben de verplaatsingen van de lste luitenants G. C. Grefe en W. E. Yan Eek, respectievelyk Daar het algemeen depot van discipline en het koloniaal werfdepot, welke den lsten Maart a. s. zouden plaats bebboD, geen doorgang. Tot leden van de jury voor de groote Internationale Tuinbouwtentoonstelling, welke April a. s. te Gent zal worden gehouden, zyn onder meer benoemd de beeron prof. W. F. A. Suringar, H. Witto en E. Th. Witte, alhier. Ned.-Hervormde K:rk. Aangenomen is het beroep (toez.) naar Eikerzee door den beer P. J. Coivés Jr., cand. te Leiden, die bedankt heeft voor Hindeloop.n. De jury, ingesteld voor de door het be stuur dor Buiten sociëteit te Alkmaar uitge schreven prijsvraag: het sticLten van een sociëteitsgebouw in den Alkmaardor Hout. heeft van óe 41 ingekomen o^twe:psn den prys van ƒ150 toegekend a.n den heer H. J. Jesse, te L&iaen, en de premie van 50 aan den heer W. Van Boven, te Amsteraam. Aan den heur Jesse zal de leiding van het werk worden opgeiragen. Te 's-Gravenhage is in den ouderdom van 90 jaren overiedea de heer P. Zeilner, oud-aesistent-residont in Nederl Iodië. In 1843 werd de heer P. Z-llner benoemd tot controleur 3ie klasse ter Westkust van Sumatra. Na de onderscheidene controleurs- klassen te hebben doorloopen, werd hy in 1850 benotmd tot assistent-resident in de afdeeliug Limapoeloe Kottus, In de Padang 8che bovenlanden. Later werd hy in dezelfde betrekking overgeplaatst in de afdeeling Mandhéling Ankolu, ter Westkust van Sumatra. Na weder te zyn belast met de functie van assistent-resident in Limapoeloe-Kottus, werd de heer Zellner in 1862 eervol uit 's lands dienst ontslagen. Mr. A. Yan Naamen van Eemnes, de voorzitter der Eerste Kamer, vierde gisteren zyn 70sten geboortedag. De heer Yan Naamen van Eemnes heeft 35 laar zitting in de colleges, die de gemeente Zwolle, de provincie Overysel of het land vertegenwoordigen. H(j werd in 1863 tot lid van den gemeenteraad gekozen. In 1865 koos Zwolle h6m tot lid der Provinciale Staten van Overy.sel, terwijl by in 1866 lid werd der Tweede Kamer. Nadat hy in 1880 door de Staten naar de Eerste Kamer was afge vaardigd, werd hy in 1889 door den Koning tot voorzitter benoemd, welke benoeming sedert by iedere zitting door de Regentes werd hernieuwd. Als voorzitter der Eerste Kamer beeft de heer Yan N.iamer. van Eemnes by hoogst belangryke gebeurtenissen de vereenigde zit ting der Staten Generaal gepresideerd, eerst by de ziekte des Konings, later by het optre den der Regentes, en altyd wist by het juiste woord te kiezen op het gewichtige oogenblik, Eerlang zal het wederom zyn taak syn by de inhuldiging vaD Koningin Wilheü&ïna na mens de Staten-Generaal op te treden. Voor nuttige ondernemingen doet men nooit tevergeefs een beroep op zyn medewerking, en zyn weldadigheidszin is bekend. By den gemeenteraad van Haarlem is ingekomen een voorstel van de commissie voor de tramplannen, tot vaststelling der voorwaarden van concessie (in beginsel ver leend aan de heeren D. E. L. Van don Arend en J. A. G. Van der Steur, te Haarlem) voor den aanleg en de exploitatie van electrise he tramwegen, n'. een ceintuurbaan in de stad, een lyn in de richting van Zandvoort en een lyn in de richting van Bloemendaal. Voor gesteld wordt, dat de concessie op den dag der aanvaarding aanvangt en eindigt op 31 December 1935. De gemeente behoudt zich het recht voor om by bot einde der concessie de gebouwen en het vaste en rollende mut;riëel voor taxatie prijs over te nemen, waaromtrent sjj zich ten 'minste 6 maanden voor het einde der concessie most verklaren. De jagriyks aan de gemeente te betalen retributie! is bepaald op 100 per jaar en per KM. wegiengte