N\ 11661
Maandag SS Februari,
A°. 1898
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Feixilleton.
ROZEKATE.
IEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden, 1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke NommerB0.05.
PRUS DER AD VERTENT CËN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera
letters naar plaatsruimte. - Voor bet incaseeeren buiten de stad
wordt 10.05 berekend.
rinanciöele Kroniek.
De politiek kon niet buiten do deur gehouden
worden. Zoodra heeft zij niet het terrein van den
fondsenhandel betreden, of haar aanwezigheid is
op te merken uit een gereserveerde houding der
markt, welke zich dan ook in do afgeloopen week
gevoelig heeft doen gelden.
Wel is de politieke spanning ver genoeg van
ons verwijdert om hier niet veel te kunnen deren,
doch do fondsenhandel, welko een weefsel vormt een
groot deel der wereld bedekkende, ondervond den
invloed der stoornis, al heeft deze ook ver van
hier haar oorsprong. Dc ongunstige strooming ging
voornamelijk uit van Londen en Nicuw-York.
Londen was zeer ontstemd door do verontrustende
berichten uit Zuid-Afrika, alwaar de aanwezigheid
van hot Fi'ansche leger tot een zeer gespannen
toostaud aanleiding heeft gegeven. De Fransche
expeditie heeft het noodig gevonden de stad Sokota
te tuchtigen, or zich niet om bekommerende, dat
zij zich op Engelsch gebied bevindt. De Engelschen
eischen onmiddellijk ontruiming vau hun grond
gebied, waartoe de Franschen weinig geneigdheid
betoonen, en het eind hiervan is een zeer gespannen
toestand, waarvan voornamelijk te Londen de betco-
kenis ernstig wordt opgevat- Van de markt daar
was dus geen opgewekte houdiug te verwachten,
waarbij nog kwam, dat de berichten uit Amerika
bovendien alleszins geschikt waren om de Lon-
densche markt in hooge mate te ontstemmen.
Ook in Amerika is do politiek aan het woord
en op luidruchtige wyze wordt daar het chauvi
nisme opgewekt, waartegenover gelukkig de groots
kalmte van piesident Mac Kinloy eenigen waar
borg geeft voor een bedaarde behandeling der
netelige aangelegenheid, waartoe de ondergang
van het Amerikaanscbe oorlogsschip aanleiding
heeft gegeven.
Het gevolg hiervan was, dat do Nieuw-Yorksche
Beurs, door oorlogzuchtige uitingen der Ameri
kaanscbe Pers, meermaleu schokkeu van paniek-
achtigen aard had te doorstaan, en de werking
hiervan bleef ook te London niet uit, waar dus
ide markt onder dubbelen ongunstigen druk ver
keerde. Dat Amsterdam zich geheel bij de dalende
beweging aansloot, is uit het koorsverloop der
Amerikaanscbe waarden duidelijk te zien, doch
ook voor de overige afdeelingeu was de stemming
bedorven. De zenuwachtigheid, welke de markt
hier duidelijk ten toon spreidde, was echter niet
uitsluitend aan het verloop der Amerikanen te
wijten, in eigen boezem heerachte ook voldoende
agitatie om kalmte en rust te doen verdwijnen,
namelijk de M o e a r a-E n i m-aangelegenheid. Tot
"Woensdag was de afdeeling der mynwaarden
onderhevig aan groote slingeringen en gaf de
opkomende storm in de Nederlandsche Pers aan
leiding te over om do speculatie van streek to
brengen, toen ten slotte hot besluit bekend werd,
dat de vergadering der Moeara-Enim, waarop
zoovelen zich hadden voorbereid, voor onbepaalden
tijd was verdaagd. Welke belangen of machten
hierbij tusschonboide zijn gekomen, is officiëel niet
bekend, doch ontegenzeglijk heeft het bestuur
der Moeara-Enim oen weinig benijdenswaardig
figuur geslagen. Bekend is nu, dat de Konink
lijke zich bereid heeft verklaard om de Moeara
in zich op te nemen en daarvoor aan de aandeel
houders minstens even voordecligo voorwaarden
kan aanbieden als do Standard Oil Co. Ten slotte
is dus toch door een groote, krachtige Maatschappij
een hand ter redding uitgestoken, al is het wat
laat, on zal nu wellicht aan deze zaak eene wen
ding worden gegeven, waardoor de Standard Oil
Co. voorloopig van het Indisch gebied zal geweerd
blijven.
Even onbesuisd als de ryzing der Moeara-aan-
deelen was bij den eersten indruk der phantastische
300 pet., even ongemotiveerd is de daling der
laatste dagen, want, hoewel de onderhandelingen
met de Standard wel zullen moeten worden af
gebroken, is toch de Koninklyke bereid om
op zeer voordeclige voorwaarden de exploitatie
op zich te nemen, zeker niet tot nadeel der aan
deelhouders De geagiteerde markt der Petroleum-
waarden bleef niet geheel zonder invloed op do
overige Indische ondernemingen, zoodat ook
tabaks-aandeelen in flauwe houding bleven dob
beren en voor het meerendeel tegen belangrijk
lager koers werden verhandeld. Een gunstige uit
zondering vormden de aandeelen der Indische
financiöole instellingen, met Handelmaat
schappij aan het hoofd, in verbaud met de zeer
belangrijke verbetering der suikerprijzen in Indiü.
Een opmerkelijke koersverlaging moesten aan
deelen Ned.-Amerikaansehe Stoomvaart
ondervinden, hetwelk, in verband met aanhoudend
aanbod uit Rotterdam, in verband werd gebracht
met geruchten omtrent een voorgenomen uit
breiding van het aandeelen-kapitaal.
Meer levendigheid dau gewoonlijk heerschte
onder RuBsische Staatsfondsen, vooral voor de
4-pcts. binnenlandsche leoning 1894, welke sterk
voor Berlijn en St.-Pctersburg werden gevraagd. De
jongste conversion hebben een buitengewoon succes
gehad en dit heeft ongetwijfeld er toe bijgedragen
om de vraag voor de 4-pcts. fondsen sterk te doen
toenemen, aangezien toch een rustig bezit wordt
geboden, waarbij de kansen van conversie ge
durende de eer9te jaren buitengesloten blijven.
Daarentegen circuleerde op de Beurs te Buda-Pesth
het gerucht, dat de Hongaarsche regeering voor
nemens was, om spoedig de conversie van 800
millioen 4'/s-pcts. Hongaarsche schuld in be
handeling te nemen. Bij den algemeen heerschenden
geest der financiëel krachtige landen om tot con
verteering der Staatsschulden over te gaan, zal
Hongarije ook dit voorbeeld wel volgen, al mag
hiermede wellicht nog eenigo tijd gemoeid zijn.
Het zijn evenwel niet alleen de financiëel sterke
landen, welke conversie der Staatsschuld op hun
programma hebben gesteld, ook de financiëel zeer
zwakke grijpen tot dit middel, en Portugal
geeft daarvan weer een treurig voorbeeld. De
regeering heeft in beginsel tot converteering
besloten, doch de voorwaarden, daarbij bepaald, nog
niet als vastgesteld aangenomen, daar intusschen
een nieuw ontwerp van den financiëelen gevol
machtigde van Portugal is ingekomen. Mooi ziet
het er niet uit. Wel wordt aan de buitenlandsche
schuld de mogelijkheid gelaten tot een geleidelijke
rentevorhooging in de toekomst, doch daartegen
over staan ongunstige bepalingen, welke oneindig
zwaarder wegen. De regeering behoudt zich o. m.
hot recht voor, om, wanneer zij geen nieuwen
geldelijken steun ontvangt on de toestand der
schatkist zich niet verbetert, dan de rente, tot
nu toe in goud betaalbaar, in certificaten
te doen uitbetalen, hetgeen een nieuwe belangrijke
vermindering zou beduiden. Do overige Europeesche
Staatsfondsen bleven zeer kalm, iets meer levendig
heid iu Spanjaarden dan gewoonlijk, Turken
daarentegen stil.