binnen de stad gedurende de ehrsts 5 jaren, welke som zal Btfjgen tot ƒ125 per jaar voor de dan volgende 4 jaren, tot f 150 per jaar voor de daarop volgende 8 jaren, en daarna elke 2 jaren met 25 per iaar zal worden verhoogd tot een maximum v .fi 300 per jaar en per KM. zal zyn bereikt, op wolk bedrag zy dan bepaald zal blfivfen. De heeren P. J. Va6tenou, M. Van "Wil lig;?, J. H. Stork en E. J. F. Bon, te Amster dam, B. Roest, te Leiden, en F. Sikkoma en J. B. Van Leent, te Groningen, allen studen ten in de medicijnen, hobben een verbintenis aangegaan, om na beëindiging hunner stadiën als officier van gezondheid by de marine in dienst te treden. Volgens 't „E. D." i3 mr. J. H.Goertsema, lid van de Eerste Kamer, vry ernstig ongesteld. Als commandant van het schietkamp by Ede wordt geDoemd de kolonel J. E. H. Hanckar, directeur der normaal-schiotschool. De familie Scboemaker, to Haarlem, heeft van de Regeering bericht ontvangen, dat by haar van het overlijden van den luitenant Schoimaker op Atjeb niets bekends was. Door de studenten-weerbaarheidsvereeni gingen hier te lande is het besluit genomen aan H. M, de Koningin ter gelegenheid van de inhuldigingsfeesten in September a. s. een eerewacht aan te bieden. I Door de vereeniging Delftsche Weerbaar. heij is asn de leden van het „D. S.-C." een oproeping gedaan om met het oog op dat doel tot do Vereeniging toe te treden. In den daartoe uitgeschreven wedstryd is van de ingezonden o twerpen voor een reclameplaat voor de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid het ontwerp van mej. Suze Fokker, te Laren, door de jury het best gekeurd en gekozen om uitgevoerd te worden. De eervolle vermoldingen werden niet toe- gekend. Betreffende het voornemen van den minis ter van binnenlandsche zaken, om ter beper king van de kosten der eindexamens der hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus, de candidaten van aangrenzende provinciën, waar bet getal candidaten gering is, door dezelfde commissie te doen examineeren, ver neemt de „N. R. C.", dat, terwyl in 1897 het getal candidaten voor die examens bedroeg in de provinciënGelderland 69, Zuid-Holland 120 en Noord-Holland 158, dit getal in de provinciën Noord-Brabant, Zeeland en Limburg te zamen slechts 69, in de provinciën Utrecht en Overysel te zamen 78 bedroeg. Elke com missie zou, volgens den minister, uit 14 leden kunnen bestaan. Met ingaDg van den lsten Maart wordt door den raad van commissarissen der Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen eervol ontslag verleend op verzoek, onder dankbetuiging voor do door hem aan de Maat schappij bewezen diensten, aan den heer J. Th. Gerlings, secretaris der Maatschappij en chef van den centralen dienst, en wordt voorloopig tevens belast met de waarneming der betrek king van chef der eerste afdeeling van den centralen dienst, de heer K. H. Beyen, chef der derde afdeeling van dien dienst. Tegen bet eind der volgende maand zal op een algemeene vergadering der Broeder schap van Candidaat notarissen een voorstel tot gedeeltwiyke reorganisatie der vereeniging behandeld worden, een gevolg var. maatregelen, die zyn voorbereid om de degolykbeid en onpartijdigheid der door haar over benoemin gen aan de Regeering uit te brengen adviezen te waarborgen. (3oc. WKbl.) Aan het ministerie van binnenlandsche zaken ia men bezig bouwstoffen te verzamele omtrent de banken-van leening. Naar men ons meldt, zou dit geschieden met het doel, om de genoemde instellingen, die nog altyd worden beheerscht door het koD. besluit van 31 Oct. 1826, wetteiyk te doen regelen. (N. R. C) De verzameling van portretten van over leden hoogleeraren in de Senaatskamer van het Universiteitsgebouw te Utrecht werd dtzor dagen vermeerderd met dat van wyien prof. Doedes, een geschenk van kinderen van den overledene aan den Academischen Senaat. Het portret werd geschilderd door den heer Liernur, te 's-Gravenhage. Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 26 Febr. van Nieuw-York naar Rotterdam; de „General" vertrok 26 Febr. van Durban naar Vlis6ingen en Hamburg; do „Htrzog" arriveerde 26 Febr. van Hamburg en Amster dam te Mozambique; de „Kanzier", van Slot) Ferdinand Olpen en Rozekato waren door de in duisternis gebuide straten op weg naar haar woning. Zwijgend liepen zy naast elkander voort. Er had zich een zonderlinge beklemd heid van hen meester gemaakt, nadat z|j uit de drukkende stilte der ziekekamer in de buitenlucht waren getreden. Eerst thans kwamen zy tot het volle besef van wat er in de Ratste uren aan het ziekbed van Margareta was voorgevallen, dat zy een verbond voor het leven hadden gesloten, zonder vraag, zonder antwoord, zonder één woord van liefde. En ook nu nog vonden hun gedachten geen weg .ver hun lippen. Maar beiden ge voelden, dat er iets hoogs, iets heiligs in hun leven gekomen was. Voor de woniDg der predikantsweduwe greep by haar hand. ,Mag ik meegaan naar ie giootmoeder, Rozekate?" Zy lispelda een .ja", maar in de echaduw der breeds huisdeur bleef zy aarzelend staan en haar oogea zochten de zyne. „Ia het wertoiyk geen droom7 En - mra. "Wiggins?" Hy kon een glimlach niet onderdrukken. „Ik moest my wel met haar bezig houden om Margareta'e wil en dan had ik ook wel vermaak in het vlinderachtige karakter van dat vrouwtje. Maar m^t myn hart had dat niets te maken; daar troonde slechts die ééne, mjjn koningin 1" Een oogenblik aarzelde zy nog toen sloeg zy haar armen schuchter en toch vol innigheid om zyn hals. „En heb je het my vergeven, dat ik je eenmaal beleedlgdo en ja trouwe liefde versmaadde?" Hy antwoordde niet, maar knelde de slanke gestalte hartstochteiyk tegen zich aan en hukte zich over haar lief gelaat, om het met kuBsen te bedekken. Zy was blykbaar tevreden met dit antwoord, want toen zy eenlge oogtoblikken later by haar grootmoeder binnentraden, lag er een zóó gelukkige blik in haar oogen, dat de oude dame geen verdere verklaring behoefde. „Grootmama o, grootmama I" Zy knielde voor do oude vrouw neder en keek, glimlachend door baar tranen, tot haar op. De oude dame vouwde de handen over het blonde hoofd hirer kleindochter en sprak met bevende lippen haar zegen uit. Door trouwe en onvermoeide verpleging was het gelukt, Margareta in het leven te behouden en den eersten knak der ziekto te weerstaan. En toen zy weder by haar volle bewuetzyn was en voor haar bed twee geluk kig glimlachende monschen zag knielen, die om haar zegen vroegen, toen zy elndelyk inzag, hoe zy gefaald had in baar waaD, toen kwam er een stille, weldadige vrede over haar, nieuwe moed, de wil om te leven, en deze hielpen haar het apoediget haar zwakte te boven te komen. Margareta had reeds lang het ziekbed ver laten; zy moest echter nog haar kamer houden en zich laten verplegen en vertroe telen. Nu, dit geschiedde van alle zyden, vooral van haar echtgenoot. Hoe deed dit haar hart goed, zy bloeide weder op en haar oogen namen weer een jeugdigen, blyden glans aan. Het spook, dat van af bet begin van baar huwelyk naast baar was gegaan, was verdwenen en kon ook niet terugkomen. Nadat het hart van haar man door Rozekate's bekoring onaangetast was gebleven en dat verzekerde hy haar met woord en blik vreesde zy niets meer. Mochten ook al zijn kunatenaaraoogen zich verheugen in den aanblik van haar Bchoonheid en die van andere vrouwen, van zyn hart was zy