De Zuid-Amerikaansche afdeeling had een kalm,
doch ongeanimeerd verloop. Alleen was de handel
in 5-pcts. binnenland Mexico zeer uitgebreid,
op vraag voor Frankfort, alwaar deze waarden
in do Beursnoleering zijn opgenomen.
De houding dei Amerikaansche markt was hoogst
onbevredigend. In Amerika is een deel der politieke
partij zeer oorlogzuchtig gestemd en dit geeft voor
de Amerikaansche markt reden tot bezorgdheid,
want hoewel het land volstrekt niet tot oorlog
voeren in staat ia, kan door het geschreeuw dei-
bladen toch een ernstige positie geboren worden.
De Yereenigde Staten hebben een leger van nog
geen veeitig duizond man; wel zal Amerika in
geval van het uitbreken van oorlog onmiddellijk een
corps vrijwilligers tellen van honderd duizenden,
doch meest ongeoefenden, terwijl de oorlogs
vloot, ofschoon in de laatste jaren belangrijk uit
gebreid, toch nog ten eenenmale ontoereikend is
om voor een behoorlijke verdediging der voor
naamste kustplaatsen te kunnen zorg dragen. Het
is van het beleid van president Mac Kinley even
wel te verwachten, dat hij do politiek des vredes
zal handhaven. Niet minder ernstig is een werke
lijk uitgebroken stijd, doch op ander gebied. De
Canadian Pacific heeft, ten einde het vervoer
van en naar het Klondyke-gouddistrict geheel in
handen te krijgen, hare tarieven niet ongeveer do
helft verminderd, hetgeon natuurlijk ten gevolge
heeft gehad, dat alle Noord-westolyke en Pacilic-
spoorwegen dit voorbeeld hebben moeten navolgen
en eveneens tot eon tarief-vermindering zijn over
gegaan. Daarenboven heeft de Canadian onder
handelingen aangeknoopt tot aansluiting van
eenige kleinere Amerikaansche lijnen, zoodat daar
door de strijd ook op Amerikaansch gebied zou
worden overgebracht. Niettegenstaande do meeste
noordelijke lijnen bereid bevonden zouden worden
tot gezamenlijke instandhouding van een weder-
zijdsch overeengekomen tarief, heeft de Canadian
haar verminderingssysteem doorgevoerd op al
haar lijnen, zelfs op die, welke reeds door hare
ligging natuurlyke voordeolen boven alle andero
sporen bezitten.
Het eind dezer geschiedenis zal bewyzen, dat
de Canadian met deze tariefverlaging zichzelf
heelt benadeeld, doch het is nog meer te betreuren,
dat de Amerikaansche spoorwegmarkt, wolke in
het laatste jaar in zulk een gunstige positie
was gekomen, nu weer aan de stormen en nadeelen
van een algemeenen tarievenstrijd het hoofd heeft
te bieden, waarmedo geen enkele lijn gebaat, doch
vele lijnen geschaad zullen worden. De daling der
Onion P acific-waarden staat hiermede in
nauw verband, aangezien gevreesd wordt, dat de
Union zich niet aan den strjjd zal kunnen ont
trekken, juist nu de trek naar het Klondyko-ge-
bied voor dezen spoorweg zooveel voordoelen
beloofde. Gulf waai den bleven in zwakko houding.
Men beschouwt de uitbreiding der St. Louis
San-Fransisco, van Sapulpa naar Oklahoma, als
nadeelig voor de K. C. P. Golf, aangezien nu
eon directe route van bet Indianen-gebied naar
het Oosten wordt geopend, terwijl tot nu toe het
vervoer uit dit gebied grootendeels over de Gulf
werd geleid. Oregon Short Line B bonds
blijven te midden der woelingen opmerkelijk goed
stand houden, Norfolks en Missouri's daar
entegen vrjj zwak, de eerste niet onbelangrijk
lager. Rijnlandsche Bank.
Gemeenteraad Tan Haarlemmermeer.
Tegenwoordig 16 leden. Afwezig de heer Djjt.
De notulen der vorige vergadering worden
goedgekeurd.
Aan de vergadering wordt medegedoeld,
dat de begrooting voor 1898 is goedgekeurd.
Voorts wordt gelezen eene circulaire van H.
Bogaerts Co., waarby inteekening wordt
verzocht op een portret van H. M. de Koningin.
Voor kennisgeving aangenomen.
E;rvol ontslag wordt verleend aan den
heer R. J. Visser, als lid van het Burg.
Armbestuur, ingaande 1 April 1898.
Tot lid van gemeld Armbestuur wordt be
noemd de heer W. Van Staveren, met 9
stemmen.
Tot hoofd der school no. 1 wordt benoemd
de beer A. Van der Hor, onderwijzer te
Hoofddorp, ingaande 1 Maart 1898.
Eervol ontslag wordt verleend aan den heer
G. J. Smit, als onderwijzer aan school Na 5,
ingaande 1 Mei 1898.
Aan den heer N. J. Rinkel, ambtenaar ter
secretarie, wordt, wegens buitengewone werk
zaamheden, over 1897 eene gratificatie toe
gekend van f 50.
Op voorstel van Burgemeester en "Wethou
ders, wordt op het verzoek van M. J. Jagt,
timmerman te Haarlemmermeer, om eene
tegemoetkoming van f 50 wegens in 1897 te
laag aangenomen onderhoudswerk aan de
scholen, gunstig beschikt.
"Wordt eervol ontslag verleend aan mej W.
J. C. Zeeman, als onderwijzeres aan school
No. 2; ingaande 1 Mei '98.
Wordt vastgesteld oen besluit tot betaling
uit de onvoorziene uitgaven, dienst 1897.
Door een paar leden wordt gevraagd of
moj. de wed. Balkenende eenig pensioen krtfgt,
zoo neen, dan wordt zij aanbevolen voor eenige
toelage, gelijk als aan mej. de wed. Zwart
is toegekend.
De Voorzitter zegt, dat moet worden afge
wacht of daartoe een verzoek zal worden
ingediend.
De heer Biesheuvel vraagt aan wie is opge
dragen het snoeien der boomen. De Voorzit
ter zegt: aan den gemeente-opzichter Rinck,
die het iaat verrichten door Van Weelden.
De heer Biesheuvel zegt dat de gemeente
opzichter blijkbaar geen verstand heeft van
zulk werk en acht het wenscheiyk, dat zulks
worde opgedragen aan iemand, die er ver
stand van heeft.
De hoer Van Zij verden vraagt, of bg de
opmaking der kiezerslijsten gerekend is op
uitbreiding der stembureelen, zooals het vorig
jaar is besloten. De Voorzitter zegt dat, daar
over wel is gesproken, maar niets besloten,
en hij ook tegen zoodaüige uitbreiding is. Ook
andere leden spreken in dien zin.
De hoeren Suidgeest en Les spreken over
do wenschelijkheid dat er vrijheid worde ge
geven om bij brand, bpjv. bij Lisse of Oude-
Wetering, spuiten uit naburige gemeenten te
hulp te vragen. De Voorzitter zegt, dat daartoe
geen verlofbewijzen kunnen worden afgegeven,
waarna de vergadering wordt gesloten,
Gemengd Nieuws.
De arrondissemen ts - rechtbaok
te 's-Gravenhago heeft uitspraak gedaan iu
zake het booger beroep van C. W. H.,louw
man te Zwammerdam, tegen de voDniesen
van den kantonrechter te Alfeo, waarbij by
veroordeel! werd, om aan G. v. D.f grond
eigenaar te Alfeo, 140 gulden schaievtrgoeding
to geven, omdat zyn honden in den morgen
van 9 Maart 11. eenige schapen en lammtren
van v. D. hadden verscheurd en ih het water
gedreven.