zeker: dat bleef haar toebebooren. Zy had Werner deelgenoot gemaakt van al de uitgestane angsten en hem vergiffenis verzocht voor haar twyfel aan hem en nu was het allea helder en klaar tusscben hen beiden. Het was een mooie, zonnige dag in Maart. Margareta zat in een gemakkelyken stoel by het venster en liet de verkwikkende zonne stralen op haar gezicht en op haar smalle, doorzichtige handen epelen, die gevouwen op haar schoot ruetten. In de gezellige kamer bevonden zich bulten haar ook nog de beide verloofden, die voor een dor vensters stonden te fluisteren, en ritmeester Kempen. De laatste zat by mevrouw Antoni en vertelde haar op luimigen toon allerlei nieuwtjes. „Onze schoons vriendin mra. Wiggius is, als een meteoor, weder voor onze blikken verdwenen, om haar loop elders voort te zetten. Het vrouwtje was in den laatBten tyd eenigszina c-rnatig geworden. Of men dat op zyn - hy wees naar Ferdinand Olpen rekening mag stellen? Trots al haar buiten sporigheden, zou ik toch wel wenBCben, dat de vluchtige ziel dezer vrouw ook eenmaal rust moge vinden en haar hart een veilige haven. In den grond der zaak doet het my leed om haar. Ik kan u ook nog iets mededeelen, geachte mevrouw, dat u misschien genoegen zal doen, nameiyk, dat de breuk tusschen Eachenbach en my begint te helen. Rozekate gaf als haar wensch te keDnen, dat ik zjjn pogingen tot toenadering niet zou afwyzen. Wat kan men tegenover die echoone oogen anders doen dan gehoorzamen? Toen hy dan ook eenlge dagen geleden by my kwam en my de band bood voor een nieuw vriendschapsverbond, heb ik toegeslagen. Ik heb ook al stappen gedaan, om, na afloop van myn verlof, weer by myn regiment te worden ingelyfd. De schoons Isar stad bevalt mij zoo goed, dat ik haar niet gaarne wederom zou verlaten." „En, naar ik hopen wil, zoudt ge toch ook niet gaarne de vrienden willen verlaten, die ge u hier gemaakt hebt, ritmeester?" voegde Margareta er beminneiyk aan toe. Nu traden ook de verloofden op hen toe. Rozekate hield het schoons hoofd gebogen, er lag iets als een peinzende uitdrukking op haar gelaat, terwyl bet zyne verheldsrd werd door een gelukkigen, byna schalkechen glimlach. „Wel,'! zeldé Margareta, terwyl ajj bon lachend aankeek, „een klein verachil van meening?" „Yerachil van meening? Neen, zuster, dat bestaat er gelukkig niet. Ik vroeg Rozekate daareven of zy het zóó zou kunnen maken, dat zy binnen drie maanden mevrouw Olpen heet. Zy vindt dit wol een beetje overyid; zoo spoedig kan zj) van haar goliefde kunst niet scheiden. Ik zie dat ook wel in en om haar nu te gemoet te komeD, want tegen over zulke lieve, bespraakte lippen wordt ook de meest manlijke man zwak on toe gevend deed ik haar het voorstel, dat zy nog een jaar of anderhalf aan het toonoel zou blyven, dan kon ik nog een beetje door do wereld rondzwerven en me metdedieren- en plantenwereld van het zwarte werelddeel bezighouden. Ik geloof, dat dat aan myn loopbaan niet andera dan bevorderlyk k in zyn en zoo kom ik misschien wel spoedig aan den professorstitel. Ik laat myn kostbaren schat immers in trouwe hoede achter, aanleg tot jaloezie heb ik niet en zoo staat dit plan dus niets in den weg. Wat zeg jolui daar nu wol van'" Hy had heel ernstig gesproken, maar wierp zyn zuster en zyn vriend oen lachend»» blik toe. „Zeker," viel de ritmeester hem onmid- doliyk by - „dat plan keur ik goed en met my ongetwyfeld het geheele publiek. Het zou een' zwaar verlies voor onB tooneel zUn, als de meest gevierde kunstenares ons zoo spoedig zou willen verlaten." „Ik weet het niet," zeide Margareta aarze- I lend, terwyl zy Rozekate glimlachend over

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1