De gedaagde was tegen de beide vonnissen
van den kantonrechter in hooger beroep ge
komen, omdat hy vermeende, dat, waar hy
ontkend had, dat de honden, welko gebeten
baddeD, aan hem, en de schapsn, die gedood
waren, can G. v. D. toebehoorden, de kanton
rechter ten onrechto deze beide feiten als
bewezen had aangenomen door een vroeger
strafvonnis, waarby H.f gedagvaard, omdat
zyn honden de schapen van G. v. D. haddon
verscheurd en in het water gedreven, ver
oordeeld was tot eon borte van f 20, ter zake
van „het niet voldoende zorg dragen over
een aan zyn hoede toevertrouwd gevaariyk
dier". Appellant meende, dat door dit straf
vonnis alleen het laatste feit, en niet het
eigendomsrecht van de honden, noch dat vau
de schapen, was bewezen.
De rechtbank echter, recht sprekond9 in
hooger beroep, vereenigde zich met de weer
legging dezer grieven door den oorspronke-
ïyken eischer, die beweerd had, dat appellant
verwarde het feit, waarvoor hy veroordeeld
was, en de rechtskundige qualificatie van dat
feit. En daar het bedoelde strafvonnis in
kracht van gewysde was gegaan, en by dat
vonnis de gestelde feiten door het gehouden
getuigenverhoor wettig en overtuigend be
wezen waren verklaard, had de gedaagde
krachtens art. 1955 B. "W. tegenb&wys moeten
aanbieden, hetgeen hy echter naliet.
Op deze gronden verwierp do rechtbank
het hooger berojp en bevestigde de beide
vonnissen, waarvan geappelleerd, en waarby
gedaagde veioordeeld werd lot het vergoeden
der veroorzaakte schade tot een bedrag van
f 140, en voroordeelde hem tevens in all®
kosten van beide instamiën.
Voor den oor^pronkeiyken eischer, die der
halve in bei Je instantien zyn vordering tot
schadevergoed ng zag toegewezen, trad op mr.
P. J. M. Aalberse, te Leidon, en voor den
gedaagde, in eersten aanleg mr. M. Nauta, te
Utrecht, en in hooger beroep als procureur
mr. L. V. Van Rossom, te 's Gravenhage.
Door het geïllustreerd vakblad
voor de schoenmakery en den schooabandel
„Sint-Crispyn", uitgave W. A. Eiiuia Cz,, te
Leeuwarden, is de volgende prysvraag uitge
schreven:
„Welke kennis moot een schoenmaker
voor besteld werk, die zich als baas wil
vestigen, bezitten? Hoeveel geld heeft by
miostens noodig, om zich do noodige machines,
hulp Werktuigen, gereedschappen, leder, enz.
aan te schaffan?"
Voor de drie beste oplossingen van dezi
prysvraag worden prijzen uitgeloofd van
twiotig, tien en vyf gulden. Ieder, die verder
een voldoende oplossing inzendt, ontvangt
een fraai boekwerk.
De te Helsingfors gehouden wed-
stryden in het schaatseneden hadden tot
uitslag:
500 M. Eerstj Estlander 49 '/5 sec. Tweode
Naess 492/5 sec.
1500 M. Eerste Eitlander 2 min. 334/- sec.
Tweede Naess 2 min. 39 sec.
5000 M. Etrote Estlandtr 9 min. 28ys89C.
Tweede Backman 9 min. 33 sec. Derde Krjoe-
kof 9 min. 39 sec. Vierde Naess 9 min. 41 sec.
10,000 M. Eerste Estlander 19 min. 212/t
sec. Tweede Krjoekof 19 min. 283/s sec.
Estlanitr is dus overwinnaar van het kam
pioenschap van Europa in htt hardry Jen.
35)
Maar hy wachtte haar antwoord niet af,
do h legde haar hand op zijn arm en trok
haar roede in do ry der dansenden. Toen
greep hy haar vast om de leest en droeg
haar voort in snellen werveldans, zoodat zij
haar bezinning schier verloor en er iels als
een zoete bedwelming over haar kwam. Eens
zag zy naar hem op en toen fonkelden zyn
blauwe oogen boven haar gelaat. Zy moest
hem tly ven aanzien, haar blik was als geboeid.
Toen de dans ten einde was, liet zy zich
door hem naar haar pliats geleiden. Doch
zoodra de muziek weer begon te spelen, sloop
zy weg uit het gewoel. Zij wilde niet verder
dansen; na deze wals niet meer. Langzaam
schreed zfi door de zalen, zoekend naar een
stil plekje, totdat zy aan den wintertuin kwam.
Die scheen geheel verlaten. Da jougelui
waren aan het dansen, de oudere gasten
maakten een partytje of onderhielden zich
op andere wyze.
Diep ademhalend trad Rozekate den winter
tuin binnen. De koele, van zoete geuren ver
vulde lucht deed haar weldadig aan en de
stilte deed goed aan haar geprikkelde zinnen.
Zy had spoedig een vorborgen hoekje gevon
den, waar zy ook niet zoo gauw kon ge
zien worden door wie hier binnen mocht
treden. Zy nam plaats op een stoel van mos
groen pelucho en leundo vermoeid met het
hoofd tegen den rug er van aan. Hooge pal
men bogen hun takken over haar heen en
raakten met hun bladeren verkoelend haar
voorhoofd aan.
Zacht en gedempt klonk de muziek tot
haar door.
Zy sloot de oogen, om de gevoelens mees
ter te worden, die in haar binnenste woedden.
Hoe bruiste het in haar, zoo onbrgrypelyk,
zoo zoet en toch zoo smarteiyk tevens.
Maar in de rust en eenzaambei! van deze
plaats, by het eentonig gekletter der fontein,
kwam er toch langzamerhand ontspanning.
Tranen van verlichting welden uit haar
oogen op.
"Wat er ook gebeuren mocht, één ding bleef
haar toch altijdhaar kunst.
„Rozekatel" klonk het plotseling vlak naast
baar.
By het hooren dezer stem sprong zy op
als ware zy door een slag getroffen. Door den
sluier harer tranen heen zag zy «en schoon
gelaat, dat trilde van hartstocht: luitenant
Van Eschenbach stond voor haar.
Trotsch richtte zy zich op. „Manheer Van
Eschenbach?" vroeg z;j koel.
„O, niet op dien toon, Rozekate; niet die
koele, vreemde blik! Dat verdraag ik niet!
Je kunt toch nog niet alles vergeten hebbeD,
je hebt me toch eenmaal lief gehad!"
„Ja, ik heb u lief g9had, mynheer Van
Eschenbach. Hoe dat weet ik alleen. Maar",
vervolgde zjj op onzegbaar bitteren toon, „bet
noodlot was zoo wreed ons van elkander te
scheiden, do drang der omstandigheden - u
weet
„Je golooft me niet, Rozekate? Heeft Kem
pen me by je beschuldigd?"
„Neen, ik geloof u niet, mynheer Van
Eschenbach. Maar of ik u g6loof of niet, dat
doet niets ter zake. Myn hart i9 reeds sedert
lang tot rust gekomen; van het verleden is
niets meer overgebleven. Ik heb u vergeven
wat ge my eenmaal hebt aangedaan en wensch
u en Liza alles goels. Verder hebben wy
elkander niets te zeggen."
Zy maakte een korte beweging met het
hoofd en wilde zich verwydereD, maar hy
trad haar in den weg. Zyn gelaat gloeide,
z'yn ademhaling was zwaar en getuigde van
opgewondenheid.
„Het is niet waar, Rozekatel Jo hebt niet
vergeten, zoo min als ik vergeten heb; je
tranen logenstraffen je woorden. Het weder
zien heeft alles in je wakker geroepen zooals
in my. Ik heb je lief met onuitsprekelyke
„Houd op!" klonk het op gebiedenden toon,
„niet verder I Wilt ge my beleedigen Wilt ge
my dwingen u te verachten?"
Zy was bleek geworden en haar borst
zwoegde onder haar ademhaling.
„Ge weet niet wat ge zegt; ge hebt gespro
ken in een oogenblik, dat ge uzelven niet
meester waart; dat wil ik te uwer eer aan
nemen. Ge zyt de echtgenoot van een andere
en de rechten van vreemden zyn ray heilig.
Maar ook al waart ge dat niet, ook al waart
ge vry en ge boodt my nog eenmaal hart en
hand, het waro tevergeefs, want de gestorven
liefde zoudt ge niet weder kunnen wekken. En
wat myn tranen betreft, ik geef er u myn woord
van eer op, die zijn niet gestort om u, maar" -
haar stem werd week „om een ander,
dien ik meer, oneindig meer liefheb dan ik
eenmaal u heb bemind. Doch ook bem zal
ik niet toebehooren ik heb myn kunst.
Vaarwel, mijnheer Van Eicbenbach, en
als ge myn achting wilt winnen, maak dan
Liza gelukkig!"
Zy stoud daar zóó ernstig en gebiedend en
op haar schoon golaat lag een uitdrukking
van zóó diepe smart, dat luitenant Van
Eschenbach geen onkel woord meer in het
midden durfde brengen en zich iwygend
verwydorde.
Met een zucht van verlichting wilde ook
zy gaan, doch vóór zy den uitgang had be
reikt, stond Werner Antoni voor haar.
„Ha, myn Charitas?" rijp hy verheugd uit
en voegde zich aan haar zyde. „Myn oog
heeft u reeds lang gezecht. Weet go wel, dat
ik u nauweiyk3 meer ontberen kan! Maar
wat ziet ge bleek! Zyt ge niet wel, Rozekate?"
Zy maakte een zwygende beweging van
ontkenning, maar zy nam zyn arm en legde
6en oogenblik, onbewust, haar hoefd op zyn
schouder. „Ach, ik ben zoo vermoei! t Wilt
ge roy by myn grootmoeder brengen en een
rytuig voor ons laten komen ik wil liever
naar huis."
Tien minuten later kwam er nog een ander
paar uit den wintertuin: Ferdinand Olpen
met zijn zuster. Zy waren daar al, toen
Rozekate binnentrad, en daar 7.y zich niet
onbemerkt hadden kunnen verwyderen, had
don zy alles gehoord, wat er was voor
gevallen.
Margareta kon zich byna niet meer staande
houden; haar gelaat wa3 doodsbleek. „Hun
zielon zoeken elkander," zeide zy zacht, als
tot zichz lve; „ik ben de kloof, die hen scheidt
van hun geluk. Wat moet ik doen?" En
klagend-steunend bedekte zy het gelaat met
de handen.
Haar broeder zag haar verschrikt aan. Bange
ontzetting maakte zich van hem meester.
Was zyn zuster waanzinnig geworden?
Hy trok haar de handen van het gelaat
en drukte haar hoofd vast aan zyn borst.
„Arme zuster, dat verbeeldt je je slechts: je
bent ziek en spreekt in yikoorts. Stel je
gerust, Margareta; je zult weldra je dwaling
inzi )ii."
Eenige dagen later begaf Rozekate zich
op weg, om de vrouw van Werner Antoni
een bezoek to brengen, wier zi kolijk uitzien
haar bezorgdheid had opgewekt. Dicht voor
ADtoni's woning ontmoette zy Ferdinand
Olpen, die van een wandeling terugkeerde.
Hy bood haar bartelyk de hand en aan zyn
arm liep zy de trap op naar Margareta's
kamer. De deur van de voorkamer stond open
en terwyl zy beiden door het portaal liepen,
hoorien zy korte, afgobroken woorden en
een zacht gesteun. Verschrikt traden zy
binnen. Door de teruggeslagen portièro konden
zy Margareta zien. Zy zat, met den rug naar
hen toegekeerd, aan een tafel en had bet
hoofd in beide handen gesteund. Nu en dan
kloDk er een half ingehouden snik in hot
stille vertrek, waar de schemering reeds
begon te vallen.
Wordt vervolgd.)